2014lokaal10

Page 1

Nr 10 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

Lokaal

Mekkagericht begraven

Luc Huyse: het lokale bestuur als proeftuin eigentijds burgerschap

Gemeente aansprakelijk, niet de burgemeester

Circus op komst


HIER SORTEREN WE

NET ALS THUIS

Fost Plus ijvert reeds 20 jaar samen met steden, gemeenten en afvalintercommunales voor het correct sorteren van huishoudelijk verpakkingsafval. Met resultaat! De Belg sorteert thuis bijna perfect. Hoog tijd om dit succesverhaal uit te breiden naar bijvoorbeeld de werkplek, de sportclub, het zwembad, recreatiedomeinen of tal van andere plaatsen waar mensen samenkomen en consumeren. Zo zorgen we ervoor dat lege verpakkingen gerecycleerd kunnen worden tot nieuwe grondstoffen.

www.fostplus.be

Samen > Goed sorteren > Beter recycleren


stefan dewickere

opinie

jan leroy vvsg-directeur bestuur

Federale sanering met lokale gevolgen

N De Vlaamse regering voert het Belfortmodel hoog in het vaandel. Zou ze er de federale collega’s van kunnen overtuigen hetzelfde te doen?

a lange onderhandelingen kwam begin oktober ook het federale regeerakkoord tot stand, met naast veel sociaaleconomische keuzes vooral een reeks budgettaire. Voor lokale besturen is het dan altijd bang afwachten of een centrale overheid in de eigen werking snijdt, of de factuur doorschuift naar anderen. Een eerste voorzichtige analyse van het federale regeerakkoord levert een gemengd beeld op. De VVSG had in haar memorandum aangedrongen op maatregelen om de statutaire pensioenfactuur te milderen. Met de voorstellen van de commissie-Vandenbroucke als inspiratiebron komen er inderdaad enkele ingrepen, zoals het geleidelijk afschaffen van studiejaren voor het bereiken van een volledige loopbaan of het niet langer meetellen van contractuele jaren voor de berekening van een statutair pensioen. Deze maatregelen kunnen de lokale pensioenfactuur wat drukken, al wordt het effect pas op langere termijn voelbaar. Intussen moeten de Vlaamse lokale besturen wel elk jaar 60 tot 70 miljoen euro extra betalen. Van de door de VVSG gevraagde structurele cofinanciering door de Schatkist – zoals dat wel gebeurt voor de andere pensioenstelsels – is totaal geen sprake. De nieuwe federale regering wil ook de ‘deloyale fiscale concurrentie’ tussen de publieke en de private sector een halt toeroepen. In de begroting 2015 staan al meteen 200 miljoen euro inkomsten uit de vennootschapsbelasting op intercommunales ingeschreven. Dit betekent dat de dividenden die nu nog onbelast naar de lokale besturen gaan, zullen worden afgeroomd ten voordele van de Schatkist. Als het inderdaad zo ver komt, is dat een regelrechte hold-up door de federale overheid op de lokale

financiën. Dividenden uit intergemeentelijke samenwerking worden door gemeenten gebruikt om beleid te voeren. De vrijmaking van de energiesector in 2003 betekende voor de Vlaamse gemeenten een recurrent verlies van 350 miljoen euro per jaar, nu komt daar deze geplande taxatie op wat rest bovenop. Voor de budgetnormen die Europa oplegt lost dit niets op, want het gaat om een verschuiving tussen overheden. Als dit doorgaat, zullen gemeenten ofwel elders nieuwe inkomsten moeten zoeken, ofwel de dienstverlening nog maar eens laten dalen na de saneringen die vorig jaar al gebeurden in het kader van de meerjarenplanning. De VVSG vraagt dringend overleg met de federale regering en de minister van Financiën om de negatieve gevolgen in kaart te brengen en waar mogelijk nog tegen te houden. Lukt dat niet, dan zullen we aan de Vlaamse regering moeten vertellen dat de door haar beloofde groei van het Gemeentefonds met 3,5% per jaar eigenlijk zal dienen om de federale kas te spijzen. Deze maatregel komt trouwens niet alleen: de federale dotaties aan de politie worden niet geïndexeerd en we kunnen momenteel alleen hopen dat de financiële engagementen van de vorige regering om de brandweerhervorming te ondersteunen behouden blijven. De geplande uitbetaling van de tweede schijf van het verkeersveiligheidsfonds is dan weer wel een goede zaak, al had dat natuurlijk al veel langer moeten gebeuren. De Vlaamse regering voert het Belfortmodel hoog in het vaandel. Zou ze er de federale collega’s van kunnen overtuigen hetzelfde te doen? De lokale besturen hopen voor de moeilijke budgettaire jaren die op ons afkomen in elk geval op wat meer interbestuurlijke solidariteit.

Lokaal november 2014

3


inhoud • november 2014 • nummer 10

VVSG-trefdag

28

28 Iedereen op de Trefdag was geweldig: sprekers, luisteraars, standhouders, netwerkers, tweeters en animatoren.

De presentaties en filmpjes staan ondertussen op www.trefdag.be, zodat iedereen kan nagenieten en nadenken over de inspirerende sessies.

32

32 Scheldeakker in Gent: een Mekkagerichte begraafplaats Een van de gesmaakte bezoeken op de Trefdag was dat aan de Scheldeakker waar een Mekkagericht plein is.

34 Tondelier, duurzaam over de hele lijn 40 Kantoormeubilair krijgt het eeuwige leven

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 46 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Marleen Capelle, Katrien Gordts, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@cprojects.be, T 03-326 18 92

4 november 2014 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 68 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 55 euro Niet-leden: 125 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Luc Martens, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Stijn Quaghebeur, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Bart Somers, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

Op de Scheldeakker reciteert Ali Osman Sager uit de Koran. Ali Osman Sager is een van de eerste imams in Gent en tevens voorzitter van een repatriëringsorganisatie.

STEFAN DEWICKERE

special


bestuurskracht

6 Kort print & web, perspiraat, Nix 10 Interview met Luc Huyse Het lokale bestuur als ideale proeftuin voor eigentijds burgerschap Voor Luc Huyse is de democratie ziek. Hij ziet weinig kans op hervorming op het niveau van de nationale staten: ‘De genezing moet in eerste instantie langs Europese en lokale wegen lopen.’

14 Pensioenhervorming lokale besturen – jaar 2 16 ICT-samenwerking is meer dan techniek OCMW’s en gemeenten werken meer en meer

samen, vooral op het vlak van ICT. Toch is dat geen sinecure want in ieder bestuur, in iedere dienst bestaan er andere behoeften, belangen, werkwijzen en verwachtingen betreffende ICT.

20 De gemeente is aansprakelijk, niet de burgemeester 24 Start-to-GIS 32 De raad van Lier Vragen eerst, interpellaties laatst

54

STEFAN DEWICKERE

DANIEL GEERAERTS LAYLA AERTS

STEFAN DEWICKERE

48

3 opinie Federale sanering met lokale gevolgen 62 column Stuur je me daarover nog even een mailtje?

BART LASUY

10

16

mens & ruimte

42 Kort nieuws, print & web, oproepen 46 Als de karavaan halt houdt 48 Besparingen in het onderwijs, een stand van zaken De onderwijskoepel van steden en gemeenten heeft

altijd gevraagd de kerntaak van onderwijs zo veel mogelijk te ontzien bij de besparingen, en deze vooral niet door te schuiven naar de gemeenten of, nog erger, naar de leerlingen en cursisten. Het programmadecreet bevat elementen die tegen deze twee principes zondigen. OVSG verklaart zich er daarom niet mee akkoord.

50 Wie een individuele beroepsopleiding volgt, verdient dubbel 52 Stadslandbouw in beschermde Brusselse sociale woonwijk 54 OCMW: sterk werk Een onthaalouder uit de duizend

beweging

57 Geen dementievriendelijk maar leeftijdsvriendelijk openbaar leven 58 Kort laureaat, promotie, perspiraat 60 agenda Lokaal november 2014

5


STEFAN DEWICKERE

bestuurskracht kort lokaal

De gemeenten leggen weinig overlastboetes op aan minderjarigen, zo blijkt uit een grote VVSG-bevraging.

Overlastboetes vooral voor sluikstorters Dat gemeenten kinderen van veertien jaar al GAS-boetes konden opleggen, zorgde voor veel ophef. Onterecht blijkt nu uit onderzoek. Met GAS-boetes worden vooral sluikstorters bestraft. In 2013 waren er weinig overlastboetes voor minderjarigen. Als gemeenten al overlastboetes opleggen, dan is dat vooral om sluikstorten, hondenpoep, verbranding in open lucht of geluidshinder te bestraffen. Uit een grote bevraging die de VVSG dit voorjaar uitvoerde bij de 308 Vlaamse gemeenten blijkt dat zij veel genuanceerder omgaan met GAS dan soms beweerd wordt. Dit betekent evenwel niet dat minderjarigen nooit inbreuken op een politieverordening begaan. De federale wetgever heeft in 2013 voorzien in de mogelijkheid voor gemeenten om de politieverordening van toepassing te maken op minderjarigen vanaf 14 jaar, maar heeft dat gekoppeld aan de verplichting om alternatieve maatregelen op te leggen en de mogelijkheid om eerst de ouders erbij te betrekken. Uit onze bevraging blijkt dat

maar weinig gemeenten de leeftijdsgrens daadwerkelijk willen verlagen, de meeste houden die op 16 jaar. Hoe dan ook krijgen minderjarigen steeds meerdere mogelijkheden om vrijwillig in te stappen in een begeleidingstraject. Pas als ze echt niet bereid zijn om daaraan mee te werken, kunnen ze een overlastboete krijgen. De cijfers uit 2013 geven aan dat het vaak niet zo ver hoeft te komen. Ze bevestigen dat gemeenten niet willekeurig omgaan met overlastboetes. Dat is wat de VVSG en de gemeenten al altijd gesteld hebben. tom de schepper

www.vvsg.be

Expertisebijdrage voor Palestina In het Internationaal Jaar voor de Solidariteit met het Palestijnse volk wordt van 21 tot 23 november in Ramallah een Internationale Conferentie georganiseerd met als thema Local Authorities at the heart of the State of Palestine. De Belgische bilaterale samenwerking (BTC)

6 november 2014 Lokaal

ondersteunt dit initiatief en zoekt lokale besturen die een bijdrage kunnen leveren vanuit hun expertise. http://iyspp.plo.ps/en/ joelle.piraux@btcctb.org


print & web

Bedenkingen bij voortgang project strafregister Meerjarenplanning in de Vlaamse gemeenten

STEFAN DEWICKERE

Vanaf 1 januari 2015 zullen alle kleine en grote veroordelingen die de strafrechtbanken en enkele andere rechtbanken uitspreken, alleen nog in het Centraal Strafregister bewaard worden. Dat werd geregeld door artikel 10 van de Wet van 31 juli 2009, die gewijzigd werd door de Wet van 31 december 2012. Ondertussen weten we dat gemeenten vanaf die datum de uittreksels moeten samenstellen op basis van de veroordelingen die tot dan worden bijgehouden in het gemeentelijk register en op basis van de nieuwe veroordelingen die vanaf dan worden bijgehouden in het Centraal Strafregister, wat zeker geen taakverlichting zal inhouden voor deze administraties. Luttele weken voor de deadline heerst er zeer grote onduidelijkheid over de komende veranderingen en de algemene voortgang van het project, zowel bij de gemeenten als bij hun respectieve ICT-leveranciers. De VVSG en VLAVABBS

Enkele weken voor de deadline is er nog zeer grote onduidelijkheid over de veranderingen aan het strafregister.

(de Vlaamse Vereniging van Ambtenaren en Beambten van de Burgerlijke Stand) stuurden daarom gezamenlijk een brief naar de vorige minister van Justitie en nu ook nog naar de nieuwe met de vraag dringend meer duidelijkheid te scheppen. Ondertussen blijkt dat de aansluiting van de griffies op de applicatie van het Centraal Strafregister vlot verloopt, maar de griffies zelf ook niet overtuigd zijn dat de voorop-

gestelde deadline gehaald zal worden. Als dat niet gebeurt, dan zal de werklast bij de gemeentelijke administraties nog meer toenemen en dat komt de dienstverlening aan de burger niet ten goede. Meer informatie vindt u in het septembernummer van Lokaal, de presentatie van het project door de FOD Justitie en op de VVSG-website. tom de schepper

www.vvsg.be

In het kader van de beleids- en beheerscyclus beschikken alle lokale besturen sinds 1 januari 2014 over een meerjarenplan en een budget. Maar welke ambities formuleren die meer‑ jarenplannen nu? Welke trends blijken uit de plannen? En hoe gaan lokale besturen om met een moeilijke financiële situatie? Deze uitgave biedt een analyse van de meerjarenplannen van de gemeenten, op basis van een steekproef waarbij de plannen van 25 gemeenten onder de loep werden genomen, evenwichtig verdeeld volgens ligging en bevolkingsgrootte. De analyse gaat in op aspecten als: hoeveel en welke beleidsdomeinen de verschillende gemeenten hanteren; hoe de verschillende gemeenten hun omgevingsana‑ lyse hebben opgemaakt; welke verschillende beleidsdoelstel‑ lingen geformuleerd zijn; hoe goed de actieplannen worden omschreven; welke financiële risico’s worden gerapporteerd; enzovoort. M. Parys, B. Van Herck, S. Huysveld, Meerjarenplanning in de Vlaamse gemeenten: een analyse aan de hand van 25 casussen, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 35 euro

Ken uw financieel profiel Bent u benieuwd of uw gemeente meer schulden heeft dan de buurgemeenten? Wilt u een zicht krijgen op de evolutie van belangrijke ontvangsten- of uitgavenstromen van uw OCMW? De Trefdag had de primeur, maar nu kunt u ook op kantoor rustig het financiële profiel van uw bestuur raadplegen op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur. Het profiel, dat beschikbaar is voor gemeenten, OCMW’s en zelfs voor gemeente en OCMW samen, bevat informatie over allerlei parameters van

de besturen. Zo kunt u het budgettaire resultaat, de autofinancieringsmarge, de opbrengsten uit de aanvullende personenbelasting of de hoogte van de toegestane werkingssubsidies van uw bestuur vergelijken met de gemiddelden per provincie of zelfs per cluster. En dit voor het verleden (tot 2007-2008) en voor de toekomst op

basis van de meerjarenplannen. Op de website kunt u ook allerhande gegevens (zoals de schulden, belangrijkste uitgaven en ontvangsten) op de kaart van Vlaanderen weergeven (of in tabellen), wat het vergelijken nog vergemakkelijkt. ben gilot

www.binnenland.vlaanderen.be

Lokaal november 2014

7


bestuurskracht kort lokaal perspiraat

nieuws

“Toen de politieke geestverwanten van het ABVV langdurig werklozen als stadswacht aan het werk hielpen, vond de vakbond dat een goed idee. Wat is het verschil met twee halve dagen gemeenschapsdienst?” Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van VBO – Knack 22/10

“Geregulariseerde asielzoekers worden door de jaren heen steeds minder afhankelijk van het OCMW. Vaak hebben ze een goede talenkennis en zijn ze hoger opgeleid, waardoor ze goede kansen hebben om werk te vinden.” Onderzoeker Johan Wets (HIVA/KU Leuven) – De Morgen 13/10 “Volgens het traject van de Vlaamse regering blijven de grondgebonden bevoegdheden bij de provincies en worden de persoonsgebonden materies overgedragen naar ofwel de gemeente, een cluster van gemeenten, of naar Vlaanderen. Maar tegelijk met de bevoegdheden zullen ook de nodige middelen en het nodige personeel naar die andere beleidsniveaus worden overgeheveld.” Vlaams minister voor Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) – Het Belang van Limburg 17/10 “Als Belfius in handen blijft van de staat, dan zouden we ze als een echte overheidsbank kunnen gebruiken, die de economie en de steden en gemeenten ondersteunt.” Meyrem Almaci, federaal parlementslid en Antwerps gemeenteraadslid (Groen) over de mogelijke verkoop van Belfius na 2016 – De Morgen 13/10 “Ik vind niet dat elke gemeente een hoofddoekenverbod moet opleggen. In mijn eigen gemeente Aarschot bestaat het niet. Maar in een grootstedelijke context is neutraliteit vaak het beste om problemen te vermijden.” Gwendolyn Rutten, voorzitster Open VLD – Knack 22/10/14

8 november 2014 Lokaal

DANIEL GEERAERTS

“Vlaanderen telt 319 sportverenigingen per 100.000 inwoners. Waarom werken sportclubs niet samen over de disciplines heen? Waarom bundelen ze niet de krachten en maken ze één centrale administratie per gemeente? Met één omnisportlidkaart, waarmee de leden in de verschillende clubs aan de slag kunnen.” Jeroen Scheerder, professor sportbeleid en sportmanagement (KU Leuven) – De Standaard 21/10

Het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten zette de guideline ‘Financiering met projectbeheer’ online.

Overheidsopdrachten voor vastgoed: hoe financieren met projectbegeleiding Om vastgoed te realiseren zetten lokale besturen dikwijls de formule van de financiering met projectbeheer in. Er zijn nog andere mogelijkheden, die worden duidelijk dankzij de nieuwe guideline. Lokale besturen wensen vastgoed te realiseren maar missen zelf vaak de nodige financiële middelen, of de nodige capaciteit en expertise om deze opdrachten in de markt te plaatsen en de uitvoering hiervan op te volgen. In het verleden deden lokale overheden hiervoor dikwijls een beroep op de zogenaamde formule van de financiering met projectbeheer waarbij zowel de externe financiering als het zogenaamde projectmanagement (de begeleiding bij de plaatsing en bij de uitvoering van de infrastructuuropdracht) werden gecombineerd in hoofde van dezelfde opdrachtnemer. In de praktijk leverde de invulling van de figuur van de financiering met projectbeheer problemen op wat de naleving betreft van de overheidsopdrachtenreglementering. Naar aanleiding van deze problematiek heeft de werkgroep financiering met projectbeheer binnen het Vlaams Samenwerkingsforum

Overheidsopdrachten bij de Vlaamse Overheid een guideline uitgewerkt. De guideline Financiering met projectbeheer biedt de lokale besturen een overzicht van alternatieven die een uitkomst kunnen bieden wanneer zij een vastgoedproject willen realiseren en daarbij niet enkel behoefte hebben aan de nodige externe financiering maar ook aan ondersteuning bij de plaatsing en de opvolging van de uitvoering van de desbetreffende opdracht. In deze guideline worden enkele courante alternatieven opgesomd en wordt telkens een evaluatie gemaakt met de mogelijke voor- en nadelen van de betrokken figuur. Daarnaast reikt de guideline ook enkele faciliterende instrumenten aan. Zie www.bestuurszaken. be/overheidsopdrachten voor de guideline “financiering met projectbeheer”. katrien colpaert-arickx


print & web

Boekhoudkundige verwerking uitstap Electrabel

De uitstap van Electrabel uit de distributienetbeheerders is voor de gemeenten cashneutraal.

STEFAN DEWICKERE

Op het einde van dit jaar zal Electrabel haar participatie in de Vlaamse gemengde distributienetbeheerders (DNB’s) verkopen. Voor de gemeenten heeft de uitstap enkel boekhoudkundige gevolgen.

De uitstap van Electrabel op 29 december uit de distributienetbeheerders zal gecompenseerd worden door een gelijktijdige verhoging van de gemeentelijke participatie in de DNB’s. Begin 2015 zal echter voor hetzelfde bedrag als de verhoging van de participatie een kapitaalvermindering doorgevoerd worden. Door de overbruggingskredieten die Eandis ter beschikking stelt, zal heel deze operatie voor de gemeenten zonder enige geldbeweging gebeuren. Dat wil dus zeggen dat er voor dit jaar ook geen budgetwijzigingen nodig zullen zijn om de operatie te laten doorgaan. Hoewel de operatie voor de gemeenten cashneutraal is, leidt de uitstap van Electrabel wel tot enkele boekingen. Het Agentschap Binnenlands Bestuur biedt daarvoor een boekingsschema aan. Daarenboven zullen de gemeenten in de jaarrekening 2014 de uitkoop van Electrabel moeten vermelden in de toelichting bij de investeringsrekening, gezien de geraamde en de gerealiseerde uitgaven voor financiële vaste activa danig zullen verschillen. ben gilot

Duurzaam HRM en jonge professionals Is duurzaam HRM wel het per‑ soneelsbeleid van de toekomst met oog voor maatschappelijke ontwikkelingen als het nieuwe werken, met oog ook voor de idealen, wensen en behoeften van de nieuwe generatie werk‑ nemers? Of is duurzaam HRM oude wijn in nieuwe zakken? En heeft de generatie nieuwe werknemers wel een boodschap aan duurzaam HRM? Dit boek zoekt een antwoord op deze en andere vragen op basis van literatuuronderzoek over duur‑ zaam HRM en over de nieuwe generatie professionals, en op basis van gesprekken met perso‑ neelsfunctionarissen en jonge professionals. Organisaties en meer specifiek personeelsver‑ antwoordelijken vinden in het boek aanknopingspunten om om te gaan met hun hoog opgeleide medewerkers. Denkers over duurzaamheid worden gevoed met prikkelende standpunten. I. Jacobs-Moonen, J. Brandligt, Duurzaam HRM en jonge professionals: een mismatch, Uitgeverij Garant, Antwerpen, 19 euro

nix

Lokaal november 2014

9


Luc Huyse: ‘Lokale besturen kunnen proeftuinen van eigentijds burgerschap zijn. Ze hebben daar de ideale schaal voor omdat ze kleiner zijn, complexe problemen er toch opgelost kunnen worden, de successen zichtbaarder zijn.’

Een filmpje van dit interview kunt u op www.vvsg.be bekijken.

