2014lokaal01

Page 1

Nr 1 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

Lokaal

Voorzitters profileren gemeenteraad

Burgemeesters van iedereen

BBC-deadline gehaald

Rioolgeld ge誰nvesteerd in riolen


& Lichtgewicht, in enkele seconden opstelbaar en invouwbaar. Het ultieme stemhokje weegt slechts 16 kg en is zeer stabiel. Ook geschikt voor rolstoelgebruikers. Accessoires leverbaar zoals draaghoes, draadloze LED verlichting, gordijn etc. Ook stembussen met stembusbekleding en insert-houder. Invouwbare bewegwijzeringstandaards met draaibare pijl. & Bewezen succes. Met 20.000 verkochte ultieme stemhokjes in verschillende landen is in korte tijd een groot marktaandeel verworven. & Praktisch: Het ultieme stemhokje heeft ingevouwen een afmeting van 200 x 100 x 7,5 cm. Kan gemakkelijk worden getransporteerd en door ĂŠĂŠn persoon worden opgezet. Het ultieme stemhokje heeft opgebouwd de afmeting 2 mtr. x 1 mtr. x 1 mtr. en is voorzien van nylon montagedoppen met een beschermende, niet krassende toplaag. Het stemhokje is tevens te gebruiken als tentoonstellingspaneel en vitrine-display. Hiervoor zijn diverse accessoires beschikbaar.

Ingevouwen

Koppelbaar

www.youtube.com/watch?v=j1j9sH3NBmk

Van Beem & Van Haagen bv Tel: 0031 20 3140900 info@vbenvh.nl Voor meer info of een demo: Rob van Beem tel 0031 6 30395846

www.verkiezingen.vbenvh.nl


opinie

Felicitaties voor de lokale besturen

D

e voorbije maanden hebben de gemeenten en OCMW’s zich bijzonder ingespannen om een meerjarenplan op te maken voor de periode 2014-2019, in een totaal nieuw reglementair kader. Hoe precair de financieel-economische situatie ook is, lokale besturen hebben hun plannen voor de volgende zes jaar klaar, en wel voor alle taken en opdrachten die ze hebben. Bovendien zijn de ramingen

Vertrouwen verdien je elke dag door een burgergericht beleid te voeren.

van de inkomsten en uitgaven voor de volgende zes jaren nog erg onzeker: hoe evolueren de pensioenuitgaven? Komt er economische groei zodat de inkomsten uit belastingen stijgen? Zal de uitgavenstroom voor leeflonen beheersbaar blijven of exploderen? Het gros van de lokale besturen heeft deze planningsoefening op tijd afgewerkt. Meestal haalden ze de evenwichtsregels van de beleids- en beheerscyclus (zoals de autofinancieringsmarge). Eenvoudig was dat niet. Lokale besturen proberen flink te besparen: efficiënter werken, minder uitgeven aan werkingsen personeelskosten, investeringen uitstellen of naar samenwerking met buurgemeenten zoeken. Noodgedwongen vermindert op vele plaatsen de dienstverlening of wordt ze duurder. Nieuwe verwachtingen van burgers en burgergroepen krijgen een kritischer haalbaarheidsonderzoek. Slechts in enkele tientallen gemeenten werden de belastingen verhoogd. Meestal gebeurde dat in die besturen waar de personenbelasting of de onroerende voorheffing de voorbije tien jaar onder het Vlaamse gemiddelde lag. Dit bevestigt nogmaals de trend: gemeenten zijn steeds voorzichtig met belastingverhogingen, veel meer dan andere overheden moeten zij die rechtstreeks bij hun inwoners verantwoorden. Lokale bestuurders nemen ten volle hun verantwoordelijkheid: ze maken budgetten op die in evenwicht zijn, ze zetten de tering naar de nering, ze communiceren daar zeer transparant over naar hun burgers.

Mark Suykens is algemeen

stefan dewickere

directeur VVSG

De huidige operatie van efficiëntie en bezuinigingen is de grootste van de voorbije dertig jaar. De lokale besturen doen trouwens al jarenlang enorme inspanningen om belangrijke uitgaven ten laste te nemen. Een groot stuk lokale dienstverlening gebeurt door 27.000 gesco-medewerkers die hiermee uit de werkloosheid worden gehouden. De lokale overheden krijgen voor hen een vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen en een premie. Die Vlaamse premie is al meer dan twintig jaar dezelfde gebleven: niet geïndexeerd en niet meegegroeid met de anciënniteitsstijging van de individuele gesco-medewerkers. Dit kostte de lokale sector de voorbije jaren 300 miljoen euro. Al vijftig jaar betaalt de lokale sector de pensioenen voor de vastbenoemde ambtenaren helemaal zelf. Deze kosten stijgen de volgende jaren met meer dan 100 miljoen per jaar voor het geheel van de lokale sector. Gemeenten en OCMW’s proberen dit volledig in hun budget op te vangen. Andere overheden en ook de privésector rekenen voor de pensioenen van hun medewerkers voor een belangrijk deel op de cofinanciering door de Schatkist. De lokale besturen investeren jaarlijks 2,1 miljard euro in openbare werken (straten, pleinen, zorginfrastructuur, riolering of openbare gebouwen), dat is meer dan de helft van alle overheidsinvesteringen. De lokale bouwsector leeft grotendeels van deze jaarlijks terugkerende investeringen en die zijn goed voor vele tienduizenden banen. Er is te weinig waardering voor de lokale inspanningen. Werkgeversfederaties pleiten voor nog zwaardere personeelssaneringen want ‘lokale besturen leven boven hun stand en moeten vooral investeren in openbare werken opdat de bouwnijverheid gered zou worden’. Vakbonden ageren tegen personeelsafvloeiingen omdat zij vinden dat lokale besturen vooral een werkgelegenheidsbeleid moeten voeren. De 3,5 procent groeivoet van het Gemeentefonds volstaat niet om de hogere kosten van de gesco’s en de pensioenen te compenseren. Het is toch opvallend dat het lokale bestuursniveau er bij alle enquêtes en onderzoeken nog steeds uitkomt als de overheid die het meeste vertrouwen heeft bij de burgers, veel meer dan de andere overheidsniveaus. Vertrouwen verdien je elke dag door een burgergericht beleid te voeren. De lokale besturen zijn ieders respect meer dan waard! Lokaal januari 2014

3


inhoud • januari 2014 • nummer 1

special

Na een jaar nieuw besturen 20 Interview Hilde Claeys, Simon Lagrange en Jos Stassen Je bent burgemeester van iedereen

Zelfs Simon Lagrange van Zulte, Hilde Claeys van De Pinte en Jos Stassen van Kruibeke hadden voor de gemeenteraadsverkiezingen niet verwacht dat ze nu al een jaar burgemeester zouden zijn. Het ambt eist hen helemaal op, maar Jos Stassen amuseert zich elke dag, Hilde Claeys vond het tot nog toe boeiend, maar ook vermoeiend en Simon Lagrange heeft al veel geleerd en vindt voldoening in het werken met een hechte ploeg.

24 Van de eerste tot de laatste minuut de aandacht erbij

28 BBC-deadline gehaald

30 Dossiers elektronisch inzien Maar met respect voor de privacy

20

Gemeenteraadsvoorzitters zijn gedreven politici die de lat hoog leggen. Hun missie: gemeenteraden met sterke inhoudelijke discussies en constructieve mandatarissen waar veel volk naar komt luisteren.

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 44 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Johan Ackaert, Pieter Bos, Marleen Capelle, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Uli Schillebeeckx, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@cprojects.be, T 03-326 18 92

4 januari 2014 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 68 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 55 euro Niet-leden: 125 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Luc Martens, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Kris Van Dijck, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Bart Somers, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Jeannine Puype en Paul Vanden Bussche zijn gemeenteraadsvoorzitters in Blankenbergse en Jabbeke die in het mooie noorderlicht van de Noordzee werden gefotografeerd in de feestzaal van het Blankenbergse stadhuis.

stefan dewickere


bestuurskracht

56

stefan dewickere

layla aerts layla aerts

stefan dewickere

48

3 opinie Felicitaties voor de lokale besturen 62 column Kleine geschiedenis van de gemeentehuisarchitectuur (2)

maakt: ‘Begin jaren tachtig waren de straten leeg als je uit de Tube stapte, nu leeft de stad.’ Maar hij is er ook van overtuigd dat we voor ons overleven dringend minder CO2 moeten uitstoten en ons tegelijk moeten voorbereiden op de superstormen die gaan komen met de klimaatsverandering.

6 Kort print & web, perspiraat, Nix

40 Rioolgeld wordt in riolen geïnvesteerd

8 Europa wil meer inzetten op bestuurskrachtversterking in het Zuiden

43 Praktijk uit Noorwegen Alle beetjes helpen

11 Stimuleer de registratie van uw Europese inwoners als kiezer 12 Vrije tribune De gemeentezone wenkt 14 Waar woont de mediaan-Vlaming? 16 De gemeenteraad van Ieper Vrede in Ieper 19 De stelling Planlastvermindering van de Vlaamse overheid leidt wel/niet tot administratieve vereenvoudiging voor de lokale besturen.

43 Lokale raad Wie betaalt voor het verleggen van nutsleidingen? 44 Nieuwe media inzetten voor cultuur 48 Cultuurcentra zoeken witruimte 50 Praktijk uit Aarschot Talentenbank levert de geknipte vrijwilliger 52 OCMW: sterk werk is een sterk merk Het Negenhof als tweede thuis

beweging mens

bart lasuy

36

40

& ruimte

32 Kort nieuws, print & web, oproepen 36 Interview Ken Livingstone Tijd om te handelen

Rooie Ken, de vroegere burgemeester van Londen, vindt zelf dat hij Londen vooral levendig heeft ge-

55 Honderd jaar geslaagd 56 Netwerk Op een kruispunt. Het Vlaams Netwerk Burgemeestersconvenant 58 Kort de laureaat, perspiraat 60 agenda

Lokaal januari 2014

5


bestuurskracht kort lokaal perspiraat

“Ik heb GAS-boetes in Kortrijk zelf gebruikt, maar alleen om een beperkt aantal overlastfenomenen op een administratieve manier te kunnen afhandelen. Nu evolueren die gemeentelijk administratieve sancties naar een extra laag in het strafrechtelijke systeem, wat net niet de bedoeling was.” Stefaan De Clerck (CD&V), voorzitter van de raad van bestuur van Belgacom en ex- burgemeester van Kortrijk – Knack 11/12 “De overheid is het positieve slachtoffer van de crisis, in de zin dat ze meer en meer mensen aantrekt. Wij zien dat op het vlak van de sollicitaties bij de federale overheidsdiensten maar ook bij de gewestelijke en de lokale besturen. De cijfers zijn indrukwekkend.” Stefanie Billiet, woordvoerder van Selor – Metro 11/12 “Interen op investeringen is het slechtste wat een regering kan doen. Het is echter het eerste wat ze doet. Het is de weg van de minste weerstand, maar ook die van het minste verstand. Wij halen met onze verschillende overheden nauwelijks een investeringsniveau van 1,6 procent. Het gros komt dan nog op conto van de lokale overheden.” Econoom Wim Moesen (KU Leuven) – De Morgen 16/12 “De parkeerbelasting werd niet meer opportuun geacht. Naast een aantrekkelijker handelscentrum hopen we hiermee ook onze duit in het zakje te doen om de werkgelegenheid in de handelszaken en de horeca aan te zwengelen.” De Haachtse schepen van Lokale Economie Nico Bogaerts (Open VLD) over de beslissing van de gemeente om betalend parkeren af te schaffen – Gazet van Antwerpen 16/12 “Op lange termijn lijken fusies onvermijdelijk, maar dan zou het een vanzelfsprekendheid moeten worden en geen verplichting. Meer gemeente betekent natuurlijk meer bevoegdheden, een grotere zelfstandigheid en een uitgebreidere dienstverlening. Maar gedwongen fusies leveren nooit het gewenste resultaat. Een gemeente bestaat toch uit mensen die een gemeenschappelijke band hebben.” Kristof Hendrickx (NVA), burgemeester van Arendonk – Gazet van Antwerpen 11/12

6 januari 2014 Lokaal

nieuws

Meerjarenplan: nog tijd tot eind februari De Vlaamse gemeenten en OCMW’s krijgen tot eind februari tijd om via het indienen van hun meerjarenplan de subsidies die zijn opgenomen in het planlastdecreet aan te vragen. Negentig procent van alle Vlaamse gemeenten en OCMW’s legden de voorbije maand de laatste hand aan hun meerjarenplan 20142019 en hun budget 2014. Het planlastdecreet van juli 2011 bepaalt dat de aanvraag van een reeks subsidies zoals voor sport, cultuur, jeugd, stedenbeleid, integratie, gebeurt door

het meerjarenplan digitaal in te dienen tot 15 januari 2014. Er is een voorstel van decreet goedgekeurd om die datum te verschuiven naar eind februari. Of dat ook betekent dat de gemeenten pas later zullen weten wanneer ze subsidies zullen krijgen (momenteel 30 april), weten we niet.

Noot: op het moment van druk was het voorstel van decreet nog in voorbereiding. Planlastendecreet, BS van 11 augustus 2011, Inforum‑ nummer 258777. BBC-besluit, BS van 7 oktober 2010, Inforumnummer 247152.

jan leroy

Reglementen voortaan op website Vanaf 1 januari 2014 moeten de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad, van het college en van de burgemeester op de gemeentelijke website worden bekendgemaakt, samen met de datum waarop ze werden goedgekeurd én de datum waarop ze op de website bekendgemaakt worden. De reglementen en verordeningen treden in werking de vijfde dag na de bekendmaking ervan, tenzij het anders bepaald is. Het is niet meer nodig om de reglementen en verordeningen aan te kondigen via een aanplakbrief die minstens twintig dagen op het aanplakbord aan het gemeentehuis blijft hangen. Het register van de bekendmakingen blijft wel bestaan. Voor de OCMW’s

geldt dezelfde verplichting voor reglementen van de raad, het vast bureau en de bijzondere comités (zie art. 187 OCMW-decreet). Als het OCMW geen aparte website heeft, mag de bekendmaking uiteraard ook op de website van de gemeente gebeuren. pieter vanderstappen en marian verbeek

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, BS van 31 augustus 2005, Inforumnummer 201900; Gemeentedecreet artikelen 186-187: Bepalingen over de werking van de gemeente - Akten van de gemeente - Bekendmaking en inwerkingtreding, Inforumnummer 204143. Decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, BS van 8 augustus 2012, inforumnummer 263112.

Tot 31 januari Michael Bloomberg daagt Europese burgemeesters uit De vroegere New Yorkse burgemeester daagt burgemeesters van Europese steden uit om voor 31 januari de meest innovatieve oplossingen voor grote problemen te bedenken. Half december staan al 182 Europese steden geregistreerd, in België zijn dat Antwerpen, Brugge, Gent, Charleroi, Luik en Schaarbeek. Voor de winnaar van de wedstrijd is vijf miljoen euro gereserveerd, voor de vier volgende steden elk één miljoen euro. Vorig jaar liep de uitdaging in de Verenigde Staten, 305 gemeenten deden mee, Providence won met Providence Talks, een programma om de woordenschat van arme kinderen te verbeteren. Onderzoek wijst uit dat kinderen uit kansarme gezinnen voor hun vierde verjaardag dertig miljoen minder woorden horen dan hun leeftijdsgenoten uit kansrijkere gezinnen en dat zou rechtstreeks verband houden met hun latere schoolresultaten. In Providence wordt bij alle kinderen geregistreerd hoeveel woorden ze horen. Daarna krijgen hun ouders niet alleen de gepaste begeleiding om de woordenkloof te dichten, maar vernemen ze ook hoe hun kind zich gaandeweg ontwikkelt. http://mayorschallenge.bloomberg.org


print & web

Eén op vijf burgemeesters twittert In Vlaanderen beschikt een kwart van de burgemeesters over een twitteraccount; een vijfde van de burgemeesters verstuurde ook minstens één tweet in het voorbije halfjaar, aldus een onderzoek van Pinakes. Ter vergelijking: in maart 2012 (enquête VVSG) beschikte amper 8% van de Vlaamse burgemeesters over een twitteraccount. De Gentse burgemeester Daniël Termont zag zijn aantal volgers het afgelopen jaar meer dan verdubbelen (van 10.835 naar 25.860). Enkel titelvoerend burgemeester van Brakel Alexander De Croo (42.311 volgers) en Kortrijks burgemeester Vincent Van Quickenborne (59.472 volgers) scoren hoger, met dien verstande dat zij in 2012 nog geen burgemeester waren. ‘Early adopters’, die al

eind 2008 of begin 2009 een twitteraccount aanschaften, zijn Ward Vergote (Moorslede), Guido De Padt (Geraardsbergen) en Patrick Dewael (Tongeren). De vrouwelijke burgemeesters zijn ondervertegenwoordigd: negen Vlaamse burgermoeders hebben een twitteraccount. Irina De Knop (Lennik) volgt ex-burgemeester Ilse Uyttersprot (vorig jaar nog in de top drie van populairste twitterburgemeesters) op als populairste, actiefste én interactiefste vrouwelijke burgemeester. Na haar komen Sophie De Wit (Aartselaar) en Veerle Baeyens (Haaltert). pieter plas

www.pinakes.be

Nieuw opleidingsplatform ‘Limburg School for Excellence’ In 2014 start het provinciebestuur van Limburg samen met de VVSG, de Hogeschool PXL en de Universiteit Hasselt (UH) de ‘Limburg School for Excellence’. Vanuit een gezamenlijk platform willen deze partners vorming en opleiding aanbieden voor gemeenten en OCMW’s, en zowel voor ambtenaren als politieke mandatarissen. De ‘Limburg School for Excellence’ wil voorzien in een actueel, vraaggestuurd, decentraal en op maat gesneden opleidingsaanbod, dat direct inspeelt op de verhoging van de deskundigheid en de slagkracht van de lokale besturen.

De VVSG zet graag mee haar schouders onder de Limburg School of Excellence om een verregaande kennisdeling tussen lokale besturen mogelijk te maken. Naast het vraaggestuurde aanbod dat in samenspraak met de lokale besturen zal worden ontwikkeld, zal ook het bestaande vormingsen opleidingsaanbod van de respectieve partners worden opengesteld. Zo zal de VVSG in dit kader meer dan tot nog toe het geval was, vormings- en uitwisselingsinitiatieven in Limburg aanbieden. pieter plas

www.vvsg.be, zoek persbericht van 16 december

Beleids- en beheerscyclus voor mandatarissen Door de invoering van de beleids- en beheerscyclus (BBC) moeten alle lokale besturen in Vlaanderen vanaf 1 januari 2014 de algemene boekhouding gebruiken. Maar hoe werk je als mandataris met de BBC? Dit boek biedt inzicht in en over‑ zicht op de algemene boekhou‑ ding. Basisbeginselen worden op heldere wijze uitgelegd en begeleid door praktijkvoorbeel‑ den. Ook de Europese wetgeving en de principes van ESR95, COFOG en IPSAS komen aan bod. Aandacht gaat verder naar het New Public Management en het Vlaamse Beter Besturen Beleid als organisatiemodel voor de administratie. Ook het opstellen van het meerjarenplan en de jaarlijkse budgetten wordt toegelicht. In de BBC gebeurt dit namelijk aan de hand van doelstellingen en niet langer op basis van louter cijfermateriaal. Naast de beleidsdocumenten als basis voor de rapportering, komen de wettelijk verplichte documenten, de toelichtingen en de omgevingsanalyse aan bod. Tot slot behandelt het boek ook de samenwerking tussen de politici en de ambtenaren. G. Van Goethem, Beleids- en beheerscyclus voor mandatarissen, Uitgeverij UGA, Kortrijk, 28 euro

nix

Lokaal januari 2014

7


bestuurskracht internationale samenwerking

Schepen voor ontwikkelingssamenwerking Jeroen Van Laer van Edegem ontvangt een zakje compost dat het resultaat is van de capaciteitsversterking rond composteren in de stedenbandgemeente San Jerónimo, Peru.

Europa wil meer inzetten op bestuurskrachtversterking in het Zuiden De Noord-Zuiddiensten van de lokale besturen beleven spannende tijden. De sector ontwikkelingssamenwerking staat anno 2014 op een kruispunt. Nieuwe inzichten geven de richting aan, engagementen moeten hernieuwd worden, de toekomstige agenda zal er behoorlijk anders uitzien. En daar speelt de Europese Commissie op in met extra aandacht voor de rol van lokale besturen. tekst bert janssens beeld betty de wachter, bert janssens

D

e acht Millenniumdoelstellingen die sinds 2000 de internationale ontwikkelingsagenda bepalen, zijn (nog) niet gehaald. Maar er wordt al volop nagedacht over hoe die internationale agenda er de volgende vijftien jaar zal moeten uitzien. Het zogenaamde post-2015 debat is op elk forum aanwezig. De inhoudelijke voorbereidingen gaan van een 26-koppig highlevelpanel tot de opvolging van aanbevelingen van internationale conferenties (Rio+20, klimaatconferenties). De verklaringen blinken uit in veelbelovende titels: een waardig leven voor allen, een wereld-

8 januari 2014 Lokaal

wijd partnerschap, een duurzame toekomst… en ook al zijn de nieuwe doelstellingen voor de volgende vijftien jaar (tot en met 2030) nog niet geformuleerd, iedereen is het erover eens dat ze inclusief en duurzaam moeten zijn. In de ideeën voor de toekomstige agenda van ontwikkelingssamenwerking krijgen de lokale besturen almaar meer aandacht. De internationale organisaties kijken met toenemende belangstelling naar de lokale overheden die het dichtst bij de burger staan en erkennen hun cruciale rol in de ontwikkeling van hun grondgebied en het welzijn van hun bur-

gers. Binnen deze nieuwe trends neemt de Europese Commissie het voortouw. We belichten kort het Europese beleid voor lokale besturen in ontwikkelingssamenwerking. En we doen dit omdat het Europese beleid de lokale besturen op dat kruispunt positioneert. Want deze erkenning is een belangrijke verandering in het denken over lokale ontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. Zijn lokale besturen ngo’s? Waarom is dit Europese beleid zo belangrijk? De Europese Unie is de grootste donor binnen de wereldwijde sector


Bornemse vrijwilligers begeleiden de jeugddienst van hun stedenbandgemeente Nquthu (Zuid-Afrika) in de opstart van de speelpleinwerking als onderdeel van de capaciteitsversterking rond jeugd.

van ontwikkelingssamenwerking. Naast de officiële samenwerking (bilateraal of multilateraal) met partnerlanden (voornamelijk in sub-Sahara-Afrika), zag de Europese Commissie traditioneel een partner in de civiele maatschappij. Dit blijft zeker zo voor de toekomst, maar gaandeweg werd duidelijk dat in de structurele werking van Europa een schakel ontbrak. In haar financiering van nationale overheden of van de ci-

Commissie – net als andere subsidiërende overheden trouwens – brengt lokale besturen onder in eenzelfde groep als de ngo’s, de vakbonden en andere spelers uit de civiele maatschappij. Maar ook al staan lokale besturen voor een substantieel andere werkwijze, dit had ook voordelen. Net als de ngo’s worden de lokale besturen sinds 2008 (via de Europese koepelverenigingen, maar ook via de regionale secties van de wereldorgani-

Cruciaal is de expliciete politieke erkenning voor de rol van lokale besturen in ontwikkeling. viele maatschappij in partnerlanden in het Zuiden, had de Europese Commissie dikwijls geen oog voor wat de lokale overheid doet. Gaandeweg kwam hier verandering in. In 2008 publiceerde de Europese Commissie een zogenaamde communicatie waarin ze de rol van lokale besturen in de ontwikkelingssamenwerking belichtte. Vervolgens riep ze een subsidielijn voor lokale besturen en ngo’s (non state actors and local authorities) in het leven. Op zich is dat veelzeggend: de Europese

satie van lokale besturen in het Zuiden) betrokken bij de structurele dialoog die de Europese Commissie voert om haar toekomstige beleid vorm te geven. En dat is een heel positieve tendens, want deze dialoog mondde nu uit in een nieuwe communicatie over lokale besturen in ontwikkelingssamenwerking. Een communicatie van de Europese Commissie betekent net zoveel als een inhoudelijke beleidslijn, waarop later de financieringsvoorwaarden worden afgestemd. Bovendien – en dit is niet onbelangrijk

– geven dergelijke beleidslijnen ook impulsen aan de lidstaten van de Europese Unie en hun beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Ontwikkelingspotentieel van lokale besturen ontsluiten De titel van de communicatie liegt er niet om: ‘Lokale besturen ondersteunen om hun bestuurskracht te versterken en meer doeltreffende ontwikkelingsresultaten te bereiken’. De krachtlijnen zijn duidelijk: het concept ‘governance’ neemt een centrale plaats in. Cruciaal is de expliciete politieke erkenning voor de rol van lokale besturen in ontwikkeling. Op het lokale niveau zijn de gemeentelijke overheden het best geplaatst om de duurzame ontwikkeling van het grondgebied en van de burgers te garanderen. Dit houdt in dat de Europese Commissie de uitvoering van haar beleid niet meer uitsluitend via de nationale overheden of de civiele maatschappij in de partnerlanden laat lopen, maar expliciet de lokale overheden wil ondersteunen bij het promoten van lokale democratie, economische ontwikkeling en armoedebestrijding. Uiteraard zijn de context en de graad van het decentralisatieproces in het ZuiLokaal januari 2014

