2012Lokaal04

Page 1

Nr 04 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746

Lokaal

Partners voor ruimte

De Vlaamse begroting door een lokale bril

Woonzorgcentrum Malle: een huis in het dorp

Graffiti: beleid op maat van de straat


OOK WIE ZELF GEEN GASLEIDINGEN LEGT, KAN ZORGEN VOOR WARME CONTACTEN. Goede, betrouwbare nutsvoorzieningen zijn van onschatbare waarde voor onze moderne samenleving. Maar zorg voor het milieu is dat evenzeer. Daarom investeren we voortdurend in innovatieve, technologische oplossingen. En lanceren we regelmatig initiatieven rond rationeel energieen watergebruik. Want Infrax is meer dan ooit een netbedrijf met een groot maatschappelijk nut. Paul Lion Infrax-medewerker

www.infrax.be


inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen

Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

5 opinie – Voldoende betaalbare kinderopvang van goede kwaliteit

de keus 12 Vier mythes over afvalbeheer Afval laat niemand onverschillig. Iedereen wil het kwijt, en nog het liefst gratis. Raadsleden worden daardoor om de oren geslagen met provocerende stellingen. We presenteren er vier.

alex verhoeven

6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen

12

14 Lokale raad – Wat is verkiezingspropaganda, en wat niet?

bestuurskracht 16 Interview – Peter Cabus ‘Vlaanderen en de gemeenten worden gelijkwaardige partners.’ De nieuwe secretaris-generaal voor ruimtelijke ordening pleit voor een omslag in de verhouding met de lokale besturen. Vertrouwen, subsidiariteit, partnerschap en dialoog zijn de sleutelwoorden. 20 De Vlaamse begroting door een lokale bril Welke middelen trekt Vlaanderen uit voor uw sector? 24 Praktijk in Gent – Gent wint CIVITAS-prijs voor publieke participatie

stefan dewickere

Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46

kort lokaal

16

werkveld 26 OCMW-woonzorgcentrum ter Bleeke in Malle Een huis in het dorp Directeur Jan Flament streeft naar excellence, niet alleen voor de eigen bewoners, maar ook omdat dit de enige manier is om het stigma op woonzorgcentra weg te werken. 29 Sportieve kinderopvang 31 Lokale raad – Krijgen de inwoners in uw gemeente dezelfde ondersteuning bij afkoppeling van regenwater bij Aquafinprojecten als bij gemeentelijke projecten? 32 Op maat van de straat Naar een integrale kijk op graffiti en street art 35 Praktijk in Machelen – TransforMaDie 2020 verenigt leefbare deelgemeenten. Inwoners bepalen toekomstbeeld Machelen-Diegem 36 De frontlijners – Leen De Schepper, begeleider buitenschoolse kinderopvang, Berlare

geregeld 39 wetmatig – berichten 40 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 42 column – Johan Ackaert

stefan dewickere

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be

26 Op de cover Vanaf 2015 wordt ruimtelijke ordening op lokaal niveau een volwaardige bevoegdheid van de gemeenten. De Vlaamse overheid wordt daarbij hun gelijkwaardige partner. Op de foto: Bart Lasuy legde deze typische Vlaamse dorpskern met omliggende landerijen vast te Horebeke. Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.

Lokaal I 1 maart 2012 I 3


ZIET U DOOR HET BOS DE BOMEN NOG? CODEX RUIMTELIJKE ORDENING De regelgeving op het vlak van ruimtelijke ordening is de afgelopen jaren sterk veranderd en zal ongetwijfeld ook de komende tijd nog de nodige wijzigingen ondergaan. Zelfs voor wie dagelijks bezig is met de regeling is het geen sinecure om bij te blijven en door het bos nog langer de bomen te zien. Deze ‘Codex Ruimtelijke Ordening’ is een handig hulpmiddel om de actuele stand van de regelgeving te kennen. Niet alleen worden de decretale teksten samengebracht, ook aan de talrijke uitvoeringsbesluiten wordt ruime aandacht geschonken. De transparante, thematische indeling respecteert zo veel mogelijk de structuur van de eigenlijke Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). MET UNIEKE CONCORDANTIETABEL! Deze publicatie bevat bovendien een unieke concordantietabel tussen de VCRO en het Decreet Ruimtelijke Ordening van 1999. Hierbij werd niet uitgegaan van de twee concordantietabellen in de bijlagen II en III van de VCRO zelf, maar er werd door de auteurs een eigen tabel opgesteld, op basis van de tekst die dagelijks door de mensen uit

het veld gebruikt wordt. De versie van het DRO waarnaar de officiële concordantietabel verwijst, is immers nooit in werking getreden. De ‘Codex ruimtelijke ordening’ is een onmisbaar instrument voor iedereen die op geregelde basis met ruimtelijke ordening te maken heeft. De codex is losbladig en wordt regelmatig geactualiseerd. Zo weet u zeker dat u steeds de meest recente informatie bij de hand hebt. OVER DE AUTEURS Editor van deze codex is prof. dr. Frankie Schram, verbonden aan de FOD Binnenlandse Zaken en gastprofessor aan de Universiteit Antwerpen en aan het Instituut voor de Overheid van de K.U. Leuven. Xavier Buijs is stafmedewerker ruimtelijke ordening en huisvesting van de Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten. Nele Ansoms is lid van de vakgroep rond administratief recht, milieu, ruimtelijke ordening en stedenbouw van GSJ-advocaten.

Bestel de ‘Codex ruimtelijke ordening’ nu aan 49 euro*!

BESTELKAART Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel ….. ex van ‘Codex ruimtelijke ordening’** aan 49 euro* per exemplaar. Bestuur/Organisatie: ............................................................................................................................ Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. Btw: .................................................................................................................................................... * Alle prijzen incl. btw, excl. verzendingskosten. Alle prijzen geldig tot 30/04/2012. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. ** Het betreft een losbladige publicatie met abonnementsformule. Bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd tegen 0,55 euro per blz, dit tot schriftelijke opzegging van het abonnement. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


kort lokaal opinie

Voldoende betaalbare kinderopvang van goede kwaliteit

H

et Vlaamse parlement bespreekt op dit ogenblik het ontwerp van decreet dat de kinderopvang van baby’s en peuters in Vlaanderen regelt. Dit decreet wil meer lijn steken in de kinderopvang: gedaan met het kluwen van types van voorzieningen, elk met eigen voorwaarden, subsidieregels en ouderbijdragen, meer transparantie is de boodschap. De Vlaamse overheid wil ook een aanbod dat tegemoet komt aan de behoefte aan kinderopvang voor alle gezinnen zonder onderscheid: voldoende, toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit. Mooi zo. Slimme lokale besturen erkennen al Iedereen kent het sociaal langer het belang van kinderopvang: het is aanhuis in zijn gemeente, wie trekkelijk voor jonge gezinnen en tweeverdieners in de gemeente, het is een noodzakelijke zal zijn weg vinden naar voorwaarde om een geloofwaardig activeringsbeeen regionaal loket? leid op poten te zetten of om mensen aan te sporen zich bij te scholen, het biedt gelijke kansen aan kinderen en brengt hen op jonge leeftijd sociale vaardigheden bij. Daarom richten veel gemeenten en OCMW’s zelf kinderopvang in of zoeken ze partners op hun grondgebied die samen met hen initiatieven willen nemen. Het nieuwe decreet speelt in op die rol van de lokale besturen. Er komen lokale loketten kinderopvang waar ouders terecht kunnen met hun opvangvraag en informatie krijgen over het aanbod op het grondgebied van de gemeente. Maar het is allemaal zo voorzichtig: in plaats van dit loket resoluut onder te brengen bij het sociaal huis als lokaal en neutraal aanspreekpunt voor alle vormen van sociale dienstverlening, laat men dit over aan het lokaal overleg met alle partners en voorzieningen. Zo’n loket kan zelfs op regionale schaal vorm krijgen. Iedereen kent het sociaal huis in zijn gemeente, wie zal de weg vinden naar een regionaal loket? Waarom is Vlaanderen niet wat ambitieuzer? Geef aan elk lokaal bestuur een budget dat voldoende groot is om een behoeftedekkend en goed aanbod kinderopvang op zijn grondgebied aan te bieden, maak elk lokaal bestuur verantwoordelijk voor de realisatie ervan, laat het zelf de partners zoeken om dit aanbod te verwezenlijken en zelf bepalen hoe het die voorzieningen op een klantvriendelijke manier zal beheren in plaats van strikte werkingsregels op te leggen. Wie de lokale besturen vertrouwt, gaat zo tewerk.

Piet Van Schuylenbergh is VVSG-directeur van de afdeling OCMW’s

Lokaal I 1 maart 2012 I 5


kort lokaal nieuws

Inflatie vreet aan Gemeentefonds Van de stijging van het Gemeentefonds met 3,5% bleef in 2011 reëel niets over. De inflatie bedroeg eind december immers 3,49%. Ruim de helft van de gemeenten gingen er qua koopkracht uit het Gemeentefonds zelfs op achteruit. Door het spel van de verdelingscriteria verschilt de evolutie van het Gemeentefonds sterk van gemeente tot gemeente. De grootste toename tussen 2010 en 2011 zien we in Hemiksem, Baarle-Hertog, Mesen en Houthalen-Helchteren (stijgingen van 7% en meer). Aan het andere uiteinde zijn er twaalf besturen waar het aandeel 2011 gewoon hetzelfde is als dat van 2010. Het gaat om Aartselaar, Brasschaat, Edegem, Kraainem, Linkebeek, Meise, Mortsel, Overijse, Schilde, Sint-Genesius-Rode, Sint-Martens-Latem en Zaventem. Elk van die gemeenten valt onder de zogenaamde waarborgregeling die garandeert dat ze door de verdeling die sinds 2003 geldt niet minder krijgen dan tevoren. Het aantal waarborggemeenten wordt elk jaar kleiner. Door de gestage groei is het Gemeentefonds in 2011 in totaal 39,27% of ruim 527 miljoen euro groter dan de som van de oude fondsen in 2002. In reële termen, dus na aftrek van de inflatie, bedraagt de groei 13,08%. Uit VVSG-berekeningen blijkt dat eind 2011 79 van de 308 Vlaamse gemeenten (ruim een kwart) een cumu-

latieve toename van het Gemeentefonds sinds 2002 kennen die lager ligt dan de inflatie. Ze gingen er dus de voorbije jaren in koopkracht op achteruit. De besturen die uitgedrukt in groeipercentage het meest baat halen uit de hervorming van 2002 zijn Herstappe (+127%), Baarle-Hertog (+126%), Lo-Reninge (+121%), Zuienkerke (+120%) en Alveringem (+111%). Ook Voeren, Mesen, Turnhout, Vleteren, Spiere-Helkijn, Vorselaar, Moerbeke, Heers en Heuvelland gaan er met 80% of meer op vooruit. Het Gemeentefonds kent niet alleen uiteenlopende evolutiepercentages, ook het bedrag per inwoner verschilt van bestuur tot bestuur. Dat heeft uiteraard te maken met de specifieke verdelingsregels die het Gemeentefonds hanteert. Bij gebrek aan officiële inwonerscijfers van 2011 werken we hiervoor met die van 2010, wat voor een aantal besturen een overschatting van het bedrag per inwoner betekent. Aan de kop staat Gent (1125 euro per inwoner), gevolgd door Antwerpen (1101), Brugge (523), Oostende (457), Leuven (417), Turnhout (406),

Genk (405) en Mechelen (403). Aan het andere uiteinde vinden we Sint-MartensLatem (97), Kraainem (106), Aartselaar (107), De Pinte (109) en Linkebeek (110). Sinds enkele jaren maakt de Vlaamse overheid het mogelijk het resultaat van de vrij ingewikkelde berekening van het Gemeentefonds in detail te volgen. De VVSG verrijkt die gegevens met de achterliggende formules en bijkomende uitleg en stelt die ter beschikking op haar website. Aan de hand daarvan kunnen gemeenten zien hoeveel ze krijgen uit de voorafnames (enkel geldig voor bepaalde centrum- en kustgemeenten), de criteria voor de centrumfunctie, de fiscale draagkracht, de open ruimte en de sociale maatstaven. In die tabel zien we ook dat zeven Vlaamse gemeenten ‘gestraft’ worden omdat ze volgens de Vlaamse overheid te weinig aanvullende personenbelasting heffen. Van Aartselaar, Beveren, De Panne, KnokkeHeist, Koksijde, Machelen en Zwijndrecht wordt in totaal 4,8 miljoen euro Gemeentefonds afgenomen. Dat bedrag wordt vervolgens herverdeeld onder de andere gemeenten. jan leroy

www.vvsg.be, knop werking en organisatie, financiën

Gemeentebelastingen blijven stabiel in verkiezingsjaar Voor het begrotingsjaar 2012 laten de meeste gemeenten hun tarieven van de aanvullende personenbelasting (APB) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OV) ongewijzigd. Dat blijkt uit een rondvraag die de VVSG deed bij alle Vlaamse gemeenten.

6 I 1 maart 2012 I Lokaal

Op het vlak van de aanvullende personenbelasting behouden 303 van de 308 besturen hun tarief. De overige vijf voeren een belastingverlaging door. Hierdoor zakt het gemiddelde tarief tot 7,16%. Als we rekening houden met het inwoneraantal per gemeente, bedraagt het gemiddelde APB-tarief 7,21%. De mediaan ligt op 8%. Als we naar de onroerende voorheffing kijken, zijn er zeven gemeenten die een verandering laten optekenen ten opzichte van 2011. Zes gemeenten voeren een belastingverlaging door, één bestuur laat het OV-tarief stijgen. Dit levert een gemiddelde op van 1340 opcentiemen. Als we dit we-

gen op basis van het inwoneraantal komen we uit bij een gemiddelde van 1350 opcentiemen. Hier ligt de mediaan op 1313 opcentiemen. Dat in totaal slechts tien gemeenten tenminste één van beide belastingtarieven in een verkiezingsjaar verlagen, is opmerkelijk. In het verkiezingsjaar 2006 deden ruim driemaal zo veel (36) besturen dat. Het bewijst de beperkte budgettaire ruimte die lokale besturen hebben. ben gilot

De tarieven van 2011 en 2012 kunt u terugvinden op www.vvsg.be, knop werking & organisatie, financiën, aanvullende belastingen.


print & web

Handboek over familiaal geweld

Handboek

Familiaal geweld

Het onlangs verschenen Handboek Familiaal geweld geeft inzicht in de problematiek van familiaal geweld in de verschillende fasen. Er worden zowel screeningsinstrumenten aangeboden Familiaal geweld als handvatten en elementen voor visie en beleid om familiaal geweld aan te pakken. Het boek is bedoeld voor praktijkwerkers en hun lijnverantwoordelijken in alle sectoren die te maken hebben met familiaal geweld: hulpverlening, justitie, politie, scholen, CLB’s, huisartsen, gynaecologen, lokale besturen, onderzoekers en studiediensten. Alle vormen van familiaal geweld komen aan bod: geweld tussen (ex-) partners, stalking, kindermishandeling, eergerelateerd geweld, geweld tussen broers en zussen, van kinderen naar hun ouders, van volwassen kinderen naar hun bejaarde ouders. Ook pleegouders, stiefouders, halfbroers en -zussen komen in het vizier.

stefan dewickere

Handboek

Lokale politie kost gemiddeld 204 euro per Vlaming Uit een studie van Dexia over de financiering van de politiezones, gebaseerd op de geëxtrapoleerde financiële gegevens van de begrotingen 2011, blijkt dat elke Belg in 2011 gemiddeld 228 euro betaalde voor de werking van de lokale politie (ter vergelijking: in 2005 ging het om 201 euro). In Vlaanderen komt dit neer op 204 euro per inwoner. In Wallonië geeft men 216 euro per inwoner uit, in het Brusselse Gewest loopt dit op tot 407 euro per inwoner. In totaal begrootten de politiezones in 2011 samen meer dan 2,47 miljard euro aan uitgaven, 1 procent meer dan in 2010. De personeelsuitgaven nemen de grootste hap uit het budget (85,2 procent), de werkingsuitgaven zijn goed voor 11,2 procent. Elke politiezone heeft twee belangrijke financieringsbronnen: de gemeentelijke (61%) en de federale (38%) toelage. Voor de gemeentelijke toelage geven alle Belgische

gemeenten samen in totaal 1,51 miljard euro uit aan de lokale politie. Dit is 140 euro per inwoner, met grote verschillen per gewest en afhankelijk van de verstedelijkingsgraad van de zone: de Brusselse gemeenten geven 273 euro per inwoner, meer dan het dubbele van de Vlaamse (129 euro) en Waalse (117 euro) gemeenten. De federale overheid stelt 942,6 miljoen euro ter beschikking van de 195 politiezones. Dit komt neer op een gemiddelde van 87 euro per inwoner, met opnieuw grote verschillen tussen de gewesten. De Vlaamse zones ontvangen gemiddeld 72 euro per inwoner van de federale overheid, bij de Brusselse zones loopt dit op tot 134 euro en bij de Waalse zones tot 98 euro. koen van heddeghem en tom de schepper

U kunt de volledige Dexia-studie raadplegen op www.vvsg.be knop veiligheid, lokale politie, financiering.

