Nr 11 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746
Lokaal
Toer d’Amour: creatief Zwalm
Invalburgemeesters durven nog niet rekenen op bonus
Fusies: geen taboes, maar ook geen fetisj
Ouderen willen stem in het sportbeleid
2012 ZERO ENERGY READY
BEURS
beurs voor
passief
bouwen en verbouwen
Tour & Taxis, Brussel 7-8-9 september 2012 www.passivehouse.be Gesponsord door
Organisatie
Mediapartners
inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen
kort lokaal Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be
5 opinie – Vlaams plattelandsfonds opgericht 6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen
de keus
Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG
ontvangen voor onze verkiezingscampagne?
bestuurskracht
12
16 Fusies van gemeenten: geen taboe maar ook geen fetisj Volgens Voka kan een gemeente pas bestuurskracht hebben met 20.000 inwoners. Voor Mark Suykens is de bestuurskracht van de politici en de administratie veel belangrijker dan het aantal inwoners. De banken hebben ons ondertussen geleerd dat schaalvergroting heus niet altijd soelaas brengt. 19 Praktijk in Zwijndrecht – Hoe geef je leiding aan mensen met autisme? 20 De BBC en de financiële instellingen 22 Cijfers voor een beter beleid
werkveld 24 Interview – Mie Moerenhout, Ingrid Peeters, Sandra Vandereet, Frans Beunens Ouderen willen een stem in het sportbeleid Bewegen levert een groter gezondheidsvoordeel op bij ouderen dan bij andere leeftijdscategorieën. Bij Okra-Sport en S-Sport zitten het ledenaantal, het aantal activiteiten en het aantal disciplines in stijgende lijn. Fietsen, wandelen, petanque en dans zijn de meest geliefde sporten.
stefan dewickere
Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke
19 Lokale verkiezingsraad – Mag ik of mijn partij giften
16
28 Zwalm zet met Toer d’Amour creatief in op gemeenschapsvorming 31 Praktijk in Mechelen – Lage-energiewoningen in Mechels Papenhof stefan dewickere
Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46
stefan dewickere
12 Niet te veel rekenen op de burgemeestersbonus
32 Meststof voor groen speelweefsel 34 Lokale raad – Moet de gemeente een parkeerkaart bezorgen aan zorgverstrekkers? 35 Praktijk in Roeselare – Kinderdagverblijven OCMW
24
Roeselare bouwen bruggen tegen kinderarmoede 36 De frontlijners – Greta Holvoet, diensthoofd burgerzaken te Ingelmunster
geregeld 39 wetmatig – berichten 41 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 42 column – Pieter Bos
Op de cover Zes tuinhuisjes zijn in Zwalm zes intieme tentoonstellingsruimtes geworden over het lief en leed in Zwalm anno 2012. Foto: Bart Lasuy. Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.
Lokaal I 16 juni 2012 I 3
Het decreet gronden pandenbeleid VERGUNNINGSAANVRAGEN EN MAATREGELEN BETAALBAAR WONEN Floris Sebreghts, Olivier Verhulst – GSJ Advocaten Deze gebruiksvriendelijke publicatie gaat nader in op het decreet grond- en pandenbeleid en meer specifiek op een aantal aspecten over vergunningsaanvragen en maatregelen over betaalbaar wonen. In een eerste theoretisch deel wordt een bespreking gegeven van de wetgeving met update tot en met de decreetswijziging, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 27 januari 2012. In het tweede deel worden enkele zeer specifieke aandachtspunten behandeld met een praktische benadering van de behandeling van de studentenkamers en serviceflats, de problematiek van de verkavelingsvergunningsplicht en de fasering van aanvragen. De pocket kan dienst doen als belangrijke inspiratiebron voor stedenbouwkundig ambtenaren, projectontwikkelaars en/of particulieren bij het behandelen of indienen van vergunningsaanvragen. Het is tevens een handig werkinstrument voor burgers en/of architecten die wel bewust en doordacht een vergunningsaanvraag willen indienen rekeninghoudende met de daarmee samenhangende gevolgen aangaande sociale en bescheiden lasten.
Private Handhaving MOET DE GEMEENTE HANDHAVEND OPTREDEN BIJ ELKE KLACHT INZAKE STEDENBOUW? Jo Van Lommel – GSJ Advocaten In de praktijk doen er zich situaties voor waarbij het niet opportuun of prioritair is voor de gemeente om handhavend op te treden. Zo kan de gemeente vandaag bijvoorbeeld door middel van een klacht van een inwoner in kennis worden gesteld van een stedenbouwkundige overtreding die 10 jaar geleden heeft plaatsgevonden. De klacht wordt geuit in het kader van een burenruzie … Wanneer deze situatie zich voordoet, is het aangewezen dat de gemeente in het kader van haar informatieverplichting verduidelijkt aan de burger waarom niet handhavend wordt opgetreden, en meedeelt welke stappen de burger gebeurlijk zelf kan ondernemen. Dit laatste wordt door de auteur ‘private handhaving’ genoemd.
Er worden twee nieuwe pockets verwacht in de GSJ-reeks: – De raad voor vergunningsbetwistingen in de praktijk – De omgevingsvergunning Andere titels in de reeks:
Mail naar info@politeia.be voor voordelige tarieven bij bulkaankoop. Alle pockets zijn verkrijgbaar via www.politeia.be.
BESTELKAART
Bestel via www.politeia.be of stuur of fax deze strook naar: Uitgeverij Politeia, Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel / fax: 02 289 26 19
JA, ik bestel …… ex. van “Het decreet grond- en pandenbeleid” tegen de prijs van € 21 (VVSG-leden) / € 25 (niet-leden) * JA, ik bestel …… ex. van “Private Handhaving” tegen de prijs van € 12 (VVSG-leden) / € 15 (niet-leden) * Mijn bestuur is lid van de VVSG. Naam:
Adres:
Functie: Organisatie:
Btw-nummer:
E-mail:
Datum:
Tel.:
Handtekening:
* Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
kort lokaal opinie
Vlaams plattelandsfonds opgericht
O
p 25 mei keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet op het Vlaams plattelandsfonds goed. Met de oprichting van dit fonds zal Vlaanderen bijkomende financiÍle ondersteuning geven aan een groep plattelandsgemeenten. De nadruk ligt op gemeenten die grote opdrachten hebben inzake open ruimte maar over een beperkte fiscale draagkracht beschikken. Op die manier moet het groeiende onevenwicht tussen financiering en takenpakket van gemeenten met typische plattelandskenmerken worden aangepakt. De doelgroep van het Vlaams plattelandsfonds is afgebakend door een rangschikking te maken van alle Vlaamse gemeenten op basis van openruimtecriteria: het inwonersaantal per vierkante kilometer en het percentage bebouwde oppervlakte. De eerste vijftig gemeenten op deze lijst vormen Het plattelandsfonds pakt het de doelgroep van het fonds. De middegroeiende onevenwicht aan tussen len worden onder deze vijftig verdeeld de financiering en het takenpakket op basis van fiscale draagkracht. Op van plattelandsgemeenten. die manier is een rangschikking van de vijftig doelgemeenten gemaakt. De trekkingsrechten worden toegekend in relatie tot een bedrag per kilometer verhard wegennet. De fiscaal armste gemeenten krijgen een bonus. De Vlaamse Regering bepaalt jaarlijks het trekkingsrecht per gemeente, afhankelijk van het budget dat ze uittrekt voor het fonds, met een maximum van 250.000 euro. Met dit geld kunnen gemeenten projecten financieren. Zo’n project kan een inspanning zijn om de open ruimte te vrijwaren of te ontwikkelen. Er kan bijzondere aandacht uitgaan naar de kwetsbare gebieden, met name de natuurgebieden. Een gemeente kan er ook voor kiezen om het functionele wegennet verder te onderhouden, te herstellen of opnieuw aan te leggen. Het geld kan bijdragen tot het beheren en onderhouden van het waterstelsel van lokaal belang. Gemeenten kunnen met een project rurale ondernemers ondersteunen, de landbouw op het platteland versterken en verbreden of het toerisme en de recreatie op het platteland kansen geven. Ze kunnen een project in het leven roepen om kwetsbare groepen op het platteland te ondersteunen of om de leefbaarheid van de dorpen te stimuleren. De VVSG is tevreden dat de contouren van het Vlaams plattelandsfonds gekend zijn. Wij hebben er sterk voor geijverd dat deze middelen naar de gemeenten zouden gaan zodat hun belangrijke rol in de ontwikkeling van een kwalitatief plattelandsbeleid wordt erkend.
Mark Suykens is directeur van de VVSG
Lokaal I 16 juni 2012 I 5
kort lokaal nieuws
Vlaams Parlement wil geen nieuwe Gemeentelijke Holdings meer
bart lasuy
Als het van het Vlaams Parlement afhangt, mogen gemeenten voortaan geen risicovolle participaties meer nemen. Aandelen aanhouden in financiële instellingen kan evenmin. Dat blijkt uit een resolutie die op 23 mei een ruime meerderheid achter zich kreeg.
56
De resolutie is het sluitstuk van een maandenlange bespreking van de oorzaken van de ondergang van de Gemeentelijke Holding en Dexia. Volgens het Parlement werd de Gemeentelijke Holding niet alleen het slachtoffer van de gebeurtenissen bij Dexia, maar droeg hij er ook toe bij, door ook in moeilijke tijden dividenden te blijven opeisen. De Holding zou ook nagelaten hebben de principes van ‘good governance’ toe te passen, want de interne audit kon niet rapporteren over de risico’s. Door via de Gemeentelijke Holding in Dexia te participeren, werden gemeenten afhankelijk van risicovolle financiële producten in een risicovolle omgeving. Het Parlement verwijst daarbij naar de ‘carroussellening’ die Dexia Bank België in 2008 toekende aan de Gemeentelijke Holding om de kapitaalverhoging van Dexia te financieren. Door de kapitaalverhoging een jaar later van de Gemeentelijke Holding zelf raakten de deelnemende gemeenten nog meer bij de zaak betrokken. Ze werden gelokt met een onverantwoord dividend van 13%. Ook de toezichthouders (CBFA, Nationale Bank, maar ook de regeringscommissaris) hebben hun rol volgens het Parlement onvoldoende gespeeld. Met al die overwegingen in het achterhoofd, vraagt het Vlaams Parlement aan de Vlaamse Regering om een aantal maatregelen te nemen. Zo moet er een verbod komen op gemeentelijke risicovolle participaties, en mogen lokale besturen zeker geen aandelen meer hebben in de banksector en in financiële instellingen. Lokale besturen kunnen wel een nuttige rol spelen in de verankering en verzekering van de energie- en nutsvoorzieningen, maar de federale
Tijdens de huidige bestuursperiode waren er 56 burgemeesterwissels. In 2007, het eerste jaar van deze legislatuur wisselde 1 burgemeester, in 2010 waren het er 21. In 2012 wisselden tot nog toe 3 burgemeesters. In Limburg en Vlaams-Brabant waren er 9 wissels. In West-Vlaanderen en Antwerpen 12 en in Oost-Vlaanderen 14.
Bron: Agentschap Binnenlands Bestuur
6 I 16 juni 2012 I Lokaal
print & web regelgeving hierover zou moeten worden afgeschaft en vervangen door Vlaamse. De Vlaamse overheid kan volgens het Parlement wel aandelen blijven aanhouden in financiële instellingen, maar ook daar moet het toezicht verscherpt worden en de rapportering verbeterd.
Ja, maar Dat de ondergang van de Gemeentelijke Holding en Dexia ook sporen zou nalaten in de regelgeving, is logisch. Er werden op diverse niveaus (soms zware) fouten gemaakt. Een grondige publieke evaluatie is dus meer dan verantwoord. Toch moeten we ook opletten voor overhaasting en te snelle conclusies. Zo roept de resolutie van het Vlaams Parlement ook een aantal vragen op. Ten eerste verwijst de tekst naar artikel 195 van het Gemeentedecreet, dat volgens het Parlement ‘een uitdrukkelijk verbod (bevat) op risicovolle publieke participaties van lokale overheden’. Artikel 195 verbiedt gemeenten inderdaad om rechtspersonen die niet belast zijn met taken van gemeentelijk belang op te richten, erin deel te nemen of zich erin te laten vertegenwoordigen, tenzij er een wettelijke rechtsgrond voor bestaat. Tot nu toe ging iedereen ervan uit dat de participatie van de gemeenten in de Gemeentelijke Holding gedekt was door het oprichtingsbesluit van het Gemeentekrediet in 1860. Bij de inwerkingtreding van het Gemeentedecreet in 2007 waren alle gemeenten al aandeelhouder van de Gemeentelijke Holding. De Vlaamse overheid als toezichthouder heeft hierover nooit een opmerking gemaakt. Het is dan ook wat kort door de bocht om in de resolutie te spreken over een verbod dat de gemeenten zouden hebben overtreden. Hadden de Vlaamse gemeenten hun aandelen Gemeentelijke Holding dan moeten verkopen? Op basis van de statuten van de Gemeentelijke Holding kon dat alleen aan de andere aandeelhouders, de Waalse en Brusselse gemeenten dus. Zouden zij bereid gevonden zijn om dat pakket over te nemen, en zo ja, tegen welke prijs? Men had natuurlijk ook de statuten van de Gemeentelijke Holding kunnen aanpassen, maar met slechts 40% van de stemrechten zouden de Vlaamse gemeenten het daar ook niet hebben gehaald. Met andere woorden, tussen de theorie van artikel 195 en de praktijk gaapt een behoorlijke kloof.
Ten tweede wil het Vlaams Parlement een verbod op gemeentelijke participaties in financiële instellingen. Ook hier dreigt echter het gevaar van het kind en het badwater. Voor we het weten vallen entiteiten zoals de financieringsintercommunales (100% in gemeentelijke handen) hier onder. Een aantal van die entiteiten geven thesauriebewijzen uit op de financiële markt en lenen die middelen door aan de gemeenten, een typische rol van een bank. Mag dat dan ook niet meer? En wat als we in de zoektocht naar alternatieve financieringsmogelijkheden voor lokale besturen inspiratie zouden zoeken bij spelers zoals de Bank der Nederlandse Gemeenten (BNG) of het Zweedse Kommuninvest? Beide instellingen kwamen voor zover we weten ongeschonden de financiële crisis door, maar zijn wel geheel of gedeeltelijk in handen van de lokale besturen en voorzien hen van marktconforme kredieten. Kan dat dan voortaan niet meer in Vlaanderen? Ten derde bevestigt het Vlaams Parlement de strategische rol van de gemeenten in de energiesector. Maar wat moeten we doen als die energieparticipaties ook risicovol blijken te zijn? Bij de VVSG-leden leven alvast vragen bij de internationale aspiraties en activiteiten van Elia en Fluxys. Maar ook de distributienetbeheerders kunnen niet meer als volkomen risicoloos worden beschouwd, nu zowel de federale als de Vlaamse overheid wel eens twijfel zaaien over de vraag of ze alle opgelegde kosten wel zullen kunnen blijven recupereren. Met zijn resolutie heeft het Vlaams Parlement het debat over gemeentelijke participaties alvast nieuw leven ingeblazen. Jammer genoeg komt de discussie zestien jaar te laat. In 1996, bij de eerste geruchten over het samengaan van het Gemeentekrediet en Crédit Local de France, vroeg de VVSG een debat over de vraag of gemeenten wel een bank nodig hadden, en zo ja, welke bank dat dan moest zijn. De Vlaamse lokale besturen werd toen de mond gesnoerd, want de deal moest doorgaan. De creatie van Dexia en de beursgang zou de schuldpositie van ons land immers verbeteren, wat aan de vooravond van het toegangsexamen voor de euro primeerde. Vandaag weten we waartoe de overhaasting van toen geleid heeft. jan leroy
www.vlaamsparlement.be, zoek naar stuk 1625
Nieuwe editie draaiboek infectiebeleid in WZC Het draaiboek voor infectieziektebeleid voor woonzorgcentra werd na een wetenschappelijke fijnstemming en een praktijktoetsing door een aantal Vlaamse woonzorgcentra geactualiseerd. In dit draaiboek worden de preventieve en voorzorgsmaatregelen bij het uitbreken van infecties in het woonzorgcentrum Draaiboek infectiebeleiD (WZC) toegelicht. De achtergrondinformatie over al dan niet frequent voorkomende infectieziekten en de standaard te nemen voorzorgsmaatregelen worden beknopt weergegeven op steekkaarten. Het boek bevat ook praktische informatie over vaccinaties en arbeidsgeneeskunde, nuttige adressen en een reeks antwoorden op veel gestelde vragen. Daarmee is het een direct toegankelijk en gestandaardiseerd werkinstrument voor alle partijen betrokken bij het infectiebeleid in het WZC: huisartsen, coördinerende en raadgevende artsen, rusthuispersoneel, ziekenhuispersoneel, bewoners en bezoekers. in Vlaamse Woonzorgcentra (Wzc) De online versie van het draaiboek, de bijlagen en de verdere aanpassingen worden gratis ter beschikking gesteld op www.zorginfecties.be. De woonzorgcentra zijn vrij om het draaiboek en de bijlagen in te passen binnen de eigen werking van de ouderenvoorziening.
Downloaden via www.zorginfecties.be
Migranten over het migratie- en integratiebeleid De Immigrant Citizens Survey is een opiniepeiling uitgevoerd in 2012 in vijftien steden van zeven lidstaten van de Europese Unie – waaronder België – bij personen met een migratieachtergrond, om te verstaan hoe zij het migratie- en integratiebeleid evalueren. In België werd de bevraging uitgevoerd in Brussel, Luik, en Antwerpen. Staatsburgerschap
Langdurig verblijf
Gezinshereniging
Politieke en burgerparticipatie
Immigrant citizens survey
Werkgelegenheid
Talen
Migranten over hun uitdagingen met integratie in 15 Europese steden
Bevraging bij migranten in de grootsteden.