9


bestuurskracht internationale samenwerking

Bornem en Nquthu sluiten een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Ze werken de volgende vijf jaar samen aan thema’s als jeugd, milieu en lokale economische ontwikkeling.

den hierbij doorslaggevend. Lokale overheden moeten de bevoegdheden en de bijhorende middelen krijgen om deze taak uit te voeren. De Europese Commissie zal in haar programma’s decentralisatieprocessen prominenter steunen. Maar daarmee is de kous niet af. Het volstaat niet de bevoegdheden en de middelen te decentraliseren. Het gaat ook om versterkte en andere capaciteiten en vaardigheden. In haar beleid legt de Europese Commissie de nadruk op de territoriale werkwijze van lokale besturen. Idealiter coördineert het lokale bestuur alle inspanningen voor de plaatselijke ontwikkeling van het grondgebied en zijn burgers. Territoriaal staat dus niet gelijk met de momenteel gehanteerde sectorale aanpak binnen de ontwikkelingssamenwerking, maar werkt juist sectoroverschrijdend. Lokale prioriteiten zouden dan niet meer vastgelegd worden door nationale (lijn)ministeries of per sector werkende agentschappen, maar kennen een omgekeerde beweging, van onderuit naar boven. Om lokale ontwikkeling op een doeltreffende manier te bereiken hoeven donoren, waaronder de Europese Commissie, hun steun dus niet uitsluitend meer via het sectorale ministerie te kanaliseren, maar zullen ze hem steeds meer rechtstreeks naar de lokale besturen in het Zuiden richten. 10 januari 2014 Lokaal

Van actor- tot multi-actorenwerking Lokale ontwikkeling op die manier benaderen, vanuit een territoriale zienswijze, biedt een waaier van mogelijkheden, maar brengt uiteraard nieuwe uitdagingen met zich mee. Er is een mentaliteitsverandering voor nodig, zowel bij de subsidiërende instellingen, als bij de nationale staatsstructuren van een partnerland en zeker ook bij het politieke bestuur en de administratie van de lokale bestu-

Maar de lokale besturen in het Zuiden staan niet alleen voor deze uitdagingen. In haar communicatie besteedt de Europese Commissie eveneens veel aandacht aan de taken die (nationale en regionale) verenigingen van lokale besturen opnemen in de landen in ontwikkeling. Dat zijn overal grotendeels dezelfde: belangenbehartiging, vorming, dienstverlening, kwaliteitsbewaking, kennisdeling en netwerking. Maar niet overal bestaan deze verenigingen of staan ze even sterk. Het ondersteunen van deze verenigingen van lokale besturen in het Zuiden wordt voor de Europese Commissie een belangrijk punt in de toekomst. De communicatie van de Europese Commissie nodigt de lokale besturen in Vlaanderen en in het Zuiden uit te blijven inzetten op eerder ingezette processen van bestuurskrachtversterking via capaciteitsopbouw. Een groot aantal Vlaamse besturen heeft dit via de stedenbandwerking expliciet als doelstelling in het meerjarenplan geformuleerd. De samenwerking tussen ambtenaren en politici over de grenzen heen versterkt de bestuurskracht niet alleen in de partnergemeenten in het Zuiden, maar kan ook positieve effecten hebben in Vlaanderen. De recente communicatie van de Euro-

De samenwerking tussen ambtenaren en politici over de grenzen heen versterkt de bestuurskracht niet alleen in de partnergemeenten in het Zuiden, maar kan ook positieve effecten hebben in Vlaanderen. ren zelf. Lokale besturen in het Zuiden beschikken momenteel vaak niet over de expertise, de kennis van zaken of de capaciteit om als territoriale katalysator van lokale ontwikkeling te functioneren. Capaciteitsversterking blijft cruciaal, ook in de ogen van de Europese Commissie. Een multi-actorenwerkwijze vergt extra vaardigheden, waarbij de lokale overheid in het Zuiden de inspanningen van de privésector, van de civiele maatschappij, van financierende agentschappen mee kan coördineren en ondersteunen.

pese Commissie versterkt deze tendens alleen maar en geeft de lokale besturen in Vlaanderen en in het Zuiden een nog prominentere plaats op de nieuwe ontwikkelingsagenda na 2015. Bert Janssens is VVSG-stafmedewerker van team Internationaal Communicatie: http://ec.europa.eu/europeaid/ what/civil-society/documents/com_2013_280_ local_authorities_in_partner_countries_en.pdf


bestuurskracht verkiezingen

Stimuleer de registratie van uw Europese inwoners als kiezer Europese burgers die in België verblijven, kunnen hier ook deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement en stemmen voor kandidaten op Belgische lijsten. Zij moeten zich wel als kiezer registreren. Dat kan tot 28 februari. tekst marian verbeek beeld daniel geeraerts

D

e kiezerslijsten worden op 1 maart 2014 opgemaakt. Stemmen voor kandidaten op Belgische lijsten kunnen onderdanen van een van de volgende 27 landen die samen met België de Europese Unie vormen: Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk en Zweden. Deze personen mogen in België hun stem uitbrengen voor de Europese verkiezingen, dus niet voor de federale of de regionale verkiezingen. Wie een van de 27 vreemde nationaliteiten van de Europese Unie bezit, maar daarnaast ook de Belgische, wordt beschouwd als Belg en neemt dus deel aan de drie verkiezingen. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet vraagt de gemeenten voor voldoende publiciteit te zorgen en de Europeanen te stimuleren zich als kiezer te laten registreren. Dit kan door de in-

formatie die beschikbaar is in het eigen aanbod (gemeentelijk informatieblad, aanplakking, gemeentelijk e-loket) op te nemen en eventueel de lokale media aan te spreken. De gemeenten kunnen de potentiële kiezers ook aanschrijven. De dienst Verkiezingen van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken heeft een folder opgesteld. Behalve in de drie landstalen bestaat die ook in het Engels, Italiaans, Spaans, Portugees, Grieks, Pools en Roemeens. Omdat in België de stemplicht geldt, zijn de ingeschreven Europese kiezers wettelijk verplicht op 25 mei 2014 te gaan stemmen in hun Belgische gemeente. Zij kunnen dan niet meer deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees

Alle nuttige informatie, formulieren en folder(s) zijn beschikbaar op www.verkiezingen.fgov.be. Een lijst per straat met huisnummer met de namen van de potentiële Europese kiezers van elke gemeente is ter beschikking op de FTP-server van de Algemene Directie Instellingen & Bevolking. Voor alle bijkomende inlichtingen kunt u mailen naar externe.betrekkingen@rrn.fgov.be.

Parlement in hun land van herkomst. Wie in het verleden al een aanvraag ingediend heeft tot inschrijving op de kiezerslijst voor de Europese verkiezingen (bijvoorbeeld voor de Europese verkiezingen van 7 juni 2009) en toen als kiezer erkend werd, hoeft geen nieuwe aanvraag in te dienen. De inschrijving op de kiezerslijst blijft dan behouden. De geregistreerde Europese kiezers in België, die dus enkel stemmen voor het Europees Parlement, krijgen een blauwe oproepingsbrief. Het gaat potentieel om 682.000 kiezers. Naast de Europeanen zijn er nog twee soorten kiezers. De 7.930.000 Belgische kiezers in België die stemmen voor alle verkiezingen ontvangen een witte oproepingsbrief. De ingeschreven Belgische kiezers in het buitenland, potentieel 310.000 kiezers, krijgen een groene oproepingsbrief. Op de federale verkiezingswebsite verschijnen er regelmatig statistieken met de drie soorten kiezers. Marian Verbeek is VVSG-stafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie

Lokaal januari 2014

11


bestuurskracht vrije tribune

vrije tribune

karolien vanderstappen

De Vlaamse gemeenten hebben weinig bewegingsruimte, het gareel is zéér strikt. De gemeenten reageren vooral klassiek en defensief: besparen, snoeien, inkrimpen. Daartegenover staat een burger die steeds meer verwacht van de gemeente. Het is tijd om niet alleen de boom te snoeien, maar ook de tuin te reorganiseren. Gemeenten, zeker KMO-gemeenten, moeten verstandige broederschappen afsluiten. De gemeentezone als concept, met de politiezone als humus.

12 januari 2014 Lokaal

De gemeentezone wenkt

E

r zijn al concepten gelanceerd om de schaal van de Vlaamse gemeenten te herdefiniëren. Vrijwillige fusies, zelfs gesubsidieerd, trekken niet aan. Niemand zaagt de tak af waarop hij zelf zit. In de ‘regioscreening’ zit meer perspectief. Dit Vlaamse project zou resulteren in vijf tot zes gestructureerde samenwerkingsverbanden per provincie. Toch lijkt ook dit mij een brug te ver. Daarom wil ik een tussenstap voorstellen. Geen tussenstop: de regioscreening is interessant, maar we hoeven er niet op te wachten. We kunnen de oplossing dicht bij huis zoeken. Gemeentezone enten op politiezone Mijn voorstel is de geografische gebiedsomschrijving van de politiezones te gebruiken als vast kader voor een gestructureerde samenwerking tussen de gemeenten en de OCMW’s van die zone. Het voordeel is dat een aantal keuzes al gemaakt zijn: hoeveel zones, wie met wie samenwerkt, dat zit al goed. Veiligheid is ruim en voor veel beleidsaspecten een

kapstok: van daaruit kunnen we verder bouwen. De burgemeesters van een politiezone ontmoeten elkaar nu al in het politiecol-

ten. De gemiddelde gemeente in Vlaanderen telt ongeveer 20.720 inwoners. Dat volstaat om te doen wat een klassieke gemeente moet

Zijn de motieven die gehanteerd werden bij het oprichten van de politiezones ook niet van toepassing op de andere aspecten van het gemeentebeleid? lege, ook voor de ambtelijke top zijn er decretale mogelijkheden om functies te ‘delen’. Meer armslag Een schaalvergroting is geen garantie voor een betere financiële toestand, fusies kosten in eerste instantie meer geld dan ze opbrengen. De grote steden en gemeenten staan ook niet vooraan in de UCL-lijst van plaatsen waar het goed wonen is. Daarom pleit ik voor het behoud van de bestaande gemeenten, maar met een gestructureerde samenwerking binnen een vast kader: dat van de politiezone. Ter illustratie: voor Oost-Vlaanderen zijn er 29 politiezones voor 65 gemeen-

doen, maar om uitwerking te geven aan wat men van een eigentijdse gemeente verwacht, is meer armslag welkom. Zijn trouwens de motieven die gehanteerd werden bij het oprichten van de politiezones ook niet van toepassing op de andere aspecten van het gemeentebeleid? Steken we een kaars aan of blijven we klagen over de (budgettaire) duisternis?

Daniel Adriaens is gemeentesecretaris van Herzele


met de steun van

Proficiat aan de

14 finalisten 2013 Police Locale de Charleroi

Intercommunale de Soins Spécialisés de Liège

5330

ISoSL

In samenwerking met een jury van multidisciplinaire deskundigen wou Ethias de best practices van haar verzekerden uit de openbare sector bekronen op het vlak van preventie. Zijn de veiligheid van personen, de bescherming van goederen, de opleiding en informatie over preventie ook voor u dagelijkse uitdagingen? Misschien wordt u dan wel één van onze finalisten 2014!

Surf naar www.preventionawards.be en schrijf uw organisatie in voor de editie 2014! Ethias Gemeen Recht, onderlinge verzekeringsvereniging toegelaten onder het nr. 0165. V.U.: Gaëtan Smets, Prins-Bisschopssingel 73 – 3500 HASSELT

SILLY

Police Locale Ath ZP 5322

OCMW Laarne


bestuurskracht het fusiespook

Waar woont de mediaan-Vlaming? ‘Een derde van de Vlaamse gemeenten is nog altijd kleiner dan 10.000 inwoners,’ schreef Filip De Rynck in zijn essay ‘Een spook waart door Vlaanderen’ in Lokaal van december. Maar klopt dat wel? En hoeveel Vlamingen wonen in die (te) kleine gemeenten? Wat cijfers. tekst jan leroy beeld stefan dewickere

W

e hebben de belangrijkste gegevens samengebracht in bijgevoegde tabel. Ze geeft voor een aantal grootteklassen van gemeenten weer hoeveel gemeenten tot die klasse horen, en welk deel van de Vlaamse bevolking ze herbergen. Grootteklasse

Aantal gemeenten

ren alleen maar is afgenomen, niet door fusies, maar door een toename van de bevolking in die gemeenten. In 1991 ging het nog om 108 gemeenten tot 10.000 inwoners (35,1%), in 2000 was dat aantal al gezakt tot 93 (30,2%) en nog eens tien jaar later (2010) tot 86 (27,9%). De kans is trouwens reëel dat de komende jaren ook Meerhout (vandaag 9961 inwoners), Aandeel gemeenten

Aandeel bevolking

0-5000

13

4,2%

0,6%

5001-10000

70

22,7%

8,8%

10001-15000

83

27,0%

16,1%

15001-20000

52

16,9%

14,4%

20001-30000

43

14,0%

16,0%

300001-50000

35

11,4%

19,8%

50000-100000

9

2,9%

10,7%

>100000

3

1,0%

13,7%

Het eerste wat opvalt, is dat de stelling van Filip De Rynck niet klopt. Op 1 januari 2013 telde het Vlaamse Gewest nog 83 gemeenten met minder dan 10.000 inwoners. Dat is exact 26,9% van het totale aantal, een percentage dat veel dichter bij een kwart dan bij een derde ligt. We zien trouwens dat dit aandeel de voorbije ja14 januari 2014 Lokaal

Begijnendijk (9944), Houthulst (9887) en Holsbeek (9820) de drempel van de 10.000 inwoners overschrijden. Wil dat zeggen dat steeds meer gemeenten bestuurskrachtig worden die het vroeger helemaal niet waren? Zeker niet, want bestuurskracht en schaal zijn niet noodzakelijk gekoppeld. Maar omdat Fi-

lip De Rynck deze drempel hanteert in zijn betoog, wilden we die in het juiste perspectief plaatsen. Bij de allerkleinste gemeenten, die met minder dan 5000 inwoners, zien we de voorbije jaren trouwens ook een duidelijke afname. Ze daalden van zestien in 1991 (5,2% van de besturen) naar dertien (4,2%) vandaag. Van wat nog rest binnen die groep, hebben er zes (Herstappe, Mesen, Spiere-Helkijn, Bever, Voeren en Linkebeek) faciliteiten voor Franstaligen, wat ze in de huidige stand van de wetgeving onmogelijk fuseerbaar maakt met andere gemeenten. Ook de Vlaamse enclave in Nederland, BaarleHertog (2630 inwoners), is in die context een bijzonder geval. We hebben de indruk dat het fusiedebat te veel toegespitst wordt op het aantal gemeenten dat onder een als wenselijk geacht inwonersniveau zit. Veel minder kijkt men naar het aantal Vlamingen dat in die gemeenten woont. Zo zien we dat 4,2% van de Vlaamse gemeenten wel minder dan 5000 inwoners telt, maar die herbergen slechts 38.169 inwoners of 0,6% van de Vlaamse bevolking, dus minder dan wat we in Vlaanderen een centrumstad noemen. Leggen we


Dit jaar loopt de ‘mediaan-Vlaming’ in Maaseik.

Tussen 1991 en 2010 daalde het aantal gemeenten tot 10.000 inwoners van 108 tot 86. Wil dat zeggen dat steeds meer gemeenten bestuurskrachtig worden die het vroeger helemaal niet waren?

de grens op 10.000 inwoners, dan komen we aan net geen 600.000 mensen, of ongeveer 8,8% van de Vlaamse bevolking. Met andere woorden, zelfs al zou de stelling kloppen dat gemeenten onder de 10.000 inwoners niet bestuurskrachtig (kunnen) zijn, dan nog ondervindt slechts een zeer klein deel van de Vlaamse bevolking hiervan de directe gevolgen. Dergelijke cijfers zien we veel minder in het debat opduiken, waardoor de perceptie ontstaat dat het aandeel van de gemeenten en het aandeel van de bevolking synoniemen zijn. Het aantal Vlamingen dat in gemeenten van minder dan 10.000 inwoners woont, is trouwens ook sterk gedaald. In 1991 lag het nog ruim de helft hoger dan vandaag, op 13,5% van de totale bevolking. In dit debat wordt ook vaak geschermd met de Vlaamse gemeenten die ‘gemiddeld’ klein zijn, zeker als we naar Nederland of Denemarken kijken. Vlaamse gemeenten tellen momenteel gemiddeld 20.720 inwoners (vergelijk met 1991: 18.636 inwoners). De mediaangemeente (de middelste gemeente als je ze rangschikt van groot naar klein) telt slechts 14.299 inwoners (1991: 12.503). Dat betekent dat de helft van de Vlaamse ge-

meenten minder inwoners telt, en de helft meer. We willen echter ook op zoek gaan naar de ‘mediaan-Vlaming’. Die verkrijgen we als we de gemeenten rangschikken van klein naar groot, vervolgens hun bevolking optellen te beginnen bij de kleinste en stoppen wanneer we cumulatief de inwoner op plek 3.190.930 (net in het midden van de 6.381.859 Vlamingen) hebben bereikt. Dit jaar woont onze ‘mediaan-Vlaming’ in Maaseik, een gemeente met 24.891 inwoners. Dat betekent dat de helft van de Vlamingen in een gemeente woont met even veel of minder inwoners, en de helft in gemeenten met een zelfde of een grotere bevolking. Vandaag tellen slechts zestig Vlaamse gemeenten meer inwoners dan Maaseik. Bestuurskracht heeft met veel meer elementen te maken dan met de schaal of bevolkingsgrootte alleen. Maar wie zijn argumentatie pro fusies opbouwt op basis van het aantal inwoners, moet vertrekken van de juiste cijfers, en die ook in het correcte perspectief plaatsen.

Jan Leroy is VVSG-directeur Bestuur

Lokaal januari 2014

15


de gemeenteraad van Ieper

Vrede in Ieper Het debat over de belastingen die de stad de komende jaren zal heffen, veroorzaakt weinig deining. De oppositie heeft amper munitie omdat het college kan terugvallen op een erfenis uit vorige bestuursperiodes: Ieper hoeft niet fors te besparen, er zijn amper nieuwe of hogere belastingen nodig.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

De bespreking van de financiële meerjarenplanning 2014-2019 gebeurt in Ieper in twee schuifjes. Vandaag staan de belastingen voor de komende zes jaar op de agenda. Volgende week heeft de gemeenteraad het over de besteding van de centen. Het meerjarenplan kreeg de titel ‘Her-denken met toekomst. Schat van een stad’. Voor burgemeester Jan Durnez staan twee woorden centraal: ‘serve’ en ‘care’. ‘Serve betekent dat we dienstbaar zijn. Care wil zeggen dat we een zorgende, open houding aannemen. De gemeenten hebben het niet breed, maar wij beschikken gelukkig over een behoorlijke erfenis van de vorige bestuursperiodes. Daardoor hoeven we de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende personenbelasting niet te verhogen.’ 16 januari 2014 Lokaal

Schepen van Financiën Dieter Deltour gaat wat dieper in op de cijfers. ‘Voor 98 procent van de inkomsten van de stad worden de reglementen niet gewijzigd. De wijzigingen slaan maar op twee procent. Vaak gaat het om de indexering van belastingen die sinds 1997 niet meer zijn aangepast. Er komt één nieuwe belasting, op toeristisch logies.’ Op schoot Na deze algemene inleiding geeft gemeenteraadsvoorzitter Yves Leterme het woord aan Philip Bolle, fractieleider van oppositiepartij SP.A. Hij beperkt zich niet tot de belastingen, maar heeft het vooral over wat er volgende week aan de raad wordt voorgelegd. ‘Na het prestigieuze parcours van de vorige bestuursploeg wordt dit een legislatuur van lopende za-

ken. Het aantal nieuwe projecten is beperkt. En ook het OCMW ontwaakt niet uit zijn naoorlogse winterslaap.’ Zijn collega Karl Thybergin van Open Ieper vindt dat de stad veel beter voor besparingen had gekozen dan voor hogere en nieuwe belastingen. ‘De rekening is voor wie werkt, spaart en onderneemt.’ Nu iedereen zijn algemene beschouwingen heeft kunnen formuleren, wordt overgegaan tot het puntsgewijs bespreken van de belastingen. Intussen is een vijftiental mensen de raadzaal binnengekomen. Omdat de ruimte zeer beperkt is – pers en toehoorders zitten bijna letterlijk bij elkaar op schoot –, zijn ze veroordeeld om de zitting staand te volgen. Het blijkt om een groep logiesverstrekkers te gaan. Maar voordat de belasting op het

exploiteren van toeristisch logies aan bod komt, passeert een rist andere belastingen en retributies de revue. Vooral raadslid Bolle roert zich. Hij heeft de zitting goed voorbereid. Zijn tussenkomsten zitten taalkundig goed ineen en hij krijgt regelmatig een glimlach op de gezichten van de toehoorders, onder meer als hij heeft het over kerstballen- en pralinebelastingen. Maar hij is ook niet bang om aan het rekenen te gaan en de door de meerderheid begrote opbrengst van verschillende belastingen in twijfel te trekken. Heel anders is de stijl van Emmily Talpe (Open Ieper), zij


reageert veel directer vanuit de ideologie van haar partij en gaat veel minder gedetailleerd in op de cijfers achter de voorliggende belastingen. De stemmingen verlopen rimpelloos voor de CD&VN-VA-meerderheid. Geëxporteerde belasting En dan komen we aan punt 27, de belasting op het exploiteren van toeristisch logies. Het college deelt het logies in zes categorieën in: van hotels tot gastenkamers. Voor elk van de categorieën geldt een verschillend tarief, soms per kamer, soms per bed per jaar. Hotels zullen 1,50 euro per verhuurde kamer per

nacht betalen. De regeling gaat pas in 2015 in, toeristen die volgend jaar voor het herdenkingsjaar naar Ieper komen, zullen er dus nog aan ontsnappen. Jan Breyne, de vroegere stadssecretaris en nu raadslid van de meerderheid, verdedigt de belasting. ‘Ze doet de Ieperling geen pijn, het is een geëxporteerde belasting. En uiteindelijk zal ook de toerist dit nauwelijks voelen. Voor anderhalve euro zal niemand beslissen hier niet te logeren.’ Raadslid Philip Bolle is het eens met de invoering van de belasting. Tegenover de inspanningen en investeringen van de stad om het toerisme aan te zwen-

gelen, mag best een bescheiden belasting staan. Hij heeft het alleen moeilijk met de zes categorieën, die het systeem veel te ingewikkeld maken. Ook Groen en Vlaams Belang geven aan de belasting te zullen goedkeuren. Alleen de Open Ieper-fractie is tegen. Emmily Talpe benadrukt nog eens dat haar partij veel liever besparingen ziet dan nieuwe belastingen. Ze klaagt ook aan dat er geen overleg is geweest met de horeca. Dat laatste wordt tegengesproken door schepen Jef Verschoore. Van een echt debat is geen sprake, de standpunten in dit dossier zijn al veel vroeger ingenomen. Met 28 ja-stem-

men, een onthouding en vier neen-stemmen wordt het punt afgehandeld. De vijftien logiesverstrekkers verlaten kalm de zaal, ze hebben zich niet laten horen. Ieper doet zijn naam van vredesstad eer aan. En dat blijkt ook als een uur later het college en de gemeenteraadsleden van meerderheid en oppositie in een ontspannen sfeer samen een broodje eten en een glas drinken in de bar wat verderop in de gang van het stadhuis. Een mooie traditie na elke gemeenteraadszitting. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal januari 2014

17


Uitzonderlijke aanbieding! Bestel 10 pockets en betaal slechts 10 euro per exemplaar!

lokale besturen 3.0: start to tweet Twitter is niet meer weg te denken uit ons dagelijks bestaan, maar wist je dat je het ook kan gebruiken binnen jouw lokaal bestuur of organisatie? Laat je inspireren door de pocket ‘Twitter voor lokale besturen’ en word een lokaal bestuur 3.0. • Waarvoor kan ik Twitter gebruiken? • Hoe tweet ik met effect? • Wat is webcare en hoe begin ik eraan? • Hoe beheer ik efficiënt mijn Twitteraccount?

DE AUTEUr Nadja Desmet is zaakvoerder van het e-coachingbureau E-visie en volgt sinds lange tijd de trends in digitale communicatie op de voet. Ze begeleidt regelmatig openbare besturen en non-profit organisaties bij het uittekenen van hun sociale media strategie. Nadja Desmet is ook deeltijds stafmedewerker bij de VVSG. In ‘Twitter voor lokale besturen’ bundelt Nadja Desmet haar kennis over de lokale besturen en Twitter om u op weg te helpen met uw Twitterstrategie. Meer weten? about.me/nadja.desmet • e-visie.be

Dankzij de heel concrete tips, do’s en don’ts, en voorbeelden uit de praktijk, wordt de pocket een praktisch werkinstrument dat je toelaat meteen aan de slag te gaan met Twitter!

