Nr 20 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746
Lokaal
De stad trekt aan
De sociale lat hoger leggen via aankoopbeleid
Jeugdbewegingen maken spel van armoede
Openbare netheid gaat integraal
Niet te missen exposanten en boeiende topics! Gratis seminarprogramma rond innovaties in milieuwetgeving, resource efficiency en vergroening van de economie. Hoofdpartner
In samenwerking met o.m. Agentschap Ondernemen, ANB, Grondbank, INBO, Power-Link, VLM, VMM, VKC
14 - 16 februari 2012 Flanders expo Outsourced by Artexis Exhibitions nv
inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen
kort lokaal
Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG
6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen
bestuurskracht 12 Interview – Hilde Schelfaut en Luk Bral ‘Steden trekken aan en dagen uit.’ De Stadsmonitor brengt de leefbaarheid en duurzaamheid van de centrumsteden in kaart. ‘Een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen is het een informatief instrument dat stadsbesturen graag zullen raadplegen,’ zeggen Hilde Schelfaut en Luk Bral.
12
stefan dewickere
Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke
5 opinie – Drempels wegwerken
24
andy dedecker
Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46
27
uli schillebeeckx
Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be
17 Lokale raad – Aan welke voorwaarden moet u voldoen om verkiesbaar te zijn? 18 Lokale besturen leggen sociale lat hoger via aankoopbeleid 22 De raad van Oudenaarde – Geen chips, een appel
werkveld 24 TIO³ in Ronse, kijken achter de textielgevel Het vroegere OCMW-ziekenhuis in Ronse is nu TIO³, een centrum voor ondernemerschap, ontmoeting en opleiding. Het huisvest ook de nv Textielincubatiecentrum die werkt rond textiel en innovatie. 27 Jeugdbewegingen maken spel van armoede ‘Armoede is een onrecht. Maak er spel van!’ Dat is het jaarthema van zeven jeugdbewegingen. Ze denken ook kritisch na over hun eigen werking: welke drempels houden kinderen in armoede weg van hun groep? 30 Jaarboek Armoede 2011 focust op gekleurde armoede 31 Praktijk in Sint-Truiden – Leerlingenplatform: stad en leerlingenraden leren van elkaar 33 Gemachtigd opzichters zijn echt geen gemeenschapswachten 35 Lokale raad – Is een vuilnisbak het beste antwoord op een vuile hoek in mijn gemeente? 36 Openbare netheid gaat integraal 38 Praktijk in Lommel – Eerste gemeentelijke zaadboomgaard met planten van hier 40 Achter de schermen – Torenwachter in Mechelen
geregeld 42 wetmatig – berichten 45 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 46 column – Johan Ackaert
Op de cover De Gentse Machariuswijk trekt steeds meer jonge gezinnen aan. Een auto heb je er echt niet nodig. Niets plezanter dan met de bakfiets naar school.
Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.
Lokaal I 16 december 2011 I 3
werkveld sociaal beleid
Meer info op www.trefdag.be
kort lokaal opinie
Drempels wegwerken
D
it jaar slaan alle Vlaamse jeugdbewegingen de handen in elkaar om aan een gemeenschappelijk jaarthema te werken: armoede is een onrecht, maak er spel van! Dat is niet niks. De jeugdbewegingen zijn een belangrijk deel van de samenleving; samen zijn ze goed voor meer dan 250.000 kinderen en jongeren die wekelijks samenkomen om allerlei activiteiten op te zetten. In elke Vlaamse gemeente zijn wel lokale afdelingen actief. Met dit gemeenschappelijk jaarthema willen de jeugdbewegingen heel duidelijk maken dat ze het een schande vinden dat meer dan een op zes van alle Belgische kinderen en jongeren onder de Europese armoedegrens leeft. De jeugdbewegingen dromen naar eigen zeggen van een samenleving zonder armoede en uitsluiting en willen dit luidkeels verkondigen aan de ouders van hun leden, de buren, de pers en de politici. Ze pleiten ook voor structurele oplossingen en geen doekjes voor het bloeden. Maar wie de wereld wil veranderen, begint het best bij zichzelf. De jeugdbewegingen vragen zich af of ze de armoedeproblematiek zelf wel zo goed kennen. Staan ze zelf wel voldoende open voor kinderen uit kansarme gezinnen, zitten er geen financiële en andere drempels in De VVSG biedt zich aan als de eigen werking, hoe vermijden partner van de jeugdbewegingen ze stigmatisering en betutteling in de strijd tegen de armoede. van kansarme gezinnen? Dit zijn fundamentele vragen en het siert de jeugdbewegingen dat ze hiervoor kritisch naar hun eigen werking kijken. Wie hen hierbij kan helpen zijn die organisaties en verenigingen die het meest vertrouwd zijn met de leefwereld van kansarme gezinnen: de armoedeverenigingen en de OCMW’s. OCMW’s ondernemen al heel veel initiatieven om kansarme gezinnen meer te laten deelnemen aan allerhande culturele en sportieve activiteiten in hun gemeente, meestal in samenwerking met de cultuur- of sportdienst van de gemeente. Vanuit hun expertise en betrokkenheid met kansarme gezinnen kunnen de OCMW’s samen met de jeugdbewegingen bekijken hoe de drempels voor kansarme kinderen en jongeren kunnen worden weggewerkt. OCMW’s zijn voor de jeugdbewegingen vaak ook onbekend terrein; meestal lopen de contacten met het lokale bestuur via de jeugdconsulent. Vanuit de VVSG willen we samen met de jeugdbewegingen bekijken hoe we de acties in het kader van hun jaarthema kunnen versterken. We hadden hierover al een eerste gesprek met hun nationale verantwoordelijken. Essentieel is dat de lokale afdelingen van de jeugdbewegingen, de OCMW’s en de gemeentelijke jeugddiensten elkaar hierin kennen en ondersteunen. Goede persoonlijke contacten zijn hiertoe essentieel. De VVSG biedt zich aan als partner van de jeugdbewegingen in de strijd tegen de armoede, samen staan we immers sterker.
Piet Van Schuylenbergh is directeur van de VVSG-afdeling OCMW’s
Lokaal I 16 december 2011 I 5
kort lokaal nieuws
Kortom presenteert leidraad Gebruik van sociale media in crisiscommunicatie
Zoals voor alle communicatie ligt de kracht van sociale media in de voorbereiding. In ‘vredestijd’ moeten overheden op een zinvolle manier actief zijn op sociale media. Zo bouwen ze aan een geloofwaardige relatie met de burgers die in crisistijden haar vruchten afwerpt. In de leidraad staan aanbevelingen over hoe ze die relatie kunnen ontwikkelen.
Integratie Veel mensen zuchten als ze horen dat ze naast alle andere kanalen ook nog eens sociale media moeten inzetten tijdens crisissen. Met de huidige technologische mogelijkheden is het echter mogelijk via een geïntegreerd systeem één boodschap via diverse kanalen, inclusief sociale media, aan te sturen. Sociale media zijn immers maar één van de kanalen die ingezet moeten worden. Ze vervangen de bestaande communicatiekanalen niet. Eerst moeten de crisisaanpak en de crisiscommunicatie goed georganiseerd zijn, pas dan kan er aan het inzetten van sociale media gedacht worden. Overheden moeten investeren in de uitwerking van
+9,6%
discipline 5 (informatie) binnen de noodplanning door voldoende mensen en middelen beschikbaar te stellen. Ook kunnen zij bij het uitreiken van vergunningen voor grote Sociale media zijn één van de kanalen die ingezet worden in crisissituaties. evenementen eisen dat organisatoren binnen het veiligheidsplan een luik is. Ten slotte bevat hij ook aanbevelingen crisiscommunicatie uitwerken. Maar dankvoor organisatoren en individuen over hoe zij deze leidraad heeft elk bestuur nu een zij in crisissituaties sociale media kunnen document in handen met een bundeling gebruiken. van praktische tips.
Voor wie? De leidraad is in de eerste plaats geschreven voor alle hulpverlenende organisaties. Iedereen die in crisissituaties een taak heeft, kan er zijn voordeel uit halen. Maar de gids is vooral relevant voor de zogenaamde discipline 5 die meestal ingevuld wordt door de communicatieambtenaar. Bij een gemeentelijke noodsituatie berust de verantwoordelijkheid voor de communicatie bij de burgemeester, voor wie de leidraad dus ook een nuttig instrument
Naast de leidraad start Kortom volgend jaar met de opleiding Slaat het noodlot toe. Sociale media inzetten tijdens crisissituaties. De eerste sessie vindt plaats op 7 februari in Gent. Alle informatie over de opleiding en de leidraad vindt u op www. kortom.be en op www.vvsg.be, knop veiligheid. Iedereen wordt aangespoord het document te verspreiden en te becommentariëren. kris versaen
www.kortom.be en www.vvsg.be
Er zijn 2,6 miljoen huishoudens in het Vlaamse Gewest (Rijksregister, 2009). Tien jaar geleden waren er 2,3 miljoen huishoudens. Op tien jaar tijd steeg het aantal huishoudens dus met 9,6%. Deze stijging heeft twee grote oorzaken: de toename van het aantal inwoners en de gezinsverdunning. In alle Vlaamse gemeenten stijgt het aantal huishoudens, behalve in Tienen. Daar zijn er 143 huishoudens minder dan tien jaar geleden. In Koksijde, Overpelt, Nieuwpoort, BaarleHertog en Middelkerke is de toename van het aantal huishoudens het grootst (+22%). Voor een gemeente als Overpelt betekent dit dat er op tien jaar tijd bijna duizend huishoudens bijgekomen zijn. In Koksijde en Middelkerke zijn er dat zelfs meer dan 1750.
www.lokalestatistieken.be
6 I 16 december 2011 I Lokaal
Opleiding
gf
De vereniging voor overheidscommunicatie Kortom heeft samen met 46 experts in diverse disciplines aanbevelingen uitgewerkt over hoe overheden sociale media kunnen inzetten in crisiscommunicatie. De aanleiding was het gebruik van sociale media tijdens het Pukkelpopdrama.
print & web
stefan dewickere
Brochure: Goed wonen – (van) levens(be)lang
Vanaf links de burgemeesters Gerard Liefooghe (Alveringem), Lode Moriaon (Lo-Reninge), minister van Plattelandsbeleid Kris Peeters, Dieter Hoet (Westhoekoverleg), de burgemeesters Fredy Tanghe (Knesselare) Ignace Dereeper (Oudenburg), Mark Vos (Riemst), Michel Doomst (Gooik).
Plattelandsgemeenten protesteren tegen uitblijven Plattelandsfonds Op 30 november protesteerden een delegatie van burgemeesters van plattelandsgemeenten en de VVSG op het Martelaarsplein tegen het uitstel van het beloofde Plattelandsfonds tot 2013. Ze overhandigden enkele gevulde manden ‘Platteland te koop’ aan minister van Plattelandsbeleid Kris Peeters.
De brochure is te downloaden via www.ouderenweek.be
Tijdens het onderhoud op zijn kabinet kreeg minister Kris Peeters een mand met onder meer een pakket zuivere lucht, een stuk grasberm, een fles gezuiverd plattelandswater en souvenirs uit de Eerste Wereldoorlog van enkele burgemeesters uit de Westhoek. Het Plattelandsfonds staat ingeschreven in het regeerakkoord maar wordt pas in 2013 operationeel. Nochtans hebben de plattelandsgemeenten het geld broodnodig. Het moet hen straks financieel ondersteunen in het beheer en onderhoud van hun open ruimte. Met hun actie eisten de plattelandsgemeenten dat snel duidelijk wordt over hoeveel middelen het fonds zal kunnen beschikken, wie ervan zal kunnen genieten en onder welke voorwaarden.
Later word ik politicus
Kok Yves De Decker van de Brugse centrale OCMW-keuken Ruddersstove is uitgeroepen tot de Beste Belgische Grootkeukenkok van 2011-2012. In de wedstrijd van de Vereniging van Vlaamse Grootkeukenkoks bereidden negen chefs uit de gemeenschapsrestauratie een driegangenfeestmenu. De grondstoffenkostprijs van het menu mocht maximaal zeven euro per persoon bedragen, de samenstelling en bereidingswijze moesten beantwoorden aan de vereisten van een gezond en evenwichtig voedingspatroon. Een keukenjury evalueerde de kookactiviteiten technisch, een tafeljury beoordeelde onder
gf
inge ruiters
Beste Belgische Grootkeukenkok werkt in keuken OCMW Brugge
meer op smaak, presentatie en authenticiteit. Yves De Decker maakte zalmforel met terrine van roodbaars en coulis van gerookte paling, een roomtaart met geitenkaas, pompoenmarmelade en frambozenkletskoppen. Zijn menu blonk volgens de tafeljury uit in presentatie, smaak en originaliteit. Het doel van deze wedstrijd is originele feestgerechten te creëren, nieuwe bereidingsprocédés te stimuleren, de aandacht te vestigen op de kwaliteit, hygiëne en voedselveiligheid in de grootkeukens, en het beroep van de grootkeukenkoks op te waarderen. inge ruiters
In het kader van de Ouderenweek die in november 2011 plaatsvond, publiceerde de Vlaamse Ouderenraad de brochure Goed wonen van levensbelang. Met dit thema wil de Vlaamse Ouderenraad aandacht vragen voor de vele ouderen in armoede die in een slecht huis wonen, en daarbij de beleidsverantwoordelijken oproepen om een structureel en krachtdadig woonbeleid te voeren dat armoede en sociale uitsluiting bij ouderen voorkomt. De brochure bevat uitleg en cijfergegevens, maar ook een methodiek, waarmee men de lokale ouderenadviesraad wil stimuleren om een memorandum op te stellen. In 2012 zijn er immers gemeenteraadsverkiezingen, en de gemeente heeft op het gebied van het woonbeleid een belangrijke rol te spelen.
Hoe zet je als nieuwkomer je eerste passen in de politieke arena? Hoe voer je overtuigend campagne? Mag je daarvoor wettelijk verlof nemen? Hoe breng je je boodschap overtuigend over? Kun je hiervoor gebruik maken van sociale media? Hoe schrijf je toegankelijke teksten en spreek je vlot in het openbaar? Heeft een politicus nog een privéleven? Wat te doen met leugens en desinformatie en hoe blijf je populair? Met bijdragen van specialisten als Carl Devos, Patrick Humblet, Filip Claus en Jos Huypens, en getuigenissen van bekende politici die al een tijdje het politieke spel spelen, biedt Later word ik politicus op deze en heel wat andere praktische vragen een duidelijk antwoord. Het boekje is een onmisbare handleiding voor iedereen die al van jongs af aan droomt van een geslaagde politieke carrière. J. Huypens (ed.), Later word ik politicus: handboek voor een geslaagde politieke carrière, uitgeverij Politeia, Brussel, 26,95 euro
Lokaal I 16 december 2011 I 7
kort lokaal nieuws
Jong en oud discussiëren over bejaarden en begeerte
Naar aanleiding van dit deurbeleid werkten de VVSG en het NTGent een intergenerationeel traject uit. De bewoners van het OCMWwoonzorgcentrum Sint-Pieter in Lochristi en de gebruikers van het OCMW-dagverzorgingscentrum De Triangel in Destelbergen werden gekoppeld aan de leerlingen van de EDUGO Campus in Lochristi en de Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk in Sint-Amandsberg. In een voortraject discussieerden de jongeren met de ouderen over seksualiteit en relaties. De ouderen vertelden hoe het er vroeger aan toe ging en de jongeren vertelden over hoe zij er tegenover staan. Op 5 november gingen ze samen naar Bejaarden
& Begeerte. Voor en na gingen ze in dialoog over de voorstelling en het voortraject. De jongeren luisterden met open mond naar de verhalen van de ouderen en die vertrouwden ons dan weer toe dat ze een veel positiever beeld van de ‘jeugd van tegenwoordig’ gekregen hadden. Bejaarden & Begeerte toert de komende maanden door Vlaanderen. Informatie over de speeldata vindt u op www.bejaarden-en-begeerte.nl. Wenst u een digitale versie van het draaiboek voor het voortraject, stuur dan een e-mail naar veerle.baert@vvsg.be. veerle baert
www.bejaarden-en-begeerte.nl
Verlucht uw activiteiten dementie met gratis illustraties van Ilah Vlaams cartooniste en stripauteur Ilah tekende speciaal voor de campagne Vergeet dementie, onthou mens een aantal Cordelia-illustraties. Deze dementie- en mensvriendelijke campagne wil het heersende negatieve beeld over dementie bijsturen. De tekeningen tonen dementie, maar anders. Iedereen die over dementie spreekt of schrijft of er iets over organiseert, mag de illustraties gratis gebruiken en aanvragen via www.onthoumens.be. ilah
inge ruiters
www.onthoumens.be
Residentiële ouderenzorg tot 2025: 150.000 extra woongelegenheden Over vijftien jaar is één Belg op vijf ouder dan 65 jaar, en bijna 3 procent van de bevolking ouder dan 85. Met die vergrijzing voor ogen vroegen de beleidsmakers aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) een wetenschappelijke raming van het aantal woongelegenheden dat de volgende vijftien jaar in woonzorgcentra nodig zal zijn. In samenwerking met het Federaal Planbureau werd een projectiemodel ontwikkeld. Daaruit blijkt dat er 149.000 tot 177.000 woongelegenheden nodig zullen zijn in 2025. Jaarlijks komt dit neer op 1600 tot 3500 nieuwe plaatsen, afhankelijk van het
8 I 16 december 2011 I Lokaal
scenario. Deze toename zou gedeeltelijk kunnen worden opgevangen door meer thuiszorg te organiseren. Maar zich beperken tot het minimum van 149.000 woongelegenheden is alleen haalbaar als het aanbod van de thuiszorg met de helft toeneemt, boven op de uitbreiding die nodig zal zijn door de vergrijzing. De periode tot 2025 moet worden beschouwd als ‘inloopperiode’. Daarna zal de vraag nog meer toenemen. U vindt de studie op onderstaande website. federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg
kce.fgov.be
willem popelier
De theatervoorstelling Bejaarden & Begeerte van de Nederlandse theatermaker Lucas de Man en schrijver Oscar Kocken gaat over een zoektocht naar liefde, verlangen en erotiek op hogere leeftijd en wat deze generatie beweegt, wat zij mist en wat ze weer doet opleven, welke muziek haar opnieuw aan de eerste kus doet denken. Bij deze theatervoorstelling, die gebaseerd is op een gelijknamig Nederlands onderzoeksproject, geldt een streng deurbeleid: mensen jonger dan 65 komen uitsluitend binnen in gezelschap van een 65-plusser.
print & web
bib halle
Erfgoed in mijn straat: vernieuwde brochure
Bibliotheek Halle wint Bib Bang 2011 Met de wedstrijd Bib Bang stellen de steunpunten Bibnet, Locus en de Stichting Lezen de beste marketingactiviteiten tijdens de bibliotheekweek in de schijnwerpers. Bib Bang wil de bibliotheken aanmoedigen om sterke publiekscampagnes en -activiteiten op te zetten en deze in hun werking in te bedden. Uit de zeventien inzendingen riep de jury unaniem de actie van de bibliotheek van Halle uit tot winnaar, Bornem kreeg een welverdiende eervolle vermelding. Met haar spraakmakende promotiecampagne kreeg de bibliotheek van Halle een gezicht en zette ze het belang van haar werking duidelijk in de verf. Het campagnethema focuste op getuigenissen van de bibliotheekgebruikers en sprokkelde kleine en grote verhalen over wat mensen aan de bibliotheek waarderen. Deze getuigenissen maken de gebruikers zichtbaar, zowel in de bieb als in het straatbeeld. De interactieve actie startte in augustus met een kaartjescampagne om getuigenissen te verzamelen. 230 getuigen werden met een notitieboekje beloond. De kaartjes met hun getuigenissen werden tijdens de Bibliotheekweek op een creatieve manier geëxposeerd.