T. Huddleston, J. D. Tjaden, L. Callier, Immigrant Citizens Survey: migranten over hun uitdagingen met integratie in 15 Europese steden, te downloaden via www.kbs-fbr.be (knop Publicaties), zie ook www.immigrantsurvey.org
Lokaal I 16 juni 2012 I 7
kort lokaal nieuws
Gemeenten worden schuldeisers Gemeentelijke Holding De gemeenten die in 2011 recht hadden op een dividend van de Gemeentelijke Holding maar het niet kregen, zullen hiervoor toch nog een vordering kunnen indienen bij de vereffenaars. Dat was te horen op de algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding. De vereffening kan nog drie tot vijf jaar duren. Een van de taken van de vereffenaars bestaat erin om een zo correct mogelijk beeld te krijgen van alle schulden. De meeste zijn intussen in kaart gebracht, op één uitzondering. De algemene vergadering van de Gemeentelijke Holding besliste eind mei 2011 om over 2010 een dividend uit te keren van 2,87 euro per preferent aandeel, of een totaal bedrag van 17,5 miljoen euro. Door de steeds zwaardere problemen van de Holding de maanden nadien (gevolgd door de beslissing tot vereffening op 7 december), werd dit dividend nooit uitbetaald. De gemeenten die in 2009 intekenden op de kapitaalverhoging hebben er in principe wel recht op. Ze krijgen van de vereffenaars binnenkort een brief waarin ze officieel kunnen aangeven of ze bij die vordering blijven. Toch blijft het eerder een technisch-boekhoudkundige operatie, want veel hoop dat de betrokken gemeenten hiervan ooit iets zullen zien, is er niet. Op 31 december 2011 keek de Gemeentelijke Holding aan tegen een negatief eigen vermogen van 1.057 miljoen euro. Dat betekent dat na de verkoop van alle activa, er nog ruim 1 miljard euro aan schulden blijft waar geen eigendommen tegenover staan. De vereffenaars gaven de algemene vergadering ook nog mee dat de beurskoers van Dexia zou moeten stijgen naar 4 euro om het eigen vermogen weer boven nul te krijgen. Op de dag van de algemene vergadering sloot het aandeel af op 0,17 euro. De vereffenaars gaven ook uitgebreid toelichting bij de situatie waarin de Gemeentelijke Holding zich vandaag bevindt. Ze
werken momenteel volop aan een audit. Die houdt een grondige controle van de boekhouding in, een analyse van de investeringen en aangegane engagementen en een doorlichting van de relatie met Dexia, en meer specifiek de kapitaalverhoging van Dexia waarop de Gemeentelijke Holding in het najaar van 2008 intekende voor 500 miljoen euro. Daarbij zal ook worden bekeken of en in welke mate de Holding toen onder druk werd gezet. Maar de vereffenaars gaven ook meteen de grenzen van hun bevoegdheden aan. Ze hebben bijvoorbeeld niet het recht om andere overheden te ondervragen. De audit kost veel tijd. Omdat die nog niet is afgerond, stelden de vereffenaars aan de algemene vergadering voor om de stemming over de kwijting van de bestuurders voor de periode 1 januari tot en met 7 december 2011 uit te stellen. Ze verzekerden dat dit uitstel voor de aandeelhouders noch voor de Holding enig verlies van rechten inhoudt. Het uitstel kreeg de steun van ruim 92 procent van de stemmen. Voor de goedkeuring van de jaarrekening over diezelfde periode waren er maar een kleine 78 procent ja-stemmen. Tot slot deelden de vereffenaars ook mee dat de Gemeentelijke Holding vandaag verwikkeld is in twee gerechtelijke procedures. Er is enerzijds een strafklacht, maar de vereffenaars hebben nog geen toegang gekregen tot het dossier. Ze hebben aan de onderzoekers wel hun volle medewerking toegezegd. De afwerking van de audit zal trouwens afhangen van de afloop van deze strafprocedure. Daarnaast heeft de gemeente Schaarbeek bij de burgerlijke rechtbank een procedure ingeleid met de vraag om de kapitaalverhoging van de Gemeentelijke Holding van 2009 te annuleren en het geld aan de gemeenten terug te betalen. Voor Schaarbeek ging het om ruim 9,5 miljoen euro. jan leroy
daniel geeraerts
Tevredenheidsenquête De Lijn bij de gemeenten
8 I 16 juni 2012 I Lokaal
Momenteel loopt een tevredenheidsmeting van De Lijn bij de Vlaamse steden en gemeenten. Met deze enquête wil het openbaarvervoerbedrijf een goed zicht krijgen op hoe de lokale overheden de samenwerking percipiëren op verschillende vlakken. Alle domeinen waarin De Lijn en de gemeenten samenwerken, zullen worden aangehaald: van halteaccommodatie tot mobiliteitsplannen, van het bestaand aanbod tot doorstroming en derdebetalersystemen. Om een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over de samenwerking, zullen mensen in verschillende functies binnen een gemeente worden bevraagd. Op die manier wil De Lijn zo veel mogelijk pijnpunten identificeren en zo in nauwe samenwerking met de lokale besturen actieplannen opstellen. Lokale besturen zijn immers heel belangrijke partners. De resultaten worden op een transparante manier gecommuniceerd. De Lijn dankt u alvast voor uw medewerking! erwin de bruyne
print & web
Weerswaarschuwingen via SMS
shutterstock
Online: update van milieukoopwijzer.be
De dienst Ethias-KMI Preventie, die in januari 2012 werd gelanceerd bij een testpanel van verzekerde gemeenten en intercommunales, heeft de Decavi Trofee van de Innovatie 2012 behaald. Weersomstandigheden kunnen een behoorlijke impact hebben op de activiteit en de schadelast van verzekerden. Daarom biedt Ethias samen met het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) een gratis waarschuwings- en preventiedienst bij risicovolle weersomstandigheden aan. Deze SMS/Web-dienst verstrekt gratis weerswaarschuwingen aan beslissingsbevoegde sleutelmedewerkers die binnen de lokale besturen zijn aangeduid. Via geavanceerde weersvoorspellingen en preventieadviezen worden zij gewaarschuwd voor allerhande situaties die schade kunnen berokkenen aan hun activiteiten, bezittingen, deelnemende partijen en verantwoordelijkheden. Elke SMS-waarschuwing bevat een korte beschrijving van het risicotype en verwijst de ontvanger naar een beveiligd webplatform met bijkomende informatie over het
meteorologische risico en met een brede waaier van nuttige preventieadviezen. Op dit platform centraliseren de weersvoorspellers van het KMI dag en nacht alle informatie zoals buienradars, waarnemingskaarten of kortetermijnvoorspellingen. Ethias-KMI Preventie is een gratis dienst die geen invloed heeft op de verzekeringsdekking die Ethias biedt. De verzekerde blijft dus dezelfde waarborgen genieten, op elk moment, ongeacht de keuze voor deze facultatieve dienstverlening. Decavi biedt de verzekeringswereld tal van diensten aan zoals een nieuwsbrief en seminaries en reikt al sinds 2000 jaarlijks prijzen uit voor de beste verzekeringsproducten op de Belgische markt. Dit jaar waren er zeven prijzen. marlies van bouwel
www.ethias.be/KMI en www.decavi.be
Voor 30 juni Goede voorbeelden halteaccommodatie Een van de volgende nummers van het Op 1 Lijn- magazine is gewijd aan halteaccommodatie. Op 1 Lijn zoekt hiervoor nog mooie voorbeelden. Welke gemeenten willen graag hun beleid rond halteaccommodatie toelichten in het magazine en zo delen met hun collega’s? Mail de speerpunten van uw beleid naar Op1Lijn@delijn.be
Voeding, kranen en toiletten zijn producten die ieder grootgebruiker en gemeentebestuur wel eens moet aankopen. De Milieukoopwijzer-website van de Bond Beter Leefmilieu geeft concrete informatie over criteria, merken en leveranciers waar u op kunt letten bij de aankoop van milieuverantwoorde alternatieven voor deze producten. Recent werden de criteria voor voeding en duurzaam watergebruik geüpdatet. Daarnaast geeft de Milieukoopwijzer informatie over papierwaren, dranken kantoormaterialen, schoonmaak, en verlichting. Milieuambtenaren, duurzaamheidsambtenaren en aankopers van een lokaal bestuur kunnen de Milieukoopwijzer gebruiken voor bestekken en de evaluatie van de offertes. www.milieukoopwijzer.be
Onmisbaar openbaar De vele besturen en organisaties die instaan voor de publieke dienstverlening zijn de afgelopen jaren geëvolueerd naar moderne organisaties. Het maatschappelijk belang en de meerwaarde van de overheid en van collectieve voorzieningen wordt vaak te weinig benadrukt. Mensen moeten kunnen rekenen op een overheid die goed werkt, en die beschikbare middelen op de juiste manier inzet. Dit boek kijkt met een open blik naar openbare diensten: Wat doen ze? Waarom? Wat hebben we eraan? In welke mate slagen ze in hun opdracht? Wat kan er verbeteren? Onmisbaar openbaar is een onderbouwde maar ook toegankelijke studie, nuttig voor beleidsmensen en politici, onderzoekers, studenten, vakbondsmensen en werknemers. L. Hamelinck, M. De Bruycker, B. Janssens, Onmisbaar openbaar: een blik op de rol, het belang, de werking en de toekomst van de openbare sector, ASP Editions, Brussel, 28,95 euro
Lokaal I 16 juni 2012 I 9
kort lokaal perspiraat “Een stad heeft enorme hoeveelheden voedsel nodig, maar de inwoners hebben hun band met de productie ervan verloren. Het platteland is iets wat ver weg ligt, iets wat we achterlaten om naar die stad te trekken. De stad moet weer beseffen dat ze het platteland nodig heeft, dat ze niet zonder kan.” Carolyn Steel, architecte en docente aan de London School of Economics en Cambridge University – De Morgen 5/6 “Paardenhouders maken gebruik van de landbouwzone, maar ze doen niet aan landbouw. Terwijl dat wel de bedoeling is van die ruimte: eten produceren.” Greet Lambrecht, eigenares van een tuinbouwbedrijf, over de verpaarding van het Vlaamse platteland – De Standaard 2/6 “De echt mooie steden zijn de kleine steden en ik heb er hoegenaamd geen probleem mee die met Villa Vanthilt een beetje te promoten.” Marcel Vanthilt over Villa Vanthilt en citymarketing – De Morgen 4/6 “Diefstalpreventie moet een absolute prioriteit zijn. Lokale besturen zouden kunnen ingrijpen door voorwaarden te koppelen aan een bouwvergunning. Dat kan architecten en aannemers sensibiliseren, zonder dat meteen aan dure elektronische beveiligingssystemen hoeft te worden gedacht.” Antwerps gouverneur Cathy Berx – Knack 30/5 “Door slim de bestaande natuur in een wijk met elkaar te verbinden en door de huizen en de openbare ruimte verstandig te ordenen kun je de levenskwaliteit drastisch verhogen.” Stephan Bostoen van bouwbedrijf Bostoen over het ontwerp van duurzame wijken – De Morgen 2/6 “Het is altijd en overal de belangrijkste doelstelling van sociaal beleid om criminaliteit terug te dringen. New York heeft in het verleden miljarden uitgegeven om stadsbuurten om te toveren via sociale programma’s, met heel weinig effect. Maar als je de misdaad kan verlagen, vind je horecaen andere zaken die bereid zijn zich in de buurt te vestigen en er banen te creëren. Misdaad creëert armoede, armoede creëert geen misdaad.” Heather Mac Donald van het Manhattan Institute For Policy Research – De Tijd 14/4
10 I 16 juni 2012 I Lokaal
Zeven Europese aanbevelingen voor België De Europese Commissie maakt jaarlijks een grondige analyse van alle lidstaten van de Europese Unie en formuleert aanbevelingen om de socio-economische situatie te verbeteren. Deze werkwijze heeft te maken met de uitvoering van de EU 2020-strategie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei en met het Europese stabiliteitsprogramma. Ook België kreeg zeven aanbevelingen voor de periode 2012-2013. Hoewel die op het eerste gezicht vooral macro-economisch zijn, hebben de zeven aanbevelingen gevolgen voor alle overheden in ons land, ook voor de lokale besturen.
1
Een begroting in evenwicht en wegwerken van de hoge schuldenlast. Die is van 84,1% (in 2007) weer opgelopen tot 98% van het BBP in 2011. Grotendeels is dit te wijten aan de redding van de banken. De overheidsfinanciën moeten op een duurzame manier aangepakt worden, ad hoc maatregelen moeten vermeden worden. Alle overheden moeten hiertoe een bijdrage leveren.
2
Gezonde overheidsfinanciën. In vergelijking met andere lidstaten speelt de veroudering van de bevolking in België een veel grotere rol (stijging van 5,6% van het BBP in België voor uitgaven voor pensioenen tegen 1,5% als Europees gemiddelde). Dit heeft eveneens gevolgen voor de arbeidsmarkt en voor de uitgaven van de gezondheidszorg. De leeftijd van de actieve beroepsbevolking moet omhoog en op termijn
moet de kloof tussen de stijgende levensverwachting en de pensioenleeftijd kleiner worden. ‘Active ageing’ en maatregelen om de arbeidspositie hieraan aan te passen, staan voorop.
3
Rationalisatie van de bankensector. Het kapitaal van de zwakste banken moet verstevigd worden en de banksector moet zijn normale rol als kredietverlener aan de economie kunnen vervullen.
4
Modernisering van de loonindexering. Dit punt heeft al veel stof doen opwaaien, maar de Commissie pleit in de eerste plaats voor een hervorming, niet voor een afschaffing. Het herbekijken van de verschillende factoren die de loonkost bepalen, moet op termijn de Belgische concurrentiepositie kunnen verbeteren.
Tot 1 juli Schrijf in voor De Week van de Smaak heeft dit jaar een heel bijzonder initiatief in petto voor alle gemeenten in Vlaanderen: ‘De Grote Thuisbak’. Zaterdag 17 november is het zover: die dag slaat Vlaanderen thuis aan het bakken. De gratis bakschorten die Week van de Smaak cadeau doet aan de eerste vijftig ingeschreven thuisbakkers per deelnemende gemeente, kunnen dienen als extra motivatie. Met al dat lekkers kan een gemeente een dorpsfeest organiseren of het gebak verkopen om het geld aan een goed doel te schenken. De gemeente die het meest bakt, het best zijn inwoners mobiliseert en de mooiste recepten kan voorleggen, wint De Grote Thuisbak. Een kleine gemeente maakt evenzeer kans op de titel, want in de beoordeling wordt het aantal inwoners meegenomen. www.weekvandesmaak.be/degrotethuisbak
nieuws
5
Een verschuiving van belastingen op arbeid naar andere vormen van belasting zoals milieubelastingen die in België veel lager liggen dan in de andere lidstaten. Ook het wegwerken van de werkloosheidsval en het activeringsbeleid komen aan bod. België krijgt de boodschap om extra inspanningen te leveren, enerzijds voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, dat zijn vooral personen met een migrantenachtergrond (38,2% arbeidsparticipatie tegen het EU-gemiddelde van 55,2%), en anderzijds voor de mobiliteit inzake werkgelegenheid. De Commissie ziet positieve mogelijkheden in de regionalisering van de arbeidsmarkt om onderwijs, opleiding en werk coherenter aan te pakken.
6
Stimuleren van de concurrentie in de detailhandel. Hiervoor moet verder werk gemaakt worden van administratieve vereenvoudiging. Dit geldt eveneens voor de grote netwerkindustrieën zoals de post, vervoer en telecommunicatie.
7
Dringend aanpakken van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. België bengelt hier achteraan in Europa, en er dreigt zelfs een stijging op termijn van de CO2-uitstoot. Vooral het vervoer moet worden aangepakt.
Tot 9 juli Doe mee aan de Zuiddag op 18 oktober Op donderdag 18 oktober gaan duizenden jongeren een dag niet naar hun middelbare school, maar gaan ze aan de slag bij een deelnemend bedrijf, een organisatie of
De Europese Commissie gaat over deze aanbevelingen in gesprek met België. Vooral het Stabiliteitspact dat in 2011 werd aangenomen, is bindend, maar het wordt gekoppeld aan de EU 2020-strategie die in 2010 door alle lidstaten werd goedgekeurd als een leidraad voor een betere coördinatie van het economische beleid. In ieder geval zet de Europese Commissie verdere stappen naar meer politieke en economische integratie als antwoord op de financieel-economische crisis die de Europese Unie nog steeds in haar greep houdt. Daarom blijft de Commissie hameren op het belang van structurele maatregelen. Voor de lokale besturen is het erg belangrijk om de vertaalslag te maken van deze ontwikkelingen en te bekijken welke antwoorden zij kunnen bieden inzake ouderenbeleid, werkgelegenheid, diversiteit, ondernemingsvriendelijkheid en energie-efficiëntie. betty de wachter
een gemeente. Elke werkgever betaalt minimaal 40 euro per jongere. De opbrengst gaat naar een jongerenproject in Venezuela. Aan de hand van uitwisselingen leren de scholieren uit België en de Venezolaanse jongeren elkaars leefwereld kennen. Wie voor 9 juli een job op de online jobbank van Zuiddag plaatst, krijgt een naamsvermelding in het Zuiddagjongerenmagazine. www.zuiddag.be
nix
Lokaal I 16 juni 2012 I 11
de keus burgemeestersbonus
56 burgemeesters traden tijdens deze beleidsperiode in de voetsporen van hun voorganger.
12 I 16 juni 2012 I Lokaal
Niet te veel rekenen op de burgemeestersbonus Een zittend burgemeester heeft bij gemeenteraadsverkiezingen een voetje voor: de burgemeestersbonus. In partijen waar zich een wissel van de wacht aandient, zet de burgemeester steeds vaker één, twee of drie jaar voor de stembusgang een stap opzij. Zo kan de opvolger gerodeerd naar de verkiezingen en, dat hoopt de partij, gaat de burgemeestersbonus niet verloren. Lokaal sprak met vier burgemeesters die in de loop van de legislatuur de sjerp omgordden: Else De Wachter (Kapelle-op-den-Bos), Irina De Knop (Lennik), Jan Vermeulen (Deinze) en Wim Dries (Genk). tekst marlies van bouwel en bart van moerkerke beeld stefan dewickere
W
im Dries volgde op 18 december 2009 Jef Gabriels op, die 23 jaar burgemeester was. ‘Ik was al sinds 2002 schepen, ik heb altijd goed samengewerkt met Jef. Ik had het geluk dat hij de overgang heel bewust heeft voorbereid, het was prima gepland. Ik zie drie elementen waardoor het zo vlot is verlopen. Jef is burgemeester gebleven tot de laatste dag en dat was goed, want twee hanen in een kippenstal, daar is niemand bij gebaat. We spraken alle grote standpunten door, in een open communicatie. En zonder zichzelf weg te cijferen, heeft Jef mij subtiel naar voren geschoven in het college, de gemeenteraad, het stadhuis, bij de bevolking. Zo kon mijn draagvlak groeien.’ Met de maxi cosi naar het stadhuis In Deinze was na de verkiezingen in 2006 afgesproken dat Jacques De Ruyck niet de volledige zes jaar zou rondmaken. Begin dit jaar volgde eerste schepen Jan Vermeulen hem op. ‘De beste voorbereiding kreeg ik in 2008 toen Jacques onverwacht uitviel. Mijn vrouw was net bevallen van een tweeling. In plaats van twee weken vakantie te nemen, verving ik gedurende twee maanden de burge-
meester. Ik ging soms met twee slapende baby’s in de maxi cosi naar het stadhuis. Die maanden waren zeer nuttig, ik liep als het ware stage en kreeg heel veel tips. Ik wist dus wat op me af zou komen, ik was goed voorbereid.’
af en toe, maar dat vermindert. Ik heb me de meeste dossiers eigen gemaakt. Leo zit niet naast me, hij neemt heel bewust afstand. Dat is sterk.’ Even schrikken van veiligheid Irina De Knop is sinds 2 mei 2011 burgemeester in Lennik, als opvolger van Willy De Waele die tien jaar de gemeente leidde. ‘De overdracht was niet afgesproken na de verkiezingen van 2006, ik was toen ook nieuw in het college, maar tijdens de legislatuur voelde je wel dat de leeftijd bij Willy begon door te wegen. Het burgemeesterschap vraagt veel van een mens. Eind 2010 heeft hij aangekondigd dat hij zou stoppen. Ik ben in januari 2011 bevallen van een dochtertje, ik kreeg nog respijt tot mei. Ik heb
Wim Dries: ‘Jef Gabriels heeft de overgang heel bewust voorbereid. Zonder zichzelf weg te cijferen, heeft hij mij subtiel naar voren geschoven. Zo kon mijn draagvlak groeien.’ Ook Else De Wachter is nog maar goed een jaar in functie. In Kapelle-opden-Bos volgde ze op 1 december 2011 Leo Peeters op. Met een onderbreking van één legislatuur was hij er sinds 1977 burgemeester. Hij kondigde in de zomer van 2011 zijn afscheid aan, om gezondheidsredenen. ‘Ik was al sinds 2001 schepen, ik wist hoe alles werkte. We hebben over de lopende dossiers veel overlegd, alles wees zichzelf uit. Leo Peeters was op alle vlakken mijn leermeester, ik ben in 1997 op zijn kabinet mogen beginnen. Als je elkaar al zo lang kent, voel je elkaar heel goed aan. We overleggen nog
die maanden goed kunnen gebruiken om me voor te bereiden. We hebben heel veel gesproken over de overdracht. Maar op een bepaald ogenblik moet je natuurlijk in het bad springen en ervoor gaan. Tot vandaag werken we heel intensief samen. Willy zit nog altijd de gemeenteraad voor.’ Hoe goed de overdracht ook voorbereid wordt, het is toch even schrikken als het zo ver is. ‘Ik was onder de indruk van de hoeveelheid werk die bij het burgemeesterschap komt kijken,’ zegt Irina De Knop. ‘Je denkt dat je er als schepen een goed zicht op hebt maar dat beeld is
Lokaal I 16 juni 2012 I 13
de keus burgemeestersbonus
gf
zeker niet volledig. Vooral de bevoegdheid van de burgemeester op het vlak van veiligheid is zwaar.’ Jan Vermeulen kan dat alleen maar beamen. ‘Het was aanpassen, met name voor de politionele bevoegdheden en het samenwerken met andere gemeenten. Ik was nooit lid geweest van de politieraad. Ik vind dat de eerste schepen ook in die raad zou moeten zetelen.’
