2014lokaal07

Page 1

Nr 7 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

Lokaal De interne keuken van de gemeente Essay over de relatie politici en ambtenaren

Bart Somers: ‘We krijgen een betere brandweer’ Nieuwe openbare verlichting Volstaat het containerpark?


Zij kozen voor ING … En u? Het is niet toevallig dat het Universitair Ziekenhuis Saint-Luc, net zoals twee derde van de Belgische organisaties, voor ING heeft gekozen als financiële partner. De financieel directeur, Philippe Dehaspe, getuigt:

Het financiële beheer van een ziekenhuisinstelling vereist zowel een strikte aanpak als een grondige kennis van de Belgische gezondheidszorg.

Philippe Dehaspe

Financieel directeur van het Universitair Ziekenhuis Saint-Luc

Boven op onze complexe en streng gereglementeerde facturatiecyclus is er nog de wachttijd voor de vereffening van de werkingssubsidies die de FOD Volksgezondheid toekent. Aangezien deze subsidies een kwart van onze inkomsten vertegenwoordigen, kan dat onze cashflow zwaar onder druk zetten. Elke dag moeten we onze cashflowpositie bepalen, om de overschotten te kunnen beleggen tegen een gunstige rentevoet of de tekorten te kunnen compenseren tegen voordelige voorwaarden. In dat verband is de online beheertool die ING aanbiedt via Telelink Online echt bijzonder praktisch. We loggen in, tikken een bedrag en een looptijd in, en ING biedt ons onmiddel-

lijk een rentevoet. Als we die goedkeuren, komt het geld rechtstreeks op de rekening van het ziekenhuis. Wat de langetermijnfinanciering betreft, moet u weten dat wij voor de terugbetaling van de kredieten die we afsluiten voor de renovatie van onze gebouwen afhankelijk zijn van subsidies. De ontvangst van deze subsidies is echter gebaseerd op de traditionele looptijd van een afschrijving, d.w.z. 33 jaar. Dit is helaas moeilijk verzoenbaar met de klassieke horizon die de banken hanteren. Maar ING heeft ons echter een creatieve oplossing aangeboden, waardoor we de ontvangen subsidies en onze betalingen op elkaar kunnen afstemmen, zonder ons te moeten engageren voor 33 jaar. Lees de volledige getuigenis van Philippe Dehaspe en ook die van andere cliënten op ing.be/getuigenissen.

Wilt u ook kiezen voor ING als financiële partner? Maak een afspraak met een van onze ING Relationship Managers via ing.be/business. Advertentie uitgegeven door ING België nv – Bank/Kredietgever – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789 Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nummer 12381A. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel – 708383N – 06/14


stefan dewickere

opinie

mark suykens algemeen vvsg-directeur

Bestuurskracht versterken

D

e volgende Vlaamse regering staat voor de uitdaging de bestuurskracht van de lokale besturen ten gronde te versterken zodat het lokale bestuursniveau eindelijk zijn eigen rol kan spelen. Het gevaar is groot dat de focus eenzijdig komt te liggen op de fusies van gemeenten als hét grote wondermiddel waardoor alles beter zal zijn. Sommige academici, journalisten, politici en belangengroepen zijn in dit tunneldenken verzeild, . Toch is een bestuurskrachtige gemeente voldoende in staat om de door haarzelf en door anderen (federale en Vlaamse overheid) opgelegde taken en ambities alleen of in samenwerking met anderen op te pakken en te realiseren. Daarvoor is een geheel van maatregelen nodig zowel bij de lokale besturen zelf als bij de Vlaamse overheid. Vooreerst moet de Vlaamse overheid fors dereguleren. Lokale besturen worden dagelijks geconfronteerd met te veel nieuwe decreten, uitvoeringsbesluiten, rondzendbrieven, vragen om dit of dat te doen (naast wetten en KB’s van de federale overheden en Europese richtlijnen). Geen enkel bestuur, ook niet het grote of middelgrote, heeft de capaciteit in huis om dat goed en snel te verwerken. De Vlaamse overheid moet drastisch snoeien in de regelgeving, investeren in echte wetsmatiging en deregulering, en stoppen met opdrachten door te schuiven zonder de nodige middelen. Hiervoor is een tweede versie van het planlastendecreet nodig met minder regels, meer ruimte voor lokaal beleid, een intersectorale aanpak. Vervolgens moet er fors geïnvesteerd worden in de versterking van het lokale politieke en ambtelijke apparaat, onder andere door het verminderen van het aantal uitvoerende mandatarissen (met een beter statuut), door betere loon- en arbeidsvoorwaarden voor het lokale topmanagement zodat sterke mensen aangetrokken kunnen worden (met mandaatstelsels en andere vormen van verloning), door te stoppen met de ongebreidelde groei van autonome gemeentebedrijven maar eerder te investeren in IVA’s (intern verzelfstandigde agentschappen) en budgethouderschap, door ondersteunende diensten van gemeenten en OCMW’s samen te voegen. Voor een aantal gemeenten moet het te geringe fiscale draagvlak versterkt worden door een gro-

tere compensatie uit het Gemeentefonds. Het fiscale vermogen is belangrijk voor bestuurskracht. Ook moeten formules om gezamenlijke backoffice-diensten uit te bouwen gemakkelijker worden, om samen hooggespecialiseerde ambtenaren aan te werven, of om via een gezamenlijk concern bepaalde backoffice-diensten van twee of meerdere gemeenten te bundelen met behoud van de frontoffice zo dicht mogelijk bij de burger. De reële bevoegdheden en middelen van gemeenten en OCMW’s decentraliseren, betekent het toekennen van de regiebevoegdheid in de echte betekenis: met echte doorzettingsmacht van het lokale bestuur om beleid te maken en niet louter een theoretische bevoegdheid om te regisseren met name in wonen, kinderopvang, sociale economie of welzijnsvoorzieningen. Vlaanderen moet inzake de schaalproblematiek vooral investeren in ICT en e-governement voor de hele overheidssector. Met globale ICToplossingen voor de hele overheid moeten lokale besturen niet telkens het warm water uitvinden en niet met zoveel verschillende systemen werken. Er zijn ook investeringen nodig in stadsregionale en streekaanpak. Voor gemeentegrensoverschrijdende problemen van mobiliteit, wonen, milieu of economie moet veel meer gewerkt worden aan sterke stadsregionale overlegorganen en streeksamenwerking. Zelfs met iets grotere gemeenten blijft dit een absolute noodzaak. Daarom is fusie van gemeenten maar een zeer partiële oplossing voor de zogenaamde schaalproblematiek. Al kan vrijwillige fusie van onderuit wel gemakkelijker gemaakt worden, op voorwaarde dat gemeenten worden samengebracht die ruimtelijk en sociaal-economisch bij mekaar horen, dat er objectief wordt aangetoond dat er een groter financieel draagvlak wordt gecreëerd en dat in de huidige beleidsperiode al een intense samenwerking groeit tussen de betrokken gemeenten en OCMW’s. De mythe dat fusies leiden tot efficiëntiewinsten en lagere uitgaven wordt door herhaald onderzoek in Nederland (universiteit Groningen) ten gronde tegengesproken. Het debat verengen tot fusies van gemeenten zal weinig opleveren. Lokaal juli 2014

3


inhoud • juli 2014 • nummer 7

De Interne Keuken

28

28 De combinatie van verkozen politici die in een politieke ruimte functio-

neren met ambtenaren die in een professionele ruimte functioneren, dat maakt de organisatie van onze lokale besturen verschillend van andere non-profitorganisaties of van bedrijven. Gemeenten hebben hierdoor een heel andere interne keuken, het is een bijzondere biotoop. Thema’s, burgers, politici en ambtenaren zijn sterk verweven. De contacten tussen politici en ambtenaren zijn intens en direct. Filip De Rynck kijkt wie er in de potten roert en hoe de topchefs overeen komen.

28

37 De stelling ‘Wie roert in de potten van de interne keuken van onze lokale besturen: de topambtenaar of de politicus?’

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 46 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Marleen Capelle, Katrien Gordts, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@cprojects.be, T 03-326 18 92

4 juli 2014 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 68 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 55 euro Niet-leden: 125 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Luc Martens, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Kris Van Dijck, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Bart Somers, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Kathleen Hutsebaut moet als burgemeester van Zingem én als keukenmanager van een Gents woonzorgcentrum goed organiseren, strikt plannen en met mensen kunnen opschieten. Via de lens van Lokaalfotograaf Bart Lasuy laat ze ons haar interne grootkeuken zien.

KAROLIEN VANDERSTAPPEN

essay


bestuurskracht

6 Kort print & web, perspiraat, Nix 12 Interview met Bart Somers ‘We krijgen een betere brandweer.’

Over een half jaar is de brandweerhervorming een feit: ‘De brandweer zal professioneler, rationeler en uniformer werken, de veiligheid van burgers en bedrijven zal erop vooruitgaan.’ Bart Somers, burgemeester van Mechelen maar ook voorzitter van de afdeling Veiligheid van de VVSG die samen met algemeen voorzitter Luc Martens mee aan de onderhandelingstafel zat, is formeel. Maar er moet nog hard gewerkt worden om de deadline te halen.

60

STEFAN DEWICKERE

INTERLEUVEN STEFAN DEWICKERE

DANIEL GEERAERTS

46

3 opinie Bestuurskracht versterken 66 column Geduldig papier

44 Betere openbare verlichting kost minder Nu hebben we in onze straten vooral

natriumlampen die geel licht geven waarbij je geen kleuren kunt onderscheiden en gezichtsherkenning op afstand moeilijk is. Led-verlichting geeft witter licht, kleuren en gezichten zijn wel goed te herkennen. Dat maakt led interessant vooral omdat de prijs van led zakt.

46 Alle hinder overzichtelijk 48 Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking in de lift 50 De verhuring van krotten bestrijden 52 Mobiliteit grensoverschrijdend oplossen 56 OCMW: sterk werk ‘Stap voor stap op zoek naar zichzelf’

18 Grenzeloos belastingen innen 20 Audit Vlaanderen van start

beweging

24 Een neus voor Europa: moet er nog werk zijn?

59 Algemene vergadering VVSG met veel bagage

26 De gemeenteraad van Torhout U ziet er allemaal goed uit.

Gemeenteraadsvoorzitters 60 Netwerk leren van elkaar

mens & ruimte BART LASUY

12

44

38 Kort nieuws, print & web, oproepen 42 Het containerpark is belangrijk, maar volstaat het?

Twee keer per jaar komt een vijftigtal gemeenteraadsvoorzitters bijeen om van elkaar te leren, om te netwerken. De collegagroep wisselt los van partijpolitieke grenzen van gedachten over de invulling van de nog jonge functie van voorzitter.

62 Kort laureaat, promotie, perspiraat 64 agenda Lokaal juli 2014

5


STEFAN DEWICKERE

bestuurskracht kort lokaal

Bijzondere Belastinginspectie pleegt hold-up op Vlaamse gemeenten De VVSG en de burgemeesters van de Vlaamse centrumsteden luiden de noodklok over de nieuwe interpretatie van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) inzake belasting op zogenaamde roerende inkomsten van gemeenten. Die interpretatie is niet alleen verkeerd, ze betekent een financiële catastrofe voor de Vlaamse gemeenten. Volgens de wet moeten belastingplichtigen onder de rechtspersonenbelasting roerende voorheffing betalen op hun roerende inkomsten. Die roerende inkomsten zijn wettelijk bepaald als ‘inkomsten uit verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen.’ Ook gemeenten zijn onderworpen aan de rechtspersonenbelasting. Maar sinds kort beschouwt de BBI de concessies die een gemeente geeft plots als het geven van een recht tot exploitatie van een activiteit, dat onderworpen is aan roerende voorheffing. Dat klopt natuurlijk niet: wanneer een gemeente bijvoorbeeld een zogenaamde concessie geeft aan een marktkramer, stelt ze gewoon een stuk van het (onroerend) openbaar domein gedurende enkele uren ter beschikking van die marktkramer. Een gemeente is trouwens verplicht haar openbaar domein ten dienste te stellen van haar inwoners. Bovendien zijn concessies voor markten, kermissen, parkeergarages, begraafplaatsen en dergelijke geen winstgevende activiteit voor een gemeente. Integendeel: meestal zijn de kosten voor de gemeente groter dan de inkomsten. Op de eventueel nog overblijvende netto-inkomsten nog eens een 6 juli 2014 Lokaal

roerende voorheffing toepassen, komt neer op een regelrechte hold-up door de fiscus.

Terugwerkende kracht? Nog stuitender is dat de BBI deze belasting met terugwerkende kracht wil heffen, waardoor gemeenten de kosten die aan hun concessies verbonden zijn, retroactief zouden moeten bewijzen. Dat blijkt in de praktijk vaak onmogelijk. Maar het door de BBI gehanteerde kostenforfait van 15% is in elk geval ruim onvoldoende. In de praktijk blijken de controles door de BBI ook beperkt tot Vlaanderen, terwijl de Waalse en Brusselse gemeenten veelal buiten schot blijven. Ook dit is onaanvaardbaar. Het is trouwens niet zo dat gewijzigde wetgeving aan de basis van die controles ligt: het Wetboek van Inkomstenbelastingen (WIB) is op dit vlak al jaren ongewijzigd, en gemeenten organiseren al decennia in alle openheid kermissen en markten, waarvoor de vergoeding wordt vastgelegd in een volledig openbaar gemeenteraadsreglement. Met andere woorden: gemeentelijke inkomsten die al tientallen jaren bestaan (en die voortvloeien uit de door de Grondwet gegarandeerde gemeentelijke bevoegdheid

om belastingen te heffen of retributies te innen), worden door een bepaalde interpretatie nu plots belastbaar.

Impact rampzalig Voor Antwerpen loopt de rekening voor deze bestuursperiode op tot minstens 5 miljoen euro. Maar ook andere gemeenten worden door deze nieuwe interpretatie zwaar getroffen, terwijl iedereen weet dat het water ze nu al aan de lippen staat. Op deze manier komen de cruciale investeringen en de dienstverlening van de gemeenten aan hun inwoners onvermijdelijk in het gedrang. We hebben het dan nog niet over de enorme administratieve overlast, zowel bij de gecontroleerde gemeenten als bij de belastingdiensten, die deze houding van de fiscus veroorzaakt. De VVSG en de Vlaamse centrumsteden vragen daarom met aandrang aan de Minister van Financiën deze nieuwe interpretatie van de belasting op roerende inkomsten onmiddellijk terug te draaien en als het echt niet anders kan, een wetgevend initiatief te nemen waardoor dergelijke gemeentelijke inkomsten nooit als belastbaar kunnen worden beschouwd. jan van alsenoy


print & web

Aanbevelingen Europese Commissie: impact voor de lokale besturen? De Europese Commissie lichtte op 3 juni haar aanbevelingen voor het stabiliteitsprogramma en het hervormingsprogramma EU 2020 voor België toe. Het algemene kader van die aanbevelingen geldt voor alle lidstaten en past in een globale Europese strategie: de schuldgraad doen dalen en naar fiscale stabiliteit streven, het concurrentievermogen verbeteren en meer werkgelegenheid creëren. Er zijn structurele hervormingen nodig, waarbij de Commissie wijst op de wederzijdse afhankelijkheid tussen de lidstaten en het belang van het coördineren en opvolgen van de nationale begrotingen. De vertaalslag voor België gebeurt in zes aanbevelingen. België is op goede weg om de schuldenlast en het begrotingstekort terug te dringen. Nieuwe maatregelen brachten ons land uit de gevarenzone zodat het niet meer onder speciaal toezicht van de Commissie staat. Toch blijven structurele inspanningen noodzakelijk om een oplossing te vinden voor de zeer hoge schuldgraad en de toenemende vergrijzing. Een groei van uitgaven moet beperkt blijven tot het economische groeipercentage, want anders ontspoort de begroting. België heft een van de hoogste lasten op arbeid en heeft een complex fiscaal systeem met veel uitzonderingen, dat bovendien weinig gericht is op milieustimulerende maatregelen. De Europese Commissie stelt dat het systeem moet worden vereenvoudigd en dat alle achterpoortjes gesloten moeten worden. De btw moet beter en efficiënter georganiseerd worden. In België moet de kloof tussen de wettelijke en de reële

pensioenleeftijd krimpen en het arbeidsmarktbeleid moet meer inzetten op actief ouder worden. De impact van de vergrijzing op de openbare financiën moet grondig bekeken worden. De interne arbeidsmobiliteit in België moet verhoogd worden in combinatie met betere coördinatie en overleg tussen de verschillende overheden, werkgelegenheidsdiensten en onderwijs. De activeringspolitiek moet zich richten op de kwetsbaarste groepen: ouderen, jongeren en migranten. De Belgische concurrentiepositie in verschillende sectoren moet verhogen. Hierbij komen de dienstensector en de detailhandel in het vizier. De Europese Commissie wil minder beperkende regels, meer liberalisering. De dienstenrichtlijn moet beter worden toegepast. Innovatie moet worden gestimuleerd zodat er een wissel kan komen naar producten met hogere toegevoegde waarde. België moet de broeikasemissies terugdringen. Vooral maat-

regelen in het vervoer en bij de gebouwen zijn noodzakelijk, waarbij overleg en afspraken tussen de verschillende overheden essentieel zijn.

Gevolgen voor de lokale besturen? De Europese Commissie gaat over die aanbevelingen in dialoog met de Belgische overheid, maar ze hebben ook invloed op gemeenten en OCMW’s. Door de zesde staatshervorming komen er bovendien veel bevoegdheden naar de gewesten. Voor de strategieën voor arbeidsmarktparticipatie en broeikasemissies, bij de discussie over de schuldenlast en hoe die moet worden verdeeld over de verschillende overheden, komen de lokale besturen in het vizier. Hoe het overleg en de afspraken hierover worden geregeld, blijft een open vraag. betty de wachter

http://ec.europa.eu/europe2020

Neem deel aan Zuiddag 2014: Work for Change Op Zuiddag ‘spijbelen’ meer dan 12.000 jongeren uit heel Vlaanderen en Brussel één schooldag om te gaan werken – voor een betere wereld. Hun loon gaat dit jaar naar een sterk jongerenproject in Gaza/Israël. De Zuiddag heeft plaats op 16 oktober, en vanaf 1 september gaan scholieren op zoek naar hun droomjob-voor-één-dag. Ook u kunt deze jongeren aan een unieke eerste werkervaring helpen.

Zet u zelf jongeren aan het werk, dan betaalt u per werkende leerling 50 euro voor het project. U kunt ook uw achterban, partners, lokale organisaties, handelaars en bedrijven aanmoedigen om deel te nemen. Inspiratie om jobs vrij te maken, promotiemateriaal en alle verdere informatie is te vinden op www.zuiddag.be

Werkplanning in de zorgsector: recuperatie Welke algemene regels en uit‑ zonderingen gelden op het vlak van de recuperatie? Deze uitgave biedt het antwoord op de meest courante vragen over de periode waarin de gemiddelde arbeids‑ duur moet worden gerespec‑ teerd, de tijden die in aanmer‑ king komen om het gemiddelde te berekenen, de mogelijkheden om af te wijken van de recu‑ peratieplicht, het loon voor de inhaalrust, het gevolg van open‑ staande inhaalrust bij het einde van de arbeidsovereenkomst, het samenvallen van inhaalrust en ziekte, de mogelijkheid om inhaalrust om te zetten in cash. Dit naslagwerk voor zowel de private als de openbare zorgsec‑ tor is naast een handige leidraad ook een stevige juridische basis voor beleidsbeslissingen. F. Blomme, Werkplanning in de zorgsector 5: Recuperatie, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 35 euro

Praktijkgids participatie Inspraak en participatie zijn ‘hot’. Maar wat leren we hieruit? Hoe begin je aan zo’n participa‑ tieproject en vooral, hoe breng je het tot een goed einde? Dit boek steunt op de rijke prak‑ tijkervaring van de auteur en andere projectcoördinatoren en organisaties die met participatie aan de slag zijn gegaan, alsook van participanten. Met aanbe‑ velingen, te mijden valkuilen en talrijke tips is het een handig werkinstrument voor organisa‑ ties, verenigingen en overheden om een eigen visie op participa‑ tie uit te werken en die ook om te zetten in de praktijk. B. Derwael, Praktijkgids participatie: 55 concrete tips voor succesvolle inspraakprojecten, Uitgeverij Politeia, Brussel, 29 euro

Lokaal juli 2014

7


bestuurskracht kort lokaal perspiraat

nieuws

“Waar in Vlaanderen eerst 82 procent van de gemeenten de mantelzorgpremie aanboden, is dat tussen 2013 en 2014 gezakt naar 75 procent. Ook het gemiddelde bedrag van de premie is vandaag minder. We denken dat gemeenten verkeerde keuzes maken in de besparingen. In een residentiële zorg kosten ouderen nog meer voor de gemeente.” Johan Tourné, nationaal secretaris van het christelijk ziekenfonds – Gazet van Antwerpen 23/6

KLIP gaat digitaal

“We experimenteerden voor twee bouwwerven met vrachtverkeer via het water. In totaal hebben we 44.000 ton grond en puin afgevoerd, goed voor 290 vaarten en - belangrijker - 1.745 uitgespaarde vrachtwagens in het stadscentrum.” Gents schepen van Mobiliteit en Openbare werken Filip Watteeuw (Groen) - De Standaard 20/6 “Zo met verschillende partijen om de tafel zitten om te proberen een oplossing te vinden, hebben we in Vlaanderen nooit gedaan. Bij ons wordt vanachter het bureau bepaald: het moet zo, anders kan het niet. Daardoor raken veel dossiers geblokkeerd.” Vlaamse ambtenaar Peter Vervoort over de ‘keukentafelbenadering’ van Nederlandse ervenconsulenten bij ruimtelijke ordening en individuele bouwprojecten op het platteland – De Morgen 20/6 “Als het dreigingsniveau stijgt, treedt een protocol in werking dat federaal is opgelegd. Daarbij wordt dan beroep gedaan op de lokale politie. We nemen dan ook onze verantwoordelijkheid op om de veiligheid van de burgers te verzekeren. De Antwerpse politie heeft daar middelen voor opzij staan. Toch was deze situatie niet lang meer vol te houden. Gelukkig kregen we bijstand van de federale politie en lokale korpsen uit andere gemeenten in Vlaanderen. Ik had graag ook beroep gedaan op defensie, maar dat bleek niet mogelijk.” Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) over de bewaking van de joodse wijk door de lokale politie na de aanslagen aan het Joods Museum in Brussel – Gazet van Antwerpen 20/6 “Mochten alle voedseloverschotten een land voorstellen, het zou de derde uitstoter van CO2 ter wereld zijn.” Tine Heyse (Groen), schepen voor Milieu in Gent, dat het concept van een ‘overschotdoos’ in restaurants wil invoeren om de voedselafvalberg te verkleinen – De Morgen 19/6

8 juli 2014 Lokaal

Het nieuwe Kabel en Leiding Informatie Portaal (KLIP) heeft als doel graafschade aan ondergrondse kabels en leidingen te voorkomen. Op 6 juni heeft de Vlaamse Regering het KLIP-uitvoeringsbesluit definitief goedgekeurd. Het bepaalt onder meer dat de zogenaamde Digitale Fase van KLIP op 1 januari 2016 in werking treedt. Het houdt ook in dat het Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL) en het Presentatiemodel Kabels en Leidingen (PMKL) de standaarden worden die nodig zijn

voor de uniforme uitwisseling en visualisatie van digitale kabel- en leidinginformatie. Door het besluit moeten vanaf 1 januari 2016 alle in Vlaanderen actieve kabel- en leidingbeheerders op IMKL-conforme wijze een planaanvraag kunnen beantwoorden via het KLIP. ward van hal

Decreet van 17 januari 2014 houdende wijziging van het KLIP-decreet van 14 maart 2008, wat betreft de wijze van afhandelen van een planaanvraag, BS van 10 februari 2014, inforumnummer 280515.

Lokale besturen moeten gerechtelijke diensten niet meer huisvesten De regelgeving over de verplichting tot huisvesting van gerechtelijke diensten door de gemeenten en de provincies gewijzigd. Die huisvesting is niet meer ten laste van de gemeenten en de provincies. De Regie der Gebouwen is daar voortaan bevoegd voor.

Er geldt een overgangsperiode van tien jaar. De gebouwen zijn opgenomen in de bijlage bij deze wet, met daarbij telkens de vermelding of deze ‘te verlaten’ of ‘te behouden’ zijn, al dan niet na renovatie. Men maakt een onderscheid tussen de gebouwen die gehuurd worden

door de gemeenten, en de gebouwen die ze in eigendom hebben. katrien colpaert-arickx

Wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie, BS van 14 mei 2014, inforumnummer 278406 – artikelen 145-152: inforumnummer 279735.

Familienaam van papa en/of mama Het nieuwe Belgische naamrecht is al op 1 juni in werking getreden. Daarnaast bevat de wet van 25 april 2014 onder meer bepalingen over de modernisering van de burgerlijke stand; die zijn in werking getreden op 24 mei 2014. De website van de Vlaamse Vereniging van Ambtenaren en Beambten Burgerlijke Stand vzw (www.vlavabbs.be) bevat hierover

nuttige toelichting en commentaar. katrien colpaert-arickx

Wet van 8 mei 2014, BS van 26 mei 2014, inforumnummer 283905. Wet van 25 april 2014, BS van 14 mei 2014, inforumnummer 278406 – Modernisering van de burgerlijke stand (artikelen 98-103): inforumnummer 279727.

Tot 5 september Prijs Publieke Ruimte 2015 Van woonstraat tot tijdelijke ruimte, van stationsomgeving tot stadspark, van bedrijventerrein tot recreatiedomein: alle recente realisaties kunnen meedingen naar de Prijs Publieke Ruimte 2015. De belangrijkste voorwaarden zijn enerzijds de situering in België en anderzijds de projectrealisatie na 1 januari 2010. www.steunpuntstraten.be


print & web

Belfius maakt analyse van gemeentelijke meerjarenplannen Naast de jaarlijkse analyse van de gemeentelijke budgetten maakt Belfius dit jaar ook een analyse van de gemeentelijke meerjarenplannen. Daaruit blijkt onder andere dat de Vlaamse gemeenten hun ontvangsten uit hun gewone werking sterker zien toenemen dan hun uitgaven uit hun gewone werking. Beide groeien beduidend minder snel dan tijdens de vorige bestuursperiode. De totale personeelsuitgaven – als onderdeel van de uitgaven uit de gewone werking – stijgen slechts licht, ondanks de sterk stijgende pensioenkosten. Door de forse inspanningen die de gemeenten de afgelopen periode geleverd hebben (en nog zullen leveren) zijn de gemeentelijke meerjarenplannen dan ook financieel in evenwicht. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het Gemeentefonds, een van de belangrijkste inkomstenbronnen van gemeenten, jaarlijks met 3,5% blijft groeien, net zoals de voorgaande jaren. Hopelijk vergeten de onderhandelingen voor een nieuwe Vlaamse regering dit niet. In zijn eindconclusie brengt Geert Gielens, chief economist van Belfius, de belangrijkste financiële uitdagingen voor de volgende drie jaren naar voren: de sterk stijgende pensioenlast, het budgettair stabiliteitspact, de hervorming van de hulpdiensten (uitvoering van de hulpverleningszones, financiering van de politiezones) en tot slot de demografische ontwikkeling met de sterke vergrijzing van de bevolking en de expansie in grote steden. ben gilot

www.belfius.be, knop public & social, onze studies, lokale financiën

Communicatiejaarverslag Vlaamse overheid Het nieuwe jaarverslag geeft aan hoe de Vlaamse overheid de prin‑ cipes uit de beleidsnota overheids‑ communicatie in praktijk heeft gebracht in 2013. Het gaat daarbij over toegankelijk en begrijpelijk communiceren, klantgericht zijn, geïntegreerde informatie bieden, een langetermijnrelatie opbouwen met de doelgroepen, ruimte ma‑ ken voor interactie, en communi‑ catie evalueren. Het jaarverslag geeft onder andere nog een stand van zaken van het merkbeleid, de dienstverlening van 1700 en een strategie voor de overheidsbrede digitale kanalen. Raadpleeg het verslag via www. vlaanderen.be/communicatiejaarverslag.

advertentie

Dé vakbeurs voor tuin, park en retail 250 exposanten / 11.000 professionele bezoekers / Kwalitatieve seminaries Innovaties & demonstraties / The Experience Shop Bestel uw

21 I 22 I 23 september 2014

GRATIS ticket

GEZOCHT winnaar STONEdesign Award! Green Expo organiseert de komende editie de Stone Design Award 2014 voor de tuinarchitect, tuinaannemer en de producent/leverancier van verhardingen. U kan zich gratis inschrijven met een creatief project of realisatie waarbij de focus ligt op bestrating of verharding die een mooie combinatie vormt met het aanwezige groen.

op www.green-expo.be met promocode: 1301

Flanders Expo Gent

SCHRIJF IN VIA

www.green-expo.be/ events en misschien wordt de STONEdesign Award wel de bekroning van uw project.