75.000 In 2011 werden bevolkingsprognoses gemaakt voor elke Vlaamse gemeente. Dit stukje bekijkt de verwachte evolutie binnen elke Vlaamse gemeente van het aantal 0- tot 12-jarigen tussen 2010 en 2020. Op tien jaar tijd komen er in het Vlaamse Gewest bijna 75.000 personen tussen 0 en 12 jaar bij, een stijging van 8%. In absolute aantallen is de stijging het grootst in Antwerpen (+21.000), Gent (+7300) en Mechelen (+2500). Ook in procenten blijft Antwerpen de primus, tussen 2010 en 2020 zal het aantal 0- tot 12-jarigen er met 28% toenemen. Na Antwerpen volgen Vleteren en Heers (+22%). www.lokalestatistieken.be

H. Blow (red.), Handboek Familiaal geweld, Uitgeverij Politeia, Brussel, 49 euro

Inspiratiegids lokaal amateurkunstenbeleid Het Forum voor Amateurkunsten en vzw Repetitieruimtes doorkruisten met 45 werkbezoeken het Vlaamse land. Via screenings wilden ze meer voeling te krijgen met het lokale veld waarin amateurkunstenaars hun hobby beoefenen; ook wilden ze de deelnemende gemeenten tips en aanbevelingen geven. Uit dit traject vloeide de publicatie De kunstzinnige vingerafdruk van je gemeente voort, een inspiratiegids voor lokaal amateurkunstenbeleid. De uitgave omvat naast de bevindingen van de trajectbegeleiding onder meer een brede waaier aan ondersteuningsmaatregelen voor amateurkunstenaars, en een bijlage over de gevolgen van de interne staatshervorming op amateurkunsten. Aan het meer theoretisch gedeelte worden tal van voorbeelden uit de praktijk en tools gekoppeld, die toelaten om het heft onmiddellijk in handen te nemen. Bestellen of downloaden via` www.amateurkunsten.be

Lokaal I 1 maart 2012 I 7


kort lokaal nieuws

daniel geeraerts

Code van goed onderhoud helpt de grootste risico’s in rioolstelsel beheren Leuven is de eerste stad in Vlaanderen waar het beheer van de riolen werd gebaseerd op een uitgebreide risico-inschatting. Leuven bracht zijn rioolnetwerk in kaart en investeerde in een rioolbeheersplan. Dankzij gerichte inspecties, onderhoud en investeringen slaagt de stad er nu in de middelen voor rioolbeheer aan te wenden waar ze het hardst nodig zijn. Dankzij preventief onderhoud wordt de levensduur van de riolen aanzienlijk verlengd en ook de wateroverlast in de stad is drastisch verminderd. Naar analogie met dit voorbeeld

werkten Vlario en de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid een vereenvoudigde tool en gebruikersmodule uit om uw rioolnetwerk te beheren op basis van een risicoinschatting. Wat is de kans op falen en wat is de impact dan? Dit wordt een onderdeel van een nieuwe Code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van riolen. Meer informatie hierover verneemt u op 20 maart tijdens de Vlariodag in Antwerp Expo. christophe claeys

www.vlario.be, knop activiteiten/ Vlario-dagen

Infrabel wil de volgende jaren zoveel mogelijk spoorwegovergangen sluiten. Volgens de woordvoerder is het ideale scenario dat alle overgangen verdwijnen. De VVSG is het daar niet mee eens en trad daarom toe tot een platform van medestanders dat onder impuls van Trage Wegen vzw tot stand kwam. Het zou overdreven zijn te beweren dat een spoorwegovergang nooit afgesloten kan worden, maar dat ze maar beter allemaal verdwijnen, is dat nog veel meer. erwin debruyne

www.tragewegen.be, e-zine januari 2012

Tot 3 maart Meld succesvolle initiatieven betreffende intergenerationele conflicten in wijken Heeft uw gemeente of vereniging een initiatief ontwikkeld dat erin geslaagd is spanningen tussen jongeren en ouderen in een sociale woonbuurt of wijk te verzachten? De Koning Boudewijnstichting en het Belgisch Forum voor Preventie en Veiligheid in de Steden bieden u de gelegenheid uw initiatief in de kijker te zetten. Stuur nog snel vóór 3 maart een e-mail naar urbansecurity@brucity.be en stel het initiatief voor in vijf tot tien regels. De geslaagde initiatieven worden als concrete actiemogelijkheden voor deze problematiek op het internet en tijdens bijeenkomsten met lokale actoren in de drie gewesten voorgesteld. www.kbs-frb.be, knop projecten

8 I 1 maart 2012 I Lokaal

layla aerts

Sluiting spoorwegovergangen mag geen automatisme worden


print & web

Handleiding ‘Luchtverontreiniging door verkeer’ De handleiding Luchtverontreiniging door verkeer helpt lokale besturen bij het bepalen van mogelijke knelpuntlocaties in de gemeente. Verder wordt ook ingegaan op de maatregelen die lokale overheden kunnen treffen om de knelpunten weg te werken. De handleiding is te downloaden via http://www.lne.be/doelgroepen/lokale-overheden, rubriek ‘so_2008-2013’, klik ‘handleidingen per thema’.

layla aerts

Meer informatie over de problematiek van luchtverontreiniging door verkeer via lieslotte.wackenier@lne.vlaanderen.be.

Bij de besparingen worden woon-werk- en woon-schoolritten maximaal gespaard.

De Lijn communiceert over besparingen De Lijn moet in 2012 opnieuw besparen. Deze inspanning moet het de vervoersmaatschappij mogelijk maken haar begroting in evenwicht af te sluiten. De besparingsmaatregelen zullen ook invloed hebben op het aanbod en de dienstverlening van het openbaar vervoer. De Lijn heeft een procedure uitgewerkt die moet leiden tot een dialoog met de gemeenten waar het aanbod wijzigt. Om de begrotingsdoelstelling te halen heeft De Lijn een evenwichtig actieplan voor 2012 uitgewerkt met drie sporen: minder uitgaven, meer ontvangsten en een afstemming van het aanbod op de vraag. Bij dat laatste worden woon-werkritten en woon-schoolritten maximaal ontzien. De aanpassingen aan het aanbod zijn steeds gekoppeld aan een grondige evaluatie op basis van het effectief gebruik, en bevatten mogelijk alternatieven voor de reizigers. Gemeenten waar het aanbod wijzigt, krijgen daar tijdig informatie over. In de mate van het mogelijke zal dit gebeuren via een voorbereidend gesprek tussen De Lijn en de betrokken burgemeesters of schepenen. De geplande maatregelen en de impact ervan worden tijdens dit overleg toegelicht en nadien schriftelijk bevestigd.

Bij kleinere aanpassingen kan De Lijn ook opteren voor een procedure die enkel schriftelijk verloopt. Als een gemeente niet binnen de afgesproken termijn reageert, gaat De Lijn ervan uit dat ze stilzwijgend instemming geeft. Alle besparingsmaatregelen zullen voorgelegd worden op beperkte openbaarvervoercommissies. Daar zullen de auditoren, de voorzitter en de betrokken mobiliteitscoördinator nagaan of de afgesproken werkwijze werd gevolgd. Deze commissie zal er ook op toekijken dat de gemeenten voldoende ingelicht werden, en er zal ook nagegaan worden of de mogelijkheid om te reageren gerespecteerd werd. erwin debruyne Mail uw vragen naar griet.similon@delijn.be en benjamin.hellinckx@delijn.be.

MInteGRATIE: over nieuwe vormen van migratie en integratie Vlaanderen is een bestemmingsregio van steeds meer migranten. Deze rijke en toenemende diversiteit beïnvloedt ‘het samenleven’ in Vlaanderen ten gronde. De bijdragen in deze publicatie bestuderen vanuit telkens een andere invalshoek welke positieve én negatieve effecten deze veranderende migraties hebben op de sociale cohesie van de samenleving, de arbeidsmarkt, het onderwijs, huwelijk en familie, de gezondheidszorg, welzijn, het religieuze landschap, waarden en normen, enzovoort. Het boek is de neerslag van het vierde congres van CeMIS, het Centrum voor Migratie en Interculturele Studies van de Universiteit Antwerpen (www.cemis.ua.ac.be). MInteGRATIE biedt een overzicht van het wetenschappelijke onderzoek over migratie en integratie, in kritische samenspraak met vertegenwoordigers van verschillende maatschappelijke velden. C. Timmerman, I. Lodewycks, E. Vanderwaeren, D. Vanheule (eds.), MInteGRATIE: over nieuwe vormen van migratie en integratie, Uitgeverij ASP, Brussel, 26,95 euro

Lokaal I 1 maart 2012 I 9


kort lokaal perspiraat

“In de praktijk ligt een decretaal kader voor de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs moeilijk doordat het om twee verschillende bevoegdheden gaat. Iedereen wil zijn eigen gebiedje afplassen, hé.” De Gentse schepen van Onderwijs Rudy Coddens (SP.A) over de samenwerking tussen voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang, en het kleuteronderwijs – Knack 8/2 “Dat lokale besturen bang zijn voor een aanzuigeffect als ze opvang voor asielzoekers organiseren, is niet helemaal onterecht. Maar de gemeenten moeten ook niet te luid roepen. Sinds de Lokale Opvanginitiatieven in het leven zijn geroepen, verdienen lokale besturen een goeie boterham aan asielopvang: aan elke 1000 euro die ze daarvoor krijgen, houden ze 200 euro over.” De voormalige topman van Fedasil Bob Pleysier – Knack 8/2 “85 procent van de OCMW’s huisvest asielzoekers in lokale opvanginitiatieven. Maar het kan niet de bedoeling zijn dat de OCMW’s de vuilnisbak van Fedasil worden.” Theo Janssens (SP.A), OCMW-voorzitter van Dendermonde en voorzitter van de afdeling OCMW’s van de VVSG – Knack 8/2 “Twijfel niet om mij te schrijven in de Wetstraat 16, 1000 Brussel. Of stuur een e-mail.” Federaal premier en Di Rupo in een open brief aan de inwoners van Bergen, waarvan hij titelvoerend burgemeester is – De Morgen 10/2 “Mijn vrouw zei nog: Schatteke, blijft gij maar gewoon burgemeester.” Eddie De Block, burgemeester van Merchtem en broer van de staatssecretaris van Asiel en Migratie, Maggie De Block (Open VLD).

10 I 1 maart 2012 I Lokaal

Kom op tegen Kanker: fiets mee van 17 tot 20 mei Kreeg u zelf van dichtbij al met kanker te maken? Persoonlijk of in uw nabije omgeving? Dan weet u dat het afzien is. Zwaarder dan gelijk welke fietstocht. De 1000 kilometer van Kom op tegen Kanker staat symbool voor die zware inspanning. Maar de 1000 kilometer is nog meer dan de langste fietstocht in Vlaanderen: het is ook een geldinzameling voor belangrijk kankeronderzoek. Zet uw stad of gemeente in beweging en fiets mee met Kom op tegen Kanker. Daarmee volgt u het voorbeeld van Brasschaat, Mechelen, Middelkerke en Grimbergen: daar leeft het besef al dat kanker willekeurig toeslaat en dat de strijd ertegen hard is. Vanuit de gemeentelijke organisatie werden vlot contacten gelegd om teams samen te stellen en fondsen voor het startgeld te werven. Inspanningen die niet opwegen tegen de wonden die kanker slaat. Ook uw gemeente kan een team fietsers leveren. Een gemeente vormt een grote gemeenschap en er is beslist wel iemand die iemand kent die kanker heeft gehad en die zich wil inzetten als eerbetoon. Praktisch: De 1000 kilometer van Kom op tegen Kanker wordt gereden tijdens het Hemelvaartweekend van 17 tot 20 mei 2012. Zin om mee te rijden met een team? Bel 02-227 69 69 of mail naar info@1000km.be. Samen met de collega’s zamelt u op de trappers geld in voor levensbelangrijk kankeronderzoek, en steekt u mensen met kanker een hart onder de riem. www.1000km.be Gil Plaquet

“Wat zal er gebeuren als de lente weer in het land komt, en het gevaar om dood te vriezen opnieuw voor een aantal maanden geweken zal zijn? De daklozen en de straatkinderen zullen nog altijd hun toevlucht zoeken in portalen, in leegstaande panden, in stations en op de banken van de stadsparken, maar ze zullen verdwenen zijn van de politieke agenda, en in de media zal men niet meer over hen schrijven.” René Stockman, generale overste Broeders van Liefde – De Standaard 9/2

Tot 30 april Praktijken over actief ouder worden en solidariteit tussen generaties 2012 is het Europees jaar voor ‘Actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties’. Europa legt daarbij het zwaartepunt bij de regionale en lokale actoren. De VVSG is op zoek naar goede praktijken binnen vijf werkdomeinen: werk, participatie van ouderen in de samenleving, gezondheid, onafhankelijk leven en solidariteit tussen de generaties. Naast een vermelding op de VVSG-praktijkenbank www.vvsg.be (praktijken van lokale besturen) maakt uw praktijk kans te worden voorgesteld tijdens de Opendeurdag van het Europees Parlement op 12 mei. Stuur uw lokale praktijk naar joris.vierendeels@vvsg.be.


nieuws

Op de Dag van de Openbare Ruimte reikte het kenniscentrum voor publieke ruimte Steunpunt Straten voor de vijfde maal de prijs Publieke Ruimte uit. Daarmee zet het de beste realisaties voor de (her)inrichting van openbare ruimten in de kijker. De jaarlijkse projectoproep leverde meer dan vijftig inzendingen op, waarvan er vijf werden genomineerd. De stad Leuven herwaardeerde de Dijle in het stadscentrum door

de inrichting van de Dijleterrassen. De stad Deinze stelde een strategisch plan op voor de openbare ruimte in de hele stadskern en zette de toon met de herinrichting van het Kerkplein en de Leiedam. In Gent stonden het vernieuwde Arbedpark Noord en de wijk Malpertuus in de kijker. En het district Berchem (Antwerpen) maakte werk van de herinrichting van de historische winkelas Driekoningenstraat-Statie-

Chak L贸pez

District Berchem betrok buurtbewoners en handelaars direct bij de verkeerscirculatie op de as DriekoningenstraatStatiestraat. De nieuwe verkeerscirculatie zorgt voor grotere leefbaarheid.

Chak L贸pez

District Berchem wint prijs Publieke Ruimte 2012

straat. Dit project werd door een onafhankelijke vakjury als laureaat van de prijs Publieke Ruimte 2012 gekozen. De jury looft het district vooral om de drastische keuze voor een nieuwe verkeerscirculatie en de directe betrokkenheid van buurtbewoners en handelaars. pieter plas

www.steunpuntstraten.be

nix

Lokaal I 1 maart 2012 I 11


de keus afvalbeleid

Vier mythes over afvalbeheer Als raadslid – nieuwbakken of al met wat kilometers op de teller – komt u vroeg of laat in contact met het afvalbeleid in uw gemeente. Een buurvrouw vertelt over haar bezoek aan het containerpark – ‘we moesten op een weegbrug rijden’ – en de gemeenteraad discussieert over de prijs van de restafvalzak. Misschien bent u zelfs lid van de raad van bestuur van de afvalintercommunale waartoe uw gemeente behoort. Afval laat in elk geval weinig mensen onberoerd: iedereen wil ervan af, en zo gratis mogelijk. We schetsen hieronder vier uitspraken waarmee u geconfronteerd kunt worden en geven wat tips over hoe u ermee kunt omgaan. tekst lieselot decalf beeld daniel geeraerts, bart lasuy

Een dure restafvalzak, betalen per kilogram afval op het containerpark… en in de krant staat dat de prijzen voor oud papier de hoogte in schieten. De gemeente wordt slapend rijk!

Sorteren is voor veel mensen een manier van leven geworden. Ze halen de plastic venstertjes uit enveloppen, verknippen kartonnen dozen zodat het werkcomfort voor de ophalers groter wordt. Die supporters moeten gemeentebesturen koesteren.

12 I 1 maart 2012 I Lokaal

De inzameling van afval is niet goedkoop. Helaas levert de verkoop van gesorteerde en recycleerbare materialen niet genoeg op om de inzameling, de sortering en de verwerking te betalen van alle soorten afval die op het containerpark terechtkomen. De prijzen voor bepaalde kunststoffen en voor papier en karton lijken inderdaad hoog, maar daartegenover staat dat het een markt is die zeer gevoelig is voor economische krimp of groei. Zodra het iets minder goed gaat met de economie, dalen de prijzen haast meteen. En het blijft zo dat een heel aantal andere fracties weinig waard zijn of zelfs geld kosten. Maar afval sorteren gebeurt niet alleen omdat het opbrengt. Bij een aantal fracties staat het belang van de volksgezondheid en het leefmilieu voorop. De gratis inzameling van klein gevaarlijk afval bijvoorbeeld houdt gevaarlijke stoffen als verven of bestrijdingsmiddelen uit de riool, de natuur of de restafvalzak.


Er ligt veel rommel op straat, en dat komt omdat we moeten betalen voor het containerpark en de restafvalzak. Uit de samenstelling van het zwerfvuil blijkt duidelijk dat het niet gaat om afval waarvoor de burger diep in zijn zak moet tasten. Zwerfvuil bestaat bijna voornamelijk uit sigarettenpeuken, kauwgom en verpakkingsafval. De eerste twee types afval wegen letterlijk en figuurlijk niet door in de restafvalzak of container, maar kunnen een bushalte wel een slordige aanblik geven. Wat het verpakkingsafval betreft, gaat het vaak om drankblikjes en flesjes, die je voor een spotprijs kwijt kunt bij de pmd-inzameling. Een pmd-zak kost maximaal 12,5 eurocent in Vlaanderen en daar kunnen veel flesjes in. En hoe zit het dan met de grotere sluikstorten? Een afgedankte koelkast kan gratis naar het containerpark. Als je bij een kleine renovatie het vrijgekomen bouwafval meteen slim sorteert (steenpuin, glas, gipsplaten…), liggen de kosten voor niet recycleerbaar afval op het containerpark meteen een stuk lager. In de meeste gemeenten kost je restafval aanbieden voor ophaling even veel als een pint op café. Die anderhalve euro is maar een fractie van de echte kostprijs. Zowat een derde betaal je zelf door de zakken aan te kopen. Als de gemeente met containers werkt, betaal je per kilogram of per aanbieding. Een ander gedeelte komt uit een forfaitaire belasting, waarbij de burger jaarlijks een bedrag betaalt voor de dienstverlening die gemeente en intercommunale opzetten. Het laatste stuk van de kosten wordt uit de algemene middelen bijgepast.

Elk bestuur vindt een nieuwe selectieve inzameling uit. Sorteren is voor veel mensen een manier van leven geworden. Ze halen de plastic venstertjes uit enveloppen, verknippen kartonnen dozen zodat het werkcomfort voor de ophalers groter wordt. Die supporters moeten gemeentebesturen koesteren. Maar het kan ook al eens de verkeerde richting uitgaan. Frietbakjes die bij een benefietavond in grote hoeveelheden vrijkomen, kunnen op dat moment best een groot aandeel vormen in de restafvalstroom, maar het is niet zinvol daar een aparte ophaling voor te organiseren. Op zich is het best mogelijk dat het om een recycleerbaar type kunststof gaat, maar de markt zal garanties willen van een grote en constante toevoer van een schone stroom voordat iemand ook maar denkt aan recycleren. En met een aparte inzameling om de bakjes achteraf bij het restafval te zetten, is niemand gebaat. Een aantal gemeenten hebben enkele jaren geleden een gelijkaardig verhaal beleefd met de selectieve inzameling van luiers. Kort nadat ze gestart waren met die nieuwe selectieve inzameling, verdween de recyclagemogelijkheid van de markt wegens economisch en ecologisch onrendabel. Andere gemeenten deden niet mee aan de nieuwe selectieve inzameling en kozen voor een sociale correctie. Inwoners met kleine kinderen kregen bijvoorbeeld een korting op hun afvalfactuur. Toen de recyclage van wegwerpluiers ophield, bleek dat uiteindelijk de duurzaamste en goedkoopste keuze te zijn.