Het tweede luik van de actie bestond uit een portrettencampagne. De afdeling fotografie van de kunstacademie fotografeerde vijftien klanten. Van de portretten die verschillende facetten van de bibliotheekwerking weerspiegelden, werden affiches gemaakt die her en der werden opgehangen. Een reuzengroot spandoek aan de gevel van de bieb vormde de eyecatcher. De getuigenissen werden verzameld in een mooi digitaal getuigenissenboek op de website van de bibliotheek. Tijdens de Bibliotheekweek lieten 315 mensen zich portretteren in de bieb. Ze mochten hun portret meenemen naar huis. inge ruiters
www.bibliotheekhalle.be
Netwerk Ontmoetingsruimte: zoektocht naar infrastructuur vereenvoudigd Wie in Antwerpen, Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren en Hoboken een geschikte zaal voor een vergadering of feest zoekt, kan terecht op de site van Netwerk Ontmoetingsruimte. Met dit initiatief wil het stadsbestuur zaaleigenaars in Antwerpen stimuleren om hun beschikbare ruimte zo volledig mogelijk te ontsluiten voor bewoners en verenigingen. Alle soorten eigenaars komen in aanmerking: de stad en het OCMW net zo goed als verenigingen en private eigenaars. Netwerk Ontmoetingsruimte bemiddelt tussen vraag en aanbod. De zaaleigenaars kunnen rekenen op de logistieke steun van de medewerkers van Netwerk Ontmoetingsruimte. De stad neemt dus niet het beheer van deze zalen over, de huurovereenkomst wordt afgesloten tussen de uitbater van de zaal en de gebruiker. Tegen eind 2012 zal de internettoepassing de volledige stad Antwerpen bestrijken. Op de vaste permanentiemomenten kunt u ook terecht bij de medewerkers van Netwerk Ontmoetingsruimte. inge ruiters
www.antwerpen.be/ontmoetingsruimte, ontmoetingsruimte@stad.antwerpen.be
Met de recente nieuwe jaarlijkse vaststelling van de Inventaris Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen veranderde een aantal rechtsgevolgen voor gebouwen met erfgoedwaarde op het vlak van energienormen, verandering van functie voor zonevreemde gebouwen, afbraak, en sociale huisvesting door renovatie. De hele geactualiseerde lijst van het Bouwkundig Erfgoed is te raadplegen via www.vioe.be. Met de nieuwe Vaststelling kwam ook een hernieuwde informatiebrochure Erfgoed in mijn straat uit. De brochure kan gratis worden gedownload of besteld via de Vlaamse overheid. www.vioe.be/aanbod/brochures (downloaden), http://publicaties.vlaanderen.be (bestellen)
Handboek Overheidsmanagement Klassieke stereotypes van de overheid hebben de afgelopen decennia plaats gemaakt voor een flexibele organisatie waar begrippen als ‘efficiënt en effectief’, ‘dynamisch en innovatief’ en ‘performant en slagkrachtig’ centraal zijn gaan staan. De overheid is door de introductie van moderne managementtechnieken op vele vlakken veranderd. Er is nu meer aandacht voor strategie, behalen van doelstellingen, bewust omgaan met personeel en financiën, en de nadruk ligt meer op kwaliteits- en veranderingsmanagement. Dit handboek verschaft een helder inzicht in de dynamiek die vandaag in overheidsorganisaties heerst. Leiderschap, organisatiecultuur, prestatie- en procesmanagement enzovoort: de vele facetten waaruit de moderne overheid is opgebouwd, worden stuk voor stuk behandeld en geïllustreerd met recente voorbeelden uit het lokale, Vlaamse of federale bestuur. G. Bouckaert, A. Hondeghem et al. (red.), Handboek overheidsmanagement: overheid in beweging, uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 44 euro
Lokaal I 16 december 2011 I 9
kort lokaal perspiraat “Ik lig wakker van de problemen van mijn inwoners.” Burgemeester Filip Marin (OpenVLD) van Moerbeke-Waas – Het Nieuwsblad 1/12 “Oplossingen voor problemen als klimaat en mobiliteit moeten zich niet door staatsgrenzen laten beperken. Trouwens, gemeenten en provincies werken ook al lang samen over de grenzen heen. Kijk ook naar de Euregio’s!” Vlaams minister-president Kris Peeters over de oprichting van een denkgroep Vlaams-Nederlandse toekomstverkenningen – De Standaard 30/11 “Ik mis oprechte bezorgdheid voor de stad en haar inwoners bij de Vlaamse regering. Wat goed is voor de steden, is overigens ook goed voor het gebied errond. Elke Vlaamse minister zou actief rekening moeten houden met de invloed van zijn of haar beleidsdaden op de steden.” Vlaams Parlementslid Veli Yüksel (CD&V) – Knack 23/11 “Mogen de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar eigenlijk over iets anders gaan dan ambitieuze stadsvernieuwing? Het verleden heeft bewezen dat investeren in steden de samenleving vooruithelpt. Gun de rondtrekkende toeristenbendes hun citytrips en winkelcentra. Geef het erfgoed stadsgezichten, loopgraven en trekschuiten.” Harold Polis, uitgever van de Bezige Bij in Antwerpen – De Morgen 6/12 “We beschikken over fantastische cultuurinfrastructuur, tot in de kleinste gemeenten. Maar we hebben te veel geïnvesteerd in stenen en te weinig in inhoud. Doe liever iets aan leesbevordering of cultuureducatie.” Groen!-politicus en parlementslid Bart Caron n.a.v. zijn boek ‘Niet de kers op de taart’ – De Standaard 6/12 “Van het volledig schrappen van het Grootstedenbeleid kan geen sprake zijn. Ofwel moet de federale regering schrappen in andere uitgaven, ofwel moet er een compensatie komen op het Vlaamse niveau.” Burgemeester Patrick Janssens (SP.A) van Antwerpen – Gazet van Antwerpen 2/12
10 I 16 december 2011 I Lokaal
Jong gespuis in het gemeentehuis: landkaart van de gemeente voor jongeren Op 14 oktober trekken veel jongeren voor het eerst naar de stembus. Met de publicatie Jong gespuis in het gemeentehuis verschijnen ze daar goed voorbereid. Deze brochure reikt jongeren een landkaart van de
gemeente aan. Ze vernemen hoe de gemeenteraadsverkiezingen verlopen, wat de gemeenteraad en het college zijn en wat ze precies doen. Daarnaast ontdekken ze hoe een gemeente gestructureerd is en wie er allemaal werkt. Ook
moeilijke aspecten zoals de financiën en de nieuwe beleidsen beheerscyclus komen aan bod. Deze brochure is een realisatie van Karuur, de Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten en de VVSG, en is te koop bij Politeia. katrien vanhove
Europese Commissie haalt muren tussen fondsen neer Begin oktober maakte de Europese Commissie haar voorstel over het toekomstige cohesiebeleid 2014-2020 bekend. Hierin zit de regelgeving vervat voor de gekende structuurfondsen: het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), de Europese Territoriale Samenwerking, beter bekend als Interreg, en het Cohesiefonds. Nieuw is dat de algemene regelgeving ook zal gelden voor het Plattelands- en het Visserijfonds. Naast de algemene regelgeving zijn er specifieke regels per fonds, maar via deze formule wil de Europese Commissie de beschotten tussen de verschillende fondsen wegwerken, waardoor het makkelijker wordt verschillende fondsen tegelijk in te zetten. Hierdoor wordt een geïntegreerde benadering van een project op een bepaald grondgebied mogelijk. Zo zou bijvoorbeeld energie-efficiëntie in een kinderopvangverblijf via EFRO gecombineerd kunnen worden met activering van bepaalde werknemers door ESF-steun. De voorstellen van de Europese Commissie bevatten eveneens een budget van in totaal 376 miljard euro gespreid over zeven jaar (2014-2020) en 27 lidstaten. Dat bedrag wordt verdeeld over de grote verscheidenheid van Europese regio’s met de bedoeling de eco-
nomische, sociale, territoriale samenhang en solidariteit tussen de lidstaten te bevorderen. Belangrijk is dat alle regio’s in Europa toegang tot de fondsen zullen krijgen. Er komt pas duidelijkheid over het budgetvoorstel wanneer de discussies over het meerjarig financieel kader zijn afgerond. Tegen eind 2012 zullen de besprekingen tussen de Europese Commissie en de lidstaten over het cohesiebeleid afgesloten zijn. Het is de bedoeling dat in 2013 de praktische invulling per lidstaat volgt, zodat vanaf 2014 met de volgende projectronde gestart kan worden. Net als bij het Vijfde Cohesierapport maakt de VVSG binnenkort haar opinie over de huidige voorstellen bekend. betty de wachter
Tot 26 januari Digitale kloof dichten met PC Solidarity Close the Gap wil in het kader van PC Solidarity, haar Belgische activiteitenluik, de digitale kloof in België verder helpen dichten door hoogwaardige gebruikte computers ter beschikking te stellen en hierdoor de toegang van bepaalde doelgroepen tot technologie te vergemakkelijken. De steun aan projecten is tweeledig: degelijke pc’s met garantie en helpdeskondersteuning gedurende een jaar, en financiële steun (maximaal 100 euro per gevraagde pc) voor opstartkosten (zie kandidaatsdossier en folders voor meer details). www.kbs-frb.be (projecten, oproepen, Oproep voor Close the Gap - PC Solidarity).
nieuws
In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012 willen het steunpunt voor cultureel erfgoed FARO, het Forum voor Amateurkunsten en de federatie sociaal-cultureel werk FOV het culturele middenveld, cultuurprofessionals en bestuurders informeren en uitnodigen tot reflectie en debat over het lokale cultuurbeleid. Het culturele middenveld is immers geworteld in en verstrengeld met het lokale cultuurbeleid. Het culturele middenveld is heel divers: cultureel-erfgoedverenigingen en -instellingen, amateurkunstenaars, volwassenenverenigingen, vormingsinstellingen, bewegingen en volkshogescholen behoren ertoe. Aan al deze groepen en aan al wie voorts nog bij cultuur betrokken is, willen de initiatiefnemers nu informatie en duiding geven over de bestuurlijke hervormingen op Vlaams niveau. De beleids- en beheerscyclus van de gemeenten heeft immers directe gevolgen voor het lokale cultuurbeleid. De drie organisaties willen het culturele middenveld dat elk van hen ondersteunt en/of vertegenwoordigt, betrekken bij de veranderingen die op stapel staan en samen met de besturen aan een sterk lokaal cultuurbeleid werken. Ze lanceren daartoe een tijdelijke nieuwsbrief en organiseren begin 2012 vijf trefmomenten. Het Agentschap sociaal-cultureel werk, het steunpunt voor lokaal cultuurbeleid LOCUS en de VVSG ondersteunen het initiatief. Op de trefmomenten is er toelichting bij de nieuwe Vlaamse regels en in het bijzonder bij de wijzigingen in accenten en prioriteiten van lokaal cultuurbeleid. Ze bieden uitwisselingskansen over inspraak en participatie aan cultuur in het gemeentelijk meerjarenplan en voeren het debat met politieke tenoren met een lokaal mandaat in de regio. hilde plas
De data van de trefmomenten vindt u in de agenda op p. 45. Inschrijven op de nieuwsbrief kan via info@amateurkunsten.be, info@faronet.be of info@fov.be
kras borgerhout
Graag meer debat over lokaal cultuurbeleid
Kras Borgerhout krijgt Cera-prijs jeugdwelzijnswerk Kras Borgerhout mag zich Jeugdwelzijnswerking van het jaar noemen. Met deze prijs vragen Cera en Uit De Marge aandacht voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren die hun emancipatie via jeugdwerk en jeugdbeleid trachten te vergroten. Kras Borgerhout is een Antwerpse jeugdwerkorganisatie die kansen biedt aan maatschappelijk kwetsbare kinderen, tieners en jongeren. Kras telt 6000 deelnemers van zeer diverse etnische origine. Het aanbod van Kras is hedendaags van opzet, sluit aan bij de leefwereld van jonge mensen en geeft op een positieve manier invulling aan hun vrije tijd. Via de activiteiten slaat Kras bruggen met andere levensdomeinen of maatschappelijke instituties als het onderwijs, de hulpverlening of de wereld van de arbeid. Het aanbod prikkelt en nodigt uit om te experimenteren en te groeien. De deelnemers leren zich engageren en verantwoordelijkheid nemen, samen met leeftijdsgenoten. Hun theaterproject is hier een mooi voorbeeld van: jongeren krijgen een stem, tonen wat ze in hun mars hebben en ontdekken hun verborgen talenten. Kras organiseert verschillende activiteiten per week tijdens het schooljaar en biedt een extra vakantieaanbod aan. inge ruiters
www.uitdemarge.be, www.cera.be, www.krasjeugdwerk.be
nix
Lokaal I 16 december 2011 I 11
bestuurskracht interview Hilde Schelfaut en Luk Bral
‘Steden trekken aan en dagen uit.’ De Vlaamse centrumsteden blijven aantrekkelijke groeipolen. Maar de aangroei en de wijzigende samenstelling van de stadsbevolking leiden tot grote uitdagingen, onder andere op het vlak van wonen, zorg en onderwijs. Dat en nog veel meer blijkt uit de zopas verschenen vierde editie van de Stadsmonitor. tekst pieter plas beeld stefan dewickere
D
e Stadsmonitor brengt de leefbaarheid en duurzaamheid van de dertien centrumsteden in kaart. ‘Hij is uitgegroeid tot een volwaardig informatief instrument, dat stadsbesturen op minder dan een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen zeker dankbaar zullen raadplegen,’ zeggen Hilde Schelfaut en Luk Bral van de Studiedienst van de Vlaamse Regering.
Het filmpje met Hilde Schelfaut en Luk Bral vindt u op www.vvsg.be.
U coördineerde de survey voor de Stadsmonitor 2011. Waarin bestond die? Hilde Schelfaut: ‘De survey is een schriftelijke bevraging van de inwoners van de centrumsteden over heel wat aspecten. Ruim 41.000 mensen werden aangeschreven, bijna een op twee reageerde. Aalst, Genk, Turnhout en Antwerpen bestelden extra bevragingen, om met behulp van die resultaten hun beleid te kunnen toespitsen op afzonderlijke stadsdelen, in Antwerpen gaat het om de districten.’ Een belangrijk verschil met de vorige editie van de Stadsmonitor is dat er veel meer parameters en indicatoren zijn. Waarover werden er voor deze editie bijkomende vragen gesteld? Hilde Schelfaut: ‘Voor wonen bijvoorbeeld waren onze laatste betrouwbare gegevens die van de socio-economische enquête ofwel de volkstelling van 2001. Nu zijn er geen centrale databankgegevens beschikbaar om aan te
12 I 16 december 2011 I Lokaal
geven hoe stedelingen wonen. Daarom wilden we daar in deze editie een aantal surveyvragen over opnemen. Het gaat dan over beoordeelde woonkwaliteit, zoals die ervaren wordt door de bewoners. Die gegevens verschillen wel van de objectieve vaststellingen die een inspecteur doet, maar toch levert het interessant materiaal op dat we vroeger niet hadden. Ook over duurzaamheid van de woningen en over veiligheid werden bijkomende vragen opgenomen. Voor de vorige editie konden we voor dit laatste terugvallen op de Veiligheidsmonitor, maar de update van die meting zou te laat zijn gekomen voor gebruik in de huidige Stadsmonitor.’ Luk Bral: ‘Tot 2001 beschikten we via de volkstellingen over statistische gegevens tot op het niveau van elk huishouden: over wonen, gezinssamenstelling, enzovoort. Dat was toen een federale aangelegenheid. Nu neemt niemand nog het initiatief om dergelijke volkstellingen te doen. Wat wij nu proberen is om op stadsniveau, en voor een aantal centrumsteden ook op wijk- of districtsniveau, een beeld te geven van de leef- en woonkwaliteit. Het blijft wel zo dat we ondanks representatieve aantallen per stad slechts uitspraken kunnen doen met een bepaalde betrouwbaarheid. Bovendien zijn niet Hilde Schelfaut & Luk Bral: ‘Elke stad zit te wachten op een omgevingsanalyse, een rapport waarin alles eens opgesomd wordt. Het is ideaal als start voor de beleidsvoorbereiding.’