@GreenExpo2014

Green-Expo

GreenExpo14-advertenties.indd 17

30/05/14 10:29

Lokaal juli 2014

9


bestuurskracht kort lokaal perspiraat

nieuws

“De perceptie leeft dat GAS-boetes tegen jongeren zijn gericht, maar dat klopt niet. Pas wanneer er geen andere maatregel mogelijk is, krijgt een minderjarige die verantwoordelijk is voor overlast een GAS-boete. Alles in beschouwing genomen, zijn amper twee procent van alle GAS-boetes voor jongeren.” Pierre Thomas, directeur Integrale Veiligheid bij de FOD Binnenlandse Zaken – De Standaard 19/6 “Dat de bevolking in Vlaams-Brabant groeit, heeft vooral te maken met de instroom uit Brussel. Vroeger verlieten vooral Belgen de hoofdstad, nu zijn het vaak mensen van niet-Belgische origine. Van de 70.000 verhuizers van de voorbije vijf jaar had bijna de helft niet de Belgische nationaliteit bij de geboorte.” Filip De Maesschalck, dienst Welzijn van de provincie Vlaams-Brabant – De Standaard 19/6 “Het totale bedrag dat onze sector dit jaar aan wegenwerken kan verdienen, ligt dertig procent lager dan twee jaar geleden. Dat komt vooral omdat de gemeenten flink moeten besparen, en daardoor wegwerkzaamheden uitstellen. En de openbare werken voor de publieke sector vertegenwoordigen ongeveer 85 procent van de activiteit in onze sector.” Geert Verscheure van Vlawebo, sectororganisatie van de Vlaamse wegenbouwers, verwacht dat de komende twee jaar in Vlaanderen duizenden jobs zullen verdwijnen bij aannemers, onderaannemers en studiebureaus – Gazet van Antwerpen 19/6 “In de grote Belgische steden is zowat 50 procent van de bevolking al van vreemde afkomst. Maar veel gevestigde bedrijven hebben daar geen oog voor. Wie binnen vijf jaar de allochtone bevolking niet bereikt, is eraan voor de moeite.” Etnomarketeer Rachid Lamrabat – De Tijd 18/6

10 juli 2014 Lokaal

LAYLA AERTS

“Landen, of meer specifiek steden, kunnen bijdragen tot meer arbeidsmobiliteit binnen de Europese ruimte. Zorg voor uitdagende werkomstandigheden, zorg voor voldoende huisvesting en maak de rekrutering gemakkelijker. Als je dat doet, kan je de concurrentie op de globale markt aan.” Hans Leentjes, topman NoordEuropa van de humanresourcesgroep Manpower – Trends 19/6

GAS ook voor stilstaan en parkeren Op 20 juni verscheen eindelijk het Koninklijk Besluit op de nieuwe inbreuken op het stilstaan en parkeren bij de nieuwe wetgeving op de gemeentelijke administratieve sancties, terwijl het al op de federale Ministerraad van 14 november 2013 werd goedgekeurd, maar er was advies nodig van de Raad van State en de gewestregeringen. De late publicatie was vervelend voor gemeenten die al op 1 juli van start wilden gaan met het zelfstandig bestraffen van deze inbreuken. De inbreuken blijven ook in de verkeerswetgeving staan, maar de gemeenteraad kan beslissen ze in de politieverordening over te nemen. Als het college met de procureur des Konings een akkoord bereikt over de vervolging van de inbreuken, zal de sanctionerende ambtenaar voortaan zelf de inbreuken op stilstaan en parkeren mogen sanctioneren. Hiervoor moet hij wel een specifieke procedure met korte verweer- en beslissingstermijnen toepassen. De boetes zijn even hoog als in de verkeerswetgeving. Er is wel een verschil voor de graad van overtreding. De boete bedraagt 55 euro voor inbreuken van eerste categorie zoals parkeren in een voetgangerszone, 110 euro voor die van tweede categorie zoals hinderlijk parkeren op voetpaden, en 330 euro voor die van derde categorie zoals stilstaan op overwegen. Als een ANPR-camera vaststelt dat iemand in een voetgangers-

zone rijdt, hangt de bestuurder een boete van 55 euro boven het hoofd. Gemeenten die al met gedepenaliseerde parkeerinbreuken werken, kunnen daar na 1 juli mee doorgaan. Het is moeilijk om al op 1 juli van start te gaan met de nieuwe procedures. Er moet nog een protocolakkoord afgesloten worden met de procureur des Konings en die wacht nu nog op verdere instructies instructies van hogerhand. Een identiek protocol voor het hele gerechtelijk arrondissement is meestal niet haalbaar. Bovendien moet de gemeenteraad het akkoord bekrachtigen. Het College van Procureurs-Generaal staat ook afkerig tegen de toepassing van de nieuwe procedure ten aanzien van minderjarigen of buitenlandse overtreders. tom de schepper

www.vvsg.be/veiligheid, rubriek GAS en handhaving. www.vvsg.be/omgeving, kies mobiliteit en parkeren. Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betref‑ fende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersbor‑ den C3 en F 103, vastgesteld met automa‑ tisch werkende toestellen, BS van 20 juni 2014, inforumnummer 284695. Wet van 24 juni 2013 betreffende de ge‑ meentelijke administratieve sancties, BS van 1 juli 2013, inforumnummer 273059.


print & web

Politiepersoneel: delegeren van aanwerving en benoeming Sinds 10 januari 2014 kan de gemeenteraad (ééngemeentezone) of politieraad (meergemeentezone) de aanwerving en benoeming van het operationeel kader en het administratief en logistiek kader van de politiezone delegeren naar de burgemeester of het politiecollege. De VVSG ontwikkelde een model van raadsbesluit en nam bijkomende toelichting op op de VVSGwebsite voor politieraadsleden. Zo’n besluit maakt u op maat van uw gemeente of politiezone en is een beleidsperiode geldig. Maar een delegatie is niet mogelijk voor de aanwijzing van de korpschef of de benoeming van officieren als er geen akkoord is met de rangorde die werd opgesteld door de selectiecommissie. De Memorie van Toelichting bij dit artikel lijkt enkel aan te sturen op een delegatie van de aanwerving of de benoeming en niet op andere delegatiemogelijkheden. Daardoor kunnen beslissingen betref-

fende de vacantverklaring, de samenstelling van de selectiecommissie of de verlenging of beëindiging van contractuele betrekkingen nog steeds niet door de gemeenteraad of politieraad gedelegeerd worden, waardoor soms samenhang in de regelgeving ontbreekt. Het federaal bestuurlijk toezicht kan hierover evenwel een andere mening hebben, we vernamen de voorbije maanden immers dat de interpretatie door de afdelingen van het toezicht verschilt. tom de schepper

www.vvsg.be/veiligheid, knop lokale politie, politieraad voor het model van raadsbesluit en informatie over de recente wijzigingen. Wet van 21 december 2013 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken, BS van 31 de‑ cember 2013, inforumnummer 278010 – Politie (wijzigingen WGP: artikelen 19-25): inforumnum‑ mer 278175.

Tot 1 oktober 2014 Eerste groep projecten BesteBuren – Nederland-Vlaanderen In 2015 is het twintig jaar geleden dat Nederland en Vlaanderen een Cultureel Verdrag sloten. Dit wordt een jaar lang gevierd, van het openingsfeest in Rotterdam op 7 februari 2015 tot het eindfeest in Antwerpen op 14 februari 2016. Om de culturele samenwerking in Vlaanderen en Nederland verder

te stimuleren stellen beide overheden een fonds van 200.000 euro ter beschikking van iedereen. Projecten kunnen aanspraak maken op een subsidie van 2000, 7000 of 14.000 euro. www.deburen.eu en www.dutchculture.nl

Nieuwe gemeentelijke profielschets Bent u op zoek naar cijfers over uw gemeente of stad? Om de gemeenten en steden te onder‑ steunen bij de opvolging en rea‑ lisatie van de beleidsdoelstellin‑ gen en het meerjarenplan heeft de Vlaamse overheid de nieuwe gemeentelijke profielschets plus (GPS+) ontwikkeld. Deze datareeksen geven een zicht op de werking van het lokale bestuur. Veel reeksen lopen over een periode van tien jaar. Dat maakt het mogelijk om vergelijkingen te maken over verschillende jaren. De GPS+ maakt ook een vergelijking met het Vlaamse gemiddelde en met het gemiddelde van de Belfius‑ cluster (cluster van gemeenten met vergelijkbaar sociaaleconomisch profiel) waartoe de gemeente behoort. U kunt de GPS+ van uw gemeente of stad opzoeken via http://aps.vlaanderen. be/lokaal/beleidsplannen/gemeentelijke-profielschets.html. Zie ook de portaalsite www. lokalestatistieken.be

nix

Lokaal juli 2014

11


Bart Somers: ‘‘Bij de politiehervorming moest je drie professionele korpsen integreren; bij de brandweer is er een veel groter verschil tussen de korpsen – zuiver professionele, gemengde, vrijwillige –, ieder met hun eigen geschiedenis.’

Tine De Moor: ‘‘Een coöperatie draait bij de gratie van participatie. Het engagement levert iets op voor jezelf en voor de gemeenschap. Dat is reciprociteit. Voor de langere termijn is het belangrijk dat het collectief institutionaliseert.’ Een filmpje van dit interview kunt u op www.vvsg.be bekijken.

12 juli 2014 Lokaal

Een filmpje van dit interview kunt u op www.vvsg.be bekijken.


bestuurskracht interview Bart Somers

‘We krijgen een betere brandweer.’ Over een half jaar gaan de nieuwe brandweerzones aan de slag. Mechels burgemeester Bart Somers was namens de VVSG van heel dicht bij de hervorming betrokken. Hij is ervan overtuigd dat we een betere brandweer krijgen, maar hij beseft ook dat er nog veel werk moet gebeuren om de deadline te halen. tekst kris versaen, bart van moerkerke beeld stefan dewickere

B

urgemeester Bart Somers van Mechelen is voorzitter van de afdeling Veiligheid van de VVSG en van de VVSG-commissie Burgemeesters en Veiligheid. In die hoedanigheid zat hij samen met VVSG-voorzitter Luc Martens mee aan de onderhandelingstafel over de brandweerhervorming. Op 1 januari 2015 gaan de nieuwe brandweerzones van start, al zullen sommige zones misschien van de mogelijkheid tot maximaal een jaar uitstel gebruik maken. Aan de start ging ruim tien jaar werk vooraf. De ramp in Gellingen in 2004 was de aanleiding om het functioneren van de brandweer onder de loep te nemen. Een commissie onder het voorzitterschap van toenmalig Antwerps provinciegouverneur Camille Paulus gaf de aanzet voor de zonale brandweerorganisatie die nu op het point of no return is gekomen. ‘Er zijn twee redenen waarom het zo lang geduurd heeft,’ zegt Bart Somers. ‘In tegenstelling tot de politiehervorming, waar je drie professionele korpsen moest integreren, is er

bij de brandweer een veel groter verschil tussen de korpsen – zuiver professionele, gemengde, vrijwillige –, ieder met hun eigen geschiedenis. De tweede reden is dat we de brandweerhervorming moeten realiseren in tijden van budgettaire krapte, terwijl niemand erop achteruit wil gaan. Nu kan de realisatie van de nieuwe structuren eindelijk beginnen. Dat is een goede zaak, want op veel plaatsen werden investeringen uitgesteld en was er onzekerheid op de werkvloer.’ Waarom is de brandweerhervorming noodzakelijk? ‘Omdat de manier waarop de brandweer functioneert niet altijd beantwoordt aan de standaarden die we hanteren voor de veiligheid van de burgers. We hebben nu een veel beter werkende politie dan vijftien jaar geleden, hetzelfde moeten we doen voor de brandweer. De brandweer zal professioneler, rationeler, uniformer werken, de veiligheid van burgers en bedrijven zal erop vooruitgaan.’ Lokaal juli 2014

13


bestuurskracht interview Bart Somers

‘Cruciaal is dat de brandweer een zonaal korps wordt, terwijl ze vroeger echt aan het lokale bestuur toehoorde. De burgemeester zal ze niet meer lokaal kunnen aansturen.’ Wat zal die hervorming veranderen voor de lokale besturen? ‘In de praktijk zal er voor sommige gemeenten niet heel veel veranderen, voor andere zal de kwaliteit fel verbeteren. Cruciaal is dat de brandweer een zonaal, regionaal korps wordt, terwijl ze vroeger echt aan het lokale bestuur toehoorde. Dat is bij veel burgemeesters – ook bij mij – nog niet echt doorgedrongen. De burgemeester zal de brandweer niet meer lokaal kunnen aansturen. De werking zal vergelijkbaar zijn met die van een intercommunale, met het gevaar dat de afstand tot het lokale bestuur groot wordt.’ Werden de lokale besturen voldoende in het hele proces van de hervorming betrokken? ‘Bij burgemeesters die niet betrokken waren bij de onderhandelingen of die niet in het parlement zetelen, leeft de terechte bekommernis dat ze niet of onvoldoende konden wegen op de hervorming. Hetzelfde gevoel zullen ongetwijfeld ook de vakbonden en de leidinggevenden van de korpsen hebben. Ik denk dat er eerlijke pogingen waren om de VVSG bij de

hervorming te betrekken. Het probleem is dat er een zo grote verscheidenheid aan gemeenten en burgemeesters is dat die niet in één belang te vatten zijn. De VVSG werd als klankbord gebruikt door de minister en was dus verplicht een wat terughoudende positie in te nemen. Maar om algemeen op uw vraag te antwoorden: lokale besturen kunnen nooit voldoende betrokken zijn.’ Hoe staat u als burgemeester van Mechelen tegenover de hervorming? ‘Ze zal een onwaarschijnlijke aanpassing meebrengen. Mechelen maakt deel uit van de brandweerzone Rivierenland met in totaal negentien gemeenten. In de zonale raad met negentien burgemeesters hebben we nog veel werk, we moeten nog zeer veel beslissingen nemen. De moeilijkste in veel zones wordt die over de centen. Daar is nog heel veel zenuwachtigheid over. Sommige lokale besturen zullen meer moeten betalen, andere minder. Ofwel vinden de gemeenten daar samen een akkoord over, ofwel zal de gouverneur op basis van de wettelijke bepalingen een verdeelsleutel opleggen.’

De Copernicaanse revolutie in het veiligheidsbeleid In de rand van het interview over de brandweerhervorming had Bart Somers het over de centrale positie van de burge‑ meester in het veiligheidsbeleid. We wil‑ len u zijn visie niet onthouden. ‘Een goed veiligheidsbeleid begint bij preventie en eindigt bij nazorg. En het is niet alleen de taak van de politie maar van veel partners. Zodra er sprake was van een veiligheids‑ keten en een geïntegreerd veiligheidsbe‑ leid, werd in Brussel impliciet en zonder het goed te beseffen beslist dat de bur‑ gemeester de toekomstige regisseur van

14 juli 2014 Lokaal

het veiligheidsbeleid is. Ik heb dat zelf vastgesteld. Eerst was ik enkel bevoegd voor de bestuurlijke politie. Toen kwamen de preventiecontracten en moest ik me bezighouden met preventie. Dan was er het geïntegreerde veiligheidsplan waar‑ over ik moest gaan praten met de scho‑ len, met het justitiehuis, met de mensen van de nazorg. Ik ben aan het sanctione‑ ren gegaan met de gemeentelijke admi‑ nistratieve sancties. Ik moet met Justitie de prioriteiten van het veiligheidsbeleid vastleggen. Ik word dus regisseur van de

hele veiligheidsketen. We gaan naar een model waarin ik drie contracten afsluit: een veiligheidscontract met de federa‑ le overheid, een veiligheidscontract met de Vlaamse overheid die door de zesde staatshervorming veel bevoegdheden be‑ treffende veiligheid krijgt en een afspra‑ kennota met Justitie, met de procureur. En wie regisseert? De burgemeester. Ze zullen dat niet graag horen in de Wet‑ straat en op het Martelarenplein, maar dat is de realiteit. Dat is de Copernicaanse revolutie in het veiligheidsbeleid.’


‘Het probleem van democratische legitimiteit, van democratische controle gaat veel breder dan de brandweer, het is een algemeen lokaal probleem dat de voorbije tien jaar steeds groter is geworden.’ Kleine gemeenten opperen dat zij de kosten van de beroepskorpsen van de grote steden zullen moeten betalen. ‘Dat is een begrijpelijke kritiek en ze illustreert de moeilijke positie van de VVSG als belangenbehartiger van alle gemeenten. De centrumsteden stellen daartegenover dat zij de voorbije jaren al veel te veel hebben betaald voor de brandveiligheid. Per hoofd van de bevolking geven zij inderdaad meer uit aan de brandweer dan een kleine gemeente. Het heeft geen zin elkaar daarmee om de oren te slaan. Een compromis vinden zal een inspanning vragen van alle gemeenten.’ U verwees zelf naar de intercommunales. Een van de kritieken die ook bij de brandweer al opduikt, is het gebrek aan democratische controle door de gemeenteraad. ‘Het probleem van democratische legitimiteit, van democratische controle gaat veel breder dan de brandweer, het is een algemeen lokaal probleem dat de voorbije tien jaar steeds groter is geworden. Maar specifiek voor de brandweer stelde die democratische controle ook in het verleden niet veel voor, toch zeker niet in Mechelen. Ik heb de voorbije veertien jaar als burgemeester één keer een discussie gehad over de brandweer, naar aanleiding van de herziening van de uurregeling. Voor de rest is daar nooit een debat over geweest. De brandweer was zeker in Mechelen altijd een eilandje met een één-op-één-relatie met de burgemeester. Zelfs in het college was de brandweer nooit een groot punt van discussie. Maar het klopt wel dat het gevaar bestaat dat de brandweer iets wordt waar niemand nog eigenaar van is en dat ze een eigen leven leidt los van de lokale politieke realiteit. In onze zone, en we zijn niet eens een grote zone, gaat het over 118 miljoen euro per jaar. Dat vraagt betrokkenheid van de burgemeesters.’ Zullen zelfs de burgemeesters nog vat hebben op de brandweer? Over de politie hoor je veel burgemeesters zeggen dat ze nog weinig sturing kunnen geven. ‘Dat klopt, maar een burgemeester die interesse toont en betrokken wil zijn, kan mee aan het stuur zitten. In een zone heeft er na verloop van tijd een soort van fractievorming

plaats: burgemeesters van eenzelfde politieke familie of uit een bepaalde regio geven een of meer collega’s het vertrouwen om hun belangen te verdedigen. Ik denk dat er binnen de zoneraad een soort kernbestuur van enkele burgemeesters zal ontstaan, dat beleidsvoorbereidend en sturend werk zal doen.’ Bent u tevreden over de grootte van de zones? ‘Onze zone is zeer werkbaar. Ze telt ongeveer 400.000 inwoners en negentien gemeenten.’ De zones gaan op 1 januari 2015 van start, met mogelijk een jaar uitstel. Is dat niet zeer snel? Die datum is pas sinds april dit jaar bekend. ‘Acht maanden is weinig, maar als je geen deadline vooropstelt, blijf je maar rustig voortdoen. Er ligt nog ongelofelijk veel werk te wachten, ik weet niet of we alles gedaan krijgen, er zullen nog nieuwe hindernissen opduiken, maar ik heb het bij een hervorming nooit anders geweten. Je moet op een bepaald moment springen en dan los je de problemen en cours de route op. Gelukkig is er het noodventiel. Als we niet klaar zijn op 1 januari kunnen we nog een jaar tijd krijgen. Wij zullen in onze zone in elk geval proberen op 31 december van dit jaar klaar te zijn. Nu moeten we doorduwen en zekerheid geven aan de mensen op het terrein.’ Hoe hard zijn de federale garanties dat de toekomstige brandweer de gemeenten niet meer zal kosten dan nu? ‘Dat is een groot probleem. De middelen die de vorige federale regering gereserveerd heeft om de extra kosten van de hervorming te dragen, zullen volstaan op het globale niveau, voor alle gemeenten samen. Een volgende regering moet besparen, maar ik hoop dat zij die middelen voor de brandweer onaangeroerd laat. Nog belangrijker: de regering heeft niet beloofd dat een individuele gemeente niet méér zal moeten betalen. Sommige gemeenten zullen ongetwijfeld meer moeten betalen, andere minder. In sommige zones, waar er al een akkoord is, weten gemeenten dat al, elders zal de gouverneur misschien de moeilijke taak hebben om een verdeelsleutel vast te leggen binnen de beperkte speelruimte die daarvoor beschikbaar is. Het is aan de burgemeesters Lokaal juli 2014

15


bestuurskracht interview Bart Somers

‘Ik vind dat een lokaal bestuur de moed moet hebben om in overleg of soms zelfs in conflict met de lokale belanghebbenden zijn overtuiging te verdedigen.’ om hun gezond verstand te gebruiken en onderling tot een akkoord te komen.’ Bent u tevreden over het resultaat van de onderhandelingen over het brandweerstatuut? ‘De onderhandelingen waren niet gemakkelijk omdat je statuten moet harmoniseren. Vakorganisaties ijveren natuurlijk voor het veralgemenen van het beste statuut, de VVSG heeft gepleit voor meer soepelheid met ruimte voor een zonale invulling.’ Is die zonale autonomie belangrijk? ‘Uiteraard. We moeten zo veel mogelijk ruimte creëren voor het lokale en het zonale niveau. Ook ik vang op dat sommige burgemeesters liever een federale verplichting hadden gezien zodat ze zich konden verschuilen achter het paternalisme van de Wetstraat. Ik vind dat een lokaal bestuur de moed moet hebben om in overleg of soms zelfs in conflict met de lokale belanghebbenden zijn overtuiging te verdedigen. En daarom moeten we zo veel mogelijk ruimte opeisen voor het lokale bestuur. Ik vind dat we dat nog te weinig hebben kunnen doen in dit dossier. Maar we moeten blijven dromen van de lokale republiek.’ Er is veel vrees voor de toekomst van de brandweervrijwilliger. Hoe kijkt u daarnaar? ‘We moeten daar zeer voorzichtig mee zijn. Ik heb een beroepskorps maar ik hoor van collega’s dat het, los van de brandweerhervorming, moeilijk is nog voldoende vrijwilligers te vinden. Dat heeft te maken met veel maatschappelijke tendensen: de tweeverdieners, de vele eenoudergezinnen, het steeds hectischere leven, het verslappen van de band met de eigen gemeente, het zich engageren voor een korte periode. Het wordt minder vanzelfsprekend om een langdurig en veeleisend maatschappelijk engagement bij de brandweer

16 juli 2014 Lokaal

aan te gaan. We moeten ervoor zorgen dat de hervorming dat niet nog moeilijker maakt. Door de professionalisering van de opleiding en van de manier van werken, door de steeds hogere eisen op inhoudelijk en fysiek vlak wordt er steeds meer gedacht vanuit de logica van de beroepskrachten. De lat om vrijwilliger te worden komt steeds hoger te liggen. Dus moet elke zone heel veel aandacht hebben voor laagdrempeligheid en voor het behoud van een cultuur waarin de vrijwilliger een centrale positie heeft. Tijdens de onderhandelingen hebben de VVSG en de Brandweervereniging Vlaanderen erover gewaakt dat de drempels voor de vrijwilligers niet te hoog werden.’ Wat met de ambulances en de ziekenwagendiensten van de brandweer? Is het geen gemiste kans dat die niet zijn opgenomen in de hervorming? ‘Ja, maar als we dat er nog bij hadden genomen, was er niets gebeurd. Dan hadden we minister Onkelinx en Volksgezondheid bij de hervorming moeten betrekken en dan was het niet meer gelukt. De ziekenwagendiensten en de civiele bescherming zijn werkplaatsen die de volgende federale regering moet openen.’ Zijn er nog prioriteiten voor de volgende minister van Binnenlandse Zaken? ‘Het politiestatuut is dringend aan modernisering toe. De debatten over privacy, over het gebruik van nieuwe technologieën door de politie liggen ter tafel. En uiteraard zal de minister de brandweerhervorming goed moeten begeleiden, bijsturen en vragen op het terrein moeten beantwoorden. En dan volgt er over vier jaar een evaluatie.’

Kris Versaen is VVSG-stafmedewerker civiele veiligheid Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


Big p m Ju

Spring mee voor proper water

13

I L JU 15u

Zuiver water in beken en rivieren DAAR WERKEN WIJ AAN www.aquafin.be

De Big Jump, dat is samen springen, samen beleven, samen de aandacht vragen voor zuiver water. Het Vlaamse Gewest, de steden en gemeenten en Aquafin hebben al veel inspanningen geleverd om onze waterlopen weer proper te maken. Maar we zijn er nog lang niet. Nog te veel afvalwater belandt ongezuiverd in

de natuur. Ondanks de moeilijke budgettaire omstandigheden mag de aandacht voor het milieu dus zeker niet verslappen. Daarom steunt Aquafin ook dit jaar weer de Big Jump. Alle informatie over de 27 springplaatsen in heel Vlaanderen vind je op www.bigjump.be.


bestuurskracht financieel beleid

Grenzeloos belastingen innen Sinds kort kunnen lokale besturen gebruik maken van de wederzijdse invorderingsbijstand binnen de Europese Unie. Hierdoor kan op een eenvoudige manier een uitstaande schuld in het buitenland geïnd worden. De Vlaamse Belastingdienst treedt hierbij op als tussenpersoon. tekst ben gilot beeld stefan dewickere

R

eddite ergo quae sunt Caesaris, Caesari. Geef aan de keizer wat de keizer toekomt. Deze Bijbelse passage kan ook relevant zijn voor lokale besturen. Om al hun beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties te kunnen realiseren hebben gemeenten en OCMW’s geld nodig. Ze moeten er onder meer over waken dat belastingplichtigen hun lokale belastingen betalen en dat alle retributies daadwerkelijk geïnd worden. Soms kan de inning van dergelijke schulden moeilijkheden opleveren, zeker wanneer de schuldenaar zich in het buitenland bevindt. Een dergelijke invordering kan via een procedure bij de buitenlandse autoriteiten verlopen. Evident is dat allemaal niet. De wederzijdse invorderingsbijstand tussen de lidstaten van de Europese Unie kan de problemen voor een stuk verhelpen.

Toepassingsgebied De wederzijdse bijstandsverplichting geldt voor schulden waarbij er een vermoeden bestaat dat er invorderingsmogelijkheden zijn in een andere lidstaat. De schuldenaar kan zowel een onderneming, een organisatie als een natuurlijk persoon zijn. De vorderingen kunnen voortkomen uit belastingen en uit retributies. Belangrijk is dat de hoogte van de totale vordering minstens 1500 euro moet 18 juli 2014 Lokaal

bedragen. Om aan dat bedrag te geraken mogen verschillende vorderingen van dezelfde belastingplichtige opgeteld worden. Daarbij mogen ook de uitvoeringskosten, intresten en eventuele administratieve boetes in verband met de schuldvordering in rekening gebracht worden. Omdat het grensbedrag per belastingplichtige geldt, mogen bijvoorbeeld ook aanslagen gevestigd in hoofde van een echtgenote of ex-echtgenote meegerekend worden. De vordering hoeft trouwens niet alleen uit te gaan van het lokale bestuur. Als de Vlaamse of federale overheid bij dezelfde debiteur een vordering heeft uitstaan, kan ook die erbij opgeteld worden om aan het grensbedrag te komen. Lokale besturen kunnen bij de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) aftoetsen of de debiteur ook bij de Vlaamse overheid schulden heeft uitstaan zodat ze eventueel een gezamenlijk dossier kunnen indienen.

Daarnaast bestaan er nog enkele voorwaarden. De schuldvordering mag niet betwist worden en ze mag ook niet ouder zijn dan vijf jaar, te rekenen vanaf de vervaldag. Het verstrijken van de laatste betaaltermijn bij uitstel van betaling of het verstrijken van de laatste beroepsmogelijkheid bij betwisting gelden hierbij als de vervaldag. Daarenboven moeten alle invorderingsmogelijkheden in België uitgeput zijn alvorens de wederzijdse invorderingsbijstand ingeschakeld kan worden. Procedure Wat moeten besturen nu doen om hun toevlucht te nemen tot de wederzijdse invorderingsbijstand? Voor België treedt de Federale Overheidsdienst Financiën op als centraal verbindingsbureau. Voor de Vlaamse lokale besturen zal de Vlabel echter als doorgeefluik fungeren. Een sjabloon voor een ‘verzoek om bijstand’

Om aan het maximale vorderingsbedrag van 1500 euro te geraken mogen verschillende vorderingen van dezelfde belastingsplichtige opgesteld worden.


De wederzijdse invorderingsbijstand stelt besturen in staat belastingen en retributies te innen van schuldenaars in het buitenland.

is op binnenland.vlaanderen.be (zoek op wederzijdse invorderingsbijstand) terug te vinden. Er zijn twee soorten formulieren: een voor een verzoek om inlichtingen en een voor een verzoek om invorderingsbijstand. Een lokaal bestuur vult het gepaste formulier in – contactgegevens van het bestuur zelf, informatie over de schuldvordering en de belastingplichtige – en stuurt het naar Invorderingsbijstand_vlabel@fb.vlaanderen.be. Op basis van deze gegevens maakt Vlabel het officiële verzoek op dat digitaal wordt verzonden. Het officiële verzoek volstaat als document voor de invordering in het buitenland. Wederzijds Net zoals België om invorderingsbijstand kan verzoeken bij een andere lidstaat van de Europese Unie, is het ook mogelijk dat een andere lidstaat ons land om bijstand vraagt. Het gaat immers om een wederzijdse invorderingsbijstand.