10 november 2014 Lokaal


special trefdag interview

Luc Huyse

Het lokale bestuur als ideale proeftuin voor eigentijds burgerschap Zoals zovelen vindt professor-emeritus Luc Huyse dat de parlementaire democratie haar uiterste houdbaarheidsdatum aan het naderen is, zeker op het klassieke nationale niveau. Hij ziet een toekomst voor de democratie op supranationaal en vooral op lokaal vlak, waar hier en daar al geëxperimenteerd wordt met modern burgerschap. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

L

uc Huyse is geen expert inzake gemeentepolitiek, toch legt hij op het einde van zijn boek De democratie voorbij veel kansen voor vernieuwing in de mand van de lokale besturen: ‘Dat doe ik vanuit het perspectief dat de nationale staat en de parlementaire democratie de burger minder en minder te bieden hebben. Er circuleren allerlei sombere berichten over de gezondheid van de democratie en over het falen van staten zoals België. Ook ik vind dat het er niet zo goed uitziet. In mijn boek ben ik op zoek gegaan naar een diagnose, de oorzaken en een mogelijke medicatie. De malaise is te wijten aan de afnemende stuurkracht en geloofwaardigheid van de klassieke natiestaat. De boosdoeners: de invasie van de marktlogica in het overheidsbeleid en de mismatch tussen wat de bevolking verwacht en wat de politieke klassse kan leveren. Volgens mij zijn er drie sporen om dat te verhelpen. Op politiek vlak moet de schaalvergroting via de Europese Unie de slagkracht van de politici vergroten. De opmars van het

puur economisch denken in de politiek moet worden stilgelegd. En, ten derde, het wederzijds vertrouwen tussen overheid en burger is dringend aan herstel toe. Voor spoor twee en drie liggen de beste kansen op succes op het lokale vlak. Trouwens, we moeten nog een stap verder gaan en niet alleen een deel van de politieke agenda overbrengen naar de lokale besturen, maar ook de bevolking veel meer aanspreken. Dus ik zeg: de democratie is ziek, er zit weinig kans op hervorming op het niveau van de nationale staten, zelfs op regionaal vlak kun je maar weinig vooruitgang boeken. De genezing moet in eerste instantie langs transnationale en lokale wegen lopen.’ U wilt meer verantwoordelijkheid bij de burgers leggen. Dat doet denken aan de participatiesamenleving waarnaar de nieuwe Vlaamse regering streeft, maar ook aan de verzuiling. ‘Dat klopt. Al heel lang geeft de overheid veel taken in onderaanneming aan de zuilen: geLokaal november 2014

11


special trefdag interview

Luc Huyse

‘De democratie is ziek, er zit weinig kans op hervorming op het niveau van de nationale staten, zelfs op regionaal vlak kun je maar weinig vooruitgang boeken. De genezing moet op een hoger en op een lager niveau gebeuren.’ zondheid, onderwijs, maatschappelijk werk. De participatiesamenleving vormt dus in principe geen echte breuk met het verleden. Maar toch gaat het nu een stap verder. In feite zegt het Vlaamse regeerakkoord dat mensen meer aan zelfhulp moeten doen, aan liefdadigheid, aan vrijwilligerswerk, en dat lokale coöperaties meer in handen moeten nemen. Dan valt al gauw de term doe-het-zelfsamenleving. Ik vind het zeker niet verwerpelijk om meer taken bij de burger te leggen. In Groot-Brittannië en Nederland staat de participatiesamenleving al enige tijd in de steigers. Maar als je kijkt naar de situatie daar vandaag en als je tussen de lijnen van het Vlaamse regeerakkoord leest, dan zie je dat de mooie woorden camoufleren dat het om de besparingen gaat. Het hoofdmotief is niet burgers tot meer burgerschap aanzetten, neen: hoe meer de mensen het zelf doen, hoe minder het kost.’ Dat is toch ook te begrijpen in tijden van crisis? ‘Maar ik vraag me toch af hoe realistisch het is om overheidstaken in bijvoorbeeld de bejaarden- of ziekenzorg, weer bij familieleden te leggen nu de taken in de welvaartstaat zo geprofessionaliseerd zijn geworden en de ervaring met zelfhulp weg is. We weten niet meer hoe we met bejaarde ouders moeten omgaan, we leven niet meer in een driegeneratiegezin.’ ‘We zien ook dat in Nederland en Groot-Brittannië de inzet van zelfhulp en vrijwilligerswerk tekort schiet, dat er meer en meer kwetsbare mensen uit de boot vallen. Ouderen vallen ineens zonder hulp als ze geen kinderen hebben of als de kinderen te ver wonen. Natuurlijk zijn er situaties waarbij het wel lukt, dat is meestal bij geschoolde, zelfredzame mensen, maar er zijn evengoed voorbeelden waarbij het mislukt. Dan moet, zo zien we in die landen, de lokale overheid het opnieuw in handen nemen. De gemakkelijkste uitweg lijkt dan het in commerciële handen geven, dikwijls in multinationale handen. Maar zodra die commerciële of marktlogica in de zorg sluipt, ontstaat er een nieuw type sociale ongelijkheid. Bovendien wordt tegelijkertijd bespaard op de middelen die naar de gemeenten gaan. Na verloop van tijd zullen mensen wel door hebben dat er iets niet klopt.’

12 november 2014 Lokaal

En zal dat de politici nog meer in diskrediet brengen? ‘Daar gaat een tijd over. Dat is afwachten. Men heeft iets beloofd op basis van overwegingen die iets anders camoufleren.’ Kunnen burgers, bijvoorbeeld via actiegroepen, de ideale coproducent van de lokale overheid worden? Is dat zo? Hoe moeten die gemeenten met hen omgaan? ‘Dat gaat niet als het bestuur de burger als klant, als consument ziet. Dan wordt de politiek een supermarkt waar de burger, zoals in de commerciële sector met zijn gepersonaliseerd aanbod, verwacht verwend te worden. De overheid gaat daar momenteel niet tegenin, integendeel, ze mikt ook op die klantvriendelijkheid. Maar zo zit de democratie niet in elkaar. Als je mensen in die passieve versie van burgerschap steekt, kun je ze nog maar moeilijk mobiliseren om coproducent van overheidsbeleid te zijn, neen, ze klagen alleen maar.’ ‘Ik ben ervan overtuigd dat je het best op het lokale vlak kunt starten en succes hebben met de opwaardering van de burger van consument tot coproducent. Dat gebeurt ook al. Denk maar aan de budgetgames in Kortrijk of de wijkcomités die in de Antwerpse districten zelf beschikken over een bepaald bedrag. Dat leidt tot productieve discussies binnen en tussen de wijken. Die ervaringen zijn zo belangrijk voor de democratie: kunnen luisteren naar elkaar, weten dat je nooit volledig gelijk kan halen maar naar een compromis, een consensus zoeken, en bovendien komt op die manier het algemeen belang bovendrijven. Democratie ontstaat groepsgewijs en dat kan vooral op het lokale vlak mogelijk worden. In sommige Scandinavische of Braziliaanse steden lukt dat al.’ Wat dan met de politici? Met de verkiezingen? ‘De eindverantwoordelijkheid en de centen liggen bij de verkozen politici die ook moeten waken over de belangen van de kwetsbare groepen in de samenleving. Geloof me, lokale besturen kunnen die proeftuinen van een eigentijds burgerschap zijn. Dat is van belang voor een nieuw type democratie die verder gaat dan de parlementaire democratie. Het lokale bestuur is hier de ideale schaal voor omdat het kleiner is, complexe problemen er toch opgelost


‘Burgers kunnen de coproducent van de lokale overheid worden. Maar niet als het bestuur de burger als klant, als passief consument ziet. Dat is contraproductief.’ kunnen worden, de successen zichtbaarder zijn. Bovendien komt dit ten goede aan de geloofwaardigheid van de politici.’ Maar hoe zit het met het vermogen van lokale bestuurders om te leveren wat ze beloven? ‘Ook al is het lokaal minder complex, toch is het lokale bestuur veel complexer geworden. De regeldrift van de Vlaamse regering verergert dat nog. Ik zie nog twee ontwikkelingen die voor problemen zorgen. Lokale besturen zetten steeds meer externe experts in omdat het voor velen te ingewikkeld is geworden. Dat leidt tot een nieuwe situatie binnen de gemeenteraad waar de leden minder bij het beleid betrokken zijn omdat de experts enkel praten met het college en de ambtenaren. Experts worden aangetrokken om al beslist beleid uit te voeren maar in feite sturen ze mee. Door die externe experts in te schakelen bouwen de eigen ambtenaren bovendien geen ervaring meer op. Zet dus alsjeblief in het contract dat de expert ook aan capacitybuilding moet doen! Tegelijkertijd sluipt bij de lokale besturen de marktlogica binnen, het New Public Management met HR, PR, klantgerichtheid, doelstellingen en criteria. Ook dat maakt me bang. Dit leidt tot een beknelling van de politieke overheid. Ik weet het: het staat zo goed om de bedrijfswereld als model te nemen. Maar mijn reactie is dan: “Ja, kijk maar naar die grootbanken, wat die aan onheil hebben aangericht!” Volgens mij zijn er zeker kansen op het lokale niveau, kansen op een modern burgerschap, kansen op vernieuwing maar een aantal trends sturen het goedweerbericht in de war.’ Kunnen de politici volgens u die uitdagingen aan? ‘Volgens Benjamin Barber, hier al eerder geïnterviewd, hebben lokale bestuurders de beste troeven. Zij weten het. Aan het Europees burgemeestersconvenant doen al 5000 steden mee. Ze beseffen dat het bij hen kan gebeuren. Het is volgens mij ook geen toeval dat zo veel toppolitici van de Wetstraat naar de Dorpsstraat of de Grote Markt verhuizen. Dat is geen fin-de-carrièrewending maar een bewuste keuze omdat zij voelen dat daar mogelijkheden op een productief beleid en op vernieuwing liggen. Het zal niet voor morgen of overmorgen zijn. Een echte door-

braak neemt veel tijd. De vraag is of we die tijd hebben. Het bioritme van de democratie staat haaks op dat van de belendende percelen. Haar klok tikt veel trager. Anderzijds nemen gemeenten hier het idee van die budgetgames vanuit het buitenland zeer snel over.’ Hoe moet het dan? ‘Vergeet niet dat er daarnaast parallelle wegen van vernieuwing zijn, naast de strikt politieke. Er gebeurt van alles in de marge. Op het transnationale vlak zien we dat grote ngo’s , zoals Amnesty International, Greenpeace of Human Rights Watch, rechtstreeks met multinationals akkoorden sluiten over duurzaamheid, mensenrechten, voedselveiligheid. Vaak zijn de regeringen daar te zwak om in te grijpen. Ik zie dat zij wel geleidelijk wat buiten hen is ontstaan geheel of gedeeltelijk overnemen. Ook bij ons zie je die tendens. Meer en meer gemeenten nemen FSC-certificaten (over duurzame houtproductie) over in hun aanbestedingen of kopen enkel nog fairtradeproducten. Er zijn nog andere ontwikkelingen. Zo zie je in Antwerpen bewonersgroepen rechtstreeks praten met projectontwikkelaars zonder via de politiek te passeren. Voor de projectontwikkelaar is het zinvol om vanaf de eerste dag met de bewoners zaken te doen, de tijd die ze dan verliezen, halen ze in wanneer de actiegroepen op het einde van de rit niet naar de Raad van State trekken. Dat stemt me hoopvol.’ Wie moet de verandering dan trekken? ‘Iedereen. Dit is geen opgave voor de politici alleen, het is ook een taak voor alle organisaties van het middenveld, maar ook voor wetenschappers, het onderwijs en de individuele burgers. De G1000 was een mooi initiatief, ik heb nog mee aan de meet gestaan, alleen was het te hoog gegrepen om dat meteen op het ruime, Belgische vlak te doen. Het had een veel groter effect gehad als het in een stad als Antwerpen was gebeurd. Het is zoals met ontwikkelingssamenwerking: als het om fundamentele kwesties gaat, moet je onderaan beginnen. En je moet cumulatief werken, elke gemeente hoeft het warme water niet uit te vinden.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal november 2014

13


bestuurskracht personeelsbeleid

Pensioenhervorming lokale besturen – jaar 2 In september kregen de gemeenten, OCMW’s en politiezones hun definitieve pensioenfactuur voor 2013. Daarmee werd het tweede jaar van het nieuwe systeem voor de financiering van de pensioenen van de lokale statutaire ambtenaren afgesloten. De VVSG bekeek de cijfers en trekt enkele conclusies. tekst jan leroy

L

okale besturen betalen voor de pensioenen van de statutairen een basisbijdrage en een responsabiliseringsbijdrage. De basisbijdrage betaalt iedereen als percentage op de lonen van de actieve vast benoemde ambtenaren. Die basisbijdrage bestaat uit een werknemersbijdrage van 7,5% en een werkgeversbijdrage. De hoogte van die laatste hangt af van de ‘RSZPPO-pool’ waartoe het bestuur vóór 2012 behoorde. De meeste lokale besturen hoorden toen bij Pool 1, en voor hen lag de basisbijdrage (inclusief werknemersbijdrage) in 2013 eerst op 36%. Door gebruik te maken van nog bestaande reserves zakte

ze naar 34%. De besturen van de vroegere Pool 2 (vooral grotere gemeenten en OCMW’s) betaalden in 2013 41% en genoten geen korting. Voor de politiezones gold vorig jaar een bijdrage van 34%, die door gebruik van reserves tot 31% werd verlaagd. Al die percentages zullen de komende jaren stelselmatig stijgen naar 41,5%, waarbij alleen de besturen van de vroegere Pool 1 nog een tijd gebruik zullen kunnen maken van de opgebouwde reserves, wat een korting van 1,5% tot 2% kan opleveren. Definitieve beslissingen zijn hierover echter nog niet genomen. Na korting betaalden alle Vlaamse lokale besturen samen voor het jaar 2013 een basisbijdrage van net geen 835 mil-

De wet van 24 oktober 2011 Deze wet, die van kracht werd in 2012, moest vooral de leefbaarheid van de finan‑ ciering van de pensioenen van de lokale statutaire ambtenaren veilig stellen. De wet voerde een gemengde financiering in, met enerzijds een basisbijdrage op de lonen van de actieve statutairen, en anderzijds een responsabiliseringsbijdrage voor die besturen waarvan de pensioenkosten hoger zijn dan de basisbijdragen. Nieuwe lokale besturen – een nieuw AGB of de hulpverleningszones die in 2015 van start gaan – zijn verplicht aan te sluiten bij de RSZPPO. Het systeem van aparte kamers of ‘pools’ binnen het omslagsysteem zal langzamerhand verdwijnen en de wet legt ook de besteding van een aantal reserves vast. Voor alle duidelijkheid: deze wet brengt geen extra geld aan voor de financiering van die pensioenlasten, ze worden alleen een beetje anders verdeeld.

14 november 2014 Lokaal

joen euro, of 48,9 miljoen euro meer dan in 2012. Het gaat om een stijging met 6,2%, terwijl de aan de statutairen betaalde loonmassa maar met 2,2% steeg. De stijging van de basisbijdrage was het sterkst voor de politiezones (+9,7%, bij een toename van de loonmassa met 2,6%) en de gemeenten (+6,5%; de loonmassa steeg met 3,0%). De tweede financieringsbron is de zogenaamde responsabiliseringsbijdrage. Besturen waarvan de pensioenlasten hoger liggen dan hun basisbijdrage, moeten ze betalen. De responsabiliseringsbijdrage bedraagt in principe de helft van het verschil tussen de pensioenlasten en de basisbijdrage, maar kan net als de basisbijdrage worden gemilderd door de inzet van reserves. De andere helft wordt bijgepast door de solidariteit van de andere besturen. Het lijkt een beetje contradictorisch, maar door dit systeem dragen besturen die alleen een basisbijdrage betalen bij aan de solidariteit. Ze betalen immers meer dan wat ze aan pensioenkosten veroorzaken. Anderzijds doen die besturen aan wie ook een responsabiliseringsbijdrage wordt aangerekend een beroep op de solidariteit, want zij betalen minder dan hun totale pensioenlasten. De solidariteitsbijdrage van alle Vlaamse lokale besturen samen bedroeg


Pensioenen Vlaamse lokale besturen 2013 (alleen RSZPPO) Totaal

Gemeenten

OCMW’s

Politiezones

OCMWverenigingen

AGB’s

Andere besturen

2.375.443.384

884.830.138

480.899.503

623.394.352

43.534.719

43.298.773

299.485.899

Pensioenlast Pensioenlast/Loonmassa (%)

961.098.369

394.574.063

190.191.924

173.054.305

29.193.417

27.573.664

146.510.998

40,46%

44,59%

39,55%

27,76%

67,06%

63,68%

48,92%

Basisbijdrage

875.503.477

332.508.829

180.241.290

211.954.080

17.699.340

17.168.773

115.931.165

Verminderde basisbijdrage

834.953.498

320.400.219

173.470.287

193.252.249

17.640.822

16.935.283

113.254.639

Responsabiliseringsbijdrage

108.446.444

48.424.834

22.918.245

6.633.861

6.107.137

5.955.682

18.406.684

83.261.794

37.209.130

17.557.064

5.076.231

4.673.181

4.557.288

14.188.900

Totale effectieve bijdrage

918.215.292

357.609.349

191.027.351

198.328.480

22.314.003

21.492.571

127.443.539

Overschot/tekort t.o.v. pensioenlast

-42.883.077

-36.964.714

835.427

25.274.175

-6.879.414

-6.081.093

-19.067.458

221

103

62

6

2

3

45

26,89%

34,11%

20,74%

5,13%

13,33%

15,00%

65,22%

Loonmassa

Verminderde responsabiliseringsbijdrage

Aantal besturen met responsabiliseringsbijdrage Aandeel besturen met responsabiliseringsbijdrage

Vergelijking 2012-2013 pensioenuitgaven Vlaamse lokale besturen (alleen RSZPPO)

Alle percentages voor de basisbijdrage zullen de komende jaren stelselmatig stijgen naar 41,5%. Alleen de besturen van de vroegere Pool 1 zullen nog een tijd gebruik kunnen maken van hun reserves.

In euro

%

Groei loonmassa

50.170.643

2,16%

Groei pensioenlast

59.586.386

6,61%

Groei basisbijdrage na korting

48.894.423

6,22%

Groei responsabiliseringsbijdrage na korting

11.482.655

16,00%

Groei totale pensioenbijdrage

60.377.078

7,04%

in 2013 na korting 83,3 miljoen euro, een toename met 11,5 miljoen of 16% in vergelijking met 2012. De inzet van reserves deed de responsabiliseringsbijdrage zakken van 50% naar 38,3%. Van de gemeenten waren er 103 die ze moesten betalen, of 12 minder dan in 2012. Het aantal betalers bij de OCMW’s bleef stabiel op 62 en bij de Vlaamse politiezones was er daling van 18 naar 6. De Vlaamse lokale besturen die zijn aangesloten bij de RSZPPO betaalden in 2013 na korting een totale pensioenbijdrage voor de statutairen van 918,2 miljoen euro. Dat is 60,4 miljoen euro of ruim 7% meer dan in 2012. Daar komen nog eens de pensioenbijdragen bij van de gemeenten en OCMW’s die niet (of slechts gedeeltelijk) bij de RSZPPO zijn aangesloten. Voorbeelden hiervan

zijn de steden Genk en Hasselt met hun respectieve OCMW’s. Van die besturen hebben we geen cijfers. In elk geval ziet het er niet naar uit dat de stijging van de pensioenbijdragen de komende jaren zal stilvallen, integendeel. Het federale regeerakkoord bevat wel wat maatregelen om de pensioenfactuur te milderen (zoals het niet meer meetellen van de studieperiode of de contractuele jaren), maar dit zal pas op langere termijn effect hebben. Van de door de VVSG gevraagde cofinanciering van de pensioenkosten door de federale schatkist, zoals gebeurt voor de andere pensioenstelsels, is helemaal geen sprake. Jan Leroy is directeur Bestuur van de VVSG

Lokaal november 2014

15


bestuurskracht ICT-beleid

ICT-samenwerking is meer dan techniek De nieuwe Vlaamse regering streeft naar de integratie van de OCMW’s in het gemeentebestuur. Voor ICT werken veel besturen nu al samen. Toch ligt dat niet altijd zo voor de hand. tekst liesbet groffils, pieter sellenslagh beeld daniel geeraerts en gf

H

et lijkt eenvoudig: gemeentebestuur en OCMW spreken af vanaf morgen samen ICT-materiaal aan te kopen, de servers te delen en als het even kan een dataverbinding tussen de verschillende locaties te leggen. Overmorgen kunnen ze dan ook hun personeelsdiensten en secretariaten beginnen te integreren. Perfect. Zoals zo vaak is de realiteit toch weer complexer, omdat ICT niet enkel draait om infrastructuur, hardware en software. Zeer veel mensen in de organisatie hebben ermee te maken, niet enkel de ICTmedewerkers. In ieder bestuur, in iedere dienst bestaan er andere behoeften, belangen, werkwijzen en verwachtingen betreffende ICT. Bestuurders zijn vaak eensgezind: ICT en e-government moeten efficiëntiewinst en kostenbesparing opleveren. Door samenwerking moet dat gewenste effect nog versterkt worden. Dat kan, maar de manier waarop verschilt per bestuur en hangt vooral af van een heleboel organisatiefactoren. Daarnaar gaat I-scan + samen met de lokale besturen op zoek. Op welke manier kunnen we de ICT-samenwerking tussen gemeentebestuur en OCMW (verder) vorm geven, rekening houdend met zowel voor- als nadelen die dat met zich mee kan brengen? Het antwoord op die vraag hangt sterk af van de bestaande organisatieculturen en -structuren. Het aanbod dat de Universiteit Gent ontwikkelde om het interne denkproces over ICT-samenwerking te ondersteunen kadert in het I-scanproject dat gedragen is door de Coördinatiecel Vlaams e-government (Corve), de VVSG, V-ICT-OR en UGent en gesteund wordt door de Vlaamse overheid. Op www.iscan.be staan de verschillende mogelijkheden uitgebreid beschreven.