Lokaal I 16 december 2011 I 13
bestuurskracht interview Hilde Schelfaut en Luk Bral
alle groepen even sterk vertegenwoordigd. Zo weten we dat we een bepaald publiek moeilijker bereiken. Vooral de zogenaamde ondergroep is ondervertegenwoordigd.’ Uit de Stadsmonitor blijken belangrijke uitdagingen voor alle centrumsteden, zoals het verbeteren of in stand houden van de woonkwaliteit en het betaalbaar houden van woningen, terwijl de stedelijke bevolking blijft aangroeien. Voor de ene stad zijn die uitdagingen al groter dan voor de andere. Waar komen die verschillen vandaan? Hilde Schelfaut: ‘De dertien centrumsteden zijn als broertjes en zusjes. Binnen het Vlaamse kader vertonen ze veel gelijkenissen, maar elk heeft zijn eigen karakter. In de eerste plaats is er natuurlijk de demografische context. Om te beginnen verschillen de groeipercentages: in de grote steden is dat ruim tien procent (in Antwerpen zelfs twaalf procent), in de regionale steden neemt het niet die proporties aan, hoewel de aangroei er wel iets hoger ligt dan het Vlaamse
Luk Bral: ‘Er zijn grote verschillen tussen stad en platteland en tussen de steden onderling. Maar ik geef het je op een briefje: de verschillen binnen de steden zelf zijn nog groter.’ gemiddelde. Ten tweede is er het aspect vergroening: het aandeel jongere bevolking zien we vooral toenemen in Antwerpen, Gent en ook Mechelen. Sommige steden zoals Brugge en Oostende hebben dan weer al met vergrijzing te kampen. Voor Oostende bijvoorbeeld wordt verwacht dat het aandeel 65-plussers in 2018 zal stijgen tot 29 percent. Al die demografische tendensen zorgen voor gigantische uitdagingen, niet alleen op het vlak van wonen, maar ook op dat van onderwijs, zorg en dergelijke meer. Gezinsverdunning is nog zoiets typerends. In de centrumsteden vormen alleenstaanden 41 procent van de huishoudens. Voor heel Vlaanderen is dat 31 procent. Omgekeerd heb je dan weer een stijgend aantal grotere gezinnen, wat samenhangt met de verkleuring van de bevolking. Dat stellen we vooral in Antwerpen en Gent vast, en Mechelen sluit daar ook bij aan. Het blijft een uitdaging om voor die verschillende groepen in de gepaste huisvesting te voorzien.’ Hoe kan de Vlaamse overheid helpen om die uitdagingen het hoofd te bieden? Luk Bral: ‘Net vanwege de verschillende demografische ontwikkelingen kan de Vlaamse overheid niet voor elke stad hetzelfde beleid voeren. Dat is duidelijk. Zo heb-
14 I 16 december 2011 I Lokaal
ben Antwerpen en Gent een grootstedelijk karakter. We plaatsten ze in deze editie naast de andere elf centrumsteden om de verschillen duidelijker te maken. Maar ook de andere elf verschillen onderling zeer sterk. Zo sluit Mechelen, dat geprangd zit tussen Brussel en Antwerpen, meer aan bij het grootstedelijk patroon, terwijl je dat bijvoorbeeld amper ziet in Aalst. Als we daar de Brusselse cijfers naast de onze zouden leggen, zou dat een pak dingen in perspectief kunnen plaatsen. Maar neem je dan het Brussels gewest of de afzonderlijke gemeenten als referentie? Trouwens, Vlaanderen heeft in Brussel enkel impact op de gemeenschapsmateries.’ Hilde Schelfaut: ‘Elke stad vereist dus maatwerk, en dat kunnen de steden dan ook enkel zelf doen. Hefbomen van de Vlaamse overheid zoals het Stedenfonds en de Stadsvernieuwingsprojecten kunnen wel hun steentje bijdragen. Dat zien we vandaag duidelijk in elke stad: er wordt fors geïnvesteerd in de leefbaarheid, in infrastructuur, in het aanbod enzovoort.’ Op welke manier kunnen steden de Stadsmonitor gebruiken om in te spelen op concrete ontwikkelingen? Luk Bral: ‘Wij meten dingen, stellen ontwikkelingen vast. Een stad heeft meer instrumenten nodig, het zou spijtig zijn als ze haar beleid alleen maar afstemde op iets als de Stadsmonitor. Elke stad moet haar eigen analyse maken. Voor het voorjaar van 2013 plannen we een studie waarin we een aantal trends en vaststellingen proberen te verklaren.’ Hilde Schelfaut: ‘Het is wel een feit dat de monitor op zich een mooi instrument is. Er zitten heel wat cijfers in – 150 indicatoren – en het is de bedoeling dat die aan de inputzijde van je beleidscyclus staan. De monitor geeft een scan van de omgeving. Zo kan hij input geven aan strategische programma’s en beleidsvoorbereiding.’ Welke belangrijke aandachtspunten en ontwikkelingen in de centrumsteden treden nog naar voren uit de indicatoren? Hilde Schelfaut: ‘De demografische processen vertalen zich niet alleen in de woonproblematiek, maar ook in allerlei andere beleidsdomeinen. Een van de uitdagingen blijft overigens om vanuit de steden voor zaken als zorg, opvang en onderwijs een geïntegreerd, breder beleid te voeren, dat horizontaal loopt en ook grensoverschrijdend is. Wat de woonomgeving betreft denk ik nog aan verkeersveiligheid als aandachtspunt op buurtniveau: overdreven snelheid, lawaai en agressief gedrag blijven een heikel punt, maar dat geldt ook voor nietstedelijk gebied. Overlast en vandalisme speelt dan weer meer in de steden. Daarnaast is er ook de hele socio-
economische context waarbinnen de steden opereren.’ Luk Bral: ‘Armoede en achterstelling zijn een belangrijk aandachtspunt, maar ook daarvoor is de situatie per stad heel verschillend. In de grote steden en in Genk en Oostende is die problematiek meer aanwezig en verscherpt hij nog, terwijl er in andere steden in vergelijking met de Vlaamse cijfers amper problemen zijn.’ Kunnen steden met problemen op dat vlak ook leren van elkaar? Luk Bral: ‘Dat heeft weer te maken met de samenstelling van de populaties. De situatie in Genk vereist een totaal verschillende benadering dan die in Oostende. De verklaringen voor de armoedesituaties in die steden zijn ook totaal anders.’ Hilde Schelfaut: ‘Wat niet wegneemt dat steden parallelle instrumenten kunnen inzetten om die problemen aan te pakken, en daarin van elkaar kunnen leren. Dat maakten de panelgesprekken tussen burgemeesters op ons Stadsmonitorcongres ook duidelijk.’ Kan men van bepaalde steden zeggen dat ze een voorbeeldfunctie vervullen? Hilde Schelfaut: ‘Puur op basis van de monitoringresultaten, en als het bijvoorbeeld gaat over wonen in brede zin en over inzet op publieke ruimte en stadsvernieuwing, tekenen zich positieve evoluties af in Mechelen en Kortrijk. Dat die inzet een reëel effect heeft op de perceptie van de bevolking, blijkt uit de positieve cijfers voor ‘fierheid over’ en ‘uitstraling van’ de eigen stad. Maar ook andere steden deden het op dat vlak al goed, zoals Brugge, Hasselt en Leuven. Opgelet, nog andere steden doen het dan weer goed op andere vlakken. De cijfers geven aan dat er zich overal, traag maar gestaag, verbeteringen voordoen.’ Luk Bral: ‘De echte werkelijkheid speelt zich af binnen de stad, en die werkelijkheid is zo specifiek dat we moeten opletten met algemene uitspraken. Als ik er dan toch één moet doen: op het vlak van tevredenheid over informatieverstrekking doet er zich een kentering voor. De inspanningen die de stadsbesturen de laatste jaren hebben gedaan om hun burgers te informeren, hebben overal geloond.’ Even terug naar de bevolkingsaangroei. Wat zeggen de migratiesaldi over de aantrekkelijkheid van de stad? Hilde Schelfaut: ‘Migratiesaldi alleen zeggen daar weinig over, of het nu gaat om interne migratie tussen steden en gemeenten, of om externe (uit het buitenland). Ze geven enkel aan dat er jaar na jaar meer inwoners binnenkomen in de steden. Maar je kunt niet voorko-
men dat steden externe migranten aantrekken. Wat een stad wel kan, is sturen op het aanbod. Daarnaast zijn er belangrijke zaken die je niet kunt aflezen uit de migratiesaldi. We zien bijvoorbeeld een belangrijke aangroei van het aandeel jonge inwoners tussen 20 en 29 jaar. Steden zijn voor hen aantrekkelijk. Zodra die jongeren in de stad wonen, kunnen ze er blijven en aan gezinsuitbreiding doen, en zo het aandeel van de derti-
Hilde Schelfaut: ‘In elke stad wordt er serieus ingezet op de demografische uitdagingen. Vaak is tijd het grootste probleem: de snelheid waarmee men zaken gedaan kan krijgen.’ gers versterken. Die cijfers zijn belangrijk voor een stad om haar aantrekkelijkheid te meten. Maar daarvoor is cohorteonderzoek nodig, waarbij je die bepaalde leeftijdsgroep binnen een stad volgt over een doorlooptijd van tien jaar, om na te gaan of ze na tien jaar nog in de stad wonen en er een gezin hebben gevormd. Zo weten we dat in Antwerpen bijvoorbeeld één op twee jongvolwassenen in de stad is blijven wonen. Voor Mechelen is dat iets minder, maar de cijfers zijn vergelijkbaar. Omgekeerd blijft de tendens van selectieve stadsvlucht van jonge gezinnen voor de meeste centrumsteden voortduren. De betaalbaarheid van de gezinswoningen is het zwaarste probleem, maar dat kun je niet los zien van de bredere stadsregio, waar principes van de vrije markt en concurrentie tussen stad en stadsrand blijven spelen.’ Hoe zit het met de klassieke centrumfunctie? Blijven de centrumsteden hun aantrekkingskracht behouden voor ondernemerschap en voorzieningen? Luk Bral: ‘Op een aantal vlakken zie je verschuivingen. In de zorgsector bijvoorbeeld is de centrumfunctie licht aan het afnemen. Voor economische gegevens zoals werkgelegenheid en kennisintensiviteit rijst ook de vraag op welke schaal je dat moet bekijken. Economische activiteit meten op basis van een bestuurlijke grens is zeer moeilijk. In de stad neemt de centrumfunctie een beetje af, maar er gebeurt natuurlijk van alles rondom de stad. Het werkelijke bereik dat steden hebben voor werkgelegenheid komt niet zo duidelijk uit onze monitor, dat vraagt meer analyse.’ Hilde Schelfaut: ‘Qua centrumfunctie staan de steden nog steeds op de kaart, maar ze komen onder druk. Maar voor bepaalde aspecten is het interessant om de blik te verruimen naar de bredere stadsregio. Om de
Lokaal I 16 december 2011 I 15
bestuurskracht interview Hilde Schelfaut en Luk Bral
centrumfunctie van een stad te beoordelen moet je ze dikwijls beschouwen binnen dat kader.’ Luk Bral: ‘De sociale huisvesting is daar een typisch voorbeeld van. Als je een centrumfunctie van je stad daar mathematisch vertaalt, wil dat zeggen dat je in je stad veel meer sociale woningen hebt dan in de rand. Dat kan perverse effecten hebben, want de rand kan zeggen: ik doe geen inspanningen voor sociale huisvesting. Daardoor wordt het probleem dan verplaatst naar de stad.’
Hilde Schelfaut:‘De monitor kan nuttige input geven aan strategische programma’s en beleidsvoorbereiding.’ Wat is doorslaggevend in de beleving van de stad? Waarom wonen mensen het liefst in de stad? Hilde Schelfaut: ‘Daar speelt altijd een breed pakket van factoren in mee: de buurt en de nabije woonomgeving moeten goed zijn, met bijvoorbeeld voldoende jeugdvoorzieningen en voldoende groen. Op iets grotere schaal is een goede bereikbaarheid van de voorzieningen belangrijk, het feit dat je met je fiets naar de winkel kunt enzovoort. De klassieke troeven blijven wel overeind, dat bevestigen de cijfers. De inwoners zijn tevreden over het voorzieningenaanbod. En dan heb ik het niet alleen over shoppen, maar ook over onderwijs, zorgvoorzieningen en het culturele aanbod, hoewel dat laatste qua participatie wat over zijn hoogtepunt heen is.’ Kunt u een paar concrete voorbeelden geven van vooruitgang op het vlak van stadsbeleving? Hilde Schelfaut: ‘Er is geen enkele stad waar momenteel geen groot ruimtelijk project aan de gang is. Maar ook achter de schermen, in de voorzieningen broeit er heel wat. In elke stad wordt er serieus ingezet op de demografische uitdagingen. Vaak is tijd het grootste probleem: de snelheid waarmee men zaken gedaan kan krijgen.’ Luk Bral: ‘Voor consultatie en informatieverstrekking is er zoals gezegd overal verbetering merkbaar. En verder heb je natuurlijk steden die op alles hoog scoren: Hasselt, Leuven, Brugge, Kortrijk ook. Maar weer is de context daar doorslaggevend. Kijk maar naar Genk, dat vlak naast Hasselt ligt maar op meerdere domeinen problemen ondervindt. En in het feit dat Aalst en Turnhout nu “probleemsteden” zijn, speelt de lokale beleidscontext wellicht ook een rol.’
16 I 16 december 2011 I Lokaal
U gaf al aan dat Stadsmonitor niet bedoeld is als instrument voor benchmarking. Maar hij behandelt wel de dertien centrumsteden naast elkaar, en werkt dus de facto vergelijkend. Hilde Schelfaut: ‘Het kan moeilijk anders. We stellen de monitor nu eenmaal op voor de dertien centrumsteden binnen Vlaanderen. De belangrijkste boodschap is wel dat elke stad met al dat materiaal aan de slag kan gaan. Tegelijk kunnen we toch wat grote lijnen schetsen en ontwikkelingen ontwaren.’ Luk Bral: ‘Het is normaal dat elke stad nu zal kijken welke positie ze inneemt. Dat is ook een gezonde reflex. En het kan daadwerkelijk nuttig zijn dat steden zich vergelijken met een parallelle stad, of met bepaalde steden voor een vergelijkbare problematiek. Roeselare moet zich bijvoorbeeld niet met Antwerpen of Genk vergelijken, maar met Sint-Niklaas en Kortrijk kan dat wel zinvol zijn. Nu, de stadsmonitor beschrijft enkel, de diepgaander analyse is voor 2012, wanneer we een studieboek opmaken. Nieuwe afspraak in 2013, zou ik zeggen.’ Samenvattend, welke waarde heeft de Stadsmonitor als beleidsinstrument voor de steden, vooral dan met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar? Luk Bral: ‘Elke stad zit te wachten op een omgevingsanalyse, een rapport waarin alles eens opgesomd wordt. Het is ideaal als start voor de beleidsvoorbereiding. Wij stellen vast dat er grote verschillen zijn tussen stad en platteland, en tussen de steden onderling. Maar ik geef het je op een briefje: de verschillen binnen de steden zelf zijn nog groter!’ Hilde Schelfaut: ‘Als je de surveyvragen nog maar zou kunnen opdelen tussen de binnenstad en wat daarrond ligt, zou je een groot deel van de cijfers wellicht al kunnen verklaren op basis van het stadsdeel waar mensen wonen. Voor Aalst, Turnhout en Genk zullen we die analyse volgend voorjaar kunnen maken. Antwerpen doet zelf een analyse op districtsniveau. Daar zullen qua beleidsinput voor die steden ongetwijfeld belangrijke zaken uitkomen. Ze kennen hun wijken en stadsdelen ongetwijfeld zelf goed, en als die kennis dan nog eens cijfermatig wordt bevestigd, kunnen ze daarmee ook wijkgericht aan de slag.’ Pieter Plas is redacteur van Lokaal
De Stadsmonitor is integraal te raadplegen en te downloaden via www.thuisindestad.be
lokale raad
advertentie
Aan welke voorwaarden moet u voldoen om verkiesbaar te zijn? Er zijn vier hoofdvoorwaarden om verkiesbaar te zijn als gemeenteraadslid of (in Antwerpen) lid van een districtsraad: 1. de Belgische nationaliteit bezitten of onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Unie (ten laatste op 1 augustus 2012); 2. achttien jaar zijn (ten laatste op 14 oktober 2012, de dag van de verkiezingen); 3. ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente (ten laatste op 1 augustus 2012). Kandidaten voor de districtsraden moeten in het desbetreffende stadsdistrict wonen. Deze voorwaarde veronderstelt ook een daadwerkelijk verblijf in de gemeente; 4. niet ontzet zijn uit de uitoefening van het kiesrecht (dus als kiezer) of uit het recht te worden verkozen (dus als kandidaat). De volgende personen zijn geschorst of uitgesloten van het kiesrecht (mogen niet kiezen – wie niet mag kiezen is ook niet verkiesbaar): 1° personen die levenslang ontzet zijn uit hun kiesrecht door veroordeling; 2° de volgende personen die in de uitoefening van het kiesrecht zijn geschorst, en dit zolang de onbekwaamheid duurt: (1) gerechtelijk onbekwaam verklaarden, personen met het statuut van verlengde minderjarigheid en personen die geïnterneerd zijn; (2) personen die voor een bepaalde duur ontzet zijn uit hun kiesrecht door veroordeling; (3) personen die ter beschikking van de regering zijn gesteld. De volgende personen zijn niet verkiesbaar (mogen geen kandidaat zijn): 1° onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechtelijke beslissing in hun lidstaat van herkomst ontheven zijn van het recht om verkozen te worden; 2° personen die veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens een van de misdrijven vermeld in artikel 240, 241, 243 en 245 tot en met 248 van het Strafwetboek, gepleegd tijdens de uitoefening van een gemeenteambt. Het gaat dan onder meer over verduistering en omkoping. Die onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling. Als u aan de vier bovenstaande voorwaarden voldoet, bent u verkiesbaar in uw gemeente. Wie zich in een toestand van onverkiesbaarheid bevindt, kan zich geen kandidaat stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Maar onverkiesbaarheid is niet hetzelfde als onverenigbaarheid. Wie zich in een toestand van onverenigbaarheid bevindt, bijvoorbeeld door het beroep dat hij uitoefent, kan zich wel kandidaat stellen voor de verkiezingen, maar zal, indien hij wordt verkozen en de onverenigbaarheid nog steeds bestaat, een keuze moeten maken. Raadsleden moeten bovendien tijdens de gehele legislatuur blijven voldoen aan de gestelde verkiesbaarheidsvoorwaarden. Een raadslid moet dus gedurende zes jaar in de gemeente blijven wonen waar het verkozen is, anders moet het afstand doen van zijn mandaat.
VASTGOED VERKOPEN?
070 6 9999 6
realistisch & objectief Online biedingsplatform voor het vastgoed van Overheden, Schenkingen & Faillissementen. Iedereen dezelfde koopkans via vast biedingsproces. Incrementeel bieden via alle wettelijke bemiddelaars. Gegarandeerd “een daad van goed bestuur”!
voordelen Geen kosten voor de verkoper, koper betaalt de fee. Volgens principe “no cure, no pay”. Nooit rouwkosten! Kopers worden juist geïnformeerd en beschikken over voldoende tijd om een bod uit te brengen. Netwerk van bemiddelaars over gans België, met lokale raad & advies van specialisten. Potentiële kopers zitten klaar in de porteuilles van onze bemiddelaars.
partners Alle BIV vastgoedmakelaars & KFBN notarissen.
contacteer ons Bezoek onze website voor meer uitleg en voorbeelden. Voor een voorstelling ter plaatse, een concreet project of extra vragen: verwijzen wij u naar uw specifiek contact-formulier op onze website. Gelieve door-te-klikken op onderstaande knop:
Zie artikel 8 t.e.m. 12, 15, 16, 57 en 58 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet en artikel 10 van het Gemeentedecreet.
Stuur al uw vragen in verband met de gemeenteraadsverkiezingen aan marian.verbeek@vvsg.be of gemeenteraadsverkiezingen@vvsg.be
Lokaal I 16 december 2011 I 17
bestuurskracht overheidsopdrachten
Lokale besturen leggen sociale lat hoger via aankoopbeleid Veel lokale besturen denken tegenwoordig aan het milieu als ze overheidsopdrachten uitschrijven en werken er ecologische criteria in uit. Sociale doelstellingen – bijvoorbeeld gelijke kansen voor mannen en vrouwen, diversiteit, integrale toegankelijkheid of inschakeling van kansengroepen – worden nog amper gebruikt. Toch tonen ervaringen in het buitenland en proefprojecten in enkele Vlaamse steden dat het de moeite waard is in een sociaal aankoopbeleid te investeren. tekst maarten messiaen beeld stefan dewickere
O
verheidsdiensten bestellen elk jaar voor miljarden euro’s aan werken, goederen en diensten. Het zou bijzonder verstandig zijn als ze voor dat geld ook een schoner milieu en meer sociale rechtvaardigheid kochten. Dat vindt ook de Europese Commissie. Toen die in 2005 vaststelde dat overheidsdiensten zo’n 16 procent van het bruto binnenlands product van de EU uitgeven, was de rekening gauw gemaakt. Als we ooit tot duurzame economische groei willen komen, moeten overheden die koopkracht gebruiken om op de markt te wegen. Vandaar dat de Europese Commissie de lat hoog legt: de lidstaten moeten maximaal inzetten op ‘duurzame aankopen’, klinkt het vanuit Brussel. Bij de Vlaamse en federale overheid liggen de actieplannen al klaar. Vlaanderen wil tegen 2020 100 procent duurzame (dus groene en/of sociale) overheidsopdrachten realiseren. Dat is erg ambitieus, zeker wat betreft het sociale luik. Ecologische eisen – het gebruik van gerecycleerd papier, milieuvriendelijke schoonmaakproducten, de aankoop van zuinige auto’s – zijn al een beetje ingeburgerd. Het sociale luik is veel minder ontwikkeld. Daarom behandelt deze bijdrage de sociale criteria in overheidsopdrachten. Sociaal kopen De wetgeving overheidsopdrachten – deels Europees, deels Belgisch – stelt
18 I 16 december 2011 I Lokaal
grenzen aan de ecologische en sociale eisen die overheden aan de markt mogen stellen. Over dat juridische aspect bestond lang onduidelijkheid. Hoe ver mag je gaan bij het voorbehouden van opdrachten voor de sociale economie? Mag je aannemers stimuleren om langdurig werklozen in dienst te nemen? Over dergelijke vragen bestond in de jaren tachtig en vooral negentig, toen economisch en sociaal beleid zo strikt gescheiden waren, veel discussie. Intussen hebben rechtbanken en beleidsmakers duidelijkheid geschapen
groepen (bijvoorbeeld personen met een handicap, kleine ondernemingen, vrouwen of minderheden) in belangrijke marktactiviteiten teneinde een effectieve markt te ontwikkelen.’ Er is, onder invloed van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, weer ruimte voor sociale criteria in bestekken. Twee assen Maar het is geen kinderspel om sociale criteria contractueel te verankeren in bestekken. Wie sociale rechtvaardigheid wil ‘afkopen’ via overheidsopdrach-
Als we ooit tot duurzame economische groei willen komen, moeten overheden hun koopkracht gebruiken om op de markt te wegen. Bij de Vlaamse en federale overheid liggen de actieplannen al klaar. met arresten en interpretaties van de Europese richtlijnen. De beleidscontouren zijn nu duidelijk afgetekend in de Europese Gids Sociaal Kopen van oktober 2010. Die gids promoot effectief de aankoop van goederen en diensten met positieve sociale effecten. Sociale inclusie gaat daarbij hand in hand met marktdenken: ‘Soms is openbare interventie wenselijk ter bevordering van de integratie van beduidende bevolkings-
ten, moet zijn huiswerk maken. Wie de regelgeving voor overheidsopdrachten onzorgvuldig toepast, strandt gegarandeerd op allerlei praktische problemen. De lijst van mogelijke sociale doelstellingen is grofweg op twee grote assen te rangschikken. Op de internationale as hoort de rechtvaardigheidsagenda van de Noord-Zuidbeweging, de Internationale Arbeidsorganisatie en de internationale vakbeweging thuis: hier zit-
De non-discriminatieclausule in de Gentse bestekken vormt een wettelijke basis tot verbreking van het contract of uitsluiting van de procedure. Het is een stevig signaal voor bedrijven: preventie van discriminatie is geen kwestie van barmhartigheid.
ten thema’s als fair trade, kinderarbeid en mensenrechten. De nationale as gaat over de oplossing van sociaal-economische kwesties dichter bij huis. Denk maar aan de bestrijding van de werkloosheid in de steden, de gelijke verloning van mannen en vrouwen, de bestrijding van racisme en discriminatie of de fysieke toegankelijkheid van gebouwen. De volledige lijst, met voorbeelden van toepassingen, is binnenkort terug te vinden in de Leidraad voor de integratie van sociale criteria in overheidsopdrachten van de Vlaamse overheid.