Het is bijgevolg mogelijk dat een lokaal bestuur een dergelijk verzoek doorgestuurd krijgt. Zo’n verzoek zal via email verlopen, meestal via de financieel beheerder. Dat kan gaan van een verzoek tot notificatie tot een verzoek om invordering of bewarende maatregelen. Van het lokale bestuur dat zo’n verzoek krijgt, wordt verwacht dat het hier binnen een bepaalde termijn aan voldoet. Net zoals voor Vlaamse gemeenten en OCMW’s de invorderingsbijstandprocedure in het buitenland kosteloos is (afgezien van de eigen personeelskosten), zal een bestuur bij de uitvoering van een verzoek van een andere lidstaat moeten afzien van een vergoeding voor de kosten die het voor de invordering maakt. Tot nog toe hebben lokale besturen nog maar beperkt van de wederzijdse invorderingsbijstand gebruik gemaakt. Ben Gilot is VVSG-stafmedewerker financiën

De wederzijdse invorderingsbijstand vindt zijn oorsprong in een Europese richtlijn uit 2010 die op zijn beurt het toepassingsgebied van een eerdere richtlijn uit 1976 uitbreidt. De richtlijn uit 2010, die tot doel heeft de Europese interne markt te be‑ vorderen, werd in Belgische regelgeving omgezet door de wet van 9 januari 2012 en het decreet van 21 december 2012 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en an‑ dere maatregelen.

Lokaal juli 2014

19


bestuurskracht audits

Audit Vlaanderen van start De eerste audits in de lokale besturen zijn uitgevoerd door auditoren van Audit Vlaanderen. Op verschillende momenten in de loop van een auditopdracht kan het management zijn mening kwijt. Zo wordt een correct auditrapport afgeleverd. Audit Vlaanderen voert niet alleen audits uit maar besteedt ook veel aandacht aan het sensibiliseren en ondersteunen van lokale besturen in interne controle of organisatiebeheersing. tekst eddy guilliams, steven van roosbroek en veerle vanderlinden beeld stefan dewickere

A

udit Vlaanderen is een intern verzelfstandigd agentschap dat volledig onafhankelijk audits uitvoert bij lokale bestu-

ren en bij de Vlaamse administratie. Het is een nieuw agentschap, maar het heeft ervaring in audits, omdat het vroegere agentschap Interne Audit van de Vlaam-

Raad van bestuur van Audit Vlaanderen Audit Vlaanderen wordt aangestuurd door twee auditcomités: één voor de Vlaam‑ se administratie en één voor de lokale besturen. De auditcomités garanderen de onafhankelijkheid van Audit Vlaanderen. Het auditcomité van de lokale besturen bestaat uit zeven leden: vier onafhankelijke leden, twee personen aangeduid door de VVSG en één persoon aangeduid door de VVP en de minister van Binnenlands Be‑ stuur als waarnemer. De voorzitter is een onafhankelijk lid. Dit auditcomité besliste al dat in 2014 bij de lokale besturen vooral organisatie-audits zullen plaatsvinden. In het najaar start normaliter een thema-audit over de inkomende financiële stromen.

se Administratie erin is opgenomen. Om goede audits uit te voeren moeten de auditoren de lokale besturen goed kennen en er ook voeling mee hebben. Daarom gingen de auditoren enkele weken op stage in een gemeentebestuur of OCMW. Ze volgden ook een uitgebreide opleiding over interne controle, risicomanagement, de Leidraad Organisatiebeheersing, interviewtechnieken en de BBC. Audit Vlaanderen bestaat sinds 1 januari 2014, drie maanden later zijn de auditduo’s van start gegaan: een ervaren auditor die al audits deed bij de Vlaamse administratie en een nieuw aangeworven auditor. In 2014 zullen minstens twintig organisatie-audits plaatsvinden, vooral bij de BBC-pilots 2011 en 2012. Participatief werken Bij de organisatie-audits is de Leidraad Organisatiebeheersing voor lokale besturen het referentiekader. Hij is opgemaakt via een participatief traject, veel medewerkers van lokale besturen hadden een inbreng. Daardoor is het een instrument op maat van de lokale besturen

Prikkelende besturen ‘Toen in 2013 duidelijk werd dat het agentschap Interne Au‑ dit van de Vlaamse Administratie waarvoor ik werkte, zou samensmelten met de externe audit van de lokale besturen, ging er voor mij een nieuwe wereld open. In het najaar van 2013 werkte ik als ancien mee aan de testaudits. Ik ging ook op stage in een gemeentebestuur. Bij de eerste auditopdrach‑ ten begin dit jaar was ik al redelijk vertrouwd met de sector. Bij de lokale besturen is de rol van de leidinggevende amb‑ tenaar anders dan bij de Vlaamse overheid. Een secretaris heeft veel taken en bekommernissen die tegelijk om aan‑ dacht vragen. Maar ook een hart en sociale vaardigheden om met zichtbare en minder zichtbare menselijke kwesties in het bestuur om te gaan. Zeker in een klein bestuur wordt het reilen en zeilen door medewerkers al vlug meer doorleefd aan de auditor toegelicht dan bij de Vlaamse overheid waar stafleden dikwijls op hun hoede zijn.

20 juli 2014 Lokaal

Net zoals in Vlaanderen is de politiek de primaire belangheb‑ bende, maar burgemeester, OCMW-voorzitter of schepenen zijn een deel van het gebeuren en staan veel korter bij het dagelijks functioneren van de administratie. Bij de eerste auditopdrachten nam ik een atmosfeer waar die positief prikkelend was. Ik merkte een wederzijdse nieuws‑ gierigheid en leergierigheid. De lokale besturen kijken met belangstelling uit naar wat een objectieve, onafhankelijke instantie over hun werking te vertellen heeft. Audit Vlaan‑ deren gaat met zorg om met de grote nieuwe uitdaging om op een goede manier verbinding te maken met de lokale be‑ sturen en er tot prestaties te komen die voor de betrokkenen een toegevoegde waarde hebben. Het is uiterst boeiend om dit van op de eerste rij mee te maken!’ Bart Van Hoorebeeck, senior-auditor


Met haar collega’s legt Veerle Vanderlinden overal uit wat Audit Vlaanderen precies doet. Hier is ze op de Algemene Vergadering van de VVSG aan het woord.

Interne controle of organisatiebeheersing? Interne controle is afgeleid van het Engelse to control. Het gaat niet over het controleren of inspecteren van een or‑ ganisatie, maar over het beheersen ervan. Beheersen wil zeggen: in de hand hebben en er de nodige sturing aan geven. Zo kan de organisatie de juiste dingen doen en de dingen juist doen. Interne controle is dus iets waar elke organisatie, bewust of onbewust, dagelijks mee bezig is. Een beter woord voor interne controle is organisatie‑ beheersing.

geworden. De leidraad kan ook worden gebruikt als zelfevaluatie-instrument om aan de opzet van een systeem van interne controle of organisatiebeheersing te werken. Ook voor de thema-audits wordt samengewerkt met de lokale besturen. In januari en februari 2014 stelde een auditor een lijst van mogelijke thema’s op aan de hand van gesprekken met tien personen uit lokale besturen en vertegenwoordigers van federaties als de VVSG, ECG, VVOS en Vlofin. Het auditcomité besliste op basis van deze lijst dat een thema-audit over de inkomende financiële stromen in deze economisch moeilijke tijden het zinvolst is.

Een audit in de praktijk Zowel bij een organisatie-audit als bij een thema-audit wordt op voorhand via de secretaris, de verantwoordelijke voor de interne werking, contact opgenomen met het bestuur in kwestie. Op de opstartvergadering zijn het management en de hoogste politiek verantwoordelijken aanwezig: de burgemeester en de voorzitter van de gemeenteraad of de OCMW-voorzitter. Audit Vlaanderen licht zijn rol en het doel van de audit toe en er worden afspraken gemaakt. Daarna start het terreinwerk. Meestal wordt de secretaris als eerste geïnterviewd. Gemiddeld zijn er met een vijftiental medewerkers gesprekken. Daarnaast gebeuren

er ook een aantal (dossier)tests: stemt de inhoud van documenten of interviews overeen met de werkelijkheid? Zo kan er bij een bestuur een procedure bestaan om medewerkers periodiek te evalueren, een aantal medewerkers kan aangeven dat zij geëvalueerd worden, maar daarom gebeurt dit nog niet bij alle medewerkers. Een test bestaat er dan in dat ook in de registraties wordt nagekeken of iedereen wordt geëvalueerd. Aan het einde van het terreinwerk is er een afsluitend gesprek met de secretaris. Een aantal zaken worden een laatste keer afgetoetst en er wordt aangegeven wat de voornaamste aandachtspunten van het auditrapport zullen zijn.

Het leven zoals het is ‘Met een stage in een kleine gemeente begon vorig jaar mijn in‑ looptraject. Het was verrijkend de dagelijkse praktijk van een klein bestuur te leren kennen. Ik leerde er het leven zoals het is, met de vaste wil om steeds beter te doen binnen de grenzen van de vaak beperkte werkingsmiddelen. Deze stage en ook de latere opdrach‑ ten waren op vele vlakken bijzonder leerrijk voor het uitvoeren van audits in lokale besturen. Zo betrapte ik me algauw op het “Brusselse” jargon: belangheb‑ benden, projectmethodologie, klachtenmanagement of BCM. Bij de lokale besturen klinken deze typische Vlaamse overheidstermen vreemd in de oren. Ook omgekeerd leerde ik termen en afkortingen zoals het MAT, artikel 60’er, de BBC of het LOI. Ik moest dus de taal van de lokale besturen leren spreken. Bij de lokale besturen verloopt alles veel informeler. Dikwijls staan de afspraken niet eens op papier, want: “We verstaan elkaar goed.” Vanuit het standpunt van een goede organisatiebeheersing is het

toch aangewezen om belangrijke dingen te noteren. Niet dat we op zoek zijn naar formele documenten, ook een mail of een verslag van een vergadering schept vaak de gewenste duidelijkheid die misver‑ standen voorkomt. De administratie van de lokale besturen staat opvallend dicht bij de politiek en de burger. Het is niet voor niets dat het vertrouwen van de burger in de lokale overheid het hoogste is van alle overheden. Voor sommige besturen is de Leidraad Organisatiebeheersing een ware checklist, terwijl de focus van Audit Vlaanderen op de realisatie van de doelstellingen ligt en niet op de maatregelen om die te berei‑ ken. Als interviewer stel ik de mensen daarom meteen gerust, we evalueren niet hen, maar de organisatie en het systeem, waarbij we oog hebben voor verbeterpunten, maar ook voor wat al goed loopt en waarop kan worden voortgebouwd.’ Filip Grauls, auditor

Lokaal juli 2014

21


bestuurskracht audits

Welk type van audits doet Audit Vlaanderen?

Wat doet Audit Vlaanderen niet?

Organisatie-audits Bij organisatie-audits gaan we na of een organisatie over de sturings- en beheersinstrumenten beschikt om goed te functioneren. Vooral de managementprocessen en de ondersteunende processen komen aan bod. Ze creëren im‑ mers de voorwaarden om de kernprocessen goed te laten wer‑ ken. De Leidraad Organisatiebeheersing is voor de auditoren het referentiekader voor organisatie-audits.

Geen hulp voor toepassen aanbevelingen Audit Vlaanderen sensibiliseert en ondersteunt lokale besturen om aan de slag te gaan met organisatiebeheersing, maar helpt niet bij het toepas‑ sen van de aanbevelingen die uit de audits komen.

Thema-audits Bij thema-audits wordt een bepaald thema bin‑ nen de organisatie onderzocht. Het kan gaan om een kernproces (zoals de werking van de jeugddienst) of een van de manage‑ ment- of ondersteunende processen (bijvoorbeeld de aanwer‑ ving van medewerkers). De eerste thema-audit die Audit Vlaan‑ deren zal uitvoeren gaat over de inkomende financiële stromen. Op termijn kunnen er ook interbestuurlijke thema-audits wor‑ den georganiseerd, waar processen worden geauditeerd die zich op verschillende niveaus afspelen (Vlaams, provinciaal, lokaal).

Geen audits op vraag Het auditcomité besliste dat er geen au‑ dits op vraag van een bestuur, een raadslid, een burger of een minister worden uitgevoerd. De belangrijkste redenen hiervoor zijn het bestaan van andere initiatieven, die op ad-hocvragen een antwoord kunnen bieden, zoals Audio of tal van consul‑ tants, en het grote aantal entiteiten dat Audit Vlaanderen moet auditen. Op fraudemeldingen wordt met het oog op een forensische audit natuurlijk wel ingegaan. Geen controle op jaarrekening De controle op de jaarrekening gebeurt al door anderen, onder meer in het kader van het be‑ stuurlijk toezicht.

Forensische audits Een forensische audit wordt opgestart als er vermoedens van fraude zijn. Vooraf is er een vooronderzoek waarbij de betrouwbaarheid van de melding, de hoogdringend‑ heid en de noodzaak van een audit grondig onderzocht worden. Gemeente- en OCMW-decreet bieden bescherming aan klok‑ kenluiders. Audit Vlaanderen tracht de identiteit van klokken‑ luiders zo veel mogelijk te beschermen.

Daarna volgt de rapporteringsfase. Audit Vlaanderen maakt een ontwerprapport op en verstuurt dit niet alleen naar het management van de organisatie maar bespreekt het ook om de juistheid van de auditvaststellingen te garanderen. Zo nodig kan het ontwerprapport dan nog aangepast worden. Het management krijgt ook de kans schriftelijk te reageren. Die reactie kan gaan over de inhoud van het rapport (al dan niet akkoord of met nuances), maar moet ook weergeven wat de organisatie met de aanbevelingen zal doen. Deze reactie wordt integraal opgenomen in het eindrapport, dat ook aan de voorzitter van de gemeente- of OCMW-raad wordt overgemaakt. Deze moet dit verder verspreiden onder de raadsleden. Tussen de aankondiging van de audit en het eindrapport kunnen enkele maanden verlopen. Dit is echter een bewuste keuze. Het document bestemd voor het politieke niveau moet een duidelijk en correct beeld geven. Wat loopt er goed binnen de organisatie? Wat kan er beter? Stemt het management in met het rapport? Wat zal er gebeuren met de aanbevelingen? 22 juli 2014 Lokaal

Sensibiliseren en ondersteunen Ook al bestaat de regelgeving over interne controle of organisatiebeheersing al bijna tien jaar, toch werken maar weinig besturen systematisch volgens zo’n systeem. Daarom investeert Audit Vlaanderen in het creëren van een dynamiek waardoor lokale besturen er meer aandacht aan gaan besteden. Zo worden in de bestuursscholen van de vijf provincies opleidingen over audit en organisatiebeheersing georganiseerd. De bestuursscholen bieden trajecten aan waarbij verschillende besturen samenwerken aan de opmaak van een zelfevaluatiesysteem in hun bestuur. Organisatiebeheersing zal bovendien een plaats krijgen in de basisopleidingen voor secretarissen en stafmedewerkers. Ook met de VVSG wordt er nauw samengewerkt, onder meer voor de opleiding Organisatiebeheersing en interne controle. Bent u klaar voor de externe audit? die de VVSG in de verschillende provincies organiseert. Samen met de VVSG werd onderzocht hoe de Leidraad Organisatiebeheersing en het Traject naar Uitmuntendheid elkaar kunnen versterken.

Omdat de politiek verantwoordelijken jaarlijks de stand van zaken van interne controle moeten opvolgen en een rol hebben bij de realisatie van de aanbevelingen die uit de audits resulteren, investeert Audit Vlaanderen ook in toelichtingen voor burgemeesters en OCMW-voorzitters op regionale overlegorganen. Lokale besturen kunnen zich dus voorbereiden op een audit. De VVSG, de bestuursscholen en andere partners organiseren veel initiatieven om de besturen kennis te laten maken met organisatiebeheersing aan de hand van de Leidraad Organisatiebeheersing die specifiek voor en samen met de lokale besturen werd opgemaakt. Eddy Guilliams is administrateur-generaal Audit Vlaanderen, Steven Van Roosbroek is manager Audit Vlaanderen en Veerle Vanderlinden is verantwoordelijke communicatie & public relations Audit Vlaanderen


Op de Trefdag van 16 oktober buigen 4000 deelnemers uit gemeente en OCMW zich over de vraag hoe ze maximaal de vitale krachten in bestuur en samenleving kunnen benutten. Hier verneemt u hoe u anders naar maatschappelijke vraagstukken en nieuwe manieren van samenwerken kunt kijken. Hier leert u samen met burgers, verenigingen en bedrijven tot sterke oplossingen te komen. Schrijf nu in!

www.trefdag.be

AJB Lokaal juli 2014

23


bestuurskracht Europese subsidies

Voor veel lokale besturen zijn Europese subsidies nog onbekend terrein. De opmaak van een Europese projectaanvraag wordt meestal geassocieerd met veel administratie en geregel. Het vraagt uiteraard de nodige inspanningen en kennis, maar geslaagde projecten tonen aan dat het kan. Met Lokaal bekijken we elke maand de grote lijnen van een Europees programma, met daarbij voorbeelden van hoe gemeenten die subsidies hebben verworven. Ter inspiratie en navolging om de stap naar Europese projectaanvragen te zetten. tekst betty de wachter beeld isabelle pateer

Een neus voor Europa: moet er nog werk zijn? 20 EaSI, 2014-20 novatie id en Sociale In Wat? Werkgelegenhe or vo a m m ra prog Het Europees n: menvoeging va iteit) sa n ee is sociale solidar (EaSI) kgelegenheid en er w r oo (v s es • Progr sdiensten) erkgelegenheid • Eures (voor w rnemerschap) de werkgele‑ g (sociaal on in er ci an fin op het vlak van ro n ge in • Mic m or rv he , gelijkheid a streef t naar idsvoorwaarden be ar Het programm re te be e, sa‑ al beleid, naar , sociale inclusi genheid en socia tidiscriminatie an n, ne yseren en an al m an t en eaus en he iv sn id tussen vrouwen le be de en analyses, en de verschill ramma zet in op og pr menhang tuss t He n. ke at naar n goede prak tij re aandacht ga uitwisselen va icaties. Bijzonde bl pu dget van bu en n s w ee ie ev inclusie, met le cia studies, peer-r so ‑ en en ordt gestroom id voor jonger zetten. EaSI w te werkgelegenhe op n te en ro om experim 100 miljoen eu Fonds. ropees Sociaal lijnd met het Eu doen. ress aanvragen Voor wie? enkel voor Prog en ur en st m be ko le SI van Ea en loka Voorlopig kunn dere onderdelen an le ‑ al an or n, vo k ge maar oo isinstellin Voor Progress partners, kenn le cia et so ni n, se te pe ns idsdie tiek, Euro werkgelegenhe s voor de statis au re bu le na n, natio erking. dere overhede nisaties in aanm ga or le te en m gouverne ress. De Euro‑ euro voor Prog n Budget oe ilj m 0 50 ro, waarvan 920 miljoen eu l 80% gaan. n tot maximaa ka pese subsidie sie ropese Commis Contac t eeks door de Eu tr ts ngen ch di re te es dt or nb aw alls) en aa Het programm or oproepen (c do t le ur cia be so ge e m uwende beheerd. Deelna an over vernie iering, ec toproepen ga oj pr el ek t u EU-financ Ve Zo ). . rs op kn l/ (tende ia oc /s n ://ec.europa.eu t in België: Joha prak tijken: ht tp een contac tpun op t fed.be c. ch re so te in m SI Ea ndenbussche@ va dan kunt u voor n. ha jo , 11 oi. e, T 02-238 28 boutsen@empl Vandenbussch 40 06, therese. 33 -2 02 T n, se ut en Thérèse Bo e .b ue iq belg

24 juli 2014 Lokaal

Het Europese programma EaSI heeft bijzondere aandacht voor de werkgelegenheid voor jongeren.


advertentie

Actief ouder worden

H

et Europese themajaar van 2012 was de aanleiding voor een hele reeks conferenties en workshops die door het Europese programma Progress werden ondersteund. Lokale besturen waren uitgenodigd om deel te nemen, naast sociale partners, niet-gouvernementele organisaties, vertegenwoordigers van nationale en regionale instellingen. De Europese burgers leven langer en er zijn dus almaar meer ouderen. Dit biedt kansen en uitdagingen voor de hele maatschappij. Naast uitwisseling van goede praktijken en beleidsinitiatieven werd de Active Ageing Index (AAI) gepresenteerd. Per lidstaat werd in beeld gebracht hoe het zit met werken, deelname aan sociale activiteiten, zelfstandig wonen en algeheel welbevinden van de vergrijzende bevolking. België zit in de middenmoot omdat het laag scoort op werkgelegenheid, maar relatief hoog op de andere domeinen. De AAI is een belangrijk gegeven om beleidsvoorstellen te onderbouwen. Het Age Platform Europe www.age-platform.eu is een van de grotere netwerken die actief ouder worden op de agenda blijven plaatsen. www.age-platform.eu

Access City Awards

GOV.BELUX@ CHG-MERIDIAN.COM

+32 (0) 2 705 46 00

ICT Betaal volgens inkomsten Budget optimalisatie Asset Management www.chg-meridian.be/public Efficient Technology Management

I

n het kader van maatregelen tegen discriminatie wordt vanuit het Progress-programma de link gelegd met het Europese beleid voor justitie. Zo is in 2010 de stadsprijs voor toegankelijkheid ontstaan (Access City Award). De prijs beloont inspanningen en initiatieven van steden van meer dan 50.000 inwoners om mensen met een handicap volwaardig aan het stadsleven te laten deelnemen. Hoe de stad omgaat met de verbetering van de inrichting van de open ruimte, met vervoer, toegang tot ICT en tot openbare diensten zijn de belangrijkste criteria om de prijs in de wacht te slepen. De oproep tot deelname gebeurt in het najaar om de selectie voor het volgende jaar voor te bereiden. In 2014 is de Zweedse stad Göteborg de winnaar: zij past jaarlijks werkplekken aan en levert inspanningen om speeltuinen, pretparken en andere infrastructuur toegankelijker te maken. http://ec.europa.eu/justice/discrimination/disabilities/award/index_en.htm

CONGRES- EN ERFGOEDCENTRUM

Een uniek concept

Va n B e e t h o v e n s t r a a t 8 /1 0 , 2 8 0 0 M e c h e l e n W W W. L A M O T- M E C H E L E N . B E

Betty De Wachter is VVSG-diensthoofd Internationaal

CONGRESSEN SEMINARIES BEDRIJFSFEESTEN EVENEMENTEN TENTOONSTELLINGEN Fotografie Image4You – Luc Hilderson

In 2014 is de Zweedse stad Göteborg de winnaar van de Access City Awards. Lokaal juli 2014

25


gemeenteraad Torhout

‘ U ziet er allemaal goed uit.’ Misschien is na weken van politieke hoogspanning de decompressie ingetreden, de Torhoutse gemeenteraadszitting de dag na de Europese, federale en Vlaamse verkiezingen brengt in ieder geval maar weinig enthousiasme teweeg. De beknopte agenda zonder heikele dossiers helpt ook niet.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

Geen water voor de N-VAfractie in de raadzaal van het spiksplinternieuwe stadskantoor, ze heeft twee flessen champagne gekraakt op de verkiezingsoverwinning. Burgemeester Norbert De Cuyper (CD&V), die als voorzitter inspringt voor de afwezige Hilde Crevits, laat het oogluikend toe. Hij dankt de Torhoutse gemeenteraadsleden die op een lijst stonden voor de hoffelijke campagne. De burgemeester zal zich in de loop van de zitting wel vaker als een voorkomend man doen opmerken. Wanneer iemand van de meerderheid een punt toelicht en er volgen geen vragen, dan laat hij zijn vaderlijke gevoelens spreken: ‘Goed gedaan, alles is duidelijk.’ Wijst een oppositieraadslid op een probleem dat hem of haar via inwoners ter ore is gekomen, dan spreekt hij 26 juli 2014 Lokaal

uitvoerig en op een wat plechtstatige manier zijn dank uit. Normaal doen De toon is meteen gezet wanneer de burgemeester bij het begin van de zitting de aanwezigheid van de Lokaal-fotograaf aankondigt met de woorden: ‘Dit zijn misschien bijzondere omstandigheden, maar ik vraag u toch normaal te doen. Trouwens, u ziet er allemaal goed uit.’ Raadsleden spreken elkaar met de voornaam aan, ze kunnen hun punt maken zonder onderbroken te worden, er wordt al eens gelachen. Dat wil niet zeggen dat er geen debat is. Jurgen Claus (NVA) vraagt meteen om voortaan een letterlijk verslag op te maken van de zitting. ‘In de nieuwe raadzaal is alles aanwezig om de gesprekken op te nemen.’ Elke Carette (Open

VLD) wil met de raad online gaan zodat geïnteresseerde inwoners de zitting live kunnen volgen aan hun computer. De burgemeester antwoordt dat het punt op de agenda staat van een vergadering met de fracties begin juni en dat het huishoudelijke reglement nadien eventueel aangepast zal worden. Schepen van Financiën Servais Deroo licht de agenda toe van de buitengewone algemene vergadering van de sociale-kredietmaatschappij Eigen Huis-Thuis Best waarvan de stad aandeelhouder is. Er staat een fusie op stapel met de maatschappij Eigen Haard. Samen zullen ze het WestVlaams Woonkrediet vormen. Dalila Douifi (SP.A/Groen) vraagt bijkomende uitleg over de rente voor een lening bij een sociale-kredietmaatschappij

en over het aantal Torhoutenaren die klant zijn bij Eigen Huis-Thuis Best. De rente, zo blijkt uit het antwoord van de schepen, verschilt niet zoveel van die van de banken en het succes bij de inwoners van Torhout is beperkt. Raadslid Douifi wil graag in een volgende zitting dieper ingaan op wat een sociale-kredietmaatschappij precies doet en hoe ze de doelgroep in Torhout beter kan bereiken. Jurgen Claus vraagt zich af of het aandeelhouderschap van een sociale-kredietmaatschappij wel een kerntaak van de stad is. Omdat het op deze zitting louter over een kennisgeving


van de agenda van de algemene vergadering gaat, wordt het debat ten gronde nu niet gevoerd. De oppositie zal het onderwerp ongetwijfeld op een volgende zitting of in een gemeenteraadscommissie ter sprake brengen. Wegenverfspuitmachine Dan staat de wegenverfspuitmachine op de agenda. De oude is stuk en niet meer te repareren, verklaart Eddy De Ketelaere, schepen van Openbare Werken. Hij vraagt de raad de voorwaarden en de wijze van gunning voor de aankoop van een nieuwe of tweedehandse machine goed

te keuren. Nieuw kost het toestel ongeveer 19.000 euro. De N-VA-fractie wil weten hoe vaak de machine gebruikt wordt, of er geen mogelijkheid is ze samen met andere gemeenten aan te kopen en of huren geen optie is. Danny Damman (SP.A/Groen) vraagt of het niet goedkoper zou zijn om de verfspuitwerken uit te besteden. De schepen geeft een uitgebreid antwoord en uiteindelijk wordt het punt unaniem goedgekeurd. Tijdens de vragenronde begrijpt raadslid Douifi niet waarom het stadsbestuur het jaarlijkse ontbijt op de markt vervangt door een

middagmaal. Schepen Lieselotte Denolf zegt dat het de bedoeling is de inwoners te sensibiliseren voor duurzame voeding door een maaltijd in elkaar te boksen met groenten in ‘foute’ maten en gewichten, aardappelen met een vlekje enzovoort. Bertrand Vander Donckt (SP.A/Groen) heeft een vraag over Blue Bike Torhout. De stad zal vanaf 1 juni optreden als derde betaler ten belope van 1 euro per uitleenbeurt. Vlaanderen legt ook nog 1 euro bij, zodat de gebruiker van de fiets slechts 1 euro moet betalen en niet 3 euro zoals vroeger. Het raadslid is vooral ontstemd dat hij

het nieuws via de pers moest vernemen. ‘Er was nochtans afgesproken dat er een beleid van open communicatie met de oppositie gevoerd zou worden.’ Burgemeester De Cuyper wast zijn handen in onschuld. ‘Niemand van het college heeft gecommuniceerd met de pers. Blue Bike heeft het bericht verspreid, ik was zelf verrast het in de krant te lezen. We willen onze afspraak nakomen. Als het college een persbericht opmaakt, zullen we dat ook bezorgen aan de gemeenteraadsleden.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal juli 2014

27


Ouderenzorg is een belangrijke bevoegdheid die naar Vlaanderen overkomt.