16 november 2014 Lokaal

Het I-scan +-ondersteuningstraject bestaat uit drie fases. Essentieel is het engagement van beide besturen om op een open, kritische manier mee te denken over de vorm van de concrete ICT-samenwerking. Het traject vertrekt van de bestaande ambities en de lokale startsi-

schepen Marco Verberckmoes, bevoegd voor informatie-, communicatie- en informaticabeleid. Machelen was ondertussen toegetreden tot de virtuele centrumstad Luchthaven van VERA en had twee externe firma’s in de arm genomen om de ICT mee op te volgen en te begeleiden. Bij de start van de nieuwe legislatuur werd besloten de gemeente en het OCMW beter te doen samenwerken om efficiënter te worden. ‘Het digitaliseren van de dienstverlening was daarbij een van de uitgangspunten. Omdat

Marco Verberckmoes: ‘Zonder visie en structuur is het ICT-beleid reactief in plaats van proactief, het werkt dan enkel aan de symptomen.’ tuatie (fase 1: intake). Die bepalen of de focus ligt op draagvlakanalyse, organisatiecultuur, visieontwikkeling, het bepalen van gemeenschappelijke doelstellingen, de analyse van en prioriteiten stellen over objecten van samenwerking of de mogelijke vorm van samenwerking (fase 2: workshop). Ten slotte formuleert het I-scan-team conclusies en aanbevelingen op maat, eventueel in de vorm van een stappenplan, waarin ook verwezen wordt naar handige documenten en tools over juridische omkadering of informatieveiligheid (fase 3: rapportage). Cultuurverschillen in Machelen Ondertussen hebben al drie lokale besturen dit ondersteuningstraject gevolgd. Kortenberg had eerder al een I-scan 2.0 laten uitvoeren om zijn informatiebeheer te verbeteren, daar neemt de samenwerking toe. Ook Machelen had al ervaring met de I-scan, maar dan alleen in het gemeentehuis. ‘We hielden wel rekening met die aanbevelingen maar door personeelsverloop was de transitie wat stilgevallen,’ zegt

de vertaalslag van organisatiemanagement, organisatiebeheer en interne controle versus ICT niet volledig lukte, werd ICT nog te veel als “stand alone” ervaren. Van hieruit is het idee gekomen om opnieuw een I-scan uit te laten voeren, gezamenlijk voor gemeente en OCMW,’ zegt Marco Verberckmoes. ‘Dat was zeer leerrijk. We stelden enerzijds vast dat de problemen en behoeften vrij gelijklopend waren, maar anderzijds ook dat het ene bestuur het andere niet goed kent en dat er verschillen bestaan in cultuur en manier van werken. Die verschillen vloeien voort uit de verschillende taakstellingen van de besturen. Verschillen kunnen verrijkend zijn, maar om de samenwerking te doen slagen moeten de besturen toch naar elkaar groeien. Voor samenwerking op het vlak van ICT volstaat het dus niet zuiver technisch-budgettaire afspraken te maken!’ Ook de globale visie moet nog groeien. Marco Verberckmoes: ‘Zonder visie en structuur is het ICT-beleid reactief in plaats van proactief, het werkt dan enkel aan de symptomen. Het is evident dat


Essentieel is het engagement van gemeente en OCMW om op een open, kritische manier mee te denken over de vorm van de concrete ICT-samenwerking.

we hiervoor interne capaciteit en kwaliteit beschikbaar moeten stellen, maar die hebben we nu niet. ICT moet ook zo in de organisatie ingebed zijn dat iedereen erover kan meepraten, zelfs de ICT-“leken” hebben iets te vertellen omdat hun kennis op het organisatorisch-administratieve vlak zit, ICT moet onderdeel worden van de interne communicatie.’ Ondertussen werd de I-scan gepresenteerd in een gemengde groep met ambtenaren en politici en achteraf in het college van Machelen en op de stafvergadering, het maandelijks overleg met alle diensthoofden. Hier werden vrijwilligers gezocht voor een nieuwe gezamenlijke werkgroep ICT, zij werken eerst de visie en de structuur uit en dan een profiel voor een ICT-medewerker die voor gemeente én OCMW kan werken. ‘We willen de huidige werkgroep van schepen, secretaris en twee medewerkers die ICT nu volgen, uitbreiden. Het vormgeven en opvolgen van het ICT-beleid en het bijwerken van de infrastructuur zullen zeker de twee zwaartepunten vormen in dat profiel,’ zegt schepen Marco Verberckmoes. Tervuren: diep water Zowel bestuursleden, leden van het MAT als ander administratief personeel worden telkens bij het hele traject betrokken. Hedwig Daineffe was er in Tervuren ook bij. Hij is lid van het managementteam en bestuurssecretaris van de dienst ICT, GIS en communicatie. Voor Tervuren werd

de scan een trigger om het onderwerp bespreekbaar te maken: ‘De samenwerking stond wel in de beleidsverklaring, maar in het gemeentehuis of op het OCMW voelde niemand het als een prioriteit aan. Daarom was de workshop heel verhelderend. Alle deelnemers beseften opeens hoe onmisbaar ze bij projecten van dergelijke omvang zijn. Dat idee moeten we

Tervuren kreeg als belangrijkste aanbeveling voorlopig niets ingrijpends te ondernemen. ‘Onze organisaties zijn gewoon niet klaar om diepgaand samen te werken,’ zegt Hedwig Daineffe. ‘Maar om te voorkomen dat we iets doen dat de samenwerking op termijn kan hypothekeren, zoeken we voor ICT toch een formeel overleg zodat de investerings-

Hedwig Daineffe: ‘Om te voorkomen dat we iets doen dat de samenwerking op termijn kan hypothekeren, zoeken we voor ICT een formeel overleg zodat de investeringsprojecten in beide besturen parallel lopen.’ absoluut in het achterhoofd houden bij het managen van onze besturen.’ Ook in Tervuren toonde de I-scan de zeer verschillende bedrijfsculturen aan. Hedwig Daineffe: ‘Zo kan je de remmende factoren snel aanwijzen. En ook al willen de politici meer samenwerking en zetten ze dat in een beleidsverklaring, daarom hebben ze nog geen duidelijke visie over het uiteindelijke doel. En als niet iedereen het doel kent, maakt een dergelijke operatie weinig kans op slagen. Ook de kans dat iets spontaan op de werkvloer opborrelt, wordt dan bijzonder klein. Het was zeer confronterend om dat vast te stellen.’

projecten in beide besturen parallel lopen. Dat is dringend. De Vlaamse regeerverklaring stelt onomwonden dat de OCMW’s tegen het einde van de regeerperiode ‘geïntegreerd’ moeten worden in de gemeenten. De druk op ICT om dit ook operationeel mogelijk te maken zal enorm zijn. We moeten ons daarop voorbereiden.’ Liesbet Groffils en Pieter Sellenslagh zijn wetenschappelijk medewerkers I-scan aan de Universiteit Gent Meer informatie: www.iscan.be, iscan@ugent.be, T 09-243 29 67

Lokaal november 2014

17


Advertorial

“Als eerste Belgische stad werken in Lier alle diensten alleen op afspraak” JCC Software staat garant voor een zorgvuldige planning

“Het is, voor wat automatisering betreft, de béste leverancier die we in huis hebben”, zo vat Iris Mulkens, bij het begin meteen maar het hele gesprek samen. “We komen ze overal tegen hè, die Hollanders, op beurzen, bij buurgemeenten en in onze vakbladen. Ze bestormen en veroveren de Belgische markt. En terecht. De kwaliteit van de producten, de dienstverlening van JCC Software en de mensen van dit bedrijf hebben vanaf het begin veel indruk gemaakt. Kortom, wij zijn zeer tevreden.” In Lier, de aantrekkelijke en achthonderd jaar oude stad

met name de reden van de komst van de burger, de duur

in de provincie Antwerpen, zijn Iris Mulkens, departements-

van zijn wachttijd en de lengte van de behandeltijd. Daar-

hoofd, en Merijn van Hoof, celhoofd, verantwoordelijk

naast was de informatie om de inzet van loketmedewerkers

voor de dienstverlening aan de 34.500 inwoners van de

haarfijn af te stemmen op de variërende bezoekersaan-

stad. Vanuit die optiek verhalen zij graag én enthousiast

tallen van essentieel belang voor de aanschaf van een

over hoe JCC Software hen in staat stelt die service naar

nieuwe applicatie voor klantbegeleiding.

een hoog niveau te brengen. Een ander gemeentelijk hoogtepunt is de invoering, per 1 juni 2014, van het werken op afspraak.

Gastvrij en vitaal In de pittoreske stad, waar de grote en de kleine Nete samenvloeien, laten prachtige fiets- en wandelpaden die schilderachtigheid graag bewonderen. Even historisch als culinair genieten de Grote Markt en het Zimmerplein van de vele bezoekers, vanuit Lier zelf, maar zeker ook vanuit zijn brede omgeving. Als winkelstad heeft Lier een goede

JCC Software goed bekend

reputatie opgebouwd. Kortom, de stad, omwille van zijn

De ICT-verantwoordelijke van Lier kende JCC Software

ambitie en schoonheid uitnodigend ‘klein Brugge’ genoemd,

uit het commerciële circuit en nodigde het bedrijf

is gastvrij en levendig.

onmiddellijk uit om te laten zien hoe gebruiksvriendelijk zijn klantbegeleiding G-BOS is, hoe uitgebreid

Ruim een jaar geleden verhuisde het stadskantoor met

gerapporteerd kan worden en hoeveel en welke

alle gemeentelijke diensten en hun dienstverlening van

managementinformatie altijd en snel beschikbaar is.

de Grote Markt naar de nabijgelegen Dungelhoeffsite.

Merijn van Hoof en Iris Mulkens kregen deze gegevens

Voordien was de daar leegstaande monumentale kazerne

gepresenteerd en waren meteen enthousiast.

geheel gerenoveerd en gebruiksklaar gemaakt voor het

Iris: “Tickets leveren, dat is niet ingewikkeld, dat kan

huisvesten van het ambtelijk apparaat.

ieder systeem. Het gaat echter om de extra’s. En die

De politie heeft er, aanpalend, zijn intrek genomen en

meerwaarde vonden we in G-BOS. De klantbegeleiding

onlangs opende ook het Sociale Huis er zijn deuren.

van JCC Software is uitgebreid en logisch en voldoet geheel aan onze wensen.”

Managementinformatie benadrukt Met de verhuis werd ook de automatisering onder een

Werken op afspraak

loep gelegd. De oude klantbegeleiding voldeed niet meer.

Merijn: “De wachttijd voor de burger liep soms wel op tot

De managementinformatie liep ver achter bij wat de

vijftig minuten. En dat is veel te lang. Bovendien zorgde

leidinggevenden van de stad graag wilden weten. En dan

het voor een te forse werkdruk bij de loketmedewerkers.


Het aantrekken van meer medewerkers was geen optie. Er moest dus naast G-BOS nóg een oplossing komen. En die hebben we gevonden in het werken op afspraak. Als eerste Belgische stad werken in Lier alle diensten alleen op afspraak.” Iris: “We zijn naar het college gegaan met onder andere de volgende argumenten: een lagere werkdruk voor de medewerkers, kortere wachttijden voor de burgers en efficiënter werken voor de medewerkers zelf. En die argumenten zijn gewaardeerd met de beslissing van het college om werken op afspraak in Lier in te voeren. Vanaf 1 juni 2014 kunnen de burgers alleen bij ons terecht als zij, via de telefoon, website of fysiek

We hebben per product een standaardtijd en kunnen op

aan de onthaalbalie, een afspraak hebben gemaakt.”

die manier – uitgangspunt is binnen vijf werkdagen – een afspraak met de burger maken. Omdat we, via uitgebreide

Resultaten positief

rapportage, onder meer de normtijd kunnen meten met

De resultaten van de eerste vier maanden werken op

de gemiddelde behandeltijd, zijn wij gemakkelijk in staat

afspraak bevestigen de verwachtingen. De gemiddelde

die standaardtijd aan te passen. Samengevat, G-PLAN is

wachttijd voor de burger is sterk teruggelopen van vijftien

gebruiksvriendelijk, efficiënt, overzichtelijk en onuit-

naar twee minuten. De behandeltijd is gelijk gebleven of

puttelijk in rapportage.”

zelfs iets verkort. Dit laatste komt omdat de loketmedewerker, die weet waar de burger voor komt, zich daarop

Nauwkeurig inroosteren

kan voorbereiden. De burger is tevreden omdat hij zijn

Iris: “Met G-BOS en G-PLAN worden de burgers én de

tijd beter kan overzien, indelen en plannen. Ook de stad

medewerkers op hun wenken bediend. Pure winst, zou

heeft haar steentje bijgedragen. Het eerste half uur

ik denken. Maar… onze leidinggevenden hebben het

parkeren in de ruime parkeergarage onder de site van het

daarentegen erg druk gekregen door het nauwkeurig

stadskantoor is gratis.

inroosteren, in tijd, in voorbehoud, in vakbekwaamheid en in aanwezigheid van de medewerkers. Daarom hebben wij

Beter voor burger

JCC Software om raad gevraagd. G-ROOSTER, zo luidde het

Merijn: “Het argument tegen werken op afspraak, dat wij

eenvoudige antwoord, kan die taken soepel en snel over-

er voor de burgers zijn en niet andersom, pareren wij door

nemen. In combinatie met de andere applicaties worden zo

te zeggen dat de burger alleen maar voordelen heeft bij

ook de leidinggevenden ondersteund door JCC Software.”

een efficiënte en strakke planning van zijn afspraak. Bovendien krijgt hij, na een afspraak gemaakt te hebben,

JCC Software dóét het

die afspraak bevestigd inclusief alle noodzakelijke infor-

“Wij hebben in het begin van dit verhaal JCC Software

matie.” Iris: “Het klinkt misschien wat vreemd, maar we

onze beste leverancier van automatisering genoemd.

willen de burger een komst naar het stadskantoor zoveel

Dat komt zeker omdat als wij vinden dat er iets ontbreekt

mogelijk besparen. We zetten in op digitale dienstverlening

of aangepast moet worden, onze wensen daadwerkelijk

zodat de burger 24 uur per dag, vanachter zijn computer,

en binnen korte tijd vervuld worden. Weet je, alle

zijn zaken zaken met de stad kan regelen. Vandaar de

leveranciers zeggen dat ze alles kunnen. Er zijn er echter

forse groei van de producten in ons e-loket. Daarnaast

maar weinig die dat ook daadwerkelijk waarmaken.

moet de aanschaf van G-PLAN ons beleid ondersteunen.”

JCC Software heeft bewezen er voor ons en onze wensen te zijn. Snel en efficiënt. En dat is wat wij in Lier willen.

Agenda open voor G-PLAN

Daarom zijn wij ongelooflijk tevreden met JCC Software.”

G-PLAN van JCC Software is de module die de burger in staat stelt zijn afspraken te maken, te veranderen of te annuleren. Merijn: “We weten per dag hoeveel medewerkers beschikbaar zijn. Van hen openen we de agenda. Via de website kan de burger het moment van zijn afspraak invullen en de reden van zijn komst. Ook telefonisch is het maken van een afspraak mogelijk. Zutphenstraat 59 7575 EJ Oldenzaal (NL) t: +31 (0)541 62 70 62 f: +31 (0)541 62 70 68 e: info@jccsoftware.nl www.jccsoftware.be


bestuurskracht statuut van de mandataris

De gemeente is aansprakelijk, niet de burgemeester Gemeenten moeten zorgen voor veilig en vlot verkeer. Bij verkeersongevallen wordt de burgemeester verantwoordelijk gesteld en niet de gemeente als rechtspersoon. De pers springt op zo’n zaak, maar dat er meestal vrijspraak volgt, komt niet in het nieuws. tekst geert vandenwijngaert beeld uli schillebeeckx, daniel geeraerts

N

iet alleen de burgemeesters, ook de rechtspraak en zelfs de schadelijders vinden deze strafrechtelijke vervolging vervelend. Zo overweegt de politierechter van Dendermonde in een vonnis van 14 oktober 2011: ‘De overdreven culpabilisering en het viseren van (zeker) lokale mandatarissen in het kader van onachtzaamheidsmisdrijven neigt een kwalijke tendens te worden die bijdraagt tot een negatieve beeldvorming bij de bevolking ten aanzien van

Rechtbanken erkennen dat een burgemeester onmogelijk op de hoogte kan zijn van alle gebreken aan wegen.

20 november 2014 Lokaal

diegenen die hun verantwoordelijkheid wensen op te nemen bij het uitoefenen van (lokale) mandaten.’ Bovendien moeten schadelijders na een strafprocedure tegen een burgemeester een nieuwe burgerlijke procedure tegen de gemeente openen. Een tijdrovende en weinig efficiënte manier van rechtspreken. Te strenge aansprakelijkheid Gemeenten kunnen worden veroordeeld voor de aanwezigheid van geïsoleerde ijs-

plekken of olie op de weg. Ook de combinatie van een bocht, de aanwezigheid van kiezel en de staat van de (landelijke) weg kan als een gebrek worden beschouwd. De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door gebrekkige zaken gaat dus ver – en de gemeente is aansprakelijk als bewaarder van een gebrekkige zaak (artikel 1384, eerste lid BW) en verplicht tot een veilig wegbeheer (artikel 1382 BW & art.135 §2 Gemeentewet). De schadelijder hoeft alleen een abnormaal gevaar aan te tonen, de gemeente moet het bewijs leveren dat zij dit abnormale gevaar niet kende en niet behoorde te kennen of dat zij in de onmogelijkheid was tijdig maatregelen te nemen. Terecht vraagt Johan Muyldermans zich af of dit strookt met een realistisch haalbare veiligheidspolitiek


door de gemeenten. (Johan Muyldermans, noot bij Cassatie 17 april 2008, VAV 2008/6, 504)

met een omvangrijk en uiteenlopend takenpakket is belast, in het kader van de algemene veiligheidsverplichting om in te staan voor de veiligheid, redelijker-

De persoonlijke aanrekenbaarheid van een misdrijf is een basisprincipe van het strafrecht. Hoe verhoudt dit zich met het collegiale karakter van de besluitvorming binnen een college van burgemeester en schepenen? Burgemeester voor de strafrechter Een weggebruiker die een verkeersongeval heeft veroorzaakt en vindt dat dit minstens mee veroorzaakt werd door de slechte of onduidelijke toestand op de plaats van het ongeval, wil dat de strafrechter ook oordeelt over de eventuele fouten van de gemeente. Maar de gemeente zelf kan niet worden gedagvaard, ze geniet strafrechtelijke immuniteit op basis van artikel 5 van het Strafwetboek. Dan maar de burgemeester. Zijn ruime bevoegdheden betreffende openbare veiligheid (artikelen 133, 134 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet) maken van hem de meest aanspreekbare partij binnen de gemeente. De burgemeester heeft op basis van artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet de bevoegdheid maatregelen te nemen om de openbare veiligheid te verzekeren. Wanneer hij dat niet doet, begaat hij een fout en is hij aansprakelijk voor de schade die daardoor is ontstaan. Ook alle bestanddelen van het misdrijf van de onopzettelijke slagen en verwondingen zijn aanwezig, zodat de burgemeester strafrechtelijk kan worden vervolgd (zie ook Pol. Brugge 18 december 2006). Maar omdat een burgemeester persoonlijk niet elke situatie kan kennen, vinden de meeste rechters dat een afdoend element ontbreekt om tot de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de burgemeester te besluiten. De rechtbanken blijken begrip te hebben voor de ruime en complexe opdrachten van onze burgemeesters. In een vonnis van 12 september 2008 van de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk lezen we ‘dat van een normaal zorgvuldige en voorzichtige burgemeester, die als lokaal mandataris

wijze niet kan worden verwacht dat hij persoonlijk op de hoogte dient te zijn van een dergelijke gevaarlijke toestand, die kennelijk gedurende ettelijke tientallen jaren nog nooit iemand eerder was opgevallen’. Ook de politierechter in Gent overweegt in een vonnis van 20 februari 2008 dat een burgemeester onmogelijk persoonlijk op de hoogte kan zijn van alle gebreken aan de wegen en persoonlijk op de degelijkheid en de kwaliteit van alle wegen toezicht kan houden. Schepenen persoonlijk aansprakelijk Dat meestal de burgemeester voor de strafrechter verschijnt, betekent niet dat

van alle leden van het college van burgemeester en schepenen. Zij worden niet veroordeeld omdat ze lid zijn van het college dat verkeerd besliste maar omdat elk van hen persoonlijk een foute beslissing heeft genomen. Deze benadering hoeft niet tot gevolg te hebben dat altijd alle leden van het college een zelfde lot zouden delen. Wanneer naar aanleiding van een chloorincident in een gemeentelijk openluchtzwembad blijkt dat er genoeg technische indicaties waren dat het zwembad niet open had gemogen, zullen in eerste aanleg alle leden van het college van burgemeester en schepenen worden veroordeeld. In beroep wordt enkel de veroordeling van de burgemeester en de schepen van sport bevestigd. Zij hadden het initiatief moeten nemen om het college te doen beslissen het zwembad niet te openen. Bij een dergelijk initiatief hadden de andere schepenen ongetwijfeld deze beslissing effectief genomen om op die manier geen misdrijf te begaan. ‘Same player shoots again’ De beoordeling van de burgerlijke aansprakelijkheid van de gemeente is streng. De fout of nalatigheid van de gemeente

Een vrijspraak van de burgemeester betekent niet dat de gemeente vrijuit gaat. Om dit te laten beoordelen zal een nieuwe procedure voor de burgerlijke rechter moeten worden begonnen. de schepenen vrijuit gaan. De persoonlijke aanrekenbaarheid van het misdrijf is een basisprincipe van het strafrecht. Hoe verhoudt deze vereiste van individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid zich met het collegiale karakter van de besluitvorming binnen een college van burgemeester en schepenen? Dit was de kernvraag in een procedure over een verkeersremmer in de vorm van een chicane bestaande uit betonblokken op een schaars verlichte plaats. Door de slechte zichtbaarheid van grijze betonblokken op een donker wegdek op een schaars verlichte plaats zijn ongevallen mogelijk, wat leidt tot de strafrechtelijke veroordeling

‘kan’ aan de burgemeester (en/of schepenen) worden aangerekend. Dit is echter geen automatisme. De strafrechter zal de burgemeester en/of schepenen enkel kunnen veroordelen indien zij een persoonlijke fout of nalatigheid hebben begaan. Om hiertoe te kunnen besluiten ontbreekt vaak het bewijs dat de burgemeester het gevaar kende of moest kennen. De burgerlijke aansprakelijkheid van de gemeente en de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de lokale uitvoerende mandataris zijn dus twee duidelijk te onderscheiden begrippen. Een vrijspraak van de burgemeester betekent niet dat Lokaal november 2014

21


bestuurskracht statuut van de mandataris

Dat meestal de burgemeester voor de strafrechter verschijnt, betekent niet dat de schepenen vrijuit gaan.

de gemeente vrijuit gaat. Om dit te laten beoordelen zal een nieuwe procedure voor de burgerlijke rechter moeten worden begonnen. Een strafrechter die moet oordelen over een verkeersongeval met betrokkenheid van de gemeente, zal dus geen volledig oordeel kunnen vellen. De beoordeling van het optreden van de gemeente behoort niet tot zijn bevoegdheid. Rechtspersonen en aansprakelijkheid Sinds 1999 hebben ook rechtspersonen in ons rechtssysteem strafrechtelijke aansprakelijkheid. Een rechtspersoon kan een fout begaan, laakbaar gedrag vertonen en gestraft worden, zonder dat de rechter in de organisatie moet gaan zoeken naar een natuurlijke persoon aan wie de fout kan worden toegeschreven. De mogelijkheid om rechtspersonen strafrechtelijk aansprakelijk te stellen impliceert niet dat de natuurlijke personen, die het misdrijf in de praktijk hebben gebracht, in alle gevallen vrijuit gaan. Artikel 5 van het Strafwetboek is vrij complex: als een natuurlijke persoon wetens en willens en dus opzettelijk een misdrijf heeft gepleegd, kan hij worden veroordeeld samen met de rechtspersoon. In de andere gevallen, dus bij de onopzettelijke misdrijven, wordt enkel wie de zwaarste fout heeft begaan, veroordeeld. De invoering van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon leidt 22 november 2014 Lokaal

dus niet tot strafrechtelijke immuniteit van de natuurlijke personen die optreden voor de gemeente. Het is echter niet noodzakelijk dat een of meer natuurlijke personen worden geïdentificeerd om tot de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de rechtspersoon te kunnen besluiten. Dit is een oplossing voor de problemen met verkeersongevallen waarvoor (kunstmatig) naar een natuurlijke persoon gezocht wordt om die als pleger van het misdrijf aan te duiden – meestal de burgemeester. Wanneer hij wordt vrijgesproken, kan nadien via een burgerlijke procedure toch een fout of nalatigheid van de gemeente worden aangetoond.

len) van de gemeenten aan de strafwet te toetsen. Dit zou daarenboven ook vanuit proceseconomisch oogpunt een gevoelige verbetering tot gevolg hebben. Alle aansprakelijkheidsvragen kunnen in een en dezelfde (straf)procedure worden beoordeeld, zonder dat na het strafrechtelijke luik een nieuwe burgerlijke procedure moet worden gestart. Iedereen tevreden? Dat iedereen hiermee tevreden zou zijn is een utopie. De belangen van partijen kleuren hun visie. Toch moet een samenleving ernaar streven dat de procedures om tot de beoordeling te komen even-

De lokale mandatarissen worden nodeloos in strafprocedures betrokken. De oplossing, de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de gemeenten, is al vijftien jaar binnen handbereik. Dat gemeenten, naast andere besturen met democratisch verkozen organen (zie de opsomming in artikel 5 van het Strafwetboek), werden uitgesloten van deze regeling is terecht voorwerp van juridische kritiek geweest. We moeten erkennen dat net zoals andere rechtspersonen gemeenten complexe organisaties zijn waarvan de fouten of nalatigheden niet altijd kunnen worden aangerekend aan identificeerbare natuurlijke personen. Dit zou echter niet mogen betekenen dat, zoals vandaag het geval is, de strafrechter in de onmogelijkheid is om het volledige handelen (of niet hande-

wichtig en binnen redelijke termijnen verlopen. De strafrechtelijke immuniteit van de gemeente staat dit in de weg. De lokale mandatarissen, en vooral de burgemeesters, betalen hiervoor de prijs. Zij worden nodeloos in strafprocedures betrokken. Dit is belastend voor hen en een heilloze omweg voor de andere rechtzoekenden. Toch is de oplossing, de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de gemeenten, al vijftien jaar binnen handbereik. Geert Vandenwijngaert is Bijzonder Adviseur Directie Collectiviteiten bij Ethias


Veiligheid en welzijn

Preventie,

kinderspel?