Advocatenkantoor
Werfplekleren Hoe ver staan lokale besturen nu met de invoering van sociale criteria in overheidsopdrachten? Het gros van de
Vlaamse steden en gemeenten is enkel vertrouwd met fair trade en de reservering van opdrachten voor de sociale economie. Middenveldorganisaties die groepen met verminderde kansen op de arbeidsmarkt vertegenwoordigen, vinden dat jammer. In een platformtekst benadrukten het Minderhedenforum (etnisch-culturele minderheden), het Gebruikersoverleg Arbeid en Handicap, het Vlaams Netwerk Armoedebestrijding en de Vrouwenraad het belang van sociale criteria die het reguliere arbeidscircuit beïnvloeden. Die organisaties vragen onder meer dat lokale besturen via overheidsopdrachten het diversiteitsbeleid in gewone bedrijven stimuleren. Bedrijven die grote opdrachten uitvoeren, kunnen zich via de
uitvoeringsvoorwaarden engageren tot extra inspanningen op het vlak van diversiteit, opleiding en competenties. Of ze worden beloond (in sommige gevallen) door extra punten bij de gunning. Een aantal lokale besturen experimenteerde al met zulke lokale sociale criteria. In het licht van wat toen nog de Lange Wapper heette, dacht de stad Antwerpen er als eerste over na. In de periode 2007-2008 experimenteerde het Antwerpse project BPA-W met de instroom en begeleiding van kansengroepen op de arbeidsmarkt in de bouwsector. Dit gebeurde via ‘werfplekleren’ (een vorm van werkplekleren) als onderdeel van een ‘maatschappelijk verantwoord opleidingsplan’ (MVOP). Het project
Denkt u niet te laat aan ons ?
Juridisch advies & belangenbehartiging voor de lokale publieke sector
Voskenslaan 34 | 9000 Gent | Tel. 09 222 89 19 | Fax 09 221 57 62 info@vanderguchtadvocaten.be | www.vanderguchtadvocaten.be
2011-kleiner.indd 1
28/06/11 13:02
Lokaal I 16 december 2011 I 19
bestuurskracht overheidsopdrachten
was kleinschalig, maar leverde een mooi samenwerkingsmodel op met sociale partners en de VDAB voor toekomstige grote bouw- en infrastructuurwerken. De stad Antwerpen bouwde voort op dit model door belangrijke stakeholders (sector bouw, de VDAB, onderwijs en de lokale overheid) te verenigen in een feitelijk samenwerkingsverband Talentenwerf. Dat biedt een integrale dienstverlening aan werkzoekenden, bedrijven, scholen en leerlingen op het vlak van informatie, opleiding en tewerkstelling, begeleiding en matching van vraag en aanbod (www.talentenwerf.be). Dit samenwerkingsverband is een instrument om bedrijven die bouw- en infrastructuurwerken uitvoeren in de Antwerpse regio te ondersteunen bij de aanwerving van potentiële kandidaten. Via clausules in aanbestedingsopdrachten worden bedrijven aangezet om met Talentenwerf samen te werken. Megacontract De stad Gent gebruikt al enkele jaren sociale clausules die gericht zijn op duurzame tewerkstelling en diversiteit. Bij de veel besproken heraanleg van het stadscentrum werden de aannemers aangezet tot inspanningen op het vlak van opleiding, stages en diversiteit. De bedrijven die de stadsgebouwen schoonmaken – een megacontract waarmee honderden arbeidsplaatsen gemoeid zijn – worden gestimuleerd tot een duurzaam personeelsbeleid. Voorlopig gaat het maar om een bestek of zes, maar Gent heeft de ambitie om in de toekomst veel meer goederen en diensten sociaal aan te kopen.
Gent heeft er ook voor gezorgd dat bedrijven die zich schuldig maken aan discriminatie, systematisch worden uitgesloten van overheidsopdrachten. In alle bestekken van Gent zit nu zo’n non-discriminatieclausule. De stad wil immers niet meer meemaken wat het beleefde met Eurolock – slechte reclame. Dat beveiligingsbedrijf werd ver-
dig initiatief dat voor zijn verlenging momenteel op nieuws van de Vlaamse overheid wacht. Ook de Vlaamse overheid zit niet stil. Op regionaal niveau lopen er interessante proefprojecten, onder meer bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW). Die overheidsdienst stimuleert woningmaatschappijen om met
Aankopers bij lokale overheden moeten een duidelijk mandaat krijgen om sociale criteria in te bouwen. oordeeld voor discriminatie, maar was contractueel verbonden aan de Gentse politie. De non-discriminatieclausule vormt in zo’n geval een wettelijke basis tot verbreking van het contract of uitsluiting van de procedure. Het is een stevig signaal voor bedrijven: preventie van discriminatie is geen kwestie van barmhartigheid. Niet alleen Gent en Antwerpen timmeren aan de weg. De VVSG trok al aan de kar met enkele publicaties en projecten. Zo bracht het lerend netwerk van de VVSG gedurende enkele jaren de praktijkervaring samen van een handvol aankopers die op lokaal vlak bewust sociale criteria in overheidsopdrachten invoerden. Maar dat project is intussen al enkele jaren afgelopen. De VVSG verzorgde een tijd het Steunpunt duurzame lokale overheidsopdrachten – een soort hotline voor aankopers. Een broodno-
Meer lezen • Europese Commissie, Europese Gids Sociaal kopen. Gids voor de inachtneming van sociale overwegingen bij overheidsaanbestedingen (2011) • Minderhedenforum, Dossier sociale criteria voor gelijke kansen en gelijke behandeling in overheidsopdrachten (2010) • Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO), Een juiste invulling van duurzame overheidsopdrachten (2009) • Vlaamse overheid, Vlaams actieplan duurzame overheidsopdrachten 2009-2011 (2009) • Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), Sociale criteria in overheidsopdrachten. Nota Lerend Netwerk Sociaal Aanbesteden (2009)
de ‘vernieuwde’ sociale clausule te werken voor de sociale woningbouw. Dit betekent dat van aannemers inspanningen worden verwacht op het gebied van opleidingen, diversiteit, competentiebeleid en stages. Ze kunnen hun gading vinden in een keuzemenu zodat hun engagement past in de context van de opdracht. Maar in vergelijking met Groot-Brittannië, Scandinavië, Frankrijk, Italië en Spanje staan we eigenlijk nog helemaal niet ver met de opname van sociale criteria in overheidsopdrachten. Er is dringend schaalvergroting nodig. Om het stadium van de pilotprojecten te ontgroeien en overheidsopdrachten echt in te zetten als instrument voor een sociale agenda is er meer nodig. Aankopers bij overheidsdiensten – ook lokale overheden – moeten een duidelijk mandaat krijgen om sociale criteria in te bouwen. Ze moeten juridische ondersteuning krijgen in de vorm van modelclausules of handleidingen. Ze moeten kunnen rekenen op samenwerkingsverbanden met opleidingsverstrekkers. Dat kan alleen als er een duidelijk beleidskader is. Bij de Vlaamse overheid is er nu sprake van zo’n beleidskader. Bij de meeste lokale besturen blijft de duurzaamheid van het aankoopbeleid nog sterk afhankelijk van individueel improvisatietalent. Maarten Messiaen is coördinator beleid Minderhedenforum
20 I 16 december 2011 I Lokaal
Publireportage
Naar een e-overheid die innovatief, duurzaam en verantwoordelijk is. De wereld verandert razendsnel en legt de steden nieuwe uitdagingen op. Een alsmaar toenemende mobiliteit, technologische hulpmiddelen die voortdurend performanter worden, de burger die steeds meer toegang krijgt tot informatie, openbare gegevens die vrijgemaakt worden, steden die blijven groeien en grondstoffen die schaarser worden. Allemaal evoluties die het belang onderstrepen van een efficiëntere overheid, van performantere functioneringsprocessen en van een duurzame groei. Dankzij het PubliLinkplatform, begeleidt Belgacom publieke overheden op weg naar cloud computing en naar een geoptimaliseerd gebruik van ICT. Kortom: naar een betere openbare dienstverlening.
Jean-Michel Courtoy, vicepresident voor de kmo-markt bij Belgacom
‘Een tweede nieuwigheid bestaat erin dat het systeem nu een gecentraliseerde opslag van de data mogelijk maakt. Hierdoor zijn alle gegevens voortdurend beschikbaar voor alle vaste én mobiele gebruikers, ambtenaren én burgers. In dat kader gaan het PubliLink-platform een heel stuk verder dan een eenvoudige vaste lijn tussen gebouwen. Zo verbindt PubliLink bijvoorbeeld ook voertuigen en ambtenaren die onderweg zijn.’ ‘Ten slotte hebben we een aantal zelf ontwikkelde applicaties aan ‘the cloud’ toegevoegd om zo een volledige reeks uiterst professionele applicaties te kunnen bieden. Ik geef het voorbeeld van Galateia: een applicatie die onder andere dient om parkeerovertredingen te beheren door automatisch rapporten en pv’s te genereren. Wat uiteraard de efficiëntie van de agenten op het terrein en de interventiesnelheid verhoogt. Een ander voorbeeld is Publitraxx waarmee in real time voertuigen, machines en mensen kunnen gelokaliseerd worden en hun bewegingen opgevolgd. En, last but not least, zou ik graag Publinergie aanhalen. Een applicatie voor het energiebeheer van gebouwen die u helpt om uw energiebudget onder controle te houden. ‘ Zo helpen J-M Courtoy met zijn team en partners om de steden van morgen vorm te geven. ‘Vandaag de dag moet je anders denken én handelen. Groener, efficiënter, beter beveiligd en beter gecontroleerd, ‘ zo besluit hij.
Een intelligent ICT-platform ten dienste van de administraties. Jean-Michel Courtoy, vicepresident voor de kmo-markt bij Belgacom: ‘PubliLink is een intelligent en beveiligd communicatieplatform dat openbare diensten een uitgebreide reeks uiterst performante applicaties biedt, daarbij gebruikmakend van de nieuwste technologische ontwikkelingen op ICT-vlak. PubliLink is de omgeving bij uitstek om de communicatie te bevorderen tussen administraties en hun dienstverleners enerzijds en lokale, regionale en federale autoriteiten anderzijds. Bijna alle gemeenten en OCMW’s en bijna de helft van de politiezones zijn vandaag aangesloten op het PubliLink-platform.’
PubliLink Explore, een intelligent netwerk ten dienste van uw bestuur
Cloud computing, het antwoord op de uitdagingen van morgen. In een veranderende wereld, moeten openbare diensten hun procedures versnellen, hun (e-)serviceaanbod voor de burgers verbreden en hun efficiëntie verhogen. En dat alles terwijl de kosten onder controle moeten blijven. Belgacom heeft een aantal grote investeringen gedaan in het PubliLink platform, met verbeteringen op 3 niveaus tot gevolg. J-M C: ‘Ten eerste is PubliLink geëvolueerd naar een ‘always-on’-platform ‘in the cloud’. Dit wil zeggen: permanent online, klaar om altijd en overal de gewenste applicaties te bieden. Zeker door de huidige complementariteit van het vaste en het mobiele netwerk. Dat laatste kan immers automatisch overnemen in het geval het vaste netwerk tijdelijk wegvalt. Zo kan iedereen zonder vervelende onderbrekingen voortwerken. Zo gaat de dienstverlening erop vooruit zowel op het vlak van beschikbaarheid, veiligheid, betrouwbaarheid als efficiëntie.’
Om alle voordelen van Publilink te kennen en de manier te ontdekken waarop het de werking van administraties kan veranderen surf naar www.belgacom.be/publilink
de raad van Oudenaarde
Geen chips, een appel Hier schoven Keizer Karel, Margaretha van Parma en Alexander Farnese ooit aan voor grootse banketten. De Oudenaardse gemeenteraadsleden moeten het doen met een glaasje water en een menu van veertig agendapunten. Het meest gesmaakt: het masterplan voor de stationsomgeving, een beeld van Adriaan Brouwer en, als uitsmijter, chips, limonade en een appel.
tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere
De gemeenteraad van Oudenaarde vergadert in de prachtige volkszaal op de eerste verdieping van het laatgotische stadhuis. De raadsleden zitten in een vierkant midden in de zaal. Voor de pers is een tafeltje neergepoot met zicht op de ruggen van de schepenen en de burgemeester. Een tiental bezoekers zit aan de andere kant. Burgemeester en voorzitter van de gemeenteraad Marnic De Meulemeester opent de zitting met een stevige tik van de hamer. De eerste zes punten over het aanduiden van vertegenwoordigers en plaatsvervangers in allerlei intercommunales zijn in een zucht afgewerkt. Bij punt 7 over de interne controle bij de stad heeft oppositieraadslid Julien Verstraeten (Samen) enkele vragen. Het zint hem niet dat de interne controle niet afzonderlijk wordt besproken op de raad maar wordt opgenomen in het algemene jaarverslag. Hij krijgt steun van Gilbert Van Hoec-
22 I 16 december 2011 I Lokaal
ke (CD&V/N-VA), lid van de meerderheid: eerst bespreking in de commissie, dan in de gemeenteraad en pas daarna opname in het jaarverslag. Burgemeester De Meulemeester gaat akkoord. De overeenkomst met Flanders Classics over de organisatie van de Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde veroorzaakt amper een rimpeling. De twee raadsleden van Vlaams Belang onthouden zich bij de stemming omdat ze vrezen dat de jaarlijkse vergoeding van 150.000 euro (exclusief btw) van de stad aan Flanders Classics niet de totale kosten zal dekken. De burgemeester sluit niet uit dat er inderdaad nog bijkomende kosten zullen zijn. Een echt debat komt er pas bij het elfde agendapunt: de goedkeuring van het masterplan Oudenaarde Stationsomgeving. Johan Blondeel (Samen): ‘Oudenaarde wil zich profileren als fietsstad maar aan het nieuwe station is er geen plaats voor
een Fietspunt.’ Vlaams Belang-raadslid Danny Torreman hekelt de consultancykosten van het project dat volgens hem een megalomaan trekje heeft. Elisabeth Meuleman, het enige raadslid van Groen!, vindt dat de bevolking meer inspraak had moeten krijgen in het masterplan. ‘Bij het dossier van de Markt was die betrokkenheid er wel, voor het station is het een onderonsje van de NMBS, Infrabel, De Lijn en het stadsbestuur.’ Ze vraagt ook niet op de realisatie van het masterplan te wachten
om iets te doen aan de ‘erbarmelijke’ fietsenstallingen. Schepen Richard Eeckhaut (CD&V/N-VA) repliceert dat de fietsenstallingen aan de achterzijde van het station aan alle normen voldoen en maar voor een derde bezet zijn. Hij beklemtoont dat het stadsbestuur zich kandidaat heeft gesteld voor een Fietspunt: ‘We hebben er 25.000 euro voor opgenomen in de begroting. Ik hoop dat het Fietspunt Oudenaarde in de plannen van de NMBS past. En wat het masterplan betreft, dat is een algemene vi-
sie die nodig is om te kunnen rekenen op investeringen van de hogere overheid. De stad is maar een kleine partner in dit dossier, we moeten ervoor zorgen dat Oudenaarde erbij is als de middelen worden toegekend. Dat is nu het allerbelangrijkste. In een latere fase moet het masterplan verfijnd worden in ruimtelijke uitvoeringsplannen, er zijn nog veel uitvoeringsscenario’s mogelijk. En dan zullen we in elke fase wel degelijk communiceren met de bevolking.’ Het masterplan wordt uiteindelijk goedge-
keurd, er zijn twee onthoudingen. De punten 12 tot en met 21 worden in amper een minuut afgehaspeld. Dan neemt schepen van Cultuur Guy Hove (VLD) het woord. De stad wil een opdracht uitschrijven voor een beeld van Adriaan Brouwer dat in de Kruisstraat zal komen. Ze heeft daarvoor een bedrag van 33.000 euro (excl. btw) veil. ‘Een commissie van deskundigen zal een long list van dertig kunstenaars maken. Uit hun voorstellen zal de commissie er zes selecte-
ren. Daarna is het aan de inwoners vanaf zestien jaar: zij zullen kunnen kiezen welke kunstenaar het beeld maakt.’ Gilbert Van Hoecke (CD&V/ N-VA) vindt het jammer dat er een long list is aangelegd. Waarom is er geen oproep geweest aan de bevolking om zich kandidaat te stellen? Peter Browaeys (VLD) treedt hem bij: ‘Misschien zitten er in de gemeenteraad verborgen talenten. Misschien had ik zelf wel meegedaan.’ André Vansteenbrugge (Samen) vindt de keuze door de bevolking geen goed idee. ‘Ik
ben geen deskundige op het vlak van beeldende kunst, ik laat de keuze liever over aan mensen die er iets van kennen. Dit is schijndemocratie.’ De schepen antwoordt dat de commissie de zes beste voorstellen kiest en dat die zes allemaal van goede kwaliteit zullen zijn. André Vansteenbrugge moet erkennen dat de schepen een punt heeft maar bijt toch nog even van zich af. ‘Dan zou ik graag zien dat het college ook in andere dossiers voor het inspraakmodel kiest in plaats van “en petit comité” te beslissen. Men moet consequent zijn in het leven.’ Bij de stemming onthoudt de oppositie zich. Dan volgen een hele reeks retributiereglementen. Bij dat voor deelname aan de activiteiten van de jeugddienst heeft Elisabeth Meuleman een fundamenteel bezwaar. ‘Ik zie in de prijslijst chips en limonade staan. Dat is absurd. Aan de ene kant voert de stad een actief gezondheidsbeleid, aan de andere kant biedt haar jeugddienst de kinderen ongezonde voeding aan. Waarom geen appel?’ Er is wat geroezemoes in de zaal maar schepen van Jeugd Pieter Orbie (CD&V/ N-VA) moet toegeven dat de opmerking terecht is. ‘Ik zal het bespreken met de jeugddienst en kijken of er ook een appel op de lijst kan.’ Waarop Elisabeth Meuleman nog even de puntjes op de i zet: ‘Niet chips óf een appel. Enkel een appel!’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Lokaal I 16 december 2011 I 23
werkveld economie
TIO³ in Ronse, kijken achter de textielgevel Het vroegere OCMW-ziekenhuis van Ronse is omgebouwd tot TIO³, een gebouw met een opvallende textielgevel. Het herbergt het gloednieuwe centrum voor ontmoeting, ondernemerschap en opleiding, en het ambitieuze Textielincubatiecentrum dat inzet op textiel en innovatie. tekst bart van moerkerke beeld andy de decker
TIO³, zo heet het centrum voor ondernemerschap en voor textiel en innovatie dat in het weekend van 3 en 4 december de deuren opende in Ronse. 2500 mensen kwamen een kijkje nemen. Het gebouw ligt op de grote OCMWsite op een steenworp van het stadscentrum. Het was tot voor enkele jaren het
24 I 16 december 2011 I Lokaal
OCMW-ziekenhuis. Sinds de fusie van de Ronsese ziekenhuizen in 2004 stond het leeg. Transparant gebouw Afbraak was om verschillende redenen geen optie. Veel Ronsenaren hebben een emotionele band met de campus
Delghust, beter bekend als ‘het Hospitaal’: ze hebben er gewerkt of zijn er dikwijls geweest. Bovendien is de beschikbare ruimte in Ronse schaars en is nieuwe hoogbouw niet meer toegelaten. Zomaar 7000 m² bruikbare oppervlakte gespreid over negen verdiepingen laten schieten leek stad en OCMW niet ver-
standig. Zeker niet omdat het gebouw uit het begin van de jaren vijftig nog veel mogelijkheden bood. Indertijd was het een hypermodern ziekenhuis. Ook de constructie is bijzonder. Het is een van de eerste gebouwen met betonnen spanplafonds. Dat wil zeggen dat het steunt op de zijkanten en de betonliggers van het plafond. Als er opnieuw een oorlog zou komen – de Tweede Wereldoorlog was pas afgelopen – moest het mogelijk zijn het snel tot een oorlogsziekenhuis om te bouwen met heel veel bedden in enorme zalen. Van die mogelijkheid om grote,
open ruimtes te creëren is bij de renovatie maximaal gebruik gemaakt. TIO³ is een bijzonder transparant gebouw geworden, je kunt er dwars doorheen kijken omdat er nauwelijks tussenmuren in staan. Voor de renovatie kon de stad rekenen op 4,7 miljoen euro subsidies van Europa, Vlaanderen en de provincie Oost-Vlaanderen, maar ze droeg zelf het grootste deel van de kosten. Drie O’s Op zoek naar een nieuwe bestemming voor het verlaten ziekenhuis besloten
stad en OCMW het dossier te koppelen aan de pijler ‘werken’ uit het strategisch plan voor Ronse. Tussen 2004 en 2008 werd iedereen die ook maar iets met dat thema te maken had, aangesproken met drie vragen: wat moet Ronse doen voor haar ondernemingen? Wat moet de stad doen om nieuwe bedrijven aan te trekken? Wat moet ze doen om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen? Dat resulteerde in het O³-concept, de O’s van ondernemerschap, ontmoeting en opleiding. Het aspect ontmoeting staat centraal op de eerste drie verdiepingen van
Lokaal I 16 december 2011 I 25
werkveld economie
voor het centrum bijeen, ze engageren zich ook inhoudelijk. Kathleen Saelens: ‘Bedrijfjes, spin-offs, businessunits met een marktrijp idee die nog niet op eigen benen kunnen staan, kunnen hier onderdak vinden en een volledige begeleiding krijgen op het vlak van financiën, juridische aspecten, marketing, HRM enzovoort. De enige voorwaarde is dat het om textiel draait, in de ruime betekenis van het woord. Dat kan bijvoorbeeld ook een ICT-project zijn dat toepassingen ontwikkelt voor de textielsector, of een modeontwerper.’