De burger moet met elk soort afval altijd en overal terecht kunnen. De Vlaamse afvalstoffenwetgeving verbiedt expliciet de inzameling van restafval op het containerpark. Het niveau van dienstverlening in verband met huishoudelijk afval ligt in Vlaanderen echt wel hoog. Wekelijks of tweewekelijks wordt het restafval aan huis opgehaald, en ook pmd en papier en karton worden op regelmatige basis thuis opgehaald. Aan de kust ligt het

aantal ophalingen tijdens de zomermaanden een pak hoger, omdat in die periode het restafval natuurlijk evenredig toeneemt met het aantal toeristen. Daarnaast zijn er inderdaad gemeentebesturen die beslissen om tijdens de zomermaanden gft of restafval in een hogere frequentie op te halen. Een andere optie zou kunnen zijn dat mensen de kans hebben hun restafval zelf

naar een (ondergrondse) container te brengen. In dat geval is een bepaalde vorm van ‘beveiliging’ noodzakelijk. Er bestaan systemen die enkel toegankelijk zijn met een badge, zodat men kan achterhalen wie de container gebruikt. Mensen moeten de badge op voorhand aanvragen, en het gemeentebestuur kan dan bijvoorbeeld enkel toegang verlenen aan inwoners van de

gemeente. Aan de badge kan een betaalsysteem gekoppeld worden. Andere systemen zijn voor iedereen toegankelijk die een bepaald bedrag ingeeft. Dit laatste systeem vergt minder administratieve opvolging en is handig voor plaatsen waar veel toeristen en tweedeverblijvers zijn. Lieselot Decalf is VVSGstafmedewerker afvalbeleid

Lokaal I 1 maart 2012 I 13


lokale verkiezingsraad

Wat is verkiezingspropaganda, en wat niet? Wie naar de verkiezingen trekt, moet het spel volgens de regels spelen. Die regels dienen om de campagnes van de kandidaten in goede banen te leiden. Ze bepalen dat iedereen zijn verkiezingsuitgaven moet beperken, zodat alle kandidaten gelijke kansen krijgen. Alle uitgaven en financiële verbintenissen voor mondelinge, schriftelijke, auditieve en visuele boodschappen die erop gericht zijn het resultaat van een politieke partij, een lijst en de kandidaten ervan gunstig te beïnvloeden tijdens een periode van drie maanden vóór de gemeenteraadsverkiezingen (14 juli 2012), worden beschouwd als uitgaven voor verkiezingspropaganda. Ook derden mogen zulke uitgaven voor verkiezingspropaganda voor politieke partijen, lijsten of kandidaten niet doen. Worden niet beschouwd als uitgaven voor verkiezingspropaganda: • het verlenen van persoonlijke, niet bezoldigde diensten evenals het gebruik van een persoonlijk voertuig; • de publicatie van redactionele artikelen in een dagblad of een tijdschrift, op voorwaarde dat ze op dezelfde wijze en volgens dezelfde regels geschiedt als buiten de verkiezingsperiode (zonder betaling of vergoeding of belofte van betaling of vergoeding). Het dagblad of tijdschrift mag niet speciaal voor de verkiezingen zijn uitgegeven en de verspreiding en de frequentie van de publicatie moet dezelfde zijn als buiten de verkiezingsperiode; • de uitzending van programma’s met berichten of commentaren op radio of televisie, op voorwaarde dat die uitzendingen op dezelfde wijze en volgens dezelfde regels gebeuren als buiten de verkiezingsperiode, zonder betaling, vergoeding of belofte van betaling of vergoeding; • de uitzending of reeks van uitzendingen van verkiezingsprogramma’s op radio of televisie, op voorwaarde dat de vertegenwoordigers van de politieke partijen aan die uitzendingen kunnen deelnemen;

• de kostprijs van periodieke manifestaties, op voorwaarde dat ze niet uitsluitend voor verkiezingsdoeleinden worden georganiseerd en dat het om geregelde en telkens terugkerende manifestaties gaat die steeds op dezelfde wijze worden georganiseerd. Het gaat om een periodieke manifestatie wanneer deze ook in 2011 én 2010 in de sperperiode (vanaf 14 juli tot aan de verkiezingsdag) plaatsvond, of ten minste eenmaal per twee jaar in de sperperiode tijdens de jaren 2008, 2009, 2010 en 2011. Als de uitgaven voor reclame en uitnodigingen in vergelijking met het gewone verloop van een dergelijke manifestatie evenwel uitzonderlijk blijken te zijn, moeten ze bij wijze van uitzondering wel als verkiezingsuitgave aangerekend worden; • de kostprijs van niet-periodieke manifestaties die voor verkiezingsdoeleinden worden georganiseerd en waarvoor een deelnameprijs wordt aangerekend, voor zover de uitgaven worden gedekt door de inkomsten, met uitzondering van de inkomsten uit sponsoring, en voor zover het niet om uitgaven voor reclame en uitnodigingen gaat. Als de inkomsten de uitgaven niet dekken, moet het verschil als een verkiezingsuitgave worden aangerekend; • de uitgaven die tijdens de verkiezingsperiode worden verricht in het kader van een normale partijwerking op nationaal of lokaal niveau, meer bepaald voor de organisatie van congressen en partijbijeenkomsten. Als de uitgaven voor reclame en uitnodigingen in vergelijking met het gewone verloop van een dergelijke manifestatie evenwel uitzonderlijk blijken te zijn, moeten ze bij wijze van uitzondering wel als verkiezingsuitgave worden aangerekend; • de uitgaven voor de aanmaak van internettoepassingen, op voorwaarde dat de aanmaak op dezelfde wijze en volgens dezelfde regels geschiedt als buiten de verkiezingsperiode. Zie artikel 193 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet.

Volgende keer krijgt u een overzicht van de bedragen die u mag uitgeven. Stuur uw vragen in verband met de gemeenteraadsverkiezingen naar marian.verbeek@vvsg.be of gemeenteraadsverkiezingen@vvsg.be

toekomsten voor sociaal beleid

14 I 1 maart 2012 I Lokaal

toekomsten voor lokale dienstverlening

toekomsten voor vrijetijdsbeleid

toekomsten voor duurzame ontwikkeling


Toekomsten voor investeren in publieke ruimte Weinig ingrepen hebben zoveel impact als interventies in de openbare ruimte. Of het nu gaat om de inrichting en het beheer van straten, parken en pleinen, van natuur, open ruimte of water: de gevolgen reiken decennia ver. Goed weten wat u wilt oogsten, is daarom belangrijk. We kijken naar het brede beeld: stedenbouw, mobiliteit, beheer, veiligheid in al zijn aspecten, netheid, energie, ontmoeten en samenleven. Trefdag presenteert sterke visies samen met de nieuwste aanpakken.

MeerMeer info op infowww.trefdag.be op www.trefdag.be BANK BELGIE BANK BELGIE


bestuurskracht interview Peter Cabus

Vlaanderen en de gemeenten worden gelijkwaardige partners Vertrouwen in plaats van wantrouwen, ontvoogding in plaats van bevoogding, subsidiariteit, partnerschap, dialoog, die woorden lopen als een rode draad door het gesprek met Peter Cabus. De nieuwe secretaris-generaal van het departement Ruimtelijke Ordening van de Vlaamse overheid pleit voor een omslag in de verhouding met de lokale besturen. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

P

eter Cabus is sinds 1 januari 2012 secretarisgeneraal van het departement Ruimtelijke Ordening van de Vlaamse overheid. Voordien was hij kabinetschef van Philippe Muyters, Vlaams minister van onder meer Ruimtelijke Ordening. Hij is ook doctor in de economische geografie en doceert sinds 2004 ‘Space, Society and Policy’ aan de masterstudenten Geografie van de KULeuven.

Het filmpje met Peter Cabus vindt u op www.vvsg.be.

Vlaanderen wil de verhouding met de lokale besturen hertekenen. Kunt u aangeven waarom dat voor ruimtelijke ordening nodig is? ‘Vorig jaar is door het departement, op vraag van minister Muyters, een visienota opgemaakt over het beleidsveld ruimtelijke ordening. Doen we de juiste dingen? Dat was de centrale vraag. Uit de nota bleek dat er ruimte is voor verbetering. We zijn te weinig bezig met de zaken die er echt toe doen op Vlaams niveau en bemoeien ons te veel met zaken die op lokaal niveau thuishoren. Een herdefiniëring van de positie van het beleidsveld en van de taken op Vlaams niveau is nodig. Die vaststelling staat niet op zich. Het Vlaams regeerakkoord schuift belangrijke principes naar voren zoals een slagkrachtige overheid, een versneld afleveren van vergunningen. Er is de interne staatshervorming. En veel eerder was er al de ontvoogding waarbij gemeenten zelfstandig stedenbouwkundige vergunningen kunnen afleveren als ze aan vijf voorwaarden voldoen.’

16 I 1 maart 2012 I Lokaal

Wat worden de principes van de nieuwe verhouding tussen Vlaanderen en de lokale besturen? ‘We gaan naar een ruimtelijke ordening met goed gedefinieerde, complementaire taken op de drie bestuurlijke niveaus – Vlaanderen, de provincies en de gemeenten – zodat het ene niveau zich zo weinig mogelijk bemoeit met het andere. We willen geen bevoogding maar ontvoogding, geen wantrouwen maar vertrouwen. Dat betekent dat de drie niveaus elkaar niet meer terechtwijzen, dat we eerder spreken van partnerschappen dan van elkaar controleren.’ ‘Die controle, vooral van Vlaanderen op de lokale besturen, komt in veel beleidsdomeinen voor. Er mag dan wel sprake zijn van subsidiariteit, ook in onze codex ruimtelijke ordening, maar dat is veeleer de theorie. In de praktijk is alles nog heel sterk top-down gestructureerd. In de landen ten noorden van ons is er veel meer bottom-upverantwoordelijkheid. In Nederland bijvoorbeeld zijn de gemeenten het centrale bestuursniveau op het vlak van ruimtelijke ordening. Bij ons hebben ze eerder een restbevoegdheid. Die cultuuromslag proberen we nu te maken. Dat zal niet van vandaag op morgen lukken. Overigens zijn ook niet alle lokale besturen vragende partij, want vertrouwen en verantwoordelijkheid betekenen natuurlijk ook zelf de lastige beslissingen nemen waarvoor men verantwoordelijk is. Je hebt een koppeloton van gemeenten die zeggen: we hebben die bemoeienis niet nodig, we kunnen het beter zelf. En dat klopt. Bij die koplopers zitten zowel grote steden als


‘In het Witboek Interne Staatshervorming staat dat de ontvoogding in 2015 rond moet zijn. Dan zullen we alle gemeenten loslaten en moeten ze hun verantwoordelijkheid nemen. Dat zal niet manu militari gebeuren maar in overleg.’

Lokaal I 1 maart 2012 I 17


bestuurskracht interview Peter Cabus

kleine gemeenten. Het gaat niet om schaalgrootte maar om een cultuur die vaak geïnspireerd is door politieke persoonlijkheden. En die cultuur weerspiegelt zich in bestuurskracht.’ Met die koplopers bedoelt u de gemeenten die al ontvoogd zijn? ‘Inderdaad, dat zijn er momenteel een honderdtal. Daarnaast zijn er vijftig die wel aan de vijf voorwaarden voldoen maar de ontvoogding nog niet hebben aangevraagd. En er is een groep die nog een beetje hulp nodig heeft om er te geraken. Ik denk dat we met een grote groep van ongeveer 250 gemeenten zonder veel moeite aan de eindmeet geraken. En die eindmeet ligt in 2015. In het Witboek Interne Staatshervorming staat dat de ontvoogding dan rond moet zijn. Dan zullen we alle gemeenten loslaten en moeten ze hun verantwoordelijkheid nemen. Dat zal niet manu militari gebeuren maar in overleg. We zullen moeten kijken welk soort ondersteuning gemeenten nodig hebben om tot goede besluitvorming te komen. Daar bestaat niet één format voor.’

‘Uit de visienota bleek dat we te weinig bezig zijn met de zaken die er echt toe doen op Vlaams niveau en ons te veel bemoeien met zaken die op lokaal niveau thuishoren.’ Is die deadline van 2015 wel een goed idee? Elk jaar zetten meer gemeenten de stap naar ontvoogding. Zou het niet beter zijn dat proces natuurlijk te laten verlopen? ‘Als je uitgaat van subsidiariteit en vertrouwen, dan moeten de gemeenten op een bepaald moment de stap zetten. We zullen hen begeleiden en ondersteunen om aan de vijf voorwaarden te voldoen. Maar op een bepaald moment moet dat traject natuurlijk gelopen zijn.’ Wat gebeurt er met de vijftig gemeenten die de eindmeet in 2015 niet halen? ‘Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig. Misschien hebben ze niet de bestuurskracht om het alleen te halen, maar de interne staatshervorming beklemtoont nog sterker dan vroeger het spoor van de intergemeentelijke samenwerking. Denk aan wat Leiedal of IOK vandaag al doet. Misschien moet Vlaanderen die gemeenten echt bij de hand nemen zodat ze tot voldoende bestuurskracht komen. Misschien moeten we onze subsidiekanalen heroriënteren, waardoor we grotere bedragen kunnen inzetten om de laatste hindernissen te overwinnen. Je moet de zaak in elk geval ook bekijken van de kant van de burger. Die heeft recht op goede besluitvorming, waar hij ook woont.’

18 I 1 maart 2012 I Lokaal

U haalde het al aan: vijftig gemeenten voldoen aan de vijf voorwaarden en vragen toch de ontvoogding niet aan. Waarom doen ze dat niet? ‘Ik weet het niet, dat moeten we grondig onderzoeken. Een ontvoogde gemeente heeft maar 75 dagen om een stedenbouwkundige vergunning af te leveren, daar kan het mee te maken hebben. Is dat het geval, dan moeten we die krappe termijn misschien herbekijken.’ We gaan naar één vergunning op het vlak van stedenbouw en leefmilieu, de omgevingsvergunning. Legt u dat even uit. ‘Als een project een stedenbouwkundige en een milieuvergunning nodig heeft, zal dat in de toekomst met één omgevingsvergunning kunnen. Nu heb je dubbel werk. Bovendien moeten er soms twee overheidsniveaus over hetzelfde dossier een beslissing nemen: de gemeente voor het stedenbouwkundige aspect, de provincie of Vlaanderen voor het milieuaspect. Met de omgevingsvergunning moet de burger zich maar tot één bestuurlijk niveau wenden. Bovendien komt er ook één advies, van de omgevingsvergunningscommissie.’ Welk bestuursniveau wordt bevoegd? ‘Het principe is dat de gemeente de vergunning verleent. Er zijn enkele uitzonderingen wanneer de impact van het project groot is. Het concept moet nog verder uitgewerkt worden maar het komt erop neer dat dossiers waaraan een milieuvergunning voor een klasse I-inrichting is gekoppeld, naar de provincie gaan. Ook voor het stedenbouwkundig aspect. Je moet wel weten dat het aantal klasse 1-inrichtingen serieus teruggeschroefd wordt. Vandaag zijn er ongeveer 25.000. Uit de conceptnota is af te leiden dat men wil landen tussen de 5 en de 10.000. De andere worden klasse IIa-inrichtingen en daarvoor worden de gemeenten bevoegd.’ De gemeenten zullen daardoor toch een pak meer werk krijgen. ‘De gemeenten nemen vandaag al het gros van de vergunningen voor hun rekening, de stedenbouwkundige vergunningen zitten nagenoeg allemaal bij hen. Bovendien zullen die gedeclasseerde klasse I-inrichtingen in ieder geval langs de omgevingsvergunningscommissie passeren. Haar geïntegreerd advies zal een serieuze steun zijn voor de besluitvorming van de gemeenten. Die zullen dus niet per se zwaar moeten investeren in expertise voor het facet milieu. Maar we zullen dat uiteraard goed in de gaten houden.’ Komen met de taken ook de middelen mee naar het lokale niveau?


‘Een goede vraag. Daar kan ik echt niet op antwoorden, dat is een politieke beslissing. Ik stel wel vast dat sommige subsidiekanalen nog weinig gebruikt worden, misschien moeten we die heroriënteren. Maar er is meer dan alleen maar financiële steun. De digitale aanvragen voor de stedenbouwkundige en de milieuvergunning, die zullen samenkomen in de digitale omgevingsvergunningsaanvraag, zullen het werk van de gemeenten verlichten. Dat is een vorm van onrechtstreekse steun vanuit Vlaanderen.’ Wat is de timing voor de ene vergunning? ‘In de conceptnota staat 2013, dat is wellicht te optimistisch, maar ze komt eraan. Ik geloof in de ene vergunning. Het is niet enkel een procedurele aangelegenheid, maar ook een psychologische. Ruimtelijke ordening en leefmilieu zullen in de toekomst nauwer moeten sporen.’ Meer vertrouwen en partnerschap. Betekent dat ook minder beroep tegen gemeentelijke beslissingen, minder schorsingen? ‘We zullen veel meer inzetten op proactief advies, op de Vlaamse ambtenaar ruimtelijke ordening die in een vroege fase en vanuit een partnerschapsidee in dialoog treedt met het gemeentebestuur. En dan zal die dialoog vooral over de globale beleidslijnen gaan, niet zozeer over individuele dossiers omdat het aan de lokale overheid is om die af te handelen. Als we meer overleg inbouwen, op voorhand, dan moeten we nadien niet meer in beroep gaan of schorsen. Ik denk dat we daar vandaag nog te gemakkelijk naar grijpen. Het is niet aan Vlaanderen om te oordelen of een dak al dan niet plat moet zijn, dat is geen zaak van Vlaams niveau. Een lokaal bestuur is mans genoeg om te beoordelen wat kan en wat niet. Als Vlaamse overheid mogen we de stok achter de deur enkel nog gebruiken als er sprake is van een Vlaamse dimensie in het dossier en als basisregels overtreden worden, zoals bouwen in natuurgebied of kwetsbaar gebied of het negeren van processen-verbaal.’ Nu laat de goede ruimtelijke ordening een legaliteitstoets en een opportuniteitstoets toe. Blijft die laatste behouden? ‘Ik vind dat het lokale bestuur voor de lokale dossiers de lokale afweging moet maken. Ik kan me voorstellen dat er soms lokale redenen zijn om iets te doen dat misschien niet volledig in de lijn ligt van de grote Vlaamse principes, maar dat perfect lokaal verdedigbaar is. Die eigen accenten moeten kunnen, als ze goed gemotiveerd zijn. De opportuniteitstoets zou dus echt de uitzondering moeten zijn. Op die manier geven we invulling aan de ontvoogding.’