Jan Vermeulen is dezelfde mening toegedaan. ‘Als eerste schepen heb ik in 2007 mee het beleid van de stadskernvernieuwing vormgegeven, het is logisch dat ik de uitvoering daarvan voortzet. Ik merk wel dat een burgemeester elke dag impact heeft op bijna elke beslissing. Zo komen er opnieuw rockconcerten in de Brielpoort, die waren onder mijn voorganger niet mogelijk. We verhuren elek-
Irina De Knop: ‘Als schepen heb je geen volledig beeld van wat een burgemeester doet. Vooral de bevoegdheid op het vlak van veiligheid is zwaar.’
Voortzetten en veranderen Het ideale moment om de overdracht te organiseren, bestaat wellicht niet maar Wim Dries vindt het perfect halverwege de beleidsperiode. ‘Na twee jaar al overnemen was wat snel geweest, als je vier jaar moet wachten heb je misschien te weinig tijd om nog een hechte ploeg te vormen. Nu kunnen we als team naar de verkiezingen. Ik ben in elk geval een voorstander van een burgemeesterswissel in de loop van de legislatuur, los van de verkiezingen. De zittende burgemeester heeft de kans om terug op te starten en het beleid richting te geven. De komende burgemeester heeft niet de druk om uit het niets op te komen. De bevolking krijgt de kans hem of haar te leren kennen. In drie jaar kan je een evenwicht vinden tussen het voortzetten van het beleid en toch voldoende eigen accenten leggen. Ik heb jarenlang meegebouwd aan het beleid, het is logisch dat ik daarop voortwerk. Het zou ook niet geloofwaardig zijn als ik plots alles zou omkeren. Toch is er ruimte om zaken te veranderen. Zo bleef Jef jarenlang bij het standpunt dat het de verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid is om geluidschermen te plaatsen langs de gewestwegen die onze stad doorkruisen. Ik wil dat opnieuw bekijken en onderhandelen over een convenant.’
14 I 16 juni 2012 I Lokaal
trische bootjes op de Leie, er komt een openbaar toilet, er komen overdekte bushaltes en nieuwe terrassen voor de horeca, we sloten een erfpachtovereenkomst af met een privépartner die een hotel zal openen in het Huis Van Thuyne op de Markt. Je kunt op korte tijd veel zaken in gang zetten. Ook op het vlak van de begroting heb ik toch wat kunnen veranderen. Bij de opmaak ervan wilde ik mijn stempel niet te hard drukken, ik kon er
met een informatievergadering voor de burgers, met een andere aanpak door de politie.’ Stijlbreuk Waar een nieuwe burgemeester zeker het verschil kan maken, is in de bestuursstijl. Doorgaans is er een groot leeftijdsverschil met de afscheidnemende burgemeester. Jan Vermeulen: ‘Ik gebruik sociale media om te communiceren, ik verplaats me met de fiets en de scooter. Ik ging in jeans naar de nieuwjaarsreceptie van de gouverneur. Ik sta voor dezelfde waarden als Jacques De Ruyck maar er is wel een stijlbreuk. Ik probeer mezelf te blijven.’ Wim Dries haalt een andere stijl van communiceren en enthousiasmeren aan. ‘Een burgemeester is het gezicht van de stad en moet het personeel meetrekken in een dynamiek. Ik doe dat anders dan Jef, ik ga opener en directer met het personeel om, ik ben op een andere manier betrokken.’ De directheid onderscheidt ook Else De Wachter van haar voorganger. ‘Ik ben het gewoon dingen rechtuit te zeggen, ik laat zaken niet liggen. Ik heb een ander temperament dan Leo. En ja, ik heb het burgemeesterskantoor anders ingericht. Twee donkere muren zijn nu wit.’
Else De Wachter: ‘Ik was al elf jaar schepen, de kiezers kennen me. We hebben ons best gedaan om samen een goed beleid te voeren. De kiezer zal beslissen of ik van een bonus kan genieten.’ niet alles inleggen wat ik wilde. Nadat ik burgemeester werd, kon ik via een snelle begrotingswijziging veel bijsturen.’ Ook Irina De Knop geeft aan dat het bestuursakkoord de basis van het beleid blijft. ‘Maar binnen die contouren kan je wel degelijk eigen initiatieven ontwikkelen, bijvoorbeeld in het streven naar meer verkeersveiligheid. Toen ik pas burgemeester was, werden we geconfronteerd met een golf van inbraken in de regio. Dat vroeg een eigen benadering
Irina De Knop geeft aan dat de veranderende tijden een van de redenen waren voor Willy De Waele om de fakkel door te geven. ‘Willy was volledig mee op het vlak van bijvoorbeeld ICT maar hij voelde dat zijn stijl van communiceren met de inwoners niet meer aangepast was aan de tijdsgeest. Mensen willen onmiddellijk een antwoord op hun vraag, ze willen behandeld worden als klanten van een bedrijf. Ik ben veel jonger, ik heb daar meer voeling mee.’
lokale verkiezingsraad
Directe bereikbaarheid is ook een van de speerpunten in de aanpak van Else De Wachter. Sinds ze burgemeester is, is ze elke zaterdag en verschillende avonden per week met andere mandatarissen op stap om bij alle woningen in de gemeente aan te bellen en zich voor te stellen. ‘Het is cruciaal te
Jan Vermeulen: ‘Ik sta voor dezelfde waarden als mijn voorganger maar er is wel een stijlbreuk. Ik probeer mezelf te blijven.’ weten wat er leeft bij de mensen. Die punten hebben we per deelgemeente geëvalueerd, we nemen ze mee voor de volgende jaren.’ Aan de kiezer Denken de jonge burgemeesters in oktober al te kunnen profiteren van de burgemeestersbonus? Jan Vermeulen vreest dat de tijd daarvoor te kort was. ‘Ik hoop natuurlijk de kans te krijgen om een beleid voor zes jaar te kunnen neerzetten. Het wordt winnen of sterven.’ Ook Else De Wachter twijfelt. ‘De periode om me als burgemeester te profileren was kort. Anderzijds kom ik niet uit het niets. Ik was elf jaar schepen, de kiezers kennen me. We hebben ons best gedaan om samen een goed beleid te voeren. De kiezer beslist of ik van een bonus kan genieten.’ ‘Je kunt niet meer doen dan hard werken en het vertrouwen van de mensen proberen te winnen,’ zegt Irina De Knop. ‘Ik hoop dat ik heb kunnen tonen dat ik veel werkkracht en ambitie heb om goed te doen voor de gemeente. Als burgemeester heb je wel het voordeel dat je bijna automatisch lijsttrekker bent, dat je een belangrijke stem hebt in de lijstvorming en dat je het verkiezingsprogramma kunt vormgeven. Ik wil de mensen veeleer met een toekomstvisie aanspreken dan vanuit de realisaties van het verleden. Ik zal in elk geval niet te veel rekenen op die burgemeestersbonus.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal, Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Mag ik of mijn partij giften ontvangen voor onze verkiezingscampagne? Alleen natuurlijke personen kunnen giften doen aan politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen. Kandidaten en politieke mandatarissen kunnen ook giften ontvangen van de politieke partij of de lijst waarvoor ze zich kandidaat stellen of een mandaat bekleden. De begunstigden registreren jaarlijks de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer doen, onder welke vorm dan ook. De politieke partijen, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen mogen vanwege eenzelfde natuurlijke persoon jaarlijks elk maximaal 500 euro, of de tegenwaarde daarvan, als gift ontvangen. De schenker mag jaarlijks in totaal maximaal 2000 euro, of de tegenwaarde daarvan, besteden aan giften ten voordele van politieke partijen, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen. De afdrachten van politieke mandatarissen aan hun politieke partij worden niet als giften beschouwd. Giften van natuurlijke personen die feitelijk optreden als tussenpersonen van rechtspersonen of feitelijke verenigingen en giften van rechtspersonen en feitelijke verenigingen, zijn verboden. Ook verboden zijn prestaties van ondernemingen voor partijen of kandidaten die kosteloos of zonder commerciële verantwoording onder de reële marktprijs worden geleverd, het ter beschikking stellen van een kredietlijn die niet moet worden terugbetaald, prestaties door een politieke partij of kandidaat aangerekend boven de marktprijs. De politieke partij die in strijd met deze bepalingen een gift aanvaardt, verliest, ten belope van het dubbele van het bedrag van de gift, het recht op de dotatie die krachtens artikel 9 van het reglement van 26 oktober 2011 van het Vlaams Parlement door de Controle Verkiezingsuitgaven zou worden toegekend tijdens de maanden die volgen op de vaststelling van de niet-naleving. Wie in strijd met deze bepaling een gift doet aan een politieke partij, een lijst, een kandidaat of een politiek mandataris of wie als kandidaat of als politiek mandataris een gift aanvaardt, wordt gestraft met een geldboete van 26 euro tot 100.000 euro. Wie een dergelijke gift aanvaardt zonder kandidaat of politiek mandataris te zijn in naam of voor rekening van een politieke partij, een lijst, een kandidaat of een politiek mandataris, wordt met dezelfde sanctie bestraft.
Zie artikel 195 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet.
Stuur uw vragen in verband met de gemeenteraadsverkiezingen naar marian.verbeek@vvsg.be of gemeenteraadsverkiezingen@vvsg.be
Lokaal I 16 juni 2012 I 15
bestuurskracht fusies
Fusies van gemeenten: geen taboe maar ook geen fetisj Het Voka-memorandum voor de lokale verkiezingen van oktober 2012 houdt een fors pleidooi voor een nieuwe fusie van gemeenten. Zo vraagt Voka de Vlaamse overheid criteria vast te stellen voor een minimale bestuurskracht zoals een inwonersaantal van minimaal 20.000. De lokale besturen zijn zelf verantwoordelijk om hieraan binnen een bepaalde termijn te voldoen. tekst mark suykens beeld stefan dewickere
D
e VVSG deelt ten volle de bekommernis van Voka: het versterken van de bestuurskracht van de gemeenten is een absolute prioriteit. Dat was ook de doelstelling van de operatie interne staatshervorming van de Vlaamse overheid. Of een nieuwe globale fusieoperatie waarbij alle gemeenten opgeschaald worden naar een niveau van 20.000 inwoners (Voka sprak voorheen van 60.000 inwoners; Vlaanderen van 30.000!) de aangewezen optie is, is zeer betwistbaar. Zonder volledigheid na te streven, geven we hieronder enkele beschouwingen. Bestuurskracht is een zeer weerbarstig begrip ‘Een bestuurskrachtige gemeente is voldoende in staat om de door haarzelf en door anderen opgelegde taken en ambities alleen of in samenwerking met anderen op te pakken en te realiseren’, is een werkbare definitie van bestuurskracht. Het is zowel de opdracht van centrale overheden als van de lokale besturen om de bestuurskracht te versterken. Gemeenten moeten geloven in hun eigen kracht en zwaar inzetten op de versterking van de eigen bestuurskracht. Ik neem de Voka-mensen graag mee op bezoek naar twee verschillende gemeenten. Vooreerst een gemeente van 8500 inwoners met een sterk politiek
16 I 16 juni 2012 I Lokaal
bestuur, een kwaliteitsvol ambtelijk apparaat, een gezonde financiële situatie, verstandige samenwerking met buurgemeenten, investeringen in regionale samenwerking. Daarna bezoeken we een gemeente met 34.500 inwoners waar door jarenlange politieke twisten en onderinvesteringen in het ambtelijk apparaat, de bestuurskracht onder zeer grote druk staat. Uit veel onderzoeken blijkt dat bestuurskracht door veel meer zaken wordt beïnvloed dan alleen de bestuurlijke schaal. Nog meer: het meest essentiële verschil wordt gemaakt door de al of niet aanwezigheid van sterke bestuurders en sterke leidinggevende medewerkers. Factoren als bestuurscultuur, kansen grijpen om op kleine schaal intergemeentelijk samen te werken, goede binding met de plaatselijke gemeenschap beïnvloeden vaak veel sterker de bestuurskracht. Het causaal verband tussen de bestuurlijke schaal (inwonersaantal) en bestuurskracht is niet bewezen. Een minimumnorm voor de omvang van gemeenten zal op zich zeer weinig bijdragen. Schaalvergroting is op terugtocht Dat kleine gemeenten niet efficiënt zouden zijn, is een stelling die genuanceerd moet worden. De tendens tot schaalvergroting is inmiddels op de terugtocht. Schaalvergroting werd lange tijd be-
schouwd als dé oplossing voor alle problemen. Dat leidde tot het vergroten van scholen, ziekenhuizen en banken. De nadelen hiervan zijn ondertussen wel zichtbaar geworden (of nooit gehoord van de megalomane schaalvergroting van de banken?). De trend gaat in de omgekeerde richting: het verkleinen van de afstand tussen overheid en burger. Besturen op menselijke maat. In Nederland, waar de voorbije jaren een intense fusieronde van gemeenten was, geeft recent onderzoek een genuanceerder beeld. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) stelt vast dat de lasten voor burgers en bedrijven van heringedeelde gemeenten de eerste jaren veelal met tien tot twintig procent stijgen. De kostprijs van veel diensten aan de burger liggen in een aantal grotere gemeenten aanzienlijk hoger dan in kleinere gemeenten. Qua uitvoeringscapaciteit blijken de verschillen tussen kleine en grote gemeenten niet groot te zijn, ten minste als er effectief wordt geïnvesteerd in kleinschalige intergemeentelijke samenwerking, uitbesteden van taken of inhuren van expertise. Grote gemeente, minder betrokkenheid Gemeentelijke fusies kunnen zeker soms voordelen hebben, zoals meer klantgerichte en professionele dienstverlening.
De tendens tot schaalvergroting is op de terugtocht. Besturen op menselijke maat is de huidige trend.
Daar staat echter tegenover dat de burger zich minder betrokken voelt bij de nieuwe, grotere gemeente. Zo is in Nederland de opkomst bij lokale verkiezingen in gefusioneerde gemeenten veel lager. Bij fusie gaat het om een afweging tussen aan de ene kant slagkracht en professionaliteit, en aan de andere kant de mogelijkheid voor maatwerk en grotere betrokkenheid van de burger bij het lokale bestuur.
Voor de veelheid van problemen die gemeenten en OCMW’s ten bate van hun burgers moeten aanpakken, bestaat geen ideale schaal. Bij een fusie moet de nieuwe gemeente tegelijkertijd ook investeren in andere instrumenten zoals lokale servicepunten, interactieve beleidsvorming, burgerparticipatie, binnengemeentelijke decentralisatie, vormen van coproductie (zoals buurt-, wijk- en dorpsbeheer), een dorpsraad, wijkgericht werken en schepenen die elk bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen voor één van de kernen. Ook dit vraagt extra middelen en inzet. Fusie is slechts één mogelijkheid Is er dan geen schaalprobleem? Jawel, gemeenten én OCMW’s worden geconfronteerd met een veelheid van proble-
men die ze ten bate van hun burgers moeten aanpakken. In een aantal domeinen is dit gemeentegrensoverschrijdend, zoals mobiliteit, werkgelegenheid, zorg, milieu, waterbeleid, economie of veiligheid. Alleen bestaat daarvoor geen ideale schaal. Ook een schaal van 20.000 inwoners zal geen antwoord zijn op de diversiteit van problematieken die rijzen. Telkens zullen aangepaste bestuurlijke arrangementen en samenwerkingsvormen nodig zijn. Sommigen noemen dit smalend bestuurlijke verrommeling. Positiever benaderd kun je dit evenzeer schaaloptimalisatie naargelang het beleidsdomein noemen. Een fusieoperatie is een ingrijpend proces. Los van een voorbereidingsperiode van minstens twee jaar, kost het vanaf de ingangsdatum ook weer minimaal vier jaar voordat een gemeente haar zaken weer redelijk op orde heeft. Staat deze inspanning in verhouding tot de aard en omvang van het probleem waarvoor een fusie een oplossing moet bieden? Het verdient alleen daarom al aanbeveling om alternatieven voor fusies serieus in overweging te nemen. Samenvoeging van gemeenten is slechts één mogelijkheid. Ook andere (bijvoorbeeld op contracten gebaseerde) samenwerking tussen gemeenten of OCMW’s moet gemakkelijk gemaakt worden, zonder dat die samenwerkingsverbanden meteen
Lokaal I 16 juni 2012 I 17
bestuurskracht fusies
Meer bestuurskracht Bestuurskracht versterken, betekent veel meer dan nadenken over fusies. Enkele elementen: • kleinere colleges die slagvaardiger werken (minder schepenen) • een intensieve samenwerking tussen gemeente én OCMW • een kleinschalige samenwerking tussen besturen (gezamenlijke service; gezamenlijke ambtenaren; concern-idee; eenmalige samenwerking op basis van contracten zonder nieuwe bestuursorganen) • het inzetten op een integraal beleid • een lokale visie ontwikkelen op strategische samenwerking met andere lokale besturen • sterke politici; sterke medewerkers; goede samenwerking tussen politiek en medewerkers.
moeten kiezen voor een (vaak rigide) rechtsvorm opgelegd door het decreet intergemeentelijke samenwerking. Om hun bestuurskracht te versterken kunnen twee, drie of meer gemeenten ook intensief samenwerken. Zo kunnen ze samen een stedenbouwkundig ambtenaar aanwerven of een gezamenlijke technische of mobiliteitsdienst uitwerken of met drie of vier gemeenten gezamenlijk service verlenen. Het is ook gebleken bij de ontvoogdingsprocedure inzake ruimtelijke ordening dat een aantal kleine gemeenten er in geslaagd zijn om snel aan de voorwaarden te voldoen, dit in tegenstelling tot een aantal middelgrote en grote gemeenten. Bestuurskracht vraagt maatwerk Essentieel is dat we de grote verscheidenheid tussen de lokale besturen onderling moeten kennen en respecteren. Vlaanderen heeft twee grotere steden (Antwerpen en Gent), elf centrumsteden, een vijfendertig regionale centra (20.000 à 45.000 inwoners), een belangrijke groep eerder residentiële gemeenten in de rand van de steden, gemeenten in het stuk overgangsgebied en een groep van ruim zeventig echte plattelandsgemeenten, veelal gesitueerd in de meer perifere gebieden zoals de Westhoek, het Meetjesland, de Noorderkempen, Zuid-Limburg, Zuid-Oost Vlaanderen of het Pajottenland. Deze
18 I 16 juni 2012 I Lokaal
verscheidenheid is een essentieel element om het lokale bestuursniveau in zijn geheel correct in te schatten. Is het een oplossing in de rand van Antwerpen of Gent om drie of vier gemeenten tussen 8000 en 12.000 inwoners te fusioneren tot een gemeente van 30.000 inwoners? Een echt stadsregionaal bestuur met behoud van de bestaande gemeenten en reële bevoegdheden voor de stadsregio, is daar wellicht een betere keuze. Bovendien is de bestuurskracht van die kleinere gemeenten in de (residentiële) rand vaak al groter dan gemiddeld omwille van de hogere fiscale draagkracht. Is het een oplossing in de Westhoek om drie kleinere plattelandsgemeenten van 5000 à 7000 inwoners te fusioneren tot een gemeente van 17.000 inwoners? Zal dit automatisch leiden tot meer bestuurskracht? Drie fiscaal arme gemeenten blijven ook samen fiscaal arm! Kan een sterk streekverband hier meer soelaas bieden? En wat gebeurt er met de gemeenten met taalfaciliteiten bij een fusie? Zullen we de taalfaciliteiten dan verder uitbreiden in Vlaanderen? Vandaag kennen zeven van de veertien Vlaamse gemeenten met minder dan 5000 inwoners faciliteiten voor Franstaligen (Herstappe, Mesen, Spiere-Helkijn, Bever, Voeren, Linkebeek en Drogenbos).