ETHIAS: EEN TEAM VAN PREVENTIEDESKUNDIGEN TOT UW DIENST Risico’s op de werkvloer opsporen, performante veiligheidsinstrumenten inzetten, de nodige opleidingen voor uw personeel regelen, zorgen voor hun welzijn op het werk, op ieder moment beschikken over de relevante technische en wettelijke informatie ... Een efficiënt preventiebeleid opbouwen … dat is allesbehalve kinderspel. Onze preventieadviseurs zijn er om u bij te staan!

Meer hierover weten? www.ethias.be/preventioncorner

Doet wat moet


bestuurskracht GIS

Start-to-GIS Authentieke geografische gegevensbronnen zoals het Grootschalige Referentiebestand (GRB), het Centraal Referentie-adressenbestand (CRAB) en het Generieke Informatieplatform Inname Openbaar Domein (GIPOD) worden nu al bijgehouden door de lokale besturen. In de toekomst komen daar nog meer authentieke bronnen bij: het percelenregister, het wegenregister en het gebouwenregister. tekst ward van hal

Gent 27 november AGIV-Trefdag Al voor de achtste keer organiseert het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) hét GIS-event van het jaar, de AGIV-tref‑ dag. Op deze dag probeert het AGIV vooral de lokale besturen een inte‑ ressant aanbod over geografische informatie aan te bieden. Maar er is ook volop kans tot netwerking met collega’s of vragen stellen aan AGIVmedewerkers. www.agiv.be

H

et aantal uitwisselingsverplichtingen van geografische gegevens tussen overheden groeit, het geografisch informatiesysteem of GIS wordt almaar belangrijker. Het is ook goed dat almaar meer registers decentraal op lokaal niveau worden bijgehouden. Gemeenten beschikken immers over de meest gedetailleerde en actuele gegevens en zijn daarmee het best geplaatste bestuursniveau om deze verschillende bronnen bij te houden. Maar opdat dit een succes zou worden, moet het ook goed gebeuren. Zo brengt het decentraal bijhouden van het toenemende aantal authentieke bronnen fundamentele initiële kosten mee voor de gemeenten. Extra middelen, opleiding en begeleiding zijn dus noodzakelijk. Ook moeten de lokale besturen aan een bepaald niveau van GIS-maturiteit voldoen. In 2013 werd de GIS-maturiteit van de 308 lokale besturen gemeten in de GIS-monitor. Hieruit blijkt dat 32% van de lokale besturen GIS niet gebruikt en dat 23% het enkel inzet om gegevens te raadplegen. Deze cijfers moeten substantieel

24 november 2014 Lokaal

opgekrikt worden om een efficiëntere publieke dienstverlening mogelijk te maken. Want zonder goed informatiemanagement bij de gemeenten is moderne elektronische dienstverlening niet mogelijk. Daarom heeft het Departement DAR (Diensten voor het Algemeen Regerings-

ze de helft van de kostprijs bijdragen en een resultaatverbintenis betreffende de gewenste effecten aangaan. Het aanbod wordt samen verzorgd door de Vlaamse overheid, de Vlaamse provincies, de Vlaamse streekintercommunales en de VVSG, die elk over specifieke comple-

Het GIS-gebruik moet substantieel opgekrikt worden want zonder goed informatiemanagement bij de gemeenten is moderne elektronische dienstverlening niet mogelijk. beleid) het ‘start-to-GIS-project’ opgenomen in zijn beleidsvoorstellen aan de nieuwe Vlaamse regering. Het tracht de lokale besturen met een actieve en aangepaste begeleiding te ondersteunen bij het gebruik en de toepassing van GIS en dit uit te rollen over alle diensten. Gemeenten die volgens de GIS-monitor 2013 onvoldoende scoren op GIS-maturiteit kunnen gedurende twintig dagen intensieve begeleiding krijgen mits

mentaire kennis en competenties beschikken. De VVSG hoopt dat het start-to-GISproject wordt opgepikt door de Vlaamse regering, zodat alle lokale besturen op termijn geografische informatie digitaal en automatisch kunnen uitwisselen met andere overheidsinstanties, burgers en bedrijven en hun decretale informatieverplichtingen kunnen nakomen. Ward Van Hal is VVSG-stafmedewerker GIS


Smart Cities & Sustainable Development, samen bouwen aan de stad van morgen!

De Belgische steden en gemeenten staan voor tal van uitdagingen op het vlak van economie, mobiliteit en milieu. Ondanks een economische situatie die niet altijd eenvoudig is, gaan zij die uitdagingen aan met ambitie, wilskracht en creativiteit. Zo ontstaan tal van projecten die het label 'duurzaam en slim' verdienen. Dankzij zijn nauwe band met de openbare besturen is Belfius Bank overtuigd van het belang van dergelijke projecten en zocht het naar voordelige financieringsoplossingen voor slimme projecten.

De exclusieve kredietlijn van Belfius en de EIB: voor welke projecten? Voor economisch verantwoorde, slimme en duurzame projecten binnen de drie domeinen: • • •

Smart Smart CitiesCities

mobiliteit stadsontwikkeling energie-efficiëntie

De kredietlijn staat ter beschikking van openbare besturen en van derden voor projecten ten gunste van het lokaal bestuur.

Ontdek ons uniek financieringsprogramma voor een duurzame samenleving. Meer info bij uw relatiebeheerder of op www.belfius.be/smartcities

Schrijf uw gemeente in voor de

Belfius Smart City Award 2015. Dit kan nog tot en met 5 december 2014. Meer info leest u op knack.be/belfiussmartcity

Verantwoordelijke uitgever: Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel IBAN BE23 0529 0064 6991 - BIC GKCC BE BB - RPR Brussel BTW BE 0403 201 185 - FSMA nr. 19649 A


de raad van Lier

Vragen eerst, interpellaties laatst Door vertraging als gevolg van recent gestarte wegenwerken aan de ring rond Lier kom ik maar net op tijd. Sinds een jaar vergadert de gemeenteraad niet meer in het stadhuis maar in het stadskantoor Dungelhoeff. De raadzaal, onder het dak van de voormalige kazerne, is ruim, met veel plaats voor publiek, pers en personeelsleden van de stad. De kazerne, en nu het stadskantoor, werd genoemd naar kapitein-commandant Gustave Dungelhoeff. Hij sneuvelde op 12 september 1914. Ook in Lier is de Eerste Wereldoorlog niet veraf. tekst marian verbeek beeld stefan dewickere

Op de persbanken ligt de agenda van de vergadering met een handige, uitgebreide toelichting van de verschillende punten. De raadsleden zitten in een ovaal, iedereen kan elkaar goed zien. Ik heb echter een minder goed zicht op wie aan het woord is. Het eerste punt staat niet op de agenda. Na de opening door gemeenteraadsvoorzitter Christel Van den Plas (Open VLD) neemt burgemeester Frank Boogaerts (N-VA) het woord voor een ‘specialleke’. Twee voormalige schepenen, moeder en zoon, krijgen vandaag de titel ere-schepen. Elsa Ceulemans, al twintig jaar geen raadslid meer, was zes jaar schepen. Guido Van den Bogaert, die na zijn moeder in de gemeenteraad kwam, was achttien jaar schepen. Zij krijgen een oorkonde en de aanwezigen drinken een glas ter gelegenheid van de nieuwe ere-schepenen. Na een kwartiertje begint de eigenlijke vergadering. De gemoedelijke 26 november 2014 Lokaal

sfeer slaat om wanneer raadslid Olivier Peeters (Vlaams Belang) wil weten waarom zijn twee ingediende interpellaties niet in de juiste volgorde op de agenda staan. Ook raadslid Els Van Weert (Groen) vraagt waarom haar mondelinge vraag niet is opgenomen. Na wat gekissebis staan de interpellaties in de juiste volgorde en is afgesproken dat de burgemeester de vraag zal beantwoorden. In tegenstelling tot wat ik verwacht, komen eerst de mondelinge vragen aan bod. ‘Kent het stadsbestuur het principe om van een doodlopende een doorlopende straat te maken?’ vraagt raadslid Kristof Buelens (N-VA). Dit gebeurt door een sticker op het verkeersbord te plakken zodat voetgangers kunnen zien dat zij wel door kunnen. Schepen Ben Wollants (N-VA) bevestigt: ‘We zullen met de omliggende gemeenten nagaan of we deze stickers samen kunnen aankopen om

de prijs te drukken.’ De schepen van openbare ruimte en mobiliteit heeft het druk, want hij moet ook antwoorden op vragen over de ontsluiting van de stationsomgeving, de veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de wegenwerken op de ring rond Lier en een paaltje. Na de vragen komen de agendapunten aan bod. De raadsleden hebben bij het begin van de vergadering aangegeven over welke punten ze willen tussenkomen. Alweer een mobiliteitskwestie die de raadsleden beroert: de parkeerverordening. Bij de bespreking van het volgende punt, de kennisname van het klachtenboek, geeft klachtenambtenaar Jo Cooymans meer uitleg. Het klachtenformulier op de website wordt goed gebruikt. Maar hoe zit het met de digitalisering van allerlei andere aanvragen, wil raadslid Oztürk Taspinar (SP.A) weten. Is er wel een visie over digitalisering en wie volgt dit op? De

schepen van mobiliteit neemt nog eens het woord: ‘We zijn allemaal schepen van digitalisering.’ De meeste agendapunten worden echter zonder discussie unaniem goedgekeurd. De voorzitter handelt de stemmingen in een snel tempo af. En net als ik denk dat het wel gauw afgelopen zal zijn, start een nieuwe vragenronde: de interpellaties. Raadslid Jan Hermans (Lier&Ko) wil weten waarom de burgemeester de eerst gegeven toelating voor de Netesprong introk. En blijkbaar heeft de politie nadien, aan de hand van foto’s op Facebook, GAS-vaststellingen gedaan. Burgemeester Frank Boogaerts is voorbereid en geeft een heel uitge-


breid antwoord: ‘Wij hebben een professioneel brandweerkorps en dat heeft in de Nete springen afgeraden. Ik kon dit advies niet naast mij neerleggen.’ Hij citeert uit de wet op de geïntegreerde politie, de wet op het politieambt, somt op welke raadsleden – onder wie raadslid Jan Hermans – in 2008 het GAS-reglement hebben goedgekeurd en staat stil bij zijn verantwoordelijkheden. Ik hoop maar dat niet alle antwoorden zo lang zijn. Zou het een tactiek zijn om interpellaties te ontmoedigen? Wanneer raadslid Olivier Peeters van Vlaams Belang de eerste van zijn twee interpellaties houdt, over de middelen uit het verkeersveilig-

heidsfonds, komt raadslid Ludo Peeters van de CD&V tussen. Of de secretaris in de notulen voortaan de voornaam wil vermelden? Kwestie dat de mensen weten of Olivier (VB) of Ludo (CD&V) aan het woord is. Ondertussen is raadslid Oztürk Taspinar even naast mij op de persbanken komen zitten. Ik vraag hem waarom er een onderscheid is tussen mondelinge vragen en interpellaties. ‘De mondelinge vragen zijn eerder ingegeven door de actualiteit,’ zegt hij. Ze hebben dus een groter ‘showgehalte’, stel ik vast. ‘Dat is natuurlijk interessanter voor pers en publiek,’ lacht hij. ‘De interpellaties zijn inhoudelijker, ernstiger, en komen aan

het einde van het openbare deel van de gemeenteraad.’ Raadslid Katrien Vanhove (Groen) vraagt naar de verduurzaming van het wagenpark. ‘Kunnen de auto’s van de stad ook door particulieren worden gebruikt?’ Schepen Bert Wollants zegt het te zullen bekijken ‘al is het niet onze corebusiness’. De laatste interpellatie, van raadslid Olivier Peeters, gaat over de openbaarheid van de commissievergaderingen. De burgemeester legt omstandig uit hoe het publiek in de vergaderzaal kan geraken. Een vergissing zoals bij de commissie voor lokale economie zal niet meer voorkomen. De voorzitter sluit rond tien uur de vergadering.

Maar eerst moet de secretaris nog beloven de geluidsopnames van de gemeenteraadszitting opnieuw op te splitsen per onderwerp in plaats van ze integraal aan te bieden. Hoewel de raadsleden het vorige keer anders vroegen, omdat er al eens op punten wordt teruggekomen in de loop van de zitting weet men dat niet als men niet de gehele opname beluistert. Het is stil op het Paradeplein als ik bijna als laatste buiten kom.

Marian Verbeek is VVSGstafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie

Lokaal november 2014

27


special trefdag een

28 november 2014 Lokaal

terugblik


Op 16 oktober waren we met zo’n 4000 mensen in het ICC op de Trefdag van de VVSG. De sprekers, partners, standhouders en de hele VVSG-medewerkersgroep hebben alles organisatorisch in goede banen geleid. De deelnemers maakten de verplaatsing, weerstonden de drukte, stonden geduldig in de rij, stelden leerrijke vragen en waren de hele dag enthousiast aan het netwerken. Na de Trefdag kregen alle bezoekers per mail een enquête, een op de vier vulde ze meteen in: 76 procent van hen gaf de Trefdag een 8 of meer op 10. Sterke punten noemen ze een goed aanbod, een vlotte organisatie, de sprekers, de workshops. Het zwakke punt was vooral de drukte. Suggesties voor een volgende Trefdag kun je samenvatten onder de noemer: ‘Doe voort!’ En de catering scoorde hoog als sterk punt, als zwak punt en als suggestie voor de volgende keer. De Trefdag zou niet dezelfde kracht hebben zonder de ruime informatiemarkt en de inbreng van de partners. Meer dan 120 standhouders presenteerden een ruim aanbod aan diensten en producten en zorgden er zo voor dat de deelnemers op de hoogte blijven van wat er op de markt van lokale besturen aan nieuwigheden te vinden is. Dank gaat ook uit naar de partners die de Trefdag mee mogelijk maakten: Belfius, Ethias, Proximus, Eandis, Infrax, Design Vlaanderen, Matexi, Agentschap Binnenlands Bestuur, CIPAL en Gent.

Lokaal november 2014

29


special trefdag een

terugblik

De deelnemers maakten de verplaatsing, weerstonden de drukte, stonden geduldig in de rij, stelden leerrijke vragen en waren de hele dag enthousiast aan het netwerken.

30 november 2014 Lokaal


Op 16 oktober waren we met zo’n 4000 mensen in het ICC op de Trefdag van de VVSG. De sprekers, partners, standhouders en de hele VVSG-medewerkersgroep hebben alles organisatorisch in goede banen geleid.

Na de Trefdag kregen alle bezoekers per mail een enquĂŞte, een op de vier vulde ze meteen in: 76 procent van hen gaf de Trefdag een 8 of meer op 10. Sterke punten zijn een goed aanbod, een vlotte organisatie, de sprekers, de workshops. Het zwakke punt was de drukte. Dank gaat uit naar de standhouders en de partners die de Trefdag mee mogelijk maakten. beeld stefan dewickere

Lokaal november 2014

31



special trefdag integratiebeleid

Scheldeakker in Gent: een Mekkagerichte begraafplaats De vraag naar begrafenissen volgens de islamitische ritus steeg de voorbije jaren gestaag en dat zal in de toekomst niet veranderen. Gemeenten kunnen bij de inrichting van begraafplaatsen naar een oplossing zoeken die daar binnen de geldende regelgeving aan tegemoet komt. Goed overleg met de lokale moslimgemeenschap is daarbij belangrijk. In Gent bewijst een zeer recent en representatief voorbeeld hoe de inrichting van een begraafplaats volgens de islamitische voorschriften tot stand kwam door een zorgvuldige dialoog en consensus tussen de verschillende stadsdiensten en de moslimgemeenschappen. tekst pieter plas beeld bart lasuy

G

ent is zeker niet de eerste gemeente in Vlaanderen waar begraveÏn volgens de islamitische voorschriften mogelijk is; iets meer dan twintig Vlaamse gemeenten richtten ondertussen perken in waar moslims volgens de eigen ritus begraven kunnen worden, verscheidene andere gemeenten maken er nog plannen voor. De inrichting van het naar Mekka gerichte plein op de begraafplaats Scheldeakker in Zwijnaarde ligt wel vers genoeg in het geheugen voor een reconstructie van het lokale overleg dat eraan voorafging. We belichten het praktijkvoorbeeld vanuit het perspectief van de Integratiedienst van de stad Gent. ‘Gent telt veertien moskeeverenigingen,’ zegt Nedim Demirogullari, consulent van het team Intercultureel Samenleven. ‘Het grootste deel daarvan is natuurlijk Turks en Marokkaans. Sinds een aantal jaren is er ook een Bosnische moskeevereniging, en in 2013 is er een Iraakse bijgekomen.’ Coördinator Mohamed El Bakali treedt hem bij. ‘De integratiedienst heeft regelmatig contact met de verenigingen, omdat we zo de moslimpopulatie van Gent [het gaat om ruim 20.000 inwoners, red.] kunnen bereiken. Een van de belangrijke punten is bijvoorbeeld het jaarlijkse Offerfeest waarvoor de stad een tijdelijke slachtvloer inricht. De totstandkoming van de begraafplaats voor moslims was een

ander belangrijk dossier waarover we intensief overleg organiseerden tussen de moskeeverenigingen en het stadsbestuur.’ De behoefte aan een moslimbegraafplaats leefde al geruime tijd, toen de moskeeverenigingen in 2005 voor het eerst een verzoek aan het college van burgemeester en schepenen richtten om de mogelijkheid van een speciaal ingerichte begraafplaats te onderzoeken. Dat gebeurde via de Integratiedienst. ‘Wij boden ondersteuning bij het opmaken van een brief gericht aan het stadsbestuur. De vertegenwoordigers van de

de opdracht een geschikte plek te zoeken en in te richten. Die plek werd in 2008 na een nauwgezet onderzoek gevonden op de begraafplaats Scheldeakker in Zwijnaarde. ‘Scheldeakker had een aantal pleinen waarvan de ligrichting geschikt was. Het was maagdelijke grond, en de percelen konden worden afgezoomd door een pad en door hagen,’ legt Nedim Demirogullari uit. ‘De collega’s van de dienst Begraafplaatsen vonden het belangrijk dat het nieuw in te richten perceel zo veel mogelijk beantwoordde aan de islamitische voorschriften. Ze namen daarom zelf contact op met ons. We organiseerden een plaatsbezoek met de twee stadsdiensten en met een imam die met een kompas de oriëntatie van de grond kon controleren. De ligging van de grond bleek in orde te zijn, ondanks een lichte afwijking van twee à drie graden ten opzichte van Mekka in het zuidoosten.’ Compromis tussen traditie en regelgeving Eind 2008 volgde overleg en een informatiemoment met de moskeeverenigingen, de Belgische Moslimexecutieve

Mede omwille van de neutraliteit en inclusiviteit die de wet- en regelgeving aan begraafplaatsen oplegt, spreekt men in Gent van een ‘Mekkagericht plein op de begraafplaats’ en niet van een ‘moslim- of islamitische begraafplaats’. moskeeverenigingen bespraken de brief onderling en pasten hem aan voordat zij hun handtekening plaatsten,’ vertelt Nedim Demirogullari. In de toenmalige bestuurscoalitie was het animo voor de zaak beperkt. Pas in 2007 zette het stadsbestuur het licht op groen voor het dossier. De dienst Begraafplaatsen kreeg

en de moslimfederaties uit het Gentse, waarop overeenstemming werd bereikt over de ligging en de inrichting van het perceel als moslimbegraafplaats, met wel nog enkele kanttekeningen. ‘Islamitisch begraven kan volgens de Belgische regelgeving niet op een exclusief daartoe bestemd en afgescheiden perceel. Lokaal november 2014

33


special trefdag integratiebeleid

Alle geloofsovertuigingen en levensbeschouwingen moeten in principe overal op de begraafplaats terecht kunnen,’ aldus Mohamed El Bakali. ‘En eeuwigdurende concessies zijn niet mogelijk. De concessies kunnen wel verlengd worden. Nu, in de praktijk is de stad niet geneigd om na afloop van een concessie stoffelijke overschotten meteen te verwijderen, zolang er op de begraafplaats geen plaatstekort is.’ Mede omwille van de neutraliteit en inclusiviteit die de wet- en regelgeving aan begraafplaatsen oplegt, spreekt men in Gent van een ‘Mekkagericht plein op de begraafplaats’ en niet van een ‘moslimof islamitische begraafplaats’. ‘Het is dus zo dat ook niet-moslims op die pleinen begraven kunnen worden,’ zegt Nedim Demirogullari. ‘De gemeente kan dat niet weigeren. De kans dat er zulke aanvragen komen, is wel gering. Maar ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld niet-islamitische echtgenoten van moslims naast hun overleden moslim-echtgenoot begraven willen worden.’ Te vroeg voor trends? Momenteel bevinden zich op het plein, dat sinds 2008 in gebruik is, 28 volwassenengraven en een tachtigtal kindergraven. Vaak gaat het om borelingen. Voor de ouders is het belangrijk dat ze het graf hier kunnen bezoeken, in het land waar ze wonen. Bij volwassen moslims is de drang naar het moederland nog zeer sterk. ‘Het is nog wat vroeg om echte evoluties waar te nemen. Je moet weten dat negentig procent van de moslimbevolking zich nog altijd in het land van herkomst wil laten begraven,’ zegt Mohamed El Bakali. ‘Ze hebben daarvoor een speciale verzekering, ze dragen jaarlijks bij aan een repatriëringsfonds dat alles dekt voor het transport en de begrafenis. Pas bij jongere generaties vindt het idee van een begrafenis in België ingang, als de band met het land van emigratie en de familie ginder niet meer zo sterk is.’ ‘De Turkse gemeenschap kijkt iets positiever aan tegen hier begraven worden dan de Marokkaanse,’ aldus Nedim Demirogullari. ‘Daarnaast heb je wel bekeerlingen die zich hier laten begraven 34 november 2014 Lokaal