Textiel doet denken aan handenarbeid en lageloonlanden en niet aan innovatie. TIO³ wil daar op verschillende manieren iets aan doen. het gebouw. Het onthaalplatform is een publiek toegankelijke ruimte met een bar die open is bij recepties of netwerkevents. Er is een bistro die ook op de bedrijven in de omgeving mikt. ‘Daarnaast is er de meer formele ontmoetingsinfrastructuur. Er was een grote vraag van ondernemingen naar ruimte voor opleidingen en vergaderingen. Zij kunnen terecht op onze tweede verdieping. Ook een congreszaal was er niet in de regio. Onze aula biedt plaats aan 120 mensen,’ zegt TIO³-manager Kathleen Saelens. Het aspect ondernemerschap krijgt ook vorm via een intensieve samenwerking met organisaties als Voka en Unizo. Wat de derde O betreft, die van opleiding, bouwt TIO³ aan een samenwerking met Syntra en andere opleidingsorganisaties om een aanbod uit te werken op maat van het economische weefsel in Ronse. Er is ook een heel nauwe band met de VDAB. Op 15 december nam de Werkwinkel zijn intrek in het gebouw. Ondernemen kan niet zonder mensen op te leiden en te activeren. Textielincubatiecentrum Met de drie O’s mikt TIO³ op alle werkgevers en werknemers in Ronse en omgeving. De tweede grote poot van de werking – textiel en innovatie – is veel specifieker, maar tegelijkertijd reikt de
26 I 16 december 2011 I Lokaal
horizon een heel eind verder: nationaal en zelfs internationaal. Die tweede pijler is ondergebracht in de nv Textielincubatiecentrum die in februari 2012 zijn intrek neemt in het gebouw. De aanzet kwam enkele jaren geleden van de Universiteit Gent, die de stad aansprak omdat ze voor textiel een groot economisch potentieel zag. De stad wilde hier niet onvoorbereid aan beginnen en gebruikte de jaren 2007 en 2008 om het potentieel te verkennen. Ze zette stuurgroepen op met bedrijfsleiders, onderzoekscentra en mensen uit de overheid. Een haalbaarheidsstudie bevestigde dat er behoefte was aan een katalysator, een platform dat het onderzoek in bedrijven en kennisinstellingen kon linken aan de markt. Er gebeurt in België wel veel onderzoek in verband met textiel en innovatie maar de doorstroming van de resultaten naar de markt loopt vaak fout door praktische obstakels zoals een gebrek aan mensen, middelen, beschikbare tijd. Een incubatiecentrum kan een antwoord bieden op die vraag. Na alle voorbereidend werk door de stad werd op 1 april 2011 het Textielincubatiecentrum opgericht. Bedrijven, onderzoeksinstellingen zoals de UGent en de provinciale ontwikkelingsmaatschappij zijn de aandeelhouders van de nv. Ze brengen niet enkel de werkingsmiddelen
Textielgevel De stad runt met vijf medewerkers de O³-werking maar maakt geen deel uit van de nv Textielincubatiecentrum. Ze krikt via TIO³ wel het imago van textiel mee op. Ronse is groot geworden dankzij textiel en ook nu nog zijn er flink wat bedrijven in de sector actief. Toch beschouwt een groot deel van de bevolking het als een uitdovende zaak: textiel doet denken aan handenarbeid en lageloonlanden en niet aan innovatie. TIO³ wil daar op verschillende manieren iets aan doen. Ten eerste via de architectuur van het gebouw. De voor- en achtergevel kregen een opvallende textielwand. Die is niet alleen mooi, hij speelt ook een belangrijke rol in de klimaatregeling van het gebouw. Een tweede initiatief is de inrichting van een inspiratieatelier. Bedrijven kunnen er nieuwe materialen presenteren aan studenten en ontwerpers, die ermee aan de slag kunnen gaan. De twee hoogste verdiepingen van het gebouw zijn tentoonstellingsruimtes. De openingstentoonstelling is Futurotextiles, die eerder al in Barcelona en Córdoba stond. Bezoekers kunnen er zowel kennismaken met prototypes van textieltoepassingen – in de sport-, de veiligheids-, de vliegtuig- of de medische sector, in de wegenbouw – als met kunstwerken in textiel. Futurotextiles is niet enorm groot of spectaculair maar het is wel een blikopener. Textiel en innovatie, ze kunnen wel degelijk samengaan. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
werkveld sociaal beleid
Jeugdbewegingen maken spel van armoede Dit schooljaar staat bij zeven jeugdbewegingen één thema centraal: ‘Armoede is een onrecht. Maak er spel van!’ Door middel van informatieve spelen en speelse actie vragen Chiro, FOS Open Scouting, KLJ, Jeugd Rode Kruis, KSJ-KSA-VKSJ, Scouts en Gidsen Vlaanderen en Wel Jong Niet Hetero aandacht voor armoede en sociale uitsluiting. Deze problematiek blijft vaak verborgen. tekst nathalie debast beeld uli schillebeeckx
‘Bij het woord armoede denken veel mensen eerst en vooral aan derdewereldlanden: straatkinderen in India, hongersnood in Afrika enzovoort. Maar ook in België leven veel mensen in armoede. Dat wordt vaak vergeten,’ zegt Elke Sevens, coördinator van het gezamenlijke jaarthema. ‘Bijna één op de vijf kinderen in België leeft in een gezin met een armoederisico. Armoede is dus een probleem waar onze leden en leiding
& layla aerts rechtstreeks of onrechtstreeks mee in aanraking komen. We vinden het belangrijk om hier ook in de jeugdbeweging aandacht aan te besteden.’ Om hun jaarthema te realiseren krijgen de jeugdbewegingen de nodige ondersteuning van Decenniumdoelen 2017 en Cera. Fris en speels sensibiliseren De jeugdbewegingen laten hun leden en leiding stilstaan bij hun eigen (voor-)
oordelen over armoede. ‘Voor kinderen en jongeren in armoede is het echt niet vanzelfsprekend deel uit te maken van een jeugdbeweging en van de maatschappij in het algemeen,’ zegt Elke Sevens. Het jaarthema beperkt zich niet tot financiële drempels, maar behandelt uitsluiting op verschillende levensdomeinen. Om de problematiek bij hun leden en leiding onder de aandacht brengen werkten de jeugdbewegingen twee spelen uit: ‘Ontknoop de zakdoek’ en ‘Platzak’. Spelenderwijs staan de leden stil bij wat in armoede leven betekent. ‘De spelers ervaren hoe het voelt om er niet bij te horen. Ze merken dat wat op het eerste gezicht heel makkelijk lijkt soms ook heel moeilijk kan zijn,’ vertelt Elke. De spelen, jaarthemafiguren en een jaarthemalied helpen de leiding om het
Lokaal I 16 december 2011 I 27
werkveld sociaal beleid
armoedeprobleem in hun eigen groep ter sprake te brengen. Onze stem laten horen De deelnemende jeugdbewegingen bereiken samen meer dan 240.000 kinderen en jongeren. Dat zij een jaar lang aan armoede en sociale uitsluiting werken, laten ze zien tijdens mAAk kAbAAl, in het weekend van 17 en 18 maart. Dan organiseren groepen in hun buurt een
leiding, maar ook bij de politiek. Ze roepen zoveel mogelijk mensen op om van de strijd tegen armoede een prioriteit te maken. Samen sterk De jeugdbewegingen roepen hun groepen op om kritisch na te denken over hun eigen werking. Welke drempels houden kinderen en jongeren in armoede weg van hun groep? Hoe gaan ze in hun wer-
Elke Sevens: ‘De aandacht voor kinderen en jongeren in armoede is in de jeugdbewegingen niet nieuw. Hoe en hoeveel hieraan gewerkt wordt, verschilt wel. Door samen te werken willen we alle kennis en ervaringen bundelen.’ actie tegen armoede. Niet alleen, maar samen met de andere jeugdbewegingen in hun gemeente. Door armoede een jaar lang centraal te zetten willen de jeugdbewegingen meer aandacht voor het probleem vragen. Bij hun leden en
28 I 16 december 2011 I Lokaal
king om met lidgeld, uniform of pestgedrag? Op welke manier houden de jeugdbewegingen zelf de uitsluiting in stand? Door de al bestaande kennis samen te brengen hopen de jeugdbewegingen een stap verder te geraken. ‘Samenwerken
geeft ons de kans expertise te delen. De aandacht voor kinderen en jongeren in armoede is in de jeugdbewegingen niet nieuw. Hoe en hoeveel hieraan gewerkt wordt, verschilt wel. Door samen te werken willen we alle kennis en ervaringen bundelen,’ vertelt Elke Sevens. De jeugdbewegingen zetten in op werken aan toegankelijkheid en op sensibilisatie voor armoede. Die expertise willen de jeugdbewegingen ook na het jaarthema blijven inzetten. De jeugdbewegingen geven met hun jaarthema een aanzet door binnen hun eigen werking meer aandacht te besteden aan de armoedeproblematiek. ‘Het jaarthema zal pas geslaagd zijn wanneer het ook structurele processen in gang zet. Daarom willen we ook samen met de VVSG werken aan betere contacten en samenwerking tussen de jeugdbewegingen en het plaatselijke OCMW,’ eindigt Elke. Nathalie Debast is VVSG-stafmedewerker armoede, energie en wonen
Eén derde van de Vlaamse bevolking is jonger dan dertig jaar. Kinderen en jongeren ‘tellen’ dus letterlijk mee. Eén derde van hen heeft ook een effectieve stem; de rest zit nog even in de wachtkamer van de democratie. Met die stem kunnen ze ook iets doen. Als individu, met de jeugdraad, klas, vereniging of jeugdbeweging hebben jongeren heel wat mogelijkheden om zelf hun zegje te doen en daadwerkelijk iets te veranderen. De brochure ‘Jong gespuis in het gemeentehuis’ legt jongeren van naaldje tot draadje en op een laagdrempelige manier uit hoe hun stad of gemeente in elkaar zit, wie er allemaal werkt, welke mensen de touwtjes in handen hebben én hoe ook zij mee kunnen bepalen welke beslissingen er genomen worden. Want als je iets te zeggen wil hebben over wat er gebeurt in je gemeente, is het essentieel om de weg te kennen en te weten hoe alles werkt. • Hoe is een gemeente politiek gestructureerd? • Waar haalt de gemeente haar euro’s vandaan? • Wat zijn beleidsplannen en welke zijn er? • Hoe kunnen inwoners participeren in het beleid? Verder bevat de brochure een heleboel handige tips en tricks om het beleid van de gemeente te beïnvloeden. Met het oog op de lokale en provinciale verkiezingen van oktober 2012 is ‘Jong gespuis in het gemeentehuis’ een onontbeerlijk instrument om aanstormend politiek talent op een ludieke manier te documenteren. U betaalt per pakket van 20 exemplaren slechts 29 euro* (25 euro* voor VVSG- en VVJ-leden). De publicatie werd samengesteld door Karuur vzw, in samenwerking met de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten (VVJ) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
BESTELBON JA!
Stuur of fax onderstaande bestelbon naar Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10 of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be
IK BESTEL ....... PAKKETTEN VAN JONG GESPUIS IN HET GEMEENTEHUIS AAN ……. EURO* PER PAKKET Een pakket bevat 20 exemplaren.
Organisatie/bestuur: Naam:
.....................................................................................................................................................................
Datum en handtekening ..................................................................................................................................................................................................
Functie: ................................................................................................................................................................................................ E-mail: .................................................................................................................................................................................................. Tel:
........................................................................................................................................................................................................
Adres: ................................................................................................................................................................................................... BTW:
.....................................................................................................................................................................................................
* Alle prijzen incl. btw, excl. verzendingskosten. Alle prijzen geldig tot 29/02/2012. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
werkveld sociaal beleid
Jaarboek Armoede 2011 focust op gekleurde armoede OASeS, het Centrum voor Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad verbonden aan de Universiteit Antwerpen, stelde op 1 december de twintigste editie van het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting voor. Het Jaarboek maakt een stand van zaken op van armoede en ongelijkheid, en legt dit jaar extra de nadruk op de complexe relatie tussen migratie, integratie en armoede. tekst pieter plas beeld layla aerts
D
e medewerkers van OASeS concentreerden zich voor deze editie specifiek op het armoederisico bij personen van buitenlandse afkomst. Ze onderzochten onder meer op welke manieren en hoe vaak ‘allochtonen’ op allerlei domeinen geconfronteerd worden met deprivatie, hoe ze presteren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, en hoe toegankelijk onze gezondheidszorg voor hen is. De cijfers op het vlak van huisvesting, financiële stress en gebrekkige financiële middelen bij allochtonen blijken zonder meer hallucinant te zijn. Hebben personen uit Zuid-Europa nog een armoederisicopercentage van 22% (bijna het dubbele van de Belgen), dan ligt dat bij Oost- en niet-Europeanen rond de 35%. Personen van Marokkaanse origine hebben een armoederisico van niet minder dan 54%. Bij mensen zonder wettig verblijf bedraagt het armoederisicopercentage 95%. De gekende recepten voor armoedepreventie werken niet voor personen van buitenlandse herkomst, aldus de OASeSonderzoekers. Allochtonen met een baan werken vaak onder slechte loon- en arbeidsvoorwaarden, zijn overgekwalificeerd of krijgen geen erkenning voor hun diploma. En de huisvesting van allochtone huiseigenaars is vaak van slechte kwaliteit. Andere uitsluitingsmechanismen in onze samenleving (zoals feitelijke segregatie in de scholen en de ongelijke toegang tot de gezondheidszorg) versterken het armoederisico nog. Het hoge armoedepercentage onder migranten legt bijkomende druk op onze welvaartstaat, zo stellen de auteurs vast. Om de druk van migratie op de welvaartstaat te beperken kan men op twee niveaus ingrijpen: het migratiebeleid en het integratiebeleid. De uitdaging is om dit zo menswaardig en rechtvaardig mogelijk te doen. OASeS pleit ervoor dat aan al wie toelating heeft om in België te zijn, realistische participatie- en integratiekansen worden geboden.
Vlaanderen 13,9%. De auteurs formuleren beleidsaanbevelingen voor armoedepreventie en -bestrijding op verschillende domeinen, die alle overheden aanbelangen. Zo moeten de minimuminkomens, die momenteel onder de armoededrempel liggen, worden opgetrokken tot een aanvaardbaar niveau, en moet het aanbod van schuldhulpverlening goed en vlot toegankelijk zijn. Er moet werk worden gemaakt van arbeidskansen voor alle doelgroepen en van een goede doorstroming van langdurig werklozen naar de ar-
Armoede en ongelijkheid: grotere rol voor lokaal bestuur? De onderzoekers van OASeS stellen voor 2010 in het algemeen een stijging van de armoede (en van de ongelijkheid) vast. Het armoedepercentage in België bedraagt nu 14,6%, in de regio
Pieter Plas is redacteur van Lokaal
30 I 16 december 2011 I Lokaal
Al wie toelating heeft om in België te zijn, moet realistische participatie- en integratiekansen krijgen. beidsmarkt. Om de sociale ongelijkheid in het onderwijs weg te werken kan extra financiering helpen, maar moet ook de segregatie op de huisvestingsmarkt worden bestreden, moet er werk worden gemaakt van de onvrije schoolkeuze en moet de samenwerking tussen lokale fora worden aangemoedigd. Ongelijkheid in gezondheid moet op diverse beleidsdomeinen tegelijk worden weggewerkt, met oog voor preventie, omgeving en levensstijl. Het Jaarboek ziet hier een grotere rol weggelegd voor het lokale niveau – met name de wijkgezondheidscentra –, met ondersteuning van de hogere niveaus. Daarnaast neemt de problematiek van de energiearmoede fors toe: een stijgend aantal mensen moet een beroep doen op een sociale leverancier (die allerminst sociaal is) en ziet zich genoodzaakt een budgetmeter te laten plaatsen. OASeS pleit in eerste instantie voor een drastische verbetering van de toegang tot informatie en van de communicatie in deze problematiek, en voor coherentie tussen de genomen maatregelen.
D. Dierckx, J. Vranken, J. Coene, A. Van Haarlem (reds.), Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 2011, uitgeverij Acco, Leuven, 36 euro
praktijk
SINT-TRUIDEN – In het zuiden van Limburg is Sint-Truiden een levendig onderwijscentrum waar veel kinderen en jongeren schoollopen. Een aantal onder hen hebben het door hun kansarme achtergrond moeilijk in het Vlaamse onderwijssysteem. Daarom voert het stadsbestuur van de fruitstad een beleid voor gelijke onderwijskansen. Zo boort het een actieterrein aan dat in de rest van Vlaanderen grotendeels onontgonnen blijft: de participatie van leerlingen op school.
Heeft u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.