Taakdifferentiatie Voorstanders van gemeentelijke fusieoperaties verwachten er doorgaans te veel heil van. Fusies mogen geen fetisj worden, maar ook geen taboe. Als er in een streek voldoende ruimtelijke samenhang is tussen twee of meer gemeenten en er is ook voldoende bestuurlijke synergie en politieke wil, dan kan een goed voorbereide fusie leiden tot een meer robuuste gemeente. Is er bereidheid bij lokale bestuurders om in het kader van de regioscreening deze oefening ook te maken? Een dergelijke aanpak is iets totaal anders dan een algemene opschaling tot 20.000 inwoners! Ten gronde moeten we aanvaarden dat niet alle gemeenten hetzelfde identieke takenpakket moeten opnemen. Taakdifferentiatie en onderlinge afspraken in een streek over welke gemeente wat opneemt, zijn uit te werken opties. Bestuurskracht kan ook veel winnen door het afschaffen van Vlaamse en federale, vaak tegenstrijdige detailregelgeving richting lokale besturen. Het Planlastdecreet vormt hiertoe een mooie aanzet, al zal in de praktijk nog moeten blijken hoeveel van die mooie principes de sectorale vertaling overleven. Mark Suykens is algemeen directeur van de VVSG
praktijk
ZWIJNDRECHT – Bij de gemeente Zwijndrecht werken ongeveer 200 mensen, steeds meer met diverse achtergrond. Dat brengt soms moeilijkheden met zich mee. Zo werken op de groendienst mensen met autismespectrumstoornissen. Hun begeleiders zijn enthousiast over de opleiding op maat die ze hebben gekregen.
Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.
Hoe geef je leiding aan mensen met autisme?
O
mdat de begeleiding van mensen met een arbeidshandicap niet altijd vlot verloopt, wilde de gemeente Zwijndrecht acties ondernemen die verder gingen dan een onthaalbeleid. Naast het werken met eigen personeelsleden uit de kansengroepen, wordt ook een deel van het groenonderhoud uitbesteed aan een beschutte werkplaats. Daarnaast lopen veel studenten uit het buitengewoon onderwijs stage bij de Zwijndrechtse groendienst en werken ze er in de zomer als jobstudent. Zij hebben uiteenlopende beperkingen zoals autisme, ADHD en leerstoornissen. Hoewel collega’s en leidinggevenden hun uiterste best doen, botsen zij op knelpunten bij de omgang en begeleiding van die personen. Wanneer het misloopt, is dat een grote teleurstelling voor de jongeren en voor hun begeleiders. ‘Daar wilden we iets aan doen. Op basis van de aangegeven noden hebben we een interactieve en concrete vorming op poten gezet voor zes gemotiveerde medewerkers van onze groendienst die vaak instaan voor de begeleiding van personen met een arbeidshandicap,’ zegt bestuursmedewerker Kim Ver-
resen. Zwijndrecht deed dit in nauwe samenwerking met De Ploeg. De Ploeg is gespecialiseerd in begeleiding op de werkvloer van personen met een arbeidshandicap en had de praktische kennis in huis waarnaar de deelnemers op zoek waren. De lesgevers schetsten een achtergrond van enkele handicaps op vraag van de medewerkers. Op interactieve wijze bespraken ze concrete werksituaties uit het verleden en zochten ze samen naar betere oplossingen voor de toekomst. De Ploeg leverde een aantal praktische tips en tricks voor een betere begeleiding. De meeste aandacht ging naar autismespectrumstoornissen. Met deze beperking heeft de groendienst het meest te maken en er bestaan maar weinig pasklare manieren om de samenwerking te doen slagen. Kim Verresen: ‘De deelnemers waren niet alleen erg enthousiast om te leren over de specifieke beperkingen, maar door hun persoonlijke ervaringen werd de interactieve opleiding eigenlijk een intervisie waarbij alle deelnemers in staat waren elkaar te helpen. Een tip die de deelnemers bijvoorbeeld zelf aanbrachten is dat je de taken aan deze jongens beter kunt uitleggen wan-
Diverscity en FeGOB (de Federatie Gespecialiseerde Opleiding, Begeleiding en Bemiddeling) hebben de handen in elkaar geslagen voor het pilotproject ‘Opnieuw of anders aan de slag met een arbeidsbeperking? Naar een win-win voor medewerker én bestuur.’ Met dit project willen beide partners werk maken van een duurzame reïntegratie en retentie van medewerkers met een arbeidsbeperking binnen lokale besturen. Meer informatie: www.diverscity.be.
neer je eerst even over hun hobby hebt gepraat. Zo creëer je vertrouwen en kunnen zij zich beter concentreren. Taken kun je ook beter in stukjes kappen in plaats van hen een grotere taak meteen zelfstandig te laten uitvoeren.’ Succesfactoren De zes collega’s waren tevreden over het initiatief. ‘Ze hebben niet alleen bijgeleerd maar hun kennis die ze door ervaring hadden opgebouwd, werd ook erkend. De betrokkenheid en motivatie van de collega’s en de praktische aanpak van De Ploeg waren de succesfactoren van dit initiatief,’ zegt Kim Verresen. ‘De medewerkers wilden trouwens een vervolgactie om andere arbeidshandicaps zoals ADHD, dyslexie of epilepsie beter te leren kennen. Ze zijn vragende partij voor een regelmatige intervisie. Bovendien werd duidelijk dat een aangepast onthaal voor personen met een arbeidshandicap wenselijk is. Dat betekende meteen een zinvolle link tussen de verschillende acties van ons diversiteitsplan.’ marlies van bouwel
Kim Verresen, T 03 250 48 51 kim.verresen@zwijndrecht.be www.deploeg.be www.diverscity.be, thema Aan de slag met een arbeidshandicap Over diversiteitsplannen op www.werk.be/ online-diensten/diversiteitsplannen
Lokaal I 16 juni 2012 I 19
bestuurskracht financiën
De BBC en de financiële instellingen Het startschot van de beleids- en beheerscyclus (BBC) is al een hele tijd geleden gegeven. Op dit moment hebben al 62 lokale besturen de BBC ingevoerd. Ten laatste tegen 2014 moeten alle Vlaamse gemeenten, OCMW’s, provincies en autonome gemeente- en provinciebedrijven instappen. Dit nieuwe systeem van inhoudelijke en financiële planning heeft ook repercussies voor de financiële instellingen. tekst marijn van der cruyssen beeld stefan dewickere
N
iet alleen voor de lokale besturen betekent de invoering van de BBC een hele omwenteling, ook voor de partners zoals de financiële instellingen. De BBC is een nieuw systeem van inhoudelijke en financiële planning, budgettering, bedrijfsvoering, rapportering en evaluatie bestemd voor alle Vlaamse gemeenten, OCMW’s, provincies en hun autonome bedrijven. Financiële instellingen spelen een belangrijke rol in de goede werking van het systeem, niet enkel als aanbrenger van informatie, maar ook als gebruiker van de beleidsrapportering van het bestuur. Welke impact heeft de BBC op een financiële instelling en op de financiële dienstverlening naar de lokale besturen?
20 I 16 juni 2012 I Lokaal
De financiële instelling als gebruiker van de beleidsrapporten De meest voor de hand liggende bestemmelingen van de beleidsrapporten en financiële verslagen van het bestuur zijn uiteraard de raadsleden, de toezichthoudende overheid en de burger. Maar ook financiële instellingen hechten veel belang aan deze rapportering. Een bank die leningen verstrekt aan lokale overheden moet zich, zoals dat het geval is voor elke debiteur, een oordeel vormen van de kredietwaardigheid van het bestuur en van zijn terugbetalingscapaciteit. Noem het het risicoprofiel. Het gaat om veel meer dan een theoretische oefening: de noodzaak van die kredietwaardigheidsanalyse maakt
deel uit van het beoordelingsproces dat binnen elke financiële instelling plaatsvindt en deels de voorwaarden bepaalt waartegen de kredietverlening verloopt, evenals de mate waarin de bank leningen kan – of wil – verstrekken aan de openbare besturen. Voor een dergelijke analyse moet de financiële instelling de wijze waarop de financiële verslaggeving binnen de besturen verloopt, kennen. Als het reglementair kader voor die verslaggeving vormelijk en inhoudelijk wijzigt, betekent dat een omwenteling voor de betrokken besturen, maar ook voor de financiële instellingen. Een correcte lectuur van de boekhoudstaten is pas mogelijk wanneer die volledig, transparant en actueel zijn. Dit betekent dat alle elementen die een bank nodig heeft voor zijn analyse, in de rapporten van het bestuur zijn opgenomen of vlot opvraagbaar zijn: meerjarenplan, financieel evenwicht, fiscale aanslagvoeten en rendement, schuldtoestand of aan derden toegekende waarborgen. Ook de tijdige beschikbaarheid van de informatie moet de bank toelaten om zich een
zo correct mogelijk beeld te vormen van de financiële toestand van het bestuur op het moment van de kredietaanvraag. Instappen in de BBC vraagt dus veel rapporteringsdiscipline, waarbij het bestuur ook rekening moet houden met de behoeften van de gebruikers van de rapporten, zoals ook de financiële instellingen. De financiële instelling als aanbrenger van informatie In de filosofie van de BBC zijn leningen zuiver bestemd als middel om de thesaurie aan te vullen. Er hoeft dus geen verband meer te zijn tussen de opgenomen lening en de achterliggende investeringen of uitgaven. Toch merken we dat veel besturen voor interne beheersen rapporteringsdoeleinden, in hun financiële rapporten behoefte hebben aan de koppeling van de functionele en eco-
nomische codes (ofwel de beleidsvelden en de algemene rekeningnummers in de BBC) aan de onderliggende lening. Vaak integreren ze die vereiste ook in hun leningbestek, als minimaal te verstrekken dienstverlening door de banken. Om ook binnen de BBC te voldoen aan die behoefte van de lokale besturen zal de inhoud van de rapporten verbonden aan een lening moeten aangepast worden aan de gebruikte methodiek binnen de BBC. Concreet zal er voor elke lening geen verwijzing meer gemaakt worden naar de functionele en economische codes, die door het bestuur verbonden werden met de opgenomen lening, maar zullen de betrokken beleidsvelden en algemene rekeningnummers uit de BBC vermeld worden op de rapporten. Daarbij is het belangrijk dat het bestuur ook een vrij gedeelte bij de officiële code kan gebrui-
ken om de meest geschikte – en gepersonaliseerde - rapportering te ontvangen. Het gaat niet alleen om leningen. Ook voor de courante verrichtingen zullen de besturen moeten kunnen beschikken over de nodige boekhoudkundige informatie, zodat zij de verrichtingen vlot kunnen integreren in hun boekhoudsysteem. Anderzijds moet ook de bank er garant voor staan dat de verrichtingen die ze voor het bestuur verwerkt, zoals de stortingen van de gecentraliseerde ontvangsten (fondsen, aanvullende belastingen) en de afboeking van leninglasten, vergezeld worden van de nodige informatie voor een vlekkeloze integratie in de boekhouding van het bestuur.
Marijn Van der Cruyssen is medewerker van Belfius Bank
advertentie
Is dit ook uw visie op duurzaamheid? Of heeft u efficiëntere realisaties tot voorbeeld? Plaats uw gemeente in de schijnwerpers met uw project(en) rond duurzaamheid door deel te nemen aan de verkiezing van de Duurzaamste gemeente 2012. Vul het deelnameformulier in vóór 15 juli en hoor op 25 september of uw gemeente deze titel mag dragen. VOOr meer infOrmatie: www.duurzaamstegemeente.be
AD_Lokaal (20COF1001)_02.indd 1
21/05/12 15:11
Lokaal I 16 juni 2012 I 21
bestuurskracht centrale dataverzameling
Cijfers voor een beter beleid Dankzij het portaal Lokale Statistieken kan iedereen nu al allerlei cijferreeksen van Vlaamse gemeenten bekijken en vergelijken, maar er is nog veel meer mogelijk. Door het centrale platform verder uit te werken kunnen overheden onderling ook meer informatie uitwisselen en kunnen de prestaties van lokale besturen beoordeeld en vergeleken worden door politici en mensen uit de administratie maar ook door burgers en bedrijven. tekst jesse stroobants beeld shutterstock
D
e Vlaamse overheid maakt met het portaal Lokale Statistieken gebruik van informatietechnologie en digitalisering van data om tot een verbeterde interbestuurlijke gegevensuitwisseling tussen de lokale besturen en het Vlaamse overheidsniveau te komen, en zet deze informatie in voor benchmarkingsdoeleinden. Zo kunnen niet alleen lokale besturen zich onderling vergelijken maar kan die informatie ook gemakkelijker gedeeld worden met andere overheidsniveaus (Government-to-Government/G2G), onder meer in het kader van bestuurlijk toezicht. Dankzij ICT-ontwikkelingen kan een nieuwe dynamiek ontstaan op het vlak van interbestuurlijke relaties, én in de relatie met burgers en bedrijven zodat lokale overheden hun betere diensten kunnen leveren. Bouwstenen Eerst is er een inventaris nodig van alle lokale overheidsdata die nu al centraal verzameld worden binnen de Vlaamse overheid. Veel actuele gegevens zijn beschikbaar, maar de verzameling gebeurt veelal per specifiek beleidsdomein. Daarnaast is er veel lokale socio-economische, demografische, geografische en ecologische informatie, met daarnaast ook subjectieve oordelen uit de Stadsmonitor en de Stedenfondsrapporten. Ook de nieuwe regels voor de beleids- en beheersrapportering (BBC) bieden bijkomende kansen om systematisch, periodiek, centraal en digitaal lokale data te verzamelen. Aangezien
22 I 16 juni 2012 I Lokaal
er momenteel door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) werk gemaakt wordt van een systeem voor het digitaal opvragen van de beleids- en beheersrapporten (meerjarenplan, budget en jaarrekening) bij de lokale overheden, bestaat een aan te bevelen volgende stap erin deze digitale rapportering te integreren in het unieke centrale informatieplatform met lokale data.
Met een centraal platform dat lokale gegevens efficiënt, consistent, betrouwbaar en verifieerbaar verzamelt en verwerkt, kunnen lokale besturen zich onderling vergelijken. Exploitatievoordelen Zo kan het platform verder evolueren in de richting van één uniek informatieplatform met (officiële) data, cijfers en statistieken over de werking en de dienstverlening van de Vlaamse lokale besturen. Dat levert vanzelfsprekend tal van mogelijkheden tot exploitatie. Het is nog wel nodig dat hiervoor het portaal Lokale Statistieken verder ontwikkeld wordt tot een interactieve en gebruiksvriendelijke databank. Een dergelijke databank maakt het proces van centrale gegevensverzameling voor lokale besturen eenvoudiger en ef-
advertentie
ficiënter net zoals de verwerking, analyse en consultatie van informatie op een systematische wijze. En omdat dan alle relevante gegevens en informatie vanuit de lokale overheden op één plaats verzameld en geïntegreerd worden, en de centrale overheid hieraan informatie kan toevoegen, ontstaat een uniek interbestuurlijk instrument om kennis te vergaren en te delen.
Door het integreren en analyseren van gegevens van lokale besturen kunnen hun bestuurskracht en prestaties beter in kaart gebracht worden. Bovendien kan iedereen die er belang bij heeft die ook lezen. Dit leidt zowel voor de lokale besturen zelf als voor de centrale overheid tot beter geïnformeerde en dus meer onderbouwde (evidence based) fasen van de beleidscyclus. Een voorbeeld hiervan is de integratie van lokale inputgegevens (zoals over budget of personeel) en prestatie-informatie, waardoor (sectorale) subsidiëringsbeslissingen van de centrale overheid tegenover een lokaal bestuur op een effectievere wijze kunnen plaatsvinden, dus afhankelijk van wat er nodig is in dat beleidsveld, gekoppeld aan de monitoring over hoe die lokale overheid in dat veld presteert. Door het integreren en analyseren van gegevens van lokale besturen kunnen hun bestuurskracht en prestaties beter in kaart gebracht worden. Bovendien kan iedereen die er belang bij heeft die ook lezen: politici, ambtenaren, burgers, bedrijven, organisaties of academici. Een centraal informatieplatform vormt dus een uitgelezen instrument om de verantwoording vanuit de lokale besturen beter en breder mogelijk te maken. Ook ontstaat zo de mogelijkheid om de prestaties van lokale overheden te vergelijken, in relatie tot andere besturen maar ook in de loop van de tijd. Benchmarking moet meer zijn dan een eenmalige prestatievergelijking, en zal pas tot (gedrags-) verandering leiden als het een cyclisch proces is, waarbij aan de hand van de prestatievergelijking duidelijke verbeterdoelen opgesteld worden.