Islamitisch begraven: wat mag en wat kan? Sinds de religieuze ‘ontvoogdingsstrijd’ bepaalt de Belgische regelgeving dat open‑ bare begraafplaatsen worden ingericht door de lokale overheden. Ze moeten be‑ schikbaar zijn voor iedereen, zonder onderscheid of exclusiviteit wat betreft levens‑ overtuiging en bijbehorend afscheidsritueel. Het recht om gecremeerd te worden, met de aanwezigheid van columbaria en strooivelden, is daar bijvoorbeeld een his‑ torische uiting van. De islamitische ritus vraagt om graven in zuivere grond, waar overledenen kunnen worden begraven in een lijkwade, op de rechterzijde en met het aangezicht naar Mekka gericht, en met een eigen toegang tot het perk. Moslims willen ook langdurig begraven worden, en samen met andere moslims. De Vlaamse regelgeving (decreet van 2004) maakt zulke begrafenissen in grote lijnen mogelijk, en een gemeente mag besluiten de inrichting van graven en perken in die zin aan te passen, maar ze is daar niet toe verplicht. Graven met gelijke kenmerken kun‑ nen worden gegroepeerd en geordend in eenzelfde richting; perken kunnen worden afgezoomd, bijvoorbeeld met struiken, maar zonder ze te isoleren van de rest van de begraafplaats. Eeuwigdurend begraven is niet mogelijk, maar de gemeente kan grafconcessies wel hernieuwen. PP ‘Begraven volgens de islamitische ritus’, Lokaal november 2013 Brochure Islamitisch begraven in Vlaanderen. Inspiratie voor lokaal overleg via www.kruispuntmi.be Decreet 16.1.2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, met latere wijzigingen (BS, 10 februari 2004, 15 december 2005, 26 mei 2008, 29 december 2011, 10 januari 2012 en 15 maart 2013)

– ze bevinden zich tenslotte in hun thuisland. Op de begraafplaats vind je ook moslims uit de nieuwe migratiestromen, bijvoorbeeld uit Bulgarije. Moslims van

tische ritus door familieleden en medemoslims. ‘Ook de Gentse ziekenhuizen hebben we kort na de ingebruikname van de nieuwe begraafplaats op de hoogte ge-

Het delven van het graf gebeurt in de regel door de medewerkers van de stad, maar daarna nemen die afstand: de teraardebestelling en het dichtmaken van het graf gebeuren volgens de islamitische ritus door familieleden en medemoslims. buiten Gent kunnen ook op Scheldeakker terecht, maar zij betalen dan wel meteen de concessie, terwijl die voor Gentenaars in de eerste tien jaar gratis is.’ Samenwerking en communicatie Dankzij de nauwe samenwerking met de dienst Begraafplaatsen zijn er goede praktische afspraken gemaakt over de afhandeling van een moslimbegrafenis. Zo zal het delven van het graf in de regel gebeuren door de medewerkers van de stad, maar daarna nemen die afstand: de teraardebestelling en het dichtmaken van het graf gebeuren volgens de islami-

bracht van het bestaan ervan,’ zegt Mohamed El Bakali. ‘Zij kunnen rekening houden met het islamitische afscheidsritueel, bijvoorbeeld bij de inrichting van hun rouwruimtes. Onze adviserende rol is daarmee overigens afgerond. De dienst Begraafplaatsen neemt deze opdracht volledig op zich, en hij doet dat uitstekend. De dienst Burgerzaken verwijst moslims in verband met begrafenissen nu consequent door naar Zwijnaarde. Soms krijgen wij wel nog eens de vraag: Waar ligt Scheldeakker precies?’ Pieter Plas is redacteur van Lokaal


Als financieel verantwoordelijke wilt u dat iedereen in uw stad of gemeente het goed heeft …

Maak samen met uw ING Relationship Manager uw missie waar. Om het welzijn van de bewoners in uw stad of gemeente te

die uw geldstromen optimaliseren en uw liquiditeitsbeheer en

garanderen, is efficiëntie voor u een topprioriteit. Bij ING beseffen

betalingen nog vlotter laten verlopen, bijvoorbeeld. En vergeet het

we dat. Daarom kunt u rekenen op een ING Relationship Manager

elektronisch bankieren niet, speciaal afgestemd op uw situatie en

die uw behoeften begrijpt. Ook bieden we u een aantal financiële

organisatie. Zo maken we u het leven gemakkelijker. Maak gerust

oplossingen die u perfect ondersteunen in uw taak. Diensten

een afspraak met uw ING Relationship Manager.

ing.be/business Aanbod van bankdiensten onder voorbehoud van aanvaarding door ING België en wederzijds akkoord. De voorwaarden en modaliteiten (reglementen, tarieven en andere aanvullende informatie) zijn beschikbaar bij uw ING Relationship Manager of op www.ing.be/business.ING België nv – Bank/Kredietverlener – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.


special trefdag stadsvernieuwing

36 november 2014 Lokaal


Tondelier, duurzaam over de hele lijn In de Gentse wijk Rabot-Blaisantvest, aansluitend bij het nieuwe gerechtsgebouw en het Rabotpark, wordt de komende tien jaar het project Tondelier gerealiseerd. Er komen 530 woningen, veel openbare ruimte en publieke voorzieningen. De stad wil met Tondelier een nieuwe standaard zetten op het gebied van klimaatneutraliteit en duurzaamheid. tekst bart van moerkerke beeld stad gent

E

/ studio claerhout

en van de grote Gentse stadsvernieuwingsprojecten is Bruggen naar Rabot. De wijk Rabot-Blaisantvest, op wandel- en fietsafstand van het stadscentrum, wordt in verschillende fases vernieuwd. Aan de Opgeëistenlaan kwamen enkele jaren geleden het nieuwe gerechtsgebouw, het Rabotpark en sociale woningen. De wijk kreeg een nieuw jongerenontmoetingscentrum, een sociaal restaurant en tal van ontmoetings- en speelplaatsen. Er staan nog ontwikkelingen op stapel in het voormalige tractiestation. En de hoge woontorens aan het Griendeplein zullen plaats maken voor nieuwe en lagere woningen. Maar het grootste deelproject is wel de bouw van 530 wooneenheden op een voormalige industriële site in het hart van de wijk. Het wordt passiefbouw met een mix van allerlei woontypes met veel publiek domein en voorzieningen zoals een buurtsporthal en een buurtlokaal.

Een geschiedenis van stadsgas Het projectgebied van zeven hectare sluit aan bij het gerechtsgebouw en het Rabotpark. Het kreeg de naam Tondelier. Die verwijst naar de geschiedenis van de site. Aan het eind van de 19de eeuw werd hier de stadsgasfabriek gebouwd. De geraamtes van twee reusachtige gashouders, die zijn erkend als industrieel erfgoed, getuigen nog van deze geschiedenis. De

tel een deel van de terreinen in gebruik. Ook de stedelijke dienst Leefmilieu en de diensten van de stadsreiniging (de voorloper van Ivago) kregen er een stek. In de jaren negentig van vorige eeuw gingen zowel de maalderij als Alcatel dicht, de stad werd eigenaar van alle gronden. De gebouwen van Alcatel gingen jaren geleden al tegen de vlakte, hetzelfde zal binnenkort gebeuren met de bouwsels van de stad en de stadsreiniging. De vroegere maalderij De Nieuwe Molens wordt in fase 1 van het project Tondelier verbouwd tot wooneenheden. In de loop van de komende tien jaar worden op de nu al deels braakliggende gronden in vijf fases vier nieuwe bouwblokken opgetrokken. Centraal tussen die vier blokken komt een stervormig park van twee hectare, een soort collectieve binnentuin

Tondelier moet de hele wijk op een hoger niveau tillen door groen in te brengen, door sport- en ontspanningsmogelijkheden te creëren. tondelier was de man die elke dag de straatverlichting op gas ging aansteken en doven. In diezelfde periode opende ook een maalderij op de site. Na de sluiting van de stadsgasfabriek nam Alca-

die publiek toegankelijk is en die doorgangen heeft naar de bestaande, aanpalende wijk. Bovendien wordt het Rabotpark nog met één hectare uitgebreid.

De nieuwe wijk Tondelier op een voormalige industriële site zal aansluiten bij het nieuwe gerechtsgebouw en het Rabotpark (grote foto links).

Lokaal november 2014

37


special trefdag stadsvernieuwing

Levendig braakland Voorlopig is er op de site nog niet veel te merken van de nakende ontwikkelingen, maar er is wel drukke bedrijvigheid. ‘Dat komt omdat we overal in de stad een tijdelijke invulling geven aan verloederde gebieden die wachten op een grondige transformatie,’ zegt Bart Timmerman, een van de projectleiders bij de stad. ‘Op de Tondelier-site is er een fietsherstelplaats, een dansschool, een co-workingplek, een voetbalveldje, een skatepark. Er zijn ook volkstuinen voor de bewoners van de aanpalende, dense woonwijk die geen of maar een zeer kleine eigen tuin hebben. Samenlevingsopbouw Gent heeft samen met de buurt iets heel moois gecreëerd. Omdat het zo’n succes is, zullen we op het openbaar domein van Tondelier in de toekomst twee zones voor volkstuintjes inrichten. Ook de gashouders, die worden gerestaureerd, kunnen daar eventueel voor in aanmerking komen.’ Ook sociale en budgetwoningen De ontwikkeling van de site gebeurt in een PPS tussen de stad als eigenaar van de gronden en de nv Tondelier Development, een private ontwikkelaar (een samenwerking tussen Aclagro nv en Koramic Real Estate). Op het terrein komen zowel grondgebonden woningen als meergezinswoningen en appartementen. Er worden meer dan honderd sociale woongelegenheden opgetrokken, zowel huizen als appartementen, verspreid over de vier bouwblokken. Daarnaast

zijn er meer dan honderd budgetwoningen, bestemd voor mensen die niet aan de voorwaarden voor een sociale woning voldoen maar die ook niet voldoende kapitaalkrachtig zijn om aan marktconforme prijzen te kopen. De budgetwoningen zullen ongeveer twintig procent onder de marktprijs verkocht worden. Bart Timmerman: ‘De sociale en budgetwoningen worden op geen enkele manier geclusterd, ze staan tussen de andere woningen. Ze zien er identiek uit en ze voldoen ook aan exact dezelfde normen. Dat wil zeggen dat het ook passiefhuizen zijn. Voor de sociale woongelegenheden gaan we dus verder dan de lage-energienorm die de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen oplegt. Dat is een beleidskeuze van de stad, zij past het verschil in kostprijs tussen lage-energie- en passiefwoning bij. De stad zal de toekomstige bewoners ook begeleiden, want wonen in een passiefhuis of -appartement is niet zo vanzelfsprekend, het vraagt wel wat gedragsverandering. Ook de andere gebouwen op de site, zoals de buurtsporthal, worden volgens de passiefnormen opgetrokken.’ Duurzaam en klimaatneutraal De duurzaamheid van Tondelier gaat verder dan alleen maar de gebouwen. In de PPS-overeenkomst tussen de stad en de private ontwikkelaar is vastgelegd dat de site een score van 85 procent moet halen op de duurzaamheidsmeter van de stad. Dat meetinstrument gaat over de integrale duurzaamheid van projec-

ten en brengt tien factoren in rekening: het geïntegreerde projectproces; inplanting, programma, inrichting; mobiliteit; natuurlijk milieu; water; grondstoffen en producten; energie; gezondheid, leefbaarheid en toegankelijkheid; socio-economische aspecten; innovatie. De hele site zal bijvoorbeeld autovrij zijn. De bewoners met een auto kunnen die ondergronds kwijt, voor bezoekers is er een beperkt aantal parkeerplaatsen aan de rand van het projectgebied. Het socioeconomische aspect gaat onder meer over de 3500 m² nieuwe handels- en horecaruimte in de bouwblokken. De zaken die daar hun intrek nemen, mogen niet verstikkend zijn voor de handel in de nabijgelegen Wondelgemstraat, ze moeten het bestaande aanbod zo veel mogelijk aanvullen. ‘De interactie met de dichtbevolkte, aanpalende wijk waar veel mensen met een migratie-achtergrond wonen, is cruciaal voor Tondelier,’ zegt Bart Timmerman. ‘Tondelier moet de hele wijk op een hoger niveau tillen door groen in te brengen, door sport- en ontspanningsmogelijkheden te creëren. De nieuwe ontwikkeling mag absoluut geen enclave worden, ze moet zo veel mogelijk een geheel vormen met de omgeving. Ze zal zeer doorwaadbaar zijn, de straten in de wijk zullen als wandelen fietsassen doorlopen in het nieuwe park. De volkstuintjes en de buurtsporthal zullen aantrekkingspolen zijn. We willen met middelen van het stadsvernieuwingsfonds buurtbeheer opzetten, waarbij oude en nieuwe bewoners het

De toekomstige wijk ligt aan het Handelsdok. Op de verlaten site werd voorlopig onder meer een skatepark ingericht.

38 november 2014 Lokaal


advertentie

beheer van het openbaar domein van Tondelier voeren. We mikken er ook op dat bewoners van de oude wijk de stap naar de nieuwe gebouwen zetten. Het toewijzen van de budgetwoningen bijvoorbeeld zal gebeuren aan de hand van een puntensysteem en mensen die nu al in de wijk wonen, krijgen extra punten. Ook voor 65+’ers zijn er extra punten: zij wonen nu vaak in te grote huizen in de wijk die veel geschikter zouden zijn voor jonge gezinnen. Tegelijkertijd zal de stad investeren in de oude wijk. Ze zal eigen premies en middelen van het stadsvernieuwingsfonds inzetten voor de renovatie en het verbeteren van de duurzaamheidsscore van de woningen.’ Tien jaar, vijf fases Tondelier krijgt de komende tien jaar gestalte, in vijf fases. In elke fase worden woongelegenheden en aanpalende groenvoorzieningen tegelijkertijd gerealiseerd zodat de eerste bewoners niet gedurende tien jaar op een bouwwerf moeten kijken. De sociale wooneenheden worden na de bouw door de private partner verkocht aan een socialehuisvestingsmaatschappij die ze dan als huurwoningen op de markt brengt. Alle andere woongelegenheden, ook de budgetwoningen, worden door de ontwikkelaar te koop aangeboden. Bij een verkoop van een huis of appartement verkoopt de stad het bijbehorende stukje grond mee. De stad blijft dus mee aan de tafel tot de verkoop van de laatste woning.

GOV.BELUX@ CHG-MERIDIAN.COM

+32 (0) 2 705 46 00

ICT Betaal volgens inkomsten Budget optimalisatie Asset Management www.chg-meridian.be/public Efficient Technology Management

becomes

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

www.tondelier.be www.tondelierbudgetwoningen.be www.nieuwemolens.be

Als specialist in water, afval en energiebeheer biedt VEOLIA duurzame oplossingen. Met de integratie van Dalkia, werkt VEOLIA mee aan: Ontwikkeling van duurzame en energie-efficiënte oplossingen voor zowel de industriële klanten als gebouwenbeheerders. Het optimaliseren en beperken van het energieverbruik. Toepassen van innoverende energietechnieken. Resourcing the world

Lokaal november 2014

39


special trefdag duurzaamheidsbeleid

Kantoormeubilair krijgt het eeuwige leven Duurzame kantoorinrichting levert meer op dan alleen milieuwinst. Een flexibele werkomgeving zorgt ook voor geïnspireerde en betrokken werknemers en uiteindelijk ook voor een hogere productiviteit. Voor de inrichting van een aantal flexwerkplekken ging de stad Gent op zoek naar een leverancier van duurzaam kantoormeubilair. Kantoorinrichting waarbij mens, milieu én prijs centraal staan. tekst leen van der meeren beeld nnof

H

et nieuwe werken, een werkmethode waarbij werknemers hun taken tijds- en plaatsonafhankelijk kunnen uitvoeren, vindt steeds vaker ingang op de werkvloer. Medewerkers krijgen geen vaste werkplek meer toegewezen en hebben de mogelijkheid thuis of vanuit satellietkantoren te werken. De kantoorinrichting hierop afstemmen betekent in vele gevallen nieuw meubilair aankopen en het oude weggooien. Maar het kan ook anders: het bestaande meubilair kan hergebruikt worden als grondstof voor het nieuwe. Een vorm van circulair aankopen dus, waarbij producten of materialen aan het einde van hun levensduur weer optimaal ingezet worden in een nieuwe cyclus. Zo dacht men er ook in Gent over. Voor een pilotproject flexwerken ging de stad op zoek naar een geschikte leverancier van duurzaam kantoormeubilair en ze kwam terecht bij Nearly New Office Facilities. Nnof levert producten en diensten voor het ecologisch verwerken van bestaand kantoormeubilair. Hoofddoel is nodeloze CO2-uitstoot vermijden. Oude kantoormeubelen worden hergebruikt en omgevormd tot nieuwe hedendaagse werkplekken. REpair, REuse, REcycle Tijdens renovatiewerken van het Administratief Centrum Zuid werden kasten, ladenblokken en bureautafels die niet meer aan de huidige ergonomische eisen voldoen, gerecupereerd. Dit meubilair vormde Nnof om tot een proefopstelling

40 november 2014 Lokaal

van een flexwerkplek bestaande uit een schrijftafel, een lockerkast, een loungeplek met tafel en een zitbank. Het herwerken van het recupmateriaal gebeurt op drie manieren: REpair, REuse of REcycle. Bij REpair wordt het oude meubilair hergebruikt zonder grondige veranderingen aan te brengen. Wel worden kleine defecten hersteld en wordt het meubilair grondig schoongemaakt. Zijn er wel veranderingen nodig – metaal wordt opnieuw gelakt, stoelen worden gestoffeerd of er komt een nieuw werkblad op een schrijftafel –, dan heet het REuse. Bij REcycle wordt het oude meubilair gerecycleerd om er iets nieuws mee te maken. Bureautafels worden omgevormd tot loungeplekken of oude ladeblokken tot lockerkasten. LCA-tool berekent milieuwinst Om aan te tonen welke milieuwinsten het hergebruik oplevert, ontwikkelde Nnof een Life Cycle Analysis-instrument. Hierbij wordt de impact van de volledige levenscyclus van het meubel in rekening gebracht: van de ontginning tot en met de afbraak of het hergebruik van het materiaal. Het ‘nieuwe’ meubilair wordt geleverd met een certificaat dat de behaalde milieuwinst vermeldt. De proefopstelling van de flexwerkplek werd intussen positief geëvalueerd. De stad bekijkt momenteel hoe deze testcase uitgebreid kan worden. Leen Van der Meeren is VVSG-stafmedewerker duurzaam beleid


NIEUW!

VEERKRACHTIG Met kennis van zaken STUREN, PRODUCTIEF SAMENWERKEN door Theo Wijnen, VVSG i.s.m Leen Van Lindt, Chris Aertsen en Annick Vanhove

De titel van deze publicatie is gebaseerd op het nieuwe traject voor management- en leiderschapsontwikkeling ‘Veerkrachtig sturen, productief samenwerken’ dat de VVSG in samenwerking met ECG en VVOS heeft opgestart in de zomer van 2013. De pocket is gebaseerd op de ervaringen en de expertise, die de VVSG met de leden van managementteams en met leidinggevenden van het middenkader opbouwde tijdens de procesbegeleiding van trajecten voor leiderschapsontwikkeling in meerdere lokale besturen. De faseringen en de verschillende elementen van het traject worden beschreven en aangevuld met ‘praktijktheoretische inzichten’. Op die manier krijgen managers, leidinggevenden, maar ook interne stafmedewerkers, procesbegeleiders en kwaliteitscoördinatoren een goed overzicht van de ‘ins en outs’ van dergelijke procesbegeleiding.

BESTELKAART

Het boek is opgebouwd uit drie grote onderdelen. 1 Managementteam in ontwikkeling In een eerste deel ligt de focus op de succesfactoren en zwakke elementen van organisatieontwikkeling en wordt een toelichting gegeven van wat procesbegeleiding juist inhoudt. 2 Focus op leiderschapsontwikkeling In deel twee verschuift de focus naar leiderschapsontwikkeling. We blijven langer stilstaan bij de keuze voor de intervisiemethode als een gerichte interactieve- en leerinterventie. 3 Borgen van het traject In deel drie wordt gezocht naar de juiste strategie en interventies om het begeleidingstraject te verbreden of te generaliseren én te stabiliseren of te verduurzamen.

Deze pocket is ook opgenomen in het losbladige werk, Professionele vaardigheden leiderschapsontwikkeling.

Ja, ik bestel ….... ex. van Veerkrachtig sturen, productief samenwerken aan de prijs van 25 euro* (VVSG-leden) en 29 euro* (niet-leden).

Ja, ik bestel ….... ex. van Professionele vaardigheden – Leiderschapsontwikkeling** aan de prijs van 79 euro* (VVSG-leden) en 89 euro* (niet-leden).

Uitgeverij Politeia Ravensteingalerij 28 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

Naam:

Datum en handtekening

Functie: Organisatie/Bestuur: E-mail: Tel.: Adres: BTW: * Prijzen inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht. ** Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen 0,55 euro/blz en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement.

Lokaal november 2014

41


STEFAN DEWICKERE

mens en ruimte kort lokaal nieuws

Mensen die hun stookoliefactuur liever gespreid betalen, moeten dat kunnen.

Al 75.000 stookoliepremies in 2014 maar verbetering is nodig Meer dan 75.000 gezinnen kregen dit jaar al een tussenkomst van het OCMW in de stookoliefactuur (Bron: POD MI). Dat aantal zal de komende tijd nog sterk toenemen (2013: 130.000). Reden genoeg voor de OCMW’s om te hopen dat de federale overheid snel werk maakt van haar voornemen om de bestaande energiefondsen te evalueren en eventueel aan te passen. Zo eisen de OCMW’s een sociaal tarief voor stookolie, ze willen dat mensen die hun factuur gespreid willen betalen, dat kunnen en dat er een knipperlichtprocedure komt voor wie zijn tank niet kan vullen. Als dat nog niet volstaat, moeten de OCMW’s ruimte en budget krijgen om mensen hulp op maat te bieden, ongeacht of ze stookolie, aardgas of elektriciteit gebruiken. Het huidige beleid verplicht

de OCMW’s om mensen anders te behandelen naar gelang de energiebron die ze gebruiken. Nochtans zijn mensen in armoede vaak huurders die niet zelf kunnen kiezen hoe ze de woning verwarmen. Zo is de regelgeving op het stookoliefonds louter administratief, volgens vaste criteria en bindende voorwaarden. De fondsen gas en elektriciteit geven de OCMW’s meer ruimte voor begeleiding, financiële steun en preventie. Het samenvoegen van deze fondsen volgens de werking van de fondsen gas en elektriciteit zou de OCMW’s veel meer erkennen in hun rol van hulpverlener. nathalie debast

Tot 14 november Fietsgemeente/Fietsstad 2015 Stel uw gemeente voor 14 november kandidaat voor de titel Fietsgemeente/Fietsstad 2015 en maak kans op een subsidie van 50.000 euro voor fietsinfrastructuur! In juni 2015 zal de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare werken voor de tweede keer een aantal Vlaamse

42 november 2014 Lokaal

steden en gemeenten die uitblinken door hun goed fietsbeleid in de bloemetjes zetten. www.vsv.be, knop mobiliteit en verkeersveiligheid


print & web

GF

Bestemming onbereikbaar Met de campagne Ikgeraakerniet willen Welzijnsschakels vzw, Mobiel 21 vzw en het Netwerk tegen Armoede de aandacht vestigen op mobiliteitsproblemen waardoor mensen niet op hun bestemming geraken.