28 juli 2014 Lokaal


essay relatie tussen politici en ambtenaren

De Interne Keuken filip de rynck

karolien vanderstappen

I

n mijn boekenkast zit een knots van 1162 bladzijden over het leven van Robert Moses, die van 1924 tot 1969 als departementshoofd de diensten voor publieke werken van de stad New York leidde. Een fascinerende biografie over macht, intriges, maffia en corruptie in de Amerikaanse lokale politiek, over de briljante ideeën en de afschuwelijke projecten van Moses. Hij deed het aantal speelpleinen groeien van 119 naar 777 maar voerde ook brutale onteigeningen door voor enorme publieke werken. Hij manipuleerde de transacties voor de wolkenkrabbers van de nu beroemde skyline en speelde een erg controversiële rol in verband met het behoud van Central Park. Hij werkte voor zes gouverneurs en vijf burgemeesters. Nooit verkozen, altijd in de schaduw van de politiek. Ergens in dat dikke boek over deze ‘Power Brooker’ staat de zin die alles samenvat: ‘But Robert Moses shaped New York.’ Dat boek schoot me te binnen toen ik op een terras in een dorp zat, in de schaduw van Oostende. Participatie en dorpskernvernieuwing: dat bracht mij dertig jaar geleden in deze kleine gemeente. Het Jaar van het Dorp, 1978. De burgemeester was erg populair, het type volksmens dat vooral bloeit op recepties maar een broertje dood heeft aan technische dossiers. De gemeentesecretaris was gepassioneerd door stedenbouw en door wat ingrepen in de fysieke ruimte met mensen doen. Ik zat hoorzittingen voor en overlegde met het college. De secretaris was gewonnen voor forse en voor die tijd vooruitstrevende ingrepen. Hij koos de ontwerpers die zijn visie steunden. Nu ik er wat beter over nadenk, wellicht had hij ook mij daarom gekozen. De ontwerper legde op het college zijn plan voor, dat eigenlijk het plan van de secretaris was. Een komma verschoof wat naar links of naar rechts, de ontwerper en ikzelf vertelden het college wat de secretaris ons had verteld en het college keurde zijn plan goed. De secretaris had de hele tijd niets gezegd. Helemaal naar het model van ‘le secrétaire tient son bec et la plume’. Alles was immers al gezegd, gekozen en beslist, het college was een voetnoot in zijn strategie. Wat hij mij na het college op datzelfde terras toevertrouwde, was niet zo vriendelijk voor populaire politici. En zo deed hij dat jaren aan een stuk: de man is ondertussen met pensioen maar ik fietste door zijn gemeente, iets minder handig dan hoe de secretaris toen het technische en politieke spel beheerste als een mini Robert Moses. (De maffia was in dat WestVlaamse dorp wel minder ontwikkeld.) En nu u toch Radio Nostalgie leest. Ik zie mezelf als hoofdmonitor op het stedelijke speelplein in Poperinge staan, tijdens de hete zomer van 1976. Het concept van de jeugdconsulent was nog niet uitgevonden. De schepen van jeugd was nagenoeg elke namiddag op het speelplein druk in de weer met het zorgen voor frisdrank, het opruimen van afval, het plakken van pleisters op het been van een zeurende peuter. Moe maar tevreden zat ze bij het overleg op het einde van een drukke namiddag, blij dat alles weer goed was verlopen. En ’s anderendaags was ze daar opnieuw. We stonden er niet eens bij stil dat zij schepen was. De secretaris die zijn visie realiseert doorheen legislaturen. De schepen die mee de handen aan de ploeg zet, als een uitvoerende ambtenaar. Het zijn extremen die haaks staan op het primaat van de politiek en van de ambtenaar die de pen en zijn mond houdt, Lokaal juli 2014

29


essay

De verhouding tussen politici en ambtenaren op lokaal niveau steunt op een identificatie met een gebied, vaak ook emotioneel ingebed. Dat eigenaarschap en de directheid van contacten en van actie motiveert en stimuleert en maakt lokaal beleid aantrekkelijk. twee klassieke beelden over de relatie tussen politici en ambtenaren. We proberen de complexe en ook veranderende relatie te vatten die de kern is van onze lokale besturen en die ze ook verschillend maakt van andere organisaties. De combinatie van verkozen politici die in een politieke ruimte functioneren met ambtenaren die in een professionele ruimte functioneren, dat maakt de organisatie van onze lokale besturen verschillend van andere non-profitorganisaties of van bedrijven. We kijken in dit essay in de interne keuken van onze lokale besturen. Lokaal is speciaal Lokale politiek en politiek op centraal niveau: het gaat twee keer over politiek maar het zijn twee verschillende systemen, waarvoor we het best een eigen taal gebruiken die we, ook in de wetenschap, nog te weinig hebben ontwikkeld. Ik ken topambtenaren op Vlaams en federaal niveau die nog nooit in hun carrière een persoonlijk gesprek met hun minister hebben gehad. Contacten verlopen via hitsige kabinetsmedewerkers of via papier dat heen en weer schuift. De organisaties zijn groter, de relaties zijn afstandelijker, de agenda’s zijn formeler en virtueler dan op het lokale niveau. Centrale politiek leeft vaak in een aparte binnenwereld, rond door het systeem zelf gecreëerde agenda’s en problemen, in een spel met eigen regels dat in een subtiele dialoog met de pers zijn eigen onvoorspelbare gang gaat. Politiek die met zichzelf bezig is. Het lokale niveau is een bijzondere biotoop. Thema’s, burgers, politici en ambtenaren zijn veel meer verweven. Dat zorgt voor een andere leef- en werkruimte. De contacten tussen politici en ambtenaren 30 juli 2014 Lokaal

zijn intenser en directer, in kleine gemeenten zelfs nagenoeg op dagelijkse basis. Heel wat ambtenaren zijn zelf burgers van hun gemeente. Politici en ambtenaren gebruiken dezelfde infrastructuur, ondervinden de kwaliteit van de dienstverlening waarvoor zij verantwoordelijk zijn, ze zien en voelen wat ze beslist hebben. De verhouding tussen politici en ambtenaren op lokaal niveau steunt op een identificatie met een gebied, vaak ook emotioneel ingebed (‘onze stad’). Dat eigenaarschap en de directheid van contacten en van actie motiveert en stimuleert en maakt lokaal beleid niet alleen anders maar ook aantrekkelijk. Gent is het bekende voorbeeld van een stad met een grote neiging naar identificatie. Wie kritiek op Gent geeft, krijgt meteen met een front van ambtenaren en politici te maken. We kennen ook gemeenten waar de interne verhoudingen zo verziekt zijn dat emoties ver te zoeken zijn, van het lokaal bestuur niets uitgaat en van stimulerend eigenaarschap geen sprake is. Het lokale is dus een kracht, maar geen automatisme. En we moeten met 308 woorden spreken. Instituties heten u welkom Verkiezingen leveren ons politici die tijdelijk de gemeentelijke organisatie en de neutrale ambtenaren mogen gebruiken om hun programma te realiseren. Op dat concept steunt onze democratie, op alle niveaus. Gelukkig hebben we de bestuurskunde die ons al decennialang leert hoe naïef deze gedachte wel is. De gemeentelijke organisatie heeft een voorgeschiedenis, een geheugen, ingebakken structuren en ingesleten routines en werkt met de mensen die er zijn, met al hun kleine en grote kanten. Kijk maar eens naar

de persoonlijke verhoudingen tussen secretarissen en financieel beheerders: een sterke tandem, een zwakke tandem of gezworen vijanden. Politici voelen zo meteen hoe laat het is. Ze hebben geluk of ondervinden dagelijks redelijk onmachtig welke problemen dat oplevert. Alles wat al aan dergelijke organisatorische kenmerken bestaat op het moment dat nieuwe politici starten, noemen we in de sociologie ‘instituties’ en van instituties weten we dat ze langdurig doorwerken en dat ze weerbarstig zijn. Zo heeft elk organisatie een eigen institutionele kleur of nestgeur. Bij elke nieuwe opdracht in een lokaal bestuur voelen en zien wij dat als buitenstaanders zeer snel. Het begint al bij het onthaal, bij de manier waarop de vergadering georganiseerd is. Het zit in de sfeer, in de manier waarop mensen (over elkaar) praten. Een van de meest hardnekkige instituties van onze lokale besturen is de erfenis van de sectoren en domeinen die zich door de jaren heen in eigen diensten of kokers hebben georganiseerd. Verkokering, daarom noemen we dat fenomeen zo. Diensten hebben een eigen territorium, eigen routines, een eigen cultuur waartoe zelfs vaak een eigen taal hoort. De verdeling van bevoegdheden over de schepenen volgt die traditie en versterkt die vervolgens weer. Dat we automatisch zo werken is een


De combinatie van sterk leiderschap in de gemeente met het overleven in het politieke circuit vergt veel van mensen en dwingt tot groot respect. institutie die voor een zelfvoedende dynamiek zorgt. De schepen gaat aan de slag en is constant in de weer met ‘zijn’ of ‘haar’ diensten, niet toevallig een nogal bezittelijk voornaamwoord. Het zorgt binnen de algemene politiek-ambtelijke verhoudingen voor bijzondere microklimaatjes: de kleine wereld van de persoonlijke relaties tussen schepen en ambtenaar. Het verleden stuurt de toekomst Een krachtige institutie is de doorwerking van het (recente) verleden. Ik ben steeds weer ontroerd over het enthousiasme van nieuwe politici. We zullen wat zien. Na de eerste confrontatie met de financiële toestand zien we de twijfels grondig toenemen. We zullen wat minder zien. Na min of meer grondige inwerking in hun bevoegdheden blijkt de gemeente niet al te veel bevoegdheden te hebben en de procedures zijn verdomd hardnekkig. Er liggen nog een tiental dossiers uit de vorige legislatuur die nu eenmaal te ver gevorderd zijn. In plaats van veel spectaculair nieuws gaat het om veel routineus ouds. Padafhankelijkheid, we hebben daar zelfs een wetenschappelijke term voor. Neem de schepen van sport: nadat hij alle infrastructuur heeft bezocht en zijn personeel heeft begroet, blijkt er uiteindelijk maar heel weinig nieuwe speelruimte te zijn. Het be-

heer van het verleden neemt hand over hand de agenda van de schepen over. Het meest positieve is dan vaak dat hij zelf uit eerlijke schaamte wat aan sport begint te doen. Dat is dan toch al één output. De geschiedenis lacht ondertussen begripvol en minzaam: ze wist immers al hoe dat zou gaan. Het primaat van interacties Natuurlijk zijn het college en de gemeenteraad de formele beslissers en officieel is het primaat van de politiek onbetwist. Dat was in New York en in mijn West-Vlaams dorp ook zo. Niet deze slaapverwekkende uitspraak is interessant maar wel het dagelijkse spel dat daar achter zit en dat ingebed zit in interacties tussen politici, burgers en ambtenaren die we hierboven beschreven. Met interacties bedoelen we: de dagelijkse contacten, fysiek, per mail, aan de telefoon; de terloopse gesprekken in de wandelgangen; de vergaderingen met voor en na’s; de recepties na een opening; of gewoon de recepties. Politici zijn vaak zeer afhankelijk van informatie over dossiers. De informatie die ze krijgen, vormt geleidelijk hun manier van denken, hun percepties met een wat duurder woord. Ambtenaren spelen daarin een cruciale rol. Politici hebben zelf ook veel informatie die ze aan ambtenaren doorgeven. Handige ambtenaren met een politiek inlevingsvermogen vangen dat op en integreren dat; niet handige ambtenaren doen of kunnen dat niet. Zo beïnvloeden beide groepen elkaar en groeien er gemeenschappelijke percepties, zonder dat daar een grote strategie achter zit. Soms is die er bij ambtenaren wel: wie de perceptie van de politicus kan sturen, stuurt de politicus. Klikt het dan bovendien tussen beiden en groeit het

vertrouwen, dan ontstaat een sterke tandem met goesting en een sterke wil. Klinkt of botst het, dan is het spel strategischer, meer berekend, met meer gefilterde informatie, met de tijd als bondgenoot of als vijand, afhankelijk van het standpunt. Het is uit dat geheel van interacties dat de agenda groeit waarmee de lokale organisatie bezig is. Politiek leiderschap Politici komen en gaan, steeds sneller bovendien, zo lijkt het wel. Voor ze de organisatie goed en wel door hebben, zijn ze vaak al halfweg. Ervaren burgemeesters vertellen me dat het in gemeenten van een zekere grootte vier jaar duurt voor je het gevoel krijgt meester te zijn van dossiers en organisatie. Het politieke leiderschap evolueert, zoals over heel de wereld, steeds meer rond een kleine groep mensen: de burgemeester, één of twee schepenen en een klein netwerk daaromheen. De dynamiek van ons politiek en vooral partijpolitiek systeem stimuleert de ontwikkeling van stabiel leiderschap niet: complexe coalities, concurrentie in de eigen partij en harde strijd tussen partijen, snellere vervanging van politici onder andere door meer gesplitste mandaten, de tol van verhitte media en de stress van oppervlakkige twitterdrukte, nauwelijks nog een vaste aanhang, deels werkend in het ijle. Terwijl we politiek leiderschap zouden moeten koesteren, branden we mensen sneller op. Het politieke systeem is keihard. De combinatie van sterk leiderschap in de gemeente met het overleven in dat politieke circuit vergt veel van mensen en dwingt tot groot respect. In een college kan het, ondanks alles, soms klikken tussen mensen en dat heeft weinig of niets met partijen te maken. Dan Lokaal juli 2014

31


essay

Als de secretaris tegenvalt, maakt dat een kleine gemeente vreselijk kwetsbaar. Maar als de secretaris een kleine groep mensen tot een ploeg kan smeden, dan lijkt werken in een kleine gemeente op een familiefeest. is het vaak plezierig werken. Het kan ook helemaal tegen zitten en de sfeer in de hele organisatie grondig verzieken: wantrouwen en achterdocht doordesemen vreemde spelletjes met dossiers en agenda’s. De burgemeester maakt hier meestal het verschil: soms is hij of zij de coach en bemiddelaar, soms zelf een deel van het probleem. Dertig procent van de lokale agenda, ruw geschat, gaat over dossiers die ertoe doen. Daarvoor maakt het politiek leiderschap ook het verschil en daarvoor mogen we het adjectief strategisch uit de kast halen. Voor de overige zeventig procent van de agenda gaat het om goed beheer en degelijk dagelijks werk. Eigenlijk werk dat ambtenaren ook wel zelf aankunnen. Waarom noemen we ze anders managers? Wie een paar jaar na een legislatuur een evaluatie maakt, zal al moeite hebben om zich te herinneren wat de vorige schepen heeft gepresteerd. Doet u de oefening maar eens. De meesten hebben wel ergens een projectje of een ideetje gehad, maar meestal is dat zo efemeer dat het de schepen zelf zelden overleeft. In de rivier is in ieder geval zelden een steen verlegd, of het moet wat steengruis zijn. In 2001 zijn de vergoedingen voor de schepenen en burgemeesters gevoelig verhoogd. Sindsdien zijn die mandaten aantrekkelijker in de persoonlijke carrière, soms ook zijn ze pasmunt in de onderhandelingen over mandaten. Wij stelden toen voor, samen met anderen, om het aantal schepenen gevoelig te verminderen. Betere verloning voor meer tijd verdeeld over minder schepenen, zodat schepenen minder ambtenaar kunnen spelen: dat was onze gedachte. Ik schreef het hier eerder al, in mijn streven naar populariteit: we hebben veel te 32 juli 2014 Lokaal

veel lokale politici. En hoe meer, hoe meer middelmaat of ondermaats. Natuurwetten bestaan ook in de politiek. Een gemeente van 25.000 inwoners kan het werk volgens mij perfect af met twee tot drie schepenen en een burgemeester. Het aantal schepenen is echter niet gedaald. Veel, maar lang niet alle, schepenen besteden nu meer tijd aan hun mandaat. Bij gebrek aan zinvol werk of omdat ze niet beter kunnen, gaat die tijd echter veel te veel naar intern gepruts en het aansturen van ambtenaren. Te veel lokale politici spreken en denken ambtenarees. In een discussie met Nederlandse collega’s formuleerde ik het in de jaren 1980 als volgt: ‘Jullie hebben moeite om jullie politici naar het café te krijgen, wij hebben moeite om ze eruit te krijgen.’ Ik twijfel of ik dat nu nog zo stellig zou zeggen. De essentie van het politieke werk is niet om in het stadhuis rond te hangen maar wel in de samenleving. Te veel schepenen spelen ambtenaar maar daar hebben we ondertussen betere mensen voor. Terugplooien op strategisch niveau, het beeld dat in dit soort discussie vaak opduikt en dat als ideaalbeeld in het Gemeentedecreet zit, is een onwerkbare theoretische constructie. Als je zaken echt wil veranderen, dan moet de politicus vooral zelf de mouwen opstropen: zichtbaar zijn in het maatschappelijk debat, actief trekken en sleuren, mensen en organisaties samenbrengen en overtuigen, een draagvlak zoeken, onderhandelen en compromissen sluiten. Dat is waar lokale politiek het verschil maakt, daarvoor hebben we politici nodig en daar speelt het politieke leiderschap zich echt af. Dat kunnen ambtenaren nooit alleen en dat moet samen met politici gebeuren. De meest succesvolle politici zijn

zij die op het uitvoerende maatschappelijke niveau actief zijn en daar essentieel zijn om keuzes ook echt te realiseren. Dat is echter niet het uitvoerende niveau van het dagelijkse management in het stadhuis, wel het niveau van het bespelen van de krachten in de samenleving om die samenleving te veranderen. Daar kan de tandem tussen sterk politiek en ambtelijk leiderschap het verschil helemaal maken. En op dat punt, het snijpunt van de gecombineerde strategische en operationale kwaliteit, verschillen onze gemeenten en steden grondig. Ambtelijk leiderschap Norma Riccucci, een Amerikaanse collega, publiceerde in 1995 een boek over ‘Unsung Heroes’: over helden waar we zelden over zingen. Ze heeft het over ambtelijke leiders die in hun werk het verschil maken. De helden uit het boek combineren een hele set vaardigheden: deskundigheid en intelligentie; handigheid en diplomatiek vermogen; geduld en koppigheid. Het zijn stuk voor stuk vaardigheden die de omgang met politici bepalen, die de onderlinge relatie vorm geven en die de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie kleuren. Het zijn vaak ook mensen met een groot incasseringsvermogen, die weten hoe grillig het politieke spel kan zijn maar die dat spel ook deels meespelen.


Vinden, binden en boeien van ambitieuze medewerkers maakt steeds meer deel uit van het politieke en het ambtelijke leiderschap.

De topambtenaren van onze lokale organisaties, de secretarissen en de financieel beheerders, zijn niet allemaal het bezingen waard. 616 Vlaamse lokale besturen: het is een snoepwinkel voor wie van vele soorten ambtelijk leiderschap houdt. We kennen ze, de uitgebluste secretarissen die aan een leeg bureau de dagen tot het pensioen zitten af te tellen, soms nog heel veel dagen. De secretarissen die niet aansturen en helemaal niet (meer) op hun veranderende taken zijn berekend. Of de hypergestresseerde secretarissen die alles onder controle willen houden en daar kapot aan gaan. Maar we kennen ook de sterke leiders die veranderingsprocessen trekken en

inspireren; de coachende types die voor innovatie zorgen; de managers die in de private sector hoge toppen zouden scheren. We kennen secretarissen die zich sterk kunnen inleven in de politieke ratio en anderen die erg denigrerend over politici denken. We zien hoe her en der financieel beheerders een echte meerwaarde voor het besturen van de organisatie zijn en eindelijk echt als topambtenaren functioneren. Elders zien we grijze boekhouders. We zien hoe negatieve evaluaties van de topambtenaren mondjesmaat de druk vergroten. En we zien steeds meer vrouwen. Topambtenaren maken verschil. In kleinere gemeenten is dat effect het meest zichtbaar, in beide richtingen evenwel. Als de secretaris tegenvalt, maakt dat een kleine gemeente vreselijk kwetsbaar. Maar als de secretaris een kleine groep mensen tot een

ploeg kan smeden, dan lijkt werken in een kleine gemeente op een familiefeest. In grotere organisaties is de sterkte van goede secretarissen vooral dat ze dingen mogelijk maken, dat ze initiatief waarderen, dat ze leidinggevenden op alle niveaus stimuleren om verantwoordelijkheid te nemen, dat ze een team kunnen smeden en bij elkaar kunnen houden, dat ze de politici begrijpen en zich kunnen inleven, dat ze de stafdiensten niet te veel autonomie geven en dienstbaar laten zijn voor ambtenaren in de lijndiensten. Al die vereisten samen maken dat mensen zoals ik, die wel eens vaker in een sollicitatiecommissie zitten, zich erg bescheiden moeten opstellen. We zoeken telkens weer de witte raaf of de zwarte zwaan. En we zoeken mensen die tegen de eenzaamheid van de topfunctie kunnen. Dat zouden assessmentbureaus misschien wel meer moeten testen. De stille revolutie Ondertussen speelde er zich een stille revolutie af. Het aantal hoogopgeleide ambtenaren in lokale besturen, meestal niet meer partijpolitiek benoemd, is spectaculair gestegen. Zonder veel gedoe over grote hervormingen leidt dat toch tot een grote hervorming. Naarmate de gemeentelijke taken toenamen en de complexiteit van die taken mee steeg, is overal een brede tussenlaag van hooggeschoolde leidende ambtenaren gegroeid. Hooggeschoold is overigens geen synoniem voor goed leidinggevend. Onze universiteiten (vooral de andere dan) leveren te veel eenheidsworst en grijze muizen af. Op C- en D-niveau hebben we in onze lokale besturen bovendien vaak al goede leiders die het van nature kunnen. Hoofden Lokaal juli 2014

33


essay

Van licht autist tot hyperkinetisch: we hebben van alle soorten nodig, zowel politiek als ambtelijk. Het probleem is dat de juiste soort niet altijd op de juiste plaats komt en de juiste soorten niet altijd met elkaar verbonden zijn. moeten het vooral niet te hoog in hun bol krijgen. Deze natuurlijke leiders waarderen en niet te veel frustreren is deel van goed management. Sommige hoofden van diensten of departementen gebruiken de politiek correcte woorden maar alleen hun mond beweegt. Sommige ambtenaren hebben geen ambities of zijn die onderweg kwijtgespeeld. Nog anderen hebben de kleur van het behang aangenomen en zijn vleesgeworden bureaucratie. Ik begrijp soms heel goed waarom ambitieuze politici zich aan hun leidinggevenden ergeren en dan maar zelf hun diensten leiding willen geven. Zij kunnen niet zitten wachten, de volgende verkiezingen komen eraan. Het staat niet in de boekjes en het schepenmodel hoort niet volgens het Gemeentedecreet, maar wat moet je anders? Ik ken vooral veel hardwerkende leidinggevende ambtenaren die met te weinig ondersteuning te veel moeten doen en zelf elke dag en van uur tot uur veel kleine en helaas te weinig grote zaken moeten beredderen: van het ene dagelijkse brandje naar het andere hollen en ondertussen hopeloos tijd zoeken om wat te lezen of op langere termijn te denken. Ze dwingen veel respect af en het zijn zij die het lokale bestuur sterk houden, gemotiveerd door plichtbewustzijn en het algemeen belang maar vaak ten koste van hun eigen belang. Sterk ambtelijk leiderschap verhoogt de elektriciteit die op de relatie met politici zit: met hooggeschoolde en met gedreven ambtenaren doe je niet wat je wil, vooral niet als je alleen maar luid over het primaat kan roepen. Dat is een bepalende factor voor de lokale besturen anno 2014 en het grootste verschil met een paar decennia geleden. 34 juli 2014 Lokaal

Een eenvoudig ‘daarom’ volstaat niet meer: met klerken en opstellers kon je je dat nog enigszins veroorloven. Politici maar ook secretarissen die zich zo opstellen, verzieken de relatie en verliezen het vertrouwen. Dat breekt henzelf meestal nog het zuurst op. Medewerkers vluchten mentaal, ze verlaten de organisatie of solliciteren niet eens. Vinden, binden en boeien van ambitieuze medewerkers maakt steeds meer deel uit van het politieke en het ambtelijke leiderschap. Kijk maar eens hoeveel jonge mensen solliciteren in lokale besturen met een goede faam en hoe kort de lijsten zijn bij besturen zonder faam of met een slechte naam. U moet mij maar eens bellen als u namen zou willen hebben. Wie weet wie dit blad allemaal leest. De positie maakt de m/v Mirko Noordegraaf, een Utrechtse collega, bekeek hoe de setting waarin ambtenaren functioneren, mee hun relatie met politici bepaalt. Sommige ambtenaren leiden diensten die goed zijn afgebakend en waarbij goed management primeert: een zwembad, een sporthal, een woonzorgcentrum... Politici en partijpolitiek staan hier verder van af. Anderen zijn verantwoordelijk voor grote fysieke projecten en zitten daardoor heel dicht bij de politieke wereld: werken met belangen, compromissen, onderhandelingen, moeilijke afwegingen en lastige keuzes helpen maken. Nog anderen ondersteunen politici in crisissituaties die met veiligheid te maken hebben. Dan lopen dagelijks management en politiek helemaal door elkaar en zijn politici en ambtenaren 24 uur in het getouw. De setting bepaalt dus voor een deel de aard van de ambtelijk-politieke relatie. Sommigen functioneren in de luwte, ande-

ren in de politieke brandhaarden. Voor die verschillende posities zijn andere competenties en persoonlijkheden nodig. Het kan dat ambtenaren per ongeluk of door een slechte sollicitatieprocedure op posities terechtkomen waarvoor ze helemaal niet geschikt zijn, bijvoorbeeld omdat ze niet houden van complexiteit en de (lichte) chaos die bij het politieke machtsspel hoort. Anderen voelen zich daarbij als een vis in het water. Mensen kiezen hun eigen persoonlijkheid niet: sommige ambtenaren zijn heel goed als expert in hun afgesloten kamertje, druk doende met cijfers en dossiers. Anderen houden van de dagelijkse onvoorspelbaarheid, van wat gedoe en emoties en kunnen goed met complexe processen om. Dat zijn de ambtenaren die zelden in hun kantoor zitten. Van licht autist tot hyperkinetisch: we hebben van alle soorten nodig, zowel politiek als ambtelijk. Het probleem is dat de juiste soort niet altijd op de juiste plaats komt en de juiste soorten niet altijd met elkaar verbonden zijn. De ogen van de burger Nog een ander soort ambtenaar maakt sinds een aantal jaren opgang: ambtenaren die de burgers in de ogen kijken en mee het gezicht van het bestuur bij de burgers bepalen. Lange tijd was het contact met burgers het privilege


van politici: zij zetten burgersignalen om in acties. Op dat beeld rustte de klassieke bureaucratie. Nu zijn in onze lokale besturen veel ambtenaren actief waarvan de kerntaak net bestaat in het directe contact met burgers: jeugdconsulenten, sportconsulenten, bibliothecarissen, sociaal werkers, straathoekwerkers, buurtsporters, buurtwachters, wijkwerkers of thuisverzorgers. ‘Street-level bureaucrats’: dat is de mooie verzamelnaam in de wetenschap voor dit type ambtenaar. Ambtenaren die op straatniveau burgers in de ogen kijken, spelen cruciale rollen in een ruimte met burgers waar politici en leidinggevende ambtenaren niet komen: wat zeggen ze dan; hoe luisteren ze dan; hoe vertalen ze wat ze horen; hoe communiceren ze daarover; wat doen ze met wat ze weten; hoe beslissen ze. In die delicate een-op-een-relaties met burgers maken deze ambtenaren immers micro-keuzes: dit doe ik en dat doe ik niet; met dit signaal doe ik iets en met een ander signaal doe ik niets. Deze ambtenaren, die meer van mensen dan van papier houden, zijn het gezicht van het bestuur. Hoe zij werken en hoe zij praten: dat is hoe mensen het lokale bestuur zien, ervaren en beoordelen. Burgers lezen geen beleidsnota’s waarin stadhuistaal zegt hoe het zal zijn; burgers kijken naar mensen die hun tonen en vertellen hoe het nu is.