VASTGOED VERKOPEN?
070 6 9999 6
realistisch & objectief Online biedingsplatform voor het vastgoed van Overheden, Schenkingen & Faillissementen. Iedereen dezelfde koopkans via vast biedingsproces. Incrementeel bieden via alle wettelijke bemiddelaars. Gegarandeerd “een daad van goed bestuur”!
voordelen Geen kosten voor de verkoper, koper betaalt de fee. Volgens principe “no cure, no pay”. Nooit rouwkosten! Kopers worden juist geïnformeerd en beschikken over voldoende tijd om een bod uit te brengen. Netwerk van bemiddelaars over gans België, met lokale raad & advies van specialisten. Potentiële kopers zitten klaar in de porteuilles van onze bemiddelaars.
partners Alle BIV vastgoedmakelaars & KFBN notarissen.
contacteer ons Bezoek onze website voor meer uitleg en voorbeelden. Voor een voorstelling ter plaatse, een concreet project of extra vragen: verwijzen wij u naar uw specifiek contact-formulier op onze website. Gelieve door-te-klikken op onderstaande knop:
Jesse Stroobants is wetenschappelijk medewerker van het Instituut voor de Overheid (KU Leuven)
Deze bijdrage is gebaseerd op onderzoek uitgevoerd in het kader van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (SBOV II - 2007-2011), gefinancierd door de Vlaamse overheid. De inhoud van deze bijdrage vermeldt de mening van de auteur en niet deze van de Vlaamse overheid. Stroobants J. en Bouckaert G. (2011), Naar een centraal informatieplatform met lokale data. Een analyse van beïnvloedende factoren en exploitatiemogelijkheden, 84 pp. Leuven: Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen.
Lokaal I 16 juni 2012 I 23
werkveld interview Mie Moerenhout, Ingrid Peeters, Sandra Vandereet, Frans Beunens
Ouderen willen een stem in het sportbeleid Het aantal ouderen in de samenleving neemt toe. Het belang van sporten en bewegen om gezond ouder te worden, is algemeen erkend. ‘Toch hebben gemeenten er nog te weinig oog voor,’ zeggen de seniorensportfederaties Okra-Sport en S-Sport en de Vlaamse Ouderenraad. ‘Gemeenten zijn in hun ondersteuning vooral gericht op jeugd- en competitiesport. De activiteiten die de omnisportverenigingen voor ouderen organiseren, worden nog te vaak bekeken als zomaar een beetje wandelen, fietsen of zwemmen.’ tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere
D Het filmpje vindt u op www.vvsg.be.
e Vlaamse Ouderenraad is het officiële adviesorgaan van ouderen voor de Vlaamse Regering. Hij is samengesteld uit de ouderenorganisaties die via de raad van bestuur, de algemene vergadering, de commissies input leveren voor het ouderenbeleid en alle beleid met effecten voor ouderen. De Vlaamse Ouderenraad heeft zes commissies. Eén is de commissie Sport en Bewegen. Daarin zijn onder meer de twee erkende en gesubsidieerde ouderensportfederaties vertegenwoordigd, Okra-Sport en S-Sport. Aan de interviewtafel nemen Sandra Vandereet (sporttechnisch coördinator S-Sport), Ingrid Peeters (sporttechnisch coördinator Okra-Sport), Frans Beunens (voorzitter Okra-Sport) en Mie Moerenhout (directeur Vlaamse Ouderenraad) plaats. Het komende uur zullen zij een vurig pleidooi houden voor meer samenwerking met de gemeente en de sportdienst, en voor een vertegenwoordiging in de gemeentelijke sportraad. Hoe zijn Okra-Sport en S-Sport georganiseerd? Sandra Vandereet: ‘Wij zijn de enige twee door Vlaanderen erkende ouderensportfederaties. S-Sport heeft een 180-tal clubs over heel Vlaanderen, ze tellen
24 I 16 juni 2012 I Lokaal
8000 leden. De lokale basiswerking wordt gedragen door vrijwilligers. Ze kunnen een beroep doen op de ondersteuning van professionals in de regionale en provinciale secretariaten.’ Ingrid Peeters: ‘Okra-Sport heeft 900 trefpunten die wekelijks één of meerdere sport- en bewegingsactiviteiten aanbieden aan 44.000 senioren: wandelen, fietsen, dansen, gym enzovoort. Wij zijn de sportfederatie van Okra, we rekruteren daar ook onze leden.’ Frans Beunens: ‘Van de 1200 Okra-trefpunten in Vlaanderen zijn er 900 die een sportclub hebben opgericht. Ons ledenaantal, het aantal activiteiten, het aantal disciplines dat we aanbieden, alles zit in stijgende lijn, net als bij onze collega’s van S-Sport.’ Mie Moerenhout: ‘Naast de erkende federaties organiseren ook andere ouderenorganisaties sport en beweging, maar zij zijn niet zo gespecialiseerd. Bewe-
Sandra Vandereet, Mie Moerenhout, Frans Beunens en Ingrid Peeters: ‘Seniorensport valt in veel gemeenten tussen twee stoelen. De seniorenraad vindt dat wat we doen sport is, de sportraad vindt dat niet. Het gevolg is dat onze stem niet gehoord wordt door het beleid.’
Lokaal I 16 juni 2012 I 25
werkveld interview Mie Moerenhout, Ingrid Peeters, Sandra Vandereet, Frans Beunens
Sandra Vandereet, Frans Beunens, Ingrid Peeters en Mie Moerenhout: ‘Een gemeente moet niet zelf sport en beweging voor ouderen organiseren. Ze moet de bestaande clubs meer ondersteunen.’ ging is één van de programmapunten van hun werking, ze zijn ook niet door Bloso erkend. Ik denk aan Neos of de CD&V-senioren, maar ook de lokale dienstencentra en de woonzorgcentra zijn op dit domein actief.’ Ingrid Peeters: ‘En er zijn sportfederaties die zich ook maar niet uitsluitend op senioren richten. De gezinssportfederatie organiseert bijvoorbeeld activiteiten voor ouderen, of de unisportfederaties voor tennis, atletiek enzovoort.’ Waarom zijn sport en bewegen zo belangrijk? Ingrid Peeters: ‘Enkele jaren geleden hebben we bij de start en na afloop van een tien weken durend wandelproject de deelnemers onderzocht, in samenwerking met de KULeuven. Daaruit bleek duidelijk dat zij in die periode fysieke, psychische en sociale vooruitgang boekten.’ Sandra Vandereet: ‘Bewegen helpt om langer zelfstandig thuis te kunnen blijven. Het is ook een zeer goede manier om vereenzaming tegen te gaan. Of dat nu gebeurt via een seniorensportvereniging of een lokaal dienstencentrum, actief ouder worden is belangrijk.’ Mie Moerenhout: ‘Bewegen levert een groter gezondheidsvoordeel op bij ouderen dan bij andere leeftijdscategorieën. En je kunt op elk moment beginnen en er voordeel uit halen. Op voorwaarde dat je rustig begint en verstandig opbouwt.’ Welke activiteiten zijn het populairst? Ingrid Peeters: ‘Fietsen, onmiddellijk gevolgd door wandelen. Op de derde plaats staan petanque en dans. Het zijn allemaal laagdrempelige activiteiten waaraan je zonder ervaring kunt beginnen. We passen ook onze terminologie aan omdat sporttermen zoals trainingsschema nogal wat mensen afschrikken. We spreken dan bijvoorbeeld over een persoonlijk opbouwplan.’ Op welke leeftijdscategorieën mikken jullie? Mie Moerenhout: ‘Senioren zijn 60-plussers, maar voor sportactiviteiten worden al mensen van 55 of zelfs 50 jaar aangesproken.’
26 I 16 juni 2012 I Lokaal
Ingrid Peeters: ‘Ons wandelprogramma Elke Stap Telt richt zich naar mensen van 50 tot 90. In Elke Trap Telt zijn ook 46 woonzorgcentra gestapt. Ze fietsen mee op de hometrainer.’ De federaties steunen lokaal op vrijwilligers. Hebben die de expertise om senioren verantwoord te leren sporten en bewegen? Ingrid Peeters: ‘We zijn organisaties voor en door senioren. Het peereffect is één van onze succesfactoren: senioren worden door leeftijdsgenoten aangesproken, begeleid, geadviseerd. De vrijwilligers zijn onze spilfiguren. Kunnen ze het? Ja, als je ze voldoende begeleidt. Voor Elke Stap Telt en Elke Trap Telt hebben onze vrijwilligers een opleiding gekregen.’ Mie Moerenhout: ‘Dat is het verschil met andere ouderenorganisaties die ook sport en beweging organiseren maar daar niet in gespecialiseerd zijn en ook niet de middelen hebben om hun vrijwillige lesgevers op te leiden.’ Sandra Vandereet: ‘Voor ons project Stap je Sterk leiden we vrijwilligers op tot wandelcoach. Ons Stap je Sterkteam zorgt voor professionele ondersteuning en gaat regelmatig langs bij de coaches. Het belangrijkste is dat de vormingen op maat zijn van de vrijwilligers zodat ze er iets aan hebben tijdens de wandel- en fietstochten.’ Frans Beunens: ‘En dat is toch wel een probleem met de door Bloso erkende opleidingen van de Vlaamse Trainersschool. We proberen er zoveel mogelijk vrijwilligers heen te sturen, maar die vormingen zijn zeer schools met theoretische vakken en examens. De drempel is hoog. Naast die erkende opleidingen geven wij zelf specifieke bijscholingen, die slaan wel aan.’ Waarom is die VTS-opleiding belangrijk? Ingrid Peeters: ‘Onze clubs willen graag ondersteuning krijgen van de gemeente. Waar kijkt die onder meer naar? Naar het aantal gediplomeerde lesgevers.’ Sandra Vandereet: ‘Dat is een onderdeel van een breder probleem: de gemeentelijke subsidiereglementen
zijn niet afgestemd op omnisportverenigingen zoals de onze. Ze leggen de klemtoon op competitiesport, op jeugdsport, wij vallen daar uit de boot.’ Frans Beunens: ‘De ouderensportclubs delen niet in de middelen die Vlaanderen ter beschikking stelt van de gemeenten via het decreet van voormalig minister Anciaux. En dat is niet correct. In Deerlijk, waar ik woon, heeft Okra een zangkoor. Dat wordt door de gemeente gesteund zoals de andere koren. Waarom zou je als Okra-sportclub dan niet betoelaagd worden zoals de andere sportverenigingen? Er wordt nogal eens denigrerend gedaan over ouderensport: het is maar een beetje wandelen, fietsen of petanque spelen. Maar dit is echt wel belangrijk voor de senioren én voor de samenleving.’ Welke rol moet de gemeente volgens u spelen in het ouderensportbeleid? Ingrid Peeters: ‘Ik vind het niet de taak van de gemeente om zelf allerlei sportactiviteiten te organiseren. Als er een club is van S-Sport of van Okra-Sport moet een gemeente niet ook nog eens hetzelfde doen. Het is veel beter de clubs en hun vrijwilligers te ondersteunen, en de mensen naar die clubs toe te leiden.’ Sandra Vandereet: ‘De rol van de gemeente is regisseren. Kijken wat er is, wat beter kan, waar een stimulans nodig is. Als er hiaten zijn in het sport- en bewegingsaanbod voor senioren, dan kan de gemeente die invullen, met de bedoeling de activiteit over te laten aan een vereniging en vrijwilligers zodra dat mogelijk is. De gemeente kan die nieuwe club helpen bij de opstart en zorgen voor begeleiding zodat hij op eigen benen kan staan.’ Frans Beunens: ‘Sommige gemeenten organiseren zelf twee, drie keer per jaar een activiteit voor ouderen. Dat is plezant, er komt veel volk op af, maar ze zijn niet structureel bezig. Precies het permanent organiseren van sport- en bewegingsactiviteiten levert resultaat op. Vooral de ondersteuning van de sportclubs is dus belangrijk.’ Hebben de ouderensportverenigingen een stem in het gemeentelijk sportbeleid? Ingrid Peeters: ‘In principe mogen vertegenwoordigers van een sportclub die aangesloten is bij een erkende sportfederatie niet geweigerd worden in de sportraad. In sommige gemeenten worden onze clubs echter niet toegelaten omdat ze lid zijn van de lokale ouderenadviesraad.’ Sandra Vandereet: ‘Ongeveer dertig procent van onze clubs zetelt in de gemeentelijke sportraad. Dat hangt af van gemeente tot gemeente, maar het heeft ook met onszelf te maken. Wij moeten de vrijwilligers in onze clubs nog meer sensibiliseren. De stap naar de sche-
pen of naar de sportdienst is nog te groot. Er moet meer wisselwerking komen.’ Waarom is de aanwezigheid in de sportraad belangrijk, of beter dan de seniorenraad? Ingrid Peeters: ‘Als een gemeente haar sportbeleid uittekent, dan moet ze daarin ook oog hebben voor een steeds groter wordende doelgroep van senioren. En dan is het goed dat vertegenwoordigers van die groep kunnen meespreken. We horen vaak dat er nu al veel ouderen in de sportraad zitten. Dat klopt, maar die zitten daar niet voor de senioren, ze vertegenwoordigen hun voetbalclub of hun wielervereniging en dus vaak kinderen of jongeren.’ Frans Beunens: ‘Je hebt ouderen die zeer actief sporten bij de zwemclub of de tennisvereniging en via dat kanaal vertegenwoordigd zijn bij het gemeentelijk beleid. Dat is een minderheid, de meerderheid van bewegende senioren heeft in veel gemeenten geen stem.’ Sandra Vandereet: ‘Ik merk dat er ook bij onze clubs grote verschillen zijn. Sommige zetelen in de seniorenraad en vinden dat prima. Elders blijkt dat niet te werken.’ Ingrid Peeters: ‘Als senioren in een gemeente graag een petanquebaan zouden hebben, als ze een uurtje willen in het zwembad of de sporthal, dan moet je dat aankaarten via het sportbeleid, via de sportraad. In een seniorenraad stel je de vraag niet naar een zwemuurtje. Maar uiteindelijk maakt het niet uit via welk kanaal we kunnen deelnemen aan het beleid, het belangrijkste is dat de stem van de sportende senioren gehoord wordt. Nu vallen we dikwijls tussen twee stoelen. De seniorenraad vindt dat wat we doen sport is, de sportraad vindt dat niet.’ Sandra Vandereet: ‘Een voordeel van de sportraad is dat alle clubs in de gemeente daar deel van uitmaken. Daar kan samenwerking uit groeien. We kunnen elkaar versterken.’ Evolueert die vertegenwoordiging in de sportraad in de goede richting? Frans Beunens: ‘In vergelijking met 2003 is het aantal gemeenten waar Okra-Sport of S-Sport in de sportraad zetelt, verdubbeld. Ook het aantal gemeenten waar onze clubs subsidies krijgen, neemt toe. Er zijn dus zeker gemeenten waar we een plek hebben in de sportraad en een toelage krijgen. Sport voor ouderen wordt nog lang niet overal voldoende naar waarde geschat. En dan gaat het ook over erkenning. Als ouderen gedurende tien weken elke dag hebben gefietst of als een groep senioren met de fiets naar Lourdes vertrekt, dan doet het deugd wanneer de burgemeester of de schepen ook eens langskomt.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Lokaal I 16 juni 2012 I 27
werkveld artistiek plattelandsbeleid
Zwalm zet met Toer d’Amour creatief in op gemeenschapsvorming Het Zwalmse gemeentebestuur wilde de bewoners van de twaalf dorpen elkaar op een warme manier laten ontmoeten en tegelijk het contact bevorderen tussen de inwoners die er al generaties lang wonen en recente nieuwkomers. Hiervoor koos deze landelijke gemeente voor sociaalartistieke projecten, vernieuwend maar ook heel volks. tekst marlies van bouwel beeld vitoria deluxe, gf en bart lasuy
D
e twaalf dorpen van Zwalm (8000 inwoners) hebben elk door de jaren heen een heel eigen identiteit ontwikkeld. Daarnaast zijn er de voorbije twintig jaar in dit mooie landelijke gebied veel mensen uit het Gentse komen wonen. Het aantal cafés daalt gestaag, er zijn nog maar vijf bakkers en drie buurtwinkels in de twaalf dorpen. De dorpelingen hebben weinig plaatsen waar ze elkaar spontaan tegenkomen. ‘Het gemeentebestuur van Zwalm wilde bruggen slaan tussen de oudere en jongere inwoners en tussen echte Zwalmenaren en de recente inwijkelingen. Het koos daarvoor een sociaal-artistieke weg. Het bestuur wilde een frisse wind laten waaien met een vernieuwend project,’ zegt Filip Loobuyck die er drie jaar geleden buurtwerker werd. Bij zijn eerste rondgang in de dorpen stelde hij grote breuklijnen vast, een Zwalms gevoel ontbrak totaal: ‘Daarom
28 I 16 juni 2012 I Lokaal
heb ik met wel honderd mensen gesproken over wat ze wilden dat er zou gebeuren. We wilden projecten die bottom-up gegroeid waren.’ Gepassioneerde projecten Beerlegem kwam als eerste aan de beurt. Twee maanden lang ging Filip Loobuyck bij de inwoners van Beerlegem langs, maakte filmpjes en foto’s en vroeg naar voorwerpen om hun passie uit te beelden. Daarna volgde een tentoonstelling op de nieuwjaarsdrink in januari 2010 waar veel mensen aanwezig waren. ‘Ze hadden het gevoel dat het iets van henzelf was, van iedereen was er wel iets te zien en ze waren nieuwsgiering naar die tentoonstelling,’ zegt Filip Loobuyck. Daarna volgde in Sint-Denijs-Boekel het volgende Toer d’Amour-project met onder meer ‘gluren bij de buren’: op welbepaalde dagen zetten dorpsbewoners hun deuren open, zo kon je bij een ro-
zenkweker meer te weten komen over rozen, of bij een kunstenaar hoe hij te werk ging. ‘Maar we speelden er in een aardappelschuur ook De helaasheid der dingen af, en dat in een dorp waar al lang geen film meer vertoond was.’ Na drie maanden volgde er een dorpsfeest en een stoet: ‘Van de oude dorpsbewoners had ik gehoord dat er tot dertig jaar geleden jaarlijks een reuzenstoet doorheen het dorp ging. Maar de reuzen waren verdwenen. Met de nieuwere generatie hebben we een reus gemaakt, zo werden ze creatief betrokken en de ouderen voelden bij de stoet de nostalgie naar vroeger.’ Na deze kleine projecten moest Filip Loobuyck op zoek naar extra middelen om de ondertussen ontstane ideeën te kunnen realiseren. Vooral via Leader kon Zwalm 100.000 euro Europese subsidie krijgen voor plattelandsontwikkeling waarmee Filip Loobuyck samen met de Zwalmenaren drie grote projecten kon uitvoeren onder de noemer Toer d’Amour, ondertussen een bekende en zeer gesmaakte formule. Nummer 6 Filip Loobuyck: ‘Het Nummer 6-project is gegroeid uit het idee dat we uit elke straat van Zwalm iemand wilden
De tentoonstelling is opgesteld in zes tuinhuisjes. Ze werd op een volkse manier geopend met Friet en fanfare.