We verplaatsen ons de hele dag. Maar als dat niet vanzelfsprekend is, heeft dat een niet te onderschatten impact. Denk maar aan dagelijkse verplaatsingen als gaan werken, naar school gaan, naar de sportclub of de dokter. Ook sociale uitsluiting is nauw verbonden met een gebrek aan mobiliteit. Uit onderzoek van Mobiel 21 blijkt dat de werkplek de belangrijkste bestemming is waar mensen met vervoersproblemen moeilijk geraken. ‘Voor mensen

in armoede is dat dubbel zo lastig. Want werk vinden is vaak een belangrijke opstap naar betere vooruitzichten,’ klinkt het ook bij Frederic Vanhauwaert van het Netwerk tegen armoede. Op het platteland is vervoersarmoede het meest tastbaar, maar ook in een stad kunnen mensen moeilijkheden ondervinden, zelfs als ze niet kansarm zijn. Veel mensen hebben al eens gedacht: Oei, ik geraak er niet. Op de website van de campagne

kan iedereen zijn verhaal kwijt via een antwoordformulier. Het is een plek om vervoersknelpunten te verzamelen, maar ook een opstap naar vooruitgang. Via de ideeënbus kunnen mensen eigen oplossingen insturen. De verhalen zullen worden gebundeld en moeten dienen om samen met de besturen en organisaties iets te veranderen aan de huidige situatie. marlies van bouwel

www.ikgeraakerniet.be

Het is de buurt die een kind opvoedt

Diversiteitsbarometer huisvesting doet aanbevelingen ‘Geef OCMW’s meer (budget‑ taire) ruimte om de positie van hun cliënten op de woningmarkt te verbeteren.’ Dat is één van de beleidsaanbevelingen die opgenomen zijn in de Diversiteitsbarometer Huisvesting van het Interfederaal Gelijkekan‑ sencentrum. De toegang tot degelijke huisvesting is dikswijls een hindernissenparcours: een ontoereikend publiek aanbod, de hoge prijzen op de privémarkt, vaak zijn goedkope woningen ongezond. De Diversiteitsbarometer Huisvesting onderzoekt in welke mate en onder welke vormen discriminatie voorkomt. Het volledige onderzoeksrapport is te downloaden via www.diversiteit.be/diversiteitsbarometer-huisvesting

Het thema van de Week van de Opvoeding in 2015 is Opvoeden in je buurt. Een kind opvoeden doen de ouders niet alleen, de hele buurt helpt daarbij. Een structurele aanpak van de verarming van eenoudergezinnen in België

STEFAN DEWICKERE

Een structurele aanpak van de verarming van eenoudergezinnen

Soms doet het jonge ouders deugd om met buren, familie, vrienden of andere ouders over opvoeden te praten. Daarnaast komen ouders en kinderen dagelijks samen in de kinderopvang, de school, de sportclub of de bibliotheek. Op al deze plekken zorgen ouders, burgers, professionals, vrijwilligers, samen voor een buurt waar het goed is om op te groeien. En natuurlijk doen kinderen en jongeren ook zelf hun inbreng: ze hebben

dromen, behoeften en talenten, ze leren van elkaar en gaan in interactie met veel verschillende volwassenen. In 2015 gaat de Week van de Opvoeding door van 16 tot 23 mei. Geprikkeld om aan de slag te gaan? Houd dan zeker de website in de gaten: www. weekvandeopvoeding.be marlies van bouwel

www.weekvandeopvoeding.be

Eenoudergezinnen vormen een bijzonder kwetsbare groep in onze samenleving. Alleen‑ staande ouders, in de meeste gevallen moeders, moeten in hun eentje instaan voor de op‑ voeding van de kinderen en voor de gezinsinkomsten. De ouders en de kinderen van eenouderge‑ zinnen lopen een hoger risico op kansarmoede, en hun situatie is de laatste jaren verslechterd. Dit onderzoeksrapport doet ook aanbevelingen om de situatie van eenoudergezinnen te verbe‑ teren. Steunmaatregelen voor eenoudergezinnen zijn tegelijk positief voor alle hulpbehoe‑ vende gezinnen. Een structurele aanpak van de verarming van eenoudergezinnen in België, onderzoeksrapport te downloaden via www.kbs-frb.be

Lokaal november 2014

43


mens en ruimte kort lokaal nieuws

Andere regels voor nieuwe buurtwegen Het Departement Ruimte Vlaanderen maakte een toelichtende nota bij de wijzigingen aan de regelgeving met betrekking tot de buurtwegen. Vanaf nu moet eerst de gemeenteraad en dan het college beraadslagen. Pas dan kan het ontwerp in een openbaar onderzoek gaan. Na aankondiging, openbaar onderzoek en definitieve be-

Tot 10 januari Pimp je speelplaats

raadslaging kan het rooilijnplan definitief vastgesteld worden. erwin debruyne

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 tot vaststel‑ ling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen, Vlaams ministervan Werk, Econo‑ mie, Innovatie en Sport, Muyters Philippe

Met Pimp je speelplaats willen ARGUS, Cera, KBC en Klasse de aanleg van groene en bij voorkeur gedeelde speelplaatsen bevorderen. Avontuurlijke en natuurrijke speelplaatsen hebben tal van positieve effecten op kinderen, op de buurt, voor natuur en milieu. Voor een vergroeningsproject maakt de school kans op steun tot 3500 euro. www.pimpjespeelplaats.be

Horecabeleid is meer dan het verlenen van drankvergunningen.

DANIEL GEERAERTS

Een horecabeleidsplan? Of kan het zonder plan?

Welk belang hecht uw gemeentebestuur aan de lokale horeca? Sluiten de laatste horecazaken hun deuren in uw gemeente of maakt het vertrouwde dorpscafé plaats voor nieuwe zaken? Welke mogelijkheden en instrumenten heeft een gemeente om de horecaondernemers te ondersteunen en te promoten? Vereist de horecasector specifieke gemeentelijke dienstverlening? Beperkt horecabeleid zich tot het verlenen van drankvergunningen? En wat dan met de terrassen, de relatie tussen horeca en evenementen, correcte handhaving, stimuli voor aantrekkelijke en leefbare horeca? Genoeg aanleidingen voor 308 gemeentelijke horecabeleidsplannen of kan het misschien ook zonder? We hebben alvast

De regionale overlegtafels (ROT’s) economie, georganiseerd met de steun van het Agentschap Ondernemen, staan dit najaar stil bij het gemeentelijk horecabeleid. voldoende stof voor deze overlegtafel! We geven een overzicht van wat horecabeleid kan inhouden en van de reeds ontwikkelde instrumenten ter ondersteuning van de gemeenten (waaronder de horecabrochure die op maat van de gemeente aangepast kan worden). Horeca Vlaanderen zal haar aanbod qua dienstverlening voor gemeenten toelichten. stefan thomas

www.vvsg.be, knop economie Olen 6 november, Leuven 14 november, Bilzen 17 november, Roese‑ lare 21 november, Aalst 28 november en Kapellen 12 december.

Tot 27 januari Projecten voor gezonde voeding en beweging bij jongeren Het Fonds voor Voeding en Welzijn van de Federatie Voedingsindustrie verleent steun aan projecten in België die gezonde voedingsgewoonten en lichaamsbeweging bevorderen bij kinderen en jongeren. Deze tiende projectoproep richt zich tot duurzame projecten die

44 november 2014 Lokaal

kinderen en jongeren betrekken bij de promotie voor een gezond voedingspatroon en voldoende lichaamsbeweging in de school, de gemeente, de jeugdvereniging, de sportclub of het OCMW. www.kbs-frb.be


print & web

Acties voor schoner water in openbaar onderzoek

DANIEL GEERAERTS

www.energiesparen.be vernieuwd

De waterbeheerplannen zijn nog in onderzoek tot 8 januari. Ze geven een schat aan informatie over de oppervlaktewateren en het grondwater in Vlaanderen: niet alleen een stand van zaken maar ook de maatregelen en acties die nodig zijn om onze watersystemen tegen 2021 of 2027 in een goede toestand te krijgen.

Op www.volvanwater.be kan iedereen de plannen en de acties nakijken. Ook de gemeenten zijn betrokken bij of verantwoordelijk voor verschillende acties, zoals de aanleg van riolering en IBA’s. Maar gemeenten moeten ook initiatieven nemen voor hun waterlopen, zoals de herwaardering van waterlopen, de aanleg van buffering tegen overstromingen, de maatregelen tegen erosie en de aanpak van vismigratieknelpunten. Acties voor de eerste planperiode (2016-2021) moeten uitgevoerd worden tegen 2021. Europa kan hierop toezien. Acties voor de tweede planperiode (2022-2027) moeten in principe uitgevoerd worden tegen 2027. In aanloop naar de volgende generatie waterbeheerplannen (tegen 2022) zal deze actielijst voor de tweede planperiode nog verder geëvalueerd worden. Gemeenten kregen al informatie over hun acties via de bekkenbesturen. Het openbaar onderzoek geeft opnieuw de kans om te reageren. Heeft de gemeente de vermelde acties uit de eerste planperiode waarvoor zij initiatiefnemer is daadwerkelijk opgenomen in haar meerjarenplanning? Gaat de gemeente akkoord met de omschrijving van de verschillende acties waarbij zij betrokken partij is of die plaatsvinden op haar grondgebied? Een geografisch overzicht van de verschillende acties op het grondgebied van de gemeente staat op www.volvanwater.be onder de knop geoloket stroomgebiedbeheerplannen. Gemeenten krijgen

ook een afzonderlijke mailing met een overzicht van alle acties waarvoor de gemeente initiatiefnemer is. Voor alle mogelijke acties die een impact hebben op het grondgebied van uw gemeente kan u via het tabblad ‘raadpleeg documenten’ zoeken op gemeente en op type document (‘waterlichaamspecifieke acties’, ‘bekkenbrede acties’ en ‘generieke acties’). Bij ‘zoneringsplannen en gebiedsdekkende uitvoeringsplannen’ vindt u zeer specifiek de informatie met betrekking tot zoneringsplannen, gebiedsdekkende uitvoeringsplannen en projectenlijsten van riolering en IBA’s.

Aan de rioleringsbuis of de IBA? De waterbeheerplannen op www.volvanwater.be tonen ook hoe elke gemeente waar het afvalwater moet inzamelen om het te zuiveren, via een collectief systeem of individueel door een kleine zuiveringsinstallatie (een IBA) huis per huis. De gebiedsdekkende uitvoeringsplannen op www.volvanwater.be tonen dan weer aan welke rioolprojecten en/of IBA’s de beste ecologische resultaten opleveren en dus prioritair moeten worden uitgevoerd door de gemeente/rioolbeheerder. Beide plannen werden reeds voorgelegd aan de gemeenten of hun rioolbeheerders. Na verwerking van de opmerkingen liggen deze nu in openbaar onderzoek via de stroomgebiedbeheerplannen. christophe claeys

www.volvanwater.be

De website www.energiespa‑ ren.be van het Vlaamse Energieagentschap (VEA) is grondig vernieuwd. De site werd vereenvoudigd en is nu opgebouwd aan de hand van de grote kernthema’s: bouwen en verbouwen; groene energie en WKK (warmte-krachtkoppeling); energieprestatiecertificaten; en energiebeleid. Met ‘Bere‑ ken uw besparing’ komt u te weten hoe snel u uw investering kunt terugverdienen. Met de zoekmachine ‘Zoek uw subsidie’ krijgt u een overzicht van premies waarvoor u mogelijk in aanmerking komt. Nieuw is dat er nu ook praktische filmpjes en verhalen van gezinnen zijn toegevoegd. En u kunt de site nu ook op uw smartphone en tablet bekijken. www.energiesparen.be

Nieuw onderwijssite voor ouders, leerlingen en studenten Vragen over schoolkosten, stu‑ diekeuze, inschrijvingsrecht, een diploma op latere leeftijd? Alle antwoorden zijn te vinden op de nieuwe onderwijssite onderwijs. vlaanderen.be. De site biedt hel‑ dere informatie, in één schrijf‑ stijl, met een moderne look en feel. Op termijn krijgt ook de informatie voor onderwijsperso‑ neel, directies en administraties er een plaats. In afwachting is die informatie nog te vinden op www.ond.vlaanderen.be. www.onderwijs.vlaanderen.be

Lokaal november 2014

45


mens en ruimte circusbeleid

Als de karavaan halt houdt De aankomst van een circus doet een gemeenschap opleven. Circus kan zuurstof geven aan een buurt of gemeente. Daarvan wil het Circuscentrum gemeenten overtuigen, maar het vraagt ook een goede en zichtbare plek. Ook kunnen enkele afspraken de komst van een circus veel verbeteren. tekst maarten verhelst beeld paul van welden, wouter rawoens

‘Niets is zo mooi als een karavaan zien aankomen, het rumoer dat de ronde doet, iedereen schuift zijn gordijnen open, doet de rolluiken omhoog en piept aan de deur, plots babbel je weer met je buur over wat komen gaat, de lokale bakker of brouwer gaat mee in het verhaal,’ zegt Koen Allary, directeur van het Vlaams Centrum voor Circuskunsten, die circus een van de meest laagdrempelige cultuurvormen noemt die cultureel erfgoed met levende kunst verbindt. Het Vlaams Centrum voor Circuskunsten, kortweg Circuscentrum, is het kenniscentrum voor de circuskunsten in Vlaanderen,

Circus Barones Zemst

46 november 2014 Lokaal

de belangenbehartiger, het steunpunt en het documentatiecentrum, maar ook een werkplaats en een vormingsinstelling. Het is er bovendien voor alle circusvormen – van traditioneel tot hedendaags – en alle soorten beoefenaars – jong, oud, amateur, professioneel. Dit maakt het Circuscentrum uniek in Europa.

Expertisecentrum Gemeenten kunnen bij het Circuscentrum terecht voor advies. ‘We krijgen geregeld telefoontjes van gemeentewerkers over een bepaald circus, bijvoorbeeld of het erkend is of niet. Voor alle duidelijkheid: er bestaat geen officiële erkenning van circussen. Die heeft een tijdje bestaan, maar is enkele jaren geleden afgeschaft. Dit gezegd zijnde, het Circuscentrum blijft graag op de hoogte van de ervaringen van gemeenten met circussen, positief of negatief. En natuurlijk kunnen we lokale besturen helpen met onze expertise,’ zegt Mui-Ling Verbist, verantwoordelijk voor documentatie en erfgoed binnen het Circuscentrum. Ze

Circus is een van de meest laagdrempelige cultuurvormen die cultureel erfgoed met levende kunst verbindt.


Brussel 2 december • Studiedag met circusacts Om de relatie tussen alle partijen te verbeteren houdt het Vlaams Centrum voor Circuskunsten een studiedag. De namiddag is specifiek gericht naar medewerkers van politiezones, veiligheidsdiensten, milieudiensten, technische diensten, cultuur- en jeugd-evenementen… Kortom, iedereen binnen een stad of gemeente die met een circus in aanraking kan komen. www.vvsg.be, www.circuscentrum.be Dolly van Pipo

verwijst hier ook naar de zogenaamde piratencircussen. Die reizen in Europa rond en zijn alleen uit op snel geldgewin zonder zich iets van hun reputatie of het imago van het circus in het algemeen aan te trekken. Mui-Ling Verbist: ‘Geregeld reizen dergelijke circussen ook rond in België. Ze gebruiken dikwijls namen van bekende circusfamilies, zoals de Zavatta’s uit Frankrijk, die ze “gekocht” hebben. Dat maakt het zeer moeilijk de nationaliteit en zelfs de identiteit van de uitbaters te achterhalen, te meer omdat verschillende circussen onder variaties op die namen rondtrekken. Deze circussen hebben meestal niet de bedoeling om een goede indruk na te laten of het publiek te plezieren; ze komen zelden terug op eenzelfde plek. Een aanvraag via de officiële weg zullen zij proberen te vermijden door privépersonen aan te spreken en geld aan te bieden om op hun grond te mogen staan. Daardoor ontsnappen ze gemakkelijk aan de reglementeringen en houden ze geen rekening met circussen die wel via de officiële weg een plaats hebben aangevraagd. Zo komt het vaak genoeg voor dat ze bijna gelijktijdig in eenzelfde dorp of stad te vinden zijn als andere circussen. Dat is niet alleen nadelig voor het circus dat wel correct handelt, maar ook voor het culturele programma van een gemeente, want je hebt ineens een overaanbod, terwijl uiteraard alleen een juiste mix een verrijking is voor het cultuuraanbod.’ Stappenplan Zowel het circus als een gemeente moet soms halsbrekende toeren uithalen bij de aankomst van een reizend circus. Dat hoeft echter niet als er een goed stappenplan is waardoor beide partijen zekerheid en duidelijkheid hebben. Aan bepaalde knelpunten kan ook gemakkelijk iets gedaan worden. ‘De circussen heb-

ben vooral problemen met de behandelingstijd van de aanvragen,’ zegt MuiLing Verbist. ‘Die is soms erg lang. Het gevolg is dat zij dan voor dezelfde periode bij verschillende gemeenten een aanvraag indienen om echt zeker te zijn van een standplaats. Circussen toeren immers op eigen risico. Iedere standplaats die ze mislopen, betekent een aanzienlijk verlies aan inkomsten. Als ze binnen een redelijke termijn uitsluitsel over standplaatsen en het fiat van de gemeente krijgen, kunnen ze hun tournees makkelijker vastleggen. Maar nu komt het

voorbeelden in de praktijk, zoals de mogelijkheid gesorteerd afval gratis af te leveren in het containerpark. Alleen het restafval wordt dan aangerekend. Maar zulk beleid is niet overal van kracht. Soms kunnen circussen nergens terecht met hun afval en worden ze gedwongen het mee te nemen. Dergelijke richtlijnen maken het voor de volgende gemeenten die het circus aandoet, extra moeilijk. Zij krijgen dan plots enorme hoeveelheden afval te verwerken. Je moet opletten dat je met dergelijke richtlijnen het sluikstorten niet in de hand werkt.’

Als circussen op redelijke termijn uitsluitsel over standplaatsen krijgen, kunnen ze makkelijker hun tournees vastleggen. Nu dienen ze voor dezelfde periode soms bij verschillende gemeenten een aanvraag in om echt zeker te zijn van een standplaats. regelmatig voor dat verleende standplaatsen uiteindelijk toch niet ingenomen worden, omdat circussen in andere gemeenten ook hun aanvraag ingewilligd zagen en de voorkeur gaven aan een gemeente die geografisch beter in de tournee past. Gemeenten zijn dan ontstemd dat het circus toch niet komt en andere circussen zien tot hun ongenoegen een goede standplaats aan hun neus voorbij gaan omdat die oorspronkelijk voor een ander circus gereserveerd was. Door lange aanvraagprocedures is het dan niet altijd mogelijk zo’n vrijgekomen standplaats in extremis nog in te nemen. Enige flexibiliteit is in dergelijke gevallen soms aangewezen.’ Faciliteiten Volgens Mui-Ling Verbist kunnen gemeenten circussen ook helpen met een goed afvalbeleid: ‘Er bestaan heel goede

Ook kan een gemeente bij de renovatie van een plein aandacht besteden aan specifieke evenementen zoals de komst van een circus. Mui-Ling Verbist: ‘In SintNiklaas bijvoorbeeld is in ankerpunten voorzien om een circustent vlot te kunnen opzetten.’ Maarten Verhelst is communicatieverantwoordelijke van het Circuscentrum

De karavaan houdt halt: Een circus ontvangen in de gemeente is een handboek voor gemeenten om de relatie met tentcircussen te verbeteren. www.politeia.be

Lokaal november 2014

47


mens en ruimte onderwijsbeleid

Besparingen in het onderwijs, een stand van zaken Ook onderwijs ontsnapt niet aan de besparingsplannen van de Vlaamse regering. Een deel van de maatregelen staat in het programmadecreet dat ze op 17 oktober indiende bij het Vlaamse parlement. De onderwijs-koepel van steden en gemeenten (OVSG) heeft altijd gevraagd de kerntaak van onderwijs zo veel mogelijk te ontzien. Bovendien mogen besparingen niet doorgeschoven worden naar de gemeenten of, nog erger, naar de leerlingen en cursisten. Het programmadecreet bevat elementen die tegen deze twee principes zondigen. OVSG verklaart zich er daarom niet mee akkoord. tekst filip smets beeld layla aerts

I

n totaal wordt 193 miljoen euro bespaard op onderwijs, waarvan 113 miljoen in het niet-hoger onderwijs. Dat is een groot bedrag voor zo’n essentiële sector. Toch ligt het aandeel van onderwijs in de besparingen (16 procent) een stuk lager dan dat van onderwijs in het geheel van de Vlaamse begroting (28 procent in 2015). Aan de uitgangspunten van het financieringssysteem wordt niet geraakt. Zo wordt de ‘open end-financiering’ behouden. Elke leerling genereert dus bijkomende omkadering en middelen. Zo groeien de middelen van de scholen mee met het leerlingenaantal. Dat dit belangrijk is, blijkt duidelijk uit de situatie van de CLB-sector die wel met een gesloten enveloppe werkt. Ook blijven de omkaderingscoëfficiënten ongewijzigd. En in het leerplichtonderwijs blijft men een deel van de middelen toekennen op basis van sociaaleconomische indicatoren.

De ‘open end-financiering’, waarbij elke leerling bijkomende omkadering en middelen genereert, blijft behouden.

48 november 2014 Lokaal

Voor alle onderwijsniveaus Er wordt bespaard op het totale bedrag van de nascholingsmiddelen, hoewel dat de scholen op het eerste gezicht niet zal opvallen. Deze middelen zijn momenteel versnipperd over een aantal ‘gekleurde’ potjes waarvan er enkele zo klein dreigden te worden dat er niets zinvols mee aan te vangen was. Daarom werd besloten de middelen te hergroeperen en maximaal aan de instellingen zelf toe te kennen. Het nascholingsbudget per school zal nagenoeg intact blijven, maar de afzonderlijke fondsen voor nascholing over functiebeschrijving en evaluatie en het directeurenfonds (voor nascholing voor de directeur) verdwijnen.