Vind ook Uitgeverij Politeia terug op Twitter: volg @UPoliteia!

JA, IK BESTEL: Stuur of fax onderstaande bestelbon naar Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel.: 02 289 26 10, of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel ik bestel

exemplaren van ‘Twitter voor lokale besturen’ aan € 15* (VVSG-leden) / € 19* (niet VVSG-leden). (minimum 10) exemplaren van ‘Twitter voor lokale besturen’ aan € 10/ex.*

Bestuur/Organisatie:

Datum en handtekening:

Naam: Functie: Adres: Tel.:

E-mail:

BTW: * Prijs inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31.03.2014. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet doorgegeven aan derden. Overeenkomstig de wet op de privacy hebt u inzage- en correctierecht. Consulteer steeds www.politeia.be voor actuele prijzen.


de stelling:

‘Planlastvermindering van de Vlaamse overheid leidt wel/niet tot administratieve vereenvoudiging voor de lokale besturen.’ Nood a eenduidigheid v sectoren - als dit zo is, knn we spreken van #planlastvermindering Nu soms #planlastverwarring #vvsgstelling Karolien Dezeure

In mijn ervaring: minder plannen, maar evenveel Werk in 1 superplan. Als dit ten koste gaat van participatie, is oef niet geslaagd! Simon Kenens

Uiteraard vereenvoudiging! Niet in planning, wel in rapportering (wat ook belangrijk onderdeel vormt van #planlasten) Christophe Ramont

Planlastvermindering moet meer zijn dan enkel een oefening administratieve vereenvoudiging. De kans tot integratie van beleidsdomeinen Bart Verdeyn

Nog niet, eerste keer organisatiebreed plannen volgens BBC was niet evident (maar wel heel interessant). Wij verwachten pas planlastvermindering na onze eerste BBCrapportering in 2015 - stel dan de vraag misschien nog eens :-) Jeugddienst Duffel

de stelling voor februari:

‘Moeten gemeenten hun eigen inwoners voorrang geven in het woonbeleid?’

Twitter uw mening met #vvsgstelling

Lokaal januari 2014

19


Een filmpje van dit interview kunt u op www.vvsg.be bekijken.

20 januari 2014 Lokaal


special

interview Hilde Claeys, Simon Lagrange, Jos Stassen

‘ Je bent burgemeester van iedereen.’ ‘Ik amuseer me elke dag.’ Dat zegt Jos Stassen die goed een jaar geleden burgemeester werd van Kruibeke. Zijn collega’s Hilde Claeys en Simon Lagrange treden hem bij. Ze hebben een ongemeen boeiend jaar achter de rug. Maar het burgemeesterschap is ook een zeer veeleisende functie. Je moet met veel factoren en spelers rekening houden. En hoewel je op veel dossiers amper impact hebt, kijkt toch iedereen naar de burgemeester als er iets moet gebeuren of als het fout gaat. tekst bart van moerkerke

H

ilde Claeys, Simon Lagrange en Jos Stassen werden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 vrij verrassend burgemeester van hun gemeente. In De Pinte stond Hilde Claeys pas op de vierde plaats op de lijst Ruimte, een samengaan van SP.A, Groen en onafhankelijken. Ruimte is met vijf zetels net iets groter dan de coalitiepartners Open VLD en N-VA, Hilde Claeys kreeg op de lijst de meeste voorkeurstemmen. ‘Ik heb er toch enkele nachten van wakker gelegen. Het was niet de bedoeling dat ik burgemeester zou worden. Moest ik het doen of niet? Maar ik ben afkomstig van De Pinte, ik heb een hart voor deze gemeente. Ik kon mijn kop niet in het zand steken.’ Jos Stassen (SamenVoorKruibeke) maakte in Kruibeke een einde aan dertig jaar burgemeesterschap van Antoine Denert. ‘Groen, Open VLD en SP.A vonden elkaar in de oppositie tijdens de vorige bestuursperiode. We kwamen op als “SamenVoorKruibeke”. We lagen midden in het bed tussen de twee grote partijen, N-VA en CD&V. Met die laatste vormden we een coalitie, we leveren de burgemeester en twee schepenen. Ik kon mijn ervaring als Vlaams parlementslid inbrengen en werd burgemeester.’ Simon Lagrange was nog geen 29 jaar toen hij als lijsttrekker van Open Zulte naar de gemeenteraadsverkiezingen trok. Zijn partij werd net niet de grootste, maar slaagde erin met de twee kleinere formaties GVZ en N-VA een bestuursploeg te vormen. ‘Als lijsttrekker van de grootste oppositiepartij weet je dat de kans bestaat dat je tot het bestuur kan toetreden, maar ik had niet verwacht burgemeester te worden.’

Hoe kijkt u terug op dat eerste jaar? Hilde Claeys: ‘Het was zeer boeiend, maar ook wel vermoeiend. De meerjarenplanning en de BBC hebben veel extra werk voor het college en de diensten meegebracht. Ik hoop dat het vanaf 2014 toch iets rustiger wordt.’

Simon Lagrange: ‘Ik ben zeer tevreden, het was een boeiend en verrijkend jaar. We zijn met een goede ploeg aan het werk, politiek en met de administratie. Dat geeft veel voldoening.’ Jos Stassen: ‘Ik amuseer me elke dag. Politiek en professioneel is dit de boeiendste functie die er is. Zeker in een relatief kleine gemeente krijg je veel erkenning voor wat je doet. Het enige minpunt – en ik mag dat zeggen want ik zat zelf in het Vlaams Parlement – is dat de Vlaamse overheid het ons soms zeer moeilijk maakt. Ze kijkt vanuit een soort wantrouwen naar de gemeenten. De manier waarop ze de hele BBC-reglementering heeft georganiseerd, is daar een goed voorbeeld van. Dat je doelstellingen moet vastleggen en daar budgetten aan moet koppelen, is een goede zaak. Daar kan niemand iets tegen hebben. Maar waarom al die regels? De gemeenten zijn sterk genoeg om zichzelf te organiseren. Zowel de politici als de ambtenaren zijn perfect in staat planmatig te werken zonder al die sturing van bovenaf.’ Een burgemeester moet een hechte ploeg vormen met de schepenen. Hoe bent u daar als nieuwkomer aan begonnen? Hilde Claeys: ‘De maanden tussen de verkiezingen en het aantreden van het nieuwe college zijn zeer belangrijk. Dan leer je elkaar pas goed kennen. En dan stel je ook vast dat de tegenstellingen die nationaal leven, op lokaal vlak niet zo belangrijk zijn. Ruimte situeert zich ter linkerzijde, onze coalitiepartners aan de rechterkant, maar dat staat een goede samenwerking niet in de weg.’ Simon Lagrange: ‘Om een goede ploeg te vormen moet het persoonlijk en inhoudelijk klikken. En dan is het zaak om er elke dag aan te blijven werken. Een burgemeester moet blijven investeren in het smeden van een team.’ Lokaal januari 2014

21


special

interview Hilde Claeys, Simon Lagrange, Jos Stassen

Jos Stassen: ‘Collega-burgemeesters zijn geen concurrenten. Dat maakt goed samenwerken gemakkelijker.’ Wat houdt dat in? Jos Stassen: ‘Het heeft te maken met hoe je in het leven staat. Ik speel altijd de bal, nooit de man. Dat betekent dat ik de mensen in hun eer laat. Herman Decroo heeft dat zeer mooi verwoord: “Bij elke verkiezing wordt iedereen weer maagd.” Als je geen vijanden maakt, kan je na de verkiezingen met goede menselijke verhoudingen van start gaan. En dan komt het erop aan goede inhoudelijke afspraken te maken. Je moet tot een echt akkoord komen over wat je wil doen. En een burgemeester moet dat beleid en de schepenen die het moeten realiseren, altijd verdedigen. Als een schepen het moeilijk krijgt in de gemeenteraad, dan moet je in de bres springen. Ook belangrijk is dat je met de coalitiepartners enkele huishoudregels vastlegt. Een van de eerste is: we zullen niet over het verleden beginnen, we vertrekken van ons eigen beleid.’ Simon Lagrange: ‘Dat laatste punt is inderdaad essentieel. Wij hebben van bij het begin gezegd dat we niet zouden veranderen om te veranderen. We schuiven wel andere prioriteiten en projecten naar voren, maar we hebben geen tabula rasa gemaakt. Op meerdere domeinen voeren we een vrij gelijklopend beleid als de vorige bestuursploeg, met eigen accenten uiteraard.’ Hilde Claeys: ‘Onze coalitiepartner Open VLD zat dertig jaar in de meerderheid met de CD&V, het is logisch dat we het goede van de voorbije bestuursperiodes behouden. Niemand heeft er baat bij dat meerderheid en oppositie op voet van oorlog leven. Ik ben burgemeester van iedereen, en dus ook van de oppositie.’ Jos Stassen: ‘Onze lijst heeft 23 procent van de stemmen gehaald, maar een burgemeester vertegenwoordigt honderd procent van de inwoners. Je kan het dus niet puur partijpolitiek spelen, je moet proberen iedereen mee te nemen. N-VA heeft in Kruibeke gekozen voor een harde oppositie, dat is hun keuze. Ik had het liever anders gehad.’ Wat is beter meegevallen dan u vooraf had gedacht? Wat is er tegengevallen? Simon Lagrange: ‘Ik had gedacht dat het langer zou duren of moeilijker zou zijn om bepaalde dossiers helemaal onder de knie te krijgen. Met de hulp van de administratie en door te studeren is dat toch vlot gegaan. Je vertrekt natuurlijk met een achterstand ten opzichte van de vroegere meerderheidspartijen die nu in de oppositie zitten, maar een sterke oppositie heeft voordelen. Ze zorgt ervoor dat je inhoudelijk, communicatief en procedureel scherp bent en blijft. Je wil geen fouten maken en je bent verplicht om snel ingewerkt te zijn. Het moeilijkste aan het burgemeesterschap is dat je met 22 januari 2014 Lokaal

zeer veel partners rekening moet houden: met het college, de eigen partij, de oppositie, de administratie, de bevolking, de burgemeesters van buurgemeenten enzovoort. En als het erop aankomt, kijkt iedereen naar jou, naar de burgemeester.’ Jos Stassen: ‘Mensen zien de burgemeester als de leider, de verpersoonlijking van het beleid.’ Hilde Claeys: ‘Mijn voorganger had me gezegd dat het burgemeesterschap een eenzame functie is. Ik wil dat niet dramatiseren, maar het klopt wel een beetje. In een kleine gemeente zijn er binnen de administratie ook geen specialisten voor de typische bevoegdheden van de burgemeester zoals politie, brandweer of erediensten. Ik ben echt van een wit blad moeten beginnen. En ik moet nog heel veel zelf doen. Wat wel inspirerend is, en dat had ik niet gedacht, is het contact met collega-burgemeesters die je regelmatig ziet in het kader van een intergemeentelijke samenwerking. Voor de meerjarenplanning heb ik wel wat goede tips en vaderlijke raad gekregen.’ Jos Stassen: ‘Binnen de gemeentepolitiek is het moeilijk iemand te hebben waar je eens tegenaan kan schuren of waar je eens bij kan uithuilen. Je moet die zoeken buiten de politiek of buiten de gemeente. Met collega-burgemeesters heb je het grote voordeel dat je geen concurrenten bent. Dat maakt goed samenwerken gemakkelijker.’ Is alle verantwoordelijkheid die met veiligheid en rampenplanning te maken heeft niet erg zwaar? Simon Lagrange: ‘Voor de operationele werking kan je terugvallen op de korpschef van de politie en op de commandant of de dienstchef van de brandweer. Voor rampen en noodsituaties volg ik regelmatig opleidingen om wat beter voorbereid te zijn. Maar elke burgemeester vreest een ramp op het grondgebied.’ Hilde Claeys: ‘Het nood- en interventieplan was tijdens mijn eerste week als burgemeester mijn grootste bekommernis. We hebben ingetekend op een opleiding van de provincie. We hebben een tafeloefening gehad zodat we het nood- en interventieplan konden bijsturen.’ Jos Stassen: ‘We hebben echte rampenoefeningen gehouden. Die leggen onmiddellijk de gaten in het systeem bloot, je steekt daar zeer veel van op.’ U bent als burgemeester verantwoordelijk voor de openbare veiligheid. Hebt u de indruk dat u daar voldoende grip op hebt? Jos Stassen: ‘Ik zie twee problemen. Het is zeer moeilijk ervoor te zorgen dat de eigen gemeente voldoende aan bod


Simon Lagrange: ‘Een burgemeester moet blijven investeren in het smeden van een team.’

Hilde Claeys: ‘Het nood- en interventieplan was in mijn eerste week als burgemeester mijn grootste bekommernis.’

komt in de politiezone. En je hebt nauwelijks zicht op wat er met de middelen voor de politie gebeurt. Ik vind de vele overdrachten in het algemeen een groot probleem. Er is niet alleen de politie, maar ook de afvalintercommunale, de streekintercommunale, het OCMW, straks ook de brandweer. Je hebt zeer weinig sturing op die vaste sommen die je overdraagt. En die nemen zo’n grote hap uit het budget dat je maar weinig meer overhoudt voor de eigen werking. Ik ben bang dat de gemeente een soort derde betaler wordt en voortdurend de paraplu opentrekt als een burger een vraag stelt.’ Simon Lagrange: ‘Het klopt dat je op zeer veel zaken geen impact hebt. Je bent zeer afhankelijk van anderen en dat uit zich financieel ook in de vele overdrachten. Maar als er iets fout loopt of als er iets moet gebeuren, kijkt iedereen toch naar de gemeente.’ Meer greep willen krijgen, gaat dat niet in tegen de trend naar schaalvergroting en meer samenwerking? Hoe wilt u dat voor mekaar krijgen? Jos Stassen: ‘Voor de politie wordt dat moeilijk omdat alles vastligt in federale wetgeving. Een burgemeester heeft maar weinig te zeggen over de organisatie, de aansturing. We moeten ervoor zorgen dat we met de brandweerzones niet in eenzelfde situatie belanden. De brandweer moet ingebed blijven in de gemeente. Dat moet zeker zo zijn in een kleine gemeente waar het korps nog veel vrijwilligers telt.’ Simon Lagrange: ‘Je kan natuurlijk nog wel sturen. De afvalintercommunale had bijvoorbeeld voorgesteld om de tarieven in alle gemeenten gelijk te schakelen. Wij hebben besloten niet mee te doen, we kiezen voor een lokale werkwijze met lokale oplossingen. Maar het is moeilijk een goed evenwicht te vinden tussen efficiëntiewinsten en voldoende grip behouden.’ Jos Stassen: ‘De moeilijke financiële situatie is ook een aanleiding om in te grijpen. Iedereen moet zijn deel doen. De overdrachten aan de afvalintercommunale dalen volgend jaar met een kwart, ze moet eerst haar spaarpot aanspreken. Voor de politie is de groei op nul gebracht. De tijd dat het OCMW vroeg en kreeg, is voorbij. En we moeten ook de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden bekijken. Er zijn veel te veel structuren en ze zijn lang niet allemaal noodzakelijk. Zorg ervoor dat je op de essentiële domeinen goede intergemeentelijke samenwerking hebt, waar je de juiste mensen inzet, en kijk erop toe dat die samenwerkingsverbanden uitvoeren wat de gemeenten willen.’

Kan fusie tussen kleinere gemeenten een oplossing zijn? Jos Stassen: ‘Een fusie doorvoeren is een Vlaamse beslissing. Het is mijn taak het beleid en de dienstverlening van Kruibeke goed te organiseren zodat de gemeente sterk genoeg is om haar eigenheid te bewaren als het tot een schaalvergroting zou komen. Persoonlijk zie ik voor een gemeente van 15 à 16.000 inwoners geen voordelen in een fusie. De taken die we vandaag hebben, kunnen we aan met de middelen waarover we vandaag beschikken, zeker als we ook slim kunnen samenwerken met buurgemeenten. Als er natuurlijk nog van alles naar de lokale besturen doorgeschoven wordt zonder dat de middelen volgen, als we bijvoorbeeld moeten opdraaien voor de kosten van de brandweerhervorming, dan wordt het een ander paar mouwen.’ Hoe ziet u de samenwerking tussen gemeente en OCMW? Hilde Claeys: ‘We streven naar meer samenwerking, dat zou de efficiëntie verhogen. Maar we hebben nog een hele weg af te leggen.’ Simon Lagrange: ‘Ook wij zijn nog niet toe aan het samenvoegen van diensten.’ Jos Stassen: ‘Je ziet in veel gemeenten dat het samengaan in een nieuw gebouw een momentum creëert. Bij ons zit een nieuw gebouw er niet in, maar toch zullen we de ondersteunende diensten moeten integreren. We kunnen niet anders. De komende twee jaar moeten we belangrijke stappen zetten.’ Tot slot, hoe beoordeelt u de meerjarenplanning en de BBC? Hilde Claeys: ‘Op zich is het een zeer goed systeem. Het dwingt ons doelstellingen vast te leggen en zeer goed te budgetteren. Maar het is onmogelijk zes jaar vooruit te kijken. Het ziet ernaar uit dat we in de loop van de bestuursperiode zullen moeten bijsturen, met alle administratieve poespas die erbij komt kijken.’ Simon Lagrange: ‘Ik ben ook een voorstander van meerjarenplanning en BBC, maar ik heb het moeilijk met de invulling van bepaalde aspecten. Voor bijvoorbeeld jeugd, sport en cultuur krijg je heel strikte Vlaamse beleidsprioriteiten mee. Dat gaat heel ver, tot en met de woorden die in je meerjarenplan moeten staan. Voor andere belangrijke beleidsdomeinen is er geen enkele Vlaamse beleidsprioriteit. Ik denk aan verkeersveiligheid, ruimtelijk beleid, milieubeleid. Het evenwicht is zoek.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal januari 2014

23


special

na een jaar nieuw besturen

Van de eerste tot de laatste Het moet zijn dat er een grote tevredenheid bestaat over de aparte gemeenteraadsvoorzitters. In twee van de drie gemeenteraden zit de burgemeester immers niet langer de gemeenteraad voor. Zeven jaar geleden begon maar een op de drie gemeenteraden met een aparte voorzitter. tekst marian verbeek beeld stefan dewickere

24 januari 2014 Lokaal


minuut de aandacht erbij D

e meeste voorzitters zijn ervaren gemeenteraadsleden en wisten al voordat ze voorzitter werden, hoe het er in een gemeenteraad aan toe gaat.

‘En toch,’ zegt Jeannine Puype, die sinds januari 2013 voorzitter in Blankenberge is, ‘als oppositieraadslid heb je zo goed als geen zicht op wat er zich achter de schermen afspeelt. Ik zit dertien jaar in de gemeenteraad maar tot en met 2012 was dat in de oppositie. De gemeenteraadszittingen voorbereiden vraagt behoorlijk wat tijd. Zeker wanneer je, zoals ik, goed op de hoogte wilt zijn van de dossiers die op de agenda staan. Ik vind dit belangrijk om de discussies in goede banen te kunnen leiden.’ Johan Vanden Herrewegen, de voorzitter van de gemeenteraad van Geraardsbergen, her-

ook wel mee toen ze mij het voorzitterschap aanboden.’ Neutrale opstelling Als de voorzitters met hun positie worstelen, dan heeft dat niet zelden te maken met het feit dat de andere raadsleden verwachten dat ze zich neutraal opstellen. ‘Ik heb het wat lastig met het feit dat ik niet actief aan het debat kan deelnemen,’ zegt Johan Vanden Herrenwegen. ‘Af en toe is er iemand die verwijst naar een vroegere uitspraak of standpunt van mij en als ik mij dan in het begin al eens liet verleiden om te antwoorden, was er een

Johan Vanden Herrenwegen: ‘Ik heb het wat lastig met het feit dat ik niet actief aan het debat kan deelnemen.’ kent dit: ‘Ik had mijn taak goed ingeschat maar de voorbereiding vraagt wel meer tijd dan ik had gedacht. Dat gaat van het nalezen van de ontwerpbesluiten tot het regelmatig langslopen op het administratief centrum om de vele documenten te ondertekenen.’ Paul Vanden Bussche, voorzitter van de gemeenteraad van Jabbeke, is een voorzitter ‘buiten categorie’. Hij is oppositieraadslid. ‘Het kan lastig zijn om in die spreidstand tussen meerderheid en oppositie te zitten. Ik zit al veertien jaar in de minderheid en ben sinds de start van deze bestuursperiode voorzitter geworden, op vraag van de meerderheid. Na al die jaren oppositie ben ik geëvolueerd. Het strakke oppositievoeren van de beginjaren veranderde. Ik werd milder en kreeg meer waardering voor de meerderheid, waardoor het contact verbeterde en het vertrouwen groeide. Als schooldirecteur ben ik het overigens gewend vergaderingen te leiden, misschien speelde dat

andere fractieleider die mij erop wees dat ik als voorzitter neutraal moet blijven.’ De gemeenteraadsvoorzitter van Olen, Jan Verhaert, is aan zijn tweede termijn als voorzitter bezig. ‘Ik ben al meer dan 25 jaar gemeenteraadslid en heb de tijd van hevige discussies meegemaakt waarbij de burgemeester tegelijk de orde moest bewaren en de oppositie inhoudelijk de mond wilde snoeren. Dit was duidelijk niet het goede voorbeeld. Al moet gezegd worden dat er toen meer animo was, want men kon altijd op een talrijk publiek rekenen. Dat vuurwerk van vroeger is nu volledig verdwenen.’ Paul Vanden Bussche heeft geen spijt, integendeel, maar hij erkent dat hij geen oppositieleider meer kan zijn. ‘Anderzijds zijn er voor mijn partij nu meer mogelijkheden dan vroeger. Het democratisch debat in de gemeenteraad neemt toe. Het doet deugd als raadsleden, zowel van de meerderheid als van de minderheid, zeggen dat je dat goed doet. Het is immers Lokaal januari 2014

25


special

na een jaar nieuw besturen

niet evident om boven de partijpolitiek te staan terwijl je toch ook lid van een partij bent.’ Efficiënt en transparant ‘Het is een uitdaging om de gemeenteraad voor alle deelnemers – burgemeester en schepenen, raadsleden, persmedewerkers en het aanwezige publiek – op een boeiende en efficiënte wijze te doen verlopen,’ vindt Johan Vanden Herrewegen. Jeannine Puype is graag voorzitter: ‘Je doet veel mensenkennis op. Het is steeds zoeken hoe je het beste inspeelt op de verschil-

De voorzitters wijzen expliciet op de grote steun die ze van de secretaris en van de medewerkers van de administratie krijgen. ‘Gelukkig maar,’ zegt de voorzitter van Jabbeke. ‘Ik leer de stiel met vallen en opstaan. Als een vergadering eens niet helemaal loopt zoals je had gehoopt, ben je blij wanneer de secretaris je helpt om hier de nodige lessen uit te trekken om het in de toekomst beter te doen.’ De laatste van het jaar De gemeenteraden van december vroegen een extra inspanning van onze voor-

Paul Vanden Bussche: ‘Het democratisch debat neemt toe. Het doet deugd als raadsleden, zowel van de meerderheid als van de minderheid, zeggen dat je dat goed doet.’ lende stijlen van de gemeenteraadsleden. De ene kan bondig een punt maken en een ander raadslid spreekt graag lang en uitvoerig. Dan moet je al eens kordaat aanmanen om een betoog af te ronden. Je moet dus goed leren beoordelen wat voor vlees je in de kuip hebt,’ lacht ze. Jan Verhaert concentreert zich op de kerntaken van een voorzitter. ‘Ik kijk of iedereen aan bod kan komen en let op dat er niet door elkaar gesproken wordt. Aanvankelijk had de burgemeester het een beetje moeilijk met het bestaan van een aparte voorzitter, maar hij zag er vrij vlug ook de voordelen van in. Hij kan zich nu meer toeleggen op zijn eigen beleidsdomeinen.’ Voorzitter Vanden Herrewegen wijst op het belang van transparantie in besluitvorming, zeker voor het publiek. ‘Bij het inleiden van een agendapunt geef ik zelf kort de nodige informatie, tenzij de burgemeester of schepen mij vooraf zegt dat hij of zij het punt wil toelichten. Ik vind het belangrijk dat iedereen weet wat er wordt beslist. Zo vermeld ik bij het goedkeuren van de agenda van de algemene vergadering van een intercommunale wat belangrijk is voor de stad of de inwoners, zoals de kostprijs van een crematie, het dividend voor volgend jaar of de prijs in het containerpark.’ 26 januari 2014 Lokaal

zitters. De goedkeuring van het meerjarenplan stond op de agenda en het werden lange vergaderingen. Voorzitter Vanden Herrewegen organiseerde vooraf een vergadering met alle fractieleiders

ting komen de meer technische vragen aan bod. De politieke discussie gebeurt op de gemeenteraad. Er staan 53 punten geagendeerd, dus afspraken en een goede leiding zijn nodig.’ Ook in Blankenberge organiseerde Jeannine Puype vooraf een overleg met de fractievoorzitters. ‘We zijn die gemeenteraadszitting een uurtje vroeger gestart dan gebruikelijk.’ Ze kent haar pappenheimers en bereidde zich voor op een vergadering die tot in de vroege uurtjes kon duren. ‘Net zoals de secretaris en het aanwezige personeel moet de voorzitter van de eerste tot de laatste minuut van de zitting aandachtig blijven. Zeker als het laat wordt verslapt de aandacht van de meeste raadsleden, maar dat kunnen wij ons niet veroorloven.’ In Jabbeke zal de vergadering waarschijnlijk wel op een redelijk uur aflopen. ‘Dat was tot nu toe toch altijd zo,’ zegt Paul Vanden Bussche. Het meerjarenplan wordt pas op de gemeenteraad van eind december goedgekeurd. Maar om de discussie en eventuele amendering mogelijk te maken bespreken de raadsleden het al voor een eerste keer eerder in december tijdens een gemeenteraadszitting die er ook op aansturen van voorzitter Vanden Bussche is gekomen.