Wie neemt het initiatief om proactief samen te werken? De gemeente? Vlaanderen? ‘We hebben al informele platformen, dat zijn die atria die enkele keren per jaar worden georganiseerd en waarop lokale besturen massaal aanwezig zijn om gemeenschappelijke problemen te bespreken. Je hebt het 3PO, dat is het vergunningenoverleg. Als we die bestaande overlegorganen intelligent invullen, dan kunnen we al ver geraken in het begeleiden van gemeentebesturen naar goede besluitvorming. En een gemeente die behoefte heeft aan input, moet die kunnen vragen aan de Vlaamse overheid. Als onze ambtenaren min-

‘Er mag dan wel sprake zijn van subsidiariteit, ook in onze codex ruimtelijke ordening, maar in de praktijk is alles nog heel sterk top-down gestructureerd.’ der bezig zullen zijn met het controleren van individuele dossiers, hebben ze meer tijd om hun proactieve rol beter in te vullen. De gemeente kan dus het initiatief nemen maar evengoed kan Vlaanderen de gemeenten samenbrengen. Nu worden de atria vooral territoriaal georganiseerd, we zouden dat ook thematisch kunnen doen voor bijvoorbeeld de waterproblematiek, motorcross, militaire domeinen.’ De systematische controle van dossiers wordt vervangen door een selectieve opvolging. Wat houdt die in? ‘We willen de bestuurskracht van de gemeenten en de evolutie ervan meten. Daarvoor willen we twee instrumenten ontwikkelen. Het eerste is een bestuurskrachtmonitor, vergelijkbaar met de stadsmonitor. We hebben daar een proeftuin voor opgestart waarbij we in een eerste fase onderzoeken of er in andere beleidsdomeinen en landen concepten bestaan om bestuurskracht te meten. Met de monitor willen we aan de hand van vragen die de gemeenten invullen, een zicht krijgen op hun bestuurskracht. Een ander model zijn de visitaties, naar analogie met de visitaties van de steden. Dat was een zeer interessante formule waarbij zowel ambtelijke als politieke peers elkaar visiteerden om te zien hoe de bestuurskracht in een stad was geëvolueerd. Hetzelfde zouden we willen doen voor het beleidsdomein ruimtelijke ordening in de gemeenten. Vertrouwen is het basisprincipe maar je zult via de monitor of de visitatie wel moeten aantonen dat je dat vertrouwen waard bent, dat je doet wat op voorhand en in partnerschap is afgesproken.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal I 1 maart 2012 I 19


bestuurskracht financieel beleid

De Vlaamse begroting door een lokale bril Welke middelen trekt Vlaanderen uit voor uw sector? Zoals ieder jaar heeft Lokaal de Vlaamse begroting uitgeplozen, op zoek naar interessante lokale gegevens. Vergelijken met voorgaande jaren is deze keer veel lastiger. Een doorgedreven analyse bracht volgende zaken naar boven. tekst ben gilot beeld ilse renard, stefan dewickere

D

e Vlaamse begroting presenteert zich vanaf dit jaar in een nieuwe vorm. Door de nieuwe regels van het Rekendecreet, dat een modernisering van de Vlaamse boekhouding en begroting op het oog had, gaan de verschillende basisallocaties (kredieten) voortaan op in een begrotingsartikel. Aan ieder begrotingsartikel wordt een krediet toegewezen met telkens een toelichting bij de aanwending. Deze toelichting is echter niet altijd even uitvoerig, zodat er niet altijd exact uit af te leiden is hoeveel er naar de onderdelen van het begrotingsartikel gaat. Dit maakt een vergelijking met voorgaande jaren soms onmogelijk. Bestuurszaken Het Gemeentefonds blijft ook in 2012 groeien. Met 2098,1 miljoen euro blijft het een van de belangrijkste inkomsten van de lokale besturen. Om de welvaartsvastheid van deze subsidie te verzekeren groeit het fonds ook dit jaar. Sinds het begrotingsjaar 2005 ligt de groeivoet vast op 3,5%, wat in 2012 een stijging van ongeveer 71 miljoen euro betekent. De Elia-compensatie blijft behouden. Ze kwam er na de afschaffing van de Eliataks, een federale heffing op de elektriciteitsdistributie die het dividendverlies voor gemeenten door de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt moest compenseren. Voor 2012 blijft de Elia-compensatie behouden op 83 miljoen euro.

20 I 1 maart 2012 I Lokaal

Ook het Stedenfonds behoudt zijn jaarlijkse groei van 3,5%. De centrumsteden en de Gemeenschapscommissie in Brussel beschikken hierdoor over 136,9 miljoen euro. Met de lokale verkiezingen in het vooruitzicht reserveerde Vlaanderen 10,3 miljoen euro gespreid over 2011 en 2012. Indien nodig kan er nog geput worden uit de provisie binnenlands bestuur van 15 miljoen euro die prioritair bestemd is voor de lokale verkiezingen. Het budget voor de werkingskosten en vergoedingen van de raad voor verkiezingsbetwistingen samen met de beroepscommissie voor tuchtzaken verhoogt met 50% tot 75.000 euro. Voor de aankoop van stemcomputers trekt Vlaanderen zo’n 30 miljoen euro uit. Voor wetenschappelijke studies omtrent regionale en lokale openbare besturen is 168.000 euro vrijgemaakt. Het budget voor initiatieven ter versterking van de bestuurskracht en de bestuursefficiëntie van lokale en regionale besturen blijft gelijk op 240.000 euro. Het bedrag voor de werking van de externe audit en voor specifieke informaticaprojecten wordt opgetrokken tot 731.000 euro. Daarvan is 44.000 euro bestemd voor de verdere informatisering van de beleids- en beheerscyclus. Ter ondersteuning van duurzame en creatieve steden reserveert de Vlaamse regering voor 2012 13,5 miljoen euro. Dit krediet bevat subsidies voor originele en innoverende projecten in steden, voor het

Kenniscentrum Vlaamse Steden, voor innovatieve en originele stedelijke projecten en stadsvernieuwingsprojecten. Fiscaliteit Door het Lokaal Pact valt voor bedrijven die investeren in nieuw materieel en outillage (machines en uitrusting) de onroerende voorheffing weg. Ook voor de bouw van energiezuinige woningen geldt er een korting op de onroerende voorheffing. De inkomsten die gemeenten en provincies daardoor derven, worden door Vlaanderen volledig gecompenseerd. Hiervoor wordt er voor 2012 een bedrag van 60 miljoen euro ingeschreven, een verhoging met 16 miljoen. Internationaal beleid en toerisme Het is niet mogelijk te achterhalen welke middelen er naar het lokale Noord-Zuidbeleid gaan, omdat in het begrotingsartikel ‘draagvlakversterking voor internationale samenwerking’ de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking begrepen is, zonder het krediet nader te specificeren. Het begrotingsartikel, dat ook de subsidies voor sensibilisatie en ontwikkelingseducatie bevat, laat wel een vermindering optekenen. Het budget voor projecten omtrent de herdenking van de Eerste Wereldoorlog blijft behouden op 100.000 euro. Ter ondersteuning van het Kunststedenactieplan en het impulsprogramma Vlaamse Kust staan er alleen vereffeningskredieten in de begroting. Nieuwe projecten zijn dus niet mogelijk.


Het is niet mogelijk te achterhalen welke middelen er naar het lokale Noord-Zuidbeleid gaan, omdat in het begrotingsartikel ‘draagvlakversterking voor internationale samenwerking’ de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking begrepen is, zonder het krediet nader te specificeren.

Economie en Werk De vijf Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden (ERSV’s) zien hun werkingssubsidies met 1,9% tot 901.000 euro stijgen. De subsidie voor de loonkosten stijgt met 2% tot 4,4 miljoen euro. De ERSV’s coördineren het socio-economisch streekontwikkelingsbeleid. Ze faciliteren daarmee in hun provincie de werking van RESOC’s en SERR’s.

De diensten voor gezinszorg, oppashulp, lokale dienstencentra enzovoort kunnen in 2012 rekenen op 587,4 miljoen euro. Een verhoging met meer dan tien procent. De subsidie voor gesubsidieerde contractuelen bij plaatselijke overheden strandt ook dit jaar op 218,2 miljoen euro. Ze wordt dus zelfs niet geïndexeerd. Daardoor wegen de loonkosten van deze groep almaar zwaarder voor de gemeenten en OCMW’s. De subsidies voor de sectorconvenants worden weer verhoogd tot 6,2 miljoen euro. In 2012 wordt het tweejaarlijkse convenant 2010-2011 uitzonderlijk met één jaar verlengd om een nieuw convenant (2013-2014) in een nieuw beleidskader optimaal te kunnen voorbereiden. Voor de lokale besturen is onder de naam Diverscity al enkele jaren een dergelijk convenant actief.

Het krediet voor de financiering van de arbeidsduurvermindering en -herverdeling in de openbare sector bedraagt net als in 2011 12,3 miljoen euro. Welzijn en sociaal beleid Vlaanderen verdeelt de subsidies voor de bouw van woonzorgcentra via het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Klassiek waren dat eenmalige kapitaalsubsidies. Hiervoor wordt in 2012 voor ouderenvoorzieningen 4 miljoen euro uitgetrokken (zelfde bedrag als 2011), voor verzorgingsvoorzieningen 6,1 miljoen euro (-39,4%) en voor centra voor geestelijke gezondheid 8 miljoen euro (blijft gelijk). Sinds enkele jaren geldt er een ander systeem: besturen financieren de bouw zelf en krijgen vervolgens twintig jaar lang een subsidie om een deel van de leninglasten te dragen. De budgetten van de alternatieve financiering stijgen intussen. Zo bedraagt het budget voor ouderenvoorzieningen 50 miljoen euro (+30,1%) en voor verzorgingsvoorzieningen 34,8 miljoen euro (+7%). Wat van al deze bedragen precies naar door OCMW’s georganiseerde voorzieningen gaat, valt uit de begrotingsdocumenten niet te achterhalen. De diensten voor gezinszorg, oppashulp, lokale dienstencentra enzovoort kunnen in 2012 rekenen op 587,4 miljoen euro (+10,7%). Ook het budget van de dagverzorgingscentra en centra voor kortverblijf stijgt. Zij ontvangen 8,8 miljoen euro of zo’n 1,4 miljoen euro meer. De subsidie animatiewerking van de erkende rusthui-

Lokaal I 1 maart 2012 I 21


bestuurskracht financieel beleid

Vlaanderen blijft de aanleg van fietspaden en het veiliger maken van schoolomgevingen stimuleren. Zo’n 49,8 miljoen euro (-0,2%) heeft het hiervoor veil.

zen verhoogt ook tot 40,7 miljoen euro (+1,8%). De dotatie voor Kind en Gezin stijgt met 10% tot 495,2 miljoen euro. Wat betreft lokaal sociaal beleid is de toelichting bij de Vlaamse begroting beperkt tot: ‘De lokale besturen worden ondersteund bij de uitvoering van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid.’ Daarnaast vermeldt de begroting voor de VVSG een wer-

cultuurcentra en gemeentelijke cultuurbeleidsplannen. Ook Locus (1,5 miljoen euro) en Bibnet (2,8 miljoen euro) vallen onder dit begrotingsartikel. Concertgebouw Brugge krijgt 444.000 euro (+0,7%). De middelen voor de cultureel-erfgoedconvenants stijgen licht tot 6,6 miljoen euro. In 2011 werden er 21 convenants afgesloten waarbij 94 gemeenten betrokken waren. Deze lopen nog tot 2014.

Na een vermindering van vijf procent in 2010 worden de middelen voor de aanleg van rioleringen niet verhoogd. Extra middelen zijn echter wel noodzakelijk. kingssubsidie voor een ondersteuningsen vormingsaanbod voor lokaal sociaal beleid, voor lokale ouderenbeleidsparticipatie, voor de kwaliteitsbevordering van de werking van OCMW’s en voor de lokale animatiewerking, zonder te specificeren hoeveel deze subsidie bedraagt. Cultuur Het budget voor Cultuurgemeente van Vlaanderen klokt af op 406.000 euro, een bedrag dat evenwel gedeeld wordt met grootschalige cultuurevenementen. De middelen voor lokaal cultuurbeleid worden geïndexeerd en komen op 99,9 miljoen euro. Hierin zitten onder andere de subsidies voor openbare bibliotheken,

22 I 1 maart 2012 I Lokaal

Sport en jeugd De dotatie voor de gemeentelijke sportdiensten via Bloso stijgt door de indexering tot 14,7 miljoen euro. De subsidie voor Sportgemeente van Vlaanderen valt niet te achterhalen uit de begroting, wel dat hiervoor 53.000 euro gedeeld moet worden met de campagne Ventousiast-Ventourist. De subsidie voor lokaal jeugd(werk)beleid wordt geïndexeerd tot 20,6 miljoen euro. Milieu Voor de aanleg van gemeentelijke rioleringen en de bouw van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties blijft er 107,1 miljoen euro beschikbaar. Na de

vermindering met 5% in 2010 worden deze subsidies dus niet verhoogd. Nochtans zijn voor vele gemeenten structureel extra middelen noodzakelijk. Hier is dus dringend een langetermijnvisie voor sluitende financiering nodig. Voor gemeentelijke erosiebestrijdingsinstrumenten en -maatregelen wordt, na indexatie, 1,4 miljoen euro uitgetrokken. De toelage voor landinrichtingswerken bedraagt 1,5 miljoen euro. De gemeenten delen deze toelage met de provincies, polders en wateringen. Ter uitvoering van de milieuconvenanten wordt er zo’n 22,5 miljoen euro (-2 miljoen) vastgelegd. Er worden opnieuw geen middelen gereserveerd in het Rubiconfonds, dat gespijsd moet worden met de planbaten van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die nieuwe bedrijventerreinen bestemmen, of door een dotatie van de Vlaamse overheid. Uit dit fonds konden lokale waterbeheerders (ook gemeentebesturen) subsidies aanvragen voor projecten tegen wateroverlast. Mobiliteit De regeling voor de financiering van schuilhuisjes blijft behouden. Voor een standaardtype betaalt De Lijn 75% en de gemeente de resterende 25%. Indien de gemeente eigen schuilhuisjes ontwerpt, beperkt De Lijn haar bijdrage tot 75% van het grootste standaardtype. De rest van de kosten is voor de gemeente. De hele subsidiepot bedraagt 94.000 euro (+2,2%), eerder symbolisch van aard dus. De subsidie aan de gemeenten betreffende het mobiliteitsconvenant blijft ongewijzigd op 996.000 euro. Deze subsidie dient voor de opmaak en aanpassing van mobiliteitsplannen en/of de loonkosten van de gemeentelijk mobiliteitsambtenaar hiervoor, en voor het flankerend beleid. Vlaanderen blijft de aanleg van fietspaden en het veiliger maken van schoolomgevingen stimuleren. Zo’n 49,8 miljoen euro (-0,2%) heeft het hiervoor veil. Ruimtelijke ordening en wonen Voor projecten binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt er 2,1


miljoen euro uitgetrokken. 1,3 miljoen daarvan dient ter financiering van projectcoördinatoren. De overige 830.000 gaat naar de verwerving van gronden of

voortzetting van de ontvoogding van de gemeenten voor hun opdrachten op het vlak van ruimtelijke ordening. Daarnaast worden gemeenten er ook mee aange-

Nieuw in de begroting is een budget van 800.000 euro om gemeenten te ondersteunen in het kader van de interne staatshervorming en de lokale handhaving. constructies voor strategische projecten, wat een vermindering inhoudt met 17%. Nieuw in de begroting is een budget van 800.000 euro om gemeenten te ondersteunen in het kader van de interne staatshervorming en de lokale handhaving. Deze middelen zullen onder andere worden ingezet voor de versnelde

moedigd een handhavingsbeleid te ontwikkelen en te voeren. De som van subsidies voor opmaak gemeentelijk structuurplan, eerste vergunningenregister, opleiding en betaling stedenbouwkundige ambtenaren, ruimtelijke uitvoeringsplannen, opmaak inventaris onbebouwde percelen en sane-

ring leegstaande bedrijfsruimtes stijgt met 3% tot 8 miljoen euro. Maar dit is inclusief een subsidie die niet naar lokale besturen gaat, namelijk die voor de aankoop van allerhande specifieke toestellen en apparatuur voor ruimtelijke ordening. De ondersteuning voor lokaal woonbeleid vermeerdert tot 5,9 miljoen euro (+circa 26,3%). Deze middelen worden ingezet voor de bestaande intergemeentelijke samenwerkingsverbanden wonen. In 2012 worden er geen bijkomende samenwerkingsverbanden ondersteund. Inzake landschapszorg maakt de toelichting bij het budget van 1,9 miljoen geen onderscheid tussen wat er naar gezinnen, provincies of gemeenten gaat. Ook bij de subsidies voor monumentenzorg en de subsidies voor intergemeentelijke archeologische diensten en erfgoedverenigingen duikt dat probleem op. Ben Gilot is VVSG-stafmedewerker gemeentefinanciën advertentie

DOE LIEVER IETS ZINVOLS, NEEM EEN KOFFIEPAUZE

U weet het vast: een koffiepauze is onmisbaar voor het welzijn van uw collega’s. Vandaag, met Puro Fairtrade Coffee, worden koffiepauzes nóg zinvoller. Als u kiest voor Puro koffieautomaten, engageert u zich om, kopje per kopje, bij te dragen tot het verbeteren van de werkomstandigheden van de koffieproducenten in het Zuiden en meteen ook het tropisch regenwoud te beschermen tegen ontbossing.

INFO: 0800/44 0 88

www.zinvollepauze.be

Lokaal I 1 maart 2012 I 23


praktijk

GENT – Op het Civitas Forum in het Portugese Funchal ontving de stad Gent op 17 oktober 2011 de prestigieuze ‘CIVITAS Award for Public Participation’ voor haar internationaal gewaardeerde participatiebeleid van de burger bij grote en kleine mobiliteitsprojecten. Dankzij de steun van CIVITAS kon Gent zijn relatie met zijn burgers nog aanscherpen en hen op verschillende manieren bij de grote en kleine stadsprojecten betrekken.

gfs

Gent wint CIVITAS-prijs voor publieke participatie

H

et Project Gent SintPieters is een van de grootste projecten waarbij de inwoners nauw betrokken zijn. Met dit project wil Gent het station en zijn ruime omgeving aanpassen aan de behoeften van de 21ste eeuw. De uitdaging bestaat erin een vlotte, leefbare en aangename omgeving te ontwikkelen waarin de verschillende vervoersmodi beter op elkaar afgestemd zijn. Het project is een samenwerking tussen NMBS-Holding, Infrabel, Eurostation, De Lijn, het Vlaamse Gewest en de stad Gent.