bereiken. Door te googelen leerde ik dat zes het getal van de liefde is. In Zwalm wonen tachtig gezinnen in een huis met het nummer zes. Zeventig van hen wilden meewerken, ik interviewde hen over het leven, geluk, pijn, liefde en verdriet, dus over de existentiële thema’s van het leven.’ Uit die gespreken haalde hij anonieme citaten want een aantal mensen wilden liever alleen anoniem meewerken. ‘Door die quotes wordt het ook universeler want ze kunnen op ieders leven van toepassing zijn.’ Daarna werden een ervaren en een jonge maar beloftevolle fotograaf ingezet die bij de families langsgingen voor mooie portretten voor een tentoonstelling en voor een boek. In dat boek schreven vier Zwalmse schrijvers verhalen; op basis van de gesprekken van Filip Loobuyck gingen ze naar enkele families terug, maar er was ook een fictief verhaal over een verdwenen nummer 6. ‘Het boek gaat in Zwalm vlot over de toonbank. Het houdt ons allen een spiegel voor over het lief en leed in Zwalm. Ook mensen die nooit een boek lezen, nemen het heel graag door. Voor de inrichting van de tentoonstelling hebben we een beroep ge-
daan op vormgevingstudio Exponanza. Ze hebben in zes tuinhuisjes de quotes, beeldschermen met filmpjes en de foto’s opgesteld. Op een heel volkse manier hebben we op 19 mei de tentoonstelling geopend met Friet en fanfare. Er traden heel verschillende types fanfares op terwijl iedereen een frietje kon eten. Om mobiliserend te werken, hadden we
Documentaire over het oude Zwalm Tijdens zijn eerste gespreksronde in de dorpen had Filip Loobuyck vastgesteld dat de oudere generatie graag sprak over het dorpsleven van vroeger dat nu zo veranderd is. Vorig najaar heeft hij daarom samen met Victoria Deluxe lange gesprekken gevoerd met zeventigplussers die op film werden vastgelegd en op
Bij Toer d’Amour vragen we twee maanden intensief een inzet en daarna is het voorbij. Dat spreekt het jongere publiek aan. 666 aanwezigen als uitdaging vooropgesteld. Dat heeft gewerkt, we waren met 750 mensen op de opening.’ Volgens Filip Loobuyck zit de sterkte in het zeer volkse en het laagdrempelige: ‘Er waren ook mensen aanwezig die nooit naar een tentoonstelling zouden gaan.’ In de loop van dit jaar gaat de tentoonstelling nog naar twee andere dorpen, telkens ingeluid met een dorpsfeest.
www.cinemapax.be te zien zijn. ‘Er komen mensen uit alle dorpen en beroepen aan bod. We hebben een compilatie van die filmpjes gemaakt om ze op een filmnamiddag te tonen aan iedereen die had meegewerkt, maar ondertussen werd ze ook al vertoond op een namiddag van de senioren.’ De website telt al meer dan 10.000 bezoekers en een fragment van Andrea Van de Casteele is even een ei-
Lokaal I 16 juni 2012 I 29
victoria deluxe
victoria deluxe
victoria deluxe
werkveld artistiek plattelandsbeleid
gen leven gaan leiden nadat het op Youtube was gezet. In dit fragment hekelt ze het zout- en botergebruik van Jeroen Meus onder meer wanneer hij savooienstomp maakt.
naren nog altijd. ‘Veel bewoners stelden een herhaling van dat spel voor. Hiervoor gaan we in zee met cirQ vzw die elementen van het vroegere Spel zonder Grenzen in een nieuw kleedje steekt en ook
Via sociaal-artisiteke projecten kun je nieuwe dynamiek creëren in dorpen en er meer menselijke warmte brengen. Op het einde van 2012 komt een documentaire uit over gesprekken tussen mensen van de oude en nieuwe generatie, afgewisseld met beelden van het verenigingsleven en de landschappen van Zwalm. Zwalmgames Het Spel zonder Grenzen dat in 1973 een keer werd gehouden tussen de twaalf dorpen van Zwalm beroert de Zwalme-
30 I 16 juni 2012 I Lokaal
nieuwe uitdagingen zoekt. Elk dorp heeft een team van tien leden, een mix van jong en oud, van mensen die hier al generatieslang wonen en die hier maximaal vijf jaar wonen. Ook de Zwalmgames zullen op 2 september nieuwe impulsen geven aan het gemeenschapsleven.
Op www.cinemapax.be spreekt de oudere generatie over het dorpsleven dat nu zo veranderd is.
nen hoe je via een sociaal-artistieke weg een nieuwe dynamiek kunt creëren in de dorpen en er meer menselijke warmte kunt brengen,’ zegt Filip Loobuyck. ‘De mensen komen enthousiast naar een dorpsvergadering, zowel de oudere inwoners als de jongere nieuwkomers.’ In een landelijke context is het typisch dat de traditionele verenigingen uitdunnen en moeilijk nieuwe bestuurders vinden. ‘De nieuwere generatie die hier de voorbije twintig jaar is komen wonen, kijkt met een meer stedelijke bril naar de dingen en zij wil zich liever tijdelijk engageren. Bij Toer d’Amour vragen we twee maanden intensief een inzet en daarna is het voorbij. Dat spreekt het jongere publiek zeker meer aan.’ ‘Maar voor mij is het een én-én-verhaal: daarom hebben we voor Friet en fanfare met de verenigingen samengewerkt om de mensen te mobiliseren. En zoals in andere gemeenten wordt het verenigings- en dorpsleven hier in Zwalm ook ondersteund met een uitleendienst.’ De filmpjes, de foto’s, het boek, de website: het zijn de dingen die overblijven na het project dat Filip Loobuyck drie jaar lang heeft getrokken. ‘Het vervolg ligt niet in mijn handen. De verkiezingen zullen veel bepalen, maar misschien komt er ook een andere buurtwerker met andere impulsen. Je kunt de intensiteit waarmee ik de voorbije drie jaar in Zwalm heb gewerkt, geen tien jaar volhouden. Maar dat het werkt, blijkt wel uit de massale opkomst.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Inspiratiebron In 2013 volgt een toonmoment voor andere lokale besturen. ‘Zwalm wil aanto-
Voor meer informatie over Toer d’Amour: www.zwalm.be
praktijk
MECHELEN - De intergemeentelijke vereniging IGEMO realiseert in opdracht van de stad een duurzame woonwijk in het noorden van Mechelen. In het woonproject Papenhof zullen 250 nieuwe duurzame wooneenheden worden gerealiseerd rondom een nieuw park. Bij de inplanting van de woningen is zoveel als mogelijk rekening gehouden met oriëntatie en compact bouwen.
Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.
Lage-energiewoningen in Mechels Papenhof www.igemo.be of 015 28 77 50
gf
oriëntatie, compactheid, ventilatie, gebruik van zonne-energie, zomercomfort en zonwering, verwarmingssystemen en materiaalgebruik.
I
n 2010 heeft IGEMO in een eerste fase 38 bouwkavels voor lage-energiewoningen op de markt gebracht. Door een minimaal energieverbruik zullen bewoners besparen op verwarmingskosten én beperken ze de CO2uitstoot. De woningen hebben minder dan de helft van de energie van een klassieke woning nodig, ze zijn luchtdicht en de buitenschil isoleert uitstekend. Een lage-energiewoning in Papenhof moet een warmte-isolatie van K30 hebben, een energieprestatie van E60 en een energieverbruik lager dan 60 kWh/m²/jaar. Als garantie voor de goede uitvoering van de specifieke bouwvoorwaarden moet elke koper voor hij begint te bouwen een bankwaarborg en de
vereiste EPB-verklaring overhandigen aan IGEMO. Een door IGEMO aangestelde energiedeskundige controleert steekproefgewijs de uitvoering van de lage-energiewoningbouw. Daarvoor moeten de bouwers aan IGEMO melden wanneer de muur-, vloer- en dakisolatie wordt geplaatst. Acht op de tien kavels was binnen de maand verkocht. Vele kopers hebben bewust gekozen voor de lage-energiewoning en specifieke architecturale voorwaarden. Ze konden tijdens het ontwerpproces ook een beroep doen op gratis planadvies van het Provinciaal centrum voor duurzaam bouwen en wonen Kamp C. De bouwers en hun architect kregen verbetertips: goed isoleren, het vermijden van koudebruggen,
Fase 2 van start In de tweede fase zijn naast bouwkavels ook 97 lage-energiewoningen voorzien met ondergrondse parking. Voor het ontwerpen, bouwen, en commercialiseren van deze rijwoningen is IGEMO op zoek gegaan naar een private promotor. Na een doorgedreven onderhandelingsprocedure met bekendmaking werd op 26 april de THV Ontwikkelingscombinatie Mechelen Site Papenhof aangesteld. Ook deze woningen moeten laagenergetisch en duurzaam zijn met dezelfde maximale isolatie en energiewaarde als in de eerste fase, maar met een maximaal energieverbruik van 30 kWh/m² geklimatiseerde vloeroppervlakte per jaar. IGEMO staat in voor de realisatie van een nieuwe ontsluitingsstraat met publieke parking, drie pleintjes, de inrichting van een ruime parkzone en het realiseren van opvang voor regenwater. De projectgronden voor de rijwoningen worden door IGEMO via een recht van opstal ter beschikking gesteld van de promotor. De effectieve verkoop van de woningen gaat binnenkort van start, de bouwwerken beginnen volgend voorjaar. sarah tresignie
Lokaal I 16 juni 2012 I 31
werkveld jeugdbeleid
Meststof voor groen speelweefsel Spelen in bos en groen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. In contact met de natuur leren ze risico’s en eigen mogelijkheden inschatten. En die groene plekken hoeven niet allemaal grote verdwaalbossen te zijn. Groene speelruimte bestaat in talloze varianten: van een buurtbosje over een waterspeelplek tot een speelboomgaard. Dat ook parkjes en sportveldjes onder bepaalde voorwaarden deel kunnen uitmaken van het speelweefsel weten ze in Genk en Hechtel-Eksel. tekst henk keygnaert beeld daniel geeraerts, gf
S
oms beschikt een gemeente al over veel groene plekjes. Maar hoe krijg je als lokaal bestuur een goed zicht op wat er al is? Hoe zorg je voor extra speelse groene mogelijkheden in de wijken? En hoe zorg je er ten slotte voor dat kinderen en ouders die plekken ook weten te vinden? Het speelweefselproject laat je toe om met groen speelweefsel planmatig aan de slag te gaan. Het is een initiatief van vijf partnerorganisaties: de provincie Limburg, het Steunpunt Jeugd, het Agentschap voor Natuur en Bos, Bos+ en het onderzoekscentrum Kind en Samenleving. Samen hebben ze een pakket instrumenten ontwikkeld om gemeenten te ondersteunen in het inventariseren, verbeteren en bekendmaken van het eigen groene speelweefsel. De instrumenten moeten toelaten om planmatig in de schaarse beschikbare ruimte avontuurlijke groene speelplekken in te richten. Weefsel scannen De term weefsel is natuurlijk niet lukraak gekozen. Het gaat immers niet om
32 I 16 juni 2012 I Lokaal
losse plekjes maar om een samenhangend geheel van locaties en de verbindingen ertussen. In een speelweefsel is er plek voor verschillende types van groene speelruimte en ook de bereikbaarheid van de plekken, bijvoorbeeld via trage wegen, verdient aandacht. Binnen het project zijn een typologie en drie instrumenten ontwikkeld: een QuickScan, een dieptescan, en een online kaart. De basis is een uniforme typologie. Op die manier kan men over heel Vlaanderen eenduidig de verschillende soorten speel- en jeugdplekken benoemen. Terzelfdertijd kan de typologie met bijbehorend fotomateriaal ook inspiratie bieden om een zo divers mogelijk weefsel te ontwikkelen. De bedoeling van de QuickScan is om snel en consequent speelplekken te benoemen. De dieptescan laat meer analyse toe. Zo kunnen de mogelijkheden en beperkingen van een gebied geanalyseerd worden en kan men op die manier eenvoudiger de vereiste veranderingen in beeld brengen. De interac-
tieve speelweefselkaart is een gebruiksvriendelijke online kaartapplicatie. Als gemeente vul je de kaart zelf aan met speel- en jeugdterreinen, jeugdlokalen, relevante fietspaden en trage wegen. Aan de ‘points of interest’ kan je makkelijk de nodige informatie toevoegen: het type, een korte beschrijving, foto’s, contactgegevens of zelfs YouTubefilmpjes. Voor een kleine gemeente neemt dit invoeren slechts een halve werkdag in beslag. De online kaart kan zowel intern als extern gebruikt worden. Extern laat ze voor elke publieke gebruiker toe om een zicht te krijgen op het speelweefsel van een bepaald gebied: welke locaties zijn er en welke mogelijke routes zijn er om die te bereiken? Intern biedt de kaart de mogelijkheid aan de verschillende gemeentelijke diensten om accuraat bij te houden hoe het gesteld is met het speelweefsel op het grondgebied. Het speelweefselproject zit momenteel in een proeftraject. Vier steden en gemeenten doen mee: Hechtel-Eksel, Genk, Bilzen en Riemst.
Gebruiksvriendelijk in praktijk ‘In het begin hebben we een aantal kinderziektes gemeld, bijvoorbeeld in de interactieve kaart,’ zegt Annelies Schepers, jeugdconsulente van Hechtel-Eksel: ‘Maar daarna ging het invullen heel vlot. Er zijn sowieso al veel buurtspeeltuinen hier, maar ze waren wel toe aan een upgrade. Het hele project kwam dus als geroepen. Het feit dat je nu in één oogopslag kunt zien hoe het speelweefsel er voor staat is een meerwaarde.’ Genk heeft ervoor gekozen om eerst alle speelpleinen heel gedetailleerd in kaart te brengen en te verwerken in een eigen database. Genks jeugdconsulente Loes Langenaken: ‘Later kunnen dan de beslissingen genomen worden omtrent het gebruik van die data door stadsdiensten, jonge inwoners of bezoekers van Genk: hoe bieden we de informatie zo toegankelijk en aantrekkelijk mogelijk aan en welke software gebruiken we daarvoor?’ En de scans als andere instrumenten? Loes Langenaken: ‘De scans leveren zeer waardevolle informatie op. In Genk hebben we veel formele speelplekken. Maar zo’n dieptescan laat toe om de mogelijkheden van een gebied vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Bijvoorbeeld het concept van een parkachtige bosrand is iets waar we op broeden. In Genk hebben we heel wat bossen, maar sommige zijn te dicht begroeid om speelbaar te zijn. Door zo’n parkachtige overgang nodigen ze uit tot spel. Dit project stimuleert ons zo om speelplekken anders te benaderen, om te innoveren.’ Hechtel-Eksel heeft vooral ervaring met de andere scan, de QuickScan. Annelies Schepers: ‘Met die QuickScan
kunnen we zien over welke types speelplekken we reeds beschikken. Maar in de toekomst zal zeker ook meer gebruik gemaakt worden van de dieptescan om na te gaan welke opportuniteiten een locatie biedt en wat het vraagt om die te kunnen realiseren.’ Wanneer wij de online kaart raadplegen, dan zien we vooral veel speellocaties. Wanneer we er op klikken zien we een foto en een woordje uitleg. Aan de verbindingen tussen die locaties lijkt echter nog minder gewerkt. Een juiste
nen, realiseren en zichtbaar maken van speelweefsel wel meer kijken dat het gebruik van instrumenten. Hefboom voor samenwerking In die zin is het project voor de betrokken gemeenten ook een hefboom geweest voor nieuwe samenwerkingen tussen verschillende diensten. Want speelweefsel blijkt ook bij uitstek een sectoroverschrijdende materie die uitnodigt tot samenwerking tussen groenen milieudiensten, jeugddiensten, sport,
Het speelweefselproject laat gemeenten toe planmatig te werken aan een groen speelwefsel. Het reikt daartoe praktische instrumenten aan. vaststelling zo blijkt. Sander Van Daele van Bos+: ‘We moeten nog veel zaken aanvullen en de verbindingen in het weefsel zijn daarin heel belangrijk. Eind mei is een vorming voor jeugdconsulenten doorgegaan en we verwachten dan ook dat deze informatie gaandeweg meer online komt.’ Ook voor Loes Langenaken is de eerste prioriteit het in beeld brengen van de verschillende locaties: ‘Het knippen van wegen, het in kaart brengen van trage wegen, de constructie van een voetgangersbruggetje over een drukke weg. Dat is een proces waar we met veel stadsdiensten samen aan werken, opnieuw een tijdsintensief proces dus.’ Hoewel de instrumenten in het project centraal staan, komt er bij het plan-
vrije tijd en toerisme, ruimtelijke ordening en mobiliteit, of erfgoed en trage wegen. Voor Loes Langenaken zijn die contacten tussen de diensten een belangrijke meerwaarde op langere termijn: ‘Soms is dat niet eenvoudig, maar het zet ons wel aan om op een allesomvattende manier en met kwaliteit te plannen. Ook in toekomst houden we daar beslist bepaalde werkwijzen en adviesprocedures aan over.’ Ook Annelies Schepers vindt dit zonder twijfel een belangrijk voordeel: ‘Er ontstaat een samenwerking met andere diensten, bijvoorbeeld de collega’s van ruimtelijke ordening en de milieudienst. Je leert die mensen en hun domein kennen. Zo hoort het ook, want elk van die diensten is betrokken. En de
Groene speelruimte bestaat in talloze varianten: van een buurtbosje over een waterspeelplek tot een speelboomgaard.
speelplein
speelbos
speelnatuur
speelterrein jeugdwerk
Lokaal I 16 juni 2012 I 33
lokale raad
werkveld jeugdbeleid
Moet de gemeente een parkeerkaart bezorgen aan zorgverstrekkers? Met de regelmaat van de klok klinkt vanuit de zorgsector (nu eens van de thuisverplegers, dan weer van kinesisten, speelnatuurof van speelterrein jeugdwerk huisartsen) de vraag om hen – liefst gratis – een parkeerkaart te bezorgen. Vanuit een duurzaam parkeerbeleid is het niet aangewezen dat gemeenten ongebreideld parkeerkaarten verspreiden onder alle mogelijke aanvragers. Zonder afbreuk te willen doen aan de argumenten van die aanvragers, vertrekt de gemeente beter vanuit haar eigen parkeerbeleidsplan. Daarbij is het doorgaans de bedoeling om te zorgen voor voldoende rotatie in de winkelstraten (via betalend parkeren of de blauwe zone), langparkeren eerder op randparkings te concentreren en waar nodig bewonersparkeren in te voeren. De wetgeving aangaande parkeerkaarten biedt de mogelijkheid om in te gaan op vragen van bepaalde doelgroepen. Maar als dit niet past bij het gevoerde beleid, gebeurt dit beter niet omwille van de negatieve effecten: de bewoners vinden onvoldoende parkeerplaats, klanten worden afgeschrikt, er is nog meer zoekverkeer naar een parkeerplaats. Ook de op die manier gecreëerde verwachtingen van de doelgroepen zelf kunnen hierdoor gehypothekeerd worden: ‘We hebben nu wel een parkeerkaart gekocht, maar vinden toch geen parkeerplaats!’. Het is dus aan de gemeente om de – dikwijls moeilijke – evenwichtsoefening te maken tussen de vele verschillende vragen van hun inwoners en bezoekers. En een eenduidig antwoord is er niet, want de situatie verschilt sterk van gemeente tot gemeente. Per definitie een parkeerkaart aan zorgverstrekkers uitreiken is dus niet zo wenselijk. Maar dit neemt niet weg dat een gemeente in haar lokaal parkeerbeleid aandacht besteedt aan de specifieke parkeerbehoeften van de thuisverzorgers. Zo kan ze nagaan of het wenselijk en mogelijk is om her en der in de gemeente een specifieke parkeerplaats te voorzien voor zorgverstrekkers en hulpdiensten (met rood kruis aangebrachte parkeerplaatsen). Of bovenal door de betalingswijze te vergemakkelijken, via een individueel parkeertoestelletje. Zo’n toestelletje werkt met een vooraf betaalde kaart, en wordt door de bestuurder geactiveerd van zodra hij op een betalende parkeerplaats parkeert. Dit spaart tijd uit, er wordt enkel betaald voor de effectief geparkeerde periode en de parkeertijd kan nooit overschreden worden, tenzij de waarde van de kaart in het toestelletje opgebruikt is. Lokale besturen hebben best wel oor naar de verzuchtingen van de zorgsector, maar een eventuele oplossing zal dus steeds aangepast worden aan de plaatselijke context.