Jeannine Puype: ‘Je doet veel mensenkennis op. Het is steeds zoeken hoe je het beste inspeelt op de verschillende stijlen van de gemeenteraadsleden.’ van de gemeenteraad in Geraardsbergen: ‘Daar spraken we af op welke manier we deze belangrijke raadszitting zouden organiseren en wie wanneer zou spreken. We hebben het voordeel dat er al een voortraject is geweest. Bij de opmaak van de omgevingsanalyse hebben we met de gemeenteraad in juni al een discussie gehouden. Eerst presenteerde de communicatiedienst de resultaten van een bevolkingsenquête en nadien bespraken we in groepjes wat de doelstellingen moesten zijn en hoe we die zouden kunnen bereiken. Op een gemeenteraadscommissie een week voor de gemeenteraadszit-

Inhoudelijk en boeiend Waar willen deze voorzitters de gemeenteraad over vijf jaar zien staan? Voor Johan Vanden Herrewegen ligt het voor de hand. ‘Onze raadszittingen gaan door in het prachtige stadhuis van Geraardsbergen. De raadzaal is al decennia in gebruik maar ik ben niet gelukkig met de opstelling. Dat we niet over moderne ondersteuningsmiddelen beschikken is wel eens een handicap voor het efficiënte verloop. Hier zijn we op zoek naar verbeteringen, als het kan binnen de huidige raadzaal. Het moet ook voor de toeschouwers verbeteren.’ Voorzitter


Vanden Bussche verwoordt het kernachtig: ‘De gemeenteraad zou het forum van de beslissingen moeten zijn, met een absolute meerderheid is dat niet altijd het geval.’ Jeannine Puype wenst interessan-

ring bijwoont. Nu houdt slechts een enkeling het vol, dat is spijtig.’ Voorzitter Verhaert van Olen ziet het als zijn taak om de gemeenteraad boeiend te maken. ‘Ik droom dat de gemeen-

Jan Verhaert: ‘Ik wens dat raadsleden fier zijn op hun titel die soms als minnetjes wordt ervaren, alleen de schepenen en de burgemeester worden beschouwd als belangrijke figuren in de gemeente.’ te, inhoudelijke en constructieve discussies op de gemeenteraad die niet alleen maar bedoeld zijn om de pers te halen. ‘En als de vergaderingen op een deftig uur afgelopen zijn, dan komt er wellicht weer meer publiek dat de hele vergade-

teraad opnieuw een plek van discussie wordt waar het interessant is om naartoe te gaan. Ik wil vooral de raadsleden van meerderheid én oppositie meer diepgang en kansen geven. Zij zijn waarschijnlijk de bestuurders van morgen en moeten

het politieke spel in al zijn facetten leren kennen. Ik hoop dat de raadsleden iets geleerd zullen hebben, niet alleen van hun fractieleiders maar ook van mij, zodat ze met een zekere bagage de verantwoordelijkheid van het bestuur kunnen overnemen. Ik wens ook dat ze fier zijn op hun titel van gemeenteraadslid die soms als minnetjes wordt ervaren, alleen de schepenen en de burgemeester worden beschouwd als belangrijke figuren in de gemeente.’ Gemeenteraadsvoorzitters zijn gedreven politici die de lat hoog leggen. Hun missie: gemeenteraden met sterke inhoudelijke discussies en constructieve mandatarissen waar veel volk naar komt luisteren. Marian Verbeek is VVSG-stafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie

advertentie

Op jonge leeftijd aan armoede ontsnappen? Ontdek hoe het ‘Super Sim’-project in Gent kinderarmoede bestrijdt op vlaandereninactie.be/kinderarmoede

Lokaal-Binnenpagina_130x186.indd 1

4/12/13 11:42

Lokaal januari 2014

27


special

na een jaar nieuw besturen

BBC-deadline gehaald De lokale besturen hebben zich het voorbije jaar uit de naad gewerkt om de nieuwe beleids- en beheerscyclus tijdig op de rails te krijgen. De basis is gelegd, maar het zal ook in de toekomst nog veel zweet kosten om het systeem te verfijnen, de software te verbeteren, de rapportage goed te krijgen. Daarover zijn Johan Coens, stadssecretaris van Brugge, en Hilde Van der Jeugt, OCMW-secretaris in Berlare, het eens. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

I

n veel gemeente- en OCMW-diensten klonk enkele weken geleden een zucht van opluchting. Ze hadden de deadline voor het invoeren van de nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC) gehaald, maar het had heel veel moeite gekost. Dat was in de stad Brugge niet anders. ‘We hadden ons niet aangediend als pilotgemeente, maar we zijn toch ruim twee jaar geleden met de voorbereidingen begonnen,’ zegt secretaris Johan Coens. ‘We hebben iemand vrijgesteld, op het niveau van afdelingschef, om het project te trekken. Hij werd aangestuurd door de financiële dienst, maar we hebben van bij het begin beslist om dit organisatiebreed door te voeren en er ook het beleid bij te betrekken. Er kwam een stuurgroep met politici en leden van het managementteam, enkele werkgroepen spitsten zich toe op specifieke aspecten zoals communicatie en vorming. We hebben via workshops en vormingsmomenten alle diensten erbij gehaald. Omdat het vertrouwde patroon van budgetopmaak of verantwoording van kredietaanvragen vervangen werd door nieuwe formats, maar ook omdat de stad de weg insloeg van projectmatig, doelgericht en dienstenoverschrijdend werken. Iedereen moest dus mee. Voor de gemeenteraadsleden organiseerden we enkele informatie- en commissievergaderingen, ze kregen alle nodige documentatie en toelichting. Tijdens het debat over de beleidsdoelstellingen merkte ik dat de raadsleden een inspanning hadden gedaan om zich het format eigen te maken. Ik weet niet of we volledig geslaagd zijn in ons opzet maar we moeten eerlijk zijn: ook de vroegere budgetten waren, ondanks de toelichtende nota’s van de finanicële dienst, niet de meest transparante documenten.’

28 januari 2014 Lokaal


Olie in het raderwerk De leden van het managementteam van het OCMW van Berlare – de voorzitter, de secretaris, de financieel beheerder, de directeur van het woonzorgcentrum, de hoofdmaatschappelijk werker en de kwaliteitscoördinator – volgden samen een opleiding in de BBC, de mensen van de financiële dienst kregen een meer gespecialiseerde vorming. Secretaris Hilde

van visie en missie schrijven, de andere MAT-leden ondersteunen om hun doelstellingen goed te formuleren en om indicatoren te selecteren. BBC komt niet alleen Brugge greep de invoering van de BBC aan om over te schakelen op een nieuw softwarepakket van een softwareleverancier die, zoals secretaris Coens het

Hilde Van der Jeugt: ‘Ik vrees dat de OCMW-raad teleurgesteld zal zijn: als je een goed overzicht wil hebben van de financiën van het OCMW is het nieuwe systeem een stap achteruit.’ Van der Jeugt: ‘We hadden het voordeel dat we al met budgethouderschap werkten, bijvoorbeeld voor de directeur van het woonzorgcentrum en de hoofdmaatschappelijk werker. Ze waren het al gewend om voor hun eigen dienst het budget op te volgen. Het managementteam heeft het project van de BBC getrokken, de financiële dienst nam de financiële vertaling voor zijn rekening. De andere personeelsleden waren maar zijdelings bij het project betrokken. Daar komt nu verandering in. De boekhouding is natuurlijk verbonden met het personeelsbudget, de loonadministratie, de sociale dienst, het woonzorgcentrum. De personeelsdienst en de sociale dienst zullen dus vertrouwd moeten worden met de nieuwe rekeningstelsels. Daar maken we nu werk van. De OCMW-raadsleden kregen een uiteenzetting over de BBC, maar voor het overige was hun rol beperkt tot de formele momenten, zoals het goedkeuren van de rekeningstelsels en de beleidsvelden.’ En wat was de rol van de secretaris? ‘Dezelfde als in andere dossiers: wat olie in het raderwerk brengen,’ zegt Johan Coens. ‘De projectleider coachen, bijsturen en tips geven, bij de diensthoofden de aanvankelijke schrik wat wegnemen, de leden van het college sensibiliseren voor de BBC zodat ze het niet louter als een project van de administratie zouden zien.’ Hilde Van der Jeugt was vooral bezig met het strategische luik: het ontwerp

formuleert, niet ‘een van de usuals’ was. Het voordeel was dat het pakket samen met en op maat van de stad werd ontworpen, het nadeel dat Brugge niet kon profiteren van de ervaring die andere softwarehuizen hebben met de BBC in andere lokale besturen. Het OCMW Berlare is bij zijn vertrouwde leverancier gebleven, maar daar liep een ander

goede evolutie dat er indicatoren gedefinieerd zijn en dat er meer naar het resultaat wordt gekeken, maar dat had ook gekund in het vroegere systeem. Een nadeel is, vind ik, dat we onze vergelijkingsbasis met vroeger kwijt zijn, vooral op het niveau van de oude activiteitencentra of de toekomstige kostenplaatsen. En ik vind de output van het systeem, de cijfers, voorlopig ook vrij mager. Ik vrees dat de OCMW-raad teleurgesteld zal zijn: als je een goed overzicht van de financiën van het OCMW wil hebben, is het nieuwe systeem een stap achteruit. Daar moeten we aan werken. Misschien zijn we er nog niet in geslaagd alle achterliggende gegevens naar boven te halen. Dat zal deels te maken hebben met het softwarepakket, maar ik denk dat het ook ten dele aan het systeem van de BBC zelf ligt.’ Johan Coens was aanvankelijk vrij enthousiast over de BBC. Dat enthousiasme is onderweg wat bekoeld door de manier waarop de Vlaamse overheid het goede idee heeft uitgehold en het veel te gedetailleerd heeft vertaald. ‘Er wordt aan de lokale besturen gevraagd om in de BBC-filosofie te denken en te werken,

Johan Coens: ‘De winst van het hele proces voor de lokale besturen zou planlastvermindering zijn. Wel, daar hebben we nog niet veel van gemerkt.’ parallel traject. Een organisatiestudie voor gemeente en OCMW leidde tot het samenvoegen van de twee financiële diensten. De financieel beheerder van de gemeente ging met pensioen, zijn collega van het OCMW moest zich in 2013 ook inwerken in de gemeente en ook daar de deadline voor de invoering van de BBC halen. De BBC kwam dus noch in Brugge, noch in Berlare alleen. Wijziging van wijziging Was het vele extra werk voor ambtenaren en politici de moeite waard? Hilde Van der Jeugt: ‘Het grote voordeel is dat gemeente en OCMW eindelijk hetzelfde boekhoudsysteem hebben. Of het nodig was het stelsel waar het OCMW al zo lang mee werkte zo ingrijpend te veranderen, is een andere vraag. Het is een

maar Vlaanderen gaat er zelf niet in mee. De verschillende verkokerde departementen en agentschappen blijven ons aansturen en ons richtlijnen opleggen die haaks op die filosofie staan. De winst van het hele proces voor de lokale besturen zou planlastvermindering zijn. Wel, daar hebben we nog niet veel van gemerkt. Maar we staan positief tegenover de insteek van de BBC en we zijn fier op wat we er nu van hebben gemaakt. De BBC zal de komende jaren verfijnd en bijgestuurd moeten worden. Ik hoop dat Vlaanderen dan meer zal luisteren naar de lokale besturen en ons niet zal blijven overstelpen met allerlei instructies die wijzigingen zijn van eerdere instructies.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal januari 2014

29


special

na een jaar nieuw besturen

Dossiers elektronisch inzien Maar met respect voor de privacy Gemeente- en OCMW-raadsleden hebben sinds 1 januari 2014 het recht om de notulen van de vorige vergadering en de dossiers die op de agenda van de raad staan, elektronisch op te vragen. Omdat het OCMW veel steundossiers behandelt, duiken er vooral bij de OCMW’s veel privacy-problemen op. tekst lize hermans, herman callens en pieter vanderstappen beeld stefan dewickere

V

anaf 1 januari 2014 kunnen raadsleden de dossiers van de vergaderingen waarvan ze lid zijn elektronisch opvragen: gemeenteraadsleden kunnen dat dus niet voor dossiers die op de OCMW-raad staan, behalve als ze zelf ook OCMW-raadslid zijn. Alleen de dossiers die op de agenda staan, moeten op vraag van een raadslid elektronisch ter beschikking van het raadslid gesteld worden. Met deze wijziging van het OCMW-decreet wil het Vlaams Parlement de OCMW-raadsleden de mogelijkheid geven de vergaderingen gemakkelijker voor te bereiden. In de memorie van toelichting bij het wijzigingsdecreet wordt letterlijk gesteld dat ‘ze zich dan ook niet meer moeten verplaatsen naar de zetel van het OCMW’. Dit recht op elektronische terbeschikkingstelling geldt alleen voor de dossiers die rechtstreeks te maken hebben met de agenda van de raad. Ze kunnen elektronisch worden ingezien vanaf het moment dat de oproeping bezorgd wordt, acht dagen voor de raadsvergadering, tot het moment van de vergadering. Zodra de raadsvergadering gedaan is, stopt dit decretale recht. Dat betekent niet dat de OCMW-raadsleden deze en andere dossiers dan niet meer kunnen inzien. Ze blijven beschikken over een heel ruim algemeen inzagerecht waardoor ze alle dossiers met betrekking tot het bestuur van het OCMW kunnen inzien. Maar in tegenstelling tot de dossiers die op de agenda staan, kunnen ze dat recht niet zomaar elektronisch afdwingen. De leden van het vast bureau (en niet de andere raadsleden!) hebben een vergelijkbaar elektronisch inzagerecht in de

30 januari 2014 Lokaal

notulen van de voorgaande vergadering en in de dossiers die rechtstreeks te maken hebben met de agenda van het vast bureau. Idem voor de leden van een bijzonder comité voor de dossiers op de agenda van dat comité. Ook kunnen de OCMW-raadsleden op hun verzoek bepaalde documenten van een publiekrechtelijke OCMW-vereniging opvragen. Het gaat om de notulen van de vergaderingen van de raad

OCMW-raad volledig autonoom beslissen hoe de dossiers die betrekking hebben op de agenda, ter beschikking van de OCMW-raadsleden gesteld werden. Het OCMW-decreet bepaalde enkel dat deze dossiers ter beschikking moesten zijn vanaf de bezorging van de agenda en dat de OCMW-raad zelf in het huishoudelijk reglement de wijze moest uitwerken waarop dat gebeurde. In vele OCMW’s werd beslist om de dossiers ter

De oude werkwijze om de dossiers van de agenda enkel ter beschikking te stellen op het OCMW zelf, kan behouden worden. Maar vanaf het moment dat één raadslid erom verzoekt, moet de inzage ook elektronisch kunnen. van bestuur van de OCMW-vereniging en het orgaan van dagelijks bestuur en alle documenten waarnaar verwezen wordt in die notulen. Merkwaardig genoeg heeft de decreetgever dit recht niet ingeschreven voor de notulen en documenten van de algemene vergadering van de OCMW-vereniging, terwijl dat toch het belangrijkste orgaan van een OCMW-vereniging is. Ook over personen? Bij dit specifieke elektronische inzagerecht van dossiers die bij de agenda horen, wordt geen onderscheid gemaakt tussen dossiers die persoonlijke gegevens bevatten en andere. Dat betekent dat ze (op vraag) allemaal elektronisch ter beschikking gesteld worden. Dat heeft verregaande gevolgen. Vroeger kon de

inzage te leggen op het secretariaat van het OCMW. Omdat veel dossiers over personen gaan en hun persoonlijke gegevens maximaal beschermd moeten zijn, waren de dossiers het best beschermd in het kantoor van het OCMW. Vanaf nu is deze bescherming onmogelijk. De oude werkwijze om de dossiers van de agenda enkel ter beschikking te stellen op het OCMW zelf, kan behouden worden. Maar vanaf het moment dat één raadslid erom verzoekt, moet de inzage ook elektronisch kunnen. Het is perfect mogelijk dat geen enkel raadslid gebruik maakt van dit recht, maar men kan het ook niet weigeren. Ter beschikking Voor de dossiers die betrekking hebben op de agenda zegt het OCMW-decreet


dat het huishoudelijk reglement minstens moet bepalen dat als een raadslid erom verzoekt, dossiers elektronisch ‘ter beschikking gesteld’ worden. Dat is iets anders dan dat de dossiers ‘bezorgd’ moeten worden. Sommige documenten, zoals de oproeping (en dus ook de agen-

keurd werden door de KSZ (zie www. vvsg.be, sociaal beleid, kruispuntbank sociale zekerheid). Voor alle duidelijkheid, met ‘richtlijnen’ bedoelen we geen verplichting of algemeen opgelegde standaard. De VVSG meent dat bij deze richtlijnen

De dossiers die betrekking hebben op de agenda, moeten enkel ‘ter beschikking gesteld’ worden. Dat impliceert volgens ons geen decretaal recht om deze stukken te kunnen downloaden en afdrukken. da) van de vergadering en het ontwerp van meerjarenplan en budget, moeten volgens het decreet wel aan de raadsleden worden ‘bezorgd’. De memorie van toelichting bij het OCMW-decreet verduidelijkt: Met ‘worden bezorgd’ wordt, net zoals in het gemeentedecreet, bedoeld dat de documenten op dat moment in het bezit moeten zijn van het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn. Bezorgen kan ook elektronisch gebeuren, maar omdat een raadslid effectief in het bezit moet zijn van deze documenten, menen we dat deze documenten in dat geval ook downloadbaar en afprintbaar moeten zijn. De dossiers die betrekking hebben op deze (te bezorgen) agenda, moeten echter enkel ‘ter beschikking gesteld’ worden. Zoals gezegd kan ook een ter beschikking stellen op elektronische wijze, maar dat impliceert volgens ons geen decretaal recht om deze stukken te kunnen downloaden en afdrukken. Er is dus een verschil tussen ‘bezorgen’ en ‘ter beschikking stellen’. Volgens ons kan de raad wel regelen dat niet-persoonlijke dossiers ook bezorgd worden. Een individueel raadslid kan dit echter niet eisen. Ook hier gelden gelijkaardige bepalingen voor het vast bureau en de bijzondere comités. Veiligheid Belangrijk is dat de OCMW-raden hier verantwoordelijk mee omgaan, en een systeem uitwerken dat de veiligheid van persoonlijke gegevens voldoende beschermt. Een voorbeeld van een veilig systeem zijn de richtlijnen die goedge-

te eenzijdig de klemtoon ligt op (dure en complexe) VPN-technologie, en dat mogelijke alternatieven niet echt in overweging werden genomen. De voornaamste doelstelling is dat OCMW-raadsleden hun dossiers op een veilige, betrouwbare wijze kunnen inzien zonder zich tijdens de kantooruren naar het OCMW te verplaatsen. Informatieveiligheid begint bij de gebruiker zelf, in dit geval het OCMW-raadslid, dat zich aan de geheimhoudingsplicht moet houden. Het OCMW-raadslid moet voldoende

via de eID en het loggen van activiteiten. Dat hoeft niet noodzakelijk gekoppeld te worden aan VPN. In deze kwestie moeten we wellicht opnieuw onze aandacht richten op de baten van deze voorziening. Eerder dan deze baten te vereenzelvigen met gewoon gebruiksgemak willen we ze verankeren in het feit dat een OCMW-raadslid zijn dossiers kan voorbereiden op ogenblikken dat het hem beter uitkomt. Dit helpt om raadsbeslissingen beter voor te bereiden en dus ook beter gefundeerd te besluiten. Dit is het belangrijkste voordeel (baten) van deze vernieuwing. Dat hier dan ook kosten tegenover staan lijkt billijk, maar soms is het evenwicht zoek. De VVSG wil over de KSZ-richtlijnen graag opnieuw en verder onderhandelen op basis van de hierboven aangehaalde argumenten en van de bevoegdheden van de lokale besturen en hun veiligheidsconsulenten zelf. Het is aan de veiligheidsconsulenten om als eersten aan te tonen dat de informatieveiligheid voldoende gegarandeerd is met het door hen afgewogen gekozen systeem. Ook bij de audit van de POD moet de veiligheid in orde zijn.

Het OCMW-raadslid moet voldoende geïnformeerd worden over de risico’s van online raadplegen van elektronische documenten en hierover eventueel scholing krijgen. geïnformeerd worden over de risico’s van online raadplegen van elektronische documenten en hierover eventueel scholing krijgen. In het verleden heeft de VVSG al aangegeven welke technologische voorwaarden gerealiseerd zouden moeten worden en welke procedures in acht genomen moeten worden. Zo moet het bijvoorbeeld onmogelijk zijn elektronisch raadpleegbare documenten af te drukken, op een lokaal systeem (zoals laptop of cloud) te bewaren of ze door te sturen en/of te delen met derden. Dossiers die niet meer ter zake doen, moeten verwijderd worden via een strikte procedure. Een sterke identificatie lijkt ons niet alleen nodig, maar ook perfect haalbaar

We willen ten slotte nogmaals benadrukken dat het uitermate belangrijk is dat de raadsleden hun beroepsgeheim respecteren. Ze moeten ervoor zorgen dat derden op geen enkel moment toegang hebben tot persoonlijke gegevens. Doen ze dat niet en lekken persoonlijke gegevens zo uit naar derden, dan riskeren ze strafsancties. Het recht op elektronische terbeschikkingstelling brengt dan ook extra verantwoordelijkheid mee. Lize Hermans is VVSG-projectmedewerker KSZ Herman Callens is VVSG-stafmedewerker ICT & e-government Pieter Vanderstappen is VVSGstafmedewerker OCMW-bestuurlijke organisatie

Lokaal januari 2014

31


mens en ruimte kort lokaal nieuws

stefan dewickere

De Sint komt bij iedereen

Woensdag 4 december. Op het grote parkeerterrein naast het gemeentehuis en OCMW van Affligem tronen de kleine Christinne en Jeanne ons mee langs het containerpark naar de cultuurzaal. In de zaal lopen geschminkte kinderen rond, op de turnmatten oefenen ze in hoe een Zwarte Piet over de daken moet lopen terwijl hij een grote jute zak draagt. De mama’s kijken ondertussen toe, ze drinken een kopje koffie, eten een taartje en praten wat met oude bekenden. Katrien Van Nieuwenborghe verwacht deze namiddag 200 kinderen; voor 150 kinderen konden alle ouders van Affligem inschrijven, de vijftig anderen zijn kinderen van mensen die OCMW-cliënt zijn of zijn geweest. Die ouders hebben van de maatschappelijk werkers een extra uitnodiging ontvangen. ‘Dat is onze manier om zeer geïntegreerd te werken,’ zegt Katrien die helaas geen tijd meer heeft voor een praatje, want ze moet Sinterklaas naar

In twee op de drie Vlaamse gemeenten heeft het OCMW ervoor gezorgd dat ook armere kinderen het sinterklaasfeest konden vieren. Zo bleek uit een VVSG-enquête.

zijn troon voeren. Die neemt de kinderen vervolgens een voor een op schoot terwijl Katrien hun een zakje met snoepgoed geeft. De leeftijdsgroepen die niet aan de beurt zijn, blijven achteraan op de turnmatten oefenen of laten beestjes maken bij de ballonnenblazer.

10.000 kinderen bij de Sint De VVSG vroeg alle OCMW’s naar hun plannen voor Sinterklaas, 201 van de 308 OCMW’s vulden de enquête in, bij 67 procent ging het feest niet ongemerkt voorbij. Ze bereikten hiermee meer dan 10.000 kinderen. 41 procent organiseert zoals in Affligem een sinterklaasfeest. Bijna de helft geeft materiële steun zoals speelgoed en snoep. 34 procent geeft de ouders een financiële steun. 56 procent van de OCMW’s gebruikt hiervoor eigen middelen, zestig procent subsidies, meestal gaat het om een com-

binatie van beide. De OCMW’s kunnen ook rekenen op giften van serviceclubs of winkeliers.