Infopunt en Minder-Hindervergaderingen Om elke Gentenaar en pendelaar grondig en tijdig te informeren over de grote werken en de bereikbaarheid tijdens de opwaardering van de Gentse stationsbuurt hebben de Gentse stadsdiensten en de projectpartners een communicatie- en sensibiliseringsplan uitgewerkt. Behalve een website met alle informatie over de werken hebben ze

24 I 1 maart 2012 I Lokaal

een Infopunt opgericht. Dit informatiecentrum bevindt zich in een paalwoning op een zeer zichtbare plaats naast het huidige stationsgebouw. Iedereen kan er terecht met vragen, meldingen en klachten over de werken aan het station. Tweewekelijks vinden er Minder-Hindervergaderingen plaats waar de veiligheid voor fietsers, voetgangers en bewoners, en de klachten en verzuchtingen van de buurt ter sprake komen. Omleidingen en andere ingrepen op het openbaar domein worden tijdig via bewonersbrieven en het web aan de belanghebbenden meegedeeld. Klankbordgroep De klankbordgroep is een participatief forum waarmee de inwoners van de stationsbuurt bij het project betrokken worden. Vertegenwoordigers van belangengroepen uit de stationsbuurt zoals de buurtcomités, scholen, milieugroeperingen, de fietsers- en voetgangersbond maar ook Taxistop en de projectpart-

ners maken er deel van uit. Zij komen zes keer per jaar samen om kennis uit te wisselen, standpunten te verduidelijken en voorstellen of suggesties te doen. Zo wordt de bewustwording van en de appreciatie voor de ingrepen bij het publiek en de belanghebbenden verhoogd. Via dit forum kunnen de vertegenwoordigers de klachten van hun achterban formuleren en worden die snel behandeld. Filip De Rynck, docent bestuurskunde aan de Hogeschool Gent, was van 2006 tot en met 2010 voorzitter van de klankbordgroep. Sinds januari 2011 is Herwig Reynaert, doctor in de Politieke Wetenschappen, voorzitter. De vertegenwoordigers worden per mail uitgenodigd en ontvangen het digitale verslag. Iedereen kan de verslagen inkijken op de website. Ad hoc informatie- en inspraakmomenten Het Infopunt en de cel Gebiedsgerichte werking van de stad Gent coördineren, onder-

steunen en organiseren geregeld informatie- en inspraakinitiatieven om een breed publiek bij het project Gent Sint-Pieters te betrekken. De formule gaat van de klassieke hoorzitting, bewonersbrieven en papieren enquêtes tot en met Facebook en Twitter. De initiatieven zoals dialoogcafés, informatiemarkten en -vergaderingen en werfbezoeken vinden altijd plaats in de buurt van het stationsplein. Voor de dialoogcafés ontvangen de buurtbewoners een folder met informatie over de projecten. Ze worden uitgenodigd om hun wensen en ideeën te formuleren over bijvoorbeeld de invulling van het openbaar domein. Op een infomarkt kunnen de bezoekers alle projectpartners op hun stand ontmoeten en er specifieke vragen stellen. Tijdens informatiemomenten in een grote zaal in de buurt van het stationsplein kan iedereen kennismaken met nieuwe projecten. Tweemaal per jaar worden er ook werfbezoeken georganiseerd. Deze worden aange-


Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

www.civitasgent.be, www.projectgentsintpieters.be

kondigd op de website en in de nieuwsbrief, het stadsmagazine en Metro. Organisaties kunnen een eigen werfbezoek aanvragen. Geïnteresseerden die niet op de informatie- en inspraakmomenten aanwezig zijn, kunnen ook altijd terecht op de gebruiksvriendelijke website. Digitale inspraak Om de moeilijk te bereiken groep jongeren tussen 18 en 29 jaar, Gentenaars van buiten de stationsbuurt en niet-Gentenaars te bereiken organiseerden de projectpartners een online-enquête tussen 14 september en 23 oktober 2011. Voor dit proefproject kregen de partners ondersteuning van Talking Heads, Social Media Agency en Netlash-bSeen en Digital Agency. De website www. projectgentsintpieters.be werd als centraal platform gebruikt. Een visualisatie van de vraag ‘Beslis mee hoe de nieuwe parken en pleinen aan Gent Sint-Pieters eruit zullen zien’ werd gekoppeld aan een online-enquête waar bezoekers hun mening konden geven. Deze enquête kon worden gedeeld met de

eigen vrienden via Twitter, LinkedIn, Facebook en Send to a friend. Facebookadvertenties en advertenties via Google Adwords zorgden voor een grote instroom aan bezoekers. Er werd een beroep gedaan op twitterambassadeurs zoals burgemeester Daniël Termont. De digitale enquête was een groot succes met 473 reacties. Fietstrommelproject Ook in kleinschalige projecten wordt de burger gehoord. In nogal wat Gentse buurten hebben bewoners niet de ruimte om hun fiets een beschutte plek te geven. De stad Gent testte van eind 2010 tot midden 2011 in zeven Gentse straten uit of fietstrommels hiervoor een oplossing zijn. Bewoners konden aan het proefproject deelnemen door een half jaar een plaatsje in een door de stad geplaatste fietstrommel in hun buurt te huren. Na afloop van de testperiode werden zowel de gebruikers als de omwonenden uitgebreid ondervraagd over hun ervaringen met de fietstrommels. De resultaten van deze test waren zo positief dat er in 2012 twintig nieuwe fietstrommels aangekocht en geplaatst worden. Geïnteresseerden kunnen nu een fietstrommel in hun buurt aanvragen. De stad onderzoekt momenteel alle aanvragen en kijkt of er een geschikte plaats kan worden gevonden.

toekomsten voor sociaal beleid

toekomsten voor lokale dienstverlening

toekomsten voor participatie en actief burgerschap

inge ruiters

Lokaal I 1 maart 2012 I 25


werkveld ouderenzorg

26 I 1 maart 2012 I Lokaal


Woonzorgcentrum ter Bleeke in Malle

Een huis in het dorp Het nieuwe OCMW-woonzorgcentrum ter Bleeke ligt op een boogscheut van het centrum van Oostmalle. Het wil een open huis zijn voor de hele gemeenschap: er is niet één jongere in de gemeente die er nog niet is binnengeweest. ‘Alleen door een huis te zijn in het dorp kunnen we de hardnekkige negatieve beeldvorming over woonzorgcentra de wereld uit helpen,’ zegt directeur Jan Flament. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

‘Ik kom net uit de Clivia en die mijnheer is met mij mee naar buiten gekomen,’ zegt een mevrouw aan de onthaalmedewerker. Die kijkt even over de balie. ‘Dat is geen probleem, mevrouw,’ antwoordt ze, ‘Roger is op weg naar de cafetaria. Maar toch bedankt dat u het even zegt. Dag, Roger.’ ‘We hebben nogal wat ouderen met dementie in ons woonzorgcentrum,’ zegt directeur Jan Flament me even later in zijn kantoor. ‘Het is belangrijk dat zij niet zomaar naar buiten kunnen wandelen. De eerste en belangrijkste barrière is de cijfercode die iemand moet intikken om de buitendeur van onze leefeenheden Clivia en Sanseveria te ontgrendelen. De uitleg staat op een papiertje naast de deur. Iemand die geen dementie heeft, kan de deur dus makkelijk openen. Natuurlijk kan een bewoner met dementie met iemand anders meeglippen. Om dat te voorkomen hebben alle ouderen met dementie een dwaaldetectiebandje. Als ze door de deur van de leefeenheid naar buiten lopen, krijgen de verpleegkundigen een signaal. Als dat om de een of andere reden niet zou werken, wat nog nooit gebeurd is, zijn er nog onze onthaalbedienden.’ Alles gelijkvloers Wat meteen opvalt als je de parkeerplaats van woonzorgcentrum ter Bleeke oprijdt, is de grootte van het gebouw. Hier wonen nochtans ‘maar’ zestig ouderen, 55 vaste bewoners en vijf tijdelijke in kortverblijf. Maar ze wonen allemaal

gelijkvloers. ‘Dat is een fundamentele keuze,’ verduidelijkt Jan Flament. ‘Onze bewoners zijn geen stadsmensen, ze zijn het niet gewend op een verdieping te wonen. Als je twee of meer bouwlagen hebt, heb je ook verschillende soorten kamers: met zicht op de tuin en zonder. Dat wilden we niet, hier heeft iedereen dezelfde kamer. Dat er geen trappen of liften nodig zijn, verhoogt ook de toegankelijkheid. En voor de brandveiligheid is het een groot pluspunt: de evacuatie van

uit. Het lokaal voor de verpleegkundigen bevindt zich direct bij de ingang van elke leefeenheid. De twee binnentuinen zijn obstakelvrij aangelegd, er zijn geen open waterpartijen, er staan geen giftige planten. In de zomer worden de stoelen uit de woonkamers buiten gezet, onder het zonnescherm. Doordat de tuinen volledig afgesloten zijn, kunnen bewoners met dementie er zich vrij bewegen. Er is geen kans op vlucht- of dwaalgedrag. ‘Dat was vroeger anders,’

Zowel in Clivia als in Sanseveria wonen mensen met en zonder dementie door elkaar. In het vroegere gebouw kon dat niet anders, er was geen mogelijkheid tot splitsen, nu is het een keuze. de bewoners bij brand is een fluitje van een cent.’ Die keuze heeft natuurlijk gevolgen. Niet enkel moest een voldoende groot terrein aangekocht worden, de grotere dakoppervlakte en het grotere funderingsvolume leidden ook tot hogere bouwkosten. Het had heel wat voeten in de aarde om alle betrokken partijen hierover met de neuzen in dezelfde richting te krijgen. De twee leefeenheden van dertig bewoners zijn elk gebouwd rond een grote, gesloten binnentuin. Alle kamers en de gemeenschappelijke ruimten kijken erop uit. De gang ligt aan de buitenkant en loopt in een vierkant helemaal om de kamers heen: verdwalen is onmogelijk, je komt telkens weer op je vertrekpunt

zegt bewoonster Annie. ‘In ons oude gebouw konden we ook buiten zitten aan de voor- of de achterzijde maar we moesten altijd uitkijken dat onze medebewoners met dementie niet wegliepen.’ Huiselijke sfeer Dat is nog een belangrijk kenmerk van ter Bleeke: er is geen aparte leefeenheid voor personen met dementie. Zowel in Clivia als in Sanseveria wonen mensen met en zonder dementie door elkaar. In het vroegere gebouw kon dat niet anders, er was geen mogelijkheid tot splitsen, nu is het een keuze. ‘We maken alleen een onderscheid tussen mensen die nog vrij goed hun plan kunnen trekken en zwaar zorgbehoevende bewoners.

Lokaal I 1 maart 2012 I 27


werkveld ouderenzorg

Beide leefeenheden hebben twee woonkamers, van elkaar gescheiden door een kleine keuken. De ene is voor de bewoners die nog een behoorlijke mate van zelfstandigheid hebben. Een persoon met beginnende dementie kan daar nog perfect in functioneren. De andere woonkamer is voor de mensen die meer begeleiding nodig hebben omdat hun zorgvraag groot is of omdat hun gedrag heel storend is. Bewoners kunnen dus wel van woonkamer verhuizen maar ze blijven altijd in dezelfde kamer wonen, dat is een groot voordeel.’ De kamers zijn gezellig. Er is niet gekozen voor typisch woonzorgcentrummeubilair of voor een compromis tussen

Annie. ‘Dan stonden we op de gang te wachten en een praatje te maken. Elke dag was het de vraag wie nu weer de eerste zou zijn om zich te wassen.’ Weg met het negatieve beeld Ter Bleeke ligt op een boogscheut van het centrum van Oostmalle. Dat is heel comfortabel voor de bewoners die alleen of met familie eens willen winkelen of een terrasje doen. Het maakt het ook makkelijker om het dorp in het woonzorgcentrum te halen. Jan Flament: ‘We hebben al vele jaren een traditie om samen te werken met kinderen en jongeren. Kleuters komen turnen met de bewoners, kinderen van de lagere school

Dat iedereen hier over de vloer komt, is het beste wat kan gebeuren om de negatieve beeldvorming over woonzorgcentra te counteren. esthetiek en makkelijk onderhoud. Het criterium is: zou ik deze stoel of tafel ook bij mij thuis zetten? De huiselijke sfeer komt tot uiting in de gemeenschappelijke woonkamers, maar ook op de individuele kamers. Mensen kunnen hun eigen meubilair meebrengen. Elke kamer heeft een badkamer met toilet en inloopdouche. Op de vroegere locatie moesten bewoners de sanitaire ruimtes delen. ‘Maar dat was ook plezant,’ lacht

28 I 1 maart 2012 I Lokaal

komen knutselen, organiseren een quiz, geven een optreden. De vijf middelbare scholen van Malle hebben hier inleefof leefsleutelprojecten in het kader van de lessen godsdienst of sociale vaardigheden. We hebben een samenwerking met het buitengewoon onderwijs, een groep jongeren met autisme komt wekelijks langs. Er is niet één jongere in de gemeente die hier nog nooit is geweest. We willen echt een huis in het dorp zijn.

Kom binnen, kom kijken, hier wonen normale mensen, dit is geen halve gevangenis. De vooroordelen tegenover woonzorgcentra moeten echt worden weggewerkt.’ In hetzelfde complex als het woonzorgcentrum zijn ook twintig assistentiewoningen en het lokaal dienstencentrum de Ring ondergebracht. Die drie functies moeten decretaal dan wel strikt van elkaar gescheiden worden – ze hebben ook elk een aparte ingang –, in de praktijk is er natuurlijk een wisselwerking. Dat blijkt als we een kijkje nemen in de cafetaria van het woonzorgcentrum. ‘Daar zitten enkele bewoners van het woonzorgcentrum samen met enkele serviceflatbewoners. Aan die tafel zitten enkele bezoekers. En dat groepje ginder zijn enkele van onze vrijwilligers,’ wijst Jan Flament aan. ‘Dat iedereen hier over de vloer komt, is het beste wat kan gebeuren om de negatieve beeldvorming over woonzorgcentra te counteren. Want wie is de grootste dupe van dat negatieve beeld? De oudere die niet meer zelfstandig kan wonen maar toch blijft vasthouden aan de eigen woning, zelfs als de situatie schrijnend is.’ Voldoende is niet genoeg Het nieuwe woonzorgcentrum is sinds 1 december 2010 in gebruik. Sindsdien is de wachtlijst geboomd. Ook de vijf kamers voor kortverblijf zijn constant bezet. Het lokaal dienstencentrum heeft heel veel vrijwilligers aangetrokken en ook het woonzorgcentrum zag zijn vrijwilligersbestand groeien. Jan Flament: ‘Onze infrastructuur geeft ons een boost, maar de belangrijkste factor blijven onze medewerkers. Als de zorg niet goed is, dan blijven de mensen niet. We streven naar “excellence”, met een voldoende nemen we geen genoegen. En dat geldt voor al onze medewerkers. Onze schoonmaaksters en onze mensen in de keuken zijn minstens even belangrijk als de anderen. Als het huis niet proper is of als de maaltijden niet te eten zijn, dan mag de rest zijn wat het wil, de perceptie zal altijd negatief zijn.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


werkveld leven en welzijn

Sportieve kinderopvang

Voor sportverenigingen zorgt de samenwerking met de buitenschoolse kinderopvang voor een verbreding van de doelgroep, het kan nieuwe leden opleveren of extra inkomsten.