Mail uw vraag over parkeren en mobiliteit naar erwin.debruyne@vvsg.be
34 I 16 juni 2012 I Lokaal
park
passageplek
gevolgen van die samenwerking zijn soms ook bijzonder. Nu staat er bijvoorbeeld bij ons ingeschreven dat er voor elke nieuwe verkaveling automatisch ruimte gemaakt wordt om te spelen.’ Natuurlijk gaat die afstemming of samenwerking lang niet altijd vanzelf. Annelies Schepers steekt veel tijd in het opbouwen en onderhouden van het netwerk: ‘Er spelen ook verschillen in visie of gevoeligheden. Iemand die bijvoorbeeld heel veel belang hecht aan ongerepte natuur, vindt het niet altijd evident dat kinderen daar dan in gaan spelen.’ Dat ondervond Loes Langenaken ook: ‘In Genk zijn er waardevolle heidegebieden. Dat zijn speelplekken bij uitstek, maar er is heel wat weerstand om die als speelplekken te benaderen, laat staan om er een toestel in aan te brengen. Hoeveel betreding verdraagt zo’n gebied? Het is zoeken naar een evenwicht’ Het project voorziet ook aftoetsing bij de gebruikers: kinderen, tieners en eventueel ouders. In Genk heeft het kinderteam in 2011 gewerkt rond natuurlijke en avontuurlijke speelruimte. Voor de toekomst denkt men bij de uitvoering van een aantal werken aan een participatieve aanpak in samenwerking met de school en de jeugdwelzijnswerking in de wijken. In Hechtel-Eksel is er afgetoetst binnen het project. Annelies Schepers: ‘We hebben een aantal focusgroepen samengesteld, bijvoorbeeld in basisscholen. Ook zijn er adviesraden betrokken: de jeugdraad en de milieu- en natuurraad. We hebben alles heel interactief aangepakt.’ Het proefproject loopt binnenkort af. Maar nu al kunnen alle geïnteresseerde gemeentes, mits het respecteren van een aantal gebruiksvoorwaarden gratis gebruik maken van alle instrumenten. Je zet de kaart heel eenvoudig op de eigen website. Je kan ook bepaalde informatie afschermen waardoor ze enkel voor gemeentelijke diensten toegankelijk is. Henk Keygnaert is redacteur van Lokaal
www.groenspeelweefsel.be bevat extra informatie, contactgegevens, de instrumenten met een handleiding en heel wat ideeën en tips. Extra informatie krijgt u bij katrijn.Gijsel@steunpuntjeugd.be
praktijk
Het OCMW Roeselare kreeg een Vlaamse subsidie van 50.000 euro voor zijn project Bruggen Bouwen. Kinderen uit kansarme gezinnen vinden moeilijk de weg naar de kinderopvang, met het project wil het OCMW de drempels weghalen. Een half jaar na de start zijn de resultaten veelbelovend.
Hebt u een inspirerend project, een doeltreffende maatregel of een efficiënte werkwijze voor lokale besturen? Maak het bekend via www.vvsg.be, knop praktijken lokale besturen.
isabelle pateer
Kinderdagverblijven OCMW Roeselare bouwen bruggen tegen kinderarmoede
D
at kinderen tussen nul en drie jaar baat hebben bij de stimulerende omgeving van het kinderdagverblijf is wetenschappelijk aangetoond. Dat geldt des te meer voor de ontwikkeling van kinderen uit kansarme gezinnen. Het kinderdagverblijf is een hefboom om uit de generatiearmoede te breken. Voor kinderen van allochtone afkomst komt daar nog de taalontwikkeling bij, de kennismaking met een andere cultuur, met andere voeding. Als hun kroost naar het kinderdagverblijf gaat, levert dat ook voordelen op voor de ouders. Ze krijgen een aanspreekpunt in de opvoeding van hun kind. Ze vergroten hun sociaal netwerk, ze worden erkend in hun pedagogische bekwaamheid. De stap om te gaan participeren aan de maatschappij wordt kleiner. Helaas vinden precies kinderen uit kansarme gezinnen moeilijk de weg naar de kinderopvang. Hij ligt bezaaid met fysieke en mentale drempels. Om die weg te werken, vroegen de vier kinderdagverblijven van het OCMW en het sociaal huis bij de Vlaamse regering steun
voor het project Bruggen Bouwen. Minister van Armoedebestrijding Ingrid Lieten kende een subsidie van 50.000 euro toe voor één jaar. Vóór de opstart van het project was er breed overleg tussen het OCMW, het CAW, Kind en Gezin, vzw ’t Hope waar armen het woord nemen, het steunpunt vluchtelingen vzw Elim en het sociaal huis van de stad. Ervaringsdeskundige Bruggen Bouwen heeft vier grote poten. De eerste is de busdienst. Kinderen uit kansarme gezinnen worden thuis afgehaald en ’s avonds terug naar huis gebracht. Ten tweede is een ervaringsdeskundige in dienst genomen, iemand die vroeger in de armoede zat en een opleiding volgde om de brug te slaan tussen de gezinnen en de kinderdagverblijven. Zij gaat als begeleider mee met de bus. Ze werkt zeer nauw samen met de psychologe van de dienst Opvoedingsondersteuning. Beiden hebben ook een belangrijke taak in de derde poot van het project: de vorming en de opleiding van de kinderverzor-
gers en begeleiders. Zij leren beter samenwerken met gezinnen in armoede, die vaak met heel specifieke moeilijkheden kampen. Ten slotte is er een focus op het toeleiden van kinderen van etnisch-culturele minderheden naar de kinderdagverblijven. Daarvoor is er een samenwerking met vzw Elim. Verdubbeling Intussen loopt het project een half jaar, binnenkort is er een tussentijdse evaluatie. Elcke Vandromme kan al een tipje Diensten Kinderopvang van de sluier lichten. ‘We OCMW Roeselare, slagen er veel beter dan elcke.vandromme@ vroeger in om de doelgroep ocmw-roeselare.be, isabel.depraeter@ van kinderen uit kansarme ocmw-roeselare.be, gezinnen te bereiken. Hun T 051-22 01 91 aantal is verdubbeld in de kinderdagverblijven Bloemenhove en De Beverboot. Voor Pinochio en De Speelboot moeten we de cijfers nog bekijken maar het resultaat zal op het eerste gezicht in dezelfde lijn liggen. De inzet van de ervaringsdeskundige is ook een succes. Ze staat in voor de extra begeleiding van de gezinnen en we merken dat het vertrouwen gegroeid is. De communicatie tussen kinderdagverblijf en ouders loopt beter, de mensen komen makkelijker langs met hun vragen.’ Bruggen bouwen loopt nog tot eind dit jaar, over de verdere toekomst is voorlopig nog niets beslist. bart van moerkerke
Lokaal I 16 juni 2012 I 35
werkveld de frontlijners Greta Holvoet, diensthoofd burgerzaken Ingelmunster
Een levendig loket voor akten, attesten, info en sociaal contact Greta Holvoet werkt bij de dienst Burgerzaken in Ingelmunster. In haar functie is ze zowel diensthoofd als medewerker en komt ze voortdurend in contact met de burger. tekst pieter plas beeld stefan dewickere
‘Op de dienst burgerzaken hou ik me zelf naast de leiding van de dienst bezig met de burgerlijke stand: de overlijdens en het begraafplaatsenbeheer, huwelijken, nationaliteiten, vreemdelingendossiers. Daarnaast vervullen mijn drie medewerkers en ik nog alle wettelijk bepaalde taken in verband met bevolking, vreemdelingenzaken, verkiezingen, rijbewijzen, het strafregister, enzovoort. Maar onze dienst heeft ook een belangrijke sociale en doorverwijsfunctie: zo behandelen we aanvragen van pensioenen, aan vreemdelingen verstrekken we informatie over allerhande procedures, burgers bellen ons op met vragen over de openingsuren van de belastingdienst en het containerpark.’ ‘De dienst is georganiseerd in de vorm van een loketwerking per afdeling. Aan het onthaal zijn er drie loketten waarvan er twee permanent bemand zijn, voorname-
36 I 16 juni 2012 I Lokaal
lijk voor bevolkingszaken: mensen komen er om adreswijzigingen te regelen, identiteitskaarten of rijbewijzen aan te vragen of af te halen, en voor de aflevering van attesten. Elk van de collega’s heeft wel een eigen takenpakket, maar omdat dit een kleine gemeente is, moet iedereen op de dienst ongeveer alles kennen en kunnen. Voor de zaken van de burgerlijke stand komen de mensen bij mij aan mijn bureau zitten. Maar collega’s roepen me ook regelmatig aan het loket: voor vragen in verband met begraafplaatsen, procedures voor vreemdelingen, voor de beoordeling van akten en opzoekingen in wetteksten.’ ‘Burgers komen met de meest uiteenlopende vragen en problemen, en telkens komt daar andere wetgeving bij kijken. Die afwisseling maakt het werk natuurlijk ook zo boeiend. Het vaakst komen mensen in verband met identiteitskaarten, rijbewijzen en attesten van woonst of
gezinssamenstelling, of komen ze vragen welke reisdocumenten ze nodig hebben voor hun vakantie. Identiteitsdocumenten die vlak voor de reis niet in orde blijken te zijn, zijn een vaak voorkomend probleem. Maar pensioenaanvragen komen dus ook voor, en vragen over de gevolgen van wettelijke samenwoning bijvoorbeeld, of vragen over de aanvraag van de nationaliteit. Soms sta je een halve dag aan het loket om vragen en problemen op te lossen. Het opnemen en registreren van verklaringen doen wij ook. Zoals voor de laatste wil, euthanasie en orgaandonorschap.’ ‘Het contact met de burgers verloopt meestal vlot. Het leuke aan dit werk is dat je zo veel mensen leert kennen. Mensen vertellen ook, je hoort voortdurend allerlei nieuwtjes. Oudere burgers zoeken meer het sociaal contact op met ons. Met vreemdelingen is de taal dan weer vaak een probleem. Het voelt altijd goed om mensen te
Burgers komen met de meest uiteenlopende vragen en problemen, en telkens komt daar andere wetgeving bij kijken. kunnen helpen, vooral in noodsituaties. De dankbaarheid van burgers, en de complimenten voor een goede en vriendelijke service, daar halen we hier veel voldoening uit.’ ‘De meeste mensen zijn vriendelijk, maar er zijn ook burgers die ongeduldig en gepikeerd zijn omdat ze de tijd moeten nemen om zelf naar het gemeentehuis te komen. Niemand wacht graag. Sommige mensen kunnen agressief reageren als je ze noodgedwongen moet terugsturen omdat formulieren of foto’s niet in orde blijken te zijn. Er zijn zelfs burgers die klacht indienen bij het bestuur wanneer we iets niet onmiddellijk willen of kunnen afle-
veren. Dat valt voor bij rijbewijzen. Dat zijn minder aangename ervaringen. Onaangenaam is ook wanneer we negatieve beslissingen moeten betekenen, zoals voor een uitwijzing. Het opmaken van identificatiefiches voor vrijwillige terugkeer of formulieren om het land te verlaten leidt hier soms tot schrijnende situaties, waarbij moeders en kinderen zitten te huilen. Maar ook dat hoort jammer genoeg bij de job.’ ‘Buiten de normale loketwerking kunnen de mensen op afspraak bij ons terecht, en natuurlijk kunnen ze telefonisch of per e-mail naar informatie vragen. Voor een aantal verrichtingen kunnen ze ons e-loket gebruiken. Thuisbezoeken zijn ook
mogelijk, wanneer mensen zelf niet in staat zijn om langs te komen. Dat doen we bijvoorbeeld voor aanvragen van identiteitskaarten.’ ‘In de zestien jaar dat ik burgerzaken doe, merk ik wel dat de mensen mondiger zijn geworden. De burger wil meer dan vroeger op zijn wenken worden bediend, en is zich soms meer bewust van zijn rechten dan van zijn plichten. Er komen nu ook meer mensen langs dan vroeger, alleen al door de kortere geldigheidsduur van de nieuwe elektronische identiteitskaarten. Doordat we meer vreemdelingen over de vloer krijgen, moeten we steeds vaker het internationale privaatrecht toepassen, wat veel opzoekingswerk vergt. Binnenkort wordt het werk nog intenser, wanneer we voor reispassen zelf foto’s en vingerafdrukken zullen moeten nemen. Dat zal voor een nieuw soort contact met de burger zorgen.’
Lokaal I 16 juni 2012 I 37
Uw advertenties in OCMW Duffel Het OCMW van Duffel stelt voor de volgende functie een werfreserve samen voor de duur van twee jaar, met mogelijkheid tot directe aanwerving.
Verantwoordelijke sociale dienst (m/v) Indien u interesse heeft voor deze functie kunt u een inschrijvingsformulier verkrijgen op het secretariaat van het OCMW van Duffel, Kwakkelenberg 1, 2570 Duffel. De kandidaturen moeten ten laatste op 13 juli 2012 om 12u in ons bezit zijn. De kandidaten dienen in het bezit te zijn van een diploma maatschappelijk assistent/sociaal verpleger EN een masterdiploma. Voor meer informatie of een functiebeschrijving en aanwervingsvoorwaarden kunt u steeds contact opnemen op T 015-30 97 80 of via secretariaat@ocmwduffel.be.
Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website
inlevering personeelsadvertenties voor:
Lokaal 13 (1 tot 15 september) - 14 augustus Lokaal 14 (16 tot 30 september) - 28 augustus
informatie
Nicole Van Wichelen, T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be
De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw zoekt een
stafmedewerker vorming woonzorg m/v .
Functie • U bent verantwoordelijk voor de uitbouw van een vormingsprogramma dat aansluit bij de noden van de openbare woonzorgvoorzieningen (ouderenzorg en thuiszorg). • U ontwikkelt en begeleidt seminaries, leertrajecten en studiedagen voor bestuurders, leidinggevenden en middenkader van deze voorzieningen. • U zet netwerken op met medewerkers uit de woonzorgvoorzieningen en onderhoudt deze netwerken onder meer door uitwisseling van expertise. • U legt contacten en volgt de samenwerking op met de freelance medewerkers die u inschakelt voor vormingen en procesbegeleiding.
profiel • U bezit een masterdiploma of heeft een evenwaardige kennis verworven in de praktijk. • U kent en heeft ervaring met vormingsmethodieken en groepsdynamische processen. • U bent vertrouwd en heeft ervaring met het beleidsdomein van de lokale openbare woonzorgvoorzieningen en u heeft een brede visie hierover. • U bent bereid om u in heel Vlaanderen te verplaatsen. • U heeft een goede praktische kennis van de normale kantoorsoftware.
38 I 16 juni 2012 I Lokaal
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mattie Jacobs mattie.Jacobs@vvsg.be, T 02-211 55 89 Ons aanbod Een functie in een omgeving waar een open geest, professionaliteit, realisme en idealisme samengaan. Een voltijds contract van onbepaalde duur, aangepast loonpakket en soepele werkregeling. Detachering vanuit een lokaal bestuur is mogelijk. Interesse? U solliciteert door uw sollicitatiebrief en cv voor 8 september 2012 per e-mail te zenden naar Hildegarde Merckx, hildegarde.merckx@vvsg.be.