Bijna een kind op vijf 18,7 procent van de kinderen in ons land wordt geboren in een kansarm gezin. Ook hun ouders willen het beste voor hun kinderen, alleen hebben ze de financiële middelen niet om iets extra’s te kopen. Dat zoveel OCMW’s aandacht hebben voor het sinterklaasfeest, wijst op hun grote betrokkenheid bij de gezinnen die ze ondersteunen. Uiteraard zijn sinterklaasinitiatieven symbolisch en stopt het hier niet bij. De VVSG wil dat alle overheden in dit land armoede ten gronde bestrijden. De laagste inkomens moeten naar omhoog, minstens tot het niveau van de Europese armoedegrens. roel verlinden en marlies van bouwel

Tot 24 januari: Lokale overlegplatformen ‘Kinderen Eerst’ Staatssecretaris Maggie De Block maakt twee miljoen euro vrij voor de ondersteuning van lokale overlegplatformen voor preventie en opsporing van kinderarmoede. Het federale beleid staat op zich los van de Vlaamse plannen voor lokale netwerken kinderarmoede, maar beide kunnen elkaar lokaal versterken. De federale oproep stelt overleg met andere actoren als scholen, kinderdagverblijven en armoedeverenigingen uit de buurt centraal. Overleg en uitwisseling van ervaringen moeten ertoe leiden dat armoede bij kinderen en hun ouders sneller

32 januari 2014 Lokaal

ontdekt wordt. Afhankelijk van de grootte van de gemeente of stad kan die in aanmerking komen voor een subsidie van 25.000, 50.000 of 75.000 euro. De oproep voor lokale overlegplatformen is in een eerste fase een experiment. Informatie en online indienen: www.mi-is.be/be-nl/formulier/ deelnameformulier-voor-de-oproep-kinderen-eerst-lokale-overlegplatformen-voor-de-preventie


print & web

Nieuwe visietekst voor welzijn woonzorgbewoners Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 4

, ik wensen wensen Met nieuwjaar wil n onze mensen. Voor het welzijn va en is mijn zorg, Hun wonen en lev a ik borg. ieder, daar voor st Thuis voelen voor ik uniek en totaal, Eenieder benader l. r een eigen verhaa Voor elke bewone g, s ik niet uit het oo Ook naasten verlie vaak hoog. hun aanwezigheid Bewoners achten ur t in de stad, zorgcentrum als bu Ik wens het woon ners op pad. en en met de bewo Diverse woonvorm buur t, ns ik de stad in de Ook omgekeerd we muurd. open, zeker niet om Onze deuren wijd n, ik kan dit niet allee Liefste Directeur, van iedereen! woner is een taak Welzijn van de be it, r interdisciplinarite on welzijn en mee so er iep nt re fe re Een rs hun profijt. r voor onze bewone Niet voor mij, maa en, lzijn is wat ik wil do Vormgeven aan we n zoen! ee lpt krijg je van mij Als je mij hierbij he Je animator-kapoe

layla aerts

Liefste Directeur,

Bij de start van een nieuw jaar horen goede voornemens. De stuurgroep animatie heeft de visietekst op leven in het woonzorgcentrum geüpdatet. De focus ligt op welzijn: leven en wonen in het woonzorgcentrum vindt 24 uur op 24 uur plaats, zorg een aantal uur per dag. Onze nieuwjaarsbrief is een warme oproep om aandacht voor het welzijn van de bewoners. Dit is een taak voor iedereen die begaan is met de bewoners, een opdracht voor de animator en een doelstelling voor de VVSG.

n

melanie demaerschalk

Tot 31 januari Wedstrijd - negende editie Ambacht in de Kijker De VVSG steunt ook dit jaar Ambacht in de Kijker, een nationaal project om goede ambachtslieden in de belangstelling te brengen, de ambachtssector bij het grote publiek bekend te maken en jongeren er warm voor te maken. U kunt de ambachtslieden uit uw gemeente in het zonnetje zetten door hen aan te bevelen bij de organisatie, en u kunt de wedstrijd promoten via uw communicatiekanalen. De namen van alle deelnemers zullen worden gepubliceerd op www.ambachtindekijker.com. De laureaten krijgen uitgebreid promotie voor hun werk. Een van hen wint de hoofdprijs van 3000 euro. Daarnaast zijn er nog talrijke andere prijzen. Informatie en deelname: www.ambachtindekijker.com

Dit vierde deel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bevat een (officieus) gecoördineerde versie van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; de relevan‑ te passages uit de parlementaire voorbereiding van de recente decreetwijzigingen sinds het Reparatiedecreet van 16 juli 2010; de integrale tekst van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2013, waarin de wijziging van procedure voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen nader werd uitgevoerd; en het Verslag aan de Vlaamse regering waarin het Procedurebesluit verder wordt toegelicht. Flamey P. , Vervoort P. J. , Verhelst G., Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 4. Parlementaire totstandkoming wijzigingsdecreet en procedurereglement RVVB, Uitgeverij Vanden Broele, 95 euro

De aansprakelijkheid van de wegbeheerder In deze herwerkte uitgave van De aansprakelijkheid van de wegbeheerder wordt de steeds aanwezige juridische problema‑ tiek van de aansprakelijkheid voor het beheer van de wegen uitgebreid behandeld. Sinds de eerste uitgave uit 2003 is de indeling van de wegen gewijzigd. Het aantal procedures in deze materie is bovendien enorm toegenomen. Het boek bevat de meest recente wijzigingen en een nieuwe analyse van de meer recente rechtspraak, met inbe‑ grip van interessante uitspraken van de lagere rechtscolleges. E. Beeckmans, P. Monbailliu, De aansprakelijkheid van de wegbeheerder, Uitgeverij UGA, Kortrijk, 55 euro

Lokaal januari 2014

33


mens en ruimte kort lokaal nieuws

Antwerpen, Genk, Gent en Oostende ontvangen projectsubsidie stadsvernieuwing

daniel geeraerts

delier te Gent (brownfield wordt klimaatneutrale woonwijk), Oosteroever te Oostende (oosteroever wordt volwaardig stadsdeel) en Thorpark te Genk (voormalige mijnsite wordt bedrijventerrein, wetenschapspark en park).

Investeren in stadsvernieuwing en de kwaliteit van de buurt kan erg veel kosten. Centrum- en middelgrote steden kunnen een duw in de rug krijgen dankzij een subsidie van de Vlaamse overheid. De projecten worden beoordeeld door een jury, samengesteld uit academici en experts. Zij houden rekening met een aantal kwaliteitscriteria. Zo moeten de stadsvernieuwingsprojecten een buurt op een hoogstaande en blijvende manier veranderen.

Projectsubsidies Recent kende de Vlaamse regering telkens ruim drie miljoen euro toe aan de volgende vier projecten: Singel Noord te Antwerpen (infrastructurele ingrepen als aanleiding opwaardering wijk), Ton-

Conceptsubsidies Daarnaast kan de Vlaamse regering ook ‘conceptsubsidies’ geven voor beloftevolle stadsvernieuwingsprojecten. Daarmee kan dan de haalbaarheid van het project verder worden onderzocht. Welke projecten dit keer een conceptsubsidie kregen is al langer bekend. Het gaat om Centers Borgerhout te Antwerpen (verhoogde spoorweg wordt verbindende stadswal), thematisch onderzoek veilig ontwerp en beheer te Antwerpen (onderzoek naar verbanden tussen ontwerp, gebruik en ervaring van publieke ruimte), Oostkouter te Deinze (relatief nieuw stadsdeel krijgt centrum), DampoortSint-Amandsberg te Gent (versterking identiteit wijk Dampoort), Hendrik Heymanplein te Sint-Niklaas (heraanleg plein) en Site Slachthuizen te Anderlecht (een van de grootste stadsvernieuwingsprojecten Brussels Hoofdstedelijk Gewest). xavier buijs

www.thuisindestad.be

gf

Duidelijke en wetenschappelijk bewezen gezondheidsinformatie op nieuwe website CEBAM, het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine, heeft zijn nieuwe website voorgesteld. www.gezondheidenwetenschap.be bevat toegankelijke informatie voor patiënten en geeft commentaar en duiding bij gezondheidsberichten in de media.

CEBAM, dat zich tot nu toe vooral tot zorgverleners richtte, is gestart met het herformuleren van artsenrichtlijnen op patiëntniveau. Dit is zeer nuttig omdat patiënten vaak op het internet surfen om meer informatie te krijgen over hun aandoening, tot 75% van de patiënten doet dat. Maar in meer dan de helft van de gevallen is de informatie op het internet onduidelijk of fout. Dat kan gevaarlijk zijn omdat meer dan 11% van de patiënten op deze basis beslist niet naar de dokter te gaan. Voor de nieuwe website 34 januari 2014 Lokaal

worden de officiële, wetenschappelijke artsenrichtlijnen voor aandoeningen of klachten omgezet in toegankelijke taal voor de patiënt. Die patiëntenrichtlijn komt dan op www.gezondheidenwetenschap.be. De richtlijn krijgt een code mee, waardoor ze teruggekoppeld wordt aan elektronische informatie die alleen toegankelijk is voor artsen. Daarnaast wordt op www.gezondheidenwetenschap.be vijf keer per week mediageniek gezondheidsnieuws tegen het licht gehouden. Opvallende gezondheids-

berichten worden becommentarieerd, en het wetenschappelijk onderzoek dat erachter schuil gaat, wordt nagetrokken. CEBAM geeft duiding bij nieuwe studies, kadert ze in een bredere context en levert behapbare en vooral wetenschappelijk gefundeerde conclusies. CEBAM ontvangt voor dit project een subsidie van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. pieter plas

www.gezondheidenwetenschap.be


print & web

gf

gf

Vergeten linies

Vilvoorde doet weer mee Wie over het viaduct van Vilvoorde rijdt, zal de volgende jaren aan het Zeekanaal Brussel-Schelde in plaats van de vergane en vervuilde industriegronden een heel nieuw stadsdeel zien verrijzen: de Vier Fonteinen. Het project heeft al een voorgeschiedenis van meer dan twintig jaar. ‘Na de masterplanning, het ontmantelen van oude industriegebouwen en het opruimen van vervuilde gronden is alles klaar om een oude gekoesterde droom te realiseren: van Vilvoorde een stad maken waar het aangenaam wonen en werken is,’ zegt burgemeester Hans Bonte op een persconferentie in het stadhuis waar op 6 december de nieuwe naam van het stadsdeel werd bekendgemaakt. Binnenkort wordt een bouwvergunning afgeleverd zodat tijdens de volgende vijftien jaar honderden woongelegenheden

in dit gebied gebouwd kunnen worden, zowel appartementen met ruime terrassen als eengezinswoningen met tuin als lofts. Daarnaast worden er ook voldoende groen en ruimte voor ontmoeting, kantoren, buurtwinkels en een lagere school gepland. Heel aantrekkelijk wordt een voetgangersen fietsbrug over het kanaal vanuit het nieuwe stadsdeel naar het mooi aangelegde park De Drie Fonteinen. De naam van de nieuwe wijk zou verwijzen naar vier fonteinen die werden opgericht toen het kanaal in 1561 gegraven werd, maar waarvan de schippers er altijd maar drie zagen.

In volgende fases komen er nog nieuwe stadsdelen bij in Vilvoorde waar tijdens de volgende decennia een enorme bevolkingstoename wordt verwacht: tot 80.000 mensen. Hans Bonte noemt op zoek gaan naar een nieuwe identiteit voor Vilvoorde dan ook de essentie van zijn opdracht: ‘We moeten in deze moeilijke stad de leefbaarheid verzekeren door te vernieuwen, maar ook zoeken naar een eigen identiteit als Vlaamse stad naast de hoofdstad.’ Hij bedankte niet alleen de PPS-partners maar ook de burgemeesters die zich tijdens de vorige beleidsperioden hebben ingezet voor dit project. marlies van bouwel

www.4fonteinen.be, info@4fonteinen.be

Tot 14 februari Projecten participatie voor mensen met een handicap Hart voor handicap wil meer kansen creëren voor mensen met een handicap en streeft naar een inclusieve samenleving. Dat betekent dat personen met een handicap wonen, winkelen, werken, vrije tijd besteden in onze samenleving, en niet aan de rand ervan. Hart voor Handicap legt in 2013-2014 de nadruk op toegankelijkheid en mobiliteit, met projecten die inzetten op een solidair draagvlak en die participatie bevorderen. Een lokaal netwerk rond personen met een handicap, mee ondersteund door vrijwilligers, draagt ertoe bij dat deze mensen echt deel kunnen uitmaken van de plaatselijke gemeenschap waarin ze wonen. De projectoproep ‘Mobiel door lokale netwerken’ gaat op zoek naar creatieve en duurzame projecten die mee bouwen aan een warme inclusieve samenleving. De projecten ontvangen elk maximaal 15.000 euro. www.hartvoorhandicap.be/projectoproep.html

In januari 1918 krijgt luitenant Josef Zimmermann de opdracht om de eigen, Duitse verdedigingslinie in de provincie Antwerpen te fotograferen om de uitvoering en de camouflage van de stel‑ lingen te controleren. Hierbij vliegt hij over het noordelijk deel van de vesting Antwerpen, en van het fort van Schoten langs het kanaal Dessel-Schoten naar Turnhout. De foto’s worden ont‑ wikkeld en geanalyseerd, waarna ze in dikke dossiers verdwijnen en vergeten raken. Na de oorlog komen de foto’s via Berlijn, Moskou en Parijs in Brussel terecht. Pas in 2007 duiken ze weer op, tijdens onderzoek van de Universiteit Gent in het Ko‑ ninklijk Legermuseum. De dienst Erfgoed geeft de opdracht de fotoreeks in detail te bestude‑ ren. De 53 luchtfoto’s brengen een uniek en zeer goed bewaard stuk militair erfgoed in kaart. De militaire resten op het terrein worden geïnventariseerd: 399 bewaarde WO I-bunkers en meer dan 10 kilometer bewaarde loop‑ graven. Dit rijk geïllustreerde boek ontsluit de onderzoeksre‑ sultaten voor het grote publiek. Zo maakt de lezer kennis met een voorheen onderbelicht aspect van de Groote Oorlog: die woedde immers niet alleen aan het westelijke front, maar drukte ook honderd kilometer daarvandaan in bezet gebied zijn stempel op het landschap en op het dagelijks leven. Bovendien bevat de uitgave aanbevelingen over de bescherming en de ont‑ sluiting van het WO I-erfgoed in de provincie, die ook relevant kunnen zijn voor andere lokale besturen. W. Gheyle, I. Bourgeois (red.), Vergeten Linies. Antwerpse bunkers en loopgraven door de lens van Leutnant Zimmermann (1918), 2 dln., Provinciebestuur Antwerpen, Antwerpen, 30 euro, www.provant.be/vrije_ tijd/cultuur/erfgoed

Lokaal januari 2014

35


‘Vijftien steden zoals New York, Londen en Parijs zijn het erover eens dat ze tijdens de volgende tien jaar de openbare gebouwen zoveel mogelijk energieneutraal of zelfvoorzienend moeten maken. Parijs staat daar het verst in.’

36 januari 2014 Lokaal


mens & ruimte interview Ken Livingstone

Tijd om te handelen De vorige burgemeester van Londen Ken Livingstone is er heilig van overtuigd dat alleen de lokale besturen de klimaatsveranderingen kunnen ombuigen: ‘We moeten wel, van de andere overheden hoeven we echt niet snel iets te verwachten, terwijl de tijd heel erg dringt.’ tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

O

ok al is Ken Livingstone al vijf jaar geen burgemeester van Londen meer, hij heeft niet stilgezeten. Hij is tijdens de treinrit onder het Kanaal niet enkel in slaap gevallen omdat hij twee kleine kinderen heeft, hij leidt ook de C40, de groep van grootste steden in de wereld die acties wil ondernemen om de opwarming van de aarde stop te zetten. ‘De stad wordt rechtstreeks geconfronteerd met die opwarming, met overstromingen en orkanen, met de strengere winters en de drogere en hetere zomers. In Frankrijk stierven tien jaar geleden tienduizenden mensen in de zomer door de hitte. Bovendien wordt het risico op overstromingen almaar groter. Tegen 2050 zal het zeeniveau met een meter stijgen, een meerderheid van de mensen wereldwijd zal daar hinder van ondervinden want de meeste mensen wonen in de steden en de meeste steden situeren zich aan de kust. Er zijn steden, zoals Mumbai, die helemaal onder water zullen verdwijnen.’

Welke steden behoren er tot de C40? ‘Eerst was het eigenlijk de C20, maar onze groep groeide erg snel. De naam luidt nu C40, maar we groeperen al de 63 grootste steden van de wereld. Noem ze maar op: Parijs, Berlijn, Moskou. Vijftien van die steden zoals New York, Londen en Parijs zijn het erover eens dat ze tijdens de volgende tien jaar de openbare gebouwen zoveel mogelijk energieneutraal of zelfvoorzienend moeten maken. Parijs staat daar het verst in.’ En in die C40 komen de burgemeesters dus samen? ‘Eigenlijk heb ik er mijn bekomst een beetje van. Het is zo’n energieverspilling als je naar conferenties moet waar alles in detail wordt opgesomd. We moeten gewoon handelen. En dat doet die C40. Dat levert het meest resultaat. Je was er nog niet, maar de watersnood van 1953 die in België en Nederland aan honderden mensen het leven kostte, leidde ook tot een Lokaal januari 2014

37


mens & ruimte interview Ken Livingstone

‘De nationale politici hebben de macht en de middelen om maatregelen te nemen, maar ze doen het niet. Alleen de burgemeesters schieten in actie omdat ze niet anders kunnen.’ overstroming in Londen. Nadien werd een waterkering over de Theems gepland, sinds de bouw ervan in 1982 hebben we die dam elk jaar twee keer moeten verhogen, de laatste jaren zelfs twee keer per maand. Als we dat niet hadden gedaan, waren we ondertussen al dikwijls overstroomd geweest. Nu zijn er gewoon meer superstormen, het weer is slechter geworden dan vroeger. Een stijging van de gemiddelde temperatuur met een graad betekent dat het weer exponentieel sneller verandert en gewelddadiger wordt, zowel qua droogte als qua regen.’ Is dit geen taak voor de nationale overheden? ‘Als je dit overlaat aan de nationale regeringen of de regeringsleiders gebeurt er niets, of niet op tijd. In 1997 hebben ze het verdrag van Kyoto getekend, en ondertussen hebben ze niets meer gedaan. Barack Obama is zelfs gestopt met iets te zeggen en de helft van de Amerikanen gelooft nog altijd dat ons lot in de handen van God ligt. De nationale politici hebben de macht en de middelen om maatregelen te nemen, maar ze doen het niet. Alleen de burgemeesters schieten in actie omdat ze niet anders kunnen. Als we pas over vijf of tien jaar iets ondernemen is het hopeloos te laat. We moeten dertig tot veertig jaar in de toekomst kijken, als we niets doen zitten we met een verschrikkelijke catastrofe, een chaos op grote schaal. Ondertussen zijn wetenschappers het unaniem eens, geen een van hen ontkent de opwarming van de aarde, alleen over de snelheid en de schaal zijn ze het niet met elkaar eens. Toen de BBC voor een debat ijverig naar een afwijkende stem op zoek ging, vond ze geen enkele wetenschapper die de opwarming wilde weerleggen.’ ‘Nationale politici willen en durven niet zeggen dat onze manier van leven dringend moet verande38 januari 2014 Lokaal

ren. Terwijl dat al bij al meevalt, als je de rest aanpakt. Zo wordt twee derde van de energie in GrootBrittannië verknoeid door koelen en transmissie. Als je als stad je eigen energie opwekt, daalt de uitstoot van CO2 met twee derde. In Londen hadden we in 2006 al berekend dat we in twintig jaar tijd die uitstoot met zestig procent konden doen verminderen. Wetenschappelijk is het al zo lang bewezen dat het moet en dat het kan, maar de politici moeten eindelijk handelen.’ ‘De regeringen durven geen beslissingen treffen, en dat terwijl de klimaatsverandering almaar sneller gaat en sneller accelereert. Over enkele tientallen jaren zal de strook rondom de evenaar niet meer bewoonbaar zijn, het wordt er dan te heet. Miljoenen mensen zullen van de droogte en de warmte omkomen of noordwaarts trekken. Tegelijk zal tegen 2050 het waterpeil van de zee met een meter zijn gestegen, waarom bouwen de politici dan geen dammen om de overstromingen te voorkomen? Ook op de Theems hebben we een grotere waterkering nodig verder stroomafwaarts, wat een gok dat je dat niet doet! Er zijn mensen tegen gekant omdat het hun uitzicht op de zee verknoeit. Willen ze liever hun kinderen zien verdrinken?’ Maakte de economische crisis ook geen einde aan de bereidheid tot handelen? ‘Dat klopt. Tot aan de financiële crisis groeide de bereidheid van de publieke opinie, maar sinds die crisis staat het klimaat minder in het centrum van de belangstelling, mensen zijn veel meer bezig met overleven, met hun werk behouden. En meer en meer politici willen niets doen als het publiek het niet eist. Als de politici in het verleden zo hadden gehandeld, leefden we nu nog in lemen huizen. Waarom word je eigenlijk politicus? Toch om de dingen te veranderen!’


‘Onze politici hebben filosofie, rechten of politiek gestudeerd, dat is een zeer smalle achtergrond. We zullen nog paf staan van China, daar zijn de meeste politici ingenieurs en daarom wordt daar zoveel geld uitgegeven aan infrastructuur, aan spoorwegen.’ ‘Bovendien zetelen in onze parlementen veel te weinig ingenieurs. De politieke klasse is zeer klein, vroeger kwamen er ook nog politici voort uit de vakbond, maar dat is nu gedaan. Onze politici hebben filosofie, rechten of politiek gestudeerd, dat is een zeer smalle achtergrond. Eerst zou je de focus moeten leggen op dingen bouwen, dan zou je met die technische of wetenschappelijke achtergrond een training moeten ondergaan in het vinden van de waarheid. Zelf ging ik vroeg van school af en acht jaar later stapte ik in de politiek. Dat is zeer waardevol in plaats van enkel te leren argumenteren. De economisten waren zeer succesvol ten tijde van Reagan en Thatcher, ondertussen is duidelijk dat hun strategie heeft gefaald. Daarom zullen we nog paf staan van China, daar zijn de meeste politici ingenieurs en daarom wordt daar zoveel geld uitgegeven aan infrastructuur, aan spoorwegen.’ Op welke prestatie bent u het fierst? ‘Toen ik als tiener om negen uur ’s avonds op het Leicestersquare kwam, was het daar leeg. Als je toen uit de Tube stapte, was de straat nagenoeg leeg. Londen was saai toen ik begin jaren tachtig voorzitter werd van groot-Londen, eigenlijk de voorloper van het burgemeesterschap dat ik van 2000 tot 2008 bekleedde. Nu zijn de Londense buurten zoveel levendiger. Maar het leven is er ook heel duur. Een tweekamerflat huren kost algauw 15.000 pond per jaar, terwijl de helft van de mensen minder dan 25.000 pond per jaar verdient.’ Ik had gedacht dat u trots zou zijn op de spitstaks. ‘Ik ben zeer pessimistisch over de toekomst. Daarom besteed ik de helft van mijn tijd aan die klimaatsverandering, de andere helft aan de transformator- en opslagsystemen van elektriciteit, voor

auto’s of publiek transport. Als burgemeester wilde ik in Londen gratis elektrische treinen, ze zijn beter voor de luchtkwaliteit want ze hebben een lagere emissie. Mijn opvolger heeft me daar grotendeels in gevolgd want je kon in Londen met de auto fysiek niet meer voor- of achteruit. Dankzij het grote publieke transportnetwerk doen Londenaars er gemiddeld maar 45 minuten over om ’s morgens op het werk te geraken, en ondertussen kunnen ze nog wat lezen of werken. Weet je dat je zo vier jaar van je werkleven al pendelend doorbrengt?’ ‘Wat die heffing betreft: na Londen werd ze ook al ingevoerd door Stockholm en Milaan. Bloomberg heeft het in New York ook willen doen. Ik heb er nooit een referendum over gehouden of er steun voor gehad, maar toen we het deden en het werkte, kwam er automatisch steun. Mijn opvolger heeft ondertussen het bedrag verhoogd, de taks bedraagt nu al tien pond. In de voorgaande tweeënhalf jaar schreven alle kranten voortdurend dat het een ramp zou worden, maar het werkte meteen, vanaf de eerste dag. De koolstofuitstoot verminderde meteen met twintig procent, in een aantal wijken zijn er nu tien tot twintig procent minder longziekten. Maar nog altijd kent Londen veel premature sterfte door de slechte luchtkwaliteit omdat zoveel wagens op diesel rijden, wat ronduit giftig is. En er bestaan alternatieven! De bedrijven wachten op de eerste bestellingen voor de bussen die zoals een elektrische tandenborstel aan de bushalte worden opgeladen. Natuurlijk zijn het moeilijke budgettaire tijden, daardoor is het wachten op de eerste bestelling.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal www.superstormen.be

Lokaal januari 2014

39


mens & ruimte waterbeleid

Rioolgeld wordt in riolen geïnvesteerd Elk jaar betaalt de Vlaming via de drinkwaterfactuur een saneringsbijdrage die bedoeld is voor riolering en waterzuivering: een gemeentelijke bijdrage voor de gemeentelijke riolen en een bovengemeentelijke voor de collectoren en waterzuivering van Aquafin. Afhankelijk van de gezinsgrootte is dat in 2013 ongeveer 70 tot 106 euro. Recent verschenen in de pers en het parlement vragen over een deel van dit rioolgeld dat in gemeentekassen zou verdwijnen en anders wordt aangewend. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) stelt dat 260 miljoen euro tot nu toe en nog eens 78 miljoen euro in de toekomst terugvloeit naar de gemeentekassen. Dat dit geld naar de gemeentekassen vloeit klopt. Dat dit onrechtmatig is en dat dit geld niet in riolen wordt geïnvesteerd is helemaal onjuist. tekst christophe claeys beeld daniel geeraerts

V

olgens de VMM is er een tekort van 356 miljoen euro/jaar (zie kader) voor beheer van en investeringen in riolen. Het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw spreekt zelfs van een jaarlijks tekort van 500 miljoen euro. Zo goed als alle gemeenten hebben met de huidige saneringsmiddelen uit de drinkwaterfactuur onvoldoende inkomsten voor de noodzakelijke investeringen in het bestaande rioolstelsel, en dus al helemaal voor de uitbreiding ervan. Ook met de huidige financiële ondersteuning van het Vlaamse Gewest daarbovenop blijft er een tekort van 356 miljoen euro per jaar. Dit is een veelvoud

van de (grotendeels eenmalige) 260 + 78 miljoen euro die de gemeentekassen zou spekken en niet opnieuw in riolen geïnvesteerd zou worden. Een deel van het jaarlijks tekort van 356 miljoen euro zal uit de gemeentekassen moeten komen. Het bedrag dat nu naar de gemeentekassen vloeit, zal dus op termijn onvermijdelijk vanuit de gemeentekas in riolen geïnvesteerd worden.

kosten voor deze heraanleg zijn volledig ten laste van de gemeentelijke begroting. Ook hiervoor is een veelvoud aan middelen nodig ten opzichte van de vermelde 260 miljoen euro. Ter illustratie een tabel met cijfers van enkele steden die recent in de pers vermeld werden. Het houdt geen steek om inkomsten en uitgaven voor investeringen op jaarbasis te bekijken. Het ene jaar investeert de gemeente minder, het andere jaar meer. Hierdoor zullen de rioolbeheerders het ene jaar reserves opbouwen, het andere jaar zullen er tekorten aangevuld moeten worden ten gevolge van hogere uitgaven voor investeringen. Daarom moeten deze investeringen over een langere periode van een, twee of zelfs meer gemeentelijke beleidsperiodes bekeken worden.