De kennis van wat bij burgers leeft, maakt het spel in de driehoeksverhouding tussen politici, ambtenaren en burgers subtiel en interessant. In kleine gemeenten zijn de lijnen tussen veldambtenaren en politici kort. In steden hebben we meer tussenlagen van dienst- en departementshoofden. De voeten en de hoofden van het bestuur zijn meer gescheiden. Soms merken we dat politici en veldambtenaren dichter bij elkaar zitten dan politici en hoofden. Beiden zijn immers geïnteresseerd in directe actie op veldniveau, op snel reageren op vastgestelde problemen of signalen. Maar veldambtenaren rapporteren officieel aan hoofden en die hoofden vertalen dat op dienstniveau. Hoofden zitten ook niet op het veld en zeker in grotere steden is die afstand al behoorlijk. Veldambtenaren voelen zich in de eigen dienst niet altijd begrepen of gesteund. Dit toont goed hoe in moderne gemeenten complexere bondgenootschappen kunnen groeien tussen politici en veldambtenaren en hoe ambtenaren bij andere ambtenaren frustraties kunnen uitlokken, zonder dat er één politicus aan te pas komt. Dit organisatiemodel ‘van onderuit’ zet ook steeds meer druk op de verkokerde organisatie. MAT Het Gemeentedecreet (2005) is een product uit de jaren 1980, typisch voor het denken toen over het Nieuw Publiek Management. Tien jaar later, met de Managementteams (MAT), de meerjarenplanning, de beleidsen beheerscyclus, de interne controle, de externe audit zijn de besturen steeds meer gevat in systemen van management. Een evaluatie daarvan is sterk organisatiegebonden: wat hier werkt, doet het daarom elders

nog niet. De aandacht voor beter management is natuurlijk overwegend positief omdat het helpt voor een kritische evaluatie van wat we doen en hoe goed we dat doen. Ik ben echter een kritische liefhebber. Vaak is management niet wat het lijkt: tussen systemen van management en de werkvloer zit veel licht en zelden vatten systemen de nuances op de werkvloer. In veel gemeenten leiden systemen tot bureaucratie waarvan de efficiëntie zelf ook wel eens evaluatie verdient. Systemen hebben de onhebbelijke gewoonte zelfvoedend te functioneren: planningsdocumenten vragen om gegevens; telsystemen vragen om data; procedures leggen tijdslimieten op. Veldambtenaren voelen zich geplet tussen deze systemen en verwachtingen in het veld, die zich zelden laten systematiseren en die vaak uniek zijn. Ze moeten rapporteren over wat ze doen, hoe ze dat doen en hoe vaak. Het doen zelf dreigt erbij in te schieten, het kantoor wint het van het veld. Veldambtenaren voelen die druk vanuit hun leidinggevenden die zelf weer geprangd zitten tussen top, stafdiensten en veld. Het middenkader moet rapporteren en doelstellingen halen, maar ze willen tezelfdertijd hun eigen ambtenaren blijven steunen. Stafdiensten die voor personeel, financiën, ICT en kwaliteitszorg verantwoordelijk zijn, hanteren al te snel systemen die tot uniformiteit en tot formalisering leiden. Wie een dienst voor kwaliteitszorg opricht, mag niet verwonderd zijn dat zo’n dienst kwaliteitszorg wil meten en opvolgen en vervolgens graag wil weten hoe dat zo allemaal gaat in die orgaLokaal juli 2014

35


essay

Systemen hebben de onhebbelijke gewoonte zelfvoedend te functioneren: planningsdocumenten vragen om gegevens; telsystemen vragen om data; procedures leggen tijdslimieten op. nisatie en wie wat doet en op welke manier. Een nieuw systeem loert snel om de hoek en waar bureaucratie toch al domineerde, slaat dit snel om in de bureaucratisering van management. Lijndiensten moeten ondertussen wel zaken voor elkaar krijgen en staan onder druk van politici. Stafdiensten fietsen daar doorheen met instructies voor procedures voor het aanwerven van personeel, voor het gebruik van infrastructuur, voor de inzet van ICT. Managementsystemen geven diensten eerder het gevoel ondersteunend te zijn voor de diensten die de systemen hebben bedacht terwijl het omgekeerd zou moeten zijn. Natuurlijk bestaat de grijze zone, waardoor het in de praktijk allemaal zo’n vaart niet loopt, waarin veel in extremis toch in orde komt, met spuug en plak aan elkaar gebreid. Maar spelen op verschillende niveaus slorpt wel veel energie op en lokt veel frustratie uit. Terecht ergeren politici zich vaak aan doorschietende systemen. De grilligheid van de lokale praktijk, het noodzakelijke maatwerk en de onvoorspelbare kansen lenen zich niet goed voor uniform management. Ik mis te vaak meer speelsheid en een dosis ironie in de werkwijze, waarbij systemen beter werken en nuttig zijn net omdat we ze niet te ernstig nemen. Topambtenaren en hun managementteams spelen hier een cruciale rol maar de variatie is ook op dit punt groot. Soms is er geen management en, bij nader inzien, ook helemaal geen team. Soms zien we een sterk team dat management als flexibel instrument en niet als star doel gebruikt. Soms is het managementteam zelf een deel van het probleem en leidt dat een eigen leven, losgezongen van politici en van veldambtenaren. Soms heerst vooral 36 juli 2014 Lokaal

begrijpelijk wantrouwen tussen college en MAT, zeker als systemen de organisatie overnemen. Elders werken college en managementteam goed samen in een interessante verbinding tussen de logica’s van politici en van professionelen. En net in die verbinding van logica’s groeit de noodzakelijke speelse ironie. Een open keuken Dit essay keek in de interne keuken van onze lokale besturen: wie roert in de potten; hoe komen de topchefs overeen? Goede beelden mag je niet te lang gebruiken, maar toch nog even. De wereld is veranderd: de restaurantbezoekers kennen zelf steeds meer van goed eten maken en koken. Onze bezoekers zijn niet langer passieve consumenten die rustig zitten te wachten tot de schotel klaar is. Ze willen zelf betrokken zijn bij het productieproces en ze geven sneller, assertiever en soms agressiever hun oordeel over wat we hun voorschotelen. Vroeger verdween de kok achter een klapdeur en nu en dan kwam een kelner het restaurant binnengewaaid. Nu willen we weten wat zich in de keuken afspeelt. De moderne keukens zijn open landschappen, waar koks, helpers en klanten elkaar op de vingers kijken. We staan voor nieuwe realiteiten in een andere wereld waardoor de klassieke verhoudingen tussen politici en ambtenaren in andere relaties komen te staan met burgers en burgerinitiatieven, met non-profitorganisaties en bedrijven. Gemeenten in netwerkvorm, zoals we dat in een vroeger essay hebben beschreven. Als de wereld verandert, vereist dat een andere organisatie, in werking en stijl. Onze lokale organisaties zijn nog vaak georganiseerd volgens mo-

dellen van hoe de wereld vroeger in elkaar zat. We kenden administratieve sectoren en bouwden daarop ons basismodel. Het menu was voorspelbaar. Nu krijgen we vragen à la carte, voor menu’s waar allerlei keukentechnieken en soorten keukens door elkaar voorkomen in een soort wereldkeuken. Ons overgeleverde organisatiemodel met aparte sectoren, lijndiensten en stafdiensten kraakt en piept. Met schepenen en hun stukjes bevoegdheidjes redden we het niet meer. Het model van wat vereenzaamde topmanagers is versleten. Niet alleen ons politieke systeem moet zich aanpassen, dat geldt ook voor onze administratieve systemen. Minder van binnen denken, meer van buiten. De relatie tussen politici en ambtenaren verandert nu al grondig omdat de organisaties en de omgevingen waarin ze werken veranderen. We moeten de klassieke opvattingen over hun relatie nog meer herijken in onze zoektocht naar innovatieve manieren van organiseren en werken. Die druk is overal voelbaar, de omslag is ingezet. Hopelijk bent u ondertussen door al die keukentoestanden uw appetijt niet kwijtgeraakt, want daar gaat het volgende essay over. Ik zoek alvast mijn nieuwe kookboeken bij elkaar. Filip De Rynck is hoogleraar Bestuurskunde UGent


#vvsgstelling

‘Wie roert in de potten van de interne keuken van onze lokale besturen: de topambtenaar of de politicus? ’ Giovanni Amelinck

Elke topchef heeft een goede souschef nodig Simon Kenens

Onderzoek nulmeting jeugdbeleid toont aan dat zowel schepen als MAT aan belang winnen mbt beleid jeugd. Jongeren zelf gaan achteruit. Pieter Plas

In een goede keuken zijn zowel de recepten als de uitvoering van belang. Beide kunnen briljant zijn. Wie bedenkt de beste pairings en wie zorgt voor de perfecte cuisson? Onderlinge afstemming is altijd essentieel. In elk geval kun je de culinaire analogie hier een heel eind doortrekken. Andy De Cock

Politici staan dagelijks in het “schietkraam”. Verantwoording afleggen blijft belangrijk! Flexibeler personeelsbeleid dringt zich op!

Marijn De Vos

Beiden. Steeds met respect voor ‘het primaat van de politiek’. de stelling voor september:

‘Nu gemeenten met GAS de kleine overlast zelf beboeten, kunnen de parketten meer tijd en middelen inzetten tegen zwaardere criminaliteit.’ Twitter uw mening met #vvsgstelling

Lokaal juli 2014

37


mens en ruimte kort lokaal nieuws

LAYLA AERTS

Vlanderen heeft op het vlak van fietscultuur nog duidelijk een groeimarge.

Fietsberaad Vlaanderen van start Fietsberaad Vlaanderen begint met zijn werking op 1 juli. Dit nieuwe kenniscentrum voor lokaal fietsbeleid zal steden en gemeenten helpen om een echt fietsbeleid en een volwaardige fietscultuur te ontwikkelen. Wout Baert is aangesteld als coördinator. Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits stelde in maart Fietsberaad Vlaanderen voor. Dit nieuwe kenniscentrum, opgericht in de schoot van de VVSG, zal vanaf nu gemeenten adviseren en ondersteunen bij de verdere professionalisering van een modern en coherent fietsbeleid. Wout Baert leidt de organisatie. Hij ontwikkelde eerder al het stadsregionale samenwerkingsverband in Turnhout (het eerste in Vlaanderen) dat actief was rond mobiliteit. Nadien werkte hij voor het Team Stedenbeleid van de Vlaamse overheid. Hij krijgt ondersteuning van een projectmedewerker. Meer mensen op de fiets krijgen door gemeenten te stimuleren en te ondersteu-

nen in hun fietsbeleid, dat is de missie van het Fietsberaad Vlaanderen. Dat de uitdaging groot is, bewijzen de cijfers. Meer dan de helft van onze verplaatsingen zijn korter dan vijf kilometer. Toch doen we maar 12,7 procent daarvan met de fiets. In Antwerpen en Gent is dat al bijna de helft. Dat betekent dat er ook in andere gemeenten nog veel marge is. Omdat 60 procent van de 12.000 kilometer van het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk op gemeentewegen ligt, zit de uitdaging vooral bij lokale besturen. ‘Het Fietsberaad Vlaanderen zal inzetten op twee sporen. Ten eerste moeten gemeenten bij het fietsberaad terecht kunnen voor praktijkgerichte kennis over

bijvoorbeeld investeringen en wetgeving over het fietsgebruik. Maar daarnaast wil ik ook gemeenten helpen om een echte fietscultuur te ontwikkelen. Vlaanderen is de derde fietsregio in Europa, na Nederland en Denemarken. Dat is goed, maar er is nog een duidelijke groeimarge,’ stelt Wout Baert. Lokale besturen die werk willen maken van fietsbeleid, kunnen terecht bij Fietsberaad Vlaanderen. Dat zal praktijkgerichte kennis over fietsbeleid verzamelen, ontwikkelen, verspreiden en uitwisselen en hiervoor nauw samenwerken met diverse betrokkenen. Deze krijgen onder meer een rol in een stuurgroep die het Fietsberaad als inhoudelijk klankbord mee zal aansturen. katrien gordts

wout.baert@fietsberaad.be Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel

Tot 29 september Gastvrije Gemeente Gastvrije initiatieven in Vlaanderen en Brussel, initiatieven die iets gastvrij doen voor asielzoekers en vluchtelingen, kunnen zich inschrijven op www.gastvrijegemeente.be. Ook dit jaar zullen de meest gastvrije initiatieven beloond worden met een Gastvrij Award en 1000 euro. Naast deze publieksprijs, waarvoor de initiatieven stem-

38 juli 2014 Lokaal

men kunnen verzamelen vanaf 15 september, deelt Vluchtelingenwerk nog zes andere Gastvrije Awards uit: meest gastvrije school, individu, bedrijf, gemeente, meest gastvrije vereniging en vanaf dit jaar ook: de meest Gastvrije Bibliotheek! www.gastvrijegemeente.be


print & web

Voor een betere dialoog tussen huisartsen en patiënten van andere origine Overzicht van de bestaande hulpmiddelen

Werk mee aan het afwegingskader Gezonde Gemeente Het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en ziektepreventie (VIGeZ) wil zich samen met lokale besturen buigen over een afwegingskader dat gebruikt kan worden door gemeenten die rond gezondheid werken. Sinds Gezonde Gemeente gelanceerd werd, benaderen bedrijven, organisaties en verenigingen de lokale besturen

in het kader van het Luisternetwerk eerstelijnsgezondheidszorg

met een aanbod over gezondheid. Om de lokale besturen bij hun keuzes te helpen wil VIGeZ een instrument ontwikkelen dat de beslissing daarover vergemakkelijkt. Bent u geïnteresseerd om hier op basis van uw ervaring aan mee te werken? Mail dan uw contactgegevens naar bruno.buytaert@vigez.be.

Communicatiehulp voor artsen en patiënten uit verschillende culturen Huisartsen komen vrijwel dagelijks in contact met patiënten met een andere etnische, culturele, taalkundige of religieuze achtergrond. Deze publicatie biedt een overzicht van Belgische en buitenlandse initiatieven, onderverdeeld in vier soorten: de inzet van tus‑ senpersonen (culturele bemid‑ delaars, live of via computer, vertaaldiensten), vormingen, referentiesites en brochures. Het is een rapport dat pragmatische en praktische richtlijnen aanreikt voor de interculturele dialoog. C. Vassaert, Voor een betere dialoog tussen huisartsen en patiënten van andere origine: overzicht van de bestaande hulpmiddelen, te downloaden via www.kbs-frb.be

Geen aanvaardingsplicht drukwerkafval De aanvaardingsplicht op drukwerkafvalstoffen bestaat niet meer. Dit betekent dat de milieubeleidsovereenkomsten reclame- en persdrukwerk niet meer verlengd worden. De antireclamesticker, een belangrijke preventiemaatregel, blijft wel bestaan.

GF

Wet en duiding: Sociale bijstand

Op 23 mei 2014 keurde de Vlaamse Regering de afschaffing van de aanvaardingsplicht drukwerkafvalstoffen definitief goed. De financiering van de inzamelkosten voor de lokale besturen was een belangrijke bestaansreden van de aanvaardingsplicht, maar sindsdien is de prijs van oud papier sterk gestegen. Het Interventiefonds Oud Papier, dat is opgericht door de producenten van pers- en reclamedrukwerk, hoeft hierdoor al enkele jaren geen vergoedingen meer uit te betalen aan de gemeenten. De rondzendbrief verstuurd in het kader van de milieubeleidsovereenkomst, die de Vlaamse gemeenten afraadt om nog een belasting te heffen op het verspreiden van reclamedrukwerk, is dan ook niet meer relevant. De anti-reclamesticker, die werd ingesteld in het

kader van de milieubeleidsovereenkomst persdrukwerk in samenwerking met en op kosten van de uitgevers van gratis regionale pers, blijft echter gehandhaafd. Dit is een belangrijke maatregel voor de preventie van drukwerkafvalstoffen. piet coopman

Joke Van Cuyck, jvcuyck@ovam.be Rondzendbrief van 11 september 2009, BB 2009/06 – Gemeentefiscaliteit: Belasting op de versprei‑ ding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten – modelreglement na de milieubeleidsovereenkomst reclamedrukwerkafval‑ stoffen, BS van 12 oktober 2009, inforumnummer 241547. Milieubeleidsovereenkomst reclamedruk‑ werk van 18 juli 2008, BS van 9 juni 2009, inforum‑ nummer 238941.

Dit becommentarieerd wetboek bundelt alle relevante weten regelgeving voor sociale bijstand, met name OCMWbevoegdheid, maatschappe‑ lijke dienstverlening, recht op maatschappelijke integratie, gewaarborgde gezinsbijslag, inkomensgarantie ouderen en gehandicapten. Annotaties per artikel bieden uitvoerige duiding en situering in wetshistoriek, rechtspraak en rechtsleer. Dit nuttige naslagwerk is het resultaat van de kruisbestuiving tussen academici, advocaten en magistraten, en practici uit het werkveld. D. Cuypers, D. Torfs, Y. Werbrouck (eds.), Wet en Duiding: Sociale Bijstand 2014, Uitgeverij Larcier, Gent, 126 euro

Lokaal juli 2014

39


mens en ruimte kort lokaal nieuws

Duurzame oplossingen door dialoog tussen bestuur en bedrijf

Na Malmö, Reykjavik, Barcelona en Göteborg organiseert Gent het evenement. ‘Wij waren aanwezig op EcoProcura in Malmö. Inhoudelijk is dit een schitterende conferentie rond het thema duurzaam aankopen. Maar toen was er geen kans voor publieke aankopers en vertegenwoordigers van de bedrijfswereld om elkaar te ontmoeten. We vonden dat jammer, en omdat we het evenement nu zelf organiseren, kunnen we daar verandering in brengen,’ zegt Mieke Pieters. Bovendien organiseerde haar dienst onder de titel ‘Gent zoekt duurzame leveranciers’ in 2010 en 2012 al contactmomenten tussen bedrijven en de aankopers van stad en OCMW. Met EcoProcura verruimen ze de scope en mikken ze op een Europees publiek. Meet your buyer wil niet alleen aankopers en bedrijven samenbrengen, maar ook het zakelijke karakter van aankopen onder de aandacht brengen. ‘Te dikwijls leeft de misvatting dat duurzaam aankopen een verhaal is van het knippen en plakken van ecologische en sociale criteria,’ zegt Mieke Pieters. ‘Maar eigenlijk is het een afstemming van wat de klant wil en wat de markt te bieden heeft. We kijken nog te veel vanuit het klantperspectief en zijn te weinig op de hoogte van de mogelijkheden die de markt te bieden heeft. Samenwerking en dialoog met de bedrijven is van belang om de oplossingen van morgen te kunnen ontwikkelen, en zo ook als lokaal bestuur innovatie te stimuleren.’ Meet your buyer is een netwerkevenement voor 600 deelnemers, met een evenwicht tussen intense en informele netwerking, het ontdekken van nieuwe producten en diensten en inhoudelijke momenten. Op de ‘central meeting square’ ligt de nadruk op informeel netwerken. Rond een centraal punt zijn er thematische pitches voor aankopers en bedrijven. Hier vinden ze alle informatie over acht thema’s zoals circulaire economie, innovatie, het duurzame kantoor, duurzaam bouwen of cradle-to40 juli 2014 Lokaal

cradle. De speeddatingzone wordt ingericht door Kauri. Als netwerkorganisatie voor duurzame ondernemingen in België heeft Kauri veel expertise in het organiseren van netwerking. In deze zone kunnen aankopers en ondernemers telkens in drie minuten elkaar leren kennen. ‘Wie op zoek is naar meer inhoud, kan terecht in de circular room en de break-out zones. In de circular room organiseren we enkele rondetafels voor bedrijven, organisaties en overheden. Een gemeente die voor een groot ontwikkelingsproject de markt wil bevragen, kan dit perfect aan de hand van een rondetafel,’ zegt Mieke Pieters. De break-out zone is dan weer gericht op het creëren van dialoog tussen aankopers en bedrijven. In groepjes van twintig mensen debatteren ze over verschillende stellingen. ‘Hoe kunnen we innovatie stimuleren via overheidsopdrachten?’ is zo’n stelling, of ‘Wat is de zin en onzin van labels?’. De gesprekken worden telkens in goede banen geleid door een moderator. Tot slot krijgen grote sponsors in de ‘speakers corner’ de ruimte om hun visie over duurzame economie te presenteren. Het geheel wordt omrand door een markt waar duurzame en innovatieve bedrijven hun producten en diensten voorstellen. De huidige wetgeving op de overheidsopdrachten maakt dat aankopers soms aarzelen om met de markt te praten. De nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen zullen daar echter verandering in brengen en in de toekomst marktverkenning en -dialoog meer toelaten. Voordat iemand een bestek uitschrijft, is een dialoog met de markt belangrijk om gebruik te kunnen

STEFAN DEWICKERE

EcoProcura, de internationale conferentie voor duurzaam en innovatief aankopen, heeft eind september plaats in Gent. Nieuw is de koppeling met een netwerkevenement: ‘Meet your buyer’ kan de dialoog tussen overheidsaankopers en bedrijven stimuleren. ‘Hiermee willen we de markt meer als een partner voor de overheidsaankopers beschouwen,’ zegt Mieke Pieters, strategisch aankoopexpert van de stad Gent.

Innovatieve en duurzame producten kiezen of de producenten ervan leren kennen, dat wordt gemakkelijker op de ‘meet your buyer’.

maken van de kennis en expertise waarover bedrijven beschikken. Zij weten beter dan wie ook wat er beschikbaar is. Om greenwashing te voorkomen – bedrijven die zich groener voordoen dan ze zijn – werkt Pieters samen met de juiste netwerken zoals Kauri, Business & Society en eventueel ook CSR Europe: ‘Deze netwerkorganisaties vertegenwoordigen de duurzame bedrijven en ondernemers. Daarnaast kun je ook samenwerken met werkgeversorganisaties zoals UNIZO en VOKA. Via hun netwerk kun je de juiste bedrijven aanschrijven. Volledig verhinderen dat er minder duurzame bedrijven zijn, gaat niet. Bedrijven schrijven namelijk vrijwillig in. Maar je sponsors kies je natuurlijk wel zelf.’ leen van der meeren

BENT U een AANKOPER van een lokaal bestuur? Schrijf u onmiddellijk in via onderstaande link en mis dit unieke event niet. Inschrijven is gratis voor aankopers! www.gentvoorbeeldconsument.be


print & web

mensen maken

Milieuzorg Op School mos in voorbeelden

Tot 11 juli Kandidaturen Laureaat Ondernemende Gemeente 2014 en veiligheid. De prijsuitreiking heeft plaats op dinsdag 23 september tijdens de feestelijke UNIZO Startreceptie in aanwezigheid van talrijke prominenten. De VVSG-Trefdag van 16 oktober geeft het woord aan de laureaten Ondernemende Gemeente in de sessie ‘Gemeenten en ondernemers bundelen hun krachten’.

Inspiratieboek Milieuzorg Op School

U kunt u als stad of gemeente kandidaat stellen door vóór 11 juli het deelnameformulier op www.unizo.be/laureaatondernemendegemeente.be in te vullen en te verzenden. Uw projectdossier dient u in vóór 21 augustus. stefan.thomas@vvsg.be

GF UNIZO

Voert uw stad of gemeente een krachtig ondernemingsvriendelijk beleid? Hebt u op het vlak van lokaal economisch beleid projecten opgezet of initiatieven genomen die een pluim verdienen? Dan maakt uw stad of gemeente kans een jaar lang de titel ‘Laureaat Ondernemende Gemeente’ te dragen. Met deze prestigieuze onderscheiding wil UNIZO, in samenwerking met de VVSG, de gemeenten in Vlaanderen inspireren door goede voorbeelden te tonen van opmerkelijke projecten of sterke initiatieven die de lokale economie stimuleren. Er zijn vier laureaatstitels te verdienen, voor vier centrale thema’s uit het lokale economiebeleid: bereikbaarheid, uitstraling, kernversterking

Milieuzorg Op School (MOS) is in Limburg een succesverhaal, dankzij de MOS-begeleiders van het Provinciaal Natuurcentrum, de enthousiaste leerkrachten, directies, (groot)ouders en leerlingen. Een gloednieuw MOS-inspiratieboek brengt dit succesverhaal in beeld met een bundeling van concrete voor‑ beelden. De beelden tonen de grote diversiteit aan duurzame acties in Limburg. Het boek geeft, ook buiten Limburg, aan alle betrokkenen bij milieuzorg op school de kans om ideeën op te doen nog meer scholen te overtuigen om de MOS-kaart te trekken. Kijk het MOS-inspiratieboek in via www.pnc.be, nieuws. Meer info: mos@limburg.be

Zomerspeelzones: ruim 1000 hectare extra speelnatuur

DANIEL GEERAERTS

Tijdens de zomermaanden is de vraag naar speelruimte in natuurgebieden zeer groot. Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt daarom een groot aantal zomerspeelzones open in juli en augustus. Naast het permanente aanbod worden er op die manier 135 tijdelijke zones afgebakend, waardoor er in de zomer in totaal 650 speelzones beschikbaar zijn in Vlaanderen, goed voor een totale oppervlakte van 3430 hectare. Op onderstaande websites vindt u de speelzones en ook de veiligste en prettigste routes van kampplaatsen naar de speelzones. Een twintigtal gemeenten hebben op de website al extra speelruimte op hun grondgebied in kaart gebracht (sportveldjes of speelterreinen). Op het terrein worden de zomerspeelzones aangeduid met gelijkaardige borden als voor de permanente speelzones, maar enkel in het oranje in plaats van groen. pieter plas

www.speleninhetgroen.be of http://speelweefsel.m.routeyou.com/poi/view.nl

Tot 17 september: Buurten op den buiten Projecten van inwoners die de kwaliteit van het (samen)leven in een buurt of dorp in een landelijke omgeving verbeteren, kunnen ook dit jaar tot 5000 euro financiële steun krijgen van de Koning Boudewijnstichting en de Vlaamse minister van Landbouw en Plattelandsbeleid, via de Vlaamse Landmaatschappij. De oproep richt zich ook

tot lokale besturen die samen met inwoners een dynamiek op gang willen brengen en concrete dingen willen realiseren. Informatie over de projecten en het indienen van een kandidaatsdossier via www.kbs-frb.be, T 02-500 4 555, proj@kbs-frb.be.

Lokaal juli 2014

41


mens en ruimte afvalbeleid

Het containerpark is belangrijk, maar volstaat het? Door de nabijheid is het containerpark voor veel huishoudelijke afvalstromen een ideaal inzamelkanaal. Toch blijkt uit een marktonderzoek van de VVSG in 2013 dat niet iedereen er voor alle afvalstoffen even intens gebruik van maakt. Maatschappelijke veranderingen en veranderende behoeften van de inwoners zetten lokale besturen en de Vlaamse overheid ertoe aan na te denken over een laagdrempelige inzamelinfrastructuur die klaar is voor de toekomst. tekst piet coopman beeld gf

M

eer dan zeven op de tien ondervraagden in het onderzoek van de VVSG wonen op minder dan vijf kilometer van het dichtstbijzijnde containerpark. Met ongeveer één containerpark per 18.000 inwoners is de dekkingsgraad

42 juli 2014 Lokaal

in Vlaanderen heel groot. Ter vergelijking: Nederland, dat toch vaak wordt

gezien als de referentie voor milieubeleid, beschikt over één containerpark per 43.800 inwoners! Bovendien gaan meer dan zes op tien ondervraagde Vlamingen minstens één keer om de twee à drie maanden naar het containerpark. Volgens de respondenten is milieuvriendelijkheid de grootste troef van het containerpark. Zij hebben dus een groot vertrouwen in de milieuvriendelijke verwerking van de door gemeente en afvalintercommunale ingezamelde afvalstoffen. Daarnaast zien de respondenten het containerpark als ideaal in-

Gebruikers hebben een groot vertrouwen in de milieuvriendelijke verwerking van de op containerparken ingezamelde afvalstoffen.