Leerlingenplatform: stad en leerlingenraden leren van elkaar Tal van scholieren en leerlingenraden zetten zich in om een goede sfeer te scheppen op school. De jongeren maken met acties en projecten werk van een positief leer- en leefklimaat. Zo kunnen ze hun talenten vrij ontwikkelen. Vertegenwoordigers van de leerlingenraden uit het secundair onderwijs in Sint-Truiden treffen elkaar regelmatig op de bijeenkomsten van het leerlingenplatform. In deze werkgroep, die deel uitmaakt van het lokaal overlegplatform (LOP), denken leerlingen – ook uit het buitengewoon onderwijs – en hun begeleiders samen na over gelijke onderwijskansen en het leefklimaat op school. Ook Jeroen Cops, medewerker flankerend onderwijsbeleid, is er graag bij. Hij vertegenwoordigt de stad in de contacten met de leerlingenraden. De provincie, het LOP Sint-Truiden, het JAC, groep INTRO en de Vlaamse Scholierenkoepel steken een handje toe. Sint-Truiden is de enige Limburgse stad met een school- en netoverschrijdend leerlingenoverleg. Het houdt het bestuur op de hoogte van wat er leeft onder de scholieren. Jongeren ondervinden wat samenwerking met de stad voor hun leerlingenraad kan betekenen. Zo kan, via de stads-
diensten, het netwerk rond dit leerlingenplatform vergroot worden. En er is een medewerker van het JAC in een aantal scholen aan de slag gegaan om aan de visie op talenten te werken. Doedag voor leerlingenraden Net zoals vorig jaar stelden de leerlingen voor een evenement voor de leerlingenraden te organiseren: al fietsend zouden ze elkaars scholen bezoeken. De stad was direct bereid om het initiatief weer te ondersteunen. Carina Thomis (LOP Sint-Truiden) werkte, samen met de Vlaamse Scholierenkoepel een programma uit en zorgde voor een uitstekende regie. Vrijdag 7 oktober was de tweede doedag voor leerlingenraden een feit. Jeroen Cops: ‘De dag startte hartelijk met een smakelijk onthaal in het cultuurcentrum. Er stonden ook fietsen klaar voor wie er geen had.’ De sfeer zat er onder de deelnemende jongeren en hun leerkrachten meteen in. Na een ochtendlijke regenbui konden de groepen deelnemers veilig en droog aan hun fietslus langs een aantal Truiense scholen beginnen. De nieuwsgierige scholieren verkenden de scholen en ontdekten elkaars initiatieven. Overal stond er een onthaalploeg klaar voor
een rondleiding langs plekken waar de leerlingenraad het verschil maakte of waar ze bijzonder trots op zijn. De medewerker flankerend onderwijsbeleid blikt terug: ‘De burgemeester en de onderwijsschepen namen ’s namiddags deel aan een vragenronde met de deelnemers. In een heus inspraakdebat presenteerden de leerlingenraden hun vragen en voorstellen over de verkeersveiligheid aan de schoolpoort, het beleid betreffende drugpreventie, het verfraaien van de speelplaats en andere thema’s. Het stadsbestuur vond deze actie zeer positief en constructief. Omgekeerd kreeg het lokale bestuur voor de leerlingen een gezicht en ontdekten de scholieren wat het onderwijsbeleid van de stad voor hen betekent. Omdat Sint-Truiden blijft inzetten op flankerend beleid, is het uiterst zinvol om het positieve contact met de leerlingen te behouden. Hun meningen en ideeën inspireren het onderwijsbeleid, de acties van de jeugd- en integratiedienst, kortom, het volledige gelijkekansenbeleid. Zowel de stad als de leerlingen van het secundair onderwijs worden er beter van.’ chris cnop, vlaamse scholierenkoepel
Meer lezen over lokaal onderwijsbeleid en leerlingenparticipatie? De Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) schrijft hierover in De Lerende Gemeente, Gids voor flankerend onderwijsbeleid, een uitgave van Politeia. www.politeia.be
Lokaal I 16 december 2011 I 31
NIEUWE EDITIE
DE PROFESSIONELE VAARDIGHEDEN VAN DE COACH: ‘COACHEND LEIDERSCHAP’ HERWERKT De pocket ‘Coachend leiderschap’ werd grondig herwerkt. De pocket blijft een standaardwerk op vlak van het professioneel handelen als leidinggevende. Maar in deze vierde editie komen heel wat inhoudelijke vernieuwingen aan bod. Eigenaarschap en verantwoordelijkheid zijn aspecten die niet onderschat mogen worden en dus veel aandacht krijgen in dit boek: hoe kan je als coach dit eigenaarschap bevorderen? Welke benadering kies je als leidinggevende om leiding te geven aan professionals? Binnen het situationeel leiderschap zoomt de pocket verder in op het resultaatgericht en transformationeel leiderschap met aandacht voor de aspecten van sturing versus ruimte geven aan de medewerker. Beide aspecten kunnen worden opgevat als een paradoxale situatie. Tevens wordt er kort ingegaan op de vier strategieën van positief leiderschap. De auteur bekijkt wat noodzakelijk is binnen de organisatie om persoonsgerichte coaching op een adequate wijze te
✁
ontwikkelen en in te voeren: op organisatorisch-structureel vlak en wat betreft condities m.b.t. verdere competentieontwikkeling. Tevens gaat de pocket in op het aspect van vertrouwen versus wantrouwen in de werkrelatie tussen de coach en de medewerker. Verder is er aandacht voor de vijf functies van visieontwikkeling en toepassing, voor interactieve interventies in het kader van cultuurbeïnvloeding en -verandering, voor de methodiek van het ‘doelencontinuüm’ wanneer het gaat over het formuleren van doelen in functie van een effectief coachings- en motivatieprogramma. De cd-rom werd uitgebreid met nieuwe kaders over o.a. trajectbegeleiding voor management- en leiderschapsontwikkeling, visieversiering en -verwaarlozing, ontwikkelingstraject visie op leidinggeven, overzicht van geselecteerde websites m.b.t. managen en leidinggeven, coachen en coachend leiderschap en teamcoaching.
Professionele vaardigheden
Verschenen in de pocketreeks en in de losbladige uitgave Professionele vaardigheden
Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be
Ja, ik bestel ....... ex. van Coachend leiderschap 4de editie (incl. cd-rom) aan € 25 voor VVSG-leden ( € 29 voor niet-leden)*,
ISBN 978-2-509-01160-2 ....... ex. van Professionele vaardigheden - Handboek voor leidinggevenden** (incl. cd-rom) aan € 109 voor VVSG-leden (€ 129 voor niet-leden)*, ISBN 978-9-057-18076-6
Bestuur/Organisatie: ........................................................................................................................... Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel. : .................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. BTW: ................................................................................................................................................... * Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31/03/2012. Check voor exacte prijzen steeds onze website www.politeia.be ** Het betreft een losbladig werk; de bijwerkingen aan 0,55 euro per blz. zullen automatisch toegestuurd worden tot schriftelijke opzegging. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
Datum en handtekening
werkveld veiligheid
Gemachtigd opzichters zijn echt geen gemeenschapswachten Zijn alle gemachtigd opzichters gemeenschapswachten? Natuurlijk niet, maar volgens Binnenlandse Zaken zijn ze dat wel als ze gemachtigd opzicht uitoefenen in rechtstreeks of onrechtstreeks (zoals PWA) dienstverband en in hoofdopdracht voor de gemeente. Juridisch is dit een incorrecte cirkelredenering, maar het departement en de minister blijven hierin volharden, zelfs in antwoorden op parlementaire vragen. tekst nadja desmet beeld menen
Lokaal I 16 december 2011 I 33
werkveld veiligheid
Als PWA’er Jan die maximaal 45 uur per maand werkt, elke dag een uur gemachtigd opzicht uitoefent aan de schoolpoort, is hij volgens Binnenlandse Zaken een gemeenschapswacht en moet hij een paars uniform dragen en de basisopleiding van negentig uur voor gemeenschapswachten volgen. Daarnaast moet de gemeente ook een dienst Gemeenschapswachten oprichten onder de leiding van een aangeduide gemeenschapswachtcoördinator. Want ook al behoudt Jan zijn statuut van werkzoekende, volgens Binnenlandse Zaken voldoet hij aan de criteria ‘in onrechtstreeks dienstverband van de gemeente’ en ‘in hoofdopdracht’. Tijdens zijn opleiding kan Jan boven-
Als gevolg van de incorrecte redenering van Binnenlandse Zaken organiseren sommige gemeenten geen gemachtigd opzicht meer aan de schoolpoort. Met gevolgen voor de verkeersveiligheid. dien twee maanden geen PWA-opdrachten presteren, terwijl die opleiding ook nog eens veel geld kost aan de gemeente. Binnenlandse Zaken financiert deze kosten maar eenmalig en beperkt in de tijd. Als niet Jan, maar Piet – een ouder, een vrijwilliger of een leerkracht – datzelfde gemachtigd opzicht aan de schoolpoort doet, valt hij niet onder die twee criteria waaronder PWA’er Jan volgens Binnenlandse Zaken wel valt. De gemeente moet Piet geen negentig uur basisopleiding laten volgen, hem geen paars uniform geven, geen dienst oprichten en geen coördinator aanstellen. Hoe komt dat? De taak gemachtigd opzicht is geregeld door het ministerieel rondschrijven van 5 juli 1999 betreffende de gemachtigd opzichters. Maar de manier waarop Binnenlandse Zaken over Jan redeneert, vloeit voort uit de filosofie van de wet op de gemeenschapswachten die in 2007 van kracht werd. Deze wet had tot doel ‘niet politionele publieke toezichtsfuncties’ in het paars te uniformiseren en door een gemeenschappelijke opleiding te professionaliseren. Volgens deze wet mogen gemeenschapswachten vijf preventietaken uitoefenen. Met deze taakopsomming zouden toen de publieke toezichtstaken opgeslorpt worden: de vroegere stadswachten, parkwachters en allerhande stewards. Ook gemachtigd opzicht staat in dit lijstje van taken die gemeenschapswachten ‘mogen doen’ indien er geconformeerd wordt met de regels die deze taak gemachtigd opzicht regelen.’ Voor de andere taken van een gemeenschapswacht zoals criminaliteitspreventie, publiek toezicht en het verhogen van het veiligheidsgevoel bestaat er geen aparte regelgeving. Wie ze uitoefent, valt automatisch onder die wetgeving van gemeenschapswacht.
34 I 16 december 2011 I Lokaal
De cirkelredenering De nieuwe gemeenschapswacht van een gemeente moet eerst de negentig uur basisopleiding volgen. Deze opleiding bevat verschillende modules: het wettelijk kader, communicatievaardigheden, cultuurinzichten, rapportering en observatie. In de module wettelijk kader zit ook theorie over de taak van het gemachtigd opzicht, maar niet de praktische opleiding die vereist is volgens de regelgeving voor het gemachtigd opzicht die van juli 1999 dateert. Bij deze taak ligt op dat praktijkgedeelte de klemtoon. Bovendien kun je pas gemachtigd opzicht doen als je gemachtigd bent door de burgemeester. De gemeenschapswacht heeft na het volgen van de negentig uur basisopleiding nog geen praktijk of machtiging gehad en kan dus nog geen gemachtigd opzicht doen als hij die kwalificaties nog niet eerder verworven had. Hier knelt het schoentje en start de incorrecte cirkelredenering. Volgens Binnenlandse Zaken is iemand die gemachtigd opzicht doet in opdracht van de gemeente een gemeenschapswacht, die dus negentig uren opleiding gemeenschapswacht moet volgen terwijl hij volgens de regelgeving gemachtigd opzicht niet aan de opleidingsvereisten voldoet en evenmin over de machtiging beschikt om gemachtigd opzicht te mogen uitoefenen. We krijgen voor de taak van gemachtigd opzicht veel verschillende invullingen, wat op zich geen probleem is. Het ministerieel schrijven van 1999 regelt de opleiding, de uitrusting en de uitoefeningsvoorwaarden. Het probleem is de volharding van Binnenlandse Zaken in de redenering dat bijvoorbeeld Jan, die als PWA’er maximaal 45 uur per maand werkt met binnen zijn takenpakket gemachtigd opzicht voor de gemeente, een gemeenschapswacht moet zijn en dus een opleiding van negentig uur moet volgen én een paars uniform moet dragen. Het is nochtans logisch en simpel: gemeenschapswachten kunnen óók gemachtigd opzicht doen, als ze zich conformeren aan de regelgeving gemachtigd opzicht, net zoals ook andere personen zich hieraan moeten conformeren (een vrijwilliger, een ouder, een leerkracht of een PWA’er). Een PWA’er die in hoofdopdracht gemachtigd opzicht doet, is volgens Binnenlandse Zaken een gemeenschapswacht. Als hij gemachtigd opzicht in nevenopdracht doet (dus naast schoonmaken of klussen), dan volstaat de regelgeving gemachtigd opzicht zoals we deze kennen. De VVSG begrijpt de filosofie van de wet gemeenschapswachten maar gaat er niet mee akkoord dat ze doorgetrokken wordt voor gelegenheidspersoneel of PWA’ers die alleen gemachtigd opzicht doen voor de gemeenten. Dit is behalve een juridisch foute cirkelredenering ook nog een bevoegdheidsoverschrijding. Bovendien mogen gemachtigd opzichters die gemeenschapswachten worden, geen ‘begeleiding van leerlingen, zoals een rang’ meer doen. Een gemachtigd opzichter mag dat wel, een gemeenschapswacht niet volgens de rondzendbrief PREV 32 van de gemeenschapswachten. Als PWA’ers gemeenschapswachten worden, hoe zit het dan met de PWA-regelgeving? Vanaf 1 januari 2003 mochten er immers geen nieuwe stadswachters meer tot het PWA-systeem toetreden.
lokale raad
Nog valkuilen Doordat Binnenlandse Zaken volhardt in de redenering, zien we allerlei lokale verschuivingen optreden. Sommige gemeenten schakelen over van het systeem van PWA naar een systeem van vrijwilligers om niet meer onder de wetgeving op de gemeenschapswacht te vallen, met een aantal nadelen tot gevolg. Sommige gemeenten geven de PWA’ers nog een andere taak zodat gemachtigd opzicht niet meer hun enige (en dus hoofd-) taak is. Andere gemeenten leiden hun PWA’ers toch op tot gemeenschapswacht terwijl ze enkel gemachtigd opzicht zullen doen. Nog andere stoppen met het organiseren van gemachtigd opzicht aan de schoolpoorten. De taak wordt doorgeschoven naar de politie of naar de scholen of gebeurt niet meer, wat natuurlijk nefast is voor de verkeersveiligheid aan de schoolpoorten. Anderzijds zijn er gemeenten die toch gemeenschapswachten aanwerven en zo worden tersluiks paarse uniformen de gemeente binnengebracht, met een hele doos regels. Wordt op deze manier niet stiekem een nieuwe gemeentepolitie light in het leven geroepen? In sommige gemeenten zie je hen al: naast preventieve taken doen deze gemeenschapswachten ook GAS-vaststellingen, houden ze toezichtpatrouilles en wie weet kijken ze straks ook naar camerabeelden of nemen ze administratieve taken van de politie over. Volgens Binnenlandse Zaken is de opleiding en de uitbreiding van het takenpakket van gemachtigd opzichters een voordeel. Is dit wel zo? Binnen het korte tijdsbestek van het PWA-contract kunnen ze geen extra taken meer uitoefenen. Als ze negentig uur een opleiding moeten volgen, zorgen ze maanden niet meer voor verkeersveiligheid. Bovendien zien veel gemachtigd opzichters het niet zitten om negentig uren opleiding te volgen of een uitgebreider takenpakket te krijgen en haken ze af. Daarom geeft de VVSG de gemeenten de raad geen gehoor geven aan deze eis van Binnenlandse Zaken, in de eerste plaats omdat de cirkelredenering juridisch niet correct is en er een bevoegdheidsoverschrijding is van Binnenlandse Zaken tegenover de regelgeving Gemachtigd Opzicht en de regelgeving Werk. Ten tweede moeten gemeenten zelf autonoom, bewust en met visie beslissen of ze gemeenschapswachten aanwerven. De kans dat hun in de toekomst nieuwe taken in de schoenen worden geschoven, is reëel. Volgens de VVSG blijven personen die enkel gemachtigd opzicht doen of dit combineren met een niet-gemeenschapswachttaak gemachtigd opzichters en worden het geen gemeenschapswachten, ook al doen ze deze taak in rechtstreeks of onrechtstreeks dienstverband van de gemeente en is het hun kerntaak.
Is een vuilnisbak het beste antwoord op een vuile hoek in mijn gemeente? Hoe gek het ook mag klinken: het plaatsen van een vuilnisbak is niet altijd de goede oplossing voor een vuile hoek in uw gemeente. Integendeel, uit ervaring blijkt dat vuilnisbakken afval kunnen aantrekken. Gemeentebesturen zetten gewoonlijk hun praktijkervaring in om te beslissen waar ze vuilnisbakjes plaatsen. Knelpuntlocaties zijn meestal goed gekend, maar ook op vraag van de inwoners worden er soms ergens bakjes neergezet. Uiteraard gebeurt dat vanuit een oprechte bezorgdheid om een toenemend probleem van zwerfvuil in te dijken. Maar dikwijls blijkt dan dat ze niet correct gebruikt worden of zelfs uitgroeien tot ministortplaatsen. Het is dus een probleem dat de inzamelinfrastructuur aanleiding geeft tot minder voorbeeldige gedragingen zoals luiheid, nonchalance, kwaadwilligheid en vandalisme, tot zelfs ontwijken van afvalregels. Zeker in het licht van een doorgedreven en consequent diftarbeleid is het niet vanzelfsprekend om op elke straathoek een straatkorf of een blikvanger te plaatsen. Elke bak of vanger is immers een uitnodiging om op een niet-betalende manier van huisvuil af te raken. Soms werken de voorzieningen naar behoren, maar vaak ook niet. Veel heeft te maken met de plaatskeuze en het beheer van de recipiënten en de communicatie die erover gevoerd wordt. Het is belangrijk niet alle afvalinzamelingsinfrastructuur op en aan straten over dezelfde kam te scheren. Sommige types zijn bijvoorbeeld enkel bedoeld voor de inzameling van één bepaalde afvalstroom, zoals een textielcontainer of glasbol. Ze dienen andere doelstellingen en de problematiek is niet helemaal dezelfde. We maken daarom een onderscheid tussen vuilnisbakjes en blikvangers enerzijds en glascontainers en textielcontainers anderzijds. We kunnen typische zones identificeren waar vuilnisbakjes wel nuttig kunnen zijn. In de eerste plaats zijn dat de doorgangsplaatsen, waar veel voetgangers en fietsers tegelijk door bewegen: stadscentra, winkelcentra of markten. Ook op de zogenaamde concentratieplaatsen kunnen vuilnisbakjes doeltreffend zijn. Daar vertoeven mensen enige tijd: zitbanken, de hal van de bibliotheek, de omgeving van schoolpoorten. Op andere strategische plaatsen zoals een picknickplaats of een start- of eindpunt van een fietsroute kunnen vuilnisbakjes hun nut hebben. Absoluut te mijden zijn plekken waar weinig sociale controle is of weinig buitenstaanders passeren. Het ideale alternatief is natuurlijk mensen motiveren of ondersteunen om hun afval weer mee naar huis te nemen. Zwarte punten waar veel gesluikstort wordt, lijken op het eerste gezicht aangewezen plaatsen voor extra vuilnisbakken. De vraag is of men daarmee, op deze doorgaans weinig zichtbare plaatsen, het sluikstorten niet aanmoedigt. In plaats van op deze plekken reflexmatig een vuilnisbak aan te brengen vraagt u zich beter eerst af waarom juist die plaats zo vaak wordt vervuild.
Nadja Desmet is VVSG-stafmedewerker gemeentelijk veiligheidsbeleid
Mail uw vragen over afvalbeleid naar piet.coopman@vvsg.be
Lokaal I 16 december 2011 I 35
werkveld afvalbeleid
Zwerfvuil is maar een element van openbare netheid. De problematiek moet dus in een brede context gezien worden waarbij de omgeving als een geheel wordt beschouwd.