Aanleg publieke ruimte niet inbegrepen In dit tekort van 356 miljoen euro per jaar is de heraanleg van het openbaar domein boven de riool niet begrepen. De

daniel geeraerts

Een vaak gehoorde opmerking is dat de rioolbelasting misbruikt wordt om de overdracht van riolen naar intercommunales te vergoeden. Het klopt dat een deel van de rioolbelasting gebruikt wordt om de overdracht van infrastructuur te vergoeden. Het klopt niet dat dit misbruik is. Het is immers zo dat een veelvoud van deze vergoeding op termijn rechtstreeks terugvloeit in rioolinvesteringen en naar het openbaar domein boven die riolen. Bovendien betalen gemeenten nog leningen af voor bestaande rioolstelsels.

40 januari 2014 Lokaal

Om het rioolbeleid in Vlaanderen vooruit te helpen vragen we dat de financiering en de doelstellingen op elkaar worden afgestemd. Dan kan er gecontroleerd worden op resultaten.


Rioolgeld in vergelijking met budget voor openbaar domein Stad

Rioolgeld in gemeentekas

Budget investeringen in openbaar domein in periode 2014-2019

Hasselt

11,2 miljoen euro

66,7 miljoen euro

Oostende

7,6 miljoen euro + 2,4 miljoen euro (voorzien)

41 miljoen euro

Gent

2,5 miljoen euro + 8,3 miljoen euro (voorzien)

121,7 miljoen euro

Genk

9,8 miljoen euro

+/- 40 miljoen euro

Forse investeringen in riolen Ter illustratie nog enkele cijfers over de inspanningen met saneringsmiddelen. De saneringsdivisie van de intercommunale TMVW zette tussen 2005 en eind 2012 in totaal ongeveer 500 miljoen euro aan financiële middelen in (waarvan 314 miljoen euro voor investeringen). Er moet benadrukt worden dat hiertegenover slechts ongeveer 310 miljoen euro aan ontvangsten uit saneringsbijdragen en subsidies stonden. Voor de steden Gent en Oostende alleen al werd in die periode voor respectievelijk 60 miljoen euro en 31 miljoen euro aan investeringen uitgegeven. Voor de komende beleidsperiode (2014-2019) is in Gent voor 112 miljoen euro aan investeringen gepland. Boven op dit investeringsprogramma worden nog belangrijke budgetten voor de jaarlijkse exploitatieopdrachten gereserveerd. Bij de rioolintercommunales onder Infrax werd tussen 2010 en 2012 in totaal ongeveer 240 miljoen euro aan financiële middelen ingezet (waarvan 203 miljoen

euro voor investeringen). Hiertegenover stonden slechts 222 miljoen euro aan ontvangsten uit saneringsmiddelen en gewestelijke subsidies. Deze cijfers illustreren heel duidelijk de omvang van de door de gemeenten en hun intercommunale rioolbeheerders geleverde inspanningen. De cijfers staan in schril contrast met de bescheiden tegenprestatie voor de inbreng van de bestaande rioleringsinfrastructuur die door gemeenten trouwens zelf gefinancierd is en desgevallend ook verder afbetaald wordt. Meten op resultaten Wat moet er dan wel gebeuren? Het fundamentele probleem van het rioolbeleid is dat de middelen ruim onvoldoende zijn om de doelstellingen te realiseren. Bovendien hebben de gemeenten geen zekerheid over gewestelijke subsidies omdat de aanvraag veel groter is dan het aanbod. Daardoor wordt er al jaren onduidelijk gecommuniceerd over doel-

Cijfers uit het VMM-rapport Financiering noodzakelijke saneringsinfrastructuur op gemeentelijk vlak (2010). Hierin wordt een inschatting gemaakt op basis van kasstromen (uitgaven en ontvangsten) in de periode 2009-2027 (18 jaar): Uitgaven (inclusief wegherstel, exclusief heraanleg weg)

• Exploitatie in het buitengebied (0,7%) en vervanging en exploitatie in het centraal gebied (2%): 7,875 miljard euro of 438 miljoen euro/jaar • Investeringen in ontbrekende infrastructuur: (gemeentelijk aandeel, 700 milj euro lokaal pact reeds in mindering): 6,724 miljard euro of 374 milj euro/jaar

Ontvangsten

• Subsidies Vlaams gewest: 2,106 miljard euro of 117 milj euro/j • Maximale gemeentelijke saneringsbijdrage – en vergoeding drinkwaterfactuur: 6,091 miljard euro of 338 milj euro/j

Tekort

6,402 miljard euro of 356 milj euro/j

stellingen en worden er ook geen harde resultaten geëist. Om het rioolbeleid in Vlaanderen vooruit te helpen vragen we dat de financiering en de doelstellingen op elkaar worden afgestemd. Dan kan er gecontroleerd worden op resultaten. Gezien de grote tekorten – 356 miljoen euro per jaar – is het onvermijdelijk dat de koek voor extra investeringen groter moet worden. Zelfs als de doelstellingen worden bijgestuurd, zullen er veel extra middelen nodig blijven. Die zullen dan trouwens grotendeels terugvloeien naar tewerkstelling in de bouwsector. Als de algemene daling in gemeentelijke investeringen zich doorzet zoals verwacht, dan staan er meer dan 7000 banen in de bouwsector op de tocht. We vragen dat de Vlaamse overheid een kader uitwerkt met verschillende financierende pijlers. Die moeten ervoor zorgen dat de gemeenten en hun rioolbeheerders extra middelen kunnen genereren zodat het restbedrag dat de gemeenten uit eigen middelen moeten aanwenden, voor alle gemeenten haalbaar wordt. Ook vragen we dat het Vlaamse Gewest binnen dit kader zijn ondersteuning zo aanpast dat de gemeenten en hun rioolbeheerders deze subsidies kunnen inplannen. Als de financiering rond is en de doelstellingen duidelijk zijn, kan er gecontroleerd worden op resultaten. Alleen dan kunnen we vooruitgaan. De discussie over de aanwending van middelen die nu naar boven komt is hierin maar een klein onderdeel. Ze mag niet gebruikt worden om het debat over de noodzaak van veel extra middelen niet aan te gaan. Christophe Claeys is VVSG-stafmedewerker waterbeleid. Deze tekst werd ondertekend door Kris Van Dijck, burgemeester van Dessel en voorzitter Raad van Bestuur VVSG, Wim Dries, burgemeester van Genk, Daniel Termont, burgemeester van Gent, Hilde Claes, burgemeester van Hasselt, Filip Gijssels, burgemeester van Kaprijke, Jean Vandecasteele, burgemeester van Oostende en Luc Martens, burgemeester van Roeselare en voorzitter van de VVSG

Lokaal januari 2014

41


NIEUWE EDITIE

COÖRDINEREN EN SAMENWERKEN VISIES, METHODEN EN INSTRUMENTEN VOOR HET MIDDENKADER AUTEUR: THEO WIJNEN, COÖRDINATOR TEAM CONSULTING EN ONTWIKKELING EN STAFMEDEWERKER ORGANISATIEONTWIKKELING VVSG

De werkzaamheden en opdrachten van leidinggevenden op het middenkaderniveau worden steeds gecompliceerder en gedifferentieerder. Meerdere afdelingen (diensten en teams) en disciplines in een organisatie worden genoodzaakt om samen aan een opdracht of taakstelling te werken. De vierde editie van de pocket ‘Coördineren en Samenwerken’ speelt daarop in. Voor deze nieuwe editie werd gebruikgemaakt van de kennis en ervaringen die de VVSG tussentijds heeft opgedaan met de trajectbegeleidingen voor management- en leiderschapsontwikkeling in lokale besturen. Enkele belangrijke taken en competenties van leidinggevenden die werkzaam zijn in lokale besturen en andere organisaties staan centraal: besluitvorming, coördineren, plannen en ordenen, delegeren van werkzaamheden en controleren, samenwerken en samenwerkingsgedrag (o.a. onderhandelen en conflicthantering).

Deze pocket wil de thema’s ‘coördineren’ en ‘samenwerken’ concreter maken voor de dagelijkse praktijk van de leidinggevende op het middenkaderniveau. Natuurlijk is de praktijk van de eigen organisatie veel weerbarstiger dan hier wordt beschreven. Daarom zien we de pocket als een praktische gids voor de leidinggevende.

BESTELKAART

Ja, ik bestel

De pocket kan gebruikt worden in meerdere werkvormen en omstandigheden:

tijdens vorming, training en procesbegeleiding;

tijdens intervisiemomenten met collega-leidinggevenden;

tijdens een individueel supervisietraject;

als persoonlijk werkboek om tussentijds na te denken en te reflecteren over het eigen professioneel handelen als leidinggevende.

De pocket wordt ondersteund met een cd-rom waarop vele kaders, oefendocumenten en praktijkvoorbeelden staan die de leidinggevende kunnen helpen bij het toepassen van de aspecten coördineren en samenwerken in zijn eigen praktijk. Coördineren en samenwerken behoort tot de reeks Professionele Vaardigheden.

....... ex. van Coördineren en samenwerken - Visies, methoden en instrumenten aan 25 euro* voor VVSG-leden of 29 euro*, ISBN 978-2-509-01847-2

Naam: ............................................................................................... Functie: ............................................................................................

Uitgeverij Politeia

Bestuur/Organisatie: .........................................................................

Ravensteingalerij 28 1000 Brussel

Tel.: .................................................................................................. E-mail: ..............................................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be 42 januari 2014 Lokaal

Adres: ............................................................................................... BTW: .................................................................................................

*

Prijzen inclusief btw, exclusief verzendingskosten, geldig tot 31/07/2014. Check voor exacte prijzen steeds onze website www.politeia.be

Datum en handtekening


mens & ruimte praktijk

mens & ruimte lokale raad

Noorwegen – Ook in Noorwegen, waar het volgens velen van ons toch een groot deel van het jaar te koud is om je neus buiten te steken, zijn er mooie initiatieven voor zachte mobiliteit.

Wie betaalt voor het verleggen van nutsleidingen?

marleen capelle

marleen capelle

marleen capelle

Alle beetjes helpen

In Trondheim steken ze moedige fietsers een handje toe met de Trampe, de eerste fietslift ter wereld. Het systeem is gebaseerd op het principe van de skilift. Je blijft op je fiets zitten en zet één voet in een steun. Die glijdt door een rail en zet je aan het eind van de 130 meter lan‑ ge helling af. Zo overbrug je moeiteloos een hoog‑ teverschil van 25 meter. De Trampe is sinds 1992 in gebruik en heeft in die tijd al meer dan 200.000 keer zijn nut bewezen. In 2013 werd hij vernieuwd om aan de nieuwste veiligheids‑ voorschriften te voldoen. Sindsdien is het gebruik trouwens gratis. Het systeem wordt nu ook gecommercialiseerd door het Franse bedrijf Skirail.

Ook bij grote ingrepen op het openbaar domein wordt hard aan oplos‑ singen gewerkt. In Oslo is het prachtige nieuwe operagebouw de aanzet van Bjørvika, een nieuwe wijk in het oude havenge‑ bied tussen de Oslofjord en het centrum. Omdat de hele wijk nog één grote werf was toen de opera in 2008 openging, kwam er een voorlopige verbin‑ ding via een overdekte voetgangersbrug met het station. Zo geraakte je snel en zonder slijkvoeten in de opera en weer op het open‑ baar vervoer. In oktober had de voetgangersbrug haar dienst gedaan en is ze afgebroken. De omgeving is wel nog in volle ontwikkeling. Zachte mobiliteit krijgt

fietslift: http://trampe.no

een belangrijke plaats in Bjørvika. Bussen en trams krijgen een eigen bedding in de nieuwe hoofdstraat en er komt een uitgebreid netwerk van voet- en fiets‑ paden. Enkele cijfers ter illustratie: 1100 meter tun‑ nels, 8000 meter rijwegen, 5700 meter wegen voor voetgangers en fietsers en 3500 meter exclusieve rijstroken voor openbaar vervoer. En wie de auto toch niet kan of wil missen, heeft een voetje voor als hij geen stank produceert: er zijn overal speciale parkeer‑ plaatsen waar alleen elektrische auto’s mogen parkeren. De auto’s zijn herkenbaar aan hun num‑ merplaat die altijd met EL begint. marleen capelle

mobiliteit in Bjørvika: www.vegvesen.no, zoeken op ‘Oslo Opera’ (informatie in Noors en Engels)

Elke nutsmaatschappij moet haar netwerk kunnen uitbouwen, en daarom kan zij haar leidingen altijd in het openbaar domein kwijt. De beheerder van het openbaar domein kan de aanleg niet volledig of principieel weigeren. Dit is een belangrijke uitzondering op de klassieke regels inzake domeinrecht. Daar staat tegenover dat de beheerder van het openbaar domein altijd de verlegging van de nutsleiding kan eisen en dat de kosten hiervan dan in principe ten laste zijn van de nutsmaatschappij. ‘In principe’ aangezien de verlegging alleen kan in opgesomde gevallen, maar die opsomming is voldoende ruim geformuleerd om haast elke verlegging te omvatten die nodig is voor het beheer van het openbaar domein. In de weinige gevallen waarin de domeinbeherende overheid de kosten wel moet dragen, hoeft zij zich niet neer te leggen bij de factuur die de nutsmaatschappij voorlegt. De domeinbeherende overheid kan een voorafgaand bestek vragen en ze mag desnoods zelf de verleggingswerken uitvoeren als dit haar goedkoper zou uitkomen. Conclusie: De verlegging van nutsleidingen voor wegenwerken is dus in principe ten koste van de nutsmaatschappij en niet voor rekening van degene die het initiatief nam voor de werken. Maar deze wettelijke regels zijn niet van dwingend recht, waardoor gemeente en nutsmaatschappij in onderlinge overeenstemming een andere kostenverdeling afspreken. De gemeente mag de verleggingskosten toch op zich nemen; die kosten kunnen dan doorgerekend worden aan de aangelanden via een verhaalbelasting. De wet regelt de kwestie slechts voor het geval dat er geen afspraak is, maar geeft de gemeente wel een sterk uitgangspunt in eventuele onderhandelingen over zo’n afspraak. De partijen kunnen hiervan in onderling overleg afwijken. Het is dus belangrijk dat gemeenten weten dat dit voor hen een keuze is en wat het uitgangspunt van de onderhandelingen is.

Mail uw juridische vragen over het openbare domein naar steven.verbanck@vvsg.be www.vvsg.be/omgeving/ openbare_werken

Lokaal januari 2014

43


mens & ruimte cultuurbeleid

Nieuwe media inzetten voor cultuur Het i-cultuurcentrum Digitale content is veel meer dan een nieuw communicatiekanaal als verlengstuk van de programmabrochure. Het is een zoektocht naar hoe je cultuurbeleving, kunstproductie, creatieve en cultuureducatieve processen, communicatie en interactie kunt uitbreiden en verbeteren. En zoals het digitale zelf één groot netwerk is, zullen cultuur- en gemeenschapscentra zich in de toekomst almaar meer moeten verbinden met andere organisaties en individuen om de werking mogelijk te maken en het potentieel te verhogen. tekst evi gillard

S

pelen is van alle tijden en leeftijden. Het raakt onze educatie-, recreatie-, creatie- en informatiebehoeften. Digitaal bestaan er al heel aantrekkelijke voorbeelden: apps of games die een tentoonstelling, voorstelling of een project omkaderen, verrijken en verdiepen voor het publiek en waarbij iedereen eventueel ook zelf iets persoonlijks kan toevoegen. Uiteraard creëert u zoiets niet in een vingerknip en beter ook niet alleen. Omring u met whizzkids en digineuten, organisaties met kennis van zaken, andere centra die dezelfde tentoonstelling of voorstelling programmeren, de makers van de productie, ontwikkelaars, creatievelingen. Zoek een goede mix van profielen, want er komt veel meer bij kijken dan techniek. Het idee of het concept komt eerst, waarbij de toegevoegde waarde voor de inhoud en cultuurbeleving centraal staat. Veel digitale systemen ontsluiten kennis en expertise binnen een organisatie of over organisaties heen. Zo is het www immers ontstaan. Dat kan gaan van een simpel forum waarbij iedereen tegelijk vraagsteller en deskundige is tot meer gespecialiseerde systemen met een hoog gebruiksgemak, zoekfunctie of kwaliteitscontrole. Maar al leent het digitale zich goed tot individuele ontplooiing en beleving, het stelt ons ook in staat ons te verbinden met mensen met gedeelde passies en interesses. Er zijn al veel cultuur- en gemeenschapscentra die filmpjes, fragmenten of tekstmateriaal online aanbieden, zodat niet alleen leerkrachten en kinderen, maar ook ouders ermee aan de slag kun-

44 januari 2014 Lokaal

nen. Dit is een eenvoudige en waardevolle manier om de digitale evoluties te benutten en vernieuwing te brengen. Een stap verder is experimenteren met interactieve games of apps die in de klas – op het ‘intelligente’ (digitale) schoolbord of via individuele iPads, maar ook thuis (samen met de ouders) getoond en gebruikt kunnen worden. We gebruiken de technologie om een theaterbezoek, tentoon-

functie op www.middelheimmuseum.be de ‘park explorer app’ voor een interactieve kunstbeleving. 38 jongeren tussen 14 en 23 jaar staken in de zomer van 2011 de creatieve hoofden bijeen in het museum in het kader van Sculpturized!, het kunstzinnig zomerproject van Piazza dell’Arte vzw. Ze experimenteerden met elektronische muziek en soundcollage, video, fotografie en grafische vormgeving.

Al leent het digitale zich goed tot individuele ontplooiing en beleving, het stelt ons ook in staat ons te verbinden met mensen met gedeelde passies en interesses. stelling of workshop voor te bereiden, bij afloop te reflecteren, na te genieten of zelf te beginnen creëren, co-creëren, delen en een community op te bouwen. Mobiele apps Op www.hetguldencabinet.be is de woning van Nicolaas Rockox zonder labels en teksten ingericht zoals een patriciërswoning in de Gouden Eeuw. Het KMSKA maakte een app waarmee bezoekers virtueel door de kamers wandelen en de kunstwerken bekijken zoals ze ook in de tentoonstelling opgesteld staan. De gebruikers van de app kunnen elk object in de tentoonstelling aantikken voor labelinformatie en om in te zoomen op het werk. Wie zijn favorieten aanvinkt, kan deze verzameling achteraf naar zichzelf sturen of tweeten of delen op Facebook. Wie een beeldentoer door het Middelheim wil volgen, downloadt via de zoek-

Multimediagidsen Sinds juni 2013 toont het Magritte Museum 21 kunstwerken op een visiogids op tablet in drie gebarentalen: de BelgischFranse, de Vlaamse en de internationale. Zes doventolken geven in filmpjes op originele wijze uitleg over de kunstwerken in het museum. De ondertiteling in het Frans, Nederlands en Engels maakt de gids ook bruikbaar voor het grote publiek. Games Odiel Defraeye won als eerste Belg de Tour de France in 1912. De Rumbekenaar werkte in een borstelfabriek in Izegem en leverde verschillende belangrijke wielerprestaties. Spelers van www.inhetwielvanodiel.be kruipen in de huid van een van de personages en leren samen met dit fietstalent de maatschappij van begin twintigste eeuw kennen. Dit is een gezamenlijk project voor jongeren van


het Wielermuseum van Roeselare en de Stedelijke Izegemse Musea. Multimediaal onthaal Het huis voor actuele kunst in Hasselt Z33 ontwikkelde in mei dit jaar een digitale multitouch interface – een grote tafel die omgevormd is in een mega-tabletcomputer waarvan meerdere mensen tegelijkertijd gebruik kunnen maken: filmpjes bekijken, foto’s opvragen en gedetailleerde informatie ontdekken over tal van nieuwe kunstprojecten. Binnenkort kunnen ook andere musea hiervan gebruik maken. Multimediaal creëren In Sint-Niklaas kunt u met uw smartphone een interactieve en artistieke geluidswandeling tussen vijftien sleutellocaties maken, zonder uitgestippeld parcours. Bij het naderen van deze plekken wacht u een geluidsbad dat de alledaagse omgeving verrassend anders maakt. De wandelervaring is het resultaat van een samenwerking tussen geluidskunstenaars en WIT Urban Team met inwoners van Sint-Niklaas en van diverse andere Europese steden die op ontdekkingstocht gingen in Sint-Niklaas. Hun verhalen, ervaringen en voorkeurplekken werden in geluidsportretten vertaald. Rode draad van de wandeling is vogels en natuur in de stad, maar uiteindelijk gaat het over de mensen die in de Zwijgershoek leven, wat er achter de gevels gebeurt. In deze wandeling kunt u dus letterlijk luistervinken. Onder de dubbeltitel ‘Luistervinken/ a knocking bird’ experimenteert het cultuurcentrum SintNiklaas met media, participatie, duurzaamheid en vooral stadsbeleving. Aan het gelijknamige schrijfproject op Facebook kan iedereen meeschrijven. U kunt audioguides afhalen op de dienst toerisme of de app downloaden op www.dromenvandenatuurindestad. be of www.notours.org. CC De Kern (Wilrijk) maakte van een prentenboek een multimediale ervaring die kleuters op een eigentijd-

se, speelse en interactieve manier naar de speeltuin van het alfabet leidt en hen aanzet om hun zintuiglijke ervaringen uit te beelden. In het prentenboek O Echo van Stan Van Steendam trekt het jon-

een combinatie van zelf geselecteerde geluiden en daarbij horende animatiebeelden, die online wordt bewaard. Op www.o-echo.be staan intussen meer dan zestig stadsecho’s (als resultaat van de