Wettelijk kader voor inzameling van frituurolie door winkeliers De Vlaamse Regering werkte via een wijziging van het Vlarema, uitvoeringsbesluit van het Materialendecreet, aan een wettelijk kader voor de inzameling van frituurolie en -vet door winkeliers. Deze wijziging werd op 23 mei 2014 definitief goedgekeurd en bevat volgende krachtlijnen: • De inzameling kan enkel bij eindverkopers van frituurvetten en -oliën; • De frituuroliën en -vetten worden opgeslagen zonder risico voor mens en milieu; • De continuïteit van inzameling wordt gegarandeerd; • Het inzamelsysteem wordt goedgekeurd door de OVAM; • De initiatiefnemer rapporteert aan de OVAM over de ingezamelde hoeveelheden en de correcte verwerking; • De OVAM informeert gemeenten en intercommunales over de goedkeuring van een initiatief op hun grondgebied en rapporteert aan hen over de ingezamelde hoeveel‑ heden en correcte verwerking.

zamelkanaal voor specifieke afvalstromen. Dat zijn dan vooral afvalstromen die niet dagelijks vrijkomen in een huishouden, zoals elektro, afval van verbouwingswerken, meubelen of lampen. De respondenten zijn minder geneigd de dagelijkse afvalstromen, zoals glas, pmd en papier en karton, naar het containerpark te brengen. Daarvoor vormt de huis-aanhuisinzameling of de glasbol de ideale oplossing. Het ene is soms wel aanleiding voor het andere: eerder onderzoek leerde dat de fracties die mensen het vaakst naar een containerpark brengen, papier en karton en PMD zijn. Maar dat is dan meestal in combinatie met een minder dagelijkse afvalstroom. Als mensen grof vuil brengen, hebben ze gewoon de reflex een paar andere afvalstromen die in de garage of kelder staan, ineens mee te nemen. Drempels voor gebruik containerpark Naast manifeste voordelen brengt het marktonderzoek van de VVSG enkele drempels voor gebruik van het containerpark aan het licht. Zo blijkt langsgaan op het containerpark moeilijk te combineren met een andere activiteit zoals inkopen doen. Hoewel de gemiddelde afstand tot het containerpark bij alle respondenten maar vijf kilometer bedraagt, blijkt die afstand toch een drempelverhogende factor te zijn. De openingsuren van het containerpark zijn bovendien niet steeds aangepast aan de persoon-

lijke agenda. Een recent tevredenheidsonderzoek van de afvalintercommunale IMOG komt tot een gelijkaardige bevinding: tachtig procent van de ondervraagden in de IMOG-regio was enthousiast over de verruimde openingsuren van een aantal containerparken. Daarnaast stellen de respondenten uit het markt-

In tegenstelling tot de inzameling via het containerpark kan dit wel gecombineerd worden met een andere activiteit. De respondenten wijzen wel op het belang van een nette omgeving bij inzameling via winkelpunten en vrezen dat het ontbreken van toezicht tot misbruiken kan leiden. Een inzamelbak hoort met andere

Een inzamelbak voor frituurvet en -olie op een plaats waar die producten verkocht worden, kan een interessante aanvulling van het bestaande systeem zijn, maar dan wel binnen zodat de handelaar zicht heeft op het correcte gebruik ervan. onderzoek van de VVSG dat een bezoek aan het containerpark veel tijd in beslag neemt. De toegangscontrole kan tijdrovend zijn. En doordat veel inwoners één vast moment uitkiezen om naar het containerpark te gaan, bijvoorbeeld zaterdagochtend, creëert dit pieken in het bezoekersaantal. Randvoorwaarden voor aanvullende inzameling belangrijk Het marktonderzoek van de VVSG richtte zich, naast een algemene perceptie van het containerpark, specifiek op de inzameling van frituurvetten en -oliën. Om de inzameling van deze afvalstroom te vergroten zien de respondenten een inzameling via winkelpunten als aanvulling op de inzameling via het containerpark.

woorden niet thuis aan de deur of op het parkeerterrein van de winkel, maar staat beter binnen zodat de handelaar zicht heeft op het correcte gebruik ervan. Respondenten die aangeven hun frituurvet en -olie niet correct af te danken en dat dus doen via de riool, compostbak of restafvalzak, wonen doorgaans verder van het containerpark of op een appartement en zijn minder betrokken bij de milieuproblematiek. Milieuvriendelijkheid is voor deze groep geen argument om het wel goed te doen. Gemak van inzameling is dan weer wel een argument, en daar speelt een inzameling bij een winkelpunt handig op in. Piet Coopman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid

Lokaal juli 2014

43


mens en ruimte openbare ruimte

LED-verlichting kan ook lager tussen bomen geplaatst worden, dat geeft meer sfeer en de omwonenden hebben nauwelijks last van lichtvervuiling.

Betere openbare verlichting kost minder Gemeenten besteden jaarlijks enkele honderdduizenden euro’s aan openbare verlichting. Dit kan een stuk goedkoper door bij vervanging en vernieuwing over te schakelen naar energiezuinigere lampen en toepassingen zoals periodiek dimmen. Interleuven, Eandis, Infrax namen met een aantal gemeenten deel aan een Europees project waarin nieuwe lichttoepassingen getest en toegepast werden. tekst sabrina de donder beeld interleuven

D

e kosten voor energie nemen een belangrijke hap uit het gemeentelijke budget. Openbare verlichting – verlichting van straten, pleinen, parken, publieke parkeerruimte en fietspaden – heeft hierin een aandeel van 30 à 50 procent. Een interessant domein dus om na te denken over mogelijke besparingen en om nieuwe toepassingen op hun waarde te testen. De intercommunale Interleuven is altijd op zoek naar initiatieven die bruikbaar kunnen zijn voor haar vennoten. In het Europese BLISS-project (Better Lighting in Sustainable Streets) zag zij een mogelijkheid omop betaalbare wijze te experimenteren met openbare verlichting. Eandis en Infrax zijn de twee netbeheerders die in het arrondissement Leuven verantwoordelijk zijn voor dit domein en zij waren bereid mee in de boot te stappen. De projecten werden uitgevoerd in de gemeenten Bertem, Rotselaar, Aarschot, Leuven, Tienen, Holsbeek, Bekkevoort, Kortenaken en Geetbets. Voor Leuven startte Eandis met de opmaak van een globaal masterplan voor

44 juli 2014 Lokaal

de openbare verlichting. Zo’n plan heeft als doel een doordacht beleid voor openbare verlichting voor meerdere jaren uit te werken. Aansluitend zal Eandis regiomasterplannen opmaken in samenwerking met de gemeenten. Het is zeker een streven om mettertijd een visie voor de gehele regio te ontwikkelen, over de gemeentegrenzen heen dus.

vervanging of bij nieuwe straten wordt geleidelijk overgeschakeld op CPO-lampen met witter licht. Deze lampen zijn ook een stuk energie-efficiënter. Maar de nieuwste trend is de overstap naar ledverlichting. Toen het project vijf jaar geleden startte, was led nog tamelijk nieuw en de tests die door onder meer Eandis waren uitgevoerd, leverden nog geen betrouwbare resultaten op. Er werd veel beloofd door de producenten maar de feiten stemden niet altijd overeen met de beloften. Maar de laatste jaren werd led geleidelijk betrouwbaarder en ook goedkoper. De verwachting is dat led de volgende jaren echt zal doorbreken. Voordelen zijn het lage energieverbruik en de lange levensduur van de lampen. Led geeft ook wit licht, dus met een goe-

Meestal houden we erg vast aan waaraan we gewend zijn. Het was dan ook verbazend dat de nieuwe lichttoepassingen door de inwoners en gebruikers positief werden onthaald. Van geel naar wit De courantste lampen die we momenteel nog terugvinden in onze straten zijn SON-T- en SOX-lampen (respectievelijk Natrium hoge druk en Natrium lage druk). Deze geven geel licht. Typisch hieraan is dat je geen kleuren kunt onderscheiden. Ook gezichtsherkenning op enige afstand is moeilijk. Bij

de weergave van kleuren en een duidelijke gezichtsherkenning. Daarnaast is het ook makkelijk stuurbaar, wat interessant is voor het dimmen van lampen tot een lager energieniveau tijdens de nacht. Nog een troef van led is dat het allerlei effecten kan creëren zoals sfeerbepaling met wisselende kleuren. Dit kan vooral in steden interessant zijn. In Aarschot


De twee grootste BLISS-projecten zijn het bedrijventerrein Nieuwland in Aarschot met 129 lampen en de verbindingsweg Hoeledensebaan in Kortenaken met 117 lampen.

werd in het park en op een testsite op het bedrijventerrein Nieuwland ledverlichting geplaatst. Hier zal Eandis het verschil met CPO-verlichting in detail monitoren om hier dan weer lessen uit te trekken voor toekomstige toepassingen. Het devies blijft gemeenten zo degelijk mogelijk te informeren over de gunstigste oplossingen, rekening houdend met de huidige stand van onderzoek en technologische ontwikkeling. De mening van de gebruiker Verandering is altijd riskant. Meestal houden we erg vast aan waaraan we gewend zijn. Het was dan ook verbazend dat de nieuwe lichttoepassingen door de inwoners en gebruikers positief werden onthaald. Er werden projecten uitgevoerd in woonstraten, winkelstraten, straten voor doorgaand verkeer, bedrijventerreinen en een park. Telkens werd bewoners en/of gebruikers vooraf en na invoering van een nieuwe verlichting naar hun appreciatie gevraagd. De nieuwe lichtsituatie werd overwegend als beter ervaren. Meer dan centen en techniek De keuze van lampen en armaturen was tot voor kort vooral een kwestie van de ‘best available technology’ en de beste koop op de lange termijn. Dit is de TCOberekening, de ‘total cost of ownership’: investering, onderhoud, energieverbruik zijn daarin belangrijke factoren. Steeds meer nemen gemeenten nu ook andere elementen mee in de afweging. Voelen de burgers zich veilig met een bepaald soort licht, vinden zij het aangenaam, is er niet

te veel lichtvervuiling, biedt de gekozen lichttoepassing de mogelijkheid om een bepaalde sfeer te scheppen tijdens koopjesavonden of festivals? Licht kan ook variëren naar gelang van het seizoen of het moment van de dag. Veel steden zijn

uittesten zodat zij de gemeenten uit de regio met kennis van zaken kunnen adviseren. De gemeenten doen er goed aan een globale visie op te stellen voor hun openbare verlichting, zodat zij een gedegen

De keuze voor een bepaalde soort openbare verlichting zal naast puur technische en financiële aspecten ook waarden als sociale veiligheid, milieu, verkeersveiligheid, leefbaarheid in rekening brengen. hiermee volop aan het experimenteren. Verwacht wordt dat de keuze voor een bepaalde soort openbare verlichting zal evolueren van een puur technische en financiële benadering (TCO) naar een benadering die ook waarden als sociale veiligheid, milieu, verkeersveiligheid, leefbaarheid in rekening brengt, het ‘Total Value of Ownership’ (TVO). Uit het BLISS-project bleek dat Nederland op dit terrein behoorlijk voorop loopt met experimenten en dan vooral in Eindhoven, dat zich graag als lichtstad promoot.

beeld hebben van waar ze met de verlichting op hun hele grondgebied heen willen. Dit geeft een goede visie voor keuzes bij toekomstige vervangingsoperaties of nieuwe installaties. Dat helpt dan weer om zuiniger met de middelen en met het milieu om te gaan. Alleen maar voordelen dus. Maar ook ruimte voor innovatieve investeringen is cruciaal. Gemeenten kunnen fungeren als een ‘living lab’ voor nieuwe toepassingen. Sabrina de Donder is communicatiemedewerker

Blijven innoveren Op dit moment gaan de ontwikkelingen zeer snel. Op amper vijf jaar tijd zijn de betrouwbaarheid en toepassingsmogelijkheden van led enorm geëvolueerd, terwijl de kostprijs serieus is gedaald. Daarmee heeft led zich ongetwijfeld in polepositie geplaatst voor de toekomst, ook voor openbare verlichting. Interleuven, Eandis en Infrax blijven de nieuwste ontwikkelingen opvolgen en

van Interleuven

BLISS, Better Lighting in Sustainable streets was een project in het kader van Interreg B Noord-West-Europa met partners uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. www.bliss-streetlab.eu of www.interleuven.be/bliss

Lokaal juli 2014

45


mens en ruimte geografisch beleid

Alle hinder overzichtelijk De Oost-Vlaamse gemeente Evergem werkt al geruime tijd met het Generieke Informatieplatform Openbaar Domein of kortweg GIPOD. En ook al is het hele systeem voorlopig nog puur vrijwillig, Evergem voert zijn werkopdrachten en innames van het openbaar domein consequent in. tekst ward van hal beeld stefan dewickere

S

ylvie Lippens en Kelly Scheir van de verkeersdienst en hun diensthoofd gemeentewerken Peter Van de Veire hoorden voor het eerst van het GIPOD tijdens een presentatie van AGIV in november 2012. ‘Maar we waren niet laaiend enthousiast,’ bekent Sylvie Lippens. Ze gebruikten al wel een opvolgingstool (Planon) die onder meer de hinder op de openbare weg capteert. Alleen maar omdat Peter Van de Veire toch voordelen in het GIPOD zag, is de verkeersdienst stelselmatig de databank beginnen te voeden. Sylvie Lippens: ‘Gaandeweg zijn wij van het nut overtuigd geraakt. Meer nog, we kunnen ons onze

Wat is GIPOD? Het Generiek Informatieplatform Openbaar Domein (GIPOD) verza‑ melt alle informatie over gebruik en innames van het openbaar do‑ mein. Het garandeert bovendien een betere afstemming en samen‑ werking tussen al wie nuts- en/of wegenwerken organiseert. Zo moet de weg maar één keer worden opge‑ broken en ondervindt de weggebrui‑ ker maar één keer hinder, terwijl er toch verschillende werkzaamheden of werkzaamheden van meerdere partijen kunnen worden uitgevoerd. Via het platform kunnen werken op omleidingstrajecten worden verme‑ den en conflicten tussen werken en manifestaties beter worden gede‑ tecteerd. Meer synergie, minder hinder. https://www.agiv.be/ producten/gipod

46 juli 2014 Lokaal

dagelijkse werking zonder het GIPOD niet meer voorstellen.’ In een lokaal bestuur zijn heel veel diensten op een of andere manier betrokken bij het GIPOD. In Evergem passeert elke dienst die een vergunning aflevert voor de inname van een stuk van het openbaar domein langs de verkeersdienst. De verkeersdienst geeft of vraagt

adviezen, levert de uiteindelijke signalisatievergunning en geeft alle informatie in het GIPOD in. Het GIPOD staat zelfs bij hun favoriete websites: ‘Zo spenderen we minder dan twee minuten aan een eenvoudige ingave,’ zegt Sylvie Lippens. Haar collega Kelly Scheir voegt eraan toe: ‘Dat komt omdat we er ondertussen al heel bedreven in zijn, want per jaar gaat het over 350 signalisatievergunningen voor werken. Daarnaast zijn er ook nog eens 250 manifestaties die nog niet ingegeven worden. Voor ons is het GIPOD essentieel om conflicten tussen werken en/of manifestaties te ontdekken. Zo kunnen we snel nagaan of er tijdens de periode van een georganiseerd

Als bijvoorbeeld wegwerkzaamheden vertraging oplopen, kan dit snel aangepast worden in het GIPOD en wordt de actuele informatie meteen zichtbaar in Geopunt.


Vlaams Parlement keurt GIPOD-decreet definitief goed Vandaag gebeurt het aanmelden van werken, evenementen en andere innames van het openbaar domein in het GIPOD vrijwillig. Maar ook zo geven veel gemeenten, nuts‑ maatschappijen en andere instanties al veel informatie in. Uiteraard kan het GIPOD alleen goed functioneren als alle beschikbare informatie correct is. Een verplichte in‑ voering van gegevens is dan ook een must. Op woensdag 25 maart heeft het Vlaams Parlement op voorstel van minister-president Kris Peeters en minister van Mobili‑ teit en Openbare Werken Hilde Crevits een decreet in die zin definitief goedgekeurd. Daardoor worden de ingaves in de eerste helft van 2016 verplicht.

evenement nergens hinderlijke werfkranen of containers staan. De trajecten van wielerwedstrijden registreren we nu nog niet, dat zal veel meer tijd in beslag nemen.’ Voor iedereen interessant In Evergem coördineert de gemeente het openbare domein en heeft de politie zuiver een handhavingsrol. ‘Al voert de politie zelf niets in het GIPOD in, ze verleent in bepaalde situaties wel advies aan onze verkeersdienst,’ zegt Peter Van de Veire. ‘En ze vindt het zeer interessant

om het GIPOD te kunnen raadplegen, al was het maar om te voorkomen dat een flitslocatie zou conflicteren met een werf van een aannemer.’ Ook voor de burgers wordt met het GIPOD de informatie veel sneller en accurater ontsloten. De meeste gemeenten communiceren over geplande hinder via een klassieke aankondigingsbrief. Maar als het project dat de hinder veroorzaakt voor een tijdje door slechte weersomstandigheden wordt stopgezet, is het niet eenvoudig de omwonenden hiervan op de hoogte te brengen. ‘Dankzij het GIPOD lukt dit wel,’ zegt Peter Van de Veire. ‘De website www.geopunt.be/hinder-in-kaart ontsluit immers alle concreet geplande werken en alle werken die in uitvoering zijn. Als bijvoorbeeld wegwerkzaamheden vertraging oplopen, kan dit snel aangepast worden in het GIPOD en wordt de actuele informatie meteen zichtbaar in Geopunt. Bovendien wordt de hinder ook gevisualiseerd op een digitale kaart. Dit is voor ons een groot pluspunt.’ Het leidt ook tot minder hinder. Maar Evergem heeft nog een extra minder-

hindermaatregel uitgewerkt: ‘Voor het innemen van het openbare domein vragen we een retributie. Wat zien we? Waar in eerste instantie het plaatsen van een container op de oprit van een huis helemaal niet mogelijk leek, blijkt dit nu plots wel te lukken. Ook straten worden minder lang onnodig dicht gehouden. Dit alles beperkt de hinder en de mogelijke conflicten,’ zegt Sylvie Lippens. Bovendien zouden ze het GIPOD kunnen inzetten om dit te controleren. Peter Van de Veire: ‘Niet alleen voor het naleven van de retributies, maar ook voor het opsporen van bijvoorbeeld de niet vergunde werken.’ Alles kan beter Wegen de voordelen van het GIPOD ondertussen op tegen de tijdsbesteding? Sylvie Lippens: ‘Met de verbeterde conflictdetectie die in de volgende versie online zal zijn en de nutsmaatschappijen die hun werken van categorie 1 ontsluiten, is dat wel degelijk het geval. We zien de toekomst van het GIPOD rooskleurig in!’ Toch zijn er verbeteringen mogelijk. Zo is het opdelen in fases nog moeilijk. ‘We hebben begrepen dat aan dit euvel gewerkt wordt en dat dit in een volgende versie van het GIPOD werkbaar wordt,’ zegt Kelly Scheir. ‘Voor de evenementen die in onze gemeente plaatsvinden is het GIPOD nog niet ideaal: een traject aanduiden is omslachtig en een kopieerfunctie voor terugkerende evenementen is ook nog niet beschikbaar. Je kunt wel een herhaling programmeren, maar dan mag er niets afwijken van het origineel.’ Ward Van Hal is VVSG-stafmedewerker GIS

Nieuwe versie GIPOD operationeel Op 10 juni lanceerde het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) een nieuwe versie van het GIPOD. De vernieuwde applicatie heeft tal van verbeterde functionaliteiten. Met de nieuwe versie worden eventuele conflicten onmiddellijk na het aanmaken, wijzigen of verwijderen van aanwezigheden opgemerkt. De kaartviewer maakt het nu ook mogelijk tienmaal fijner te bufferen (10 centimeter in plaats van 1 meter). En tot slot gebruikt de GIPOD-kaartviewer de recentste CRAB-versie zodat ook de geometrie van nieuwe straten wordt teruggevonden.

Lokaal juli 2014

47


mens en ruimte gemeentelijk ontwikkelingsbeleid

Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking in de lift Ook al zitten ze niet goed in de slappe was, toch willen almaar meer gemeentebesturen een actief gemeentelijk Noord-Zuidbeleid voeren. De financiĂŤle steun van de Vlaamse overheid en de inhoudelijke ondersteuning van de VVSG blijken hierbij van cruciaal belang. tekst ashley hennekam beeld gf

M

aar liefst 127 van de 308 Vlaamse gemeenten dienden begin dit jaar een subsidieaanvraag in bij het Departement Internationaal Vlaanderen (DIV) voor ondersteuning van hun Noord-Zuidbeleid voor de periode 2014-2019. Uit dit cijfer kunnen we afleiden dat bij minstens 41 procent van de Vlaamse gemeenten de politieke wil aanwezig is om te investeren in de professionalisering van hun beleid voor ontwikkelingssamenwerking. Van deze 127 aanvragen werden er 88 goedgekeurd. Hierdoor krijgen nu 29 procent van alle Vlaamse gemeenten een Vlaamse subsidie waarmee ze hun voorstellen voor Noord-Zuidbeleid kunnen uitwerken, goed voor een totale subsidie van 2,8 miljoen euro vanwege de Vlaamse overheid. Twee Brusselse gemeenten (Brussel en Sint-Joost-ten-Node) kunnen ook rekenen op deze Vlaamse subsidie. De subsidies zijn tamelijk evenwichtig verdeeld over Vlaanderen. De provincie Antwerpen scoort traditioneel iets hoger, maar ook in Oost- en WestVlaanderen is er een breed engagement. In de regio van Gent en in de Kempen worden de hoogste concentraties van internationale solidariteit gemeten. Sterk engagement Het Vlaamse subsidiebeleid richt zich op de verschillende aspecten van het gemeentelijke Noord-Zuidbeleid: de subsidies kunnen enerzijds gebruikt worden om het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in de eigen gemeente te versterken. We denken hierbij aan sensibiliserende activiteiten voor bevolking,

48 juli 2014 Lokaal

personeel en mandatarissen. Anderzijds worden ook partnerschappen (stedenbanden) met lokale besturen in het Zuiden financieel ondersteund. Beide delen van dit Noord-Zuidprogramma versterken elkaar: hoe breder het draagvlak in de eigen gemeente, hoe sterker het engagement voor de samenwerking in het Zuiden. Maar ook omgekeerd kan de samenwerking met een partner in het Zuiden als kapstok worden gebruikt om het draagvlak in de eigen gemeente te verbreden. We merken dat veel gemeenten hun Noord-Zuidbeleid steeds integraler organiseren: ontwikkelingssamenwerking wordt in toenemende mate een transversaal thema en het wordt meer in een perspectief van mondiale duurzame ontwikkeling geplaatst, waarbij alle internationale aspecten van gemeentelijk

beleid in beeld komen. Werk maken van een duurzaam aankoop- en aanbestedingsbeleid is daar een voorbeeld van. Wist u dat vandaag bijna de helft van alle Vlaamse gemeenten erkend is als Fairtradegemeente? Ook worden steeds meer gemeentelijke diensten betrokken bij het NoordZuidbeleid. Zo zien we diensten als onderwijs, jeugd, cultuur en milieu actief betrokken bij sensibiliseringsactiviteiten voor bevolking, politici en ambtenaren (zoals fairtradeaankopen door de gemeentelijke diensten, mondiale vorming voor scholen en culturele activiteiten in verband met de stedenband). Ook bij het programma van de stedenband zijn soms zeer diverse diensten betrokken dankzij de peer-to-peersamenwerking met de partnerstad in het Zuiden. Zo wisselen milieu- en afvaldiensten, jeugddiensten, bibliotheken, diensten lokale economie en politiediensten kennis en ervaring met elkaar uit. De actieve betrokkenheid van deze diensten binnen de eigen gemeente loopt bijna automatisch uit op een groter draagvlak voor mondiale duurzame ontwikkeling.


Federale en Europese steun De federale overheid legt de focus voor gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking anders. Zij ondersteunt enkel partnerschappen tussen Vlaamse en lo-

bestuurskrachtversterking met hun partnergemeente in het Zuiden. De Europese erkenning voor de sterkten van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking groeit. Zo zorgt de Euro-

Ontwikkelingssamenwerking wordt in toenemende mate een transversaal thema. Ze wordt meer in een perspectief van mondiale duurzame ontwikkeling geplaatst, waarbij alle internationale aspecten van gemeentelijk beleid in beeld komen. kale besturen in het Zuiden, toegespitst op capaciteitsopbouw van de gemeente in het Zuiden in welbepaalde domeinen: jeugd, milieu en lokale economie. Dankzij deze federale middelen werken veertien Vlaamse gemeenten aan lokale

pese Commissie voor een stimulans die lokale politici, ambtenaren en verenigingen een sterkere positie geven in de dialoog over de waarde van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. Via verschillende kanalen kunnen lokale bestu-

ren ook op financiĂŤle steun van de Europese Unie rekenen, bijvoorbeeld bij het nieuwe thematische programma Civil society and local authorities 2014-2020. De VVSG helpt de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking te professionaliseren. Dat doet ze enerzijds door bij de Vlaamse en federale overheid te lobbyen en anderzijds via een uitgebreid aanbod van ondersteuning, zowel voor starters als voor gevorderde gemeenten. Dat aanbod bestaat uit verschillende soorten vorming (van basis tot zeer specifiek), netwerkmogelijkheden in Vlaanderen, BelgiĂŤ, Europa en de rest van de wereld, persoonlijke begeleiding bij de ontwikkeling van een visie, strategie of actieplannen, en advies over subsidiemogelijkheden van verschillende bestuursniveaus. Ashley Hennekam is VVSG-stafmedewerker Internationaal

advertentie

Puro zet zich in voor de bescherming van de regenwouden. Wij werken samen met de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust en voor elk verkocht kopje koffie staan wij een financiĂŤle bijdrage af om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika aan te kopen en duurzaam te beschermen.

Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Het hele gamma Puro koffie is Fair Trade gecertificeerd.

www.purocoffee.com - 0800/44 0 88 Lokaal juli 2014

49


mens en ruimte woonbeleid

De verhuring van krotten bestrijden Naast het Vlaamse Gewest spelen de gemeenten een belangrijke rol in de woningkwaliteitsbewaking. Ze zijn als plaatselijk bestuur uitermate geschikt om gevallen van verkrotting en verwaarlozing te detecteren en te signaleren. Doen ze een beroep op het Vlaamse Gewest, dan komt eerst het agentschap Wonen-Vlaanderen in beeld, waar via de procedure van ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring aan de eigenaar een duidelijk signaal wordt gegeven en tegelijk de mogelijkheid wordt geboden het pand te renoveren. De Vlaamse Wooninspectie treedt pas op in de ernstigste gevallen van krotverhuur. tekst tom vandromme beeld gfs

O

m krotwoningen te detecteren en de eigenaars ertoe aan te sporen ze te renoveren voorziet de Vlaamse Wooncode in een administratieve en strafrechtelijke procedure. De strafrechtelijke procedure is echter enkel van toepassing op verhuurde, te huur gestelde of ter beschikking gestelde woningen. De inspecteurs van de Vlaamse Wooninspectie stellen processen-verbaal op tegen eigenaars die verkrotte woningen verhuren en kunnen via een herstelvordering het herstel van die woningen eisen. De administratieve handhaving gebeurt door het agentschap WonenVlaanderen, terwijl de Vlaamse Wooninspectie een onderdeel van het agentschap Inspectie RWO is. Beide agentschappen behoren tot het beleidsdomein RWO. Meer woningen geĂŻnspecteerd Volgens het jaarverslag 2013 van de Vlaamse Wooninspectie hebben de

De Vlaamse Wooninspectie komt alleen in actie tegen de ergste krotten, de inspecteurs werken met een prioriteitenlijst die erop gericht is effectief de ernstigste gevallen van krotverhuur te bestrijden.

50 juli 2014 Lokaal

wooninspecteurs vorig jaar 791 panden geverbaliseerd, goed voor 2013 woonentiteiten. Een woonentiteit is een kamer, een studio, een appartement, een eengezinswoning of een niet-reguliere woonvorm (gebouw dat niet bestemd is voor bewoning, zoals een loods, een garagebox of een schuur). In eenzelfde pand kunnen dus verschillende woonentiteiten voorkomen. De Vlaamse Wooninspectie komt alleen in actie tegen de ergste krotten, de inspecteurs werken met een prioriteitenlijst die erop gericht is effectief de ernstigste gevallen van krotverhuur te bestrijden. Uit het aantal strafpunten dat de geverbaliseerde woningen scoren, blijkt het gemiddelde strafpuntenaantal bij aanvankelijke vaststellingen 86,35 voor kamers en 53,35 voor woningen. Vanaf 15 strafpunten is een woning ongeschikt. In 2013 werden 247 herstelvorderingen opgesteld. Deze hadden betrekking

op 812 woonentiteiten. Bovendien kon ook al het herstel vastgesteld worden voor 257 panden met 435 woonentiteiten. Er werden dus 435 volledig conforme woonentiteiten gecreĂŤerd. Doordat het volledige herstel gevraagd wordt (er mogen geen strafpunten meer overblijven), krijgen de huizen een grondige renovatie. Oppervlakkig oplapwerk is dus niet mogelijk. Daarnaast werden er ook 148 woonentiteiten gesloopt en 66 woonentiteiten kregen een herbestemming. In bepaalde gevallen werden de gesloopte entiteiten nadien vervangen door nieuwbouw. Uit de statistieken blijkt dat sinds de inwerkingtreding van de herstelvordering in 2007 het aantal herstelde panden elk jaar aanzienlijk stijgt. Nieuw sinds dit jaar is ook dat alle herstelvorderingen werden samengebracht in een register. Op basis daarvan kan dus nagegaan worden of voor een bepaald pand een herstelvordering werd


opgesteld die nog niet werd uitgevoerd. Dit register is online te raadplegen via www.rwo.be en wordt regelmatig geactualiseerd. En de gemeente? Een gemeente kan zelf ter plaatse een onderzoek uitvoeren en de eigenaar aanschrijven met het verzoek de verkrotting

naar-verhuurder van een ongeschikt en/ of onbewoonbaar verklaarde woning binnen een redelijke termijn geen actie onderneemt, kan de Wooninspectie onmiddellijk worden ingeschakeld. Tegen die eigenaar wordt dan proces-verbaal opgesteld. De wooninspecteur kan eveneens een herstelvordering opstellen. Ook het college kan zelf nog een her-

Uit de statistieken blijkt dat sinds de inwerkingtreding van de herstelvordering in 2007 het aantal herstelde panden elk jaar aanzienlijk stijgt. te verhelpen, eventueel met verwijzing naar renovatiepremies zoals de Vlaamse renovatiepremie of REG-premies. Ook verschillende provincies en gemeenten hebben premies ter verbetering van de woningkwaliteit. De gemeente kan daarnaast ook altijd een beroep doen op de Vlaamse overheid. In eerste lijn komt het agentschap Wonen-Vlaanderen, waar via de procedure van ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring aan de eigenaar een duidelijk signaal wordt gegeven en tegelijk de mogelijkheid wordt gegeven om tot renovatie van het pand over te gaan. Bij schrijnende en ernstige vormen van krotverhuur of wanneer een eige-

stelvordering opstellen of zich aansluiten bij een herstelvordering van de wooninspecteur. Dit is een belangrijk signaal voor de overtreder dat zowel de gewestelijke als de lokale overheid het herstel van het pand nastreeft. Het maakt ook duidelijk dat de lokale overheid een woningkwaliteitsbeleid voert. Herhuisvesten Overeenkomstig artikel 17bis van de Vlaamse Wooncode staat de burgemeester in voor de herhuisvesting van bewoners van een ongeschikte, onbewoonbare of overbewoonde woning. Op basis van datzelfde artikel kan hij de herhuisvestingskosten terugvorderen van de ver-

huurder of de persoon die de woning ter beschikking heeft gesteld. In de praktijk wordt zowel de herhuisvesting als de terugvordering van de herhuisvestingskosten door gemeenten nauwelijks gebruikt. Daarom werd een proefproject opgezet waarbij de gemeente tot herhuisvesting overgaat, maar het agentschap Inspectie RWO instaat voor de terugvordering van de herhuisvestingskosten en voor het financiĂŤle risico wanneer de kosten niet teruggevorderd kunnen worden (zoals bij insolventie van de verhuurder). Het proefproject loopt in veertien gemeenten tot eind dit jaar. Een eerste evaluatie werd begin dit jaar gemaakt en bezorgd aan de minister van Wonen. Ook de nieuwe minister van Wonen zal er een exemplaar van krijgen om de regelgeving eventueel aan te passen. In 2013 werd al een belangrijk vonnis ontvangen van de rechtbank te Mechelen, waarin het principe van de terugvordering wordt bevestigd. De rechter was van oordeel dat de herhuisvesting op zich regelmatig was en dat de eigenaar voor de herhuisvestingskosten moest instaan, maar verlaagde het bedrag van deze kosten wel, aangezien die door de omstandigheden heel hoog waren opgelopen doordat de geherhuisveste bewoner zeer lang in een hotel had verbleven. Tegen dit vonnis werd door de verhuurder beroep aangetekend; de zaak is nu hangende voor het hof van beroep te Antwerpen. Op basis van de ervaringen uit het proefproject werd een te verkiezen werkwijze uitgewerkt, die uiteraard ook nuttig is voor andere steden en gemeenten. Dit document is raadpleegbaar op rwo.be. Tom Vandromme is hoofdcoĂśrdinator Vlaamse Wooninspectie Het jaarverslag 2013 van de Vlaamse Wooninspectie levert een uitgebreid beeld van haar activiteiten. Dit jaarverslag, het register van herstelvorderingen en de handleiding herhuisvesting zijn te downloaden op www.rwo.be > agentschap Inspectie RWO > publicaties.