Vlaamse jongeren bewegen te weinig. Dat heeft verschillende redenen: ze worden niet genoeg gesteund door ouders, ze willen zich niet aansluiten bij een club, ze hebben weinig sportief talent en voelen zich er daarom niet welkom. Waarom dan kinderen in de buitenschoolse kinderopvang niet aanzetten om meer te sporten en ze zo de weg naar een sportvereniging tonen? tekst ann lobijn beeld layla aerts

S

port en kinderopvang zijn twee werelden, twee culturen met eigen gewoonten, regels en spelers. Bij de recreatieve sportverenigingen vind je vooral vrijwilligers, terwijl de kinderopvang bijna uitsluitend met professionele begeleiders werkt. Samenwerken kost dus moeite. Iedereen zal overtuigd moeten zijn van de voordelen. Maar of de samenwerking nu beperkt is tot het huren of gebruiken van de sportaccommodatie, of net heel uitgebreid is, voordelen zijn er wel degelijk. Voor sportverenigingen is de samenwerking met de buitenschoolse kinderopvang vooral een verbreding van de doelgroep, het kan nieuwe leden opleveren of extra inkomsten. Wanneer de kinderopvangvoorzieningen hen aan-

spreken, kunnen ze zo’n kans niet laten liggen. Hun missie is immers mensen aan te zetten tot beweging. De kinderopvang wil via samenwerking vaak een overbezetting wegwerken en tegelijk het opvangaanbod aantrekkelijker maken. Initiatieven voor buitenschoolse kinderopvang hebben goede en bereikbare plaatsen om te sporten nodig. Kinderopvangorganisaties die een sportruimte gebruiken, krijgen er zo een extra buitenruimte bij of een ruimte die mogelijkheden biedt om sport en spel aan te bieden, wat in de eigen infrastructuur steeds moeilijker wordt. Ook voor kinderen en ouders is de samenwerking aantrekkelijk. Sport- en spelactiviteiten maken de opvang voor

de kinderen prettiger, meer beweging helpt obesitas voorkomen en is goed voor de gezondheid. Sport en kinderopvang is dus in veel opzichten een interessante combinatie. Lokale praktijk Heusden-Zolder In Heusden-Zolder coördineert het OCMW de buitenschoolse kinderopvang. De initiatieven voor buitenschoolse opvang zijn ingedeeld in drie clusters en gespreid over zeven locaties. De ene vestiging ligt al iets dichter bij bestaande sportinfrastructuur dan de andere. Door een hoog bezettingscijfer bij de kinderopvang in deelgemeente Eversel zocht het initiatief naar een aanbod van keuzemogelijkheden in crea, spel en sport. De sportdienst zag hier direct een kans in om onmiddellijk na schooltijd sport aan te bieden. Dit aanbod zou gecreëerd worden door gekwalificeerde lesgevers. De lokale sportclubs werden er als ideale partner mee bij betrokken. Door hun medewerking zouden ze extra punten kunnen verdienen in het specifieke subsidiereglement. Ook de betaling

Lokaal I 1 maart 2012 I 29


werkveld leven en welzijn

van de begeleiders kon gebeuren via de sportdienst op basis van de BLOSO-verloningstabel. Het proefproject in Eversel ging van start in de lokale sporthal, telkens op maandag van 15.30 tot 17.00 uur. Het ging om een aanbod voor maximaal 20 lagereschoolkinderen (6-12 jaar). De inschrijvingen gebeurden via de kinderopvang en bij te kleine of grote aantallen werd de sportdienst verwittigd. De deelnameprijs was gelijk aan het gewone opvangtarief in de gemeente: € 0,92 per halfuur. De verplaatsing naar de sporthal, die trouwens verzekerd is via de kinderopvang, wordt georganiseerd door een begeleider van de kinderopvang en een sportmonitor. Ze nemen de deelne-

maken, het project openstellen als stageplaats voor studenten LO en clubs prikkelen met een verhoogd subsidiebedrag. Lokale praktijk Olen Ook in de Kempense gemeenten Olen en Herenthout combineren ze sport en kinderopvang om de overbevolking in de kinderopvang weg te werken. In Olen kwam er een SportSNACK, Sportief Naschools-ACtieve Kids. Zo krijgen kinderen uit het basisonderwijs de kans om te bewegen tijdens de naschoolse opvang. De gemeente (sportdienst en kinderopvang), de scholen, sportraad en clubs en de FOLLO-leerkracht staan borg voor al deze plannen en acties. Samen realiseren ze een aanbod in drie locaties, telkens in

Sport- en spelactiviteiten maken de opvang voor de kinderen prettiger, meer beweging helpt obesitas voorkomen en is goed voor de gezondheid. Sport en kinderopvang is dus in veel opzichten een interessante combinatie. mers te voet mee naar de sporthal. Op de terugweg gaat enkel de begeleider van de kinderopvang mee. Kinderen kunnen na het sporten wel direct in de sporthal afgehaald worden door de ouders. De activiteiten worden voornamelijk aangeboden door de lokale sportclubs. Ook via Vlabus en de eigen sportdienst worden er mensen ingeschakeld. Rekening houdend met de verwachtingen van de deelnemers wordt er om de vijf weken een andere sport aangeboden, zo wordt er een mooi aanbod van initiaties gecreëerd. De kosten, die trouwens niet zo hoog uitvallen, worden betaald via het hoofdstuk anders georganiseerd sporten van het sportbeleidsplan en met middelen uit het lokaal flankerend onderwijsbeleid. Een van de grootste problemen is het ontbreken van een FOLLO-leerkracht in Heusden-Zolder. Ook goede lesgevers vinden die om 15.30 uur aanwezig kunnen zijn is moeilijk. De organisatie valt daardoor steeds terug op dezelfde clubs en dezelfde mensen. Het project heeft zeker toekomst. Heusden-Zolder wil leerkrachten lichamelijke opvoeding warm

30 I 1 maart 2012 I Lokaal

turnzalen of sporthallen. Drie dagen per week loopt er een aanbod van 16.00 tot 17.30 uur op drie locaties. Door de deelnemers per leeftijd te groeperen kan het aanbod aan de leeftijd aangepast worden. Recent is het kleuteraanbod wel geschrapt wegens de te lage vraag. Bij de lagereschoolkinderen blijven er dan weer steeds meer sportertjes bijkomen. De sportieve opvang kost € 0,72 per begonnen halfuur. De lesgevers worden vergoed via een vrijwilligersvergoeding, daar zorgt de lokale rekendienst voor. De dienst kinderopvang regelt de administratie, de sportdienst zorgt voor de accommodatie, eventueel via de scholen. Hij zoekt via de clubs ook lesgevers, wat geen evidente zaak is, en bewaakt het evenwicht in en een regelmatige vernieuwing van het aanbod. Het tijdstip van afhalen vergt ook aandacht: de projecteigenaar of lesgever moet echt in de gaten houden dat de ouders de les niet voortdurend onderbreken om hun kind(eren) af te halen. Zo is er beslist dat iedereen minstens tot 17 uur moet deelnemen aan de activiteit.

Lokale praktijk Antwerpen Ook in de stad Antwerpen is er een samenwerking tussen de stedelijke kinderdagopvang, ondergebracht in het Autonoom Gemeentebedrijf Kinderopvang Antwerpen, de buitenschoolse kinderopvang en de stedelijke sportdienst. Bedoeling is kinderen van jongs af aan te stimuleren tot beweging om hun motorische vaardigheden optimaal te ontwikkelen. Onder impuls van de stedelijke sportdienst krijgen kinderverzorgsters opleiding over de neurologische en motorische ontwikkeling van baby’s en peuters, met ontwikkelingstips, eenvoudige bewegingsactiviteiten, oefeningen en beweegspelletjes. De samenwerking met de zes stedelijke IBO’s reikt verder: in vakantieweken bieden sportmonitoren extra noncompetitieve sportactiviteiten aan op de IBO-locatie. Op woensdagnamiddag komt er op één locatie een lesgever van een kleutergymclub de kleuters afhalen voor een uurtje sport. De stedelijke sportdienst hoopt op korte termijn ook de sportclubs die actief zijn in de IBOlocaties en schoolgebouwen tot samenwerking te overtuigen. Lokale praktijk Lubbeek Voor bijna 14.000 inwoners beschikt het Vlaams-Brabantse Lubbeek over vier basisscholen op vijf locaties. In vier daarvan, gespreid over de fusiegemeentes, is er naschoolse opvang. Sinds 2009 biedt de sportdienst er naschoolse sport aan. Van meet af aan waren daar veel partners bij betrokken: sportdienst, buitenschoolse kinderopvang, sportraad, scholen, oudercomités, leerkrachten LO, de schepenen van sport en onderwijs en de lokale vzw Sporty. Deze laatste levert de lesgever, maar de opvolging en de algemene coördinatie blijft wel een taak van de lokale sportfunctionaris. In samenspraak tussen de sportdienst en de dienst kinderopvang werd er zowel een duidelijk inschrijvingsformulier als een aanwezigheidslijst ontwikkeld. Dit was nodig omdat het sporten apart gefactureerd wordt, los van de kosten die ouders betalen in de kinderopvang. Er werden ook afspraken gemaakt over de


lokale raad

effectieve kostprijs, zodat er geen oneerlijke concurrentie kon ontstaan tussen de partners. Voor een goede werking worden er ook frequent evaluatiemomenten georganiseerd. Alle betrokken partners houden klachten, opmerkingen en suggesties bij en leggen ze periodiek op tafel. Op het einde van het schooljaar is er steeds een grote evaluatie, onder andere op basis van formulieren van ouders en deelnemers. Bij de start van de naschoolse opvang om 16.00 uur regelen de opvangmedewerkers de overbrenging van de sportende kinderen naar hun lesgever. Na het sporten, rond 17.00 uur, kunnen ouders hun kinderen aan de sporthal afhalen. De overige kinderen worden door de sportleerkracht naar de kinderopvang begeleid en daar ingeschreven. Samenwerking met clubs is er voornamelijk op woensdagnamiddag. De kinderen die dan in de opvang zijn, worden van daaruit naar hun club gebracht om te trainen. Dit is natuurlijk afhankelijk van de nabijheid van die club bij het specifieke opvangpunt. De kinderen worden uitgeschreven op het moment dat ze worden overgedragen aan de club. Na het sporten kunnen ze weer opgehaald worden door de begeleiding. Ze worden dan opnieuw ingeschreven. De meeste kinderen worden na het sporten echter opgehaald door hun ouders. Dezelfde regeling geldt trouwens voor kinderen die naar de muziekschool of het atelier voor creatieve expressie gaan. Al deze regelingen zorgen natuurlijk wel voor een hoge in- en uitloop op de opvanglocatie. De dienst zet daar extra personeel voor in. In het schooljaar 2009-2010 waren er 90 kinderen ingeschreven voor dit naschools sportsysteem, in 2010-2011 waren er 110. Ann Lobijn is VVSG-stafmedewerker kinderopvang

De lokale praktijken van Heusden-Zolder, Olen en Lubbeek kwamen aan bod op het

Krijgen de inwoners in uw gemeente dezelfde ondersteuning bij afkoppeling van regenwater bij Aquafinprojecten als bij gemeentelijke projecten? Dit is sedert einde 2011 mogelijk dankzij een vraag die InterRio stelde aan minister Joke Schauvliege. De gemeente en haar rioolbeheerder bepalen op welke manier de inwoners ondersteund worden bij de afkoppeling van regenwater van de riool als de gemeente een rioolproject uitvoert. In samenspraak tussen de gemeente en Aquafin zal men dezelfde ondersteuning bieden bij rioolprojecten die door de Vlaamse overheid zijn opgedragen aan Aquafin in die gemeente. Voor deze projecten is de Vlaamse overheid bereid deze ondersteuning te financieren tot en met de opmaak van een plan van de geplande toestand door een afkoppelingsadviseur. Biedt de gemeente dit zelf niet aan in haar gemeentelijke projecten, dan kan Aquafin op vraag van de gemeente minder aanbieden. Wil de gemeente meer ondersteuning bieden, dan kan ze dit zelf aanbieden bij Aquafinprojecten. De gemeente kan ook aan Aquafin vragen om dit aan te bieden, maar dan moet ze het wel zelf financieren. Bij de aanleg van een gescheiden rioolstelsel in het openbaar domein moet het regenwater van bestaande gebouwen gescheiden worden van het afvalwater en zoveel mogelijk afgekoppeld worden van de riool. Aansluiten van het afvalwater en afkoppelen van het regenwater is de verantwoordelijkheid van de inwoners. Om de inwoners zover te krijgen dat ze hun bestaande afwateringsstelsel aanpassen stippelt de gemeente of rioolbeheerder een lokaal beleid uit. De beleidskeuzes gaan van enkel een technische ondersteuning van de inwoners waar nodig tot een volledige uitvoering van de werken op privéterrein door de gemeente/rioolbeheerder. Grosso modo zien we altijd de volgende vijf stappen terugkomen: draagvlak creëren, technische begeleiding, uitvoering werken, opleveren en nazorg, handhaving. Elke gemeente/rioolbeheerder beslist autonoom in welke mate ze zelf op deze stappen inzet en in welke mate de inwoners hiervoor moeten instaan. Bij projecten opgedragen aan Aquafin moet een afkoppelingsdeskundige, aangesteld door Aquafin, een ontwerpdossier (afkoppeling geplande toestand) opmaken. Deze werkwijze kan echter verschillen van de manier waarop de gemeente/rioolbeheerder in diezelfde gemeente voor de eigen projecten werkt. Concreet leidde dit er al toe dat er binnen één straat en binnen één (gecombineerd) dossier twee verschillende procedures gevolgd werden. Op vraag en in samenspraak met de gemeente kan vanaf nu binnen eenzelfde gemeente voor alle projecten dezelfde ondersteuning geleverd worden die de gemeente wenst. www.interrio.be knop aansluiting privéwaterafvoer knop afkoppelen RWA Aquafinprojecten

jaarlijks ISB-congres in 2011 tijdens de workshop ‘sport en kinderopvang’. Met dank aan Piet Van der Sypt, ISB vzw voor de verslagen van deze lokale praktijken.

Mail uw vragen over de werking en het lidmaatschap van InterRio naar christophe.claeys@vvsg.be

Lokaal I 1 maart 2012 I 31


werkveld jeugd en publieke ruimte

Quickpiece

Op maat van de straat Naar een integrale kijk op graffiti en street art Zijn graffiti krabbels of kunst? Toen een groep van acht graffiteurs eind januari het Brusselse Hortastation onder handen nam met verfbommen en brandblussers, laaide deze populaire discussie opnieuw hoog op. Graffiti Jeugddienst vzw onderzocht een reeks beleidsinitiatieven in Vlaanderen en Brussel en stelde zijn resultaten voor op een studiedag en in een bijbehorende publicatie. Daarbij werkte de vzw tips en aanbevelingen uit voor een constructief graffitibeleid met verschillende sporen. Want graffiti zijn zoveel meer dan ‘kleur of terreur’. tekst peter bosschaert en bart vanhoenacker beeld graffiti jeugddienst vzw

D

at mensen soms de behoefte voelen zich op het publieke domein te uiten is een eeuwenoud verschijnsel. In steen gekraste boodschappen tegen het establishment, geschilderde teksten als uiting van frustratie of schreeuwerige politieke leuzen (ont-) sieren al sinds de Oudheid muren, toiletten of openbare gebouwen. Pas in de

32 I 1 maart 2012 I Lokaal

twintigste eeuw groeiden graffiti fors in aantal, vorm en zichtbaarheid. Politieke graffiti werden legio in het interbellum en met de opkomst van de hiphopcultuur kregen graffiti een nieuwe, krachtige impuls. De tags (tekstuele graffiti) en pieces (kleurrijke figuratieve graffiti) van deze jongerencultuur dienden als creatieve uitlaatklep en zorgden bij de

jongeren voor naambekendheid en aanzien. Films en andere media pikten graffiti op en droegen bij tot de wereldwijde verspreiding. Onder invloed van het internet, maar ook door voortdurende experimenten met nieuwe technieken en materialen ontstond naast spuitbusgraffiti een brede waaier aan straatkunstvormen. Omdat de term ‘graffiti’ al lang niet meer de lading dekte, plaatst men deze straatvisuals onder de controversiële groepsnaam ‘street art’. Op zoek naar graffiti in Vlaanderen Feit is dat elk nieuw stuk breigraffiti, elke nieuwe kunstinstallatie of guerrillareclame het beleid voor nieuwe uitdagingen plaatst. Graffiti leven in vele gemeenten. Dat blijkt uit de talrijke legale zones en muren, de vragen over graffitibeleid en de tips en good practices van gemeenten


Tag

die we bij Graffiti Jeugddienst krijgen. Om een degelijk zicht te krijgen op de actuele situatie in Vlaanderen, trokken we op onderzoek. In welke mate zijn graffiti verspreid in Vlaanderen? Hoe reageren lokale overheden erop? In welke mate bestempelen gemeenten graffiti echt als ‘probleem’? Via een online-enquête en talrijke interviews peilden we bij 251 gemeenten (77% van alle Vlaamse en Brusselse gemeenten) naar de aanwezigheid van graffiti en de initiatieven of beleidsacties die zij op dit vlak ondernemen. Uit deze enquête bij hoofdzakelijk jeugddiensten en preventiediensten bleek dat in twee derde van de gemeenten graffiti aanwezig was. Van dorp tot grote stad. Hierbij ging het in volgorde van belangrijkheid om tags, throw-ups en pieces, maar ook de verschillende streetartvormen (zoals stickers en stencilgraffiti) en politieke graffiti zijn opvallend present in het Vlaamse en Brusselse straatbeeld. Hoewel graffiti wijdverspreid zijn, beschouwt slechts 12% van alle ondervraagde gemeenten de aanwezigheid ervan echt als een probleem. Vooral besturen, technische diensten en politie doen hun beklag, maar ook bewoners ervaren

Throwup

de graffiti natuurlijk als problematisch. Ongewenste graffiti veroorzaken schade en de verwijdering ervan kost veel. Net daarom is dit relatief kleine cijfer toch niet te verwaarlozen. Anderzijds nuanceert het feit dat de meeste gemeenten en steden graffiti niet als problematisch beschouwen, de

Lightgraffiti

73%), neemt daarom initiatieven (verwijdering, preventieprojecten, creatieve acties, opsporing), al dan niet als onderdeel van een integraal veiligheidsbeleidsplan of jeugdbeleidsplan. Zo organiseerde Maldegem zijn eerste graffiti-jam, kwamen de graffitifans in de zomer van 2011 aan hun trekken tijdens

Ook kleinere gemeenten als Brasschaat, Ham, Maasmechelen en Mortsel hebben een coherente visie en aanpak ontwikkeld. negatieve berichtgeving en associaties van graffiti met overlast en criminaliteit. Ook de recentste Veiligheidsmonitor (2008-2009) toont dat graffiti zeker niet als zwaarste buurtprobleem worden beschouwd, maar het fenomeen kan ook niet worden genegeerd, vooral vanwege de uiteenlopende reacties erop. Van klein initiatief tot uitgewerkt beleid De overgrote meerderheid van gemeenten waar graffiti aanwezig zijn (zo’n

Ruimte In Kortrijk is het Jongerenontmoetingscentrum de draaischijf van het graffitibeleid. De jeugdwerker ondersteunt tal van initiatieven van een werkgroep street art, waarin graffiteurs in actief zijn. Tegelijk fungeert hij als ‘vertaler’ tussen de jongeren en het bestuur. In samenwerking met graffiteurs worden workshops en jams georganiseerd en is er ook ruimte om af en toe graffiti te exposeren. Daarnaast tracht men via opdrachten en tijdelijke acties op straatmeubilair street art op een positieve manier een plaats te geven in de openbare ruimte. Omdat graffiti spuiten vaak een kwestie is van het vinden van een geschikte ruimte, gaat men samen met graffiteurs op zoek naar ideale locaties. In de Kortrijkse werkwijze zit een duidelijke visie op jongeren en graffiti, wat een ideaal vertrekpunt is om een succesvol graffitibeleid op poten te zetten.

een streetartfestival in Hasselt en laat Sint-Agatha-Berchem net zoals grotere steden ongewenste graffiti gratis verwijderen. Maar liefst veertien gemeenten werkten naast losse acties ook een echt graffitibeleid uit. Dat gebeurt in steden als Brugge, Gent, Antwerpen en Kortrijk. Maar ook kleinere gemeenten als Brasschaat, Ham, Maasmechelen en Mortsel hebben een coherente visie en aanpak ontwikkeld. Uitdagingen voor een integraal graffitibeleid ‘Als we geen alternatief aanbieden voor de jongeren, kunnen we hun moeilijk verwijten dat ze illegaal graffiti spuiten,’ poneert een jeugdwerker. Maar hoe moet dat dan? Wat zijn de mogelijkheden en waar houdt u het best rekening mee? Uit de praktijk blijkt dat een louter repressieve aanpak geen duurzame oplossingen oplevert. Als je enkel graffiti verwijdert en graffers sanctioneert, creëer je een antigraffitihouding bij de burgers. Bovendien steekt een eenzijdig repressief beleid graffiti nog meer in een

Lokaal I 1 maart 2012 I 33


werkveld jeugd en publieke ruimte

Hebt u interesse om een graffitibeleid uit te werken? In Op maat van de straat vindt u de verschillende stappen om een graffitibeleid te ontwikkelen en concrete tips over samenwerking en communicatie met graffiteurs en diensten. Het boek (120 pagina’s - 220 x 240 mm - fullcolour) is voor 17,95 euro (excl. verzendkosten) te koop bij daisy@graffiti-jeugddienst.be. Masterpiece

illegaal jasje, wat de kick van het illegaal spuiten nog vergroot. Sinds midden jaren negentig ontwikkelden verschillende steden en gemeenten daarom een meersporenbeleid, waarin naast repressie ook plaats is voor educatie, voorlichting en kunstprojecten. Geïnspireerd door pionier Maastricht zetten Brugge (1996), Gent en Maasmechelen (beide 1997) zo’n meersporenbeleid op. Daarbij ko-

met graffiti (willen) werken. Centraal in dit beleid staat een ‘integrale en geïntegreerde aanpak’. Het integrale aspect slaat op de voortdurende aandacht voor preventie en repressie, voor daders en slachtoffers. Een geïntegreerde aanpak wil via samenwerking van alle betrokkenen en diensten tot een gezamenlijke oplossing komen. Alle initiatieven worden op elkaar afgestemd en gecoördi-

Een meersporenbeleid houdt zowel rekening met de burgers die te maken hebben met ongewenste graffiti als met de behoeften van jongeren die met graffiti (willen) werken. men volgende elementen aan bod: een curatief luik (gratis of voordelige verwijdering, premies voor preventieve coatings), een repressief luik (opsporen en vervolgen, maar vaak met een integratie van alternatieve sancties en herstelbemiddeling) en een educatief-artistiek luik (informatieverspreiding, sensibilisering, workshops, legale zones, jams en kunstprojecten). Een meersporenbeleid houdt zowel rekening met burgers die geconfronteerd worden met ongewenste graffiti als met de behoeften van jongeren die

34 I 1 maart 2012 I Lokaal

neerd. Steden en gemeenten zijn echter niet verplicht een graffitibeleid met verschillende sporen en acties uit te werken. Volstaat een legale muur in de gemeente en moet de technische dienst maar af en toe een kleine tag verwijderen? Geen probleem, doe zo voort!