Een intussen bekend en succesvol voorbeeld in de cultuursector is het kenniskantoor van de bibliotheken, een onlineplatform waarin boek en bibliotheek centraal staan en kennis en ervaringen gedeeld worden. getje Tuur door de stad. De stadsgeluiden – van fietsgerinkel naar sirenes tot trompetten - trekken hem in de wondere wereld van letters en typografie. CC De Kern vertaalde O Echo naar een multimediale en interactieve stadstocht. De kleuters bekijken een animatiefilm van het prentenboek, om daarna met een tabletcomputer en hun begeleider de stad in te trekken om hun geluiden op te nemen. Na terugkomst plakken de kleuters door Stan Van Steendam geanimeerde beelden op de stadsgeluiden. Dat levert uiteindelijk een unieke stadsecho op,

vele voorstellingen die in scholen, bibliotheken en cc’s speelden). Kennisdeling Een intussen bekend en succesvol voorbeeld in de cultuursector is het kenniskantoor van de bibliotheken: kenniskantoor.bibliotheek.be, een onlineplatform waarin boek en bibliotheek centraal staan en kennis en ervaringen gedeeld worden. Ondertussen is het al lang niet

en o n ‑ mheid a a al ooit e z z r ’s C u G u dig en d vroeg tij oor CC’s Digitale er v e el t r e ë er d d c ig e e g r t d n d ij s r z im‑

a o creaties en. Hela die nu w an o n t en t digitale e d v or m c o e r g le e f a r d e it n tie tot a l a De dig g s en un crea ulturee a h c t ij n s e b n d a n o , edia v an p, v a a g en a multim en bijdr vensloo d er d e el e n le D n . u le n k e u a h un GC’s an h n te ga CC’s en ijdens h eh e er v t b k r verloren o t a e O a . h b t t s s me eeld om el k w e t t e g a an bijvoorb r r e t o ek m er s h e iger om in de ve n t er en , a i‑ g ld h u in v n g g le r le m dp r za e d inse or zo hun raa van duu asisbeg heid do b ik m le u a ia r e a v b k z e n r k duu ublie he t g e ns e digitale ie het p n minst o f do or e d n l e n a d e ia Z v n r . a heid o ma t e b es t archie g en en digitaal digitale uur zaam d in n ll a le e v a t s n it dig edin AMV B) r d en e k en v an n er f g o russel ( a ij B z bij het o m e r t n E n . le e il n tw s Lev unnen o r ma t e s bewus es die k t Vlaam ie e ip t c h gitale f a c in n r li a p b v basis eum en en p u oudige en Mus vorming em en . et eenv Archief t m e g h t e b en o in e n id ld e le e n k d e n ik a d en on t w rk, een h n t t e or IDS@ wo n efficië e t c je b de DigiG ale o om digit helpen

Lokaal januari 2014

45


mens & ruimte cultuurbeleid

meer het troetelkind van bibliotheekprofessionals alleen. Ook educatieve en andere medewerkers, bezoekers en auteurs zijn actief op dit platform en zorgen voor een breder netwerk van expertiseen passiedeling. Crowdsourcing Bij crowdsourcing doet een instelling een beroep op zijn bezoekers en vrijwilligers om digitaal bij te springen bij een omvangrijke taak. Vrijwilligers helpen bijvoorbeeld bij het verzamelen van data of bij het taggen van foto’s. Hierbij geven vrijwilligers tags (trefwoorden) aan foto’s die online beschikbaar zijn en hel-

pen ze zo het museum of de instelling bij het ontsluiten van de collectie. Het Huis van Alijn (www.huisvanalijn.be) deed zo al enkele projecten. Co-creatie Wielertoeristen doorkruisen wekelijks ons landje. Ze doen dat fysiek, maar die ene helling in het landschap kunnen ze ook virtueel beklimmen met www.strava.com. Elke wielrenner klimt op eigen tempo, op een ander moment in de week, maand of jaar die helling op. En dan ontmoeten ze elkaar virtueel. Ze registreren elk hun tijd (via smartphone & gps) en fietsroute. Via het web en via de Strava-

applicatie vergelijken ze de eigen tijd met die van de voorgangers: ‘Track your progress and challenge your friends.’ Het virtuele voegt hier een extra dimensie toe, die de grenzen van tijd en ruimte en afstand doorbreekt en een community toevoegt. Evi Gillard is stafmedewerker van de Vereniging Vlaamse Cultuur- en Gemeenschapscentra vzw VVC, belangenbehartiger voor cultuur-en gemeenschapscentra in Vlaanderen en Brussel www.cultuurcentra.be LOCUS, Vlaams steunpunt voor bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra en lokaal cultuurbeleid www.locusnet.be

advertentie

EEN PASFOTOSERVICE VOOR ELKE INWONER VAN UW GEMEENTE Na de voorstelling van de allereerste pasfotocabine voor andersvaliden in de gemeente Kortessem, tonen meer en meer gemeentebesturen interesse in deze revolutionaire photobooth. Deze unieke pasfotocabine biedt de mogelijkheid aan iedereen, zowel andersvaliden als validen, om zich van de nodige pasfoto’s te voorzien. Door middel van een ultra brede doorgang rijden rolwagengebruikers probleemloos de cabine binnen. Via grote bedieningstoetsen, binnen ieders handbereik, wordt het gebruik ervan heel eenvoudig. Voor slechthorenden en slechtzienden werd er aan een specifieke begeleiding gedacht. Zij kunnen gebruik maken van een video- of stembegeleiding die de te volgen stappen duidelijk simuleert. Zoals bij alle PHOTOMATON pasfotocabines voldoen de afgeleverde pasfoto’s aan de ‘ICAO’ normen, d.m.v. een gepatenteerd softwareprogramma worden de foto‘s vergroot, verkleind en de achtergrond egaal wit gemaakt indien nodig. Wenst u ook dergelijke service aan te bieden aan uw inwoners, aarzel dan niet contact op te nemen met uw sales manager. Hij zal u graag de mogelijke samenwerkingsformules uitleggen. Contact : GSM 0492 97 04 75 - sales.photomaton@hotmail.be

PRONTOPHOT N.V. Humaniteitslaan 415 - 1190 Vorst prontophot@skynet.be

46 januari 2014 Lokaal

Universele pasfotocabine by PHOTOMATON


Pensioenen en salarissen.

2013

Hebt u nog een

klare kijk?

UNIEKE OPLOSSINGEN OP MAAT VOOR UW INSTELLING Om de pensioenlast van uw instelling efficiënt en duurzaam te plannen hebt u een globale en optimale visie nodig. Publi-Plan is een uniek concept dat u geïntegreerde oplossingen biedt om de beste beslissingen te kunnen nemen. Meer info? 011 28 23 90 of publi-plan@ethias.be

Surf ook naar www.ethiasservices.be Ethias Services NV. Ondernemingsnummer 0825.876.113. Contact : Prins-Bisschopssingel 73 – 35000 HASSELT

Services


mens & ruimte cultuurbeleid

Cultuurcentra zoeken witruimte De seizoensbrochure is de heilige koe van nogal wat cultuur- en gemeenschapscentra. En toch wordt ze steeds meer in vraag gesteld. Rijp voor de slacht is ze niet, maar ze mag best wat afslanken en wat meer ruimte laten, witruimte. Dat zeggen Griet Ivens (Ter Dilft) en Koen Adams (30cc). tekst bart van moerkerke beeld kenneth van der taelen

‘En dan bieden we met trots ook nog WIT-RUIMTE aan. Het is een signaal en een opdracht tegelijk. Voor het publiek, voor onszelf en voor de artiesten natuurlijk. We reserveren graag wat plaats en tijd om ideeën te laten garen, om op het moment zelf te reageren, om spontaan creativiteit te genereren.’ Deze intrigerende tekst staat in de inleiding van de seizoensbrochure van het Bornemse cultuurcentrum Ter Dilft. Bij wijze van statement zijn in de brochure naast de vertrouwde mix van voorstellingen vier

zich maar weinig vragen. Langer lopende processen waarvan het resultaat onzeker is, krijgen nauwelijks een kans. Ter Dilft heeft heel expliciet witruimte gecreëerd door dit seizoen tien procent minder te programmeren. Daardoor komt er tijd, infrastructuur, personeel, capaciteit vrij. Die kan ingezet worden wanneer zich iets interessants aandient. Het maakt meer projectmatig werken mogelijk. Voor de medewerkers is het een stap in het onbekende. Griet Ivens: ‘Een seizoensbrochure die volledig af is,

Griet Ivens. ‘Als de hele programmatie al lang op voorhand vastligt, is er geen ruimte meer om in te spelen op interessante projecten.’ witte bladzijden opgenomen. Elke pagina kan opengeklapt worden en toont de interpretatie van witruimte door een kunstenaar: acteur Kurt Demey, componist/muzikant Jan Swerts, beeldend kunstenaar/fotograaf Kenneth Van der Taelen en beeldend kunstenaar Honoré d’O. ‘Het is een eerste aanzet om uit de ratrace te stappen die eist dat je het seizoensaanbod steeds vroeger volledig klaar hebt,’ zegt Griet Ivens. ‘Als de hele programmatie al lang op voorhand vastligt, soms met voorstellingen waaraan de artiesten nog niet eens begonnen zijn, is er geen ruimte meer om in te spelen op interessante projecten. Want kunstenaars blijven natuurlijk werken, ze blijven ideeën hebben wanneer je seizoensbrochure af is.’ Tien procent minder De meeste cultuur- en gemeenschapscentra doen hun werk professioneel en goed, en dat wordt gewaardeerd door het publiek. Tegelijkertijd zijn ze zeer resultaatgericht, inhoudelijk stellen ze 48 januari 2014 Lokaal

geeft rust en veiligheid. Aan de andere kant opent witruimte ook veel mogelijkheden. Ik merk dat er nu allerlei voorstellen en ideeën van medewerkers komen voor bijvoorbeeld een interessante inleiding of een creatieve workshop bij een productie.’ Het lokale weefsel Koen Adams van het Leuvense 30cc herkent het beeld van de voortdenderende trein die de centra met man en macht onder controle proberen te houden. Iets waar ze ternauwernood in slagen. Daardoor is er geen mentale ruimte om na

te denken over andere manieren van werken. Die transitie is nochtans nodig als de centra op termijn hun opdracht goed willen blijven invullen. ‘Er moet meer interactie komen tussen het cultuur- of gemeenschapscentrum en wat zich afspeelt in de omgeving en de maatschappij. We moeten innovatie en dynamiek kansen geven. Het is een illusie te denken dat we alles zelf kunnen blijven doen, de groeiende nichevorming maakt dat onmogelijk. Witruimte staat voor mij niet alleen voor het vrijmaken van tijd, maar ook voor openheid, voor ruimte laten aan allerlei initiatieven die opborrelen. Het cultuurcentrum wordt dan een soort stimulator van het maatschappelijke netwerk. Het smeedt vanuit een creatieve, culturele insteek banden tussen gemeenschappen, groepen, individuen. Het heeft niet enkel een spreidende rol maar versterkt ook het lokale weefsel. Programmatoren en medewerkers krijgen dus ook andere taken. Ze moeten niet alleen doen wat ze nu doen, ze worden meer procesmakers en -begeleiders.’ 30cc zette de voorbije jaren gemeenschapsvormende, sociaal-artistieke projecten met verschillende wijken op: de carrousels. Die waren vrij groot, waardoor het fijnmazige verloren ging en er toch al snel weer op een productiemodus werd overgeschakeld. In het lopende seizoen zal 30cc het kleinschaliger houden,

Vooruit op vrijdagmorgen: niets moet, alles mag De stafleden en het communicatieteam van Kunstencentrum Vooruit houden de vrijdagmorgen in hun agenda vrij. Dan ‘werken’ ze niet, ze praten met collega’s, ze lezen, ze verdiepen zich in een onderwerp. Niets moet, alles mag. Na een aarzelende start heeft die werkwijze intussen tot allerlei boeiende ideeën en initiatieven ge‑ leid. In een volgende stap wordt de hele organisatie in het transitiebad getrokken.


zodat er meer ruimte is voor samenwerking met de partners in de wijken. Culturele cambio Het omgaan met en het invullen van witruimte is arbeidsintensief, het vraagt veel meer interne communicatie dan de ‘reguliere’ werking. Op de teamvergaderingen gebeurt meer dan de stand van zaken overlopen en praktische afspraken maken, er zijn meer inhoudelijke ge-

sprekken en discussies. Het nadenken over witruimte leverde ook het idee van culturele cambio op. Griet Ivens: ‘Naar analogie met het systeem van autodelen moeten we nadenken over infrastructuur delen. Vanuit ruimtelijk en milieuoogpunt is het niet verantwoord dat een cultuurcentrum maar blijft uitbreiden. Waarom zouden we niet tijdelijk leegstaande privégebouwen of scholen kunnen gebruiken? Dat is geen nieuw idee,

maar we willen er wel intensiever en structureler mee aan de slag gaan. Op die manier wordt cultuur, kunst ook een hefboom voor veranderingen op het vlak van ruimtelijke ordening, van ecologie.’ Koen Adams stelt vast dat tegelijkertijd de infrastructuur van de centra onderbenut is. ‘Ze staat regelmatig leeg omdat we geen technische capaciteit meer hebben. En dus moeten we in de toekomst ook een soort van conciërge-

Koen Adams: ‘Er moet meer interactie komen tussen het cultuur- of gemeenschapscentrum en wat zich afspeelt in de omgeving en de maatschappij.’ functie mogelijk maken, waarbij we onze infrastructuur ter beschikking stellen en enkel de kalender beheren en een oogje in het zeil houden.’ Experimenteren Griet Ivens is ervan overtuigd dat op zekerheid blijven spelen geen optie is. ‘We spreken vooral een iets ouder, gegoed publiek aan. Willen we ook een ander, jonger publiek bereiken, dan moeten we aan onze werking sleutelen. Het is niet de bedoeling dat we alles overboord gooien, maar we moeten tot een nieuw evenwicht komen, kruisbestuivingen tot stand brengen, dynamiek creëren in een solide orgaan. Dat betekent dat we andere expertise moeten binnenhalen, dat we moeten experimenteren. Met gevaar af en toe op onze bek te gaan.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal Dit artikel is een bewerking van een interview dat verscheen in ‘Over de kracht van cultuuren gemeenschapscentra gisteren, vandaag en morgen’, een publicatie van VVC en Locus, 2013.

Beeldend kunstenaar/ fotograaf Kenneth Van der Taelen vulde de witruimte in met een latent zelfportret.

Lokaal januari 2014

49


mens & ruimte praktijk

AARSCHOT - Op de digitale talentenbank maken verenigingen en vrijwilligers vacatures bekend, de talentenbank op wieltjes spreekt de bewoners aan op plaatsen waar veel Aarschotnaren vertoeven zoals de markt, de carnavalstoet, evenementen of ook gewoon op straat. Door in te zetten op hun talenten verbreedt het sociale netwerk van bewoners, doordat ze samen dingen kunnen doen brengt de talentenbank mensen bij elkaar.

Talentenbank levert de geknipte vrijwilliger

Dank zij de talentenbank boort Aarschot alle aanwezige talent aan. Op 17 oktober dronken ze op de grote Markt 600 liter pompoensoep.

De digitale talentenbank www.talenten‑ bankaarschot.be is een website met een overzichtelijke database waarin organisa‑ ties en verenigingen hun vrijwilligersvaca‑ tures plaatsen. Vrijwilligers met talenten kunnen er tussen de verschillende vaca‑ tures snuffelen. Inwoners die op zoek zijn naar een zinvolle vrijetijdsbesteding op hun maat, krijgen zo op een eenvoudige manier een overzicht van driehonderd organisaties en verenigingen. Voorts kunnen mensen met een goed idee op de site terecht via de idee-knop. Deze knop mobiliseert mensen om tijdelijk actie te ondernemen zoals een speelpleintje opruimen of bloemen planten. De bank op wieltjes is een opvallende, mobiele zitbank aangedreven door een brommer of zitmaaier. Bewoners worden actief aangesproken op evenementen, markten of buurtfeesten met drie centrale vragen: wat kun je goed, wat doe je graag en wat wil je nog graag leren? Een talen‑ tenblad dient als leidraad bij het gesprek. 50 januari 2014 Lokaal

De talenten en interesses worden in een databank geregistreerd en dan worden inwoners gelinkt aan vacatures uit de digitale talentenbank. Als er geen links uitkomen, kunnen deze talenten leiden tot nieuwe initiatieven. Mensen die aangespro‑ ken worden en op de bank plaatsnemen, krijgen nadien ook een talentenbadge ‘ik heb talent’ opgespeld om zo te wijzen op de overtuiging dat er talent schuilt in elke mens. Het maakt dat de motivatie bij de bewoners zienderogen stijgt en dus klinkt het in Aarschot: ‘Genoeg geklaagd, tijd voor actie! Het moet allemaal niet zo erg zijn… maak het plezant… Vrijwilligerswerk is ple‑ zant want je betekent iets voor mensen.’ En zo kun je in Aarschot gratis je haar laten knippen in ruil voor het opvouwen van een mand wasgoed.

Een talentenverhaal op zich Het ontwerp en de bouw van de talenten‑ bank op wieltjes gebeurde door leerlingen

van SIBA afdeling houtbewerking, jongeren van Arktos maakten de bromfiets rijklaar, een talentvolle kunstenaar kreeg de kans om de bank aan te kleden, leerlingen van de tekenacademie ontwierpen het logo, een bezoeker van de voedselbedeling maakte de zitmaaier rijklaar en onderhoudt brommer en zitmaaier, de badges van de talentenbank maakt een bewoner uit de sociale woonwijk, de digitale database wordt up-to-date gehouden door een jong talent met een geestelijke beperking… De talentenbank wordt gedragen door vrijwil‑ ligers, zoveel mogelijk mensen denken en werken eraan mee. De bank op wieltjes maakt het mogelijk alle bewoners van Aarschot uit alle lagen van de bevolking (rijk en arm, jong en oud, allochtoon en autochtoon) aan te spre‑ ken. Bij het activeren van talenten staat met andere woorden een kwalitatieve netwerkmix centraal. Uit een bevraging van de maatschappelijk kwetsbaarste bewoners blijkt immers dat hun netwerk meestal bestaat uit mensen met dezelfde kwaliteiten die met dezelfde moeilijkheden worstelen. Maar toen een jong gezin een


kapotte slaapzak had, kwam het in contact met een kansarme naaister. De naaister repareerde de slaapzak en het gezin hielp bij de paperassen van de vrouw.

En ook nieuwe media Naast de website heeft de talentenbank ook een Facebookpagina, die het krachtige idee verder promoot. Facebook biedt extra mogelijkheden om op korte termijn veel mensen te activeren en te prikkelen bij lopende acties. Ook met QR-codes wordt geëxperimenteerd. Deze bieden de moge‑ lijkheid om directe links naar opmerkelijke vacatures te creëren. Op dit moment zijn er experimenten met Twitter als activerings‑ instrument. Heel opvallend is dat alle lagen van de bevolking actief lijken te zijn op de sociale media. Toen 25 talentenbank-vrijwilligers Sing For The Climate in Aarschot organiseer‑ den, zakten meer dan 500 mensen af naar

dit evenement. De Pompoenpiraat heeft via Facebook 140 pompoenpitplanters gevonden, ook de twaalf lagere scholen van Aarschot deden mee. Daarna nodigde de Pompoenpiraat alle inwoners van Aar‑ schot uit om de pompoenen te oogsten en er pompoensoep voor iedereen van te maken. Op 17 oktober (dag van verzet tegen armoede) kwam uit alle windstreken pom‑ poensoep naar de Grote Markt. Maar liefst 600 liter werd er verzameld en meer dan tweeduizend mensen aten ervan.

Drie invalshoeken De stad en het ACW van Aarschot en RISO Vlaams-Brabant hadden elk een specifieke benadering voor vrijwilligers(werk). De stad geeft altijd al subsidies aan verenigingen en biedt in het cultuurcentrum, de jeugd‑ dienst, de sportdienst of het OCMW veel plaats aan vrijwilligers, het ACW wil het aanwezige verenigingsleven sterker maken

en RISO Vlaams-Brabant legt de nadruk op het opnemen van de maatschappelijke meest kwetsbaren in onze samenleving. Deze drie invalshoeken vormden de basis voor de talentenbank. Op hun jaarlijkse bijeenkomst nemen ze de talentenbank telkens onder de loep. Tijdens de opstart‑ fase kwamen ze verschillende keren samen. Financieel werd dit project haalbaar door een financiële bijdrage van het ACW voor de ontwikkeling van de website, zowel Aar‑ schot als het RISO Vlaams-Brabant spon‑ soren in de vorm van arbeidstijd. Tot slot werd er ook een beperkt bedrag gevonden via een subsidie van de provincie VlaamsBrabant en Cera Foundation. De dagelijkse werking is de verantwoordelijkheid van de buurtwerker van de dienst Welzijn. Wegens zijn succes werd het project Talentenbank na een jaar verankerd onder de dienst Wel‑ zijn van de stad Aarschot. wout plasmans is buurtwerker in aarschot

buurtwerk@aarschot.be, T 016-55 06 79, M 0492-64 90 72, www.talentenbankaarschot.be, facebook.com/Talentenbank advertentie

IS DEZE ADVERTENTIE WEL LEGAAL? U staat er misschien niet bij stil, maar deze advertentie is onderhevig aan een pak wetgeving. Beeldmerken, auteursrecht, plaatsing, nanciën... Meer dan u op het eerste gezicht zou vermoeden. Dat geldt eigenlijk voor de wet in het algemeen. Alles hangt met elkaar samen, zeker bij steden en gemeenten. Dus kunt u maar beter samenwerken met een partner die alle kennis in één huis heeft. Zelfs als het gaat om een advertentie.

Speciek voor overheden: ruimtelijke ordening - overheidsopdrachten en pps personeelsbeleid - overheidsaansprakelijkheid - administratief recht - grondgebiedszaken - milieu Mechelsesteenweg 27 - 2018 Antwerpen - T +32 3 232 50 60 - E info@gsj.be - www.gsj.be

Lokaal januari 2014

51


OCMW: sterk werk is een sterk merk

Het Negenhof als tweede thuis SINT-PIETERS-LEEUW -Suzanne Blondelle komt al sinds de opening in 2001 elke dag in het lokale dienstencentrum Negenhof eten, daarna brengt ze met haar vriendinnen de middag al kaartend door. Els Aerts zorgt ervoor dat het gezellig is in het lokale dienstencentrum en dat jongere en oudere ouderen zich er thuis voelen. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

52 januari 2014 Lokaal


“ In het lokale dienstencentrum maak je veel vrienden. Maar je verliest er ook veel, sommigen omdat ze niet meer alleen thuis kunnen wonen.”

E

ls Aerts is centrumverantwoordelijke van het lokale dienstencentrum Negenhof in Sint-Pieters-Leeuw: ‘In totaal bereiken we in dit centrum tweehonderd mensen, dagelijks komen er veertig voor onze warme maaltijd. Het heeft met de leeftijd te maken, de jongere ouderen komen vanaf 55 jaar een cursus volgen: Engels, computerles of ze doen mee aan andere hobby-activiteiten zoals de tekenles, een fietstocht, aerobics of een wandeling; de groep van boven de tachtig komt eerder eten, ze gaan niet meer zo gemakkelijk nog iets nieuws proberen, ze willen het liefst kaarten of rummikub spelen, ze doen nog wel eens mee aan een show en komen zeker feesten, maar iets anders hoef je ze niet meer te vragen. We hebben elke zomer wel een

hele bus vol om in het Hallerbos mosselen te gaan eten, die mensen gaan wel eens graag op restaurant. Ook op het nieuwjaarsfeest zijn er zeker honderdvijftig mensen van de partij.’ ‘Als ik veel volk op een informatieactiviteit verwacht, moeten de kaarters ook maar luisteren. Toen we laatst samen met Okra de brandweer hebben uitgenodigd om over CO-vergiftiging te komen praten, vonden ze dat toch interessant. We proberen het hier zo huiselijk mogelijk te maken. De ouderen in deze buurt zijn soms heel eenzaam. Ze hebben hun partner verloren en/of hebben al veel meegemaakt.’ Suzanne Blondelle (82) is al 22 jaar weduwe, tien jaar lang was ze alleen thuis, ze naaide wat en werkte veel in haar tuin. Ze was ook kasmeester bij Okra, maar sinds 2001 gaat ze naar het Negenhof. En dat doet haar deugd. Suzanne kleedt zich dan netjes op: ‘Het is al wat we hebben, we zijn blij dat we hier kunnen komen kaarten.’ Met haar

vriendinnen Yvonne (88), Julienne (83) en Julia (80) kiest ze meestal tussen wiezen of hartenjagen. ‘We zijn vier weduwen, anders zitten we maar alleen thuis. Hier is ons tweede huis.’ Ze spelen ook graag hoger-lager of bingo en als er een feest in het dienstencentrum is, zijn ze er graag bij: ‘Het zijn hier altijd schone feesten, soms kun je zelfs uit drie aperitieven kiezen, zoals toen bij het wildfestijn.’ Suzanne komt ’s middags te voet, ’s avonds brengt de chauffeur van de mindermobielencentrale haar naar huis. De andere drie laten zich twee keer per dag rijden. In het lokale dienstencentrum hebben ze al veel nieuwe vrienden gemaakt, maar ook verloren: ‘Sommigen gaan naar een woonzorgcentrum.’ Met de jongere groep ouderen vinden ze weinig aansluiting: ‘Ze volgen cursussen en willen lijndansen.’ De vier dames walsen nog liever samen. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal januari 2014

53


De databank voor communicatie met de overheid. Hebt u al eens stilgestaan bij de overheid als afzetmarkt voor uw product of dienst? De overheid is een betrouwbare klant, die almaar efficiënter werkt. Die efficiëntie vertaalt de overheid in meer overheidsopdrachten voor de privésector. Zorg dat u erbij bent en geef de overheid een plaats in uw marketing. Pinakes laat u toe om doelgericht met de overheid te communiceren. Pinakes is een overheidsdatabank met een schat aan contactgegevens: meer dan 120 000 (e-)adressen van politici en leidinggevende ambtenaren, en meer dan 17 500 overheidsdiensten en organisaties in België, Luxemburg en de Europese Instellingen. Dankzij Pinakes leert u de juiste mensen in het overheidsdoolhof kennen. U selecteert de overheden – de functies – de bevoegdheden met wie u wil communiceren. U bekomt keurige lijsten met de contactgegevens van deze over-

Maak kennis met Pinakes en

heidsdiensten en hun verantwoordelijken. Met één actie

surf naar www.pinakes.be.

ontvangt iedereen uw bedrijfsinformatie. Onze contactgegevens zijn volledig, juist en dagdagelijks actueel.