Openbare netheid gaat integraal Op voorstel van de VVSG werd in april 2011 bij de OVAM een Netheidsnetwerk opgericht. Het netwerk wil de lokale besturen ondersteunen in hun zwerfvuil- en netheidsbeleid. Na zes maanden hebben de twee medewerkers van het netwerk, Eva Gijsegom en Katrien Vercammen, al een goed zicht op de staat van het lokale zwerfvuil- en netheidsbeleid in Vlaanderen. tekst piet coopman beeld ivm
D
e medewerkers van het Netheidsnetwerk vervullen in de eerste plaats een ‘loketfunctie’ voor lokale besturen. ‘Ze kunnen voor al hun vragen over zwerfvuil en openbare netheid bij ons terecht,’ zegt Eva Gijsegom. ‘Maar het netwerk werd vooral opgericht om ondersteuning te geven aan lokale besturen die hun zwerfvuil- en
36 I 16 december 2011 I Lokaal
netheidsbeleid willen ontwikkelen of bijsturen.’ Via communicatie probeert het Netheidsnetwerk meer gemeenten aan te zetten om de netheidsbarometer te gebruiken. Daarnaast plant Eva Gijsegom met haar collega Katrien Vercammen ook vormingsmomenten om lokale medewerkers de barometer goed te leren gebruiken. ‘Onze belangrijkste
doelstelling is samen met gemeenten en afvalintercommunales de effectiviteit en efficiëntie van het zwerfvuil- en netheidsbeleid in Vlaanderen te verhogen,’ zegt Katrien Vercammen. Het Netheidsnetwerk speelt een belangrijke rol in het verzamelen van kennis en goede praktijken. Veel steden en gemeenten in Vlaanderen zijn op een of andere manier bezig met een zwerfvuil- en netheidsbeleid. Er is dus veel kennis aanwezig bij lokale besturen, maar die wordt nauwelijks gedeeld. Het Netheidsnetwerk zoekt uit welke praktijken succesvol zijn om ze met andere gemeenten te delen. ‘Net daar wil het Netheidsnetwerk een cruciale rol spelen. Maar de kennis zit niet alleen in Vlaanderen,’ vertelt Katrien Vercam-
men. ‘Ook op internationaal vlak valt er veel te leren. Zo hebben we contact met de initiatiefnemers van het Nederlandse programma Gemeente Schoon. Voor ervaringen met meetsystemen voor zwerfvuil hebben we ook informatie ingewonnen bij een Britse en een Ierse organisatie.’ Vijf pijlers Tal van factoren beïnvloeden de netheid van de openbare ruimte. Zwerfvuil is daarvan een element. De problematiek moet dus in een brede context gezien worden waarbij de omgeving als een geheel wordt beschouwd. In die integrale visie gaat het Netheidsnetwerk uit van de vijfpijleraanpak: ‘Vroeger werd vaak de nadruk gelegd op sensibilisering, handhaving en infrastructuur. Sensibilisering betekent dat we via verschillende soorten communicatie duidelijk maken dat zwerfvuilgedrag sociaal onaanvaardbaar is, net als andere vormen van vervuiling van de openbare ruimte. Handhaving is het sluitstuk van ieder soort beleid. Kleine vormen van openbare overlast, zoals zwerfvuil of sluikstorten, kunnen beboet worden via de gemeentelijke administratieve sancties. De pijler infrastructuur valt breed te interpreteren als de inrichting van de publieke ruimte, waaronder dan bijvoorbeeld de plaatsing van afvalkorven valt,’ zegt Katrien Vercammen. Haar collega Eva Gijsegom vult aan: ‘Maar om de openbare netheid in een nog bredere context te plaatsen, hebben we de pijlers “omgeving” en “participatie” toegevoegd. Omgeving omvat de materiële omgeving die zwerfvuilgedrag kan uitlokken. We denken hierbij aan leegstand of verloedering maar ook aan de functie en het ontwerp van de openbare ruimte, zoals een doorgangsplaats. Participatie wordt steeds belangrijker, want de betrokkenheid van bewoners is essentieel om de openbare ruimte netjes te houden.’ De integrale visie gaat dus ver. In een ideaal scenario zijn alle lokale initiatieven om de openbare netheid te bevorderen gestoeld op deze ‘vijfpijleraanpak’, waarbij de pijlers ook alle vijf worden opgevolgd en geëvalueerd.
Volgens Vercammen en Gijsegom zijn gemeenten er zich van bewust dat de openbare ruimte onderhouden verder gaat dan het klassieke vegen van straten: ‘Veel gemeenten zetten bijvoorbeeld in op participatie, maar noemen het daarom niet zo. We kunnen ook niet verwachten dat lokale besturen uit het niets een integrale werkwijze hanteren. Vaak groeit die stapsgewijs vanuit kleine maatregelen. Dan merken lokale bestuurders snel dat een in-
Bij de afvalproblematiek spelen afvalintercommunales een belangrijke rol voor steden en gemeenten in Vlaanderen. Volgens het Netheidsnetwerk kunnen afvalintercommunales de gemeenten in hun werkingsgebied sterk motiveren. Maar ook praktisch kunnen intercommunales diensten verlenen aan hun gemeenten. ‘In Vlaanderen werken veel gemeenten aan de strategische plaatsing van afvalbakken. Sommige intercommunales nemen daarvan de
Burgers verwachten dat hun lokale bestuur maatregelen treft voor een schone gemeente. Zo komt de openbare netheid steeds vaker op de lokale politieke agenda, en dat is positief. tegrale aanpak noodzakelijk is. Burgers verwachten ook steeds meer dat hun lokale bestuur maatregelen treft voor een schone gemeente. Zo komt de openbare netheid steeds vaker op de lokale politieke agenda, en dat is positief.’ Warm water Toch werkt het Netheidsnetwerk nog aan de bewustwording van lokale politici door kennisdeling en uitwisseling van goede praktijken. Ook de jaarlijkse grote communicatiecampagne speelt een belangrijke rol: ‘Dat plaatst de problematiek ook op de lokale politieke agenda,’ zegt Katrien Vercammen. ‘Als laatste werken we ook aan een praktijkhandboek lokaal netheidsbeleid. Dat handboek, overigens een voorstel van de VVSG, is een praktische handleiding van alle mogelijke initiatieven die lokale besturen kunnen ondernemen in verband met hun netheidsbeleid, vertrekkende vanuit de vijf pijlers van het Vlaamse zwerfvuil- en openbare netheidsbeleid: infrastructuur, omgeving, sensibilisering, participatie en handhaving. Het praktijkhandboek hoopt de bijbel te worden van lokale besturen die een netheidsbeleid willen opzetten of bijwerken.’
coördinatie op zich. Dat kan tot kruisbestuiving leiden, zodat de individuele gemeenten niet constant het warm water hoeven uit te vinden,’ zegt Eva Gijsegom. Katrien Vercammen en Eva Gijsegom hebben ondertussen al dertig gemeenten en intercommunales bezocht. Bij sommige intercommunales konden ze een heleboel gemeenten tegelijk bereiken. ‘Daarnaast reageren we ook op vragen uit het werkveld. Enkele lokale besturen hebben ons gecontacteerd om onze werking en taken te komen voorstellen. En we hoeven ook niet altijd persoonlijk op bezoek te gaan. Via e-mail en telefoon zijn we vlot bereikbaar. De Vlaamse lokale besturen beginnen ons stilaan te kennen.’ Piet Coopman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid
Heeft u een vraag voor Eva Gijsegom en Katrien Vercammen of wilt u hen kennis laten maken met uw lokale werkwijze? U kunt de mensen van het Netheidsnetwerk via telefoon of e-mail bereiken: Katrien Vercammen, T 015-28 42 62, kvercamm@ovam.be en Eva Gijsegom, T 015-28 42 60, egijsego@ovam.be
Lokaal I 16 december 2011 I 37
praktijk
Lommel – De eerste gemeentelijke zaadboomgaard ligt in Lommel. Op een gemeentelijk domein van 2,5 hectare plant het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK) autochtone struiken en bomen om autochtoon zaad te produceren. Met deze zaadboomgaard wil het RLLK meer planten van hier op de reguliere markt brengen zodat hun aantal in Vlaanderen fors kan uitbreiden.
Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.
regionaal landschap lage kempen vzw
Eerste gemeentelijke zaadboomgaard met planten van hier
www.plantvanhier.be, www.vbv.be, knop projecten, plantvanhier, vademecum De brochure Plantwijzer kunt u gratis bekijken op www.plantvanhier.be of bestellen via info@rllk.be. Op dezelfde website kunt u via de zoekmachine door uw straat en gemeente in te tikken onmiddellijk zien welke planten u het best in uw tuin plant. Een informatiepunt laat zoveel mogelijk mensen kennis maken met de zaadboomgaard.
Slechts vijf procent van alle bomen en struiken in Vlaanderen zijn inheems. Deze autochtone planten zijn afstammelingen van bomen en struiken die zich na de laatste ijstijd spontaan in onze gebieden hebben gevestigd. Ze zijn dus zeer goed aangepast aan de bodem en de leefomstandigheden in onze streken waardoor hun levenskansen vermoedelijk groter zijn dan die van uitheemse planten. De aanplanting van deze soorten komt ook de biodiversiteit ten goede. Hun bioritme is immers aangepast aan dat van inheemse vogels, insecten en zoogdieren. De ingevoerde sleedoorn uit Italië bloeit bijvoorbeeld te vroeg voor de sleedoornpage. De levenscyclus van deze vlinder is wel aangepast aan de bloeiperiode van de sleedoorn van Belgische afkomst. Om de kwaliteit van autochtone planten te verzekeren hebben de Limburgse regionale landschappen het gecertificeerde label Plant van Hier ingevoerd. Plantmateriaal met dit kwaliteitslabel wordt vanaf de oogst tot en met de handel nauwgezet gecontroleerd. Aanplanting van streekeigen soorten De gemeentelijke zaadboomgaard past in het opzet van de drie Limburgse regionale landschappen om het aanbod aan autochtone bomen en struiken in Limburg te helpen ontwikkelen en uit te breiden. De zaadboomgaarden in Vlaanderen worden op dit ogenblik beheerd door het Agentschap voor
38 I 16 december 2011 I Lokaal
Natuur en Bos; een ervan is in handen van Natuurpunt vzw. De Limburgse regionale landschappen ondernemen nu ook acties en zijn op zoek naar beschikbare gronden. Gronden voor zaadboomgaarden zijn onderworpen aan strenge voorwaarden zoals de afwezigheid van gelijkaardige niet-autochtone bomen en struiken binnen een straal van een kilometer rond de beschikbare grond. Op het gemeentelijk overleg in september 2009 bood Lommel als eerste gemeente zijn eigendom aan. Een konijnenplaag vormde het enige obstakel, een omheining rond de boomgaard bracht soelaas. De autochtone planten die in aanmerking komen voor de Lommelse zaadboomgaard, worden door het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek gekweekt en zijn typisch voor de Kempen: zomereik, hazelaar, wilde lijsterbes, sporkehout en jeneverbes. Het RLLK plant de boomgaard in verschillende fasen aan. Vorige winter zijn vijfhonderd jeneverbessen aangeplant. Dit najaar komen er tweehonderd hazelaars en even veel planten van sporkehout bij. De aanplanting van tweehonderd wilde lijsterbessen en zomereiken staat ook nog op het programma. In 2016 moet de aanplanting voltooid zijn. De bomen en struiken met het label Plant van Hier worden in rijen op vier meter afstand van elkaar geplaatst, wat het onderhoud en de pluk vergemakkelijkt. Daarna vangt een wachttijd aan totdat het zaad kan worden geoogst. Die wachttijd hangt af van de plantensoort en loopt sterk
Spot- en rustplaats op fietsroute De zaadboomgaard ligt op het fietsroutenetwerk op de Oude Diestersebaan in Lommel. Om zoveel mogelijk mensen met het project kennis te laten maken heeft het RLLK er een rustplaats met informatiepunt aangebracht. Fietsers kunnen er picknicken terwijl de kinderen in het bijenhotel gluren of via speelse kubussen alles te weten komen over Planten van Hier. Het RLLK wil Limburgers stimuleren om hun tuinen met streekeigen planten aan te leggen. De brochure Plantwijzer van het RLLK is een plantengids die adviseert over de keuze van de juiste bomen en struiken ‘van hier’ in je tuin. Om lokale overheden te inspireren en ze informatie aan te reiken om aan de slag te gaan heeft de Vereniging voor Bos in Vlaanderen een vademecum samengesteld met initiatieven van gemeenten, meestal in samenwerking met een andere partner, die bijdragen aan het behoud, de versterking of de promotie van autochtoon plantmateriaal.
regionaal landschap lage kempen vzw
uiteen. De wachttijd van een eik bedraagt tien jaar terwijl sporkehout al na twee jaar zaad voortbrengt. Voor de realisatie van de zaadboomgaard in Lommel krijgt het RLLK 20.000 euro financiële steun van de provincie Limburg, de Vlaamse overheid en de Europese Unie via het fonds voor plattelandsontwikkeling.
Goed voor de biodiversiteit De genetische diversiteit van autochtone bomen en struiken vormt de ruggengraat van de voedselketen. Onze insecten, vogels en andere dieren zijn samen met deze planten geëvolueerd: vaak hebben ze hun groei- en bloeicyclus op elkaar afgestemd. Zo zorgen ze indirect voor een grotere biodiversiteit. Niet-autochtone sleedoornstruiken krijgen op een ander moment hun eerste blaadjes en bedreigen zo wellicht het voortbestaan van de sleedoornpage, een vlindertje dat zijn eitjes legt op sleedoornstruiken. In het voorjaar kruipen de rupsen uit hun ei om zich met de zeer jonge sleedoornblaadjes te voeden. ir
inge ruiters
Faire voornemens?
Gemeente(‘t)! © Alter Eco
Wist je dat goede voornemens ook lekker kunnen zijn? Kies in 2012 volop voor fair trade en geef benadeelde producenten uit het Zuiden de kans om hun toekomst in eigen handen te nemen.
Ad_Faitrade_NL_186X130mm.indd 1
Meer info: www.befair.be
22/11/11 11:11
Lokaal I 16 december 2011 I 39
achter de schermen
Torenwachter Nick Vanhaute is sinds 2008 in dienst van de stad Mechelen als torenwachter van de Sint-Romboutstoren. Deze toren heeft de status van belfort en is daardoor eigendom van de stad. Daarnaast is Nick uurwerkmaker in bijberoep. ‘In de toren werk ik meestal alleen, het is een gevarieerde bezigheid. Dagelijks beklimmen bezoekers de toren, ik geef hun graag een woordje uitleg. De toren is met zijn uurwerkinstallatie en twee beiaarden uniek in België. Het is mijn taak dit technische meesterstuk te onderhouden.’ De historische installatie lag al stil sinds 1966, maar in de winter van 2009 heeft Nick Vanhaute alles gerestaureerd. ‘Bezoekers staan midden in de technische installatie, een grote machinekamer met tandwielen en een grote muziekdoos. Elke 7,5 minuten slaan de klokken van de beiaard aan en ontstaat er een melodie. Het uurwerk slaat de uren op de zware klok Salvator. Helaas heeft de toren geen wijzerplaten aan de buitenkant.’ De zes historische luidklokken wegen in totaal 25 ton, ze kunnen het zwaarste luiden van België. ‘Maar ze alle samen luiden, dat gebeurt enkel bij grootse gebeurtenissen,’ zegt Nick Vanhaute die ook instaat voor het wisselen van de vlaggen. Trappenlopen is gelukkig voor Nick Vanhaute geen probleem: ‘Altijd kom ik met even veel enthousiasme
naar boven om de stad beneden te zien schitteren.’ Het beroep van torenwachter is een van de oudste beroepen van de stad, al heeft het nu een andere invulling dan vroeger: ‘Vroeger werkten de torenwachters vooral ’s nachts, elk uur deden ze een ronde op de ommegang om uit te kijken naar brand of onregelmatigheden. Wanneer er iets was, moesten ze alarm slaan door op een hoorn te blazen. In die tijd had je ook nog de klokkenluiders van de stad, de klokkenluiders van de kathedraal en een uurwerkopwinder. Het uurwerk opwinden en de klokken luiden gebeurt tegenwoordig elektrisch.’ Maar Nick Vanhaute moet wel alles onderhouden: van verlichting tot multimedia en de computers bij de ticketbalie. Bovendien is hij de updater van facebook.com/sintromboutstoren. ‘In december zijn we ook enkele avonden open om de bezoekers de kans te geven van de verlichte stad te genieten. Onderweg zijn er kerstverhalen en een kop soep,’ zegt Nick Vanhaute die blij is met zijn gevarieerde werk en met de reacties van de bezoekers. ‘Ze beslissen de 538 treden te trotseren om van het uitzicht te genieten, maar ze zijn meestal heel verwonderd over wat er in de toren zelf te zien is.’ Pol Despeghel is sectorconsulent Diverscity
Opleiding
GF
Nick Vanhaute (39) studeerde voor kok. Hij werkte eerst twee jaar in een restaurant en dan twaalf jaar in een woonzorgcentrum. Op zijn 34ste wilde hij iets heel anders doen, het liefst iets met techniek, en dus volgde hij een avondcursus uurwerkmaker in Antwerpen. Met het diploma van uurwerkmaker op zak is hij in de wereld van de torenuurwerken en zo tot helemaal boven in de SintRomboutstoren terechtgekomen.
40 I 16 december 2011 I Lokaal
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt een
stafmedewerker wonen (m/v) • Je wordt het aanspreekpunt wonen voor de VVSG. In die rol adviseer je lokale besturen op het vlak van huisvestings- en woonbeleid en behartig je op een actieve manier hun belangen. • Je ondersteunt initiatieven voor betaalbaar wonen (ruimte voor wonen, sociaal wonen, huren op de private huurmarkt,…), de kwaliteitsbewaking van de woningvoorraad en allerlei aspecten van dienstverlening op het vlak van wonen. • Je verzamelt kennis en ervaring zowel intern in de organisatie als extern op diverse beleidsniveaus om een coherent en geïntegreerd standpunt over het woonbeleid te formuleren. • Je beschikt over een diploma van master of je hebt kennis gelijkwaardig door ervaring. • Je hebt minimaal twee jaar werkervaring, bij voorkeur met het beleid van lokale besturen en/of in een vakgebied gerelateerd aan huisvesting. Kennis van de wetgeving over diverse aspecten van wonen is een pluspunt (Vlaamse wooncode, decreet grond- en pandenbeleid,…). • Je schrijft en spreekt graag en werkt actief mee aan publicaties en vormingsmomenten. Je kunt een standpunt helder en overtuigend formuleren op werkgroepen en overlegmomenten. • Je hebt een praktische kennis van informaticatoepassingen (o.a. outlook, excell, word).
Het gemeentebestuur van De Haan gaat over tot de aanwerving van een
Bestuurssecretaris vrije tijd voltijds in vast verband (m/v)
U heeft de algemene leiding over de dienst toerisme en sport. Daarbij bent u verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding inzake toeristisch-recreatieve productontwikkeling, die u in lijn brengt met het marketing- en communicatiebeleid. Ook komt u, in overleg met de afdeling cultuur- en jeugdzaken, tot een geïntegreerd vrijetijdsaanbod voor toerist en inwoner.
Meer informatie over de inhoud van de functie kun je verkrijgen bij Annelies Van der Donckt, directeur ruimte, annelies.vanderdonckt@vvsg.be, T 02-211 56 35 Ons aanbod
Een voltijds contract van onbepaalde duur, een aangepast loonpakket en soepele werkregeling in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Interesse?
Sollicitatie met cv stuur je tot 15 januari 2012 per e-mail naar de VVSG ter attentie van hildegarde.merckx@vvsg.be
Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website
uw functie
In het bezit zijn van een masterdiploma of daaraan gelijkgesteld • Een gunstig uittreksel uit het strafregister kunnen voorleggen • Medisch geschikt zijn voor de functie • Belg, onderdaan van de EER of de Zwitserse Bondstaat zijn • Voldoen aan de talenkennis • Slagen voor de selectieprocedure • Kennis van en ervaring in de job strekken tot aanbeveling.
inlevering advertenties voor:
Lokaal 02 (1 tot 15 februari 2012): 10 januari 2012 Lokaal 03 (16 tot 29 februari 2012): 24 januari 2012
onze voorwaarden
ons aanbod Wij bieden een uitdagende job, maaltijdcheques, fietsvergoeding, vergoeding openbaar vervoer, gratis hospitalisatieverzekering en interessante opleidingsmogelijkheden. Weddeschaal: A1a-A3a (aanvangsschaal: 21.850 euro - index 138,01). Werken bij de gemeente De Haan betekent bovendien werken in een aangename omgeving, die zonder fileproblemen vlot bereikbaar is! uw sollicitatie Schriftelijke kandidaturen dienen, vergezeld van cv, een uittreksel uit het strafregister en een kopie van de behaalde diploma’s, ingediend te worden bij het gemeentebestuur De Haan, Leopoldlaan 24, 8420 De Haan.
De gedetailleerde functieprofielen, examenprogramma’s en verdere informatie zijn schriftelijk te verkrijgen bij de dienst Personeelszaken of via e-mail naar personeelsdienst@dehaan.be. Raadpleeg ook www.dehaan.be/vacatures voor meer uitgebreide informatie. uiterste inschrijvingsdatum
informatie personeelsadvertenties
Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be
informatie andere advertenties
Peter De Vester T 03-326 18 92 peter@cprojects.be
zondag 15 januari 2012 (datum poststempel of
ontvangstbewijs)
Lokaal I 16 december 2011 I 41
geregeld wetmatig
Medische regularisatie: arts beslist mee over ontvankelijkheid Op 23 november heeft de Kamercommissie Binnenlandse Zaken een wetsontwerp goedgekeurd dat de procedure voor medische regularisatie (9ter) wijzigt. Het belangrijkste doel van de wijziging is ongefundeerde aanvragen onaantrekkelijk te maken en zo misbruik uit te sluiten. Ongefundeerde aanvragen zijn aanvragen waarbij de ingeroepen medische redenen kennelijk te licht wegen en die worden ingediend met de bedoeling het recht op materiële opvang of financiële steun te behouden. Uit cijfers blijkt dat in 2011 meer dan de helft van het aantal aanvragen tot medische regularisatie onontvankelijk werd verklaard en dat maar 8 procent van de aanvragen ten gronde aanvaard werd. Dat hoge aantal ongefundeerde aanvragen heeft de reguliere procedure doen dichtslibben, waardoor de vreemdelingen die wel ernstig ziek zijn en dringend hulp nodig hebben, te lang op een beslissing moeten wachten.