Lokaal juli 2014

51


mens en ruimte mobiliteitsbeleid

Mobiliteit grensoverschrijdend oplossen Arendonk probeert de problemen van de grensmobiliteit op te lossen met grensoverschrijdende samenwerking tussen besturen en bedrijven. Deze vernieuwende methode werd door het Europese Interregsecretariaat gehonoreerd, het ondertussen opgestelde draaiboek strekt tot voorbeeld. tekst en beeld marlies van bouwel

A

rendonk is een typische grensgemeente in de Kempen waar aan beide zijden van de grens kleine bedrijfjes zoals transportfirma’s ontstonden. Omdat Arendonk dicht bij de E34 ligt, de autosnelweg Eindhoven-Antwerpen, denderde het verkeer van de bedrijfjes uit het Nederlandse Reusel door het dorpscentrum van Arendonk. Daar wilde het vorige gemeentebestuur wat aan doen, maar toen het naar aanleiding van de renovatie van de dorpskern in 2006 eenzijdig een tonnagebeperking doorvoerde, barstte de onenigheid met de Nederlandse zustergemeenten los. Hun bedrijfsverkeer kon alleen maar met een grote omweg via Eersel de snelweg op.

Er was wrevel, Reusel trok naar de Raad van State. Arendonks mobiliteitsambtenaar Dirk Sterckx geeft toe dat de tonnagebeperking niet getuigde van goed nabuurschap: ‘Achteraf hebben we het conflict kunnen uitpraten en zijn we grensoverschrijdend oplossingen beginnen te zoeken.’ Omdat het vorige gemeentebestuur het mobiliteitsprobleem toch grondig wilde wegwerken, ging het in zee met Wim Sneyers, geboren in Arendonk en extern expert van het Vlaams Instituut voor Mobiliteit dat de gemeente wilde ondersteunen: ‘We hebben toen dus alle belanghebbenden aan tafel gebracht, niet

alleen de gemeente Arendonk en de ondertussen gefuseerde gemeente Reusel/ Bladel maar ook het Kempische Bedrijvenpark dat in Hapert, verder over de grens, een grote uitbreiding wilde, gekoppeld aan een nieuwe op- en afrit net over de grens. Dat alleen al zou de mobiliteitsstromen helemaal doen veranderen. Een andere belangrijke stakeholder was de gemeentelijke industriezone Hoge Mauw die vlak bij de afslag E34 ligt, maar om de zone te bereiken moest je op de afrit Arendonk een bocht van 180 graden maken, voor lange vrachtwagens echt geen sinecure. Voor het Agentschap Wegen en Verkeer, de laatste stakeholder, waren er twee belangrijke onderdelen: de infrastructuur en het parkeerterrein. Ze wilden een bewaakt parkeerterrein voor overnachtende vrachtwagenchauffeurs omdat de voorbije jaren het aantal vrachtwagen- en ladingdiefstallen steeg.’ De eerste officiële aanvraag gebeurde op 27 april 2011. ‘Maar voor het Inter-

Vanaf links Wim Sneyers, extern expert van het Vlaams Instituut voor Mobiliteit, Arendonks mobiliteitsambtenaar Dirk Sterckx en Kristof Hendrickx, burgemeester van Arendonk, voor het nieuwe bedrijventerrein Hoge Mauw.

52 juli 2014 Lokaal


regsecretariaat voldeden we niet aan alle voorwaarden. Zo moet er een forse cofinanciering tegenover staan,’ zegt Wim Sneyers. ‘Die aanvraag heeft Arendonk samen met IOK geformuleerd, de subsidies werden verdeeld, ook onder de provincies Antwerpen en het Nederlandse Noord-Brabant. Toen we dat in februari 2012 geregeld hadden, hebben we het dossier opnieuw ingediend. Maar Europa is streng. Het secretariaat vroeg toen

als nadeel dat het soms wel tijd kost en administratief geen eenvoudige klus is.’ Een kluwen Het Mobika-project is dus veel uitgebreider dan het luik dat door Interreg wordt meegefinancierd. De andere onderdelen worden door de partners volledig zelf gefinancierd en uitgevoerd. Zo ontdubbelt Arendonk zelf het fietspad aan de verbindingsweg N118, net zoals de ge-

Wim Sneyers: ‘Met dit project is de wil ontstaan een parkeerbeveiligingsstrategie uit te werken die verder op de belangrijke assen in België kan worden toegepast en die zelfs tot een Europees netwerk kan leiden.’ een betere ontsluiting, bovendien moest de bouwvergunning voor de uitbreiding van het bedrijventerrein al zijn aangevraagd. We brachten alles in kannen en kruiken en dienden opnieuw ons Mobika-project in bij het Interregsecretariaat.’ Het project Mobiliteit Interregionaal Kempen Arendonk werd door de stuurgroep op 6 maart 2013 goedgekeurd met als belangrijkste motivatie dat de hele grensregio tussen Arendonk en Bladel er baat bij heeft. De ondertussen nieuwe burgemeester Kristof Hendrickx liet de werken meteen in maart 2013 van start gaan. ‘Sindsdien schrijven we om het half jaar een voortgangsrapport volgens strikte richtlijnen met opgave van veel cijfertjes. Om de drie maanden kunnen we de kosten declareren,’ zegt Dirk Sterckx die blij is dat hij in dit kleine gemeentebestuur een rechtstreekse toegang tot de burgemeester heeft die hem bij lastige punten een princiepsbeslissing kan geven. In totaal kost het project 28 miljoen euro en bedraagt de Europese steun 600.000 euro, waarvan 400.000 euro voor Arendonk. De grootste vooruitgang van die hele constructie zien Wim Sneyers, Dirk Sterckx en Kristof Hendrickx in het overleg tussen alle partners en het naast elkaar leggen van heel andere visies uit het bedrijfsleven of van de overkant van de grens. Kristof Hendrickx: ‘Het is een gezamenlijk dossier en we moeten door overleg tot een consensus komen, met

meente zelf de aanleg van de dorpskom financiert. Ook de op- en afritten van de bedrijventerreinen vormen een hele puzzel. Zo financiert het Interregdossier mee de nieuwe toegang tot de Hoge Mauw op de N118, maar de nieuwe extra toegang op de E34 richting Antwerpen via een parallelweg behoort niet tot het dossier. Die wordt door Arendonk aangelegd samen met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Het oude douaneterrein van Postel wordt een beveiligd parkeerterrein voor vrachtwagens, in de richting van

netwerk kan leiden,’ vertelt Wim Sneyers terwijl hij er de nadruk op legt dat dit niet in het Interregdossier zit, terwijl het grensoverschrijdend parkmanagement van industriezone Hoge Mauw te Arendonk daar wel toe behoort. De aanleg van het Kempisch Bedrijvenpark (KBP) in Hapert-Zuid ter ontlasting van de parken in Reusel, Mierden en Bladel en ter oplossing voor zonevreemde bedrijven in deze gemeenten valt buiten het Interregdossier. De aanleg van een beveiligde vrachtwagenparking, met veertig plaatsen binnen dat Kempisch Bedrijvenpark waarvoor al een haalbaarheidsstudie is uitgevoerd, zit wel in het Interregdossier, maar die van een bijkomend terrein met tachtig plaatsen met vrije toegang in samenwerking met Rijkswaterstaat voor drie tot vijf jaar valt erbuiten, terwijl de twee parkings na drie of vijf jaar samen wel één groot parkeerterrein worden. Daarnaast komt er nog een nieuwe verkeerswisselaar op de E34 met op- en afritten aan het Kempisch Bedrijvenpark: dat valt buiten het Interregdossier, net zoals het downgraden van de provinciale weg N248 tot een weg voor plaatselijk verkeer. Het parkmanagement van het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert behoort tot het Interregdossier en gebeurt samen met dat van de Industriezone Hoge Mauw in Arendonk. Interreg wil hier uitdrukkelijk een parkmanagement laten uitwerken dat model kan staan en

Kristof Hendrickx: ‘Het is een gezamenlijk dossier en we moeten door overleg tot een consensus komen, met als nadeel dat het soms wel tijd kost en administratief geen eenvoudige klus is.’ Eindhoven. Het Agentschap Wegen en Verkeer neemt de infrastructuurwerken voor zijn rekening en hoopt het als concessie op de markt te brengen. ‘Tussen de verschillende politie-eenheden, het ministerie van Binnenlandse Zaken en AWV is de wil ontstaan een beveiligingsstrategie uit te werken die verder op de belangrijke assen in België kan worden toegepast en die zelfs tot een Europees

zelfs een draaiboek kan zijn voor andere (grensoverschrijdende) samenwerking. De gemeente Arendonk is de trekker van het hele project en staat ook in voor de coördinatie en communicatie die Wim Sneyers verzorgt. Voor burgemeester Kristof Hendrickx is vooral de oplossing van het mobiliteitsvraagstuk van belang: ‘Hoe kunnen we het zware verkeer uit onze dorpskern weren? We Lokaal juli 2014

53


mens en ruimte mobiliteitsbeleid

denken dat dit moet lukken door het afrittencomplex in Bladel voor het Kempisch Bedrijvenpark en het behoud van de tonnagebeperking tussen Arendonk en Reusel. De transportfirma’s die vroeger in Reusel gehuisvest waren, zijn trouwens al voor een groot deel verhuisd naar het Kempisch Bedrijvenpark, waardoor het grootste deel van het probleem al is opgelost. We behouden de tonnagebeperking, wat niet naar de zin is van de loonwerkers uit Ravels.’ Toch zit Arendonk nog met een groot probleem: de verbinding tussen twee bruggen. ‘De subsidies dekken wel een veilige uitrit aan het bedrijventerrein, een fietspad, een uitrit van de parallelweg aan de E34 en de grensovergang met parking, maar voor plasticmaterialenproducent Ravago, een belangrijke speler op die markt die zich in een vroegere buskruitfabriek gevestigd heeft, is er een verbinding met het bedrijventerrein nodig. Dan hoeven hun honderd vrachtwagens per dag niet meer over de weg waarvoor die tonnagebeperking geldt.’

Ook zitten er nog angeltjes in het dossier, zoals de juridische aspecten van bewaking en parking die in Nederland op een andere manier geïnterpreteerd worden dan in België – ook al is de basiswetgeving zeer gelijkaardig. Wim Sneyers maakt nu in samenwerking met politie, parket en justitie een draaiboek op. Zo zou de camerabewaking aangesloten zijn op een cel van de Marechaussee in Eindhoven, de slimme camera’s draaien pas als er beweging wordt gedetecteerd, de beelden worden door een privéfirma opgevolgd die bij mogelijke onraad de politie verwittigt. Nieuwe dynamiek Toch is burgemeester Kristof Hendrickx vooral blij dat het project een dynamiek op gang heeft gebracht: ‘We hebben elkaar niet alleen leren kennen. We ontwikkelen ook een goede relatie tussen de gemeente en VOKA-Kempen-Oost, IOK en de bedrijven in het parkmanagement om samen de mobiliteitsproblemen op te lossen. Bovendien is er minstens twee

keer per jaar een communicatiemoment met de gemeente en het parkmanagement. Op korte termijn gaat het dan over signalisatie, verkeersafwikkeling, welke wegen voorrang krijgen, welke wegen zijwegen worden, maar evengoed heeft het geleid tot het leggen van glasvezelkabel voor supersnel internet op het nieuwe bedrijventerrein.’ Voor de afwerking van het bedrijventerrein boort Arendonk nog andere subsidiepotten aan: ‘We hebben bij de aanleg van het nieuwe stuk van de Hoge Mauw geprobeerd de biodiversiteit te stimuleren, met meer groen, open grachten, met maar één toegang, met groenbuffers langs de straat, een gemeenschappelijke parking voor twee bedrijven en fietsenstallingen.’ De bedoeling is een officieuze opening op 9 oktober met een evenement aan beide kanten van de grens. Dat luidt dan het einde van de Interregperiode in. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

advertentie

IS DEZE ADVERTENTIE WEL LEGAAL? U staat er misschien niet bij stil, maar deze advertentie is onderhevig aan een pak wetgeving. Beeldmerken, auteursrecht, plaatsing, nanciën... Meer dan u op het eerste gezicht zou vermoeden. Dat geldt eigenlijk voor de wet in het algemeen. Alles hangt met elkaar samen, zeker bij steden en gemeenten. Dus kunt u maar beter samenwerken met een partner die alle kennis in één huis heeft. Zelfs als het gaat om een advertentie.

Speciek voor overheden: ruimtelijke ordening - overheidsopdrachten en pps personeelsbeleid - overheidsaansprakelijkheid - administratief recht - grondgebiedszaken - milieu Mechelsesteenweg 27 - 2018 Antwerpen - T +32 3 232 50 60 - E info@gsj.be - www.gsj.be

54 juli 2014 Lokaal


Wordt u onze laureaat 2014?

D kand ien uw idatu u 15 s tegen r in

epte

2014 mber

Voor het tweede jaar op rij wil Ethias de beste praktijken inzake preventie van haar klanten uit de openbare sector belonen. Nieuw voor deze editie is dat we ook de non-profitsector erbij betrekken. Wenst u uw ideeĂŤn, projecten, goede praktijken en succesverhalen in dit domein met anderen te delen? Doe dan zeker mee aan deze wedstrijd!

Surf snel naar www.preventionawards.be en schrijf u nu al in voor de editie 2014!

Met de steun van:


OCMW: sterk werk

Stap voor stap op zoek naar zichzelf Patrick De Bie begeleidt jongeren. Hij biedt hun hulp bij de zoektocht naar een woning of inkomen maar vooral ondersteuning bij de zoektocht naar zichzelf. Zo ontdekte hij samen met cliĂŤnte Anisa Senhaji haar passie voor schrijven. Met haar schrijverstalent kon de Lokaal-redactie zelf kennismaken in een interview per e-mail. De inzet van Patrick spatte eraf tijdens een gesprek in het OCMW van Halle. tekst katrien gordts beeld stefan dewickere

P

atrick De Bie van de sociale dienst in Halle begeleidt al negentien jaar jongeren tussen achttien en vijfentwintig. Ze weten hem te vinden met vragen over wonen, werk, schuld en inkomen. Minstens

56 juli 2014 Lokaal

even belangrijk is de vertrouwensband die Patrick met hen tracht op te bouwen: ‘Jongeren moeten zonder obstakels hun verhaal kwijt kunnen. Ze gaan soms van de ene dienst naar de andere. Ik wil vermijden dat ze telkens


opnieuw hun verhaal moeten vertellen. De jongeren komen zowel uit modale gezinnen als uit instellingen en pleeggezinnen. Sommigen kampen met langdurige psychosociale problemen, anderen gaan door een moeilijke periode. Op hun achttiende zijn ze plots meerderjarig. Velen weten geen weg met die verantwoordelijkheid en hebben hierbij ondersteuning nodig. Op basis van een kennismakingsgesprek wordt beslist of ze worden doorverwezen naar andere diensten of dat wij aan de begeleiding beginnen. De duur van de begeleiding hangt natuurlijk af van de jongere zelf maar kan variëren van enkele maanden tot jaren. Ik probeer hen stap voor stap te begeleiden. In de eerste plaats naar een inkomen. Het is voor hen niet altijd duidelijk wat hun rechten en plichten zijn. Wij zorgen daarom voor duidelijke informatie en correcte doorverwijzing. Als blijkt dat het inkomen ontoereikend is, kan een financiële hulpvraag voorgelegd worden op het bijzonder comité voor

de sociale dienst. Ook de zoektocht naar een woning is voor veel jongeren niet makkelijk en start meestal met de inschrijving voor een sociale woning of woning van een sociaal verhuurkantoor. Samen met andere organisaties zoals Woonpunt, SVK Zuidkant, Woonwinkel en CAW trachten we een voorkeursregeling voor de kwetsbaarsten te vinden. Een voorbeeld daarvan zijn proefcontracten waarbij cliënten nadien kunnen doorstromen naar een gewoon huurcontract. Bij hun zoektocht naar werk merk ik bij jongeren geen gebrek aan goede intenties. Ze missen eerder ondersteuning. Daarom brengen we leefloners in contact met een jobcoach. Jongeren met een arbeidsbeperking krijgen ondersteuning van een gespecialiseerde trajectbegeleider van VDAB.’ Samen met zijn collega ziet Patrick jaarlijks zo’n 100 à 130 nieuwe jongeren. Sommigen komen louter met een informatieve vraag, bij anderen betekent het de start van een soms langdurig begeleidingsproces. Het aantal leefloners schommelt tussen twaalf en negenendertig. Daarnaast zijn er op dit moment een dertigtal jongeren in budgetbeheer. Een van de jongeren met wie Patrick al enkele jaren een vertrouwensband heeft, is Anisa. Patrick kende haar ouders, ook cliënten bij het OCMW, toen Anisa nog klein was. Net voor Anisa meerderjarig werd, klopte ze bij het OCMW aan omdat ze dakloos was en zonder inkomen zat. Patrick hielp haar met haar zoektocht naar een woning, een pleeggezin voor haar baby, haar relatie en familie. Zelfs met het uitzoeken van busuren en de zorg voor haar tanden kon Anisa bij hem terecht. Anisa: ‘De hulp van Patrick betekent veel voor mij. Toen ik nog tegen mijn alcoholverslaving vocht, ging ik niet altijd naar onze afspraken, maar we hielden

steeds contact via e-mail. Sinds ik afgekickt ben, gaan de afspraken tussen ons veel beter, want ik zit beter in mijn vel. Maar altijd had ik het gevoel dat ik hem alles kon toevertrouwen zonder dat hij een oordeel over mij had.’ Dat de steun van Patrick onvoorwaardelijk is, vertelt Anisa zelf: ‘Mijn vriend en ik woonden een tijdje in een container in een bos. Tijdens een heel strenge winter kwam Patrick ons opzoeken. Ik zag aan Patrick hoe hij met ons meeleefde. Hij heeft echt alles gedaan om ons daar zo snel mogelijk weg te halen.’ Op dit moment staat Anisa sterker in haar schoenen. Ze heeft werk en volgt een avondopleiding boekhouden. Patrick gelooft in haar ambities en capaciteiten: ‘Ze behaalt makkelijk grote onderscheiding en ze weet heel goed wat ze wil bereiken in haar leven.’ Schrijven is voor Anisa nog steeds een uitlaatklep: ‘Ik schrijf mijn problemen op om zo alles een plaats te geven en omdat ik het gewoon graag doe.’ Ook Patrick ontdekte dat schrijven voor Anisa een betere manier van communiceren was dan praten: ‘Met Anisa praten was vaak trekken en sleuren. Dan stak ik soms drie kwartier een monoloog af, met af en toe een knikje van Anisa. Gaandeweg ontdekte ik haar passie voor schrijven en vroeg haar om haar week neer te pennen. Soms lezen we haar relaas samen, soms doe ik dat alleen.’ Dat Anisa ondanks haar moeilijk parcours de toekomst positief tegemoet kijkt, kan ongetwijfeld elke OCMW-medewerker motiveren: ‘Mijn grote droom is weer voor mijn kindje kunnen zorgen, goed werk vinden, een sterke relatie, een eigen huis en mijn verhaal in een boek uitbrengen. Dat verwezenlijken zou van mij de gelukkigste vrouw ter wereld maken.’ Katrien Gordts is redacteur van Lokaal

Lokaal juli 2014

57


Inclusief website en handig interventiezakboekje!

Handboek

Brand en Interventie De hervorming van de civiele veiligheidsdiensten is een politiek aandachtspunt vandaag, maar zeker ook morgen. Na decennialang aandringen van de betrokken diensten komt er nu beweging in deze materie. Het is de eerste maal dat de hervormingsplannen zo concreet vorm krijgen.

Up-to-date U zal nood hebben aan informatie die volledig en up-to-date is. Het losbladig handboek Brand en Interventie volgt de hervormingen op de voet op, zodat u door de bijwerkingen steeds over actuele informatie beschikt.

Multidisciplinair Dit unieke naslagwerk geeft voor het eerst een totaaloverzicht van de disciplines die bij de civiele veiligheid in ons land betrokken zijn (waaronder de brandweer, de dringende medische hulpverlening, de civiele bescherming en de politie). Omdat de civiele veiligheid heel multidisciplinair is, is kennis van die verschillende disciplines onontbeerlijk.

Onmisbaar instrument

Voor wie?

Naast een volledig wetgevend overzicht, geeft dit boek een praktijkgerichte bespreking van alle relevante items:

Het handboek is een onmisbaar werkinstrument voor:

• de organisatie, werking en financiering van de brandweer, dringende medische hulpverlening en civiele bescherming; • de rol van de verschillende overheden (FOD Binnenlandse Zaken, de gouverneur, de burgemeester…) inzake (brand)preventie en civiele veiligheid; • de rampenplanning en de verplichtingen van de lokale en provinciale besturen en diensten inzake nooden interventieplanning, met een praktische handleiding voor het opstellen van een algemeen nooden interventieplan (ANIP) (inclusief actiefiches en modelformulieren); • alles rond het noodnummer 112 en Astrid; • alle contactdata van de betrokken actoren; …

• iedereen die betrokken is bij de civiele veiligheidszorg, met name alle leden van de gemeentelijke en provinciale veiligheidscel (gouverneur, burgemeester, rampenambtenaar, vertegenwoordiger van de brandweer, politie, civiele bescherming en dringende geneeskundige hulpverlening); • de korpsverantwoordelijken en operationele officieren van de brandweer; • de gezondheidsinspecteurs; • de leidinggevenden in ziekenhuizen en urgentiediensten; • de operationele officieren civiele bescherming; • de opleidingsscholen; • het hulpcentrum 100…

BESTELKAART Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be

Ja, ik bestel … ex. van het handboek Brand en Interventie ❏ Mijn bestuur is lid van de VVSG en betaalt 79 euro* ❏ Mijn bestuur is geen lid van de VVSG en betaalt 89 euro*

Website en interventiezakboekje inbegrepen!

Bestuur/Organisatie: ............................................................................................................................ Naam: ................................................................................................................................................. Functie: ............................................................................................................................................... E-mail: ................................................................................................................................................. Tel.: ..................................................................................................................................................... Adres: ................................................................................................................................................. Btw: .................................................................................................................................................... * De aanvullingen aan 0,55 euro per bladzijde worden mij automatisch opgestuurd tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement. Prijzen zijn inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31/12/2014. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


beweging actualiteit

stefan dewickere

Algemene vergadering VVSG met veel bagage

Wat leefde er op sociale media? Raf Drieskens

Algemene Vergadering @vvsg in @3500hasselt deze voormiddag. Pleitbezorger voor sterke lokale besturen! Allessia Clae

Vandaag AV van de @vvsg in Hasselt. Naar een sterk lokaal sociaal beleid. VVSG

Het formele luik van de algemene vergadering van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en van de afdeling OCMW’s was snel voorbij. Het jaarbericht van 2013 legde de klemtoon op belangenbehartiging en netwerking. De rekening en de begroting waren helemaal in orde. Het boeiendste luik was zeker het aanbod van drie workshops: de brandweerhervorming met veel animo over het verdelingsvraagstuk binnen de zones en de plaats van de vrijwilligers, een boeiende presentatie en dito gesprek over de externe audit die op komst is en tot slot een presentatie over het nieuwe OCMW (naar een sterk lokaal sociaal beleid) met bijdragen van de VVSG, gemeente en OCMW Oostkamp, welzijnsregio Noord-Limburg en het centrum voor sociologisch onderzoek (KULeuven). jan van alsenoy

Het Jaarbericht 2013 is te vinden via www.vvsg.be/publicaties, kies ‘jaarbericht’.

Leden geven #VVSG alle vertrouwen: jaarverslag en rekening goedgekeurd op algemene vergadering in #Hasselt. Nathalie Debast

Voorzitter @RudyCoddens en directeur @PVSchuylenbergh lichten jaarverslag afdeling#ocmw’s toe op AV #vvsg

De presentaties van de Algemene Vergadering vindt u via deze qr-code.

Lokaal juli 2014

59


beweging netwerk

Gemeenteraadsvoorzitters leren van elkaar In twee derde van de Vlaamse gemeenten zit een raadslid of schepen de gemeenteraad voor, en niet de burgemeester. De bepalingen in het Gemeentedecreet over de bevoegdheden van de voorzitter laten veel ruimte en daarom is het goed dat voorzitters van hun collega’s horen hoe zij ermee omgaan. Het forum voor die ervaringsuitwisseling is de VVSG-collegagroep van gemeenteraadsvoorzitters. Twee keer per jaar komt een vijftigtal voorzitters bijeen, gespreid over de locaties Oosterzele en Tessenderlo. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

Christine Stroobandt is gemeenteraadsvoorzitter in Beernem

Marian Verbeek is VVSG-stafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie: ‘In Oosterzele komen we op een avond in de week bijeen, enkele dagen later is er op zaterdagmorgen een collegagroep in Tessenderlo. Voorzitters kunnen kiezen welke vergadering ze bijwonen. Er is een vaste kern van een vijftigtal voorzitters. Ik breng de bijeenkomst op gang met een overzicht van wetswijzigingen en andere wetenswaardigheden. De klemtoon ligt echter op de vragen van de deelnemers, op het delen van ervaringen.’ ‘Wettelijk is het niet verboden dat een

Eleni Fakiola is gemeenteraadsvoorzitter in Waasmunster

Via deze code komt u de namen te weten van alle gemeenteraadsvoorzitters. 60 juli 2014 Lokaal

Geert Van Cauter is gemeenteraadsvoorzitter in Denderleeuw

voorzitter zich actief in de debatten mengt, maar de meesten concentreren zich op het goede verloop van de vergadering. En op dat punt kunnen ze veel opsteken van hun collega’s. Hoe ga je om met een raadslid dat een omslachtige tussenkomst houdt? Hoe rond je de bespreking van een agendapunt af? Ik raad voorzitters ook aan eens een gemeenteraad in een buurgemeente bij te wonen.’ ‘Het is een enthousiaste, leergierige groep. Het fijne is dat er nooit over partijpolitiek wordt gesproken, het gaat altijd over de manier van werken. Ook voor mij zijn de bijeenkomsten leerrijk. Als ik per mail of via de telefoon een vraag krijg van een voorzitter kan ik mijn theoretisch antwoord aanvullen met voorbeelden van collega’s.’