Of contacteer ons, via www.pinakes.be,

Met Pinakes bouwt u een duurzame relatie met de over-

info@pinakes.be

heid uit.

of 02 211 55 95.


beweging actualiteit

stefan dewickere

Lokaal is de toekomst

Honderd jaar Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten. Twintig jaar regionale verenigingen waaronder de VVSG. Op 5 december vierden de verenigingen dit bijzonder moment in de Passage 44 in Brussel. RTBF-journaliste Annick Capelle interviewde in keurig Frans en Nederlands de ministers-presidenten Rudy Demotte (Wallonië), Karl-Heinz Lambertz (Duitstalige Gemeenschap) en Rudi Vervoort (Brussel), samen met de voorzitters van de verenigingen. Voor Vlaanderen sprak zij in een sterk debat met viceminister-president Geert Bourgeois en VVSGvoorzitter Luc Martens. Annemarie Jorritsma, voorzitter van de CEMR (de koepel van de Europese steden en gemeenten) zette in een filmpje de toon: lokale besturen worden in Europa maar ook in België steeds belangrijker. Ze krijgen steeds meer taken, zijn het eerste bestuur dicht bij de burger en krijgen het meeste vertrouwen. Achteraf toosten de genodigden, burgemeesters en secretarissen uit 589 gemeenten in België, samen met de medewerkers van de drie regionale verenigingen op de volgende twintig jaar. jan van alsenoy

Filmpjes kunt u zien op YouTube. Tik VBSG in.

Lokaal januari 2014

55


beweging netwerk

De eerste Energiedag die de VVSG organiseerde, zette een heuse motor in beweging. In het Vlaams Netwerk Burgemeestersconvenant komt sindsdien iedereen samen die met dat convenant bezig is: ze halen inspiratie bij elkaar maar dankzij dit netwerk geeft het Vlaams Departement Leefmilieu, Natuur en Energie dezer dagen aan elke gemeente een nulmeting over de CO2-uitstoot op haar grondgebied. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

Op een kruispunt Els: ‘Ik volg voor de provincie Antwerpen het energie- en klimaatbeleid op en het was interessant op de Energiedag alle spelers te ontmoeten. Zeker voor de doelstellingen van het Burgemeestersconvenant was er behoefte aan overkoepelende uitwisseling. De VVSG vulde toen die vraag in. Op die Energiedag werd het Burgemeestersconvenant aan een groter publiek bekendgemaakt. Als provincie waren we toen al aan het werken om zelf een klimaatneutrale organisatie te worden. We ondersteunen de gemeenten er ook sterk in. Ik denk ook dat de afgevaardigden van de andere provincies na de vergadering waar ik over de tools op www.provant.be/klimaatneutraleorganisatie2020 heb verteld, onze website hebben bezocht. Van meet af aan had ik veel aan het Netwerk: ik leerde mensen kennen, kreeg veel inspiratie over mogelijke methodieken en kwam te weten hoe de anderen het convenant ervoeren. De gelijke behoeften kwamen ook naar voren. Je ziet elkaar eens, je hoort waarmee de anderen bezig zijn en je voelt steun omdat iedereen overal met dezelfde knelpunten wordt geconfronteerd. Een verdienste van het Netwerk is dat het de noodzaak van de universele nulmeting van de CO2-uistoot voor alle gemeenten aan het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, duidelijk heeft gemaakt. Hierdoor levert LNE aan alle gemeenten een sjabloon die vereist wordt door het Europese burgemeestersconvenant. Dat is essentieel voor wie met dat convenant van start wil gaan. Bovendien krijgen ze jaarlijks een actualisatie en kunnen ze meteen zien hoever ze staan. Het gezamenlijke signaal vanuit het netwerk was veel krachtiger dan als we ieder apart een nulmeting zouden hebben aangevraagd.’

56 januari 2014 Lokaal

Stefan: ‘Op die eerste Energiedag maakte ik kennis met het Burgemeestersconvenant. Er waren toen een aantal ondertekenaars aanwezig, zoals Gent en Genk. Omdat er nog geen netwerk bestond, was het belangrijk dat de VVSG die draad oppakte en zo voor enige coördinatie zorgde. Nu het Vlaamse milieuconvenant is opgedoekt, kan dit een nieuwe manier van werken worden. Zo voelde ik het toen al aan en ik begon wat te zoeken, te googelen, ik vond her en der een beetje informatie, maar door al die losse elementjes kreeg ik nog meer vragen. Op het Netwerk vielen die puzzelstukjes organisch in elkaar. Het Netwerk bood dus meteen al voordelen: je ziet hoe een bepaalde organisatie een project uitwerkt, een provincie doet dat anders dan een intercommunale, en er zijn ook verschillen tussen intercommunales. Maar alle verschillende aspecten kwamen aan bod op het befaamde rondje, voor mij telkens de essentie van het netwerk. Ik noteerde ijverig wie wat zei, en als ik daarna vastzat, wist ik meteen wie het daarover op het Netwerk had gehad. Voor ons was het Burgemeestersconvenant een nieuwe kapstok om het milieu- en duurzaamheidsverhaal aan op te hangen. Zo kun je een klemtoon leggen, prioriteiten stellen zoals “De volgende zes jaar werken we aan het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen”. Maar ik maak het wekelijks op de colleges mee dat als er geen centen tegenover een actie staan, het Els van Praet is beleidsmedewerker energie van de provincie Antwerpen


moeilijk is om in deze tijden iets te realiseren. Dat missen we nu wel door het wegvallen van de subsidies in het kader van de samenwerkingsovereenkomst. Bovendien is het een zoektocht naar de juiste Europese instrumenten en projecten. In het Netwerk hoop ik hierover in de toekomst meer informatie te vergaren, net zoals over het thema landbouw.’ Alex:‘Voor steden zoals Mechelen, Aalst en Kortrijk betekende het Netwerk ook een instap tot het Burgemeestersconvenant. Almaar meer blijkt dat als je Europese fondsen wilt, het een extra troef is dat je het Burgemeestersconvenant hebt

ondertekend. Andersom zet dit convenant aan om Europees te gaan. Dit is een atypisch netwerk naar VVSGmaatstaven omdat het mensen groepeert uit gemeenten, provincies, intercommunales, het Vlaamse Gewest, het Vlaams Energieagentschap, de distributienetbeheerders en het VITO. Dat is een zeer breed palet. Daarom hebben we de eerste samenkomst ook bewust afgesloten met een wandelbuffet met broodjes zodat iedereen met iedereen kennis kon maken. Er zijn toen veel bilaterale contacten ontstaan. Voor die nulmeting van CO2-uitstoot hebben we een keer een succesvol webi-

nar gehouden met een aantal leden van het netwerk. In september moest de ontwikkelaar dringend uitleggen wat de samenstelling van de cijfers zou betekenen. Het webinar was een try-out en het werkte omdat we maar één agendapunt hadden en we met een beperkt aantal mensen vragen wilden stellen. Met het Netwerk willen we nog verder gaan, op dit moment toont de Vlaamse administratie een grote bereidheid maar de politici blijven achter. Er blijft nog veel te doen!’ www.vvsg.be: zoek op ‘Vlaams Netwerk Burgemeestersconvenant’

Stefan Kempeneers is milieubegeleider van Interleuven

Alex Verhoeven is VVSG-stafmedewerker duurzaam beleid

Lokaal januari 2014

57


perspiraat

“De cherry picking [door commerciële bedrijven in de afvalstromen] is zorgwekkend. Het is duidelijk dat de kosten voor gemeenten en intercommunales stijgen en dat die uiteindelijk doorgerekend moeten worden. Voor veel bedrijven heeft winst bovendien voorrang op zorg voor het milieu, wat al even bedenkelijk is. We pleiten voor een versteviging van de gemeentelijke zorgplicht, die zegt dat gemeenten bepalen wie, wanneer, welk en op welke manier afval inzamelt.” Christof Delatter van Interafval, het samenwerkingsverband tussen afvalintercommunales en de VVSG – De Morgen 14/12

beweging in de prijzen

Brugge tot meest leefbare stad uitgeroepen

“De 308 Vlaamse gemeenten verdienen waardering en respect om de grootste saneringsronde ooit in Vlaanderen tot een goed einde te brengen. In vijf jaar tijd zullen alle gemeenten, met al hun verschillen en verscheidene draagvlakken, een gezonde balans voorleggen. Ik hoop nu op waardering en respect.” Luc Martens, voorzitter van de VVSG en burgemeester van Roeselare – Belga 4/12 “Eén van de elementen waarop men echt kan bezuinigen omdat het een grote budgettaire post is, is de personeelskost. Men kiest meestal voor het niet verlengen van tijdelijke contracten en het niet vervangen van mensen die met pensioen gaat. Soms vallen er ook naakte ontslagen.” Algemeen VVSG-directeur Mark Suykens bevestigt dat besparen op personeel de trend is bij gemeenten – Belga 4/12

58 januari 2014 Lokaal

De Groendienst van Brugge heeft begin december de prestigieuze LivCom-wedstrijd gewonnen. De prijs wordt uitgereikt aan de meest leefbare stad ter wereld. Brugge won in de categorie Whole City Award. Brugge was ook genomineerd voor de categorie steden tussen 75.000 en 150.000 inwoners. Miguel Berteloot, hoofd van de stedelijke Groendienst, heeft een stevig dossier over Brugge opgemaakt, plus een overzicht van alle inspanningen die Brugge levert om een leefbare stad te zijn.

Scheldekaaien worden Groen in de Stad

bart lasuy

“Sinterklaas, het kinderfeest bij uitstek, is voor alle kinderen erg belangrijk. Maar voor mensen in armoede is het niet evident iets voor hun kinderen te kopen. We mogen niet vergeten dat bijna een op de vijf kinderen in een kansarm gezin geboren wordt.” Rudy Coddens, voorzitter van de afdeling OCMW’s bij de VVSG, n.a.v. de sinterklaasacties waarmee de OCMW’s meer dan 10.000 kinderen bereikten – Belga 4/12

gf

“Het Nederlandse en Deense voorbeeld bewijst dat schaalvergroting leidt tot hogere kosten.” Algemeen VVSG-directeur Mark Suykens over de mogelijkheid van gemeentefusies. – De Standaard 9/12

De projectoproep Groen in de Stad (GidS) past in de doelstelling van Vlaanderen in Actie om Vlaanderen tegen 2020 te ontwikkelen tot een groen en dynamisch stedengewest. Minister Joke Schauvliege reserveerde 500.000 euro voor duurzame groenprojecten in Vlaanderen: 250.000 euro voor een Vlaamse laureaat en 50.000 euro voor provinciale laureaten. Voor de titel ‘Vlaamse laureaat’ selecteerde de jury op 30 oktober het project Scheldekaaien in Antwerpen. De plannen munten uit door een doorgedreven en gedurfde combinatie van ecologie en recreatie, met een Droogdokkenpark van 15 hectare. De jury viel onder andere voor de aanleg van een natuurlijke getijdenoever met slikken en schorren als onderdeel van de groene Scheldeboorden.


Cera-prijs voor Maasmechelse jongeren

Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

inlevering personeelsadvertenties voor

Lokaal 2 (februarinummer) > 9 januari 2014 Lokaal 3 (maartnummer) > 6 februari 2014

karina brys

Waar komen wij vandaan? Waarom zijn wij hier? Wie zijn wij? Die vragen houden jongeren bezig, vooral in een mijnstreek waar de werkloze mijntorens getuigen van een groot maar definitief afgesloten verleden. Vele jaren na de mijnsluiting gaat een nieuwe generatie jongeren op zoek naar dat verleden. Hun eigentijdse film over Maasmechelen is het resultaat van hun engagement. Zij groeven in de geschiedenis van hun familie, ontdekten de historische waarde van de mijn en meteen de basis van de samenhang van de Maasmechelse gemeenschap. Aan het filmproject werkten jongens en meisjes tussen veertien en negentien jaar van Belgische, Turkse, Duitse, Italiaanse, Marokkaanse, Angolese, Kameroense en Bosnische afkomst mee. De jury van de Cera-prijs van het Vlaamse Jeugdwelzijnswerk 2014 was op 21 november vol lof over dit project van vzw Thebe. De twee andere genomineerden waren het huiskamerproject van de jongerenwerking van PSC Vluchtelingenwerk uit Antwerpen en het Jeugdwelzijnsoverleg van Eeklo.

kies nu voor de

VVSG solidariteits-

agenda

2014

voor een sterk SolidariteitsAgen

da2014_226x36

2outl_2008.indd

lokaal bestu ur

1

20/08/13 11:51

• een agenda met de correcte gegevens van meer dan duizend federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur • een agenda met de data die belangrijk zijn voor lokale besturen, zoals wanneer u welke vlag moet uithangen • een agenda in handig formaat (17,5 op 22,5 cm) met overzicht per week en een leeslint • een agenda ten voordele van Oxfam-Solidariteit. • een agenda die zijn prijs meer dan waard is, en met korting voor groepsaankopen van meer dan vijf stuks: - 15,99 euro voor VVSG-leden, met korting: 13,11 euro - 18,49 euro voor niet-leden, met korting: 15,61 euro Btw en verzending inbegrepen.

informatie

nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43

Plaats vandaag nog uw bestelling Viviane Arents, T 02-211 55 19, viviane.arents@vvsg.be Ingrid Vankelecom, T 02-211 55 20, ingrid.vankelecom@vvsg.be VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel

Lokaal januari 2014

59


beweging agenda

Geel 16 januari

Mijn rol als ploegbaas Ervaringsgerichte opleiding zonder zware theoretische modellen voor ploegverantwoordelijken die meer inzicht en bruikbare praktijkoplossingen zoeken in hun (nieuwe) rol. www.vvsg.be/opleidingen Leuven 16 januari

Een lezersvriendelijk en klantgericht sociaal verslag maken Tweedaagse praktijkopleiding om verslagen te schrijven die enerzijds leesbaar zijn voor de cliënt zelf en die anderzijds de raad overtuigen van de problemen en behoeften van de cliënt. www.vvsg.be/opleidingen Antwerpen 21 januari Leuven 23 januari Gent 28 januari

TOP: vroegtijdige zorgplanning Visie en beleid betreffende vroegtijdige zorgplanning uitwerken is allesbehalve evident. In dit thematische ondersteuningspunt (TOP) wordt u hier een jaar lang specifiek in begeleid. www.vvsg.be/opleidingen

Sint-Niklaas 21 januari Roeselare 23 januari Zemst 29 januari Hasselt 7 februari

ROP Kwaliteitszorg Woon- en Zorgcentra Hier vergaart u nieuwe inzichten in kwaliteitszorg en organisatieontwikkeling door ideeën en ervaringen uit te wisselen met collega’s in en rond andere woonzorgcentra. www.vvsg.be/opleidingen Kortrijk 23 januari

Wegwijzer naar een passende hulpverlening Stoomcursus over de sociale rechten van de cliënt met handige overzichten en tal van extra tips & tricks. Een must voor nieuwelingen, een boeiende opfrissing voor anderen. www.vvsg.be/opleidingen

Intervisiereeks voor LOI-begeleiders Een ervaren begeleider doet de intervisiegroep samen creatieve oplossingen uitwerken, nieuwe hulpbronnen onderzoeken en omgaan met gevoelens zoals onmacht. www.vvsg.be/opleidingen Brussel (daarna meerdere locaties in Vlaanderen) 28 januari

Aan de slag als dienstencentrumleider

Een enthousiast team van experts en ervaren dienstencentrumleiders geeft u niet alleen de nodige bagage, het vormt ook een klankbord én referentiepunt voor nog vele jaren. www.vvsg.be/opleidingen Bierbeek 3 februari

Sint-Truiden 24 januari

Functioneringsgesprekken voor ploegbazen Iemands functioneren bespreekbaar maken is niet evident. Deze opleiding biedt u de kans specifiek op deze vaardigheid en samen met andere leidinggevenden intensief te oefenen. www.vvsg.be/opleidingen

Afsluitende studiedag met actuele onderzoeksresultaten Brussel 24 januari

Aan de slag met een arbeidsbeperking binnen een lokaal bestuur Welke strategie werkt voor medewerker en bestuur bij de aanwerving van mensen met een arbeidsbeperking? Diverscity en FeGOB onderzochten dit in een testproject in 2013. Tesamen met de resultaten krijgt u op deze dag ook inspiratie en voorbeelden om een duurzaam personeelsbeleid te ontwikkelen. www.vvsg.be/opleidingen

60 januari 2014 Lokaal

Gent 21 januari Mechelen 11 februari

Weerwerk bieden aan weerstand binnen de animatiewerking Deze tweedaagse vorming leert u op een positieve manier weerwerk bieden aan vaak indirecte weerstand. Met uw eigen cases als oefenmateriaal. www.vvsg.be/opleidingen Gent 4 februari

Kind in de stad Een dag vol ateliers over het kindvrien‑ delijk maken van de stad en hoe dit bij‑ draagt tot duurzaamheid en leefbaarheid voor alle burgers. www.thuisindestad.be Gent 4 februari

Intervisie voor hoofdverpleegkundigen Met een vaste groep van hoofdverpleegkundigen deelt u op een gestructureerde manier een jaar lang ervaringen, opvattingen, casussen. Ontdek de kracht van intervisie! www.vvsg.be/opleidingen


Gent 4 februari Leuven 6 februari

Nieuw decreet jeugdhulp in Vlaanderen Het nieuwe decreet Integrale Jeugdhulpverlening hertekent het landschap. Deze studiedag biedt een helder beeld van deze nakende veranderingen. www.vvsg.be/opleidingen

Correct verlonen Drie specialisten voor u geselecteerd!

Gent 13 maart Leuven 18 maart

Brussel 5-6 februari

Dag van de openbare ruimte Vakbeurs met kennissessies. www.openbareruimte.be Leuven 11 februari

Leiding geven in kinderopvang Samen met collega-verantwoordelijken staat u stil bij de actuele uitdagingen in het begeleiden van medewerkers of onthaalouders. Via intervisie worden concrete oplossingen verkend. www.vvsg.be/opleidingen

Z

ijn er sociale bijdragen verschuldigd op de tussenkomst voor dienstverplaatsin‑ gen die een personeelslid met zijn eigen auto doet? Onder welke voorwaarden kunt u de belkosten van uw medewerker ten laste nemen? Moet het personeels‑ lid deze voordelen aangeven in zijn belastingaangifte? Welke premies (geboorte, anciënniteit, pensioen) mag u toekennen? Wat met sociale zekerheid en belastingen voor thuiswerken met een door de werkgever betaalde internetverbinding? Drie specialisten loodsen u met raad en daad door een boeiende ochtend: Peter Contreras (adviseur en diensthoofd bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten), Johan Weemaes (legal expert publieke sector bij SD Worx) en Ben Gilot (VVSG-stafmedewerker financiën). www.vvsg.be/opleidingen

Koen Claessens, schepen in Retie:

De opleiding Politiek Leiderschap staat stil bij je specifieke positie: binnen je fractie, als lid van het college, in de relatie met de secretaris, het managementteam, de medewerkers en de bevolking. Ik ben al twaalf jaar schepen, en toch heb ik veel bijgeleerd. Ik kon mijn ervaring en kennis versterken en verrijken. Ik ervaar ‘leiding geven’ vanuit de positie als schepen dan ook als iets complexer dan ‘leiding geven’ in een zuiver professionele omgeving. Het eerstvolgende vijfdaagse traject van vijf donderdagen om de twee weken, start in Leuven op 14 maart Lokaal januari 2014

61


column Pieter Bos

Kleine geschiedenis van de gemeentehuisarchitectuur (2)

U

weet het vast niet meer. Maar gelukkig zijn er nog mensen zoals ik, die het dan maar weer eens in uw plaats doen. In dit geval: onthouden waar we gebleven waren. En dat was ergens in de jaren zeventig-tachtig van de vorige eeuw, toen een gemeentehuis ‘administratief centrum’ ging heten en met ‘crisis’ nog iets tijdelijks werd bedoeld. We hadden het over de uitvinding van het landschapskantoor en hoe dat voor sommigen aanleiding was om zich vrijwillig in te metselen met papier. In Atomaschuilkelders, zoals wij zeiden. En hoe dat anderen dan weer deed dromen van het papierloze kantoor. De administratieve hoop werd dus gevestigd op de informaticarevolutie. De computer zou ons, behalve van papier, bevrijden van ratelende typemachines en door carbonpapier en inktlint zwart geworden vingers (met hier en daar witte vlekken van de Tipp-Ex), zo werd voorspeld. En men blééf dit voorspellen, ook toen de bureauchefs, opstellers en klerken al lang met hun door de toner geblakerde vingers in hun oren zaten om de ratelende printers niet te horen. Tussen, laat dat vooral duidelijk zijn, stapels papier. Hoger dan ooit tevoren. Stapelgek werd een mens ervan. Van de clean desk kwam dus niks in huis. Van Kleenex (ja, nog meer papier) des te meer. De door de architecten bedachte landschapskantoren werden geleidelijk of schoksgewijs herverkaveld en opnieuw gecompartimenteerd. Eerst tussen diensten, daarna ook tussen medewerkers, wanneer die elkaar als tegenwerkers ervoeren. Waar planten en panelen tekortschoten, schoot de koptelefoon te hulp. Rond de millenniumwissel had iedereen zijn eigen plek heroverd. En een eigen computer bovendien. Er dreigde zowaar een evenwicht te ontstaan. Hoog tijd dus voor iets nieuws. En dat kwam er ook. Eerst werden de afzonderlijke computers met elkaar verbonden, met zoveel kabels dat menig kantoor meer op een spaghetteria leek dan op

62 januari 2014 Lokaal

het aquarium dat de architect voor ogen had gestaan. Al die kabels voerden naar een Moedercomputer, de Heilige Server. In het begin kon alleen een externe firma hiermee in contact treden, daarna ook de eigen informaticus, bijgenaamd de Tovenaar. Lange tijd was dat de machtigste man van de gemeente. Lag er vroeger af en toe eens een ambtenaar plat, dan werd dat opgevangen. Nu lag geregeld de server plat, en daarmee de administratie. Normaal gesproken werd dat verholpen door de informaticus. Tenzij die zelf plat lag of net vertrokken was naar een betrekking-met-BMW-in-de-privé. Na de kabels volgde het concept van de flexplek, waarbij de plaatsen op kantoor worden verdeeld volgens het stoelendansprincipe. Wie te laat komt, moet op dienstreis. Of naast het kneusje met de slechte adem gaan zitten. Officieel is de flexplek ingegeven door een streven naar efficiëntie (in de wandelgangen genoegzaam als efficiency uitgesproken). In werkelijkheid is het natuurlijk niets anders dan the return of the clean desk. Want om morgen voor een ander te kunnen dienen, moet je bureau vandaag zijn opgeruimd. Logisch. En het moet gezegd, de eerste weken lukte dit wonderwel. Daarna wat minder. En na enkele maanden helemaal niet meer. Ambtenaren hebben, dat is algemeen bekend bij de vakbonden, een hondenleven. Daar gedragen ze zich dan ook naar. Ze laten hun territoriumdrift de vrije loop en markeren hun terrein. Met een schijnbaar achteloos achtergelaten fluostift (met daarop hun naam in viltstift, hoe krijgen ze het klaar?). Een zogenaamd vergeten boeketje vergeet-me-nietjes (over ironie hoef je deze azertyïsten niks te leren). Een gepersonaliseerde mok, mokkend in eigen koffiekring. Een pennenzakje van Walt Disney dat de kinderen niet meer wilden. Een subtiel voetenbankje. In een enkel geval een appel, mogelijkerwijs vergiftigd – was Sneeuwwitje tenslotte niet van Disney? En natuurlijk dossiers, kaften, mappen, brieven, plannen, kortom papieren, om niet te zeggen: papier. Iedereen kent vandaag weer zijn plaats, zoals in de goede oude tijd. We zijn nu natuurlijk razend benieuwd naar de volgende zet van de managers, de architecten van de 21ste eeuw. Of toch alvast het begin ervan.


R U S T H U I S

BIBLIOTHEEK

ZWEMBAD

Public & Social Banking Slimme partnerships zorgen voor slimme projecten. Lokale instellingen werken voortdurend aan duurzame en efficiënte oplossingen voor de complexe maatschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen. Belfius helpt al jaren deze kleine en grote vooruitgangen waarmaken dankzij studies, advies, financiële producten, diensten en technologie. Deze expertise heeft ervoor gezorgd dat Belfius een slim partnership heeft met de publieke en sociale sector. Wat kan dit partnership concreet betekenen voor u en uw projecten? Uw relatiebeheerder bekijkt het graag samen met u. Meer info en voorbeelden van realisaties vindt u op www.belfius.be

Belfius Bank NV, verzekeringsagent (FSMA nr. 19649 A) Pachecolaan 44 te 1000 Brussel - IBAN BE23 0529 0064 6991 – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.