Basisonderwijs Het basisonderwijs levert 1,8 procent van zijn werkingsbudget in. Samen met een gedeeltelijke niet-indexatie betekent dit dat het budget 2,3 procent lager zal liggen dan voorzien. Als compensatie wordt het bedrag verhoogd dat scholen aan de ouders mogen vragen, de zogenaamde ‘scherpe maximumfactuur’. Voor kleuters wordt die gelijk getrokken op het hoogste tarief, 40 euro per schooljaar. In het lager onderwijs komt er 10 euro bij zodat het bedrag op 80 euro uitkomt. OVSG blijft ervoor pleiten de schooltoelage evenredig te verhogen. Een verhoging van de maximumfactuur kan daardoor voor de minst gegoeden verzacht worden. Secundair onderwijs Het secundair onderwijs levert in totaal 4,5 procent in op de werkingsmiddelen. 0,5 procent daarvan is het gevolg van een gedeeltelijke niet-indexatie. Personeelsmaatregelen zitten niet in het programmadecreet. We gaan ervan uit dat de overheid dit op zeer korte termijn op de onderhandelingstafel zal leggen. Als dat het geval is, zal OVSG pleiten voor een breed debat over de opdracht van de leraar. Het zou een gemiste kans zijn als het hele loopbaandebat verzandde in een discussie over het verhogen of verlagen van de opdrachtnoemer met één uur. Volwassenenonderwijs Het inschrijvingsgeld wordt van 1,15 euro per uur verhoogd tot 1,5 euro per uur. Het maximumbedrag dat van een cursist gevraagd mag worden, verhoogt tot 600

euro per jaar. OVSG vraagt dit bedrag niet zo sterk te verhogen voor het secundair volwassenenonderwijs, omdat daar nogal wat cursisten tweedekansonderwijs zitten en voor hen is zo’n verhoging extra zwaar. De opbrengst van de verhoogde inschrijvingsgelden wordt integraal doorgestort aan het Fonds Inschrijvingsgelden Centra voor Volwassenenonderwijs zodat de dotatie van de Vlaamse overheid aan dat fonds omlaag kan. Initieel wou de overheid de consortia vanaf 1 januari afschaffen, maar uiteindelijk opteert ze voor een uitdoofscenario in 2015. De kosten hiervan (geschat op 900.000 euro) moeten gecompenseerd worden en dat zal helaas bij de centra voor volwassenenonderwijs zelf terecht komen.

Centra voor leerlingenbegeleiding Ondanks het feit dat de CLB’s moeten werken met een gesloten enveloppe aan werkingsmiddelen, moeten zij toch 10 procent inleveren. Het is duidelijk dat hun werkingsbudget niet meer in verhouding staat tot hun takenpakket. Wat verwachten de beleidsdomeinen onderwijs, welzijn en volksgezondheid van de centra? Hierover is een debat nodig. De regering krijgt een machtiging om op de omkadering een aanwendingspercentage (met uitzondering van het ambt van klerk) toe te passen. Dat betekent dat het centrum slechts een deel van de toegekende omkadering effectief mag gebruiken. Op onze vraag om dit percentage te begrenzen tot 98 procent (het equivalent van de 2 procent van de beoogde besparing) werd niet ingegaan.

Deeltijds kunstonderwijs Het inschrijvingsgeld voor volwassenen wordt met 50 procent verhoogd tot 300 euro. OVSG betreurt deze drastische verhoging, maar ze kon in de onderhandelingen wel verkrijgen dat alle jongvolwassenen (van 18 tot 24 jaar) van het verminderd tarief (125 euro) gebruik kunnen maken. Voor minderjarige leerlingen verandert er niets: het inschrijvingsgeld is 62 euro of, met verminderd tarief, 40 euro. Het al veel te karige werkingsbudget van het deeltijds kunstonderwijs wordt niet geïndexeerd en bovendien met 10 procent afgeroomd. Zo worden de kosten nog meer afgewenteld op steden en gemeenten dan nu al het geval is.

De voorgestelde maatregelen zullen een blijvend effect hebben, het is niet voorzien dat de werkingsmiddelen na verloop van tijd opnieuw verhogen. Daarom moeten er zo snel mogelijk alternatieven worden gezocht. Als de overheid verwacht dat onderwijs met minder middelen dezelfde resultaten haalt, moeten ook de bestaande processen kritisch bekeken worden. OVSG pleit voor deregulering, flexibilisering en minder planlast. We hopen in de beleidsnota over onderwijs effectieve maatregelen op dat vlak terug te vinden. Filip Smets is beleidsmedewerker algemeen beleid OVSG

advertentie

N O I T U L O V E R … E H T JOIN Meest Doeltreffende Reiniging met

Product Design

Wereldwijd het eerste uitgebreid assortiment reinigings- en verzorgingsproducten met het Cradle to Cradle CertifiedCM Gold Certificaat (Verpakking Silver Level)

green care PROFESSIONAL: De nieuwe revolutionaire kwaliteitsstandaard !

ION A RE VOLUT S. IE IF N U T A TH

WWW.WMPROF.COM

Lokaal november 2014

49


mens en ruimte arbeidsbeleid

Wie een individuele beroepsopleiding volgt, verdient dubbel Als een leefloner met succes een individuele beroepsopleiding volgt, krijgt hij er een aardig bedrag bij. Zijn totale inkomen ligt hoger dan wat hij daarna als werknemer zal verdienen. Dit vormt een uitgelezen kans om schulden af te betalen, een kleine reserve op te bouwen of eindelijk uitgestelde aankopen te doen. Samen met de opleiding is dit een efficiënt wapen tegen armoede. tekst petra dombrecht

B

ij de individuele beroepsopleiding (IBO) wordt een cursist op de werkplek getraind en begeleid. De werkgever betaalt geen loon en RSZ, alleen een productiviteitspremie. De werkgever legt samen met de VDAB het opleidingsprogramma vast. De opleiding kan één tot zes maanden duren, afhankelijk van het gevraagde competentieprofiel, de kennis, vaardigheden en attitudes van de IBO-kandidaat en het opleidingsplan. Na deze opleiding biedt de werkgever de cursist een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur aan. Alle werkgevers uit de private of openbare sector kunnen het systeem van IBO inzetten. Ook wie recht heeft op een leefloon, kan in een IBO stappen. Bij wat dat ‘opbrengt’ moet dan een onderscheid gemaakt worden tussen volgende soorten inkomsten. Wie aan een IBO begint, krijgt altijd een productiviteitspremie van de VDAB. Daarnaast ontvangt de stagiair afhankelijk van zijn (bijstands-) statuut een opleidingsuitkering van de RVA of nog steeds het leefloon. Mensen die geen enkel inkomen hadden voordat ze aan de IBO begonnen, ontvangen van de RVA een compensatievergoeding.

Premie plus uitkering met loon De productiviteitspremie vergoedt het verschil tussen het leefloon, de opleidingsuitkering of de compensatievergoeding en het gemiddelde brutoloon dat na de IBO verdiend zou worden. De VDAB betaalt die premie en vraagt voor de berekening het bedrag van de uitkering op bij de RVA of het OCMW. De productiviteitspremie wordt niet aangerekend op het (aanvullend) leefloon. De RVA betaalt een opleidingsuitkering aan al wie bij het begin van zijn IBO een werkloosheidsuitkering ontving. Wie leefloon ontving en ten minste 45 jaar oud is, krijgt ook een opleidingsuitkering van de RVA. Wie leefloon ontving en jonger dan 45 jaar is, krijgt enkel een opleidingsuitkering als hij laaggeschoold is. Wie geen diploma hoger onderwijs heeft, wordt als laaggeschoold beschouwd. Een leefloontrekker die jonger dan 45 jaar en hooggeschoold is, blijft zijn leefloon ontvangen. Een opleidingsuitkering kan aangevuld worden met een leefloon indien uit de berekening van de bestaansmiddelen blijkt dat daar recht op is. Zoals hiervoor al geschreven, blijft bij die berekening de productiviteitspremie buiten beschouwing.

Het dagbedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met dat van de inschakelingsuitkering. Het wordt bepaald op basis van de gezinstoestand en eventueel de leeftijd. Dat betekent dat wanneer het OCMW een hulpvraag voor (aanvullend) leefloon krijgt en de opleidingsuitkering lager uitvalt dan het leefloon volgens de categorie waarin de hulpvrager valt, het een aanvullend leefloon kan toekennen. Een IBO’er kan op die manier aan een inkomen van ongeveer 1900 euro netto komen, want het OCMW mag geen rekening houden met de productiviteitspremie. Een mooie kans Een dergelijk (hoog) inkomen noopt tot afspraken. Niet dat de OCMW-cliënt/ IBO’er dit inkomen niet verdient, het is juist een kans: een kans om eventuele schulden te delgen, een kleine reserve op te bouwen of uitgestelde aankopen te doen. Het is aan de maatschappelijk werker om samen met de cliënt te proberen tot een goede besteding van dat inkomen te komen. Studies wijzen uit dat een ‘ruim’ inkomen uit bijstand een efficiënt wapen is tegen armoede. Het inkomen na de IBO, tijdens de arbeidsovereenkomst, zal lager liggen. Het is belangrijk de IBO’er hierop voor te bereiden. Petra Dombrecht is VVSG-stafmedewerker maatschappelijke integratie en werk

Recht op maatschappelijke integratie: Volgens art. 22, §1, e) van het KB van 11 juli 2002 hou‑ dende het algemeen reglement met betrekking tot het RMI is de productiviteitspremie van de VDAB vrijgesteld bij de berekening van de bestaansmiddelen leefloon. Volgens de rond‑ zendbrief van 20 december 2010 van Philippe

Naast de klassieke IBO kunnen werkgevers ook aan de slag met: • een IBOT: een IBO met taalondersteuning voor anderstaligen • een GIBO: een gespecialiseerde IBO voor personen met een arbeidsbeperking • een C-IBO: een curatieve IBO, specifiek voor langdurig werklozen

Courard, toenmalig staatssecretaris voor Maat‑ schappelijke Integratie en Armoedebestrijding, gevolg van het vonnis van 18 maart 2010 van de Arbeidsrechtbank, is de opleidingsuitkering echter niet vrijgesteld.

50 november 2014 Lokaal


Onze VVSG-pockets zijn voortaan ook beschikbaar als e-book e-book! 1

Met uw link kan u het e-book maar liefst 5 keer downloaden

2

Leescomfort op alle apparaten: desktop, tablet, smartphone of e-reader

3

Op uw reader kan u pagina’s annoteren, passages markeren en bladwijzers toevoegen

4

Pas het boek aan naar uw eigen wensen wat betreft de lettergrote, het lettertype en de achtergrondkleur

nu ook als aar b k i h c s be

! k o e-bo meer info op:

www.politeia.be Ravensteingalerij 28, 1000 Brussel // info@politeia.be // tel. 02 289 26 10

Prijzen*: 19€ per e-book 25€ per pocket

35€

voor de beiden

pockets

* Deze prijzen gelden enkel voor VVSG-leden. Niet-VVSG leden betalen 25€ per e-book, 29€ per pocket en 39€ voor de beiden.

Wij sommen graag nog even de voordelen van onze e-books voor u op:


mens en ruimte wereldddag stedenbouw

Stadslandbouw in beschermde Brusselse sociale woonwijk In de sociale woonwijken Brussel leren buurtbewoners elkaar op het veld beter kennen. In de tuinen tussen de woonblokken ontstaan nieuwe banen, een zelfstandige ondernemer verkoopt geneeskrachtige kruiden. Het is aan de stadsbewoners om zo’n utopie in realiteit om te zetten, en met een sociaal, ecologisch en economisch duurzaam project bij de grondeigenaars aan te kloppen. tekst maarten roels en koen raeymaekers beeld gfs

D

e coöperatie Le Logis is een van de oudste huisvestingsmaatschappijen van België. Het begon allemaal in de heropbouw na de Eerste Wereldoorlog. De coöperatieve vennootschap Le Logis werd opgericht in 1921 door een groep werknemers van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas, waar zich ook werknemers van andere openbare diensten bij aansloten. Op dat moment breidde Brussel volop uit, terwijl in het landelijke Bosvoorde vooral bomen en landgoederen gedijden en de grondspeculatie nog veraf bleef. De coöperatie nam een gevierd architectenduo in de arm voor haar bouwproject: Jean Jules Eggericx en Louis Vander Swaelmen. Die inspireerden zich op Ebenezer Howard, peetvader van de Garden City, om een polycentrische tuinwijk uit te tekenen. Ze zochten daarbij een evenwicht tussen natuurlijke, organische en meer cultureel geladen vormen, tussen individuele en collectieve ruimte. Groenten en fruit speelden daarin een belangrijke rol: de gemeenschappelijke ruimten werden vaak ingericht als collectieve boomgaard waarvan de bewoners-coö-

52 november 2014 Lokaal

peranten samen de appels oogstten en verwerkten. Stilaan groeide een utopie uit tot een nieuwe sociale realiteit. Le Logis werd een socialehuisvestingsmaatschappij en het patrimonium werd van-

Driepolige urban farming De gronden van Le Logis omvatten ook een open terrein van zowat drie hectare, dat sinds de negentiende eeuw voor landbouw gebruikt werd. Het terrein maakte gedurende een korte periode deel uit van de steenbakkerij die de bakstenen voor de bouw van de wijk leverde. Nadien werden de landbouwactiviteiten gestart door een boerenfamilie uit de streek van Waver, die er in 2010 mee stopte. Toen de grond na twee jaar spontaan was uitgegroeid tot een bloemenweide, stelden twee kandidaat-stadsboeren een project voor met daarin ruimte voor groente-

De aanwezigheid van de collectieve tuin versterkt in belangrijke mate de participatieve dimensie: de tuinbouwers geven raad aan de leden van de collectieve tuin en die steken een handje toe als er bij de telers veel werk is. wege zijn architecturale kwaliteiten in de jaren negentig beschermd. Een aantal van de huizen werd in de loop der jaren verkocht. Die worden vandaag vooral bewoond door hoogopgeleide, kapitaalkrachtige bewoners, terwijl de huurwoningen vooral sociale woningen zijn. Hierdoor ontstond een interessante sociale mix in de buurt, die met haar drieduizend sociale woningen de hoogste densiteit aan dit soort woningen in Brussel kent.

teelt (1,20 ha), kleinschalige veeteelt (0,75 ha), medicinale planten (0,10 ha) en een grote collectieve tuin (0,35 ha). Eigenaar Le Logis aanvaardde het voorstel in 2012, dat in 2014 gedoopt werd tot La Ferme du Chant des Cailles. De huisvestingsmaatschappij denkt aan de straatkant nog enkele honderden sociale woningen te bouwen. In die tijdelijke zone werd een weide aangelegd. Aan de kant waar waarschijnlijk nooit gebouwd zal worden, is een plaats gekomen voor de groenteteelt,


met daarnaast de medicinale planten en de collectieve tuin. Op een eerste informatievergadering kwamen zo’n honderd buurtbewoners luisteren naar de plannen. Al snel groeide de interesse voor deelname aan de collectieve tuin. Ondertussen telen meer dan zestig buurtbewoners nu collectief groenten, fruit en aromatische planten. De groenteteelt ging dit jaar van start, na een voorbereidingsjaar waarin de grondkwaliteit sterk verbeterd werd. Zes tuinbouwers teelden er dit seizoen groenten voor meer dan zeventig personen. Zij betaalden in het begin van het jaar een vaste som en dat gaf hun het recht om te oogsten voor eigen consumptie. Eenzelfde voorafbetalingssysteem werd toegepast voor de veeteelt (verkoop van melk, kaas en yoghurt) en de medicinale tuin (verkoop van kruidenpakketten). Omdat iedereen kiest voor biologische teelt, is er veel handenarbeid nodig. De aanwezigheid van de collectieve tuin versterkt daarbij

in belangrijke mate de participatieve dimensie van het project: de tuinbouwers geven raad aan de leden van de collectieve tuin en die steken een handje toe als er bij de telers veel werk is. Bij de prijsbepaling van een oogstaandeel groenten werd een variabele prijs vastgelegd, zodat alle in de buurt aanwezige inkomensklassen zich konden inschrijven. Ook de communicatie werd zo laagdrempelig mogelijk gehouden. Eigenaar-coĂśperatie Le Logis verspreidt alle communicatie van de Ferme onder haar leden. Op termijn zullen de tuinbouwers 0,8 ha bewerken voor een driehonderdtal personen. De veetelers breidden ondertussen hun gebied uit met een nabijgelegen boomgaard waar schapen grazen. De buurtbewoners mogen mee appels plukken en wol leren spinnen. Redacteur Maarten Roels is de drijvende kracht achter La Ferme du Chant des Cailles en Koen

Brussel 7 november Werelddag van de Stedenbouw

Vertrouwen en verbinden: innovatie in gebiedsontwikkeling De VRP gaat op zoek naar een cultuur voor vernieuwende gebiedsontwikkeling met nieuwe vormen van financieren en samenwerken. Het verhaal van La Ferme du Chant des Cailles is het thema van een van deze sessies. www.vrp.be

Raeymaekers is hoofdredacteur van Ruimte

advertentie

Puro zet zich in voor de bescherming van de regenwouden. Wij werken samen met de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust en voor elk verkocht kopje koffie staan wij een financiĂŤle bijdrage af om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika aan te kopen en duurzaam te beschermen.

Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Het hele gamma Puro koffie is Fair Trade gecertificeerd.

www.purocoffee.com - 0800/44 0 88 Lokaal november 2014

53


OCMW: sterk werk

Een onthaalouder uit de duizend Kathy is al 25 jaar onthaalouder. Ouders vertrouwen de zorg van hun kindje met plezier aan haar toe. Een onthaalouder uit de duizend, zo omschrijft een mama haar. Kathy staat er in haar werk niet alleen voor. Ze krijgt pedagogische en praktische ondersteuning van de dienst opvanggezinnen van het OCMW van De Pinte. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

54 november 2014 Lokaal


M

arieke, Lenoor, Anastasia en Korneel lopen van de keuken naar de woonkamer en terug. Ze willen best poseren voor fotograaf Stefan, als het maar niet te lang duurt. Want er moet gespeeld worden. Rinus, de jongste van de bende, bekijkt het allemaal rustig vanuit zijn wipstoeltje. Wie ook de rust zelve blijft, is Kathy Thienpont. Ze is al 25 jaar onthaalouder in De Pinte. Katrien, de mama van Marieke, steekt haar bewondering niet onder stoelen of banken. ‘Ik weet niet hoe Kathy dat doet. Ik heb met twee kleine kinderen al de handen vol. Zij heeft er elke dag vijf of zes. En er heerst hier altijd rust, nooit is er chaos. Kathy is er een uit de duizend.’

‘Vandaag is Ona er niet, normaal heb ik zes kindjes tussen drie maanden en twee en een half jaar oud,’ zegt Kathy. ‘Ze kunnen hier terecht van 7.30 tot 18.30 uur. Ik ben elf uur druk in de weer: de kinderen verzorgen, samen spelen, koken, helpen bij het eten. Als alle kindjes ’s avonds weg zijn, begint het opruimen en het werk in het eigen huishouden. Maar ik doe dit echt heel graag. Ik ben gestart na de geboorte van mijn oudste dochter. Het leek me wel gemakkelijk om als onthaalouder ook voor mijn eigen kinderen te kunnen zorgen.’ ‘Ik ben van bij het begin aangesloten bij de dienst opvanggezinnen van het OCMW van De Pinte. Ik wilde wat ondersteuning hebben en deel uitmaken van een ruimer netwerk. De dienst zorgt voor materiaal zoals stoelen en bedjes. Er is regelmatig een vormingsactiviteit over de meest uiteenlopende onderwerpen, van EHBO tot knutselen met de kindjes. Het laatste thema was de meest voorkomende ziektes bij jonge kinderen. Ook na 25 jaar leer ik nog altijd bij. Leen en Karolien, de verantwoordelijken van de dienst, komen om de twee maanden op huisbezoek om te zien of alles goed loopt. Ik vind hun inhoudelijke ondersteuning zeer belangrijk, maar ze nemen me ook veel administratie uit handen. De rekeningen voor de ouders lopen via de dienst. Ik houd prestatiebladen bij waarop staat wanneer een kindje hier is geweest, de ouders tekenen voor akkoord en ik bezorg die formulieren aan Leen of Karolien. Zij sturen dan de rekening naar de ouders. Ik ontvang mijn vergoeding ook via de dienst.’