Christine Stroobandt is sinds twee jaar gemeenteraadsvoorzitter in Beernem: ‘Een voorzitter staat eigenlijk wat alleen in het begin, hij of zij maakt geen deel uit van het college en moet in de gemeenteraad een wat neutrale positie innemen. Daarom is het belangrijk dat je terechtkunt bij collega’s. Hoe leid ik de vergadering? Wat wordt er van mij verwacht? Ik hoorde bijvoorbeeld van collega’s dat zij op het college worden uitgenodigd als de agenda voor de gemeenteraad wordt samengesteld. Dat heb ik meteen aangekaart en daar zou binnenkort verandering in komen. Als voorzitter kom ik niet tussenbeide tijdens de gemeenteraad, maar ik probeer wel zaken te veranderen. Zo kreeg de oppositie vroeger de vragen en suggesties niet op voorhand, nu wel. Ik ben nu ook op zoek naar iemand die tijdens de verenigde commissie over de intercommunales een toelichting kan geven over participatie. Ik hoop dat Marian of de collega’s suggesties hebben.’

een vorm van netwerking. Je voelt dat de voorzitters aan hetzelfde zeel trekken, over de partijgrenzen heen. In een gemeente ligt het zwaartepunt van de besluitvorming bij het college, als voorzitter wil ik ook het belang van de wetgevende macht meer in de schijnwerpers plaatsen. De zichtbaarheid van de voorzitter kan daartoe bijdragen. Zoals in sommige andere gemeenten wil ik in het huishoudelijk reglement laten opnemen dat de gemeenteraadsvoorzitter protocollair op de tweede plaats komt, na de burgemeester maar vóór de schepenen.’ Ook Eleni Fakiola, gemeenteraadsvoorzitter in Waasmunster, is nieuw in de gemeenteraad: ‘Ik heb beroepshalve ervaring in het leiden van vergaderingen. Toch steek ik veel op van collega’s: hoeveel tijd geef je een raadslid; hoe reageer je als iemand lang doorgaat? In de collegagroep komen ook interessante thema’s aan bod zoals het maken van opnames tijdens de raadszitting of het opstellen van de notulen. Ik pluis als voorzitter alle dossiers uit, ook al neem ik niet echt deel aan de debatten. Ik engageer me meer dan ik als gewoon

Geert Van Cauter is gemeenteraadsvoorzitter in Denderleeuw: ‘Ik ben nieuw in de gemeenteraad. Ik heb me aangesloten bij de collegagroep om te horen hoe andere voorzitters hun functie invullen. Jean-Marie De Groote is Het is ook

gemeenteraadsvoorzitter in Oosterzele

Marian Verbeek is VVSG-stafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie

raadslid had gedaan. Ik ijver ervoor om de voorzitter meer bekendheid te geven. De burgemeester, de schepenen, de raadsleden zijn gekende functies, de gemeenteraadsvoorzitter is dat niet. De voorzitter heeft officieel maar weinig te betekenen. En dat is jammer.’ Jean-Marie De Groote is al bijna acht jaar gemeenteraadsvoorzitter in Oosterzele: ‘Ik ben een van de weinige anciens in de collegagroep, maar het is belangrijk om erbij te zijn. Het vertrekpunt voor het functioneren als voorzitter is altijd het Gemeentedecreet, maar over de invulling van de functie kan je altijd iets opsteken van collega’s. Ik wil maximaal spreekrecht geven aan alle raadsleden, dat is de basis. Daarom zal ik er ook voor blijven pleiten dat onze gemeenteraadszaal een geluidsinstallatie krijgt en dat sommige raadsleden niet met de rug naar het publiek hoeven te zitten. Ik vind dat daarover best normen vastgelegd mogen worden. En ik vind ook dat de democratisering naar de OCMW-raad doorgetrokken moet worden. Ook die verdient een voorzitter die niet de OCMWvoorzitter is. Misschien een taak voor de gemeenteraafsvoorzitters.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal juli 2014

61


perspiraat

“Het aantal zelfstandige winkeliers in ons land kalft in ijltempo af. De zwaarste druk ondervinden handelaars die in kleine steden of grote gemeenten zitten. De centrumsteden blijven aantrekkelijk. In kleine dorpen zie je blinde vlekken waar niets meer is, al heb je daar vaak nog de plaatselijke bakker, slager of kruidenier die overleeft. Maar in de gemiddelde gemeente wordt het moeilijk. Zeker als het beleid niet inzet op handel.” Bart Palmaers, stafmedewerker economie van de VVSG – De Tijd 21/6 “De meeste gemeenten moeten nu al flink besparen. Contracten voor wegenwerken die al getekend waren, worden nog uitgevoerd, maar daarna moet de broekriem worden aangehaald. Als de pensioenlasten voor de gemeenten nog toenemen, moet er nog meer bespaard worden op wegenwerken. De oplossing is wel eenvoudig. Gemeenten betalen nu 21% btw op wegenwerken. Dat is absurd, want dat geld gaat van de lokale naar de federale overheid. Als de btw verlaagd zou worden naar 6%, zou dat enkele honderden miljoenen euro extra investeringsruimte betekenen.” Jan Leroy, directeur Bestuur van de VVSG – Het Belang van Limburg 19/6 “Een van de voorwaarden om te komen tot goed lokaal beleid, is dat de groei van het gemeentefonds wordt aangehouden. De VVSG kant zich verder niet tegen de fusies van gemeenten. Maar het is niet zo dat fusies automatisch een verbetering betekenen. Bovendien moeten fusies van onderuit komen en mogen ze niet van bovenaf worden opgelegd”. VVSG-voorzitter Luc Martens n.a.v. de formatiegesprekken voor de nieuwe Vlaamse regering – Belga 13/6 “Vele van de huurders die elk jaar bedreigd worden door uithuiszetting, zijn aangewezen op uitkeringen. Die moeten absoluut naar omhoog, minstens tot het niveau van de Europese armoedegrens. Een huurwaarborgfonds, dat moet garanderen dat verhuurders hun waarborg krijgen, zou ook een grote hulp zijn.” Nathalie Debast, VVSGstafmedewerker armoede en wonen – Het Nieuwsblad 11/6

62 juli 2014 Lokaal

beweging kort lokaal

Lille en Halen winnen 10.000-stappenclash Lille en Halen zijn de winnaars van de ‘10.000-stappenclash’. Dat is een stappencompetitie tussen de inwoners van verschillende Vlaamse gemeenten. Van 16 mei tot 16 juni namen de inwoners van 58 gemeenten het al stappend tegen elkaar op. Een extra uitdaging was virtueel naar Brazilië stappen om de Rode Duivels aan te moedigen op het WK voetbal. De 10.000-stappenclash is een initiatief van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) en de Vlaamse Logo’s in samenwerking met de Vlaamse Apothekersnetwerk (VAN) en de Vlaamse ziekenfondsen, met steun van de Vlaamse overheid. Onderzoek wijst uit dat 10.000 stappen per dag zetten (8000 stappen voor 65-plussers) hetzelfde positieve effect op je gezondheid heeft als elke dag een half uur extra bewegen.

De inwoners van de deelnemende gemeenten konden via www.10000stappen.be een stappendagboek bijhoudenl. Met een stappenteller kon elke deelnemer gemakkelijk zijn stappen tellen. Met een totaal van 47.775.348 stappen voor 200 deelnemers, wat overeenkomt met 33.443 km, kaapte de gemeente Lille de overwinning weg. Halen werd dan weer winnaar op het vlak van ‘vooruitgang’, omdat de deelnemende inwoners op het einde van de competitie 30% meer stappen zetten dan bij de start ervan. De afstand naar Brazilië (8245km) legde Lille virtueel af in elf dagen, Halen deed er dertig dagen over. pieter plas

De volledige rangschikking vindt u op www.10000stappen.be

ProMotie Joachim Coens is de nieuwe burgemeester van Damme. Hij volgt Dirk Bisschop op, die begin mei omkwam bij een ongeval. Zijn partijgenoot Christoph De Sutter vervangt Coens als schepen, Lut Fockedey neemt zijn rol als gemeenteraadsvoorzitter over. Griet Decock is de nieuwe gemeenteraadsvoorzitter in Zoersel. Ze volgt Tania Kohlen op, die schepen werd. Omdat eerste schepen Marc Florquin werd aangeduid als opvolger van Karin Jiroflée als gedeputeerde in de Vlaams-Brabantse provincieraad, wordt Jos Uyttebroeck het nieuwe lid van het Diestse schepencollege. Murat Celik wordt de nieuwe eerste schepen. Tom Verboven is schepen geworden in Borsbeek. Hij vervangt Peter Vindevogel, die om professionele redenen ontslag neemt. De Geelse schepen Christophe Molderez stapt uit het college. Wie hem opvolgt is nog niet bekend. Sofie Beernaert is de nieuwe gemeenteraadsvoorzitter in Moorslede. Ze volgt de recent overleden Dirk Foulon op. Bart Demey is de nieuwe financieel beheerder van de gemeente Jabbeke. An Spriet is de nieuwe waarnemend secretaris van het OCMW in Kortrijk. Ze volgt Philippe Awouters op. Annick Smeets werd in Zandhoven benoemd tot gemeentesecretaris op proef. Ze volgt Jan Bos op, die later dit jaar met pensioen gaat. Hubert Parrein, secretaris van het OCMW van Brugge, is met pensioen gegaan. Luc Sap, financieel beheerder, neemt de secretarisfunctie voorlopig waar. Bron: Pinakes nv


Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website

Beersel is een veelzijdige open gemeente met een rijk historisch erfgoed, een mooie natuurlijke omgeving en een Bourgondisch talent voor genieten. Met al onze medewerkers dragen wij correcte dienstverlening aan onze burgers hoog in het vaandel. Om ons team te versterken, zoeken wij (m/v)

1 diensthoofd ruimtelijke ordening/ stedenbouwkundig ambtenaar voltijds • A1a-A3a • statutair

inlevering personeelsadvertenties voor

Functie: Als stedenbouwkundig ambtenaar voer je de verplichte taken opgelegd door de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening uit. Je bent verantwoordelijk voor de inhoudelijke lijn van het stedenbouwkundige beleid, je ontwikkelt een beleid over een dynamische samenhang met de ruimtelijke aspecten van het gemeentelijk sectorbeleid (huisvesting, economie, milieu, landbouw, recreatie, mobiliteit, openbare werken, erfgoed…). Als diensthoofd draag je deze visie over op de medewerkers van de dienst ruimtelijke ordening en hanteert ze consequent bij het vergunningenbeleid en het handhavingsbeleid, je adviseert bouwheren, architecten en andere gemeentediensten bij hun bouwprojecten, je geeft een onderbouwd stedenbouwkundig advies aan het college bij elke bouwaanvraag. Samen met collegadiensthoofden werk je dienstoverschrijdende projecten uit.

Lokaal 8 (septembernummer) > 11 augustus 2014 Lokaal 9 (oktobernummer) > 8 september 2014

Profiel: Je kan teamwerk coachen, stimuleren en sensibiliseren; je kan de juiste prioriteiten bepalen en analyserend denken. Je bent vlot communicatief, zowel mondeling als schriftelijk. Je hebt daarbij respect voor de waarden en normen van het bestuur en de organisatie en je weet je neutrale positie te handhaven. Je beschikt over een masterdiploma of een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld is met universitair onderwijs. Een diploma in een stedenbouwkundige richting (volgens het ministerieel besluit van 04 juni 2009) strekt tot aanbeveling. Je kan min. 2 jaar nuttige ervaring aantonen in de sector stedenbouw. Je hebt een geldig rijbewijs B. Aanbod: Een afwisselende en boeiende job met ontplooiingskansen en verantwoordelijkheden. Onmiddellijke indiensttreding. Salarisschaal A1a-A3a met extralegale voordelen (hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques 7 euro, fietsvergoeding en terugbetaling openbaar vervoer, meeneembare anciënniteit).

informatie

nicole.vanwichelen@vvsg.be, T 02-211 55 43

Kom jij meewerken aan de toekomst van Beersel? Stuur je kandidatuur met cv en kopie van het gevraagde diploma aangetekend aan: Gemeentebestuur Beersel, Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg, ten laatste tegen 5 september 2014 (datum poststempel geldt als bewijs). Meer info over de voorwaarden en de functiebeschrijving: contacteer de personeelsdienst op tel. 02 359 17 17 – personeel@beersel.be. Het examen is gepland in de tweede helft van september 2014.

www.beersel.be

Het OCMW van Zonhoven zoekt een (m/v) :

VOLTIJDS STATUTAIR AFDELINGSHOOFD SOCIALE DIENST met aanleg werfreserve (2 jaren) Taken: Je bent verantwoordelijk voor de aansturing en coaching van de medewerkers van de sociale dienst. Je staat in voor specifieke opdrachten eigen aan de afdeling. Als lid van het managementteam werk je mee beleidsondersteunend naar de organisatie toe. Vereisten 1. Je bent in het bezit van een masterdiploma ofwel een diploma van het universitair onderwijs ofwel een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs in één van de afstudeerrichtingen van volgende faculteiten: • rechtsgeleerdheid (rechten, criminologie) • letteren en wijsbegeerte • sociale wetenschappen • psychologie en pedagogie. 2. Je kan 3 jaar ervaring als leidinggevende aantonen. Wij bieden een verloning volgens de weddeschaal A1a – A3a (min. 2.928,63 – max. 5.153,58 euro bruto/mnd) en diverse extra-legale voordelen. Voor deze vacature dien je te slagen in een aanwervingsexamen.

Interesse? Om je kandidaat te stellen richt je een schrijven (motivatiebrief, CV en kopie van diploma) t.a.v. OCMW Zonhoven, dienst Personeel, Kerkplein 60, 3520 Zonhoven of via e-mail marc.nilis@ocmwzonhoven.be, en dit vóór uiterlijk 21 augustus 2014 Voor bijkomende informatie kan je terecht bij de personeelsdienst van het OCMW (marc.nilis@ocmwzonhoven.be – Tel 011 81 05 54).

OCMW ZONHOVEN

Lokaal juli 2014

63


beweging agenda

ONTDEK ONS OPLEIDINGSAANBOD VOOR DIT NAJAAR OP WWW.VVSG.BE/OPLEIDINGEN

Herselt 26 augustus

Leuven 9 september

Een team ontstaat niet zomaar. Samen met andere leidinggevenden ontdekt en leert u hoe u als teamleader hierin uw rol op te nemen hebt. En dit maximaal op maat van uw eigen werkcontext. www.vvsg.be/opleidingen

In een dag geven we leden van het managementteam en andere leidingge‑ venden uit lokale besturen inzicht in de slimme organisatie, sturing en invoering van projecten en transitieactiviteiten om globale resultaten te bereiken en baten te realiseren die van strategisch belang zijn voor een organisatie. www.vvsg.be/opleidingen

Leiden van een team

Programmamanagement

Gent 2 en 9 september Mechelen 4 en 11 september

Een lezersvriendelijk en klantgericht Sociaal Verslag maken Tweedaagse praktijkopleiding om ver‑ slagen te schrijven die enerzijds leesbaar zijn voor de cliënt zelf, anderzijds de raad overtuigen van de noden en behoeften van de cliënt. www.vvsg.be/opleidingen

Aalst 9 september

Intervisie voor Hoofdmaatschappelijk Werkers Belangen behartigen van cliënten, collega’s én OCMW-raad levert complexe cases waarvan we via intervisie en onder deskundige begeleiding sterke

LEUVEN 25 en 26 september en 24 oktober 2014

Managen van verandering en vernieuwing Verandering begint… bij uzelf. Als deelnemer leer ik op deze drie daagse vooral hoe ik zélf omga met vernieuwing en verandering. Vervolgens werk ik een plan uit om verandering in mijn organisatie tot stand te brengen. • Organisatieklimaat en analyse van de eigen organisatie • Spanningsvelden binnen de organisatie en belangrijke uitdagingen • VIEW: de eigen stijl voor verander- en vernieuwingsinitiatieven • Positie en relaties in de organisatie • Faciliterende vaardigheden en Creative Problemsolving • Diversiteit binnen teams en departementen managen • Actie- en communicatieplanning, draagvlak creëren bij top en basis Een aanrader voor wie managementinzichten én relationele vaardigheden bij voorkeur ontwikkelt aan de hand van eigen casuïstiek! www.vvsg.be/opleidingen

64 juli 2014 Lokaal

leermomenten maken. www.vvsg.be/opleidingen Gent 10 september Leuven 17 september Hasselt 19 september Brugge 9 oktober

Interne controle, externe audit: module Personeelsbeleid Gebaseerd op de thema’s van de leidraad organisatiebeheersing, maakt u kennis met een werkkader om uw personeelsbeleid permanent te verbeteren en ook met concrete instru‑ menten om meer greep te krijgen op uw HRM-werkzaamheden. www.vvsg.be/opleidingen Vlaanderen 14 september

Open Monumentendag

Voor de 26ste keer staan overal in Vlaanderen de deuren van monumenten open voor een bezoek. ‘Erfgoed, vroe‑ ger, nu en in de toekomst’ is het thema van dit jaar. www.openmonumenten.be Gent 18 september

Directeur worden van een woonzorgcentrum Vierdaagse opleiding voor startende directeurs van woon- en zorgcentra met een basiskader op administratief, wetgevend, boekhoudkundig, financieel, strategisch, sociaal en psychologisch vlak. www.vvsg.be/opleidingen Oostende 18 september

Wegwijzer naar een passende hulpverlening Stoomcursus over de sociale rechten van de cliënt met handige overzichten en tal van extra tips and tricks. Een


must voor nieuwelingen, een boeiende opfrissing voor anderen. www.vvsg.be/opleidingen Gent 18 september

Sociale media en kinderopvang Hoe werkt online communicatie anno 2014? Hoe gebruik ik het als kinderop‑ vangvoorziening? Mag je zomaar alles online delen? Tijdens deze interactieve vorming kom je het allemaal te weten. www.vvsg.be/opleidingen De Pinte 23 september

Functionerings-, plannings- en evaluatiegesprekken voeren Veel organisaties voeren functioneringsen evaluatiegesprekken in als strategisch instrument. Deze training leert leiding‑ gevenden hoe ze er vervolgens concreet mee aan de slag kunnen gaan. www.vvsg.be/opleidingen Brussel 23 september

Basisvorming Noord-Zuid 2014 Een aanrader voor ambtenaren en schepenen die via een handig en actueel overzicht inzake ontwikkelingssamen‑ werking (weer) helemaal mee zijn. www.vvsg.be/opleidingen Oostduinkerke 29 september

Pensionering een nieuwe start Met deskundigen waaronder advocaat en arts gaan we in op alle prangende vragen waar anders vaak de HR-dienst mee overstelpt wordt. Ook wie zelf bijna op pensioen gaat, is welkom. www.vvsg.be/opleidingen Mechelen 30 september

HRM-scan als leidraad voor een sterk HRM-beleid Na deze vorming heeft elke deelnemer

POLITIEKE ACADEMIE

Opnieuw Toptraject Politiek leiderschap

LEUVEN 18 september, 2 en 23 oktober, 13 november en 4 december 2014

Exclusief traject voor burgemeesters, schepenen of OCMW-voorzitters die hun leiderschap extra kracht willen bijzetten. Welke koers wil ik als politicus varen? Hoe kan ik mijn optreden krachtiger maken? Hoe kan ik mijn impact verhogen en nog effectiever beïnvloeden en beslissen? In een veilige en unieke leeromgeving verwerft u inzichten en methodes om een grens te verleggen in uw persoonlijk leiderschap. Het aantal plaatsen is beperkt, snel inschrijven is dus aangeraden. www.vvsg.be/opleidingen

het HR-beleid van haar/zijn bestuur kritisch in kaart. Uitwisseling onder deel‑ nemers levert concrete ideeën op voor verbeterprojecten. www.vvsg.be/opleidingen Brussel 30 september

Optimaliseer je Riziv-financiering

Eén dag, en u bent (weer) helemaal mee met de finesses van de Riziv-financie‑ ring. Enerzijds met een overzicht van de meest actuele regelgeving, anderzijds door uw eigen aangifte te simuleren. www.vvsg.be/opleidingen

Gent 16 oktober - Trefdag

Vitale krachten in bestuur en samenleving, nieuwe perspectieven op samenwerking Besturen die slim en innovatief wil‑ len samenwerken, vinden inspiratie op de Trefdag, een dag lang vol lezin‑ gen, beursnieuws, workshops en veel momenten om te netwerken. Besturen leggen samen bussen in om naar Gent te rijden, besturen die in groep komen, krijgen korting. www.trefdag.be

Noteer 30 oktober in uw agenda.

Afvalconferentie in Antwerpen Voor deze editie slaan Vlaanderen en Nederland de handen in elkaar. Hou de kalender van de VVSG in de gaten voor het exacte programma. Informatie bij lieselot.decalf@vvsg.be

Lokaal juli 2014

65


column Pieter Bos

Anders dan zijn vader is mijn jongste zoon een kei in wiskunde. Alleen liggen zijn prioriteiten tijdelijk elders. Gemengd onderwijs, er is geen kruid tegen gewassen. Dat ik onlangs opnieuw zijn agenda controleerde, was dus hoogstens om de indruk te wekken dat ik nog kan volgen. ‘HO + bespreking’ stond er voor het derde uur op woensdag. ‘Hoe was de toets?’ vroeg ik, want ik heb de tijd nog gekend dat je tegen een test niet ‘herhalingsoverhoring’ mocht zeggen. ‘Weet ik niet,’ antwoordde hij diplomatiek, ‘we hebben hem nog niet teruggekregen.’ ‘Maar toch al besproken,’ merkte ik op. Ad rem, naar mijn gedacht. ‘Oh neen,’ zei mijn zoon, ‘dat staat er alleen maar voor de inspecteur.’ Eerst was ik boos. Op mijn zoon, die zich schijnbaar zorgeloos medeplichtig maakte aan niets minder dan schriftvervalsing. En op de leerkracht, die er geen graten in zag behalve de inspecteur ook de ouders om de tuin te leiden. Maar de tijd heelt dan misschien niet alle wonden, hij doet ons doorgaans wel rechtvaardiger oordelen. Later die avond bedacht ik dat de leerkracht in kwestie toevallig wel een crème van een kerel was, een door de leerlingen gerespecteerde, bevlogen leermeester vervuld van plichtsbesef. Nog later op de avond herinnerde ik me het tragische verhaal van een vriend die al decennia jongeren besmet met zijn enthousiasme en daar op café steevast de vruchten van plukt doordat oud-leerlingen erop staan iets terug te doen. In zijn school streek vorig jaar het inspectieteam neer. Het verstoorde er de reguliere werking grondig en schreef op basis daarvan een rapport. Of juister: op basis van alle papieren die men kon vinden. En niet kon vinden. Het verdict was onverbiddelijk. ‘Je bent goed bezig,’ zeiden de inspecteurs tegen mijn vriend, ‘maar niet op papier. Helaas.’ Helaas was een understatement. Het papieren rapport pretendeerde over de échte school te gaan en had verregaande consequenties voor de school, de leerkrachten, de subsidies en last but not least de leerlingen. Een tikje cynisch was dat de leerkrachten van wie iedereen wist dat ze er de kantjes af liepen, op papier perfect in orde bleken. De anderen waren 66 juli 2014 Lokaal

met hun vak bezig geweest, ten koste van het papierwerk. Fout! Resultaat: leedvermaak bij degenen die al niet gemotiveerd waren, demotivatie en frustratie bij degenen die tot dan gemotiveerd waren geweest. Niet bepaald wat kon zijn bedoeld toen de inspectieprocedure in het leven werd geroepen. Met dit in het achterhoofd kon ik me bij nader inzien wel verzoenen met de houding van de wiskundeleerkracht. Alles welbeschouwd leerde hij mijn jongste hoe het echte leven in elkaar zit. Niet wat je doet, doet ertoe, wel de perceptie ervan. Als mijn zoon ooit aan de slag gaat bij een overheidsadministratie, kan hij daar alleen maar zijn voordeel mee doen. Die administraties zijn immers volop bezig procedures uit te rollen met wantrouwen als soundtrack. Staat het niet op papier of in de computer? Dan is het niet gebeurd. Om in orde te zijn zorg je dus dat het op papier staat. Ook al is het niet gebeurd. Procesmanagement heet dat. In naam van professionalisering en efficiëntieverhoging. En met het oog op de bestrijding van de subjectiviteit in deze wereld, want daar is er te veel van. Met gekwantificeerde, dus geobjectiveerde informatie is de evaluatie een fluitje van een cent. Wie meticuleus de juiste vakjes aanvinkt en het leepst is in het bedriegen van de management tools, wint. Dagelijks zijn er honderden, misschien wel duizenden ambtenaren bezig met het verfijnen van de meetinstrumenten en de stappenwijzers (met als hoogst bereikbare graad van detaillering: ‘neem de telefoon en toets het nummer in’). En met het trekken van rapporten ter opvolging van de rapportering natuurlijk. Beweerd wordt dat deze praktijken overgewaaid zijn uit de bedrijfswereld. Maar wie daar zijn oor te luisteren legt, hoort vooral klachten over bureaucratie. Bij de overheid zelf heeft vooralsnog niemand in de gaten dat een papieren parallelwereld (al dan niet gedigitaliseerd) een godsgeschenk is voor de lijntrekkers. En voor alle anderen een tijd- en energievretend obstakel dat hen verhindert hun werk te doen. Intussen heeft de leerkracht van mijn jongste de HO grondig met hem doorgenomen. Tijdens hun beider middagpauze, kwestie van de rest van de klas er niet mee te belasten. In de agenda is er geen spoor van te bekennen. Maar het is wel gebeurd.

KAROLIEN VANDERSTAPPEN

Geduldig papier


NIEUW!

EEN SOCIALE WONING HUREN BIJ EEN SHM HET KADERBESLUIT SOCIALE HUUR NA DE WIJZIGING VAN 4 DECEMBER 2013

Auteur: Björn Mallants (directeur Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen, VVH)

Het Kaderbesluit Sociale Huur (KSH) geeft sinds 1 januari 2008

sociale huisvestingsmaatschappijen. Hij doet dit op basis

het sociale huurstelsel in Vlaanderen vorm. Het is de prak-

van de verschillende stappen die een toekomstige sociale

tische vertaling van het decretale kader inzake sociaal wonen

huurder logischerwijs zet op weg naar een sociale woning.

dat vervat zit in de Vlaamse Wooncode. In deze pocket wordt

Grotendeels volgt het KSH een gelijkaardige opbouw.

het KSH, rekening houdend met de wijziging van 4 december 2013, vanuit het oogpunt van de sociale huisvestingsmaat-

In deze pocket wordt de regelgeving voldoende uitgebreid

schappijen bekeken. De bedoeling is inzicht te verschaffen

weergegeven, maar ook vertaald naar de praktijk waarmee

over de regels voor het huren van een sociale woning bij een

kandidaat-huurders, huurders, bestuurders, medewerkers,

sociale huisvestingsmaatschappij.

welzijnsactoren,

gemeentes,

OCMW’s,…

geconfronteerd

worden. De auteur wil niet in detail alle bepalingen uit het KSH behandelen,

laat

staan

alle

interpretatieproblemen

uitklaren. Wel licht hij op heldere wijze de grote lijnen van het sociaal huurstelsel toe, zoals het wordt gehanteerd door

BESTELKAART

Ja, ik bestel

....... ex. van Een sociale woning huren bij een SHM (ISBN 9782509020239) aan € 25,00* (VVSG-leden) en € 29,00* (niet-leden).

Naam: ...............................................................................................

Uitgeverij Politeia Ravensteingalerij 28 1000 Brussel

Functie: ............................................................................................ Bestuur/Organisatie: ......................................................................... Tel.: .................................................................................................. E-mail: ..............................................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

Adres: ............................................................................................... BTW: .................................................................................................

*

Prijzen inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Prijzen geldig tot 31/12/2014. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


organisatieontwikkeling en veranderingsmanagement Budgetten slinken. Meer met minder doen. Een burgergerichte dienstverlening. Allemaal een kwestie van efficiënter werken? Oplossingen liggen niet voor de hand. Jobpunt Vlaanderen kan uw bestuur ondersteunen bij de analyse, het design en de implementatie van een gedragen veranderingstraject.

In het verleden werden via Jobpunt reeds projecten begeleid rond bijvoorbeeld: • de organisatie van een nieuw administratief centrum • fusie en reorganisatie van diensten • de samenwerking tussen verschillende organisaties zoals gemeente en OCMW • het opmaken en implementeren van een strategisch plan • efficiëntievraagstukken door besparingen • het opstellen van ondernemings- en beheersplannen en personeelsbehoeftenplannen Jobpunt Vlaanderen werkt met raamcontracten zodat u zelf, als vennoot, geen marktraadpleging meer hoeft te doen. contact info@jobpunt.be tel. 016 38 10 00 www.jobpunt.be

raamcontracten

• het uitvoeren van doelmatigheids- en risicoanalyses, impactmetingen en procesanalyses • een kerntakendebat • begeleiding bij zelfevaluatie van de diensten • ontwikkelen van systemen van interne controle • …

“Via Jobpunt Vlaanderen hebben we een goede partner gevonden om ons klantenperspectief aan te scherpen.” Jan Bal secretaris OCMW Mechelen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.