– kunnen acties op maat worden uitgewerkt. Daarbij is samenwerking cruciaal. Het graffitithema doorkruist allerlei lokale beleidsdomeinen en diensten: de technische dienst of verwijderingsdienst, politie, preventiedienst en jeugddienst om er maar enkele te noemen. Een goed graffitibeleid is het resultaat van nauwe samenwerking met en overleg tussen deze partners. Spreek daarom duidelijk af wie het beleid coördineert en respecteer ieders rol. De preventiedienst heeft bijvoorbeeld een andere taak dan de jeugddienst. Blijf tussendoor goed afstemmen welke acties er worden ondernomen. Het voorbeeld van Kortrijk illustreert dat je de graffiteurs zeker niet links kunt laten liggen bij het ontwikkelen van een graffitibeleid: betrek hen erbij en vraag naar hun visie. Regelmatig overleg, een transparante communicatie tussen diensten en een positieve zin tot samenwerking is de sleutel tot eerste successen. Peter Bosschaert is coördinator Graffiti Jeugddienst, Bart Vanhoenacker is lector aan de

Samenwerken De lokale context is hét vertrekpunt van een degelijk graffitibeleid. Na een lokale analyse – Welke graffiti is er aanwezig? Welke graffiteurs ken je? Is er overlast of niet? Welke vragen hebben inwoners?

Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen

Contact en meer informatie:

Graffiti Jeugddienst vzw, Peter Bosschaert, peter@gjd.be, T 09-233 79 86, www.graffitibeleid.be


praktijk

MACHELEN – Met het plan TransforMaDie 2020 wil het gemeentebestuur Machelen en Diegem transformeren in een plek die de bewoners dichter bij elkaar brengt en waar het nog beter is om te wonen, te werken en te ontspannen. In zijn benadering staat de inspraak van de burger centraal.

Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.

TransforMaDie 2020 verenigt leefbare deelgemeenten Inwoners bepalen toekomstbeeld Machelen-Diegem

gf

Gemeentebestuur van Machelen, Cindy De Deken, communicatieambtenaar Machelen, T 02-254 12 14, cindy.dedeken@machelen.be

T

ransforMaDie 2020 staat voor transformatie van Machelen en Diegem door participatie van de inwoners. ‘De transformatie kan enkel slagen met inspraak van de inwoners, de jeugd, verenigingen en andere betrokkenen,’ meldt burgemeester Jean-Pierre De Groef. ‘De transformatie steunt op vier pijlers: jongeren, cultuur, leefbaarheid en verkeersveiligheid. Bij de keuze van klein- en grootschalige projecten binnen elke pijler zoeken we voortdurend naar een evenwicht tussen Machelen en Diegem. Voor de projecten krijgen de inwoners inspraak in de totstandkoming van de plannen.’ Voor de organisatie van inspraak- en participatieacties en de informatiemomenten in functie van de doelgroepen en de inhoud van de projecten werkt het gemeentebestuur samen met adviesbureau Connect uit Hasselt dat gespecialiseerd is in participatie-

projecten. Cindy De Deken, communicatieambtenaar van de gemeente Machelen, coördineert de acties en verzorgt de contacten met Connect. ‘Op 8 december 2011 hebben twaalf buurtbewoners in een werfkeet op het De Spoelberchplein in Machelen de eerste participatievergadering bijgewoond. De panelleden weerspiegelden de populatie van de omwonenden van het plein en vormden een mix van jeugd, alleenstaanden, jonge gezinnen, ouderen, allochtonen en autochtonen. De workshop vond plaats van 20 tot 22 uur. De gemeentesecretaris gaf toelichting bij de uitgangspunten van de gemeente. De vertegenwoordiger van Connect was moderator en peilde zoveel mogelijk naar de meningen en ideeën van de omwonenden over het plein. Dit gebeurde door het publiek in groepjes te verdelen en hen vragen te laten beantwoorden op basis van het

huidige grondplan. Vervolgens stelde het studiebureau Maxwan zijn eerste ruwe schets voor van het vernieuwde plein. De opmerkingen en voorstellen van de deelnemers werden zorgvuldig genoteerd. In de volgende fase onderzoekt het studiebureau welke ideeën en voorstellen uit de workshop technisch haalbaar zijn. Alle omwonenden van het plein zullen na de studie uitgenodigd worden op een informatievergadering om de finale plannen in te kijken. Hierbij zal ook een toelichting gegeven worden over de voorstellen die wel en niet weerhouden zijn. Buiten de inspraakmomenten zal de gemeente de ruime bevolking stapsgewijs over de evolutie van TransforMaDie 2020 informeren. Zo kunnen de mensen het project zien groeien en hun leefomgeving geleidelijk zien veranderen. Via een nieuwsbrief en een nog te ontwerpen website zullen de burgers de evolutie van alle projecten ook op de voet kunnen volgen. Tegen 2020 moet de metamorfose compleet zijn. inge ruiters

Lokaal I 1 maart 2012 I 35


werkveld de frontlijners Leen De Schepper, begeleider buitenschoolse kinderopvang, Berlare

Mama, juf en speelkameraad Leen De Schepper is begeleider bij de buitenschoolse kinderopvang De Speling in Overmere (Berlare). Zij werkt voor de gemeente in de eerste lijn met de jongste burgers: de kleuters en lagereschoolkinderen die voor en na schooltijd bij haar en haar collega’s terechtkunnen. tekst pieter plas beeld stefan dewickere

‘Mijn collega’s en ik beginnen om kwart voor zeven te werken. Dan zetten we hier alles klaar om de kinderen te kunnen ontvangen. Vanaf zeven uur kunnen de ouders hun kinderen hier afzetten. Dan verwelkomen we ze. De kinderen mogen kiezen wat ze willen doen: motorische activiteiten, kleuren, knutselen of andere dingen. Het hangt wat af van hun stemming, sommigen zijn dan ook nog wat slaperig. Wanneer de groep wat groter is geworden, mogen de oudere kinderen in hun eigen lokaal gaan spelen. We delen de kinderen op in twee groepen: de kleuters, en de ‘tieners’, zoals wij hier de kinderen vanaf het eerste leerjaar noemen. Die mogen in de tienerruimte spelen. De groep is divers, we ontvangen kinderen uit de hele basisschool hier in Overmere, van tweeënhalf tot twaalf jaar dus.’

36 I 1 maart 2012 I Lokaal

‘Om acht uur maken de kinderen zich klaar, wie dat wil krijgt nog iets te drinken. En dan begeleiden we hen tot aan de schoolpoort, waar een leerkracht klaarstaat om de groep over te nemen. Daarna komen we terug, ruimen op en praten nog wat na, over de kinderen, over hoe de ochtend verlopen is of over zaken die aan de ouders of onze coördinator doorgegeven moeten worden.’ ‘Het contact met de kinderen is heel goed, ondanks mijn gehoorbeperking. De kinderen weten dat ik niet zo goed hoor en houden daar rekening mee. Ik vraag ze om luid te praten en ook naar mij te kijken of me kort aan te raken als ze me iets willen zeggen. Met de kleinsten verloopt de communicatie soms wat moeilijker, die spreken zelf ook nog

niet zo duidelijk. En dan heb je kinderen die er soms van profiteren dat ik iets niet goed heb begrepen. Maar uit hun lichaamstaal of de toon waarop ze iets zeggen kan ik dikwijls opmaken waarover ze het hebben, of anders haal ik er een collega bij.’ ‘Ook met de ouders kom ik goed overeen. Gesprekjes met de ouders gaan natuurlijk vooral over de kinderen: of ze zich hier goed thuis voelen, hoe het op school gaat enzovoort. De eerste schooldag is voor kinderen bijvoorbeeld een moeilijk moment, omdat ze tot dan toe in een kinderdagverblijf of bij een onthaalmoeder verbleven. Ook over opvoedingsvragen praat ik soms met de ouders. Gebeurt het dat een kind lastig gedrag vertoont, dan overleggen we met de ouders over de ma-


Ik speel echt mee, maar het is wel de bedoeling dat we ondertussen alles in het oog houden. nier waarop we daarmee moeten omgaan. Ik sta nu iets meer stil bij die opvoedingsproblematiek dan tien jaar geleden toen ik met dit werk begon, omdat ik ondertussen ook zelf kinderen heb.’ ‘Na schooltijd gaan we kinderen voor de opvang aan de school afhalen. En dan worden de taken verdeeld. De een zorgt voor het vieruurtje voor de kleuters, de ander doet hetzelfde voor de tieners. Een collega houdt buiten een oogje in het zeil, een andere houdt zich beschikbaar bij de toiletten en de keuken. We proberen de

kinderen gelijkmatig te verdelen in groepen per type activiteit. De oudere kinderen hebben de mogelijkheid om hun huiswerk hier te maken. De regel is: als ze huiswerk hebben en ze mogen het van de ouders hier maken, dan moeten ze dat ook doen. Dat hebben we zo met de ouders afgesproken, het voorkomt nodeloze twisten met de kinderen. Spelen kunnen de kinderen zowel binnen als buiten. Buiten kunnen ze bijvoorbeeld wat fietsen, binnen kunnen ze kleuren, op de matten spelen, er is tafelvoetbal en er zijn gezelschapsspelletjes.’

‘Als begeleider neem ik ook deel aan de activiteiten van de kinderen. Ik speel dus echt mee, maar het is wel de bedoeling dat we ondertussen alles in het oog houden. ’s Morgens zijn er minder kinderen dan ’s namiddags. In de naschoolse opvang kan het aantal kinderen oplopen tot vijftig, tegen het einde van het schooljaar soms zelfs zeventig of meer. Dan wordt het hier druk voor mijn vier collega’s en mij. Het moeilijke is dat je voortdurend aan veel dingen tegelijk moet denken: aan het feit dat sommige kinderen zich tegen een bepaald uur moeten klaarmaken om te vertrekken, aan een kind dat in het toilet is terwijl de anderen spelletjes spelen, aan een kind dat zich toevallig bezeerd heeft enzovoort. Maar dat maakt dit werk net zo boeiend.’

Lokaal I 1 maart 2012 I 37


1 1 1 1

deeltijds contractueel beleidsmedewerker (24 u) voltijds contractueel communicatieambtenaar voltijds statutair bibliothecaris voltijds contractueel stafmedewerker

Deze functies zijn alleen toegankelijk voor kandidaten die in het bezit zijn van een bachelor diploma of gelijkwaardig. Beleidsmedewerker De beleidsmedewerker wordt ingeschakeld bij de voorbereiding en begeleiding van diverse projecten met betrekking tot de invoering en toepassing van het gemeentedecreet en/of opdrachten van het college. Je ondersteunt en levert een inbreng bij de beleidsvoorbereiding, uitvoering en evaluatie.

theek-, documentatie- en informatiekunde te behalen binnen de proeftijd. De proeftijd bedraagt 12 maanden, eventueel verlengbaar met dezelfde termijn (maximumduur 2 jaar). De vaste benoeming wordt alleszins afhankelijk gesteld van het behalen van het getuigschrift.

Communicatieambtenaar (diploma richting communicatiewetenschappen); Staat in voor het up-to-date houden van de gemeentelijke website, het opmaken van het gemeentelijk informatieblad en diverse brochures. Je coördineert het klachtensysteem en verleent de nodige informatie aan de collega’s ten einde een goede dienstverlening te realiseren naar de burgers en derden toe.

Stafmedewerker De staffunctionaris ondersteunt en adviseert de secretaris en de verschillende diensten zowel structureel als op ad-hoc basis. Je ontwikkelt i.s.m. de secretaris een intern controlesysteem en zorgt voor een kwaliteitsvolle implementatie van interne kwaliteitszorg. Aan deze 3 functies wordt als aanwervingvoorwaarde het volgen van een opleiding bestuurspraktijk of gelijkwaardig binnen de proeftijd, gekoppeld. De proeftijd bedraagt derhalve 12 maanden, eventueel telkens te verlengen met 12 maanden, met een maximumduur van 4 jaar. Het einde van de proeftijd wordt alleszins afhankelijk gesteld van het behalen van voornoemde opleiding.

Bibliothecaris Je verricht beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend werk in de bibliotheek. Je wordt tevens ingeschakeld in de verdere uitbouw van het cultuurbeleid van de gemeente. Je dient houder te zijn of het getuigschrift initiatie tot de biblio-

Voor alle voormelde functies dient u te slagen in een aanwervingexamen.

Aanbod weddeschaal B1-B3 (vb. bruto geïndexeerde jaarwed-

per mail opvragen op personeel@hulshout.be of terugvinden op

de: € 29.065 met 5 dienstjaren B1). De beroepservaring in de

www.hulshout.be knop Hulshoutse Nieuwtjes. Je kunt het in-

privésector of als zelfstandige wordt voor al deze functies, voor

schrijvingsformulier met verplichte bijlagen op één van de vol-

maximum 5 jaar, in aanmerking genomen voor de toekenning van

gende manieren bezorgen: per post, afgifte tegen ontvangstbe-

periodieke salarisverhogingen, op voorwaarde dat ze relevant is

wijs op de personeelsdienst of via personeel@hulshout.be. Bij

voor de uitoefening van de functie. Aantal verlofdagen: 35 dagen;

inschrijving via de post dient u de kandidatuur te richten aan het

maaltijdcheques van € 7 (de overige voordelen zijn opgesomd in

college van burgemeester en schepenen, Prof. Dr. Vital Celenplein

de inschrijvingsbundel).

2, 2235 Hulshout. Voor alle functies worden de inschrijvingsfor-

Interesse Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor de duur

mulieren met bijlagen verwacht ten laatste voor donderdag 22

van 3 jaar. De inschrijvingsbundel met de voorwaarden kan je

maart 2012.

Uw advertenties in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

inlevering personeelsadvertenties voor: Lokaal 5 (16 tot 31 maart) : 21 februari 2012 Lokaal 6-7 (1 tot 30 april): 13 maart 2012

inlevering advertenties voor:

informatie

informatie

Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be

Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be

38 I 1 maart 2012 I Lokaal

Lokaal 5 (16 tot 31 maart) : 21 februari 2012 Lokaal 6-7 (1 tot 30 april): 13 maart 2012


stefan dewickere

geregeld wetmatig

Parkeren: autoverhuurbedrijven verantwoordelijk voor gedepenaliseerde overtredingen Het decreet 09.07.2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven verleent toegang tot DIV voor, onder meer, concessiehouders en bepaalt dat de parkeerretributies of -belastingen moeten worden betaald door de houder van de nummerplaat. Deze bepalingen werden aangevochten bij het Grondwettelijk Hof, dat beide beroepen weerlegd heeft. Er werden beroepen tot vernietiging van artikel 2 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven ingediend:

• door vier autoverhuurbedrijven (rolnr. 5086) tegen artikel 10/3 dat bepaalt dat parkeerretributies of -belastingen ten laste worden gelegd van de houder van de nummerplaat • door Georges Casteur (rolnr. 5088) tegen art. 10/2 over de toegang tot DIV. Het Grondwettelijk Hof heeft in zijn arrest nr. 2/2012 van 11.01.2012 beide beroepen weerlegd. erwin.debruyne@ vvsg.be

De gemeente Merchtem gaat over tot de aanwerving van:

Stedenbouwkundige

met aanleg werfreserve (1 jaar) niveau A1a-A3a – statutair – voltijds – m/v Takenpakket: De stedenbouwkundige staat o.a. in voor: de administratieve opvolging van de dagelijkse werkzaamheden rond het verlenen van vergunningen, stedenbouwkundige attesten, ... het opvolgen van de wetgeving en regelgeving eigen of aanverwant aan stedenbouw; het aansturen en opvolging van plannen die relevant zijn op gemeentelijk niveau; ... Aanwervingsvoorwaarden: Je bezit de Belgische nationaliteit; Je bent van onberispelijk gedrag en geniet de burgerlijke en politieke rechten; Je bent houder van een diploma dat toegang geeft tot niveau A (master, licentiaatsdiploma, diploma hoger onderwijs van twee cycli of gelijkgesteld en u bent in het bezit van een opleiding ruimtelijke ordening dat voldoet voor de aanstelling in de functie van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar (M.B. 04.06.2009) Je bent in het bezit van een rijbewijs B.