‘Mijn man en ik hebben bewust gekozen voor een onthaalouder en niet voor een kinderdagverblijf,’ zegt Katrien. ‘Mijn moeder was ook onthaalouder, vandaar. Kato gaat sinds september naar de kleuterklas, nu is enkel Marieke nog hier. We wonen wat verderop in de straat, we zijn bijna buren. Dat is heel praktisch, maar het belangrijkste is natuurlijk dat ik Kathy een fantastische onthaalouder vind aan wie ik graag de zorg voor mijn kinderen toevertrouw. We communiceren veel. Meestal ben ik de laatste ouder die ’s morgens haar kindje brengt. Dan vertel ik hoe de avond en nacht geweest zijn. Ook ’s avonds heeft Kathy tijd voor een babbel. En ze schrijft elke dag een verslagje in het heen-en-weer-schriftje. Dat is prettig. Kathy is intussen meer dan een onthaalouder, ze is een vriendin. Ze was, na mijn man, de eerste aan wie ik vertelde dat er een tweede kindje op komst was.’ ‘Toen ik zwanger was van Kato heb ik me aangemeld bij de dienst opvanggezinnen. Ik vind dat zeer gemakkelijk. Zij kunnen meteen kijken wanneer er bij welke onthaalouder een plaatsje vrijkomt, zij helpen je dan voort. Het bespaart je als ouder de moeite om alle onthaalouders te contacteren. Bij Kato hebben we even moeten wachten tot Kathy een plaats had, we hebben die periode overbrugd met de hulp van onze ouders. We hebben het ons nog geen moment beklaagd dat we toen even geduld hebben gehad.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal november 2014

55


Een nieuw verhaal begint

Voortaan bieden we u onze network-based ICT solutions, connectiviteit, vaste en mobiele telefonie en digitale media aan onder de merknaam Proximus. We zijn klaar om samen met u aan een nieuw hoofdstuk te beginnen. Als verantwoordelijke in uw onderneming hebt u een prioriteit: een kwaliteitsvolle dienstverlening verzekeren - wat er ook gebeurt. We willen er dan ook voor zorgen dat u dankzij de Proximus-kwaliteit dicht kunt zijn bij wie en wat voor u belangrijk is: uw activiteiten, uw klanten, uw leveranciers, uw medewerkers, uw partners en uw familie. Ontdek al onze oplossingen en diensten op onze nieuwe website www.proximus.be


beweging actualiteit

Geen dementievriendelijk maar leeftijdsvriendelijk openbaar leven

stefan dewickere

stefan dewickere

stefan dewickere

stefan dewickere

Het nieuwe Europese consortium voor leeftijdsvriendelijke gemeenten was op 2 en 3 oktober in Brussel bij de VVSG te gast.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn de fysieke en sociale omgeving sleutelfactoren die bepalen of mensen gezond, autonoom en onafhankelijk ouder kunnen worden. Het creëren van leeftijdsvriendelijke omgevingen is een van de meest effectieve manieren om een antwoord te bieden op alle gevolgen van de toenemende vergrijzing. Om deze strategie te ondersteunen werd het Europese consortium AFE-INNOVNET opgericht, een twee jaar durend innovatienetwerkproject voor leeftijdsvriendelijke gemeenten. De VVSG is een van de 28 partners van het consortium met deelname uit 16 EU-landen. Het netwerk zal methoden voor de cocreatie van leeftijdsvriendelijke oplossingen ontwikkelen en een databank vol goede vernieuwende voorbeelden opbouwen. De VVSG was gastvrouw voor een van de workshops die het consortium voor zijn leden organiseerde. Ze kreeg een stevige Europese delegatie op bezoek op donderdag 2 en vrijdag 3 oktober. Het thema was ‘dementievriendelijke gemeente’. Lokale overheden konden zien hoe ze hun eigen gemeente of regio kunnen bijstaan in de transitie naar een dementievriendelijke omgeving. Donderdagnamiddag was er een bezoek aan het project Reminiscentiewandeling in Aalbeke bij Kortrijk. Het is een mooi voorbeeld van dementievriendelijk beleid dat in 2014 de EFID-prijs won. Tijdens dat bezoek werd ook het project ‘Klant blijft Koning’, het Brugse project dementievriendelijk ondernemen, voorgesteld. Op vrijdag 3 oktober vond de tweede dag van de workshop plaats in de kantoren van de VVSG. Er waren lezingen van verschillende binnen- en buitenlandse experts en Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen en een afgevaardigde van zijn Waalse evenknie Maxime Prevot kwamen hun visie op dementievriendelijke omgevingen geven. veerle baert

Lokaal november 2014

57


perspiraat

“Een gemeente die alleen een zwembad openhoudt, moet geen vennootschapsbelasting betalen, maar wie dat samen met anderen doet, wel? (…) Vergeet niet dat dividenden van intercommunales aan gemeenten er niet zijn voor de burgemeester en de schepenen, maar voor de gemeentekas. Daarmee leggen ze wegen aan, betalen ze het OCMW, enzovoort. Minder inkomsten betekent dat ze ofwel de uitgaven moeten reduceren, of nieuwe inkomsten moeten halen bij bedrijven of hun inwoners.” Jan Leroy, VVSG-directeur Bestuur, over de geplande vennootschapsbelasting voor intercommunales – Trends 23/10/14 “Van alle GAS-boetes die werden opgelegd, ging gemiddeld 0,8 procent naar minderjarigen. Een bewijs dat jongeren door de GAS-wet geen loslopend wild zijn. De cijfers bevestigen wat we al langer wisten: dat gemeenten jongeren niet viseren door hun massaal GAS-boetes op te leggen.’ VVSG-stafmedewerker Tom De Schepper – De Standaard 17/10 “Ik ga het traject voor de afslanking van provinciale bevoegdheden niet alleen uitstippelen, maar in samenspraak met alle betrokken actoren. Zo zal er overleg zijn met de VVP en zal ik een ronde maken langs de provincies om de meningen van alle provinciebesturen te kennen. Ook zal er overleg zijn met de VVSG om te kijken of er bepaalde steden of gemeenten bereid zijn om de persoonsgebonden bevoegdheden over te nemen.” Vlaams minister voor Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) – Het Belang Van Limburg 17/10 “De meeste gemeenten moeten de knip op de beurs houden. Net dan leren gemeenten om creatief om te springen met middelen. We zetten hier 50 unieke initiatieven uit de steden in de spotlights. Dat kan gaan om gemeenten die een stadsauto na de uren verhuren aan bewoners, of rusthuizen waar nieuwkomers de taal leren door scrabble te spelen met rusthuisbewoners.” Mark Suykens, algemeen directeur VVSG, op de Trefdag – Het Laatste Nieuws 17/10 “De betutteling en centrale regulering staan haaks op de energieke samenleving die lokale besturen nastreven. Om de maatschappelijke energie te benutten en te kanaliseren, hebben lokale bestuurders ruimte en armslag nodig.” VVSG-voorzitter en burgemeester van Roeselare Luc Martens – Belga 16/10

58 november 2014 Lokaal

beweging kort lokaal

Eerste zeven ‘kindvriendelijke gemeenten’ bekend Gent, Hasselt, Mechelen, Meeuwen-Gruitrode, Sint-Niklaas, Turnhout en Wetteren mogen zich de volgende zes jaar ‘kindvriendelijke stad of gemeente’ noemen. Het bijbehorende label, dat in Vlaanderen nu voor het eerst is uitgereikt, bekroont gemeenten die de rechten van het kind meenemen in hoe ze beleid voeren. Een jury met onder andere Unicef, de Vereniging van Vlaamse Jeugddiensten (VVJ), de VVSG en de Vlaamse overheid beoordeelde van elke gemeente het traject dat ze samen met kinderen en jon-

geren al aflegden, hoe kindvriendelijk ze nu zijn, en hun engagement voor de toekomst – bijvoorbeeld op het vlak van mobiliteit, of inspraak van kinderen. Gemeenten die ook voor de titel willen gaan, kunnen zich tegen 2016 klaarstomen, op eigen houtje of onder begeleiding van de VVJ. Die vertaalde een internationale toolkit voor kindvriendelijke gemeenten naar de Vlaamse context. www.kindvriendelijkestedenengemeenten.be, www.vvj.be

ProMotie De Dilbeekse schepen Stijn Quaghebeur is de nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van de VVSG in de plaats van Kris Van Dijck, burgemeester van Dessel. Kurt Claeys is de nieuwe schepen voor Open VLD in Oostende. Hij volgt kersvers staatssecretaris Bart Tommelein op. Wim Wouters wordt de nieuwe schepen voor CD&V in Balen. Hij volgt de overleden Petra Geukens op. Johan Van Eeghem, eerste schepen voor SP.A in Blankenberge, stapt uit de politiek. Hij wordt als eerste schepen opgevolgd door Jurgen Content, de vrijgekomen plaats in het college wordt ingenomen door Annie De Pauw. Ook Niko Geldhof, schepen voor SP.A in Oostende, verlaat het politieke toneel. Johan Vande Lanotte volgt hem op in het Oostendse schepencollege. Lieve De Gelder (CD&V) is de nieuwe OCMW-voorzitter in Wetteren. Ze vervangt Paul Van Autreve, die een punt zette achter zijn politieke loopbaan. Rita Dedobbeleer, schepen voor CD&V-DNA in Dilbeek, stapt eind dit jaar om gezondheidsredenen uit de politiek. Ze zal worden opgevolgd door haar partijgenote Bernadette Van Coillie. Filip Huysman (CD&V) is het nieuwste lid van het schepencollege in Evergem. Hij volgt zijn partijgenoot Arsène Martens op. Joke Jonckheere is de nieuwe stadssecretaris van Veurne. Ze vervangt Edwin Coulier, die eind dit jaar met pensioen gaat. In Roeselare ging stadssecretaris Johan Leenknecht met pensioen. Zijn functie werd overgenomen door Geert Sintobin, die de secretarisfunctie van het stadsbestuur en het OCMW zal combineren. Bron: Pinakes nv

Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website inlevering personeelsadvertenties voor

Lokaal 11 (decembernummer) – 6 november 2014 Lokaal 1 (januarinummer) – 4 december 2014 informatie

nicole.vanwichelen@vvsg.be, T 02-211 55 43


Publireportage:

Stad Hasselt wast milieuvriendelijk dankzij wasinstallatie Cuypers NV

D

e Centrale Werkplaatsen van de Stad Hasselt beschikken sinds kort over een eigen wasinstallatie. Hiermee worden de werkvoertuigen, die voorheen steevast manueel werden gewassen, automatisch gereinigd. Na een tijdje proefdraaien blijkt de nieuwe installatie zeer efficiënt en door het gebruik van regenwater ook nog eens goed voor het milieu. Jarenlang werden de werkvoertuigen van de Stad Hasselt manueel ontdaan van alle vuil, zout … “Elke tractor, laadwagen en veegwagen heeft immers zijn eigen afmetingen en vormen”, aldus schepen van reiniging en openbare werken Michel Froidmont. “Een geautomatiseerde oplossing voor deze toch wel arbeidsintensieve en niet altijd even efficiënte aanpak leek niet voorhanden… tot we in contact kwamen met Cuypers nv. Het Hasseltse bedrijf ontwierp voor ons een installatie op maat dewelke een oplossing biedt voor alle onze noden.” “Na een tijdje proefdraaien mogen we toch wel stellen dat de installatie aan al onze verwachtingen voldoet”, vervolgt Froidmont. “Waar we vroeger al snel een kwartier per voertuig verspeelden, neemt een wasbeurt nu een drietal minuutjes in beslag. Een enorme tijdsbesparing met daarenboven een beter eindresultaat.”

“Een wasbeurt van een kwartier, duurt nu slechts drie minuten per voertuig”

Michel Froidmont, Schepen van reiniging en openbare werken Hasselt

Milieuvriendelijk “Daarnaast is de installatie aangesloten op ons centrale opvangbekken voor regenwater”, vertelt Froidmont. “Dit water wordt door een kiezelfilter gezuiverd en is daarna perfect bruikbaar voor onze wasstraat. Hierdoor besparen we aanzienlijk op onze waterfactuur, maar ook ons waterverbruik is nu sterk afgenomen. De hoeveelheid die

de nieuwe installatie gebruikt wordt immers na elke wasbeurt gezuiverd en hergebruikt. Een automatische schraper, in combinatie met een speciaal milieuvriendelijk product, zorgt voor de binding en directe afvoer van het vuil. Dit vuil vangen we op in een eenvoudig te ledigen container. Kortom onze wasinstallatie is een perfect voorbeeld van hoe ecologie en ergonomie perfect hand in hand kunnen gaan.” ■

Eenvoudige reiniging in drie stappen: 1. De sproeiboog (achteraan) reinigt de bovenzijde of de laadbak van het voertuig. De sproeiers staan zodanig opgesteld dat het vuil naar de installatie vloeit. 2. Een wielwasinstallatie met automatische vuilafvoer (midden) reinigt het chassis en de wielen. 3. Met de grote brandkraan (vooraan) spuit de chauffeur de laadbak of de vuilbak van de veegmachine in maximum twintig seconden volledig proper.

Geïnteresseerd om ook tijdsefficiënt en milieuvriendelijk te reinigen? St-Truidersteenweg 484 3500 Hasselt Tel.: + 32 (0)11 27 93 93 Web: www.cuypersnv.eu Mail: info@cuypersnv.eu


beweging agenda

ONTDEK ONS OPLEIDINGSAANBOD VOOR DIT NAJAAR OP WWW.VVSG.BE/OPLEIDINGEN

Gent 5 november Mechelen 7 november Leuven 26 november Hasselt 28 november

Interne controle, externe audit : module Informatie & Communicatie Gebaseerd op de thema’s van de leidraad organisatiebeheersing, maakt u kennis met praktische instrumenten en handreikingen inzake informatie- en communi‑ catiebeleid. www.vvsg.be/opleidingen

Brussel 6 november

Gezondheid in gezinnen Hoe motiveer je ouders en kinderen om gezond te leven? Welke ondersteuning is er dan nodig voor kwetsbare gezinnen? www.vigez.be

ment duidelijk kan maken dat sociale media effectief een meerwaarde zijn voor uw lokaal bestuur? Dit seminarie zet u (eindelijk!) op weg. www.vvsg.be/opleidingen Antwerpen 7 november

Leuven 6 november Gent 20 november

Sociale-mediastrategie voor lokale besturen Tobt u al een tijdje op hoe u het manage‑

Binnenstad als beleving

Consumenten lok je naar de binnenstad als ze er iets kunnen beleven. Op deze bij‑ eenkomst van het Platform Centrumma‑ nagement leggen topsprekers de hard- en software van beleving uit, bezoek je The Loop en de meest dynamische winkelge‑ bieden van Antwerpen. www.vvsg.be, kies economie, platform centrummanagement Leuven 12 november Hasselt 14 november

Interne controle, externe audit : module Facility management

GENT dinsdag 2 december 2014 LEUVEN dinsdag 9 december 2014

Praktijkgerichte studiedag Klantgerichte vergunningsverlening dankzij de omgevingsvergunning Welke kansen biedt de omgevingsvergunning om snel en goed beslissingen te nemen? Dat is het centrale thema van deze VVSG-studiedag. Niet de zoveelste dag waarin de artikels van de decreten van voren naar achteren worden doorlopen, maar wel een zo praktisch mogelijke benadering. Zo weet u waar u zich als gemeente aan mag verwachten en hoe u zich het best op de komst van de omgevingsvergunning, de handhaving ervan en het omgevingsloket voorbereidt. Alle informatie op www.vvsg.be/opleidingen

Gebaseerd op de thema’s van de leidraad organisatiebeheersing, maakt u kennis met praktische instrumenten en toepassingen voor facility management. www.vvsg.be/opleidingen Brugge 13 november

Werken in groep met cliënten Of u nu nog maar pas groepswerk wilt op‑ starten of al eerste ervaringen hebt, deze opleiding neemt u mee in alle facetten van werken in groep om cliënten sociaal te activeren: van A tot Z. www.vvsg.be/opleidingen Genk 13 november Peer 2 december Leuven 5 december

Kinderopvangcaravan Een steuntje in de rug van kinderbegelei‑ ders die altijd nieuwsgierig zijn om bij te

60 november 2014 Lokaal


Digitaal klasseren

leren, te netwerken en zo hun motiva‑ tie hoog te houden. www.vvsg.be/opleidingen

GENT 20 november 2014

Extra sessie na groot succes dit voorjaar!

Brussel 17 november

De Converserende Overheid Het najaarscongres van Kortom staat in het teken van converseren als nieuwe communicatiestijl. De klas‑ sieke informerende overheid heeft immers afgedaan. Burgers verwach‑ ten dialoog. www.kortom.be

De omslag van papier naar digitaal werken is in volle stroomversnelling. Overal bestaan er digitale dossiers en velen zijn op zoek naar een doordachte en systematische aanpak om deze digitale documentenstroom goed te beheren: wat moet bijgehouden worden en wat niet, hoe kan een digitaal documentbeheersysteem eruit zien, wat met digitale handtekeningen… Deze studiedag geeft u praktische en haalbare aanwijzingen om digitaal te klasseren en informatie goed te beheren.

Brussel 18 november

Van voorlopig bewind tot beschermingsmaatregelen op maat Worden kwetsbare personen door de veranderingen in de regelgeving personen nu beter beschermd? www.vlaamscentrumschuldenlast.be Gent 19 november Mechelen 20 november Hasselt 5 december

Belanghebbendenmanagement, organisatiestructuur en -cultuur Gebaseerd op de thema’s van de lei‑ draad organisatiebeheersing, maakt u kennis met praktische instrumenten en handreikingen inzake stakehol‑ dersbeheer, organisatiestructuur en -cultuur. www.vvsg.be/opleidingen Antwerpen 25 november

Intervisie BEL-schaal

Deze vorming geeft indicatiestellers bagage én oefenruimte om straks zelfstandig met de BEL-schaal aan de slag te gaan. www.vvsg.be/opleidingen

Roeselare 25 november Mechelen 26 november

gekaderd en leer je om te gaan met geroddel tussen bezoekers. www.vvsg.be/opleidingen

Tijdens deze vorming maakt u ken‑ nis met de me-assist toolbox en al zijn mogelijkheden in de context van een OCMW-begeleiding. www.vvsg.be/opleidingen

Gent 4 december

Hulp bieden bij tabak-, alcohol- en ander middelengebruik

Gent 27 november

AGIV-trefdag

De jaarlijkse AGIV-trefdag is het ideale moment om kennis te maken met al wat nieuw is in de geo-wereld. www.agiv.be Brussel 2 december

Studiedag met circusacts Hoe de relatie tussen circussen en gemeenten kan verbeteren. www.vvsg.be/opleidingen www.circuscentrum.be

Bind-Kracht: begeleidende medewerkers bij kwetsbare doelgroepen Vorming voor begeleidende medewer‑ kers met concrete mechanismen in het versterkend ondersteunen en opvolgen van gezinnen en verzorgenden. www.vvsg.be/opleidingen Antwerpen 4 december

Zevende Vlaamse Milieucongres De Unie van Milieuondernemingen, het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie en i-Cleantech Vlaanderen stel‑ len de groene economie centraal op het Milieucongres. www.vlaamsmilieucongres.be Gent 5 februari

Leuven 4 december

Een innovatieve kijk op HR

In deze vorming worden roddels breder

Nieuw denken. Nieuw doen. Overheid in transitie. www.hrmindeoverheid.be

Omgaan met roddelen in het lokaal dienstencentrum

Lokaal november 2014

61


column Eva De Schryver

Stuur je me daarover nog even een mailtje?

Honderd mails per dag is tegenwoordig geen uitzondering meer. Daarom durven we regel 1 te lanceren: verstuur zo weinig mogelijk mails, behalve als het je niet kan schelen dat jouw bericht ondersneeuwt onder een berg andere mails. We beginnen er sommigen van te verdenken livecontact te mijden. Persoonlijk contact of een telefoontje doet nochtans wonderen. Bovendien voorkomt het veel misverstanden. In een mail kun je nooit alle nuances weergeven. Hoeveel conflicten zijn er al niet geboren door een onhandige mail?

62 november 2014 Lokaal

Regel 2: begin zeker geen discussie per mail. Vraag of je dit bij de eerstvolgende meeting kunt bespreken of bel de persoon op om de zaken uit te klaren. Onthoud dat het heldenmoed vergt om even op de tanden te bijten en niet impulsief op een nijdige mail reageren. Dit geeft kracht. Handige regel 3: vermijd oeverloos over-en-weer mailen. Net zoals in livecontacten komt een vraag terugkaatsen niet bijster constructief over. Deze doorzichtige strategie levert je genadeloos de bijnaam ‘pingpong’ op. En als je dan toch een mail stuurt, probeer de vraag dan zo concreet mogelijk te formuleren en vergeet de titel niet (regel 4). Maak waar mogelijk een onderscheid: ter informatie, voor dringende actie… Gebruik NOOIT drukletters; dit komt echt schreeuwlelijk over. Regel 5: zet in de ‘To’ enkel de mensen van wie je actie verwacht en zet niet te veel mensen in cc. Gebruik geen bcc. Dit levert u geen betere vrienden of collega’s op. Nog een paar tips onder de noemer ‘gênante situaties vermijden’: Regel 6: forward geen interne mails naar de buitenwereld zonder dat je hiervoor toestemming hebt. Begin een nieuwe mail en gooi de interne keuken niet op straat. Regel 7: check bij ‘reply to all’ of je alle afzenders wel kent of wilt aanschrijven en scroll helemaal naar beneden om te zien of alles relevant is voor alle geadresseerden. Regel 8: Voeg nooit nieuwe geadresseerden toe aan een conversatie die al langer bezig is. Je bruuskeert de oorspronkelijke correspondenten van wie de berichten niet voor anderen bedoeld waren. Ook de nieuwe geadresseerden vinden het vreemd dat ze er later bij gehaald worden en vragen zich terecht af wat je agenda is. Regel 9: Blijf bovenal steeds vriendelijk. Een mail kan je lang achtervolgen. Wordt het u toch allemaal te veel? Regel 10 : Check maximaal twee keer per dag uw mail. Bij twijfel: keer terug naar Regel 1. (*) voorgaande valt onder regel 6

KAROLIEN VANDERSTAPPEN

‘Ik ben nu in bespreking. Ja, dat is goed, maar weet je wat: stuur me beter nog even een mailtje.’ Vaak voegt uw gesprekspartner er in één adem aan toe: ‘Maar verwacht de eerste week geen antwoord.’ Een mens kan niet altijd pen en papier bij de hand hebben en niet alle collega’s zijn uitgerust met een smartphone om meteen een actie in de agenda te zetten. Maar dikwijls is dit toch een te gemakkelijke gewoonte geworden. Is het omdat we een mailtje nodig hebben om de vraag intern te forwarden? Medewerkers willen graag iets schriftelijks. Al was het maar om tijd te winnen. Uiteraard is e-mail iets nuttigs, maar we worstelen wel met de vraag hoe we elke dag onze mailbox de baas blijven. Het first in-first out-principe kan handig zijn om die mailbox op te ruimen, maar is niet meteen een toonbeeld van omgang met prioriteiten. Natuurlijk wil iedereen binnen een redelijke termijn een antwoord. Maar moeten we echt onze dag laten afhangen van een toevloed aan willekeurige mails? Neen dus. Daarom stellen organisaties beter een aantal huisregels op, afspraken voor goed gebruik. Email-etiquette kan je immers veel ‘troubles’ besparen. Soms komt het er pas na een ernstige uitschuiver van een medewerker van. Iedereen hoort wel eens van gênante situaties, die zelfs tot ontslag leiden, bijvoorbeeld van een verkoper die denkt gewoon even de datum van een afspraak aan de klant te bevestigen zonder op te merken dat er interne commentaren over de klant onder stonden (‘Daar is ie weer – wie helpt die zeurpiet?’). Er bestaan ongeschreven regels (*) die eigenlijk pas opvallen als iemand ze – bewust of onbewust – met de voeten treedt.


Public waste PartnershipS: u wint drie keer! U wilt het afvalbeheer in uw gemeente doeltreffend en professioneel aanpakken? Dát verwachten de inwoners van u. De milieuoverheid eist dat u haar wetgeving naleeft. Specialistenwerk dus. U kunt twee dingen doen. Ofwel gaat u in zee met een partner die alle lasten van u overneemt. Ofwel houdt u een deel van het werk in eigen beheer. Twee perfecte oplossingen! Wanneer u kiest voor Indaver en haar Public waste PartnershipS wint u op drie vlakken: ■

■ ■

U krijgt de beste oplossingen voor de verwerking van uw afval, organisatie en verwerkingsinstallaties. U bepaalt in alle vrijheid op welke manier u met ons wilt samenwerken. U bewaart zelf de controle over de opdracht.

Lees meer op onze website of neem contact met ons op voor meer uitleg. info@indaver.be

Tel. +32 15 28 80 24

www.indaver.be www.indaver.com

Toonaangevend in duurzaam afvalbeheer


Intelligent besparen en creatief innoveren Jobpunt Vlaanderen heeft het antwoord. Onafhankelijk advies, een flexibele totaalaanpak en een samenwerking met private kantoren aan de meest voordelige tarieven.

personeelsbehoefteplannen

procesanalyses

change management

doelmatigheidsanalyses

fusie impact-

metingen kerntakendebatten

beheersplannen strategische plannen

zelfevaluaties

zelfevaluaties

risicoanalyses

reorganisaties

veranderingstraject

HR-systemen

efficiëntie

procesdoorlichting

organisatieontwikkeling

ondernemingsplannen

BBC organisa-

tiestudies

change management

optimalisering

implementatie structuurverandering

begeleiding

organisatiestructuur

processen

strategische coördinatie

werving & selectie

arbeidstijdregeling risicomanagement

fusie

impactmetingen kerntakendebatten

nieuw administratief centrum

personeelsbehoefteplannen

outplacement

coaching

besparingen procesanalyses

nieuw administratief centrum

besparingen

procesanalyses

Jobpunt Vlaanderen – jouw one-stop-shop voor P&O-dienstverlening! • organisatieoptimalisatie • change management • evaluatie • coaching • outplacement • loopbaanbegeleiding • talentmanagement • rekrutering • selectie • search • arbeidsmarktcommunicatie • testlicenties • tijdelijke tewerkstelling • functieclassificatie • functieweging • salarisstudies • Als klant kan je gebruik maken van de raamcontracten die Jobpunt Vlaanderen afsluit. Zo hoef je zelf geen marktraadpleging meer te doen.

• www.jobpunt.be • 016 38 10 00 • info@jobpunt.be •


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.