geregeld wetmatig
Rookverbod op gesloten terrassen In de rondzendbrief van 20 maart 2012 betreffende het rookverbod op gesloten terrassen zet de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu de puntjes op de i. Sinds 1 juli 2011 geldt er immers een algemeen rookverbod in de horeca. Dit was het gevolg van een arrest van het Grondwettelijk Hof dat alle uitzonderingen schrapte, die aanvankelijk voorzien waren in de rookwet van 22 december 2009. De rookwet bevat echter geen definitie van een terras, en stelt enkel dat roken verboden is in alle voor publiek toegankelijke gesloten plaatsen. De rondzendbrief stelt nu
het volgende: ‘Om niet als een gesloten plaats te worden beschouwd, moet een terras aan één zijde volledig open zijn, ongeacht de weersomstandigheden. De open zijde mag niet deels worden afgesloten, bijvoorbeeld door middel van een windscherm of zonnewering. Alleen als een terras aan deze voorwaarden voldoet, mag er gerookt worden.’ Deze rondzendbrief vervangt de eerdere rondzendbrief (15 december 2011) die de horecasector deed steigeren. Daarin was nog sprake van de voorwaarde dat de open zijde niet alleen volledig, maar ook permanent moest open zijn. Deze voor-
waarde is op vraag van de horecasector weggelaten. bart.palmaers@ vvsg.be
Rondzendbrief van 20 maart 2012 betreffende het rookverbod op gesloten terrassen Inforumnummer 265644 Wet van 22 december 2009 betreffende een algemene regeling voor rookvrije gesloten plaatsen toegankelijk voor het publiek en ter bescherming van werknemers tegen tabaksrook, Belgisch Staatsblad 29 december 2009, Inforumnummer 243509
Meer duidelijkheid over toekomst Centraal Strafregister? In 2001 trad een aantal artikelen uit het Wetboek van Strafvordering (artikel 589-602) in werking. Die artikelen voorzien in de creatie van een geautomatiseerd centraal register waarin persoonsgegevens over de beslissingen in bepaalde strafzaken ingegeven kunnen worden door de griffies en de centrale diensten van het Ministerie van Justitie. Op basis daarvan zouden alle gemeenten over uniforme digitale gegevens kunnen beschikken over het gerechtelijke verleden van bepaalde personen. Gemeenten hebben immers de plicht om aan de betrokken inwoners een uittreksel uit dit register te bezorgen (artikel 595-596). Momenteel zijn dat drie verschillende soorten van uittreksels. Een wetswijziging uit 2009 had tot doel om deze taak van de gemeenten duidelijker te omschrijven, nadat de Raad van State een aantal rondzendbrieven over de materie had vernietigd. Ook na deze wetswijziging bleven er problemen bestaan. Vandaag beschikken gemeenten bovendien nog steeds over een eigen strafregister, dat gevoed wordt met andere gegevens over de veroordelingen van hun inwoners (zeer lichte feiten en sommige niet-uitgewiste feiten) dan het manuele centrale register. Dat is een erfenis uit de periode dat er nog geen sprake was van het Centraal Strafregister. Hoewel de wetgever de gemeentelijke registers al lang wil afschaffen en vervangen door het geautomatiseerde centrale register, bestaan ze dus nog steeds, bij gebrek aan de nodige uitvoeringsbesluiten. Daarom werd in 2011 een ministeriële rondzendbrief met verduidelijkin-
gen over de inhoud van de gemeentelijke uittreksels opgesteld. Dat rondschrijven voorziet slechts in een overgangsbepaling tot 31 december 2012. De tijd begint te dringen, want het gemeentelijke en het centrale register zijn ondertussen nog steeds niet technisch aan elkaar gekoppeld. De minister van Justitie verklaarde onlangs in het parlement dat er op dit moment afstemming met Europese gegevens nodig is en dat in deze fase eerst de griffies van de rechtbanken op het Centraal Strafregister worden aangesloten (zeventig procent van het totaal aantal gegevens zou dit jaar al geautomatiseerd worden). Het ziet er volgens de minister niet naar uit dat er voor het vierde kwartaal van dit jaar aan een afstemming met de gemeentelijke registers gewerkt zal worden. tom.deschepper@ vvsg.be
Senaat, Vraag om Uitleg, nr.5-2295 van B. Laeremans aan de minister van Justitie, 3/5/2012. Kamer, Mondelinge Vraag, nr.11190 van K. Van Vaerenbergh aan de minister van Justitie, 2/5/2012. Wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister, BS van 24 augustus 2001, Inforumnummer 171354 Wet van 31 juli 2009 betreffende diverse bepalingen met betrekking tot het Centraal Strafregister, BS van 27 augustus 2009, Inforumnummer 240967 Omzendbrief van 02 maart 2009, nr. 134 - Uittreksels uit het strafregister, BS 2 maart 2009, Inforumnummer 235941
Lokaal I 16 juni 2012 I 39
Geen
OCMW Sint-Genesius-Rode Op zoek naar een gezond evenwicht tussen werk en privé? Kom dan ons team versterken! Het OCMW van Sint-Genesius-Rode gaat over tot de aanwerving van (m/v):
> OCMW-secretaris Decretale graad • voltijds • statutair • werfreserve van 2 jaar Functie: • U heeft de algemene leiding over de administratie en het personeel. • U stimuleert en realiseert de maximale efficiëntie in de dienstverlening van het OCMW. • U ondersteunt het bestuur inzake de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid. • U draagt de visie van het OCMW uit en verdedigt de belangen van de organisatie.
ondernemer
maar toch
d?
ondernemen
adviseur ondernemersvereniging (brussel) UW fUnctie: • U begeleidt UNIZO als ondernemersvereniging in Vlaanderen en Brussel. • U zorgt voor de communicatie met UNIZO leden en overheden. • U stimuleert de werking en activiteiten van de lokale ondernemersverenigingen. • U werkt actief mee aan het voeren van een vrijwilligersbeleid. UW profiel: • U hebt kennis van de regelgeving sociaal cultureel werk. • U volgt de actualiteit en hebt een algemene kennis van relevante ondernemersthema’s.
Profiel: • U beschikt over uitgesproken leidinggevende competenties om uw medewerkers te motiveren en te coachen. • U bent sociaal vaardig en probleemoplossend ingesteld. • U toont zin voor initiatief en heeft oog voor de verbetering van de effectiviteit, efficiëntie en kwaliteit van de organisatie.
• U bent vertrouwd met de wereld van de zelfstandige.
Salaris: • Een geïndexeerd bruto jaarsalaris van min. € 49.397,87 en max. € 72.088,65.
adviseur lokaal economisch beleid (brussel)
> Financieel beheerder
UW fUnctie • U werkt rond alle thema’s die gelinkt zijn aan gemeentelijk economisch beleid.
Decretale graad • voltijds • statutair • werfreserve van 2 jaar Functie: • U heeft de algemene leiding over de financiële dienst van het OCMW. • U bent verantwoordelijk voor het financieel beheer en oefent controle uit op de wettelijkheid en regelmatigheid van ontvangsten en uitgaven. • In samenwerking met de secretaris draagt u bij tot de realisatie van de OCMWdoelstellingen. Profiel: • U beschikt over een sterk analytisch en synthetisch vermogen. • U bent sociaal vaardig en beschikt over sterke organisatorische vaardigheden. • U toont zin voor initiatief. Salaris: • Een geïndexeerd bruto jaarsalaris van min. € 46.534,23 en max. € 67.909,61. Voor beide functies geldt: • U voldoet aan de algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden en u heeft de Belgische nationaliteit. • U bent houder van ofwel een masterdiploma, ofwel een diploma van universitair onderwijs, ofwel een diploma van hoger onderwijs van 2 cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs.
• U bent communicatief sterk en kan werken met groepen.
• U bouwt een netwerk uit met contacten in overheden, administraties en organisaties die impact hebben op het economisch beleid dat gevoerd wordt in de steden en gemeente in Vlaanderen en Brussel. • U maakt deel uit van een team en slaagt erin om de andere teamleden te ondersteunen bij hun initiatieven binnen hun vakgebied. • Uw kennis en expertise zet u in bij het ondersteunen van onze regionale medewerkers. UW profiel • U kan zelfstandig en planmatig werken en bent organisatorisch sterk. • U heeft ervaring in het werken met groepen. • U bent communicatievaardig en bent in staat om voor publiek een krachtige presentatie neer te zetten.
Wij bieden voor deze functies: • Een competitieve verloning aangevuld met diverse extralegale voordelen (maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering en fietsvergoeding). Meer info? Alle inlichtingen over de diploma- en toelatingsvoorwaarden, functieomschrijvingen en examenprogramma’s kan u terugvinden op www.ccselect.be (klik op ‘vacatures openbare besturen’). Neem voor verdere informatie contact op met Nancy Toussaint bij CC Select op 02 467 35 40 of via nancytoussaint@ ccselect.be
INTERESSE? Uw kandidatuur met cv moet vergezeld zijn van een kopie van het diploma en een uittreksel uit het strafregister en kan tot en met 25 juni 2012 ingediend worden door: • hetzij een per post verzonden sollicitatiebrief (datum van de poststempel geldt als bewijs) gericht aan de voorzitter van het OCMW, Dorpsstraat 74, 1640 Sint-Genesius-Rode • hetzij een gemotiveerd e-mailbericht naar info@ocmwrode.be • hetzij een persoonlijk overhandigde sollicitatiebrief tegen ontvangstbewijs t.a.v. de voorzitter van het OCMW.
40 I 16 juni 2012 I Lokaal
maakt werk van diversiteit in haar personeelsbeleid.
Wij bieden Een uitdagende functie binnen een heel professionele omgeving, een aantrekkelijke wedde met extra-legale voordelen (maaltijdcheques, groepsverzekering, hospitalisatieverzekering & woonwerkverkeer) in een motiverende werksfeer.
Geïnteresseerd? Voor meer informatie over de vacatures, het gezochte profiel en het concrete aanbod kan u terecht op www.unizo.be/jobs U kan zicht kandidaat stellen door te mailen naar sollicitaties@unizo.be.
www.unizo.be Meer info over de regio vindt u op www.unizo.be/noordwestvlaanderen
agenda studiedagen
Antwerpen 19 juni
Nieuwe spelregels voor gemeentelijk afvalbeheer en afvalbelastingen Studiedag op maat van lokale besturen over het nieuwe materialendecreet en Vlarema. www.vvsg.be (kalender) Hasselt 20 juni Torhout 21 juni Sint-Niklaas 26 juni
Aanpassingen gemeente- en OCMW-decreet: bent u nog mee? Infosessie voor burgemeesters, schepenen, OCMW-voorzitters, voorzitters van gemeenteraden, secretarissen, ontvangers en leden van lokale managementteams. www.vvsg.be (kalender) Brugge 22 juni
Impact uitgepakt Achtste kwaliteitscongres voor lokale besturen. www.vvsg.be (kalender)
Gent vanaf 4 september
Opleiding voor directeurs van woonzorgcentra De taak van een directeur van een woon- en zorgcentrum is veelomvattend. De directeur is tegelijk manager, vertrouwenspersoon en inspirerende leider. Deze vierdaagse opleiding reikt de beginnende directeurs van woon- en zorgcentra een basiskader aan op administratief, wetgevend, boekhoudkundig, financieel, strategisch, sociaal en psychologisch vlak. De opleiding biedt ook aan meer ervaren directeurs de mogelijkheid om diverse thema’s op te frissen. www.vvsg.be (kalender)
opleidingen
Gent vanaf 4 september
Stappenplan voor de opmaak van uw meerjarenplan
Systematische ondersteuning en begeleiding voor hoofdmaatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender)
Geel 19 juni Torhout 3 juli Gent 9 juli
Tweedaagse vorming in het kader van het VVSG-vormings- en consultingaanbod rond de beleids- en beheerscyclus. www.vvsg.be (kalender) Gent 19 juni
Naar een zinvolle beleidsparticipatie aan het meerjarenplan Leuven vanaf 9 oktober
Organisatie en visie voor OCMW-leidinggevenden Deze driedaagse interactieve training richt zich tot leidinggevenden van de sociale dienst van OCMW’s. Volgende thema’s komen tijdens deze training aan bod: empowerment als verbindend en versterkend overzichtskader, visie op de OCMW-hulpverlening, coachend leiderschap van de werknemers van een sociale dienst, teamsamenhang en versterkte cohesie, samenhang tussen cliëntgerichtheid en doelgerichtheid, vertaling van processen binnen een sociale dienst naar het managementniveau en het beleidsniveau. www.vvsg.be (kalender)
Eendaagse vorming in het kader van het VVSG-vormings- en consultingaanbod rond de beleids- en beheerscyclus. www.vvsg.be (kalender) Gent 19 juni Torhout 21 juni
Een integraal meerjarenplan: hoe werkt dat nu? Eendaagse vorming in het kader van het VVSG-vormings- en consultingaanbod rond de beleids- en beheerscyclus. www.vvsg.be (kalender) Mechelen 3 juli Affligem 5 juli Genk 10 juli
De plaats van vrijetijdsbeleid in het integraal meerjarenplan Vorming voor mandatarissen en leidinggevenden verantwoordelijk voor het gemeentelijk integraal meerjarenplan. www.vvsg.be (kalender)
Intervisie voor hoofdmaatschappelijk werkers
Gent vanaf 6 september
Intervisie voor maatschappelijk werkers Systematische ondersteuning en begeleiding voor maatschappelijk werkers. www.vvsg.be (kalender) Gent 6 september
Weerwerk bieden aan weerstanden binnen de animatiewerking Vorming voor animatoren in woonzorgcentra. www.vvsg.be (kalender)
evenementen
Brussel, 7-9 september
Passive House Beurs
Beurs voor energiezuinig bouwen, verbouwen en wonen. www.passivehouse.be/fair/nl Vlaanderen 15 tot en met 25 november
Week van de Smaak
Met het thema ‘De Smaak van Thuis’ wil de smaakweek mensen inspireren om thuis zelf voor smaak te zorgen en speelt ze in op de huidige trend van de gewone, huiselijke keuken. www.weekvandesmaak.be
Lokaal I 16 juni 2012 I 41
column Pieter Bos
V
ond u het ook de logica zelve dat François Hollande de President van Frankrijk werd? De krantencommentatoren in ieder geval wel. De dag na de presidentsverkiezingen legden ze ons uit waarom het gegaan was zoals het was gegaan. Ze disten een verhaal op dat klopte als een bus: één lange aaneenschakeling van oorzaken en gevolgen waar geen speld tussen te krijgen was. In feite was het allemaal al gebeurd de avond van Sarkozy’s verkiezingsoverwinning, ruim vijf jaar geleden, toen de hyperkineet ging feesten met zijn blingblingvrienden in plaats van met de massa in de straat. De lezers vroegen zich vertwijfeld af waarom Sarkozy überhaupt nog kandideerde. Was die dan ziende blind geweest? Sommige lezers, wat schranderder dan de anderen, vroegen zich bovendien af waarom die artikels niet twee dagen vroeger waren gepubliceerd. Zo’n voorspelling die bewaarheid wordt is immers toch nog altijd iets straffer als ze vooraf wordt gepubliceerd. Zal ik ook eens wat voorspellen? Op 15 oktober zal het ook zo gaan. De krantencommentatoren zullen u en mij dan feilloos uitleggen waarom het onvermijdelijk was dat Bart De Wever de nieuwe burgemeester van Antwerpen wordt. BDW komt immers een stuk warmer over dan zijn rivaal, is goed van de tongriem gesneden en niet bezoedeld door enige bestuurservaring. Bovendien kon hij tijdens de campagne teren op z’n nationale media exposure en wist hij handig in te spelen op enkele typisch Antwerpse gevoeligheden zoals dieetvraagstukken en Latijnse verbuigingen. Patrick Janssens had het hem trouwens gemakkelijk gemaakt, zullen we dan lezen, want in het Oosterweeldossier gaf die blijk van wispelturigheid. En dat hij in de Ten Miles forfait gaf door het simuleren
42 I 16 juni 2012 I Lokaal
van een rugblessure kwam ook al weinig sympathiek over. Maar het is ook best mogelijk dat ze ons op 15 oktober zullen verklaren waarom het vanzelfsprekend is dat Patrick Janssens de volgende legislatuur in het zadel blijft. Wordt Patrick immers niet door vriend en vijand gewaardeerd om z’n bestuurlijke vaardigheden? Gaf hij de Antwerpenaar niet zijn trots terug onder de vorm van een alom aanwezige stralende A en een slecht geïsoleerd museum aan de stroom? Uitgeslapen ook van hem om zich boven het partijpolitiek gekonkel te zetten en zich Hollandegewijs te profileren als de man die verzamelt en niet verdeelt. Dat Bart De Wever in de Oosterweeldiscussie de verkeerde kant koos en nooit kon preciseren waaruit de ‘verandering’ nu precies bestond, deed Patrick natuurlijk ook geen kwaad. Trouwens, het kleinste kind kon zien dat Bart De Wever de laatste tijd overmoedig was geworden: hij gedroeg zich als een centurion aan het hoofd van een huurlingenleger van Bekende Antwerpenaren met hier en daar een zwart schaap ertussen. Ongelooflijk ook hoe hij zelf niet in de gaten had dat zijn alomtegenwoordigheid in de media tegen hem begon te werken. Enfin, mits wat knippen en plakken hebben onze vrienden van de media hun kopij voor de dag na Saint Patrick’s day dan wel de De Wever-Wave al klaar. Geruststellend toch te weten dat, hoe het ook uitpakt, die dag weer onomstotelijk zal bewezen worden dat de wereld volkomen logisch in elkaar zit en zich makkelijk laat verklaren. Het is alleen nog even opletten dat de heren en dames scribenten in hun enthousiasme niet de verkeerde versie uit hun mapje vissen. Dat zou pas pijnlijk zijn, zo’n verkeerde voorspelling achteraf.
beeld karolien vanderstappen
Logisch
MANIFESTATIES & EVENEMENTEN Ivan Saerens (Ed.)
Vlaanderen is de regio bij uitstek van grootschalige manifestaties en evenementen. Muziekfestivals, stadsfeesten, carnavalsoptochten, wielerwedstrijden …, we zijn er met z’n allen dol op. Nochtans zijn dergelijke gebeurtenissen niet zonder risico. De gevolgen kunnen zelfs dramatische proporties aannemen, zoals in het geval van Pukkelpop 2011, Love Parade 2010 …
wil die complexiteit in beeld brengen, door onder meer te antwoorden op de volgende vragen: - Is het aangewezen een protocol af te sluiten met de gemeente? - Hoe zit het met SABAM? - Is het nodig om een vzw op te richten? - Wat met geluidsoverlast?
Wie een evenement wil organiseren, kan dus maar beter voldoende aandacht besteden aan het aspect veiligheid. Dit boek bevat alvast de nodige informatie. Het geeft concrete antwoorden op vragen omtrent actieve en passieve veiligheid, medische inzet, crowdmanagement …
Het handboek bevat bovendien een handige cd-rom met tal van praktische documenten: checklists voor de medische discipline, een modelreglement inzake passieve veiligheid, een modelafvalplan, verschillende arbeidsovereenkomsten, adressenlijsten …
Enkele voorbeelden van dergelijke vragen: - Hoe stel je een veiligheidsplan op? - Wat met de burgerlijke aansprakelijkheid? - Is het een vrijwillige medewerker toegestaan om te fouilleren? - Welke rol is weggelegd voor de burgemeester?
Kortom, het handboek Manifestaties & Evenementen is dé gids voor iedere betrokkene bij de organisatie van een evenement: organisatoren, burgemeester, schepenen van cultuur en feestelijkheden, politie- en hulpdiensten, bovenlokale overheden, evenementenbureaus, socioculturele organisaties …
Naast de veiligheid, komen in dit boek ook de organisatie en structuur van manifestaties en evenementen aan bod. Het organiseren van een evenement is een bijzonder complexe aangelegenheid. Het handboek Manifestaties & Evenementen
Het boek werd samengesteld door Ivan Saerens, die als communicatie- en organisatiespecialist al bij tal van grote evenementen betrokken was. Hij werkte voor dit boek samen met verschillende, gespecialiseerde experten.
BESTELKAART
Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel.: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be
Ja, ik bestel ….. ex. van het handboek Manifestaties & Evenementen. Mijn bestuur is lid van de VVSG, dus ik betaal € 99 per exemplaar (incl. cd-rom)*. Mijn bestuur is geen lid van de VVSG, dus ik betaal € 119 per exemplaar (incl. cd-rom)*.
Bestuur/Organisatie: Naam: Functie: E-mail: Tel.: Adres:
Handtekening & datum:
Btw:
* De bijwerkingen worden u automatisch toegestuurd aan € 0,55/pagina en aan € 29/cd-romupdate tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen zijn inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
NIEUW
Uw ziekenhuisopname nu melden via Internet ! Een hospitalisatie is niet altijd even aangenaam en gaat vaak gepaard met een administratieve rompslomp die u kan missen. Vanaf nu, dankzij onze nieuwe dienst EthiasHospi, hoeft u zich nog minder zorgen te maken. Indien u een waarborg hospitalisatie bij Ethias onderschreef en u hebt een AssurCard op uw naam, kan u uw ziekenhuisopname on line melden, eenvoudig en snel. Wij doen de rest! Ontdek snel EthiasHospi op www.ethias.be/ethiashospi Ethias NV, Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt. RPR Luik BTW BE 0404.484.654