Aanbod: Voltijdse statutaire functie een vast loon (niveau A1a-A3a), maaltijdcheques ter waarde van 7 euro per dag, gratis hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding glijdende werkuren. Interesse? Kandidaturen dienen op de door ons ter beschikking gestelde inschrijvingsformulieren te gebeuren via aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs met afschrift diploma, afschrift rijbewijs, uittreksel uit het strafregister (max. 3 maanden oud) en een cv en verzonden te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Nieuwstraat 1, 1785 Merchtem ten laatste op 21 maart 2012. Meer informatie over functie, de arbeidsvoorwaarden, de selectieprocedure en het bruto jaarsalaris kan je aanvragen bij onze personeelsdienst op het nummer (052) 38 11 88 of via email secretariaat@merchtem.be.

Lokaal I 1 maart 2012 I 39


agenda

voluit leven - Kortenberg

De gemeente Kortenberg is een middelgrote gemeente met onge­ veer 19.000 inwoners en gelegen in hartje Vlaams­Brabant, tussen Leuven en Brussel. De gemeente is zeer goed bereikbaar, zowel met de wagen als met het openbaar vervoer. De gemeentelijke diensten zijn gehuisvest in het administratief centrum op het De Walsplein 30 in Kortenberg. Wij zijn op zoek naar een enthousiaste medewerker (m/v) om onze dienst Openbare Werken te versterken:

Facility Manager Niveau B • Wedde min. € 2.228,82 - max. € 3.755,49 bruto • Contract onbepaalde duur Taken: • U coördineert het beheer van de gemeentelijke gebouwen, onder andere verbouwingen, renovaties, onderhoud, verzekeringen, inventarisaties, enz. • U hebt de leiding over het schoonmaakpersoneel (planning, verloven).

Profiel: • U hebt een brede algemene (technische) kennis inzake gebouwenbeheer. • U bent een teamspeler die ook leiding kan geven. Aanwervingsvoorwaarden: • U beschikt minstens over een bachelor­ diploma of gelijkwaardig. • U slaagt in een aanwervingsexamen. Wat bieden wij u: • Moderne werkomgeving, goede verlofregeling, flexi­ bele werkuren, ruime opleidingskansen, maaltijdcheques (€ 7), haard/ standplaatsvergoeding, gratis hospitalisatieverzekering, tweede pensioen­ pijler, volledige terugbetaling openbaar vervoer, fietsvergoeding, enz. • Relevante beroepservaring bij de overheid, uit de privésector of als zelfstandige kan in aanmerking komen bij de vaststelling van het loon. INTERESSE? Indien deze job u aanspreekt, kan u schriftelijk uw kandidatuur stellen waarbij u tevens een afschrift van uw diploma en een uit­ treksel uit het strafregister bijvoegt. Kandida­ turen worden uiterlijk aangetekend verwacht op 09.03.2012 gericht aan: het College van burgemeester en schepenen, De Walsplein 30, 3070 Kortenberg. Inlichtingen zijn te bekomen bij de personeelsdienst: 02 755 22 56 of via e­mail: personeelsdienst@kortenberg.be of www.kortenberg.be (link 'vacatures'). GeLIeVe nIet te soLLICIteRen VIa e­MaIL!

studiedagen

Leuven, 7 maart

Overheidsopdrachten: nieuwe regels, nieuwe aandachtspunten De nieuwe wetgeving en de nog te verwachten wijzigingen helder gepresenteerd. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 16 maart

Sociaal wonen in Vlaanderen Studiedag van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen met debatten, lezingen en workshops. www.woonforum2012.be Brussel 20 maart

Symposium Tolboproject Toegankelijkheid lokale besturen voor personen met functiebeperkingen. markvanassche@skynet.be Antwerpen vanaf 22 maart

Supervisie en intervisie: een tragere weg naar kwaliteit Theoretische inleiding en drie intervisiesessies voor medewerkers en teamverantwoordelijken van OCMW’s. www.vvsg.be (kalender) Brussel 17 april

Riziv-financiering voor gevorderden Waregem is een bruisende ‘stad in galop’ waar met een gedreven bestuur en een enthousiast team dagelijks gewerkt wordt om de leefomgeving van haar burgers te optimaliseren. Wil jij deze dynamische ploeg versterken? Aarzel niet en solliciteer voor de job van:

Opleiding over het berekenen en optimaliseren van de Riziv-financiering van rusthuizen. www.vvsg.be (kalender)

STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR niveau A1a - A3a

Jouw functie

 Als stedenbouwkundig ambtenaar heb je de leiding over de dienst ruimtelijke ordening en stedenbouw waar je samen met je team van medewerkers dossiers behandelt van aanvragen voor allerhande vergunningen. Je staat in voor beleidsmatig en technisch gespecialiseerd advies in stedenbouwkundige materies. Je bent tevens contactpersoon voor externe besturen en ontwerpers.

Jouw profiel

 Je bent in het bezit van de vereiste diploma’s conform de aanwervingsvoorwaarden (zie www.waregem.be/vacatures). Je hebt de vaardigheden om een leidinggevende functie op te nemen en jouw team van medewerkers te coachen en te stimuleren. Als stedenbouwkundig ambtenaar ben je gedreven en stressbestendig en beschik je over de nodige discretie en neutraliteit voor de uitvoering van je functie. Je slaagt in de selectieproef.

Wij bieden

 Voltijdse statutaire functie in de salarisschaal A1a-A3a met als extra’s: maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding, opleidingsmogelijkheden en een interessante verlofregeling. Relevante ervaring kan mits attestering onbeperkt in rekening worden gebracht voor anciënniteiten. Er wordt een wervingsreserve aangelegd voor een periode van 3 jaar.

Ben jij de gemotiveerde medewerker die we zoeken?

Surf dan snel naar www.waregem.be/vacatures voor het verplicht inschrijvingsformulier dat je samen met een kopie van het vereiste diploma opstuurt naar het College van burgemeester en schepenen, Gemeenteplein 2 in 8790 Waregem. Alle verdere info kan je bekomen bij de personeelsdienst via 056 62 12 19 of vacatures@waregem.be. Inschrijven kan tot en met 12 maart 2012.

40 I 1 maart 2012 I Lokaal

Brussel 26 april

Sociale media en ontwikkelingssamenwerking 2.0 Twitter, Facebook, LinkedIn, YouTube, weblogs,… van sociale netwerken tot websites en forums. Tijdens deze vorming krijgt u zicht op verschillende vormen van digitale communicatie en op hoe deze aangewend kunnen worden in ontwikkelingssamenwerking. www.vvsg.be (kalender)


Mechelen 8 juni

Routeplanner voor een levendige beroepsethiek: deontologie doorgelicht Wat mag en kan ik zeggen als ik een dwingende vraag van de politie krijg over een cliënt? Bestaat er zoiets als een gedeeld beroepsgeheim? Wat doe ik met anonieme klachten? Kan de raad mij onder druk zetten om strikt vertrouwelijke informatie over de cliënt te verstrekken? Met de deontologische code op de achtergrond biedt deze training een bruikbaar kader voor beroepsethisch handelen in de OCMW-hulpverlening. www.vvsg.be (kalender)

Een selectie uit het programma

opleidingen

Harelbeke vanaf 9 maart Beersel vanaf 13 maart Merksem vanaf 15 maart Lubbeek vanaf 16 maart

Intervisie voor animatoren Systematische ondersteuning en begeleiding voor animatoren. www.vvsg.be (kalender) Brugge vanaf 13 maart

Intervisie voor hoofdverpleegkundigen

Brussel vanaf 26 maart

Intervisie voor leidinggevenden in de diensten voor onthaalouders Systematische ondersteuning en begeleiding voor leidinggevenden in de diensten voor onthaalouders. www.vvsg.be (kalender) Oostduinkerke 23, 24, 25 en 26 april

Pensionering: een nieuwe start

9.30 – 10.30 uur Pleidooi voor gelijke ontwikkelingskansen van kinderen De lokale samenleving kan er iets aan doen. Dat betoogt Peter Adriaenssens, kinder- en jeugdpsychiater.

11 – 12 uur Welke beleidsprioriteiten voor de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet? Politie, veiligheid, brandweer, …De minister geeft tekst en uitleg.

Systematische ondersteuning en begeleiding voor maatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender)

Residentiële cursus voor personeelsleden van gemeenten en OCMW‘s die binnenkort (over max. 2 jaar) op pensioen gaan en voor hun partner. www.vvsg.be (kalender)

Mechelen 12 en 13 maart

evenementen

Dominique Luyckx (Geel) en Roeland Gielen (Antwerpen) vertellen hun praktijkverhaal.

Aan de balie van het sociaal huis… Training in sociale en communicatieve vaardigheden voor loketmedewerkers. www.vvsg.be (kalender)

Leuven 10 maart Hasselt 14 maart Roeselare 20 maart Antwerpen 24 maart Gent 27 maart

12.30 – 13.30 uur Van planlasten naar planlusten: een sterk beleidsplan maken in BBC-tijden

14 – 15 uur OCMW’s in 2020: mister cash of duurzame investeerder?

Oostduinkerke vanaf 14 maart

Trekkersdagen FairTradeGemeente

Residentiële vorming voor directies en leidinggevenden van gemeenten en OCMW’s. www.vvsg.be (kalender)

Informatiedagen en -avonden over de FairTradeGemeente-campagne en de rol van lokale besturen in eerlijke handel. www.fairtradegemeenten.be

Drongen vanaf 15 maart

Vlaanderen 18 maart

Dag van de zorg

Boeiende stellingen en discussie. Met Koen Hermans (prof. KU Leuven), Maggie De Block (staatssecretaris Asiel en Migratie en Armoedebestrijding), Ingrid Lieten (Vlaams minister van Armoedebestrijding) en Franceska Verhenne (voorzitter OCMW Kortrijk). Moderator: Piet Van Schuylenbergh (directeur mens VVSG).

Tweedaagse praktijkgerichte training voor OCMW-maatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender)

Opendeurdag bij private en openbare initiatieven in de zorgsector. www.dagvandezorg.be

15.30 – 16.30 uur Ten einde Raad?

Gent 20 maart

Antwerpen 20 maart

Lezing over de gemeenteraad van Filip De Rynck, docent bestuurskunde. Voor wie niet bang is van intellectueel koorddansen.

Training voor verpleegkundigen en zorgkundigen in de woonzorgcentra. www.vvsg.be (kalender)

Jaarlijks trefpunt voor specialisten en geïnteresseerden in de rioleringssector. www.vlario.be

Schrijf nu in: www.trefdag.be

Coachend leiderschap

In groep werken met cliënten

Ethisch verantwoorde zorg

VLARIO-dag 2012

Lokaal I 1 maart 2012 I 41


column Johan Ackaert

De F-toetsen van een Blackberry

Edoch, de ontnuchtering kwam snel. Het was die maandagochtend in januari hard ontwaken met de droeve mare op de radio dat een op de vijf burgemeesters er voortijdig mee stopt. Een op vijf burgemeesters die de sjerp over de haag gooit, dat is het dubbele van het gemiddelde opgavecijfer in de Tour, flitste door mijn hoofd. De burgemeesterssjerp zou een (te) zware last zijn, was dan ook de ogenschijnlijk logische interpretatie die een kwaliteitskrant eraan gaf. En meteen werd naar de mondige burger gewezen die het leven van onze burgervaders en -moeders zuur maakt of hen zelfs tot wanhoop drijft. In het in deze rubriek al eerder opgevoerde radioprogramma Peeters & Pichal regende het dan ook jam-

42 I 1 maart 2012 I Lokaal

merklachten van burgemeesters over hoe inwoners hun leven vergallen. Het ene verhaal al schrijnender dan het andere. Na de confrontatie met zoveel ellende piekte op die dag de verkoop van papieren zakdoekjes ­– toch enig goed nieuws in deze barre economische tijden – en het scheelde niet veel, of we hoorden de eerste oproepen voor stille marsen ter ondersteuning onze burgemeesters. Het bewijst allemaal hoe de media erin slagen non news om te zetten in nieuws en daarbij vooral de kansen missen om feiten in een perspectief te plaatsen. In het betrokken krantenbericht schreven de redacteurs met dienst: ‘cijfers over de evolutie van het aantal burgemeesters dat er al voor het einde van zijn mandaat de brui aan geeft, zijn er niet. Maar in 2006 werd wel het gemeentedecreet aangepast om de wissel van de macht vlotter te laten verlopen.’ Waarmee subtiel een aangroei van terugtredende burgemeesters werd gesuggereerd. Terwijl het ‘opgavecijfer’ van burgemeesters al decennia lang niet veel afwijkt van het cijfer waarmee we nu ten onrechte werden verontrust. Net zo min als het nieuws is dat burgemeesters veel ergernissen van inwoners moeten incasseren. We weten uit onderzoek al langer dan vandaag dat na de oppositie in de gemeenteraad (‘the role of the opposition is to oppose’), individuele inwoners door burgemeesters worden ervaren als de belangrijkste bron van weerstand; ze nemen in die rangorde steevast een hogere plaats in dan actiecomités of de pers. Maar, roepen de paniekzaaiers dan, door technologische innovaties zijn de kanalen waarmee inwoners burgemeesters bestoken uitgebreid: e-mail, sms, Blackberry, noem maar op. Tot we op tv er allemaal getuige van waren hoe Daniël Termont daar via de combinatie van een paar functietoetsen op het klavier van zijn Blackberry een creatief antwoord op vindt. Dus, schoon volk, aarzel niet…

beeld karolien vanderstappen

E

r zijn van die vaste tradities in jaren waarin gemeenteraadsverkiezingen worden georganiseerd. Nieuwtjes die in normale tijden enkel goed zijn voor de lokale binnenpagina’s in de kranten of voor de nieuwsprogramma’s van de regionale tv-zenders rukken dan op naar de voorpagina of naar het journaal van de nationale omroepen. En in hun zog naar een sliert van duidingsprogramma’s. Dit is dan ook het jaar waarin lokale politiek heel sexy oogt. Bijgevolg kan eenieder die in politiek Brussel ietwat naam heeft, niet anders dan aankondigen dat hij/zij onmisbaar is voor het bestuur van de thuisresidentie, kwestie van ‘dicht bij de mensen te staan’ of tegemoet te komen aan ‘de echte vragen van burgers’. In bepaalde gevallen gaat de opofferingszin van nationale politieke coryfeeën zelfs zo ver dat ze have en goed verlaten om te verhuizen naar een stad waar de plaatselijke partijafdeling aan een acute crisis van politieke bloedarmoede of net aan dito hypertensie lijdt. En allemaal ‘gaan ze’ voor het burgemeesterschap, de ‘mooiste politieke stiel’. We zijn er allemaal blij om dat zoveel schoon volk ons lot tot het zijne maakt. Een ware geruststelling in perioden van sociale, economische en politieke rampspoed.


Decreet kinderopvang van baby’s en peuters

codex

kinderopvang

wordt

2012 De Codex kinderopvang is reeds sinds 2003 het meest complete én actuele naslagwerk voor alle kinderopvangvoorzieningen. Naar aanleiding van het nieuwe decreet slaan VVSG en Politeia de handen in elkaar om de Codex Kinderopvang grondig te herzien en op die manier gebruiksvriendelijker te maken. Opsplitsing van de huidige “Codex Kinderopvang” in 2 aparte publicaties Vertrekkende vanuit de gebruikers die vaak verantwoordelijk zijn voor één type voorziening, wordt de codex opgesplitst naar dagopvang en buitenschoolse kinderopvang. In functie van het nieuw Decreet kinderopvang van baby’s en peuters wordt de codex in 2012 grondig herwerkt; de nieuwe codex kinderopvang van schoolgaande kinderen behoudt de huidige regelgeving in afwachting van het Decreet buitenschoolse kinderopvang.

Meer thematische hoofdstukken Kinderopvang organiseren en een kinderopvangvoorziening beheren betekent rekening houding met verschillende voorwaarden en wettelijke bepalingen. De nieuwe codexen vetrekken vanuit het gebruiksgemak voor de gebruiker en worden onderverdeeld in relevante items voor de verantwoordelijke van een kinderopvangvoorziening. Op basis van thema’s zoals ‘vergunningsvoorwaarden, medewerkers, organisatorisch management, infrastructuur, veiligheid en gezondheid…’ zullen de wettelijke bepalingen en duiding bij deze wettelijke bepalingen overzichtelijk aangeboden worden.

Wetgeving met duiding Per thematisch hoofdstuk krijgt u volgende onmisbare informatie: • Overzichtsblad (een korte inhoudstafel per hoofdstuk) • Wet- en regelgeving (relevante artikels, hoofdstukken uit of volledige decreten, BVR’s, MB’s…) • Toelichting bij de regelgeving (omzendbrieven Kind en Gezin, duiding, informatieve artikels, goede praktijken) of m.a.w. een vertaling van de regelgeving naar de praktijk. • Documenten en formulieren

Overzichtelijkheid in een oogopslag Via icoontjes zal duidelijk gemaakt worden of de regelgeving relevant is voor gezinsopvang, groepsopvang en opvang aan huis. Veelzeggende kopteksten: de kopteksten zullen duidelijk aangeven via korte omschrijving, over welk besluit het gaat. Tot de zomer 2012 blijft de huidige codex kinderopvang uw naslagwerk. Abonnees krijgen alle informatie in verband met de nieuwe codex automatisch toegestuurd.

BESTELKAART Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

❏ ❏

Ja, ik bestel … ex. van CODEX KINDEROPVANG (4 delen, incl. 2 cd-roms)** aan € 129* voor VVSG-leden (€ 149* voor niet-leden), ISBN 9057180731 Ja, ik wil op de hoogte gehouden worden van de nieuwe Codexen (verschijningsdatum najaar 2012)

Mijn bestuur is lid van de VVSG: ❏ Ja ❏ Neen.

Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... Organisatie: ......................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: .................................................................................................................................................

Datum en handtekening

Btw: .................................................................................................................................................... * Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen 0,55 euro/blz en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31.08.2012. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.


? n ig s e d l ia c o S n ig s Service de Strategische versterking van uw organis atie

helpt u op weg.

er Me

?

info

Meer informatie op de trefdag: Arteveldeforum, stand 102 event 07, bij sociaal beleid, 09.30 - 10.30 u event 37, bij lokale dienstverlening, 12.30 - 13.30 u

Design Vlaanderen, KoloniĂŤnstraat 56 (7e verd.) 1000 Brussel T 02 227 60 60 info@designvlaanderen.be www.designvlaanderen.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.