Filter De belangrijkste aanpassing is ongetwijfeld het invoeren van een filter bij de beslissing over de ontvankelijkheid van de regularisatieaanvraag. Momenteel wordt elke aanvraag die aan de formele ontvankelijkheidscriteria beantwoordt, ontvankelijk verklaard, ook als ze medisch kennelijk te licht weegt. Dat is aantrekkelijk want vanaf de ontvankelijkheidsbeslissing heeft de vreemdeling recht op financiële steun door het OCMW. Zodra de wetswijzi-
ging in werking getreden is, zal er een arts bij de beslissing over de ontvankelijkheid betrokken worden. Indien die vaststelt dat de ziekte kennelijk niet beantwoordt aan de criteria voor medische regularisatie, wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard. Om correct over de ontvankelijkheid van de aanvraag te kunnen oordelen, zal het medisch getuigschrift dan ook niet ouder mogen zijn dan drie maanden. De filter zal echter alleen goed werken als de beslissing over de ontvankelijkheid van de aanvraag binnen een redelijke termijn valt. De wetgever streeft naar een beslissing binnen een termijn van één maand maar legt die niet vast in de wet. Deze termijn lijkt haalbaar nu de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) over 23 operationele artsen beschikt (tegenover maar tien vroeger). Bovendien zal het aantal aanvragen tot medische regularisatie vanzelf dalen zodra de nieuwe procedure met de filter in werking treedt. Daarnaast zal de DVZ de aanvraag tot medische regularisatie om technische redenen kunnen weigeren wanneer de vreemdeling niet komt opdagen en binnen vijftien dagen geen aanvaardbare reden voor zijn afwezigheid kan opgeven, of wanneer de vreemdeling een verblijfsrecht van onbepaalde duur krijgt en niet binnen zestig dagen vraagt de behandeling van zijn aanvraag tot medische regularisatie voort te zetten. fabienne.crauwels@ vvsg.be
Meer lezen: www.dekamer.be, DOC 53 1824
Aalst is een centrumstad met historische roots, een stad met pit en een eigenzinnig trekje. De stadsorganisatie is op zoek naar een:
Stadssecretaris Functie Als hoofd van de organisatie bepaalt u strategische doelstellingen in functie van de ontwikkeling van een lerende en wendbare organisatie en voert u een competentiegebaseerd personeelsbeleid.
Profiel U bent in het bezit van een masterdiploma en kan terugblikken op minimum 5 jaar ervaring in een leidinggevende functie.
Aanbod ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
een uitdagende job in een boeiende en veelzijdige omgeving; een mandaat voor een periode van 10 jaar (2x verlengbaar); een decretaal bepaalde verloning (aanvangsbrutomaandloon: 6311,06 EUR, ervaring wordt in aanmerking genomen); extralegale voordelen; een aantrekkelijke verlofregeling.
Selectieprocedure De selectieprocedure bestaat uit een schriftelijk gedeelte (15 februari 2012), een assessement (tussen 12 en 30 maart 2012) en een mondeling gedeelte (16 april 2012). Elk gedeelte is eliminerend.
Hoe solliciteren U stuurt uw cv, kopie van het diploma en de attesten/documenten die uw leidinggevende ervaring staven al dan niet aangetekend naar stad Aalst, tav de dienst Personeel, Grote Markt 3, 9300 Aalst of mailt deze documenten naar personeelsdienst.selecties@ aalst.be. U kan ook online solliciteren via de website aalst.be/vacatures. De uiterste inschrijvingsdatum is vastgelegd op 20 januari 2012.
Info U kan de infobrochure aanvragen bij de dienst Personeel, Selectie, Keizersplein 21, 9300 Aalst, 053 73 21 83. Uw contactpersoon is Brigitte De Coster.
42 I 16 december 2011 I Lokaal
DIGITALISEER UW FACTUURSTROOM EN VERWERK AUTOMATISCH ALLE FACTUREN “eFacturen” is hét systeem voor factuurverwerking. Het hele proces van scannen van facturen door middel van OCR-techniek, het registreren, digitaal aanbieden en beoordelen van facturen tot de uiteindelijke verwerking ervan in het financiële pakket “Foxtrot” (BBC), wordt digitaal doorlopen.
Met “eBestuur” kunt u een factuur ter beoordeling aanbieden aan één of meerdere budgethouders, wat de snelheid van het proces aanzienlijk ten goede komt. De beoordeling/fiattering vindt plaats via een workflow, waarna de afhandeling richting het financiële systeem plaats vindt. De scan van de factuur kan op ieder moment opgevraagd worden vanuit de financiële applicatie middels een link met eBestuur. De ingebouwde workflow zorgt er automatisch voor dat de facturen door de juiste budgethouders worden beoordeeld en goedgekeurd. De verschillende rapportagemogelijkheden bewaken het verwerkingsproces van de factuur nauwkeurig. Het hele proces is geoptimaliseerd, zodat u met zo min mogelijk handelingen facturen kunt coderen, beoordelen en verwerken.
VOORDELEN
MEER wEtEN ?
• automatisch afhandelen van facturen; • facturen worden centraal opgeslagen; • de status van facturen is inzichtelijk; • minder kopieën nodig; • facturen zijn makkelijk terug te vinden; • geïntegreerd in BBC.
www.schaubroeck.be Steenweg Deinze 154 9810 Nazareth T 09 389 02 11 - F 09 389 02 00
geregeld wetmatig
Op 28 november heeft de Kamer een aantal wijzigingen aan de vreemdelingenwet goedgekeurd. Die zetten de Europese Terugkeerrichtlijn, voor zover dat nog niet gebeurd was, om in Belgisch recht. Een van de meest in het oog springende nieuwe bepalingen is ongetwijfeld de invoering van een extra korte asielprocedure voor asielzoekers uit veilige landen. Zodra de wetswijziging in werking treedt, zal het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) een asielaanvraag van een onderdaan van een veilig land en die van een staatloze die in een dergelijk land zijn gewone verblijfplaats had, niet in overweging nemen wanneer uit het vluchtverhaal van de asielzoeker niet duidelijk blijkt dat er een gegronde vrees voor vervolging is of dat er zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat er een reëel risico op ernstige schade bestaat. Het CGVS moet de beslissing om de asielaanvraag niet in overweging te nemen binnen een termijn van vijftien werkdagen treffen. De asielzoeker kan enkel een niet-schorsend be-
roep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen indienen, wat betekent dat het beroep geen verder recht op materiële opvang of financiële steun geeft. De criteria om te bepalen of een land veilig is, worden in de wet opgesomd. De beoordeling moet gebaseerd zijn op een reeks informatiebronnen waaronder in het bijzonder informatie uit de andere EU-lidstaten, van de Hoge Commissaris van de VN voor de Vluchtelingen, van de Raad van Europa en andere relevante internationale organisaties. De lijst van veilige landen zal minstens één keer per jaar worden vastgelegd bij een in de Ministerraad overlegd Koninklijk Besluit. Het advies van het CGVS wordt gevraagd.
Terugkeer en verwijdering Daarnaast wordt de voorrang van vrijwillige terugkeer boven gedwongen verwijdering in de wet verankerd. Zolang de termijn voor vrijwillige terugkeer loopt, kan de vreemdeling niet gedwongen verwijderd worden. De termijn bedraagt dertig dagen, maar kan verlengd worden indien de vreemdeling bewijst dat de termijn te kort is of dat er specifieke
Stekene is een landelijke gemeente. Als lokaal bestuur trachten we de dienstverlening naar onze 17.500 inwoners zo optimaal mogelijk te organiseren. Hiertoe bouwden wij een stevige organisatie uit met zo’n 124 medewerkers. Momenteel hebben wij een vacature voor een (m/v):
stefan dewickere
Extra korte procedure voor asielzoekers uit veilige landen
omstandigheden zijn (bv. schoolgaande kinderen). Wanneer de vreemdeling geen termijn om vrijwillig terug te keren krijgt of hem niet respecteert, wordt er een inreisverbod opgelegd. Dat geldt voor maximaal drie jaar (vijf jaar bij fraude). Er wordt ten slotte ook een regeling getroffen voor de verwijdering van illegaal verblijvende vreemdelingen die de gevangenis verlaten. Gedetineerde vreemdelingen kunnen met het oog op hun verwijdering in vrijheid gesteld worden vanaf twee maanden voor het einde van hun straf, op voorwaarde dat de minister voor Migratie garandeert dat de gedetineerde daadwerkelijk kan worden overgebracht naar een gesloten centrum om vervolgens verwijderd te worden. fabienne.crauwels@ vvsg.be
Financieel beheerder 38/38 – statutaire functie – Klasse 3
Je functie: Je leidt de activiteiten van de gemeentelijke financiële dienst, teneinde steeds een correcte weergave van de financiële situatie van de gemeente te kunnen geven en bij te dragen tot een effectief, efficiënt en zuinig bestuur. Je bent belast met het houden van de gemeenteboekhouding. Je richt je naar het beleid en de eigen organisatie via financiële rapportering. Je maakt ambtshalve deel uit van het managementteam. Je profiel: Masterdiploma of diploma van hoger onderwijs van 2 cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs bij voorkeur in een economische richting. Je ervaring: Je hebt minstens 6 jaar relevante ervaring. Wij bieden: Gemeentebestuur Stekene biedt een uitdagende job met ruime vormingsmogelijkheden, gratis hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques en een fietsvergoeding. Interesse? Solliciteren kan aan de hand van een met de hand geschreven sollicitatiebrief, een curriculum vitae met pasfoto, een kopij van je diploma en kopij van je identiteitskaart. De uiterste datum voor kandidatuurstelling is vrijdag 14 januari 2012 (poststempel telt). De kandidatuurstelling dient per aangetekend schrijven verstuurd te worden naar het gemeentebestuur van Stekene, college van burgemeester en schepenen, Stadionstraat 2 te 9190 Stekene. Meer informatie kan verkregen worden bij dienst personeel & organisatie, Stadionstraat 2, 9190 Stekene telefoonnummer 03/790.02.42 - email: personeel&organisatie@stekene.be De burelen zijn toegankelijk op alle werkdagen van 8.30 uur tot 12.00 uur en op woensdagnamiddag van 13.30 uur tot 16.30 uur.
www.stekene.be
44 I 16 december 2011 I Lokaal
agenda studiedagen
Leuven vanaf 17 januari
Gent 31 januari Leuven 7 februari Antwerpen 9 februari Brugge 29 februari Hasselt 22 maart
Aan de balie in het sociaal huis… vraagverduidelijking
Trefmomenten lokaal cultuurbeleid Reflectie en debat over het lokale cultuurbeleid voor cultuurprofessionals en bestuurders in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen. www.faronet.be, www.fov.be, www.amateurkunsten.be
Aan de balie van het sociaal huis of in het OCMW zijn cliënten niet altijd even expliciet en duidelijk in hun vragen of verwachtingen. Soms is de initiële vraag slechts een aanleiding of de verpakking voor een meer prangende hulpvraag. Hoe krijgt u als maatschappelijk werker dan aansluiting met de reële hulpvraag? Hoe weekt u de echte vraag los? Hoe maakt u moeilijkheden bespreekbaar die cliënten (nog) niet in woorden kunnen vatten? De vorming biedt aanknopingspunten om met deze situaties om te gaan. www.vvsg.be (kalender)
Gent 2 februari 2012
HRM in de Overheid Congres van CKC Seminars in samenwerking met de Vlaamse overheid over een duurzaam HR-beleid voor de overheid. www.hrmindeoverheid.be
opleidingen
Geel 12 januari Leuven 9 februari
Taalwetgeving en taalbeleid Interactieve vorming met focus op de taalregels in het Nederlandse taalgebied zonder speciale taalregeling. www.vvsg.be (kalender) Diepenbeek vanaf 13 januari Lubbeek vanaf 13 januari Wiekevorst vanaf 20 januari
Intervisie voor animatoren
Regionale ondersteuningspunten kwaliteitszorg voor de woonzorgcentra Klankbord en ervaringsuitwisseling voor directieleden, diensthoofden/leidinggevenden, stafmedewerkers en kwaliteitscoördinatoren. www.vvsg.be (kalender)
Bredene 30 januari en 6 februari Genk 16 en 23 februari Geel 27 februari en 5 maart
Stappenplan voor de opmaak van uw meerjarenplan Tweedaagse vorming in het kader van het VVSG-vormings- en consultingaanbod over de beleids- en beheerscyclus. www.vvsg.be (kalender)
Leuven 24 januari
Instrument voor berekening van aanvullende steun Theoretische achtergrond en training met praktische tips voor medewerkers van de sociale diensten van OCMW’s. www.vvsg.be (kalender)
Systematische ondersteuning en begeleiding Genk vanaf 24 januari voor animatoren in openbare rusthuizen. Tewerkstellingsmaatregelen voor www.vvsg.be (kalender) OCMW-cliënteel Driedaagse opleiding over artikel 60 § 7 en Sint-Niklaas vanaf 17 januari artikel 61 van de OCMW-wet, de Sociale InRoeselare vanaf 19 januari schakelingseconomie (SINE), het Activaplan Zemst vanaf 25 januari en werkervaring. Hasselt vanaf 10 februari www.vvsg.be (kalender) Genk 16 februari
Servicedesign voor lokale besturen en organisaties Bent u op zoek naar een betere dienstverlening die tegemoet komt aan de uitdagingen van morgen en bovendien kosten bespaart? Wilt u de dienstverlening toegankelijk maken voor alle inwoners die ze nodig hebben? Wilt u de beleving van de dienstverlening verbeteren?… Dan is deze servicedesigntraining iets voor u. U leert er werken met de servicedesigntoolkit. Zo kunt u onmiddellijk aan de slag met servicedesign in uw bestuur. Deze sessie richt zich tot mandatarissen, leden van het managementteam, verantwoordelijken voor de loketwerking, directies en beleidsmedewerkers van welzijnsvoorzieningen, politiecommissarissen, directies en beleidsmedewerkers van afvalintercommunales, directies van culturele centra en bibliotheken. www.vvsg.be (kalender)
Brussel vanaf 7 februari
Intervisie hoofdmaatschappelijk werkers Systematische ondersteuning en begeleiding voor hoofdmaatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender) Hasselt 13, 14 en 15 februari
Functionerings-, plannings- en evaluatiegesprekken voor leidinggevenden Driedaagse training voor leidinggevenden. www.vvsg.be (kalender) Kortrijk vanaf 14 februari
Intervisie maatschappelijk werkers Systematische ondersteuning en begeleiding voor maatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen vanaf 16 februari
Energievraagstukken voor hulpverleners
Tweedaagse opleiding voor medewerkers van OCMW’s en diensten voor schuldbemiddeling. www.vvsg.be (kalender)
evenementen
Vlaanderen 5 februari
Dag van de Ambachten Ambachtslieden zetten hun atelier open. www.dagvandeambacht.be
Lokaal I 16 december 2011 I 45
column Johan Ackaert
D
ie woensdagavond bereikten de kijkcijfers van alle tv-programma’s een ongezien dieptepunt. Het leek er zelfs even op dat met de lancering van Streetview België de computer de televisie (definitief?) verdrong als eerste ontspanningsbron na een zware dagtaak. Maar onze televisiemakers reageerden alert en keken niet op een inspanning meer of minder om de maatschappelijke betekenis van het fenomeen Streetview in het lang en het breed te plaatsen, te situeren en te duiden, zoals men dit in het jargon noemt. Zodat de vlotte jongens en meisjes van Google hun target voor die dag haalden: zorgen dat iedereen over hun organisatie sprak. Waardoor Streetview de daaropvolgende dag zeker gespreksonderwerp nummer één werd op de trein en op kantoor en de Brede Maatschappelijke Discussie pas echt openbarstte. Wat geheel ten onrechte minder aandacht kreeg, was de betekenis van Streetview voor het dagelijks bedrijf in onze gemeenten en gemeentehuizen. Zo brengt het speeltje, niet in het minst gehinderd door verbodsbepalingen in de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, minutieus de politieke sympathieën van bepaalde inwoners in beeld. Wie in de aanloop naar een van onze recente stembusslagen zijn steun voor deze of gene kandidaat in zijn voortuin vorm gaf middels een verkiezingsbord, wordt daar door Google blijvend aan herinnerd. Vooral supporters van de toenmalige verliezers schijnen dit sneu te vinden. Maar ook de winnaars hebben geen reden om gerust te slapen: het zou ons niet verbazen mocht de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen die foto’s aangrijpen als materieel bewijs om de klaarblijkelijke schendingen van de electorale sperperiodes te beboeten.
46 I 16 december 2011 I Lokaal
(Alle beetjes helpen dezer dagen om ons openbaar financieel huishouden in orde te brengen.) Maar ook hier zullen onze vroede dorpshoofden ervaren dat elk nadeel opnieuw z’n voordeel meebrengt: een muisklik volstaat vandaag om te weten of de kandidaat voor een baan op het gemeentehuis tot de goede of foute partij behoort. Zoals ongeruste vaders en moeders met een muisbeweging het kadastraal inkomen van de ouders van de nieuwste liefde van dochter of zoon met een vrij hoge graad van precisie kunnen schatten. En ook daarmee is de kous nog niet af: als we een politievakbond moeten geloven, is Streetview een bijzonder handig middel om allerlei geboefte behulpzaam te zijn bij het smeden van snode plannen. Waarbij diezelfde politiemensen wel blind zijn voor de waarde van de nieuwe Google tool voor henzelf en bepaalde ambtenaren. Controleambtenaren kunnen voortaan overtredingen op een of andere her- of ver- of bouwvergunning registreren en afstraffen zonder een stap buiten het gemeentehuis te zetten. Belast de minst productieve ambtenaar van het gemeentehuis met het vergelijken van de woningen op Streetview met de plannen in het archief van de dienst ruimtelijke ordening en de publieke kassa rinkelt opnieuw. (Naar verluidt is de eerste studiedag over Virtueel Gewapend Bestuur al geprogrammeerd.) Waarna die opbrengsten hun weg zullen vinden naar het plaatselijk buurtwerk dat moet interveniëren bij burenruzies na klachten van een bewoner die de buurman op Streetview ongegeneerd tegen zijn haag zag wateren of nu kan bewijzen dat het oprukkend ongedierte in zijn tuin leeft bij de gratie van de mesthoop tegen de gemeenschappelijke scheidingsmuur. En zo is het altijd iets…
beeld karolien vanderstappen
Streetview
10
goede redenen om
te kiezen
voor de
VVSG solidariteitsagenda
2012 solidariteitsagenda 2012
Bezorg de strook aan de VVSG
1. 32 pagina’s extra met meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? 2. Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website 3. Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? 4. Veel overzicht: een weekplanner met leeslint 5. Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm 6. Mooi afgewerkt: met rode linnen band 7. Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. 8. Eerlijke prijs: • 15.99 euro voor VVSG-leden • 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. 9. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: • 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden • 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen 10. Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor leden van het college, raadsleden & personeel. Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be
Ja, ik bestel
ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2012
VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres
Datum
Handtekening
Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.
Public waste PartnershipS: u wint drie keer! U wilt het afvalbeheer in uw gemeente doeltreffend en professioneel aanpakken? Dát verwachten de inwoners van u. De milieuoverheid eist dat u haar wetgeving naleeft. Specialistenwerk dus. U kunt twee dingen doen. Ofwel gaat u in zee met een partner die alle lasten van u overneemt. Ofwel houdt u een deel van het werk in eigen beheer. Twee perfecte oplossingen! Wanneer u kiest voor Indaver en haar Public waste PartnershipS wint u op drie vlakken: ■
■ ■
U krijgt de beste oplossingen voor de verwerking van uw afval, organisatie en verwerkingsinstallaties. U bepaalt in alle vrijheid op welke manier u met ons wilt samenwerken. U bewaart zelf de controle over de opdracht.
Lees meer op onze website of neem contact met ons op voor meer uitleg. info@indaver.be
Tel. +32 15 28 80 24
www.indaver.be www.indaver.com
Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer