2015lokaal07

Page 1

Nr 7 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

Lokaal

Special afval

Afvalbeleid in beweging

Toekomst gemeentelijk strafregister

Pesticidevrij onderhoud

Zorgzaam Zoersel verbindt


36th International trade fair for building machines

2 6 SEPTEMBER 2015 | KORTRIJK XPO LOK252 gebruik deze code voor

gratis registratie op

www.modulo.be - 501172-37

www.MATEXPO.com

O P X E T A t M a s u Visit

MEER DAN 350 EXPOSANTEN EN 1.400 MERKEN MACHINES IN VOLLE ACTIE OP DE DEMOZONE UITDAGEND VRACHTWAGENPARCOURS alle machines, voertuigen en toebehoren voor wegenbouw, recyclage, reiniging en burgerlijke bouwkunde

wegenbouw | burgerlijke bouwkunde | bouwmachines | ruwbouw recyclage | bouwvoertuigen | goederenbehandeling | reinigingsmachines organisatie: MATEXPO nv | President Kennedypark 31B | 8500 Kortrijk (BelgiĂŤ) | T +32 (0)56 98 07 60 info@MATEXPO.com | www.MATEXPO.com | facebook.com/matexpo | twitter.com/matexpo MATEXPO 2015 wordt ingericht met de medewerking van de Confederatie Bouw en SIGMA


bart lasuy

opinie

christof delatter vvsg-stafmedewerker afvalbeleid en coördinator van interafval

Vuilnisman, superman!

D Als die paar dagen in Gent één ding bewezen hebben, dan is het dat de afvalophaling een openbare dienstverlening is die voor de volksgezondheid even essentieel is als zuiver drinkwater, nabije medische verzorging en schone lucht.

e Gentenaars hielden enkele weken geleden de adem in. Ook letterlijk, want de staking van de afvalophalers van intercommunale IVAGO liet duidelijk sporen na in het straatbeeld. Verbazend hoeveel troep we dagelijks produceren, ondanks het goede gevoel dat we onszelf aanpraten over ons gedrag om het milieu te sparen. Overigens, dat hufters snel hun voordeel zien, was ook duidelijk. Ik heb met ontzetting gekeken naar het gemak waarmee sommigen misbruik maakten van de staking om gauwgauw de zolder en kelder leeg te halen en alles ongesorteerd te dumpen op de hopen afval die er al lagen. Ongetwijfeld bedenken ze daarvoor een hoop excuses: het recyclagepark is te ver of voor de inzameling van grofvuil moet je op voorhand een afspraak maken. Of, we moeten betalen voor ons afval. Het beheer van al het huishoudelijke afval kost gemiddeld ongeveer 200 euro per gezin per jaar. In de krant las ik dat we 750 euro per gezin per jaar spenderen op café. Is een lekkere pint in fijn gezelschap ons echt zoveel meer waard dan een propere stad, waar het afval wél elke week netjes opgehaald en gerecycleerd wordt? Stellen we ons de vraag hoeveel geld we zelf weggooien, bijvoorbeeld door alle voeding die nog altijd in de vuilnisbak terechtkomt? Ik denk dat veel Gentenaars ondertussen wel beseffen dat die 200 euro voor afval toch niet zo slecht besteed is. Doordat we de afvalophaling zo vanzelfsprekend vinden, vergeten we al te vlotjes de belangrijke rol van de vuilnisman in ons leven. Want die vuilnisman, is dat niet vooral iemand die net te vroeg in de ochtend door onze straat scheert en ons daarbij wakker maakt? Die op het recyclagepark lastig doet over wat we weer net niet goed gesorteerd hebben? Die met die oranje vrachtwagen altijd voor onze neus opduikt op het moment dat we gehaast zijn? Want ja, die vuilnisman krijgt het soms zwaar te ver-

duren. Hij krijgt elke dag minstens één keer met verkeersagressie te maken, zo berichtten de VVSG en de Federatie van de Belgische Milieubedrijven enkele maanden geleden. En dan hebben we het niet over toeteren of obscene gebaren maken. Dan gaat het echt over scheldpartijen en bedreigingen, tot en met fysiek geweld of het tot tegen de benen rijden van de persoon die uiteindelijk de stinkende en druppende sporen van onze consumptie verwijdert. Als die paar dagen in Gent één ding bewezen hebben, dan is het hoe belangrijk de vuilnisman is voor u en mij. Dat de afvalophaling een openbare dienstverlening is die voor de volksgezondheid even essentieel is als zuiver drinkwater, nabije medische verzorging en schone lucht. Net daarom moeten de gemeenten er een bepalende rol in blijven spelen. Dat hoeft niet te betekenen dat ze het allemaal zelf moeten doen. Samenwerking met privébedrijven kan perfect en komt al veel voor. Maar dat lokale besturen de dienst moeten blijven garanderen en regisseren is duidelijk. Uiteindelijk moeten zij de touwtjes in handen houden om ervoor te zorgen dat iedere inwoner op een efficiënte wijze toegang krijgt tot afvalophaling die de volksgezondheid beschermt en die garanties biedt voor maximale recyclage. Lokale besturen kunnen zelfs in crisissituaties ingrijpen om de ergste nood te ledigen. Een voorbeeld daarvan is de opvordering van personeel door de Gentse burgemeester om de grootste problemen op te ruimen. Afvalbeheer kun je niet op dezelfde wijze organiseren als de verkoop van het eerste het beste consumptieproduct. Dat heeft Gent nog eens geïllustreerd: als het misloopt met het beheer van afval, dan zijn de gevolgen al heel snel niet meer te overzien. Des te meer reden om ervoor te zorgen dat een democratisch lokaal verkozene er verantwoordelijk én aanspreekbaar voor is en blijft.

Lokaal juli 2015

3


26

CHRISTOF DELATTER

special afvalbeleid

40

STEFAN DEWICKERE

inhoud • juli 2015 • nummer 2

Afvalbeleid in beweging 26 Interview met Philip Heylen en Paul Macken Wereldafvalcongres komt naar Antwerpen

Van 7 tot 9 september ontvangt Antwerpen het wereldcongres van de International Solid Waste Association. Antwerps schepen en voorzitter van het organiserend comité Philip Heylen ziet het congres als het succulente voorgerecht voor de belangrijke wereldklimaatconferentie later op het jaar in Parijs. Paul Macken, directeur van IOK Afvalbeheer en voorzitter van INTERAFVAL, noemt de komst van de wereldwijde afvalsector een unieke kans voor lokale beleidsmakers om te leren en te netwerken.

30 Stedenbanden en afvalbeheer over de grenzen heen

25

32 De grote lijnen van het nieuwe afvalstoffenplan 36 VN vraagt meer politieke aandacht voor afvalbeheer 38 Strijd tegen marien afval begint op het land

40 Demografie zet sorteerresultaten onder druk

42 Recyclageparken: van hypermarkt tot buurtwinkel

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 46 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Marleen Capelle, Katrien Gordts, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Nora Van Meeuwen, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@cprojects.be, T 03-326 18 92

4 juli 2015 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 70 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 57 euro Niet-leden: 130 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Luc Martens, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Stijn Quaghebeur, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Marnic De Meulemeester, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG

??


64

STEFAN DEWICKERE

STEFAN DEWICKERE STEFAN DEWICKERE

VLM

60

3 opinie Vuilnisman,superman! 70 column Minder gemeenten, meer zee!

mens & ruimte

46 Kort nieuws, print & web, oproepen 50 Al zes maanden zonder pesticiden

bestuurskracht

6 Kort print & web, perspiraat, Nix 10 Toekomst gemeentelijk strafregister weinig rooskleurig 15 Burgers in het internettijdperk: radicaal digitaal?

Overheden kiezen voor hun dienstverlening en communicatie steeds meer voor digitale kanalen. Maar willen burgers dat wel? Onderzoek toont dat burgers niet enkel digitaler maar ook ‘omnimedialer’ worden. Gedrukte en mondelinge communicatiekanalen zijn nog lang niet dood, voor bepaalde onderwerpen blijven ze de voorkeur van de inwoners genieten.

18 Een neus voor Europa: ondernemingen in het vizier 20 De raad van Dendermonde Op de kleintjes letten 22 column De zevende

BART LASUY

54

54

52 Fietsstraten in Vlaanderen

Gemeenten zetten steeds meer in op de veiligheid en het comfort van zachte weggebruikers. De fietsstraat is een middel om dat te doen. Toch heeft vier jaar na de invoering van de eerste fietsstraat in Gent nog maar een handvol gemeenten de stap gezet. Welke zijn de obstakels en hoe kunnen gemeenten daar creatief mee omspringen?

54 Ruimte voor voedsel verbindt stad en platteland 58 Zorgzaam Zoersel verbindt 60 OCMW: sterk werk

‘Als we maar plezier maken!’ beweging

63 Algemene vergadering: voor sterke lokale besturen 64 Netwerk Werkgroep burgerzaken en vreemdelingen Zoeken naar werkbare procedures voor complexe regelgeving 66 Kort laureaat, perspiraat, tweets en tweeps 68 agenda

Lokaal juli 2015

5


bestuurskracht perspiraat

“Een fusie van diensten is volgens mij veel beter dan een fusie van gemeenten. Laten we in de toekomst vooral kijken hoe we als gemeenten nog beter kunnen samenwerken. Zonder echte gemeentefusies, zodat we het dorpsgevoel kunnen bewaren.” Burgemeester Franki Van de Moere van Sint-Laureins over samenwerking tussen gemeenten in het Meetjesland – De StreekkrantMeetjesland 17/6 “Als er buiten niets te doen is, dan ga je tv kijken. Ik snap niet dat sommige steden daar zo weinig aandacht voor hebben. Als je een hele generatie kinderen voor de tv laat zitten, hoe wil je dan geëngageerde burgers krijgen?” Serge Depraetere, ontwerper speelse landschappen – e-zine Kind & Ruimte juni 2015 “De 130 miljoen euro voor de sectorsubsidies gaan integraal naar het gemeentefonds. De Vlaamse regering wil lokale besturen meer vertrouwen en verantwoordelijkheid geven. We moeten overigens ook een beetje bescheiden zijn: lokale besturen investeren ettelijke keren meer in die verschillende sectoren dan wat wij hen geven.” Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) – Belga 16/6 “De klimaatimpact van een nietgeïsoleerde negentiende-eeuwse stadswoning is ongeveer de helft van die van een ‘ecologische’ passiefwoning in het buitengebied. Waarom? De tweede noopt de bewoners tot intens autogebruik. Willen we écht werk maken van een klimaatbeleid, maar ook van energiebeleid, milieubeleid, ruimtelijk beleid én mobiliteitsbeleid, dan moeten we een einde maken aan onze auto-afhankelijkheid.” Mobiliteitsexpert Kris Peeters – De Standaard 18/6 We hebben een volledige en accurate verkeersbordendatabank nodig als we de zelfrijdende wagen ook op onze wegen willen verwelkomen. Slimme wagens rijden namelijk niet op domme wegen”. Vlaams Parlementslid Joris Vandenbroucke (SP.A)over de registratie door gemeenten van snelheidsgerelateerde en andere verkeerssignalisatie – Belga 21/6

6 juli 2015 Lokaal

nieuws

Alleen federale overheid kan fusie gemeente-OCMW opleggen of mogelijk maken De federale overheid kan met een gewone wet de fusie gemeente-OCMW opleggen of mogelijk maken, de gewesten kunnen dat niet. Voor de faciliteitengemeenten is een aanpassing van de Bijzondere Wet vereist. Dat heeft minister van Maatschappelijke Integratie Willy Borsus op 17 juni 2015 geantwoord op vragen van Kamerleden Muriel Gerkens, Egbert Lachaert, Valerie Van Peel en Stefaan Vercamer. ‘Het gaat om een complex dossier dat een minutieuze voorbereiding, een grondige juridische analyse en, in voorkomend geval, een zekere politieke arbitrage vergt,’ zo zei de minister. Borsus beschikt intussen over verschillende studies over het onderwerp, en uit zijn antwoorden – hij heeft het over ‘de meerderheid van de studies’ – kunnen we afleiden dat die niet allemaal hetzelfde zeggen. Hij beloofde de werkstukken snel ter be-

schikking te stellen van het Parlement. De minister wil binnenkort met een plan van aanpak naar de federale regering gaan. Of er daarmee eindelijk ook meer duidelijkheid zal komen, is nog maar de vraag. We weten intussen dat voor een eventuele fusie van gemeente en OCMW niet alleen de federale OCMW-wet moet worden aangepast, maar ook vele tientallen andere federale en gewestelijke wetten, decreten en besluiten. De vraag klinkt dan ook steeds luider of de timing van de Vlaamse regering – een volledige integratie gemeenteOCMW tegen 1 januari 2019 – nog wel haalbaar is zonder in een juridische en dus ook sociale chaos terecht te komen. jan leroy

Het antwoord op de parlementaire vraag is te lezen via www.dekamer.be/doc/CCRI/ pdf/54/ic196.pdf.

Vlaanderen lanceert bestuurskrachtmonitor voor gemeenten De Vlaamse overheid heeft een bestuurskrachtmonitor voor gemeenten gelanceerd. Hij is gebaseerd op het recente onderzoeksrapport over bestuurskrachtmeting en -potentie. Een gemeente kan zelf een rapport genereren met daarin een hele reeks indicatoren die voor de eigen bestuurskracht (wellicht) een rol spelen. Het instrument wordt overigens ook genuanceerd. Zo wijst het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) erop dat de monitor ‘niet de volledige complexiteit van bestuurskracht kan vatten’, omdat nogal wat aspecten ervan moeilijk op basis van indicatoren in beeld te brengen zijn. Daarom werd de set van indicatoren aangevuld met richtvragen voor zelfevaluatie, waarmee een bestuur zijn bestuurskracht autonoom in kaart kan brengen. ‘De bestuurskrachtmonitor is een uitnodiging voor de

gemeenten om een proces van zelfreflectie over (de verbetering van) hun bestuurskracht op gang te brengen,’ stelt het ABB. ‘De gebruiksfinaliteit van het instrument is “leren”: gemeenten kunnen op basis van deze zelfevaluatie de stap zetten naar remediëring op maat van hun bestuur.’ De VVSG was via Mark Suykens betrokken bij het onderzoeksproject. De terbeschikkingstelling van de monitor zelf gebeurde buiten de VVSG om. jan leroy

De bestuurskrachtmonitor vindt u op http://aps.vlaanderen.be/lokaal/bkm/ bkm.htm Meer informatie over het instrument leest u op www.binnenland.vlaanderen.be, knop bestuurlijke organisatie, lokale bestuurs‑ krachtmonitor


print & web

T GEZOCH

Mandataris met een mening over BBC

RemBrand Brandveiligheid is coproductie

Brandveiligheid als coproductie: handreiking

Alle gemeenten en OCMW’s passen de beleids- en beheerscyclus (BBC) toe. Bij het Agentschap Binnenlands Bestuur is er een grondige evaluatie van de BBC begonnen. Ook de VVSG doet hieraan mee en organiseert een eigen enquête bij alle mandatarissen. Bent u burgemeester, schepen, OCMWvoorzitter, gemeenteraadsvoorzitter of raadslid? Hebt u een mening over de beleids- en beheerscyclus en hebt u 15 minuten tijd? Dan wordt u vriendelijk uitgenodigd deel te nemen. Als u een mail naar ben.gilot@vvsg.be stuurt, krijgt u per kerende een link naar de enquête.

​ randweer Nederland heeft B nieuwe aanbevelingen uitge‑ werkt voor een brandveilige samenleving, waarin wordt gepleit om af te stappen van het criterium ‘aanrijtijden’. Brandveiligheid is in deze optiek een taak van iedereen – bur‑ gers, organisaties, gemeenten én de brandweer – met maar één gezamenlijk doel: minder branden, minder slachtoffers en minder schade. De handreiking biedt interessante lectuur voor de opmaak van de meerjarenbe‑ leidsplannen van de hulpverle‑ ningszones. De publicatie is te vinden op www.brandweernederland.nl, via de zoekterm ‘Rembrand’

ben gilot

STEFAN DEWICKERE

Gids voor startende leidinggevenden in lokale besturen

Actualisering kadastrale inkomens: een dossier met veel aspecten Begin mei 2015 stak de discussie over de al lang uitblijvende actualisering van de kadastrale inkomens (KI) opnieuw de kop op. Het debat dijde al snel uit naar een eventuele belasting op huurinkomsten (als onderdeel van de zogenaamde taxshift), de mogelijkheid om het tarief van de gemeentelijke opcentiemen variabel te maken enzovoort. Maar snel bleek ook dat het federale

kadastrale inkomen sterk verbonden is met de Vlaamse onroerende voorheffing en de gemeentelijke opcentiemen. Het is dus een complexe aangelegenheid, die zich niet in enkele slogans laat samenvatten. Daarom heeft de VVSG een dossier opgesteld waarin de problematiek zo goed mogelijk wordt geschetst. Meteen is ook duidelijk dat een discussie over mogelijke hervormingen

van het kadastrale inkomen niet kan of mag gebeuren zonder betrokkenheid van de lokale besturen, want de budgettaire impact van eventuele wijzigingen zit vooral bij hen. jan leroy

Bekijk het dossier via www.vvsg.be, knop werking en organisatie, financiën, aanvul‑ lende belastingen (bericht van 4 juni 2015)

In lokale administraties is een stevige kennis van zowel de po‑ litieke als de ambtelijke context en een goed inzicht in de werking van ondersteunende diensten voor elke beginnende leiding‑ gevende – secretaris, ploegbaas, diensthoofd – van groot belang. In deze praktische leidraad gaan zeven ervaren professionals op zoek naar de grootste uitdagin‑ gen voor beginnende leiding‑ gevenden in lokale overheden. In toegankelijke vraag- en antwoordvorm verstrekken ze waardevol advies en nuttige tips voor alle relevante processen en procedures in hun eigen experti‑ sedomeinen: HR, administratie, strategie, ICT, financiën, facility management en communicatie K. De Grande, E. De Vries e.a., Gids voor startende leidinggevenden in lokale besturen, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 35 euro

Lokaal juli 2015

7


bestuurskracht print & web

nieuws

VVSG en OVSG stellen oplossingen voor scholenbouw voor Wanneer bedrijfsleider Vincent Verhelst enkele moeilijke maar noodzakelijke beslissingen neemt om de toekomst van speelgoedfabriek Walhalla nv veilig te stellen, wordt hij ge‑ confronteerd met een opstand van zijn werknemers en de inwoners van zijn stad: tegen de zoveelste ontslaggolf, tegen de automatisering en tegen de uitholling van hun rechten als werknemer. Vincent zit met de handen in het haar: dit is niet het beleid waar hij symbool voor wil staan. Hij werkt daarop een veelzijdig plan uit waar zowel zijn bedrijf, zijn werknemers als de inwoners van zijn stad beter van worden, met het zogenaamde Walhallaaandeel als basisinkomen. Loopt op dit punt de fictie over in de werkelijkheid? Bestaat er een arbeidsmodel waarbij automatisering en flexibilise‑ ring in bedrijven hand in hand kunnen gaan met menselijke waarden als geluk en plezier? Ontdek het in dit inspirerende boek. De auteur is zelf hoofd van de personeelsdienst bij de gemeente Beersel. M. Wauters, Werken in Walhalla: Dromen van een beter arbeidsmodel voor werknemers en werkgevers, Uitgeverij Acco, Leuven, 24.50 euro Marokkaanse en Turkse Belgen:

RUDI DE JONGHE

Werken in Walhalla

Speelplaatsen van scholen lenen zich uitstekend voor breed gebruik door de buurt.

De Vlaamse overheid werkt op dit moment aan een masterplan scholenbouw. Dat is hoognodig. Veel gebouwen zijn aan renovatie toe, er is te weinig plaats voor elk kind en het budget is ontoereikend. Om te vermijden dat we in de toekomst opnieuw in zulke precaire situatie terechtkomen, moeten we het anders aanpakken. Daarom doen het OVSG en de VVSG samen suggesties aan de Vlaamse overheid. Het lokale bestuur moet een sleutelrol kunnen spelen in het schoolgebouwendossier. Zo kunnen de beschikbare middelen efficiënt worden benut, en bouwen we aan het multifunctionele schoolgebouw van de toekomst. De vijf concrete voorstellen van het OVSG en de VVSG komen neer op:

- een groter subsidiebudget, dat creatiever kan worden besteed - een sleutelrol voor de gemeente bij het afwegen van behoeften en investeringen in schoolgebouwen - de Vlaamse overheid behoudt een zekere zeggenschap over gefinancierde infrastructuur - wegwerken van tegenstrijdige regels om multifunctioneel gebruik van gebouwen mogelijk te maken - een meer uniform systeem van schoolgebouwenfinanciering voor alle netten. anne berckmoes

Lees meer uitgebreid over de voorstellen via www.ovsg.be, meer informatie ook via anne. berckmoes@ovsg.be

Tot 30 september Belgische Prijs Veiligheid en Preventie 2015 Heeft u met uw gemeentedienst, politiezone, brandweerkorps of hulpverleningszone, voetbalclub of vzw voor maatschappelijk nut een mooi project lopen dat aantoonbaar

8 juli 2015 Lokaal

werkt aan preventie en veiligheid? Gaat het daarbij ook nog om een vernieuwend idee? Stel u dan kandidaat om de 22ste Belgische Prijs voor Veiligheid en Preventie te winnen.

Informatie en voorwaarden vindt u via de volgende url: www.besafe.be/in-de-kijker/ oproep-deelname-belgische-prijs-veiligheiden-preventie-2015


print & web

STAD BRUGE CEL FOTOGRAFIE

De GAS-procedure

Europese aanbevelingen helpen lokale besturen fair trade promoten Lokale besturen die eerlijke (wereld)handel promoten, doen heel belangrijk werk. Gemeenten kunnen in hun aankoopbeleid criteria opnemen die rechtvaardige werkomstandigheden en zorg voor het milieu vereisen bij ontginning, verwerking of transport van de aan te kopen producten (bijvoorbeeld werkkledij, bouwmaterialen, ICT-producten, voeding). Het Europese Comité van de Regio’s (CoR) publiceerde een studie met aanbevelingen om een Europese strategie voor fair trade te ontwikkelen. De rol en betrokkenheid van lokale besturen staat hierin dik in de verf. De studie bevat informatie over beleidskaders en initiatieven die fair trade ondersteunen in verschillende Europese landen. De CoR eindigt met aanbevelingen aan verschillende overheidsniveaus (Europa, België en Vlaanderen, de lokale besturen). Voor lokale besturen met interesse in fair trade vormt deze publicatie een schitterende basis en inspiratiebron. ashley hennekam

Meer informatie over de studie is te vinden op http://lra4dev.cor.europa.eu/portal/EN/news/Pages/fairtrade.aspx

Dit boek bespreekt en evalueert het GAS-systeem grondig en sys‑ tematisch, vanuit procedureel en ju‑ ridisch-technisch oogpunt en vanuit het referentiekader waarmee pro‑ blemen omtrent de toepassing van de GAS-wetgeving kunnen worden opgelost. Een korte schets van de wetsgeschiedenis en de krijtlijnen van de huidige procedure helpen bij het opstellen van een normatief ka‑ der, dat een leidraad vormt door het kluwen van internationale normen, grondwetsbepalingen en beginse‑ len uit het bestuurs- en strafrecht. In dat kader wordt vervolgens de GAS-procedure geanalyseerd voor de diverse sancties en voor meer‑ der- en minderjarigen. Alle aspecten komen aan bod. Van de opmaak van een GAS-reglement, tot de diverse beroepsuitwegen komen aan bod. Er is ruime aandacht voor nieuwe elementen zoals de leef‑ tijdsverlaging voor minderjarigen, de overtredingen op het stilstaan en parkeren, het GAS-register en de onmiddellijke betaling. Concrete aspecten zoals de hoorzitting, de lokale bemiddeling en de procedure voor minderjarigen worden in detail toegelicht. Het boek bevat ook sug‑ gesties voor de verbetering van de huidige procedureregeling. E. Van Gool, De GAS-procedure: rechtsbescherming bij gemeentelijke administratieve sancties, Uitgeverij Larcier, Gent, 70 euro

nix

Lokaal juli 2015

9


bestuurskracht strafregister

Toekomst gemeentelijk strafregister weinig rooskleurig In het najaar krijgt een beperkt aantal gemeenten rechtstreeks toegang tot de centrale databank met veroordelingen van Justitie. Dat betekent niet dat de gemeentelijke strafregisters onmiddellijk ophouden te bestaan. Tijdens een lange overgangsperiode zullen gemeenten de uittreksels voor de burger moeten samenstellen op basis van twee gegevensbronnen en dat veroorzaakt flink wat problemen. tekst tom de schepper en kris torfs beeld stefan dewickere

N

a een jaar van intens overleg tussen de verenigingen van steden en gemeenten, de verenigingen van ambtenaren en beambten van de burgerlijke stand (in Vlaanderen VLAVABBS) en de federale overheidsdienst Justitie heeft die laatste een visie op de toekomst van het gemeentelijk strafregister ontwikkeld. Een beperkt aantal gemeenten zal in het najaar voor het eerst rechtstreeks aangesloten worden op de centrale databank met veroordelingen van Justitie. Uit die databank zullen ze uittreksels kunnen halen om door te geven aan de burger. Dat betekent echter niet dat de gemeentelijke databanken met veroordelingen onmiddellijk ophouden te bestaan. Daarvoor is immers in een lange overgangstermijn voorzien. Gemeenten zullen in die periode de uittreksels voor de burger moeten samenstellen op basis van twee gegevensbronnen. Dat levert een hoop problemen op die de FOD Justitie heel goed kent. De VVSG en de VLAVABBS hebben ze vorig jaar in een lijvige nota voor de directie rechterlijke organisatie van de overheidsdienst gebundeld. Zij hadden hun huiswerk tijdig klaar, daarna had de overheidsdienst het zijne moeten doen en een op oplossingen gericht voorstel moeten uitwerken. Dat liep echter veel moeizamer dan verwacht. Veel heeft te maken met de centrale databank met veroordelingen van Justitie die nog veel niet-geregistreerde of gebrekkige dossiers bevat. Ideaal: ĂŠĂŠn grote databank Waar de informatie ook zit en wie ze ook inbrengt, het zou ideaal zijn de gemeentelijke strafregisters en het Centraal Strafregister aan elkaar te koppelen zo-

10 juli 2015 Lokaal


Wat ligt er nu zo gevoelig? Er valt nogal wat aan te merken op de voorstellen van Justitie. Hoewel ze vooral technisch van aard zijn, kunnen ze zwaar op de interne werking wegen en de dienstverlening aan de burger aanzienlijk vertragen. Dat probeerden we nu net te vermijden.

dat er één grote databank ontstaat. Dat was in 2013 nog de ambitie. Dat spoor werd verlaten omdat het voor Justitie te veel werk zou meebrengen. Het enige lichtpunt is dat de griffies van de politierechtbanken sinds december 2014 alle veroordelingsbulletins elektronisch invoeren in het Centraal Strafregister. Toch sturen ze die bulletins vandaag ook nog eens op papier naar de gemeenten, die ze op hun beurt ingeven in de gemeentelijke registers. Zolang niet alle gemeenten aangesloten zijn op de centrale databank, is het onmogelijk die sterk verouderde praktijk stop te zetten, want dan zouden veroordelingen niet meer op het uittreksel verschijnen en dat zou een groot risico inhouden. Deadline weer niet gehaald Naast de vele en dikwijls vage denksporen die Justitie op veel overlegmomenten voorstelde, werd het project nog ten gevolge van andere factoren vertraagd. De overheids-

Waar de informatie ook zit en wie ze ook inbrengt, het zou ideaal zijn de gemeentelijke strafregisters en het Centraal Strafregister aan elkaar te koppelen zodat er één grote databank ontstaat. Dat spoor werd verlaten omdat het voor Justitie te veel werk zou meebrengen. dienst had aanvankelijk een consultant ingeschakeld om het op technisch vlak uit te werken. Die heeft een pak voorbereidend werk verricht en stelde een overzicht op van alle informatiestromen waarmee het Centraal Strafregister vandaag en in de toekomst te maken zou krijgen. Dat was zeer nuttig werk, maar het maakte de focus van het project niet eenvoudiger. Gemeenten vragen immers enkel dat zij snel toegang krijgen tot de centrale databank en dat die in orde is. Omdat Justitie dit niet kon garanderen tegen het jaareinde van 2014, besliste het federale parlement in december in allerijl om het project nog maar eens drie jaar uit te stellen, ondanks protest van de gemeenten. Pas in februari 2015 werden de burgemeesters met een heel korte rondzendbrief van het nieuwe uitstel op de hoogte gebracht. Om budgettaire redenen zette de overheidsdienst rond de jaarwisseling het contract met de consultant stop en besloot de stafdienst ICT het project

• Minister Geens wil de vermelding van de minnelijke schikkingen in het strafregister van de burger. Gemeenten registreren die vandaag in het strafregister, op vraag van de parketten. Die praktijk is alleen gebaseerd op een rondzendbrief. Gemeenten willen dat niet meer doen. Hetzelfde geldt voor de registratie van interneringen op vraag van het parket. • De federale overheidsdienst Mobiliteit beschikt met Mercurius over een register rijbewijzen. Een verval van het recht van stu‑ ren wordt daar nu niet in opgenomen. Gemeenten registreren dat wel in het strafregister. Er moet een koppeling tussen de databanken komen. • De federale overheidsdienst Werk, Arbeid en Sociaal Overleg vraagt vandaag een uittreksel uit het strafregister aan gemeen‑ ten voor het afleveren van eretekens. Deze overheidsdienst moet eveneens rechtstreeks toegang krijgen tot het Centraal Strafregister. • De moraliteitsattesten die gemeenten vandaag afleveren met het oog op het openen van een slijterij voor gegiste dranken, wor‑ den samengesteld op basis van het strafdossier van de burger. De minister moet maatregelen treffen om die mogelijkheid in de toekomst te behouden. • Het Centraal Strafregister zal niet aan de gemeentelijk ambte‑ naar kunnen meedelen of een burger over een ‘blanco’ strafdossier beschikt. Nochtans zijn de meeste ingezetenen van ons land in dat geval. Die informatie gaat verloren bij inwonerswijzigingen. De overheidsdienst Justitie heeft dit punt niet verder onderzocht. • Wanneer de gemeente een uittreksel uit het Centraal Straf‑ register haalt, zal zij niet verantwoordelijk zijn voor de in‑ houd. Toch bepaalt Justitie dat de burgemeester of ambtenaar van de burgerlijke stand het uittreksel moet ondertekenen en van een stempel van de gemeente moet voorzien. Gemeen‑ ten willen die verantwoordelijkheid bij de aanvrager leggen en vragen om in een elektronische handtekening te voorzien. • Voor een efficiënt beheer van documentstromen moet Justitie het mogelijk maken dat het uittreksel in de toekomst digitaal afgeleverd wordt en dat de burger de aanvraag ook digitaal naar de gemeente of naar het Centraal Strafregister kan versturen. Er moet zo snel mogelijk een efficiënt gebruikersbeheer op basis van de elektronische identiteitskaart tot stand komen. Ook dat is niet geregeld. • De overheidsdienst zal deze zomer zelf enkele gemeenten aan‑ schrijven die vanaf dit najaar de nieuwe toepassing mogen testen. De selectie is gebaseerd op de betrokkenheid bij het project, de deelname van gemeenten zonder softwareleverancier en be‑ volkingsaantallen. Ook andere gemeenten en softwareleveran‑ ciers moeten de kans krijgen om te testen. Veel opmerkingen zijn eenvoudig te beantwoorden door een volle‑ dige digitalisering van de procedure voor aanvraag en aflevering van een uittreksel uit het strafregister. Andere opmerkingen kunnen opgelost worden wanneer het Centraal Strafregister geraadpleegd kan worden door andere overheidsdiensten en gekoppeld wordt aan het Rijksregisternummer. De problemen zijn gekend en de oplossin‑ gen zijn voorhanden, nu moet Justitie er alleen nog werk van maken. Meer informatie op www.vvsg.be en www.vlavabbs.be

Lokaal juli 2015

11


bestuurskracht strafregister

De voorstellen van Justitie kunnen de dienstverlening aan de burger aanzienlijk vertragen.

voortaan intern op te volgen. Het overleg met de gemeenten bleef wel doorgaan. Dat het technische overleg vaak in het Frans verliep, was niet echt handig. Minimale vereisten Omdat het niet duidelijk was hoe het project zou evolueren en om te vermijden dat het nieuwe uitstel voor Justitie een aanleiding zou zijn om achterover te leunen, stuurden enkele gemeenten boze brieven. Ze konden immers niet beoordelen of er een aanpassing aan hun eigen gemeentelijke databank nodig was, wanneer het project van start zou gaan en of de werklast zou toe- of afnemen. In enkele gemeenten was de interne werkorganisatie al herschikt, omdat Justitie nu eenmaal niet communiceerde. Er was niet alleen voor de gemeenten onzekerheid, maar

Het gevoel overheerst dat Justitie de voorbije maanden vooral naar de eigen prioriteiten heeft gekeken en niet naar die van de gemeenten. ook voor hun medewerkers aan het loket. Om die onzekerheid weg te nemen hebben de VVSG en de VLAVABBS dit voorjaar een brief gestuurd naar de minister met enkele minimale vereisten voor de verdere uitvoering van het project. We vroegen een beperkte impact op de interne werking, een overgangstermijn en enkele maanden proefdraaien met de toepassing bij enkele gemeenten en softwareleveranciers. Het document ‘business’ Na enig aandringen is de overheidsdienst op die vragen ingegaan. In maart ontvingen we een voorstel met een planning voor de komende drie jaar, het zogenaamde document ‘business’. Na een bespreking in de bestaande stuurgroep, aangevuld met 12 juli 2015 Lokaal

vertegenwoordigers van de andere regio’s van het land, kwam er eind mei een finaal voorstel. Dat leidde tot gelatenheid bij de vertegenwoordigers van gemeenten en de softwareleveranciers. Ze hadden het gevoel dat er geen rekening werd gehouden met de bezorgdheden over de praktische uitvoering van het project en de gevolgen voor een vlotte interne werking. De overheidsdienst tracht daar ondertussen een concreter antwoord op te geven, maar geeft zichzelf wel de nodige marge door te vermelden dat die bezorgdheden ‘buiten de scope’ van het project vallen. Het is dus maar de vraag of het overleg van de voorbije maanden veel nut heeft gehad. Pilotgemeenten De VVSG, de VLAVABBS en vertegenwoordigers van enkele Vlaamse gemeenten en politiezones hebben dit dossier van heel nabij opgevolgd. We vinden het verdedigbaar om gedurende een beperkte overgangstermijn de gegevens voor het uittreksel uit twee bronnen te halen: het gemeentelijke strafregister voor historische veroordelingen en het Centraal Strafregister voor nieuwe veroordelingen. Die koppeling tussen bronnen kan volgens Justitie gemaakt worden door een aanpassing aan de bestaande softwarepakketten. Justitie voorziet dat gemeenten die vandaag geen softwarepakket hebben, via een directe toegang het Centraal Strafregister kunnen raadplegen. Niets verbiedt de andere gemeenten ook die directe toegang te gebruiken. Dat mag evenwel de interne werking niet in het gedrang brengen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering mag niet bij de gemeente of de burgemeester gelegd worden. Dat lijkt nu net wel te gebeuren. Daarom hebben we in juni een laatste overleg met de minister gevraagd. Het gevoel overheerst dat Justitie de voorbije maanden vooral naar de eigen prioriteiten heeft gekeken en niet naar die van de gemeenten. Tom De Schepper is VVSG-stafmedewerker politie en veiligheid Kris Torfs is directeur burgerzaken stad Leuven en volgt dit dossier op bij VLAVABBS


DE STADSKERN NAAR EEN HOGER NIVEAU DMI VASTGOED BRENGT MEERWAARDE IN KERNVERSTERKING

Een stads- of dorpskern versterken is meer dan

eventuele andere publieke partners in een

motor voor stadsontwikkeling in de ruime

een groep verkrotte woningen slopen en het

open gesprek op de potentiële meerwaarde

zin te zijn: de lokale economie trekt aan,

terrein opnieuw volbouwen. Binnenstedelijke

die een bijsturing van de stedenbouwkundige

buurtbewoners nemen initiatief om de eigen

kernversterking vraagt een duidelijke visie

plannen inhoudt.

woning te verfraaien, …

die breder kijkt dan het projectgebied alleen. Door ook naar de omgeving te kijken brengt de versterkingsoefening meerwaarde voor het sociale en economische weefsel. Dat is waar DMI Vastgoed op inzet. Een succesvolle binnenstedelijke kernversterking bevat enkele onmisbare ingrediënten: een doordacht stedenbouwkundig plan, een nauwe

STADSPLEIN GENK

ANICIUS TONGEREN

samenwerking met de publieke partner, inzicht in en rekening houden met de verwachtingen van de omliggende buurt en een gezonde mix van

CASE STUDY: ANICIUS TONGEREN

functies.

In

STEDENBOUWKUNDIGE MEERWAARDE Ruim

15

Vastgoed

jaar

voegt

DMI

ingrediënten

Anicius

Een grote parking voor het stadhuis kreeg in

Tongeren - dat commerciële activiteiten,

woon-

en

dit project een kwalitatieve invulling met een

99

appartementen,

assistentiewoningen

leefproject een en

rustoord, een

43

woonwinkelproject aangevuld met een hotel,

zorghotel

bibliotheek en jeugdcentrum. De nieuwe

toe

combineert in een stadspark – lag de sleutel

entiteiten vormen een sterke wand voor het

stadskernontwikkelingen.

om twee stadsdelen opnieuw met elkaar te

nieuwe plein en sluiten tegelijkertijd aan bij

Onze projectontwikkelaars vertrekken daarbij

verbinden. Hiertoe hebben we het stadspark

de bestaande architectuur in de onmiddellijke

altijd vanuit een grondig marktonderzoek.

publiek ingericht en doorsteken gecreëerd

omgeving.

Daarin gaan ze na welke mogelijkheden

tussen de wijk Nieuw Tongeren en het

de omgeving biedt en welke behoeften er

stadscentrum.

aan

die

al

het

CASE STUDY: STADSPLEIN GENK

zijn

zijn op het vlak van wonen, handel, horeca, kantoorruimte of zorg. In een tweede stap

KWALITATIEVE ARCHITECTUUR

Benieuwd naar hoe DMI Vastgoed

trekken ze met die behoeftestudie naar een

De architectuur en omgevingsaanleg van het

meerwaarde

kan

ontwerpteam. De noden en mogelijkheden

kernversterkende project stemmen we af op

van

kernversterkingsplannen?

van de plek bepalen of we hier een architect

de omgeving. Het doel is de ontwikkeling

Bel ons op 011 859 713 of mail naar

met nationale faam inzetten of eerder samen

vlekkeloos te integreren in het stedelijk weefsel.

info@dmi.be

werken met een lokale speler die de plek en

Zo zijn het project en de buurt een meerwaarde

vrijblijvende

zijn mogelijkheden door en door kent. Wanneer

voor elkaar.

projectontwikkelaar

uw

bieden

voor afspraak uit

www.dmi.be

we in deze ontwikkelingsfase vaststellen dat de stedenbouwkundige mogelijkheden

Wanneer we uitgaan van deze beproefde

onderbenut blijven, wijzen we het bestuur en

aanpak bewijst de vastgoedontwikkeling een

in

DMI Vastgoed | Herkenrodesingel 4b | BE-3500 Hasselt | Tel. +32 (0)11 85 97 13 | Fax +32 (0)11 60 53 87 | info@dmi.be | www.dmi.be Vestiging Antwerpen | Jan van Gentstraat 1 B101 | BE-2000 Antwerpen | Tel. +32 (0)3 216 86 50 | Fax +32 (0)3 844 15 40 Vestiging Brussel | Koninklijk Pakhuis-Tour & Taxis | Havenlaan 86C, 206 | BE-1000 Brussel | Tel. +32 (0)2 333 84 00 | Fax +32 (0)2 333 84 01

één

een met

onze

uw

regio.


NIEUW IN DE VVSG-POCKETREEKS! OOK BESCHIKBAAR ALS E-BOOK!

De procedurevoorschriften rond tucht worden maar al te vaak als een belemmering gezien voor het voeren van een personeelsbeleid op maat. Om de stap naar tucht wat makkelijker te kunnen zetten, werden twee handige draaiboeken uitgewerkt. In het eerste draaiboek wordt het lokaal bestuur stap voor stap begeleid bij het opstarten en uitvoeren van een tuchtprocedure tegen een personeelslid. Het tweede draaiboek gaat dieper in op de procedure voor preventieve schorsing. Naast de juridische omschrijving, de vormvereisten en de procedurele verplichtingen, is er ook aandacht voor de meest voorkomende tekortkomingen en procedurele valkuilen. Zo kan het bestuur met meer kennis van zaken de procedure tot een goed einde brengen.

DRAAIBOEKEN TUCHT EN PREVENTIEVE SCHORSING VOOR LOKALE BESTUREN

DRAAIBOEKEN TUCHT EN PREVENTIEVE SCHORSING VOOR LOKALE BESTUREN

MAUREEN LANDTSHEERE

DRAAIBOEKEN TUCHT EN PREVENTIEVE SCHORSING VOOR LOKALE BESTUREN POCKETS OCMW EN MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

ISBN978-2-509-02411-4

9

782509 024114

pockets

10%

De procedurevoorschriften rond tucht worden maar al te vaak als een belemmering gezien voor het voeren van een personeelsbeleid op maat. Om de stap naar tucht wat makkelijker te kunnen zetten, werden twee handige draaiboeken uitgewerkt. In het eerste draaiboek wordt het lokaal bestuur stap voor stap begeleid bij het opstarten en uitvoeren van een tuchtprocedure tegen een personeelslid. Het tweede draaiboek gaat dieper in op de procedure voor preventieve schorsing.

bij bestelling van 10 exemplaren

KIES UW FORMULE + Boek € 29/25*

E-book € 25/19*

Boek + e-book € 39/€ 35*

* Prijs voor VVSG-leden

Wat kan u vinden in Draaiboeken tucht en preventieve schorsing?

VOORDELEN VAN HET E-BOOK

• Stap voor stap begeleiding bij de volledige procedure, van opstart van de tuchtprocedure en het tuchtonderzoek tot de beroepsprocedure. • Juridische omschrijving, vormvereisten en procedurele verplichtingen van de procedures • De meest voorkomende tekortkomingen en procedurele valkuilen • Modellen van beslissingen of brieven

• Tot 5x downloaden • Meteen beschikbaar • Geschikt voor desktop, tablet, smartphone en e-reader • Passages markeren en notities toevoegen • Aanpasbare lettergrootte, lettertype en achtergrondkleur meer info op de achterzijde

BESTELKAART

Ja, ik bestel

....... ex. van Draaiboeken tucht en preventieve schorsing voor lokale besturen. Boek | e-book | boek + e-book

VVSG-lid: ja | nee

(Schrappen wat niet past)

Naam: ................................................................................................

Uitgeverij Politeia

Functie: ............................................................................................

Keizerslaan 34 1000 Brussel

Bestuur/Organisatie: ......................................................................... Tel.: ..................................................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10

Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be 14 juli 2015 Lokaal

E-mail**: ...........................................................................................

DIRECTE ONTVANGST BIJ BESTELLING E-BOOK

Adres: ............................................................................................... BTW: ................................................................................................. *

Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten, geldig tot 30.09.2015. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet doorgegeven aan derden. Overeenkomstig de wet op de privacy hebt u inzage- en correctierecht. Consulteer steeds www.politeia.be voor actuele prijzen. Bij bestelling van een e-book wordt uw persoonlijke downloadlink gestuurd naar het opgegeven e-mailadres. ** Verplicht bij aankoop e-book.

 aan €.............*

Datum en handtekening


bestuurskracht communicatie

Burgers in het internettijdperk: radicaal digitaal? Radicaal digitaal. Dat is de richting die overheden inslaan voor dienstverlening en communicatie. Maar willen burgers dat wel? En hoe ver kunnen overheden hierin gaan? Een recente studie van Kortom, de vereniging voor overheidscommunicatie, toont dat de burger niet enkel digitaler maar ook ‘omnimedialer’ wordt. Gedrukte en mondelinge communicatiekanalen zijn nog lang niet dood. tekst eric goubin

L

okale overheden staan dicht bij hun burgers. Ze communiceren graag ‘inclusief’, dus op zo’n manier dat niemand uit de boot valt. Dan rijst de vraag welke kanalen ze daarvoor het best inzetten. Recente studies geven aan dat mensen niet alleen digitaler maar vooral ‘omnimedialer’ worden: ze gebruiken én digitale én mondelinge én gedrukte communicatiekanalen. Dat geldt zelfs voor jongere generaties. Een gemeente moet er dus goed over nadenken welke soort informatie ze het best via welk type kanaal aanlevert. Digitalisering troef De Vlaamse overheid kiest voor radicaal digitaal. De meeste lokale overheden hebben ondertussen elektronische loketten. De stad Antwerpen heeft haar stedelijk informatieblad afgeschaft. De in de Brusselse randgemeenten verspreide Randkrant zag haar budget gehalveerd. De onderwijsbladen Klasse werden grotendeels opgedoekt. De onderliggende filosofie is telkens dezelfde: we leven in een internetsamenleving, waarin ongeveer negen op de tien gezinnen thuis internet hebben. Dus kunnen we flink besparen op papier en distributie, en toch een groot bereik handhaven via digitale kanalen. Maar… de realiteit is enigszins anders. Zowel in Vlaanderen als in Nederland werd de voorbije jaren ‘kanalenonderzoek’ gevoerd: welke communicatiekanalen gebruiken welke mensen voor welk soort informatie? Een bundeling van een dertigtal onderzoeken in onder meer Amsterdam, Bornem, Edegem, regio Kortrijk, Mechelen, Nijmegen, Rotterdam, Sint-Katelijne-Waver en

Turnhout geeft een helder en behoorlijk eenduidig maar genuanceerd antwoord op die vraag. Het toont ook aan dat digitaliseren weliswaar voordelen heeft, maar niet altijd en zeker niet als het in ijltempo gebeurt.

brengen dat gewoonlijk in de belangstelling op het moment dat ze daarmee starten. Enkele maanden later is een groot deel van het publiek dat alweer vergeten. Als lokale overheden hun burgers zelf actief willen informeren (overheid zoekt

Correspondentie, facturen en andere belangrijke en vaak persoonlijke informatie krijgen mensen nog steeds het liefst via een gewone brief. Digitale facturen en officiële correspondentie via e-mail verdrinken al eens in overvolle e-mailboxen. Onderwerp bepaalt kanaalvoorkeur Een markante vaststelling is dat het onderwerp van de communicatie mee bepaalt aan welk kanaal mensen de voorkeur geven. Wie op zoek is naar overheidsinformatie maakt graag gebruik van digitale kanalen. Maar ook telefoneren en naar een loket gaan blijven populair. Dat is zeker het geval zodra mensen wat diepgaandere informatie willen, of als ze zeker willen zijn dat hun vraag goed terecht is gekomen. Zelfs digitaal vaardige burgers komen vaak toch nog liever naar het gemeentehuis. Daar zijn twee hoofdredenen voor. Ten eerste vertrouwen burgers persoonlijke, mondelinge informatie nog altijd een stuk meer dan de digitale varianten. Dat geldt nog meer als het over informatie gaat die veeleer complex of delicaat is, bijvoorbeeld over verbouwingen of over wat ze moeten doen bij een overlijden. Ten tweede zijn veel burgers onvoldoende op de hoogte van het bestaan van een elektronisch loket op de gemeentelijke website. Gemeenten die e-loketservices bieden,

burger), gaat de voorkeur van de ontvangers afhankelijk van het onderwerp naar digitale en/of papieren kanalen. Correspondentie, facturen en andere belangrijke en vaak persoonlijke informatie krijgen ze nog steeds het liefst via een gewone brief. Want digitale facturen en officiële correspondentie via email verdrinken al eens in overvolle emailboxen. Snelnieuws, achtergrondinformatie en beleving Inwoners zijn graag snel op de hoogte van wegen- en infrastructuurwerken, crisissituaties enzovoort. Dan zijn digitale kanalen het meest aangewezen: e-mail en e-zines, sociale media als Facebook en Twitter, sms-berichten of apps. Nog maar weinig gemeenten houden daarvoor stelselmatig e-mailadressen van hun inwoners bij. Puurs doet dat bijvoorbeeld wel. Zijn gemeentelijke informatiebladen nog relevant? Vast en zeker wel, complementair aan de gemeentelijke website Lokaal juli 2015

15


bestuurskracht communicatie

Communicatievoorkeur van burgers BURGER ZOEKT OVERHEID: Dit zijn voorkeurkanalen van burgers die zelf informatie en contact zoeken. Onderwerp

Medium (mondeling, digitaal, print)

Praktische informatie (contactgegevens, openingsuren…)

Website

Feitelijke informatie over diensten, producten…

Website

Premies en financiële voordelen

Loket en website

Vragen en bespreken van delicate informatie (financieel, medisch…)

Gesprek en telefoon

Informeren naar een stand van zaken

Telefoon

Administratieve correspondentie

E-mail en brief

Attest aanvragen

Loket en telefoon; website, maar e-loketten blijken nog maar weinig bekend en/of weinig vertrouwd

Inschrijven voor een activiteit

Loket en telefoon; website en e-mail

Meldingen doorgeven

Telefoon en loket; e-mail en website (+ potentieel van sociale media)

Mening over een project geven

Bewonersvergadering, loket, telefoon; website en e-mail

OVERHEID ZOEKT BURGER: Burgers geven voorkeur aan deze kanalen voor informatie die u hun actief wilt toesturen. Onderwerp

Medium (mondeling, digitaal, print)

Algemene informatie van de overheid (over diverse thema’s en diensten)

Website en e-mail; informatieblad, lokale pers, folders

Vrijetijdsaanbod

Website en sociale media; folders, flyers en brochures, tijdschrift

Snelnieuws over bv. openbare werken of verkeer

E-mail en sociale media

Informatie voor specifieke (groepen) burgers

Brief

Administratieve correspondentie

(in mindere mate e-mail); brief

Facturen

Gedrukte factuur via de post

die meer dan ooit een lokaal ‘informatiemoederschip’ is. De lijn is duidelijk: een nummer van een gemeentelijk informatieblad wordt vastgenomen en doorbladerd door gemiddeld drie inwoners op vier. Naarmate mensen in een andere levensfase komen (zich settelen in een gemeente, een gezin hebben, deelnemen aan verenigingsleven, zorgbehoeften krijgen…) neemt de interesse voor de informatiebladen toe. Gemeentelijke infor16 juli 2015 Lokaal

matiebladen zijn niet alleen zeer geschikt om actief te informeren over dienstverlening, maar ook om beleid toe te lichten, gemeenschapsinformatie te brengen, burgers en medewerkers in de kijker te zetten. Er bestaan uitstekende voorbeelden van dergelijke informatiebladen in onder meer Beerse, Ingelmunster, Mol. De stad Antwerpen schafte weliswaar eerder haar stedelijk informatieblad af, maar begon ondertussen met een nieuw

tijdschrift dat zich vooral richt op de 65-plussers. Enkele gemeenten beslisten weloverwogen minder maar betere informatiebladen uit te geven. Digitaler en omnimedialer Mensen worden hoe langer hoe digitaler, met een groter wordende rol voor smartphones en tablets. Tegelijk verkiezen ze in veel gevallen toch mondelinge en gedrukte communicatie. Want we worden


niet alleen digitaler maar ook ‘omnimedialer’: we gebruiken door en naast elkaar digitale, gedrukte en mondelinge communicatie. Communicatiediensten staan voor de uitdaging de inzet van hun

De toekomst zal lokale overheden in de richting van maatwerk duwen, waarbij mensen in mindere of meerdere mate zelf bepalen over welke thema’s ze via welk kanaal informatie krijgen. Die toe-

Analoog of digitaal?

ISBN 978-2-509-0

2394-0

9 782509 023940

We worden niet alleen digitaler maar ook ‘omnimedialer’: we gebruiken door en naast elkaar digitale, gedrukte en mondelinge communicatie. communicatie-instrumenten goed uit te kienen. Dat doet de gemeente Zwijndrecht bijvoorbeeld: per communicatieactie nadenken over welke kanalen het meest geschikt zijn om het beoogde effect te bereiken.

komst is dan wel digitaal, maar niet zo radicaal. Eric Goubin is onderzoeker en docent bij Kortom

Inclusief communiceren in de internetsamenleving, Temidden van de toenemende digitalise‑ ring van diensten en informatie moeten overheden ervoor zorgen dat geen enke‑ le bevolkingsgroep uit de boot valt. Dit boek toont hoe u in uw communicatie alle burgers blijft bereiken. Eric Goubin, www.politeia.be/kortom.

en Thomas More Mechelen.

advertentie

Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Puro zet zich ook in voor de bescherming van de regenwouden. Voor elk kopje koffie dat u drinkt, staan wij een financiële bijdrage af aan de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika duurzaam te beschermen.

www.purocoffee.com - 0800/44 0 88 Lokaal juli 2015

17


bestuurskracht Europese subsidies

Voor veel lokale besturen zijn Europese subsidies nog onbekend terrein. De opmaak van een Europese projectaanvraag wordt meestal geassocieerd met veel administratie en geregel. Het vraagt uiteraard inspanningen en kennis, maar geslaagde projecten tonen aan dat het kan. Met Lokaal zoomen we telkens in op de grote lijnen van een Europees programma. We illustreren waar mogelijk met voorbeelden uit gemeenten die deze subsidies al hebben verworven. Ter inspiratie en navolging. tekst betty de wachter beeld daniel geeraerts

Een neus voor Europa: ondernemingen in het vizier

B

eginnende ondernemers kunnen Europese ervaringen opdoen in een uitwisselingsprogramma dat specifiek op hen gericht is: het Erasmus for Young Entrepreneurs. Ze kunnen een tijdje meedraaien of aan workshadowing doen bij ervaren collega’s in het buitenland. De voorloper van dit initiatief was erg succesvol, waardoor dit onderdeel in de nieuwe programmaperiode behouden blijft. Deze ‘Erasmus’ levert een bijdrage aan de internationalisering van de KMO’s en dat is erg belangrijk voor hun positionering in de Europese interne markt en daarbuiten.

18 juli 2015 Lokaal

De dienst economie van gemeenten kan doorverwijzen naar dit programma en naar het netwerk dat op Vlaams niveau bestaat. Tegelijk kunnen lokale besturen gunstige omstandigheden creëren zodat KMO’s op hun grondgebied of in hun regio zich kunnen ontplooien. In 2013 ontving de afdeling Economie van Gent de Europese prijs voor de verbetering van de bedrijfsomgeving met het project ‘Starterscontract voor ondernemers’. Via zo’n starterscontract dat de ondernemers met de stad afsluiten, krijgen beginnende en bestaande ondernemers hulp bij de opmaak van een zakenplan en

ook professioneel advies en begeleiding zodat zij gedurende minstens drie jaar als zelfstandige kunnen functioneren. Het contract voorziet in een tegemoetkoming van 5000 euro voor die professionele ondersteuning en investering. De eerste twee à drie jaar zijn immers cruciaal voor een onderneming. Dit project dat nog steeds loopt, wil precies de slaagkansen in die beginjaren verhogen. www.oogent.be/nl/e-loket/start-ingent Betty De Wachter is VVSG-diensthoofd Internationaal


COSME, 2014 - 2020 Wat? Het programma COSME Budget staat voor het concurren tievermogen van ondernemingen en KM 2,3 miljard euro waarbij O’s. Het wil de slagkrach minstens 60 procent via t van Europe‑ de financiële se bedrijven versterken instrumenten wordt geg en ondernemerschap stim enereerd. ule ren . KMO’s vormen de ruggengraat van de Europese econom Contact ie: zij leveren 85 procent van de werkgele genheid. Bijzondere aan CO SME wordt centraal beh dac ht gaa t naa starters, jonge ondernem r eerd door de Europese Com ers, vrouwelijke ondernem missie ers en geïnte‑ via het agentschap EA SME (European resseerden die overwege Agenc y for Small and n met een bedrijf te beg Me diu m Sized Enterprises) innen. Het programma heeft vie r strategische invalshoe Covent Garden Building, ken: 1. de toegang tot financ Karel Rogierplaats 16 - 121 iering voor KMO’s verbet 0 Brussel http://ec.europa.eu/easm eren 2. de markt toegang zow e/en/contac t el in Europa als daarbuite n verbeteren cosme voor vla and 3. de werkomstandighed eren en voor duurzame KMO’s verbeteren Enterprise Europe Netw 4. ondernemerscultuur en ork Vlaanderen (met Ag ondernemerschap stimule entschap ren. Ondernemen, Flanders Investment and Trade en het Agentschap voor Innova Voor wie? tie door Wetenschap en Technologie). ww w.enterpriseeurope COSME is in de eerste pla vlaanderen.be/ ats bedoeld voor de bedrijf swereld, maar de europe ook opleidingscentra, lok se award voor ond ale besturen en andere org ernemerschap sbe vor anisaties die dering zich richten op kleine en FOD Economie, KMO, Mid middelgrote onderneming den stand en Energie en kunnen er‑ aan deelnemen. Lokale bes Alg emene Directie KMO-bele turen kunnen in ieder gev id – Studiedienst al KMO’s op het bestaan van dit progra Francis Otte, Attaché mma wijzen. Maar COSM E bie dt ook mogelijkheden voor de ins WTC III – 19de verdiepin panningen die zij leveren g, Simon Bolivarlaan 30 in het kader , 1000 Brussel van ondernemingsvriendel T 02-277 82 52 ijke gemeenten of bij het stimuleren van ondernemerschap. Lok francis.otte@economie.f ale besturen kunnen me gov.be of info.EEPA@eco edingen naar nomie.fgov.be de Europese Award voor http://economie.fgov.be Ondernemerschapsbevo /nl /ondernemingen/ rdering. ondernemerschap/euro pese_ondernemingsprijze n/

advertentie

IS DEZE ADVERTENTIE WEL LEGAAL? U staat er misschien niet bij stil, maar deze advertentie is onderhevig aan een pak wetgeving. Beeldmerken, auteursrecht, plaatsing, nanciën... Meer dan u op het eerste gezicht zou vermoeden. Dat geldt eigenlijk voor de wet in het algemeen. Alles hangt met elkaar samen, zeker bij steden en gemeenten. Dus kunt u maar beter samenwerken met een partner die alle kennis in één huis heeft. Zelfs als het gaat om een advertentie.

Speciek voor overheden: ruimtelijke ordening - overheidsopdrachten en pps personeelsbeleid - overheidsaansprakelijkheid - administratief recht - grondgebiedszaken - milieu Mechelsesteenweg 27 - 2018 Antwerpen - T +32 3 232 50 60 - E info@gsj.be - www.gsj.be

Lokaal juli 2015

19


de raad van Dendermonde

Op de kleintjes letten Zonder dat de stadsfinanciën expliciet aan bod komen, lopen ze als een rode draad door de Dendermondse gemeenteraadszitting van 17 juni. Of het nu gaat over de dividenden van Farys, fitnesstoestellen, het kippenproject of het onderhoud van grassportvelden, steeds voeden de centen het debat.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

Elke gemeenteraad heeft zijn eigenaardigheden. Die van Dendermonde heeft er twee. Voor aanvang van de zitting krijgt elk gemeenteraadslid een perfect geslepen potlood. Om een eventuele schriftelijke geheime stemming echt helemaal geheim te laten verlopen, veronderstel ik. Het roept herinneringen op aan lang vervlogen schooltijden en, geef toe, nu veel raadsleden hun laptop mee naar de zitting brengen, ziet het er oubollig uit. Nog merkwaardiger dan de potloden is het bankje voor twee dames van het secretariaat. Sta me toe even de opstelling in de raadszaal te schetsen. Tegen de achterwand nemen de leden van het college en de secretaris plaats, op een verhoog en in een halve cirkel. De overige gemeenteraadsleden zitten in telkens twee rijen tegen de twee zijwanden. En dan, vlak voor het verhoog en met de rug naar 20 juli 2015 Lokaal

het college, vrij centraal in de raadzaal staat het bankje voor de twee dames. Even verwacht ik dat voorzitter-burgemeester Piet Buyse (CD&V) met luide stem ‘Beschuldigde, sta op’ zal declameren, maar daarvoor stralen de secretariaatsmedewerkers toch iets te veel zachtaardigheid uit. Later tijdens de zitting zullen ze allebei in actie komen om de tekst van de bijkomende punten die door de oppositieraadsleden ingediend zijn, aan de andere fracties en aan de persmedewerkers te overhandigen. Wat hun taak is tijdens de rest van de vergadering is me niet geheel duidelijk. Zodra de burgemeester de zitting heeft geopend, gaat het verbazend goed vooruit. Na vijf minuten is meer dan de helft van de agenda afgewerkt. Ook van punt 16 verwacht je dat het zonder problemen goedgekeurd wordt: de statutenwijziging en split-

sing van de TMVW (voluit Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening). Maar dat is zonder N-VA-raadslid Tomas Roggeman gerekend. Hij is het er uiteraard mee eens dat de TMVW haar organisatiestructuur aanpast aan de Vlaamse regelgeving, maar volgens hem gaat de wijziging veel verder. Hij betoogt dat de inspraak van de gemeenten ernstig zal worden ingeperkt, dat de dividenden zullen opdrogen en dat de financiële risico’s toch voor de gemeenten zullen zijn. Kortom, ‘TMVW kijkt vooral naar zichzelf en niet naar de belangen van haar vennoten’. Schepen Dirk Abbeloos (CD&V) antwoordt dat de splitsing van de TMVW, die intussen is omgedoopt tot Farys, in drie opdrachtgevende intergemeentelijke samenwerkingsverbanden niet meer dan logisch is, omdat haar opdracht al lang niet

meer beperkt is tot drinkwater. ‘Ze legt zich ook toe op onder meer waterzuivering, de bouw en de renovatie van sportinfrastructuur en zwembaden. Die zeer uiteenlopende activiteiten worden nu in afzonderlijke ISV’s ondergebracht. En dat de openbare besturen geen vinger meer in de pap zullen hebben, klopt niet. De raad van bestuur van Farys zal uit vertegenwoordigers van openbare besturen zijn samengesteld. Correct is wel dat de dividenden in de toekomst zullen afnemen. Dat is een aderlating die we niet graag


zien gebeuren.’ Ook schepen Niels Tas (SP.A) en burgemeester Piet Buyse kunnen raadslid Roggeman niet overtuigen. De N-VA-fractie dient een amendement in, maar blijkt bij de stemmingen over het amendement en het agendapunt alleen te staan. Na deze lange discussie is de raad in een wip aan de bijkomende agendapunten toe. De rode draad door enkele antwoorden van het college op de voorstellen van de oppositie is ‘keuzes maken als gevolg van de noodzaak om te besparen’. Zo worden de vraag om

fitnesstoestellen in de publieke ruimte te plaatsen (Open VLD) en het verzoek om het kippenproject te hervatten (NVA) om financiële redenen afgewezen. Iets pittiger gaat het eraan toe als N-VA-raadslid Klaartje Van Havermaet het pesticidegebruik door de stad ter tafel brengt. ‘De schepen en de burgemeester hebben overal verkondigd dat de technische diensten sinds begin dit jaar geen pesticiden meer gebruiken, maar de stad heeft begin april bij de Vlaamse Milieumaatschappij wel een uitzondering aangevraagd voor het

onderhoud van de voetbalvelden. U hebt de gemeenteraad en de bevolking voorgelogen.’ Schepen François De Bleser (CD&V) beklemtoont dat het de vaste wil van het bestuur was en is om tot nulgebruik te komen, maar dat dit voor de grassportterreinen niet haalbaar blijkt. Op vraag van de groendienst is een uitzondering aangevraagd, die intussen is goedgekeurd. Zijn uitspraak ‘Vanuit uw standpunt hebt u gelijk als u zegt dat we u hebben voorgelogen’, leidt op alle banken tot ongelovige blikken. De burgemeester be-

looft dat de gemeente alles zal doen om ook de grassportvelden zo snel mogelijk pesticidevrij te onderhouden. ‘Op dit ogenblik hebben we daar niet de mensen en de middelen voor. Het beste zou zijn die sportvelden opnieuw aan te leggen met het oog op een pesticidevrij onderhoud. Maar ook dat vraagt natuurlijk een forse investering. We doen er alles aan, maar ik kan niet beloven dat we onze doelstelling volgend jaar al halen.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal juli 2015

21


column Pieter Bos

Herinnert u ze zich nog, die twee minuten politieke moed die er uiteindelijk jaren bleken? En hoe die langverbeide splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde geen grote zucht van opluchting teweeg bracht maar slechts een schouderophalend ‘En dan?’? Erger nog. In plaats van wakker te worden in een andere en betere wereld, ontwaakten we op een slagveld dat zelfs door de grootste communautaire scherpslijpers beschreven werd als een economische woestijn. Plots ontstond er een consensus, ironisch genoeg vooral door toedoen van degenen die er initieel het verst van af stonden: als we ons nu eens prioritair met de échte problemen gingen bezighouden? De Bocht van Bracke. Over een jaar of dertig is hij gegarandeerd een van de klassieke vragen voor het vak geschiedenis in het secundair onderwijs. Vandaag is hij relevant omdat hij, voor het eerst in een halve eeuw, een regering mogelijk maakte waarvoor staatshervormingen expliciet geen topic zijn. En toch. Toch ging het nooit méér over de noodzaak van een staatshervorming dan vandaag. Daarmee bedoel ik niet de zure oprispingen over niet-homogene bevoegdheidspakketten of de ondoorzichtigheid van de financieringswet. Evenmin denk ik aan de schermutselingen over vermeende bevoegdheidsoverschrijdingen van het ene dan wel het andere niveau of de berekeningen en herberekeningen (en herberekeningen van deze herberekeningen) van de transfers van noord naar zuid. Intussen maken die deel uit van de traditie en zijn ze geaccepteerd als eigentijdse sublimaties van het wat in onbruik geraakte vendelzwaaien. Waar ik wel op doel, zijn de voortdurend aanwezige, maar vaak alleen impliciet gevoerde discussies over de wijze waarop deze maatschappij zichzelf vorm kan, mag, moet geven. Vergelijk het met de verschuiving van tektonische platen, ontiegelijk langzaam tegen elkaar wrijvend en schurend en dus nauwelijks waarneembaar, maar altijd met de potentie dat plots die ene fatale grens wordt overschreden waardoor één bijkomende nanometer zorgt voor een reusachtige aardbeving. We spreken dan niet meer in termen van een St.-Michielsakkoord, maar in die van een St.-Andreasbreuk, niet meer over de gevolgen van een

22 juli 2015 Lokaal

Vlinderakkoord maar over het gevreesde Vlindereffect. Wie goed oplet, ziet de barsten. De federale regering wil besparen op de spoorwegen, en kijk welke platen er aan het schuiven gaan: die van het sociaal overleg (voorafgaand of achteraf? En hoe zit dat dan met het primaat van de politiek?), de vakbonden (mogen die staken en zo ja waarvoor, hoe dikwijls en hoe?), het middenveld (hebben de gebruikers alleen juridische mogelijkheden of kunnen ze ook anders hun zegje doen?), de technocraten (geraakte de NMBS in verval door een teveel aan politieke invloed of juist door te weinig politieke controle?), de gemeenten (moeten die medezeggenschap krijgen over hun stations, de Fietspunten en het vervoersaanbod of alleen maar lijdzaam ondergaan?) en ik zie er vast nog een paar over het hoofd. Idem dito wanneer op financiële efficiëntie – of beter ‘efficiency’ – beluste managers belen andere bussen wegsaneren en onbewust een keten van seismologische verschuivingen in gang zetten: in de getroffen rust- en ziekenhuizen (minder bezoek, immobiliteit die opgevangen moet worden door taxi’s betaald door de sociale sector), bij middenstandsverenigingen (die eindelijk echt mogen klagen dat ze ‘onbereikbaar’ zijn), bij burgemeesters (die, wijdbeens balancerend op twee platen, de ene dag De Lijn strakke besparingen opleggen in het Parlement, de andere dag moord en brand schreeuwen over de gevolgen). Waarover gaat dit anders dan over de verdeling van beslissingsmacht, invloed, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, centen? En waarin verschilt het van de discussies van de eerste tot en met de zesde staatshervorming? Ook daar ging het om beslissingsmacht, invloed, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid, centen: voor wie, hoeveel, waarvoor? Het enige verschil is dat de rolverdeling nu een stuk troebeler is. Het is niet helder meer wie de goeden zijn en wie de slechten, wie de conservatieven en wie de progressieven en of verandering soms eigenlijk niet alleen maar restauratie is van wat al bestond. Voorlopig hebben alleen doorgewinterde geologen in de gaten dat er iets fundamenteels beweegt en dat in het gemompelde ‘En dan?’ van gisteren een vertwijfelde schreeuw kiemt: ‘En nu?!’

KAROLIEN VANDERSTAPPEN

De zevende


Ze zitten al op mij te wachten :-) #onlineafspraakgemaakt #snelklaar Burgers vinden het de normaalste zaak van de wereld: online een afspraak maken. Met ons afsprakensysteem is online afspraken maken erg eenvoudig en het zorgt voor overzicht en rust. Maar we kijken verder! Een naadloze integratie met ons personeelsplanningssysteem zorgt ervoor dat de juiste medewerkers tijdig worden ingepland om de afspraken snel en vakkundig af te handelen. Indien gewenst, kan in één handeling een spreekkamer bij de afspraak worden gereserveerd in ons afsprakensysteem. Zo zorgen wij met onze oplossingen en kennis ervoor dat u op een efficiënte wijze kwalitatieve dienstverlening kan blijven aanbieden die precies aansluit bij de wensen van uw burgers en medewerkers. Vandaag en morgen.

+31 (0)541 62 70 62 • info@jccsoftware.nl • www.jccsoftware.be


Slimme IT. Sterke dienstverlening.

SAMEN MET HAAR VENNOTEN WERKT CIPAL AAN EEN EFFICIËNTE DIENSTVERLENING De gemeente Lummen getuigt: “Het gemeentehuis tot in de woonkamer van de burger brengen via digitalisering, dat is onze ambitie. De digitale bouwaanvraag past daar volledig in. Maar omdat we niet over één nacht ijs wilden gaan, bezochten we eerst enkele gemeenten die al ervaring hebben met het digitale uitwisselingsplatform. Op basis van die informatie, hebben we voor Cipal gekozen. Als we geen vertrouwen hadden gehad in Cipal dat ze dit tot een goed einde konden brengen, dan waren we er nooit aan begonnen. En we zijn blij dat we gestart zijn!” Lars Van Rode, schepen voor Digitale Dienstverlening in Lummen

de digitale bouwaanvraag uw opstap naar een

digitale dienstverlening Cipal is een intergemeentelijk samenwerkingsverband actief op het kruispunt van beleidsondersteuning en ICT

24 juli 2015 Lokaal

www.cipal.be


Special Afvalbeleid Van 7 tot 9 september vindt op verschillende plaatsen in Antwerpen het Wereldcongres van de International Solid Waste Association (ISWA) plaats. ISWA is een wereldwijd netwerk van afvalexperts uit meer dan honderd landen. Ze willen kennis delen zodat de professionalisering van het afvalbeheer wordt voortgezet en zodat het tempo de hoogte ingaat om nog betere resultaten te behalen. Interafval, het samenwerkingsverband van de VVSG en de Vlaamse afvalintercommunales, is de vertegenwoordiger van België binnen ISWA. De organisatie van het Wereldcongres is een gezamenlijk initiatief van de VVSG, de stad Antwerpen, de afvalintercommunale ISVAG die het huishoudelijke restafval van meer dan een miljoen inwoners in en rond Antwerpen verwerkt, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), Interafval, ISWA, het bedrijf Indaver dat duurzame en efficiënte oplossingen biedt voor het afvalbeheer van grote industriële bedrijven en lokale overheden, en het erkende organisme Fost Plus dat voor zijn leden instaat voor de promotie, organisatie, coördinatie en financiering van de selectieve inzameling en recyclage van het verpakkingsafval van huishoudelijke aard in België.

Lokaal juli 2015

25


special interview

Philip Heylen en Paul Macken

Wereldafvalcongres komt naar Antwerpen Antwerpen ontvangt in het najaar de wereldwijde afvalsector. Het ISWA-congres is een uitgelezen kans om kennis te delen. Beleidsmakers op lokaal en Vlaams niveau kunnen er hun ervaringen overbrengen en veel opsteken van andere landen en gemeenten. Dat Vlaanderen een koploper is wat betreft afvalbeheer mag immers niet tot zelfgenoegzaamheid leiden. tekst en beeld christof delatter

D

e wereldwijde afvalsector komt naar Antwerpen. Van 7 tot 9 september vindt op verschillende locaties in de stad het jaarlijkse Wereldcongres van de International Solid Waste Association plaats. Lokaal sprak met Philip Heylen, voorzitter van het organiserend comité ISWA 2015 en schepen van Cultuur, Economie en Stads- en Buurtonderhoud van de stad Antwerpen, en met Paul Macken, directeur IOK Afvalbeheer en voorzitter van Interafval. Vlaanderen is een koploper op het gebied van afvalbeheer. Het lijkt logisch en terecht dat het dit jaar het Wereldcongres ontvangt. Philip Heylen: ‘Vlaanderen heeft sinds de jaren negentig gigantische inspanningen geleverd voor technologische ontwikkeling, beleid en sensibilisering inzake energie, afval en klimaat. Sindsdien heeft zorg voor het milieu wereldwijd alleen maar aan belang gewonnen. Dat zelfs de Amerikaanse president de klimaatverandering een cruciaal thema noemt, zegt alles. Vlaanderen staat momenteel aan de top voor afvalbeheer, het heeft een goede reputatie opgebouwd. Het is dus inderdaad niet meer dan normaal dat we het Wereldcongres van de afvalsector naar hier halen. De organisatie is een gezamenlijk initiatief van overheden, organisaties allerhande en private bedrijven, en dat is belangrijk. ISWA is een belangrijk wereldwijd netwerk van zowel publieke als private spelers. Het vertegenwoordigt de afvalsector, ook op de internationale klimaatonderhandelingen.’ Paul Macken: ‘Het is sterk en veelzeggend dat we erin geslaagd zijn het Wereldcongres naar Vlaanderen te

26 juli 2015 Lokaal

halen. Een van de andere kandidaten was het Verenigd Koninkrijk, toch geen klein land. Het bewijst dat Vlaanderen tegenwoordig in de Champions League van het afvalbeheer speelt.’ Wat is het belang van zo’n congres voor lokale besturen? Paul Macken: ‘Zelden of nooit komt de hele sector samen, en al helemaal niet vlak bij de deur. Van al die informatie kunnen genieten in de eigen achtertuin is een mogelijkheid die je maar eens in je leven krijgt. Een unieke kans dus voor beleidsmakers op lokaal en Vlaams niveau.’ Philip Heylen: ‘Energie en klimaat zijn dan wel globale thema’s, de oplossingen zullen lokaal tot stand moeten komen. Het verstandig beheer van de schaarse ruimte en grondstoffen is ook voor ons een opdracht. Ook in onze regio zien we de verstedelijking toenemen. Internationale instanties wijzen er nu al op dat de wereldbevolking van de toekomst in megasteden zal wonen.’ Antwerpen is natuurlijk New Delhi, Caïro of Istanbul niet. Philip Heylen: ‘En toch merken we het effect van de verstedelijking nu al in Antwerpen. Vlaanderen evolueert in de richting van één grote metropool. In Antwerpen, een stad met meer dan 170 nationaliteiten, zijn de uitdagingen groot. Het is niet evident de straten continu schoon te houden en alle mensen ertoe te brengen hun afval feilloos te sorteren. Dat vergt een permanente inspanning van de overheid en volgehouden investeringen in communicatie en technologie. Het lijkt me bijzonder interessant over deze uitda-


Paul Macken: ‘Vlaanderen is wereldkampioen sorteren. Die koppositie behouden is verre van vanzelfsprekend.’

Een filmpje van dit interview kunt u op www.vvsg.be bekijken.

gingen van gedachten te wisselen met collega’s uit alle windstreken.’ Paul Macken: ‘Vlaanderen heeft momenteel inderdaad een koploperspositie. We zijn wereldkampioen sorteren. Die koppositie behouden is verre van vanzelfsprekend. We mogen niet zelfgenoegzaam worden. Het congres is een uitgelezen kans voor kennisdeling. Wij kunnen onze ervaringen overbrengen en ook veel opsteken van andere landen die op korte tijd nieuwe initiatieven genomen hebben. De link tussen afvalbeheer en klimaatbeleid staat nog in de kinderschoenen, ook in Vlaanderen. Het congres kan die sterker beklemtonen. De afvalsector in Vlaanderen haalt de Europese beleidsdoelstellingen, dat doortrekken naar klimaatbeleid is een logische volgende stap.’ Zijn de goede resultaten van dat Vlaamse afvalbeleid een eindpunt of staan we net voor nieuwe maatschappelijke discussies? Philip Heylen: ‘Momenteel woeden er nog veel maatschappelijke discussies, bijvoorbeeld over statiegeld. Daar komen opvallend krampachtige reacties op. Kritisch blijven voor wat we vandaag doen, blijven investeren en zoeken naar vernieuwende oplossingen is belangrijk. Ik ben al jarenlang voorzitter van een afvalenergiecentrale. Ik merk dat ook daar de technologie blijft evolueren, al gaat het misschien minder snel dan ik zelf zou willen. Laat het Wereldcongres een kans zijn om alle technische kennis die we in Vlaanderen hebben, te verspreiden maar die ook te blijven toetsen aan evoluties in andere landen. Blijven verbeteren is de ambitie. De afvalsector wordt gekenmerkt door innovatie, de ontwikkeling van clean-tech en initiatieven in Lokaal juli 2015

27


special interview

Philip Heylen en Paul Macken

Philip Heylen: ‘Sommige producenten van frisdranken brengen in één land recycleerbare verpakkingen op de markt en in een ander land niet. Daar is maar één reden voor: dat de overheid niet het juiste wettelijke kader creëert.’ verband met circulaire economie. De mogelijkheden die daarin schuilen, mogen we niet overlaten aan andere landen. We moeten er zelf een actieve rol in spelen.’ Paul Macken: ‘We mogen niet naïef zijn. Vroeger was afval een ongewenst nevenproduct van onze levensstijl. Ondertussen woedt er soms een strijd om. Denk aan de discussie over de vraag of gemeenten nog wel verantwoordelijk moeten zijn voor het beheer van alle huishoudelijk afval. Het fenomeen van “cherry picking” groeit. Allerlei bedrijven en initiatieven azen op bepaalde afvalstromen. Hun drijfveer heeft niets te maken met een schoner milieu of betere dienstverlening, ze willen ten koste van de burger de winstgevende elementen uit het afval halen. Tegelijkertijd stijgt de internationale afhankelijkheid van onze industrie. Bij gebrek aan eigen grondstoffen zal afvalbeheer alleen maar aan belang winnen. Gemeenten beheren vandaag enkele afvalstromen en kunnen zo een stimulerende rol blijven spelen voor de eigen economie. In die context zullen gemeenten hun plaats moeten opeisen. Vandaar het belang van dit Wereldcongres voor de Vlaamse lokale besturen.’ Philip Heylen: ‘We zijn op een belangrijk punt gekomen. Het is noodzakelijk de aandacht van de mensen voor het milieu op hetzelfde niveau te houden. In de praktijk merken we problemen door toename van het restafval of afname van de kwaliteit van wat we selectief inzamelen.

Om nog verder te kunnen gaan moeten we bij de producenten, de distributiesector en de detailhandel de angst wegnemen voor extra verantwoordelijkheden, voor meer maatregelen aan de bron, voor een structurele werkwijze die het Vlaamse beleid versterkt. Zolang er veel overbodig afval op de markt komt, blijven we maar technologieën bedenken om dat te verwerken. Die tendens moeten we doorbreken. Op termijn zullen we onze grondstoffen echt in onze afvalstoffen moeten zoeken. Tegelijkertijd moeten we gewoon meer doen met onze producten: zo weinig mogelijk materiaal verspillen bij de productie en verstandig omspringen met onze producten in elke fase van de productcyclus.’ Vraagt dit geen grondige omslag in het Vlaamse beleid? Philip Heylen: ‘Het beleid zal stap voor stap in de juiste richting moeten evolueren. Aan eindverkopers zomaar nieuwe verplichtingen opleggen is geen goed idee. Maar het doel moet wel zijn dat iemand die iets produceert en verkoopt, er op termijn ook zorg voor draagt dat dit product een lange levensduur heeft, dat het makkelijk gerecycleerd kan worden en dat het bijdraagt tot beter materialenbeheer. Elke stap moet uiteindelijk op dit grote einddoel mikken. De initiatieven in de wetgeving moeten dat in de hand werken. Is het niet opvallend dat sommige

ISWA-wereldcongres in Antwerpen ISWA De International Solid Waste Association is een wereldwijd netwerk van afvalexperts (www.iswa.org). Hun doel is het de‑ len van kennis om er zo voor te zorgen dat afvalbeheer blijft professionaliseren en met een hoger tempo betere resultaten behaalt. Interafval, het samenwerkingsverband van de VVSG en alle Vlaamse afvalintercommunales, vertegenwoordigt Bel‑ gië binnen ISWA. ISWA ondersteunt de opkomende economieën, organiseert vor‑ ming en promoot schone technieken en duurzaam beleid. Het netwerk speelt ook een actieve rol in de klimaatbesprekingen, waar het de afvalsector vertegenwoordigt. Jaarlijks organiseert ISWA tal van congressen over specifieke thema’s, maar hét moment is het jaarlijkse Wereldcongres. 28 juli 2015 Lokaal

ISWA-wereldcongres Het Wereldcongres is een unieke mix van netwerkmomenten, parallelle sessies over allerlei aspecten van afvalbeheer (van de inzameling van afval tot en met verbranden en storten, van producentenverantwoordelijkheid tot en met concrete voorbeelden van circulaire economie) en enkele grote debatten. Burgemeesters uit alle continenten wisselen van gedachten over de voordelen van internationale samenwerking. De sector staat stil bij de rol die hij kan spelen in de strijd tegen de klimaatverandering. Er zijn voorbeelden van het zo rein mogelijk houden van de lokale omgeving. Bijzonder is dat het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) in Antwerpen zijn eerste Globale Wereldrapport over afvalbeheer zal voor‑ stellen, de Global Waste Management Outlook. Daarin schetst de VN de globale toestand op het gebied van afvalbeleid en presenteert ze goede voorbeelden en praktijken.


Paul Macken: ‘De internationale afhankelijkheid van onze in‑ dustrie stijgt. Bij gebrek aan eigen grondstoffen zal afvalbeheer alleen maar aan belang winnen. In die context zullen gemeenten hun plaats moeten opeisen.’ producenten van frisdranken in één land recycleerbare verpakkingen op de markt brengen en in een ander land niet? Daar is maar één reden voor: dat de overheid daar niet het juiste wettelijke kader voor creëert. Terwijl vervuiling uiteindelijk een globaal probleem is waarmee we allemaal te maken krijgen. Een internationale bijeenkomst zoals het Wereldcongres moet een moment zijn waarop we alle landen bewust maken van dat gezamenlijke belang en van de noodzaak van een ambitieus milieubeleid.’ Het Wereldcongres kijkt verder dan louter afvalbeheer. Philip Heylen: ‘We verwachten een breed spectrum aan sprekers in Antwerpen. Niet alleen experts uit de afvalsector, ook mensen die het verband leggen met gerelateerde thema’s zoals de plasticvervuiling van onze oceanen of de klimaatverandering. UNEP, de milieuafdeling van de Verenigde Naties, zal er voor het eerst haar globaal rapport over afvalbeheer voorstellen. Dambisa Moyo, schrijfster van een belangrijk boek over de manier waarop China strategisch omgaat met grondstoffen, legt het verband tussen afval- en materialenbeheer. Verschillende ministers en burgemeesters van over de hele wereld komen mee debatteren over beleidsdoelstellingen en de manier om ze te realiseren. Het ministerie voor Leefmilieu van Singapore zal in Antwerpen voor het eerst een buitenlandse versie orga-

niseren van zijn Clean Environment Regulator’s Roundtable, een rondetafel op hoog niveau met beleidsmakers van diverse landen. Instanties zoals de Wereldbank, talloze bedrijven, collega’s uit alle windstreken, de Verenigde Naties en de Europese Unie, het Clinton Climate Change Initiative komen voor het eerst samen in Vlaanderen. Het centrale thema van het congres “Let’s make the most of our resources and waste” toont exact aan in welke richting we willen gaan.’ Paul Macken: ‘Inhoudelijk kunnen we rekenen op de wetenschappelijke ondersteuning van het VITO, dat wereldfaam geniet op het gebied van afvalkennis en initiatieven van circulaire economie.’ Philip Heylen: ‘Iets later dit jaar organiseert de VN in Parijs een belangrijke wereldklimaatconferentie. Het congres in Antwerpen is daarvan het voorgerecht. Het is fijn daarbij de steun te hebben van de Vlaamse en federale regering. Het is boeiend dit te kunnen doen samen met de VVSG en met de steun van veel partners en bedrijven zoals de stad Antwerpen, de afvalintercommunale ISVAG, het VITO, de OVAM, Fost Plus, Indaver. Dit wordt een congres met een zeer internationaal publiek, de Vlaamse gemeenten mogen niet ontbreken.’ Christof Delatter is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid

ISWA-wereldcongres Antwerpen WERELDCONGRES Dit jaar heeft het wereldcongres voor het eerst in van Singapore, administrateur-generaal van de OVAM Vlaanderen plaats, met name in Antwerpen. Van 7 tot Henny De Baets en talloze specialisten in het vakgebied. en met 9 september kunt u terecht in de Stadsschouw‑ De organisatoren verwachten meer dan duizend deel‑ burg, de Plantijn Hogeschool, de Bourla en het audito‑ nemers uit ruim vijftig landen, gespreid over alle con‑ VAN 7 TOT 9 SEPTEMBER 2015 IN ANTWERPEN rium van BNP Paribas Fortis. tinenten. Leden van de VVSG kunnen aan het Wereld‑ Onder meer volgende sprekers zijn aangekondigd: ad‑ congres deelnemen voor de prijs van 600 euro voor ISWA, desecretaris-generaal International Solid Waste Association, is de belangrijkste junct van de VN Achim Steiner, de de drie congresdagen, deelname aan een van de vele overkoepelende non-profit vereniging die wereldwijd de ontwikkeling eerste Europese president Herman Van technische bezoeken, welkomstreceptie op maan‑ van een professioneel en duurzaam afvalbeleid promoot. ISWA Rompuy, mi‑ stimuleertvan experten uit de hele wereld omSchauvliege, informatie en kennisminister-pre‑ te nister Leefmilieu Joke dagavond en galadiner op dinsdag. Op maandag‑ delen, en mee te ijveren voor de voortdurende ontwikkeling van sident Geert Bourgeois, econome Dambisa Moyo die avond is er daarenboven een netwerkmoment uitslui‑ een wereldwijd duurzaam afvalbeheer. Eén van de belangrijkste sleutelmomenten is het jaarlijkse Wereldcongres, dat dit jaar in vaak geciteerd wordt als een van de invloedrijkste vrou‑ tend voor vertegenwoordigers van de publieke sector. Antwerpen plaats vindt. wen ter wereld, ontdekkingsreiziger Dixie Dansercour, WORLD WORLDCONGRESS CONGRESS Meer dan 1.250 deelnemers uit de publieke, private en academische Pierre-Yves Cousteau, minister van Leefmilieu Grace Fu Inschrijven ANTWERP ANTWERP kan via iswa2015.org/register sector komen er samen. Gedurende drie dagen wordt een gevarieerd

AFVAL- EN MATERIALENBELEID

Meer weten over het programma of deelname aan het congres? Mail naar info@iswa2015.org of surf naar www.iswa2015.org

ISWA_adKnack02.indd 1

programma aangeboden met topsprekers van overheden, gereputeerde instanties en bedrijven, afgewisseld met debatten, netwerk-momenten en technische bezoeken.

Lokaal juli 2015 2/03/15 11:13

29


special afvalbeleid

Stedenbanden en afvalbeheer over de grenzen heen Vlaanderen is de Europese koploper voor afvalbeheer en voor gescheiden ophaling in het bijzonder. Dat is in belangrijke mate het werk van gemeenten en intercommunales. Afvalbeheer is dan ook een voor de hand liggend thema voor internationale gemeentelijke samenwerking. Dat is ook zo in de stedenbanden van Evergem, Edegem, Bierbeek en Brasschaat met hun partners in Bolivia, Peru en Ecuador. tekst karlien gorissen beeld bert janssens

D

e dienst Internationaal van de VVSG streek afgelopen maart neer in het Zuid-Amerikaanse hooggebergte voor de organisatie van een regionale ontmoeting. De genodigden waren Evergem, Edegem, Bierbeek, Brasschaat en hun stedenbandpartners uit Bolivia, Peru en Ecuador. Dagenlang werd er gevormd en uitgewisseld. Een van de zaken waarover lustig werd gepraat, was het beheer van afval. De bestaande partnerschappen met gemeenten uit Zuid-Amerika werken allemaal aan de thema’s milieu en afvalbeheer. De inzameling en verwerking van afval in het Andesgebergte staat nog in de kinderschoenen. In het kader

uiteraard serieuze gezondheids- en milieurisico’s veroorzaakt. De praktijk in Guaranda en Oña Gezien de gemeenschappelijke focus van alle stedenbanden op afvalbeheer hoeft het niet te verbazen dat nogal wat sessies tijdens het ontmoetingsmoment in Ecuador in het teken van afval stonden. De deelnemers namen de nationale wetgeving van de verschillende landen onder de loep, ze wisselden ervaringen uit over de sensibilisering van de bevolking, ze discussieerden over de verwerking van organisch of recycleerbaar afval en over de rol van de lokale overheden bij het afvalbeheer.

opvolgt, zorgt de ngo ervoor dat ook in de afgelegen rurale gebieden het afval wordt opgehaald. Tijdens het veldbezoek kreeg de delegatie uitleg van enthousiaste vrijwilligers over de gescheiden ophaling van afval, de sortering, de sensibilisering van de bevolking, de

De meeste steden en grote gemeenten in de Andes hebben al initiatieven genomen, maar de ophaling en verwerking van afval in de meer afgelegen landelijke gebieden blijft een heikel punt. van decentraliseringsprocessen hebben de centrale regeringen veel bevoegdheden overgedragen aan de lokale overheden. Afvalbeheer is er daar een van. De meeste steden en grote gemeenten in de Andes hebben al initiatieven genomen, maar de ophaling en verwerking van afval in de meer afgelegen landelijke gebieden blijft een heikel punt. Gezinnen in de Zuid-Amerikaanse rurale gebieden laten daarom hun huishoudelijk afval aan de rand van de weg achter, verbranden het of begraven het in hun tuin, wat 30 juli 2015 Lokaal

De ontmoeting vond niet alleen plaats binnen de vier muren van de conferentiezaal. In het Ecuadoraanse Guaranda, sinds 2002 partnergemeente van Evergem, trok iedereen zijn stapschoenen aan om de verwezenlijkingen van de stedenband met eigen ogen te aanschouwen. De Evergemse steun gaat zowel naar de gemeente Guaranda als naar de lokale ngo Fondo Ecuatoriano Populorum Progressio (FEPP), een consortium van kleine ngo’s. Waar de gemeente vooral de stedelijke gebieden

In het Ecuadoraanse Guaranda zetten de gemeente en de ngo FEPP met steun van Evergem een gescheiden ophaling van afval op.


stortplaats en de compostering van het organische afval. Het 3500 inwoners tellende dorpje Oña, in het zuiden van Ecuador, heeft sinds 1998 een partnerschap met Bierbeek. Ze werkten al samen aan onder meer duurzaam waterbeheer, onderwijs en een ruimtelijkeordeningsplan voor Oña. Sinds enkele jaren spitst de samenwerking zich toe op het afvalbeleid. De noden zijn groot. Het Andesdorpje heeft geen goed systeem om vast afval te behandelen of te recycleren, het bezit geen stortplaats en de gezinnen hebben geen recipiënten waarin ze hun afval kunnen verzamelen. Daardoor komt het in kartonnen dozen of in zakken terecht die door honden worden stukgebeten. Samen met Bierbeek zal Oña een adequaat systeem uitwerken voor het beheer van de afvalstoffen van zijn inwoners. Toen

de deelnemers van de regionale ontmoeting in het dorp neerstreken, lieten de inwoners trots hun eerste verwezenlijking zien: een ‘avenida limpia’ of een schone straat. Een geslaagd proefproject dat snel naar andere wijken en deelgemeenten zal worden uitgebreid.

uitschieter is de aanleg van de compostinstallatie. In San Jerónimo wordt dagelijks ruim twee ton organisch afval opgehaald, zowel bij de inwoners als op de lokale markt. Mede dankzij de steun van Edegem kan al dit afval eenvoudig tot compost worden verwerkt. De compost-

San Jerónimo geldt als een voorbeeld in Peru. De compostinstallatie verwerkt er dagelijks twee ton organisch afval. En in Peru en Bolivia? De internationale samenwerking tussen het Peruaanse San Jerónimo, op een tiental kilometer van het toeristische Cuzco, en Edegem is heel succesvol. De

installatie heeft de stedenbandpartners aangezet om nog meer te investeren in het gemeentelijke afvalbeheer. Zo willen ze met het gebruik van de compost ook de landbouwsector verder ontwikkelen. San Jerónimo geldt als een voorbeeld in Peru. Er kwamen al geregeld andere Peruaanse gemeenten op bezoek die een oplossing zoeken voor het organische afval op hun grondgebied. De stad Tarija in Bolivia en Brasschaat ondertekenden in 2004 een verdrag. Onlangs begonnen ook zij aan afvalbeheer en milieu te werken. In het kader van hun stedenband ondersteunen zij nu de gemeentelijke compostinstallatie. Met deze installatie wil Tarija al het groenafval composteren dat de gemeentelijke diensten produceren. De compost kan dan voor de bemesting van de stedelijke groene zones worden gebruikt. Op termijn hoopt Tarija hem ook aan de inwoners te kunnen aanbieden. Goed afvalbeleid Via de nauwe banden tussen Vlaamse gemeenten en gemeenten uit het Zuiden wordt er niet alleen aan bestuurskrachtversterking gewerkt. Of het nu gaat over composteren, zwerfvuil of sorteren, het beheer van afval staat hoog op de agenda van de stedenbanden. Hierdoor hebben nu ook gemeenten uit de Andesregio, van grotere steden tot afgelegen dorpjes, steeds vaker een goed afvalbeleid. Karlien Gorissen is VVSG-stafmedewerker Internationaal

Lokaal juli 2015

31


special afvalbeleid

De grote lijnen van het nieuwe afvalstoffenplan Minder restafval, meer selectief ingezamelde afvalstromen, meer lokale keuzevrijheid in de manier waarop de afvaldoelstellingen worden gehaald, het zijn enkele grote lijnen voor het nieuwe Vlaamse afvalstoffenplan van de OVAM. Het ontwerp van dat plan zal eind dit jaar af zijn. Nu al is duidelijk dat de gemeenten, net als in het verleden, een belangrijke rol zullen spelen in de realisatie van de Vlaamse ambities. tekst christof delatter beeld bart lasuy, www.repaircafe.be

H

et huidige afvalstoffenplan is aan vernieuwing toe, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij OVAM heeft de grote lijnen voor een nieuw plan uitgezet. Het geldt als een uitvoeringsbesluit bij de Vlaamse wetgeving en heeft een bindend karakter voor de overheden en voor iedereen die belast is met de uitvoering ervan. Voor gemeenten en hun afvalintercommunales zijn de Vlaamse afvalplannen een deel van de wetgeving. Ze bepalen soms tot in detail de contouren van de afvalinzameling bij de burger. Minder restafval In een verre toekomst hoopt de OVAM dat Vlaanderen een voorbeeldregio van duurzaamheid en netheid wordt. Ze wil dat zwerfvuil ooit uit het straatbeeld verdwijnt, dat afvalstoffen niet langer gestort of verbrand worden, dat producten uitsluitend op duurzame wijze geproduceerd en geconsumeerd worden, dat hergebruik en recyclage de voorkeur krijgen wanneer producten aan het einde van hun levensduur komen. De OVAM wil de komende jaren verdere stappen in de richting van dat droombeeld zetten. Daarvoor moet tegen 2022 de totale hoeveelheid restafval in Vlaanderen met 15 procent afnemen in vergelijking met 2013. Bedrijven zouden een inspanning van 20 procent moeten leveren omdat ze nog wat achterop hinken in het recycleren en sorteren. Gezinnen zouden het 10 procent beter moeten doen. Dat de extra inspanningen ook kosten meebrengen, onder andere voor de gemeenten, staat buiten kijf. Die kosten Het IMOG-recyclagepark in Harelbeke zamelt nu al matrassen in. Misschien binnenkort ook elders in Vlaanderen?

32 juli 2015 Lokaal


wil de OVAM gecompenseerd zien door grotere efficiëntie, door lagere kosten via meer selectieve inzameling of door het aanboren van nieuwe inkomstenbronnen. Meer selectief inzamelen Gemeenten zullen meer afvalstromen selectief moeten inzamelen. De OVAM verwacht op korte termijn een veralgemening van de selectieve inzameling van harde plastics (zoals tuinmeubelen en speelgoed) en vlakglas op de containerparken. Later kunnen daar nog andere

Belangrijk hierbij is dat we de hoogwaardige recyclage van plastic flessen en flacons blijven garanderen. De besprekingen over wat er op termijn in de blauwe zak mag, vorderen evenwel maar zeer langzaam. Voor de inzameling van harde plastics wil de OVAM wat sneller gaan, ze wil die op korte termijn gewoon aan de gemeenten opleggen. Meer lokale keuzevrijheid De OVAM ziet Vlaanderen verder verstedelijken. Concepten zoals de huisaan-huis-inzameling zullen in bepaal-

Gemeenten krijgen meer keuzevrijheid over hoe ze de Vlaamse doelstellingen willen realiseren. de gebieden niet meer vanzelfsprekend zijn. Andere vormen van afvalinzameling zullen ingang vinden. De Vlaamse overheid beseft dat het lokale bestuur die lokale realiteit het best kan beoordelen. Daarom denkt de OVAM eraan in het nieuwe plan wel vast te leggen wat de lokale besturen/intercommunales minstens selectief moeten inzamelen, maar hen uit verschillende scenario’s te laten kiezen hoe ze dit het best doen. Daar-

trend naar uniformiteit van dienstverlening wordt doorbroken. Dit sluit aan bij de visie van de Vlaamse regering om voor lokale besturen meer met een resultaatsverbintenis en minder met een middelenverbintenis te werken. En zelfs de resultaatsverbintenis wordt een voorbeeld van maatwerk. De OVAM bekijkt momenteel of de gemeentelijke restafvaldoelstelling niet gekoppeld kan worden aan de typologie van de gemeente volgens de Belfius-indeling. Gemeenten met dezelfde karakteristieken zouden dan dezelfde doelstelling krijgen, maar de verschillen tussen de groepen van gemeenten zouden vrij groot kunnen zijn. Parallelle afvalinzameling Vlaanderen bekijkt of nieuwe inzamelkanalen voordelen kunnen bieden. In de kleinhandel zien we nu al vrijwillige initiatieven, bijvoorbeeld voor de inzameling van schoenen of textiel. Private inzamelaars stimuleren scholen en verenigingen om afvalinzamelingen te organiseren, bijvoorbeeld een papierslag. Voor die initiatieven is vandaag een uitdrukkelijke goedkeuring van de gemeente nodig, tenminste als deze de afvalinzameling in een gemeentelijk reglement heeft vastgelegd, en dat is in de meeste gemeenten zo. De OVAM denkt

afvalstoffen bijkomen. In Frankrijk bijvoorbeeld bestaat vandaag al een vorm van terugnameplicht voor meubelproducenten, die afgedankt meubilair een milieuvriendelijke bestemming moeten geven. Zoiets valt ook voor Vlaanderen te overwegen. Een andere afvalstroom die in aanmerking komt, zijn matrassen. Die leveren nu een fors volume grofvuil op. Als ze apart ingezameld worden, verdwijnen ze uit het restafval. De Vlaming gooit nog te veel voedsel weg. Een verscherpte strijd tegen voedselverlies kan de berg organisch afval verkleinen. De OVAM wil daarvoor op diverse fronten initiatieven ondersteunen.

Gemeenten zullen in het nieuwe plan meer afvalstoffen selectief moeten inzamelen.

Producentenverantwoordelijkheid Dat producenten in het algemeen nog meer verantwoordelijkheid kunnen opnemen, blijkt vandaag uit de praktijk. Zo moet Fost Plus vandaag actief de inzameling van restplastics (andere dan plastic flessen en flacons) beginnen te promoten en de gemeenten daarvoor een forfaitaire vergoeding betalen. Fost Plus moet onder meer de nodige voorstellen ontwikkelen om eind 2018 tot een meer geharmoniseerde inzameling van de restplastics te komen. Tegelijk wordt de mogelijkheid onderzocht om enkele fracties aan de blauwe zak toe te voegen. Kleinschalige proefprojecten moeten nagaan of de P-fractie van de blauwe zak niet kan verruimen.

mee kiest Vlaanderen voor een fundamenteel nieuwe benadering. Gemeenten krijgen meer keuzevrijheid over hoe ze de Vlaamse doelstellingen willen realiseren. Concreet denkt de OVAM aan een inventaris met enkele scenario’s die een minimale dienstverlening voor de burger garanderen. Daaruit kan ieder lokaal bestuur dan het beste inzamelsysteem voor de eigen situatie kiezen. Daarnaast zullen het nieuwe plan en het nieuwe subsidiebesluit het lokale niveau ook stimuleren om via proefprojecten nieuwe vormen van inzameling te testen. We zullen dus meer diversiteit in het afvalbeleid zien, van intercommunale tot intercommunale of zelfs binnen één intercommunale. De huidige

nu aan een Vlaamse regeling, die moet bepalen wanneer en onder welke voorwaarden van deze verplichte gemeentelijke goedkeuring afgeweken kan worden. Gemeenten zouden in die gevallen geen zeg meer hebben over wie wanneer welke afvalstof wil inzamelen. Bij die intentie kunnen we enkele kanttekeningen plaatsen. De bestaande vrijwillige initiatieven hebben zelden iets te maken met duurzaamheid of milieu, ze zijn ingegeven door commerciële motieven (zoals dienstverlening bij de terugname van matrassen) of financiële motieven (zoals uitsluitend afvalstromen terugnemen die iets opleveren op de recyclagemarkt). Opkopers van oud papier zetten verenigingen wat graag aan tot een papierslag. Lokaal juli 2015

33


special afvalbeleid

Repaircafés voorkomen het te vroeg afdanken van allerlei producten.

Ze betalen die immers meestal minder dan de vergoeding die ze aan gemeenten moeten voor het oude papier. Die gemeenten laten namelijk de markt spelen, iets wat de vele kleine initiatieven niet kunnen. Parallelle afvalinzameling heeft bovendien zelden een blijvend karakter, ze moet haast nooit voldoen aan de milieuvoorwaarden die bijvoorbeeld voor inzameling door gemeenten gelden en ze is al helemaal niet gericht op het beter sluiten van materiaalkringlopen. Een te sterke versnippering van de inzameling zal de efficiëntie ervan zeker niet ten goede komen. Nochtans verwacht de OVAM veel van meer efficiëntie om de extra kosten bij de gemeenten te financieren. Als dan vooral die weinige afvalstoffen die iets opleveren uit de inzamelkanalen verdwijnen, zal die financiering er niet makkelijker op worden. Deeleconomie stimuleren Een gunstige nieuwe tendens is de toename van de deeleconomie. Mensen kopen en gebruiken samen allerlei apparaten. Repaircafés voorkomen overal in Vlaanderen het te vroeg afdanken van allerlei producten. Via freecycle communities geven mensen overbodige materialen weg aan anderen die ze wel nog kunnen gebruiken. Allemaal goeie initiatieven, die in een Vlaams materialenbeleid nog 34 juli 2015 Lokaal

aan belang kunnen winnen. Gemeenten kunnen daarop inspelen door die voorbeelden te ondersteunen en nieuwe initiatieven te stimuleren. En in het eigen aankoopgedrag kunnen lokale besturen nog sterker dan vandaag kiezen voor het gebruik van duurzame producten.

teit te realiseren. Tegelijk moeten de installaties tot de top blijven behoren wat betreft hun energie- en milieuprestaties. Voor zwerfvuil denkt de OVAM aan het voortzetten van het huidige beleid, weliswaar met extra aandacht voor handhaving.

Er zijn buitenlandse voorbeelden waar recyclage tegengehouden wordt omdat er te veel afvalverbrandingsinstallaties zijn. Die fout wil de OVAM niet maken. Als de hoeveelheid restafval daalt, wil ze ingrijpen om een reductie van de capaciteit te realiseren. Afvalverbranding Minder restafval betekent dat Vlaanderen op termijn ook minder verwerkingscapaciteit nodig heeft. Er zijn buitenlandse voorbeelden waar recyclage tegengehouden wordt omdat er te veel afvalverbrandingsinstallaties zijn. Die fout wil de OVAM niet maken. Ze kiest voor een evenwicht tussen de hoeveelheid restafval die wordt geproduceerd en de beschikbare verwerkingscapaciteit. Indien de hoeveelheid restafval door preventie en bijkomende inzameling daalt, wil de overheid ingrijpen in de markt om een reductie van de capaci-

Naar een ontwerpplan Met deze eerste ideeën uit de OVAM sterke ambities. Tegen eind dit jaar moeten die in een ontwerpplan uitgewerkt worden. Gemeenten, intercommunales maar ook burgers en bedrijven krijgen dan de kans tijdens een openbaar onderzoek hun opmerkingen op dit ontwerp te geven. De bedoeling is dat de Vlaamse regering volgend jaar een definitieve versie van het Afvalstoffenplan goedkeurt. Christof Delatter is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid


Jaarboek Overheidsopdrachten 2014-2015 De juridische bestseller van het Jaar! • Reeds de 8ste editie van het ‘Jaarboek overheidsopdrachten’ • Onmiskenbaar naslagwerk voor iedereen die zich waagt op het complexe rechtsgebied van overheidsopdrachten. • Meer dan 1.000 pagina’s met boeiende thema-artikelen over actuele knelpunten en hete hangijzers van het Europese en Belgische overheidsopdrachtenrecht. • Meer dan 60 erkende specialisten hebben bijgedragen aan deze editie. • Editors: iconen uit de sector Constant De Koninck – Peter Flamey – Patrick Thiel – Bjorn Demeulenaere.

Meer dan 1.000 exemplaren verkocht per editie!

Nieuw: Neem nu een abonnement* en ontvang elk jaar deze unieke bestseller.

Wenst u vorige edities? Stuur ons een mail naar consult@ebp.be.

Vul onderstaande bestelbon in en fax naar 02 / 706 50 11

 Ja,* ik bestel het ‘Jaarboek Overheidsopdrachten 2014-2015’ en betaal 195 euro + 7.50 euro verzendkosten (excl. 6% BTW). 

Nieuw - Ja,** ik neem een abonnement op het ‘Jaarboek Overheidsopdrachten’ en ontvang deze unieke editie voor slechts 175 euro + 7.50 euro verzendkosten (excl. 6% BTW).

Bedrijf / Organisatie :

............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Mevr./Dhr. Voornaam : Leveringsadres :

......................................................................................................................

Tel :

...........................................................................................................................................................................................................................................

.................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Facturatieadres (indien verschillend) : E-mail

Naam :

.......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

...........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................

.......................................................................................................................................................................................................... ............

BTW nummer : Datum :

..........................

* Levering eind mei

...........................................................................................................................................................

/

..........................

/

..........................

Fax :

...................................................................................................................................................................................................................................................

Bestelnummer :

...................................................................................................................................................................................................

Handtekening

**Opzeggen van het abonnement dient te gebeuren uiterlijk 2 maand vóór vervaldag via books@ebp.be

EBP Consulting cvba – Burg. E. Demunterlaan 3 bus 6 – 1090 Jette – BTW BE0892 388 914 – RPR Brussel T: 02 894 56 09 – F: 02 706 50 11 – www.ebpconsulting.be – consult@ebp.be

Lokaal juli 2015

35


special afvalbeleid

VN vraagt meer politieke aandacht voor afvalbeheer Afval is een globaal probleem. Slecht afvalbeheer kan de volksgezondheid en het milieu wereldwijd bedreigen. De Verenigde Naties willen daarom van duurzaam afvalbeheer een speerpunt maken. Op het ISWA-congres in Antwerpen zullen ze hun Toekomstperspectief op Wereldwijd Afvalbeheer voorstellen. tekst christof delatter beeld bart lasuy

H

et United Nations Environmental Program (UNEP) coördineert het milieubeleid op regionaal en wereldniveau. In 2013 nam de organisatie een besluit over chemische stoffen en afvalbeheer, waarin ze het belang van afvalbeheer voor de wereldwijde kwaliteit van het milieu bevestigde. Meer bepaald gaf ze de opdracht aan het International Environmental Technology Centre (IETC) en de International Solid Waste Association (ISWA) om een Global Waste Management Outlook (GWMO) of Toekomstperspectief op Wereldwijd Afvalbeheer te ontwikkelen.

het vroeger, wat is de huidige stand van zaken en welke richting gaat het op de middellange termijn uit? De VN wil op die manier duurzaam afvalbeheer presenteren als een essentieel onderdeel van het beleid, zowel om de volksgezondheid en de milieubescherming te garande-

Afvalbeheer is een mensenrecht De GWMO moet het basisdocument worden dat een overzicht geeft van afvalbeheer in de hele wereld: hoe was

ren als om tot een beter beheer van afval en grondstoffen te komen. Ze is ervan overtuigd dat goed beheer sterk kan bijdragen tot duurzame ontwikkeling en

de bestrijding van klimaatverandering. De VN ziet afvalbeheer als een essentiële nutsvoorziening, een primaire levensbehoefte en een fundamenteel mensenrecht. Het moet de maatschappij van de 21ste eeuw mee vormgeven. De realiteit van de wereld is er een van verstedelij-

De VN ziet afvalbeheer als een essentiële nutsvoorziening, een primaire levensbehoefte en een fundamenteel mensenrecht. Het moet de maatschappij van de 21ste eeuw mee vormgeven. king, van meer mensen op een kleinere oppervlakte, van een toename van de consumptiedruk op ons milieu. Degelijke sanitaire voorzieningen en goed afvalbeheer zijn daardoor volgens de VN even belangrijk als drinkbaar water, onderdak, voedsel, energie, transport en communicatie. Gevolgen van verwaarloosd afvalbeheer Verwaarloosd afvalbeheer kan enorme gevolgen hebben voor de maatschappij en de economie. Als er geen afvalvoorschriften zijn of als deze niet strikt worden toegepast of afgedwongen, dan kiest de afvalproducent vaak voor de goedkoopste oplossing: huishoudelijk afval wordt gedumpt of het wordt verbrand om de hinder door de steeds groter wordende afvalhoop te ‘reduceren’. Als afval niet opgehaald wordt, heeft dat een directe impact op de gezondheid van de inwoners en in het bijzonder van kinderen. Afvalhopen en verstopte riolen zijn broeihaarden van besmettelijke

36 juli 2015 Lokaal


ziekten zoals cholera en knokkelkoorts. Op grotere schaal, wanneer aanzienlijke hoeveelheden afval van steden en/of industrieën illegaal worden gedumpt of verbrand, kan de negatieve impact op de vervuiling van lucht, water, grond en zee, en dus indirect op de gehele volksgezondheid, bijzonder groot zijn. Politieke prioriteit Ongecontroleerde of illegaal beheerde afvalstoffen worden niet gemeten. Het is erg moeilijk de omvang van het probleem te beoordelen en te berekenen hoeveel het de maatschappij uiteindelijk zal kosten. Het verzamelde bewijsmateriaal wijst erop dat de financiële gevolgen voor de maatschappij en de economie mogelijk vijf tot tien keer zo hoog zijn als de kosten per hoofd voor degelijk afvalbeheer in een stad met een laag tot gemiddeld inkomen. Het is dus

7 september in Antwerpen: presentatie van de Global Waste Management Outlook De primeur van de Global Waste Management Outlook is voor het ISWA-congres in Antwerpen. Het United Nations Environmental Program zal de kernboodschappen en aanbevelingen bekendmaken op een evenement op 7 september. Na de presentatie volgt een paneldiscussie met deelnemers uit verschillende landen en regio’s. Meer informatie over de GWMO: www.unep.org/ietc/

veel goedkoper afvalstoffen op een milieuvriendelijke manier te beheren dan de ‘zonden uit het verleden’ te moeten goedmaken. Met de GWMO wil de VN een krachtig signaal geven dat afvalbeheer essentieel is en meer politieke aandacht verdient dan het nu krijgt. Afvalbeheer heeft invloed op veel aspecten van de maatschappij en de economie. Door het goed te organiseren wordt meteen ook gewerkt aan een heleboel andere, vaak moeilijk oplosbare vraagstukken op het gebied van duurzame

ontwikkeling. Zo kan goed afvalbeheer substantieel bijdragen aan de strijd tegen de klimaatverandering. Duurzame steden ademen veiligheid en succes uit. Verstandig beheer van afval en grondstoffen levert tal van voordelen op voor de economie en creëert zo duurzame bestaansmogelijkheden voor ondernemingen. Al deze elementen wil UNEP met zijn GWMO-rapport in de verf zetten. Christof Delatter is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid

advertentie

Sneeuw- en ijsvrije wegen zijn onze prioriteit Wij bieden een oplossing op maat, met deskundige begeleiding

Onze professionele winterdienst verzekert u van – lokale uitvoerders uit de land- en tuinbouwsector – advies, wettelijke opvolging en coördinatie van a tot z – een stipte en gespecialiseerde uitvoering

dé specialist in winterdiensten www.strooienenruimen.be

Lokaal juli 2015

37


special afvalbeleid

Strijd tegen marien afval begint op het land Sinds de ontdekking van drijvende vuilnisbelten in de oceanen groeit de aandacht voor marien afval. Het probleem wordt niet enkel door de scheepvaart of visserij veroorzaakt. Tachtig procent van de mariene vervuiling in de wereld is afkomstig van op land. We moeten de instroom van drijfvuil afkomstig van waterwegen en havens maximaal vermijden. tekst piet coopman beeld ilvo

M

arien afval is al wat door de mens werd vervaardigd en rechtstreeks of onrechtstreeks, opzettelijk of onopzettelijk, werd achtergelaten of weggegooid in het mariene milieu. Het creĂŤert wereldwijd ecologische, economische en sociale kosten. Marien afval bestaat uit verschillende soorten materiaal zoals plastic, metaal, hout, glas, rubber en papier. Onderzoeken tonen aan dat plastic zestig tot tach-

38 juli 2015 Lokaal

tig procent van de totale hoeveelheid uitmaakt. Dieren raken erin verstrikt of slikken het in, toxische stoffen komen eruit vrij of worden erdoor geconcen-

treerd. Veel microplastics zijn afkomstig van cosmetica en textiel, zoals schurende handzeep en vezels van afvalwater uit wasmachines. Deze plastic deeltjes zijn

Net als de strijd tegen zwerfvuil op land vereist de strijd tegen marien zwerfvuil dat zowel producenten als overheden als burgers hun verantwoordelijkheid nemen.


met het blote oog niet waarneembaar, maar ze hebben een groot effect op het ecosysteem. Ze worden opgenomen in de weefsels van dieren en op die manier stapelen toxische stoffen zich ook in de hele voedselketen op. Door de lange afbraaktijd wordt verwacht dat de concentratie van microplastics in de zeeën en oceanen nog zal toenemen. Preventie van marien afval Volgens het Vlaams Instituut voor de Zee wordt er jaarlijks 20.000 ton afval in de Noordzee gedumpt. Dat is bijna 55 ton per dag, alleen al in de Noordzee! Naarmate het aantal onderzoeken over de problematiek toeneemt, groeit ook het besef dat marien afval door meer dan alleen scheep- en pleziervaart en visserij veroorzaakt wordt. GESAMP, een expertisegroep die de VN in deze materie adviseert, stelde een kwarteeuw geleden al vast dat tachtig procent van de mariene vervuiling in de wereld afkomstig is van land via toerisme, industrie en rivieren. Met de rivieren stroomt er afval van binnenscheepvaart en recreatie in de zee. Via wind en aflopend regenwater komt er zowel zwerfvuil als afval van industrie en landbouw in zee terecht. Sommige landen of regio’s hebben al actieplannen ontwikkeld om de aanwezigheid van marien afval terug te dringen. Deze richten zich vooral op inzamelinfrastructuur voor afval van visserij, opruimacties op stranden, educatieve programma’s en sensibilisering. De Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie verplicht elke Europese lidstaat een mariene strategie op te stellen, gericht op bescherming, behoud en herstel van het mariene milieu tegen 2020. Een van de elementen van die strategie is de strijd tegen marien afval. Ook België en Vlaanderen hebben beleid ontwikkeld. België is bovendien betrokken bij OSPAR, een samenwerkingsverband tussen vijftien landen en de Europese Unie om het maritieme milieu in de noord-

oostelijke Atlantische Oceaan (inclusief de Noordzee) te beschermen. Er is veel meer informatie nodig over de omvang van de problematiek van marien afval. Er is vaak nog te weinig cijfermateriaal over de verschillende types afval, de hoeveelheden, de bronnen en de impact. Net als bij de afvalproblematiek op land staat preventie hoog op de prioriteitenlijst. De instroom van drijfvuil van waterwegen en havens naar zee moet maximaal vermeden worden. Dat begint al bij het ontwerp van producten met een zo klein mogelijke impact op het milieu en de afbouw van het gebruik van microplastics. Wanneer producten afval worden, moet er degelijke inzamelinfrastructuur beschikbaar zijn. Daarnaast moet het veroorzaken van zwerfvuil maximaal vermeden worden. Net als de strijd tegen zwerfvuil op land vereist de strijd tegen marien zwerfvuil dat zowel producenten als overheden als burgers hun verantwoordelijkheid nemen. Zwerfvuil op de Leie Zwerfvuil ontsiert straten, markten en pleinen, maar ook waterwegen en oevers. In Vlaanderen is hierover weinig informatie beschikbaar. Verschillende gemeenten, afvalintercommunales en de OVAM sloegen onder de noemer ‘Start met een schone Leie’ de handen in elkaar om iets aan het zwerfvuilprobleem op de Leie te doen. Ze werken samen met partners zoals Waterwegen en Zeekanaal nv, Toerisme Leiestreek, bootverhuurders

en uitbaters van jachthavens. Financiële steun komt er van ‘indevuilbak’, het gezamenlijke initiatief tegen zwerfvuil van de OVAM, het kabinet van de minister van Omgeving, de VVSG en het bedrijfsleven (onder andere Fost Plus). Het Netheidsnetwerk van de OVAM ondersteunt het project inhoudelijk. De projectpartners hebben een uitgebreide inventaris opgemaakt van de aanwezige infrastructuur zoals afvalbakken, picknickplaatsen, aanlegsteigers, recreatieplaatsen. Op basis van de ervaringen werden hotspots voor zwerfvuil aangeduid. De overzichtskaart die zo tot stand kwam, is nu de basis voor eventuele aanpassingen aan de afvalvoorzieningen. Zo houden de gemeenten aan de Leie hun afvalbakkeninventaris actueel. De ledigingsfrequentie van de bakken kan bijvoorbeeld in het toeristische seizoen opgetrokken worden. De gemeenten werken ook aan een uniform handhavingsbeleid om vervuilers op eenzelfde manier te beboeten. Piet Coopman is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid

National and Oceanic Atmospheric Administration: http://marinedebris.noaa.gov VLIZ: www.vliz.be/cijfers_beleid/zeecijfers/ GESAMP (1991), The state of the marine environment, Oxford, Blackwell Scientific Publications, ISBN 0-632-03198-0, 146 pp.

Lokaal juli 2015

39


special afvalbeleid

Demografie zet sorteerresultaten onder druk Vlaanderen verwacht dat de gemeenten succes blijven boeken in de selectieve inzameling van afval. Makkelijk wordt dat niet. Als gevolg van demografische trends zal voortdoen zoals we bezig zijn niet volstaan om de huidige afvalresultaten te behouden, en al zeker niet om de ambitieuze doelstellingen van de OVAM te realiseren. tekst christof delatter beeld stefan dewickere

D

e OVAM bereidt momenteel een nieuw Vlaams afvalplan voor. Dat zal de ambities voor afvalbeheer voor de komende jaren formuleren. De uitvoering van veel van de acties zal bij de gemeenten liggen. Doelstelling blijft nog meer recycleren en hergebruiken, en nog minder storten of verbranden. Niet vergeten: geen enkele regio in Europa haalt hogere recyclagecijfers. Vlaanderen kiest resoluut voor een verdere daling van het restafval. Maar hoe gedraagt de Vlaming zich vandaag? Wat is het sorteergedrag van verschillende bevolkingsgroepen? Wat zijn de gevolgen als sommige bevolkingsgroepen aan belang winnen of inboeten? Op vraag van de VVSG liet de OVAM onderzoeken welke de verwachte impact van de demografische trends op het afvalbeheer is, bij gelijkblijvend beleid. De uitkomst van dat onderzoek is niet bepaald rooskleurig. Demografische trends Zowel de Studiedienst van de Vlaamse Regering als het Federaal Planbureau voorziet dat de bevolking in Vlaanderen blijft groeien, maar dat deze groei na 2020 afzwakt door een stabiel vruchtbaarheidscijfer en een hogere levensverwachting. Door de vergrijzing neemt het aandeel van de 30- tot 50-jarigen af. Tegen 2020 treedt ook nog een ‘ontgroening’ op, een afname van de jongste leeftijdscategorieën. De verdunning van de huishoudens – een daling van het gemiddeld aantal leden per gezin – neemt nog toe door die vergrijzing en doordat het traditionele gezinspatroon zijn meerderheidspositie verliest. Gemiddeld verwacht het Federaal Planbureau een beperkte stijging van de inkomens per huishouden, maar de verdeling van

40 juli 2015 Lokaal

die welvaart wordt wellicht een stuk ongelijker dan vandaag. Sorteergedrag Deze objectief vastgestelde tendensen hebben gevolgen voor het beheer van

huishoudelijk afval. Twee categorieën die vandaag uitblinken in goede afvalscheiding en -inzameling zijn de gezinnen met kinderen en tweeverdienende koppels in de leeftijdscategorie 30 tot 50 jaar. Beide zullen door de vergrijzing op termijn aan

De hoogste inkomensklassen kiezen voor comfort, zonder zich iets aan te trekken van de milieudoelstellingen. En lagere sociaal-economische klassen hebben andere zorgen dan hun afval sorteren.


belang inboeten in de verdeling van de bevolking. De ouderen van de toekomst zijn de 50- tot 65-jarige koppels van vandaag, een groep die haar afval goed sorteert. Het inzamelgedrag van 65-plussers zal daardoor vanzelf mee verbeteren. Maar het probleem van bejaarden en 80-plussers in het bijzonder ligt in de fysieke beperkingen die zij hebben om hun afval goed te scheiden en weg te brengen. Het sorteergedrag van jonge koppels en alleenstaanden, vaak met een laag inkomen, laat over het algemeen duidelijk te wensen over. Beide groepen zullen groter worden. De toenemende inkomensongelijkheid brengt een additioneel risico mee. Zowel de lagere als de hoogste sociaaleconomische klassen lopen qua afvalgedrag achterop bij bijvoorbeeld gezinnen met middeninkomens. De hoogste inkomensklassen kiezen voor comfort, zonder zich iets aan te trekken van de milieudoelstellingen. En lagere sociaaleconomische klassen hebben andere zorgen dan hun afval sorteren.

Zolang containerparken alleen met de auto bereikbaar zijn, blijft een deel van de bevolking met zijn recycleerbaar afval zitten.

Anders, beter en meer inzamelen Als we dezelfde resultaten willen blijven behalen, zal beter afvalbeleid nodig zijn om de negatieve impact van die demografische trends tegen te gaan. De onderzoekers doen enkele aanbevelingen. De kostprijs van de restafvalzak heeft

het containerpark (plaats, tarieven, toegestane fracties enzovoort) gericht zijn. Betere regels en meer controle kunnen helpen als flankerende maatregel, maar zullen niet volstaan. Risicogroepen zoals jonge alleenstaanden en jonge koppels met lage inkomens worden niet

Het komt erop aan wel in te zetten op een hogere pakkans en sancties en geen selectief gedoogbeleid te voeren, maar ook een nuanceverschil te maken tussen sluikstorten en lichtere vergrijpen. gezinnen er ongetwijfeld toe aangezet beter te sorteren. Daar nog veel mee manoeuvreren achten de onderzoekers echter weinig zinvol: het werkt mogelijk ontwijkgedrag zoals sluikstorten in de hand en treft ook huishoudens die wel goed inzamelen. Wellicht kunnen lagere tarieven op het containerpark drempels voor enkele risicogroepen (eenoudergezinnen en 65-plussers) wegnemen. Voor andere risicogroepen (80-plussers, jonge alleenstaanden en jonge koppels) zitten fysieke beperkingen (geen auto) en/of verkeerde attitudes in de weg, niet de tarieven van inzameling. Een frequentere, andere en betere inzameling kan wel helpen. Vooral in stedelijke gebieden kan een verhoogde frequentie van het huis-aan-huis ophalen van pmd, organisch afval, papier en karton, gunstig uitpakken voor groepen die momenteel vanwege ruimtegebrek belemmeringen bij het sorteren ondervinden of die geen auto bezitten. Dat geldt ook voor de inzameling dichter bij huis van afvalfracties die normaal naar het containerpark moeten, zoals grofvuil en afgedankte elektrische en elektronische apparaten. Betere regels, meer communicatie Voor het gemak en de motivatie van alle burgers pleiten de onderzoekers ervoor alle spelregels eenvoudig te houden en gelijk toe te passen. Zo blijkt dat nogal wat mensen nog altijd onvoldoende weten wat ze naar recyclageparken kunnen brengen, en onder welke voorwaarden. Communicatie en voorlichting moeten daarom onder meer op de reglementen van

altijd beïnvloed door betere reglementen, evenmin als 80-plussers. Veel mensen verwachten dat lokale besturen optreden tegen sluikstorters, verbranders van afval in open lucht of hardleerse sorteerders. Tegelijk kunnen ze het maar matig appreciëren als ze gesanctioneerd worden wanneer hun weinig schuld treft, bijvoorbeeld wanneer ze gft en luiers bij het restafval stoppen vanwege geurhinder, of wanneer ze grofvuil verkeerd aanbieden doordat ze geen plaats hebben voor stockage. Het komt er dus op aan wel in te zetten op een hogere pakkans en sancties en geen selectief gedoogbeleid te voeren, maar ook een nuanceverschil te maken tussen sluikstorten en lichtere vergrijpen. Voor communicatie blijft de afvalkalender voor veel bevolkingsgroepen het houvast. Het is een van de weinige documenten die een volledig jaar overleven en waarnaar mensen snel grijpen als ze informatie over afval zoeken. Daarin zoveel mogelijk werken met pictogrammen biedt onder meer voor anderstaligen een uitkomst. Ook directe communicatie met de bevolking via afvalstewards opent mogelijkheden voor een gerichte benadering van alle doelgroepen. In elk geval zal ‘voortdoen zoals we bezig zijn’ niet volstaan om de huidige afvalresultaten te behouden, laat staan te voldoen aan de ambitieuze doelstellingen van de OVAM. Christof Delatter is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid

Lokaal juli 2015

41


special afvalbeleid

Recyclageparken: van hypermarkt tot buurtwinkel Zowat elke gemeente in Vlaanderen heeft – afhankelijk van het aantal inwoners - één of meerdere recyclageparken. De dichtheid ervan is hoog en oorspronkelijk leken ze allemaal sterk op elkaar. Anno 2015 ontstaan er echter grotere sites, ‘hypermarkten’, die meer afvalstromen inzamelen en dit vaak op intergemeentelijk niveau doen. Stadsbewoners zijn dan weer gebaat bij een ‘buurtwinkel’ voor draagbare, frequent voorkomende huishoudelijke afvalstromen. tekst lieselot decalf beeld ivarem

Voor de bulkinzameling van grote volumes biedt het recyclagepark of de ‘hypermarkt’ van Lier een oplossing. Maar wat met de inzameling in dichtbevolkte gebieden?

42 juli 2015 Lokaal

V

laanderen telt 339 recyclageparken. Voor 96 procent van de Vlamingen is het dichtstbijzijnde recyclagepark niet verder weg dan vijf kilometer. Daardoor krijgen de parken veel bezoekers over de vloer. Ze verzamelen massa’s recycleerbare materialen zoals vlakglas en groenafval. Ze bieden een veilige haven voor afvalstromen die risico’s kunnen opleveren voor het leefmilieu en de volksgezondheid, zoals afgedankte olie of gebruikte injectienaalden. Intergemeentelijke parken Onderzoek toont echter dat de spreiding van de recyclageparken niet altijd even goed zit. De hierboven vermelde 96 procent bijvoorbeeld is voor een deel theoretisch, want de onderzoekers gaan ervan uit dat inwoners van

een gemeente terechtkunnen op alle recyclageparken van de intercommunale waarbij hun gemeente aangesloten is. In veel regio’s is dit al zo, maar veel inwoners kunnen enkel op de site van hun eigen gemeente terecht, ook al wonen ze soms dichter bij die van de buurgemeente. Een eerste belangrijke conclusie is dus dat het intergemeentelijk toegankelijk maken van de recyclageparken grote voordelen heeft qua bereikbaarheid voor de burgers. Bovendien helpt de intergemeentelijke bril beseffen dat er in bepaalde gevallen misschien wel te veel parken zijn. Sinds enkele jaren groeit het aantal intergemeentelijke recyclageparken. Soms gaat er dan een gemeentelijke site dicht, omdat blijkt dat twee parken openhouden binnen een straal van enkele kilometers weinig voordelen biedt. Aanvankelijk


is het voor veel mensen wennen dat het park niet meer strikt verbonden is aan de gemeente, soms trekken ze uit gewoonte enkele kilometer verder dan in feite nodig is. Naast de communicatie over de sorteerboodschap, de prijs, de openingsuren en dergelijke is het dus belangrijk te blijven benadrukken dat mensen op verschillende sites terecht kunnen. Geleidelijk aan groeit het intergemeentelijke gebruik. Hypermarkt met groot aanbod Niet alleen de afstand naar het recyclagepark wordt onder de loep genomen,

ook de invulling van het takenpakket wordt herbekeken. Bepaalde sites worden uitgebouwd tot grotere afvalbrengstations. Vaak kan niet alleen de burger er terecht, maar ook de kleine zelfstandige – mits hij een correcte vergoeding betaalt, uiteraard. Dergelijke grote sites worden wel eens de hypermarkten van de recyclageparken genoemd, omdat ze een ruimer aanbod hebben. Mensen kunnen er bijvoorbeeld afvalstromen kwijt die een gemeente of intercommunale volgens de Vlaamse regelgeving niet hoeft in te zamelen. De hypermarktparken hebben de opslagruimte

In veel regio’s kunnen de inwoners terecht op alle recyclageparken van de intercommunale waarbij hun gemeente aangesloten is. Maar dat is lang niet overal zo.

om dit wel te doen en willen een uitweg bieden voor fracties die de burger anders niet gemakkelijk kwijtgeraakt. Voorbeelden zijn autobanden, vlakglas of asbestcement. Het zijn dikwijls geen dagelijkse, huishoudelijke afvalstromen, maar wel fracties waarmee veel mensen enkele keren in hun leven te maken krijgen. Gewoonlijk zijn deze parken uitgerust met een weegbrug en hebben ze ruime openingsuren. Bij een groot intergemeentelijk recyclagepark kunnen inwoners terecht voor de aankoop van compost of een compostbak. De dichtheid van deze sites is kleiner, maar de ervaring leert dat dit specifiek voor die stromen niet echt een probleem is. Wie de moeite neemt om enkele autobanden in de kofferbak van zijn auto te laden, vindt het waarschijnlijk niet erg om tien kilometer te rijden in plaats van vijf, is de redenering.

advertentie

MAAK IN UITDAGENDE TIJDEN HET VERSCHIL. VOOR JEZELF, DE ORGANISATIE EN DE SAMENLEVING. • Word expert in je domein • Ontwikkel je persoonlijke leiderschapsvaardigheden • Maak een sprong in je carrière Enige Executive Master in Publiek Management in België, georganiseerd door een top-ranked management school. Meer dan 10 gespecialiseerde programma’s, Master Classes en zelfs een nieuw postgraduaat in Publiek en Socialprofit Management.

MEER WETEN? KOM HET ONTDEKKEN OP ONZE INFOSESSIE OP 8 SEPTEMBER 2015, VANAF 18:00

Schrijf u in op www.antwerpmanagementschool.be/infosessiepsp

Lokaal juli 2015

43


special afvalbeleid

Nieuwe initiatieven in Vlaanderen

GF

Bij gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverban‑ den groeit de interesse om het gebruik van recyclageparken te delen. De intercommunales Land van Aalst (ILvA) en IVIO (regio Izegem) hebben hierin een sterke traditie: alle recy‑ clageparken zijn er toegankelijk voor alle inwoners. Maar het gebeurt ook op een meer bescheiden schaal. In Wachtebeke namen de inwoners in juni afscheid van hun oude vertrouwde recyclagepark. Ze delen nu een vernieuwd park met de inwo‑ ners van Zelzate. Het aantal ingezamelde stromen is groter dan vroeger en ook de openingsuren zijn ruimer. Gentenaars kunnen met afgedankt textiel en schoenen niet alleen terecht op het recyclagepark of in de textielwinkel. Twee keer per jaar krijgt elke wijk een tijdelijk inzamelpunt voor textiel. Dat wordt vooraf aangekondigd op de afvalkalen‑ der. Dit gebeurt in samenwerking met het kringloopcentrum. Londerzeel en Zemst startten begin 2015 dan weer met het inzamelen van boeken, elektro, speelgoed en textiel in de BEST-zak. Het is de bedoeling om via een inzameling aan huis zo kleinere – liefst herbruikbare – spullen in te zamelen die anders moeilijk tot op het recyclagepark of in de kringwinkel geraken omdat ze thuis in de kast blijven liggen. Op de gele zakken staat het BEST-logo en de sorteerboodschap. Ze wor‑ den twee keer per jaar aan huis ingezameld door het kringloop‑ centrum van de betrokken gemeente. Het is een concept dat uit Nederland komt overwaaien, maar nieuw is in Vlaanderen. Londerzeel en Zemst zamelen boeken, elektro, speelgoed en textiel aan huis in met de BEST-zak.

Buurtwinkel op de hoek Daarnaast blijkt uit onderzoek dat nogal wat mensen, en dan zeker stadsbewoners, amper een à twee keer per jaar naar een recyclagepark komen. Een van de uitdagingen voor de komende planperiode is precies hen te bereiken. Uit de sorteeranalyse van het huisvuil die de OVAM in 2013-2014 liet uitvoeren, blijkt dat het restafval bijvoorbeeld nog een kleine tien kilogram recycleerbaar papier en karton per inwoner per jaar bevat. In die groep zitten relatief veel mensen die geen eigen auto hebben, terwijl recyclageparken op de maat van autobezitters lijken gemaakt. Zelden zijn er mogelijkheden voor fietsers om op een eenvoudige manier iets te brengen. Een simpel fietsenrek waar je je fiets kunt stallen om rustig de meegebrachte afvalstoffen uit te pakken en af te leveren, is er bijvoorbeeld zo goed als nooit. En welk recyclagepark legt als eerste een aparte fietsstrook aan voor de slagboom 44 juli 2015 Lokaal

en op het terrein zelf? Veel mensen in de stad zijn klein behuisd en hebben weinig plaats om afval lang bij te houden. Waar maar eens in de maand papier en karton

avond terecht met fracties als klein gevaarlijk afval, textiel, klein elektro en verpakkingsafval. Barcelona combineert 23 inzamelpunten op wijkniveau

Recyclageparken lijken op maat van autobezitters gemaakt. Een simpel fietsenrek waar je je fiets kunt stallen om rustig de meegebrachte afvalstoffen uit te pakken en af te leveren, is er bijvoorbeeld zo goed als nooit. ingezameld wordt, stapelt dit materiaal zich algauw op. In deze situaties zou een klein recyclagepark een oplossing kunnen bieden. Een dergelijke ‘buurtwinkel’ voor draagbare, frequent voorkomende huishoudelijke afvalstromen bestaat al in andere landen. In Wenen heeft dit brengpunt bijvoorbeeld de grootte van een zeecontainer, en je kunt er zowel tijdens de week als op zaterdag in de voor-

met zeven grotere recyclageparken aan de rand van de stad. Speciaal uitgeruste vrachtwagens vormen mobiele inzamelpunten die op bepaalde tijdstippen op vaste plekken in een wijk aanwezig zijn. Tijd dus wellicht om ook bij ons te diversifiëren in het recycleren. Lieselot Decalf is VVSG-stafmedewerker afvalbeleid


LET’S MAKE THE MOST OF OUR

RESOURCES & WASTE

7-9 SEPTEMBER ‘15 - ANTWERP / BELGIUM

Want more info about the programme or to register? Mail info@iswa2015.org or check out www.iswa2015.org

ORGANIZING PARTNERS

The waste management sector from all over the world will gather in Antwerp from 7-9 September 2015 for the ISWA World Congress. ISWA, the International Solid Waste Association, is the largest non-profit organisation promoting the development of professional sustainable waste management at international level and stimulates experts from around the world to exchange information and knowledge. One of the key events is the annual World Congress, bringing together more than 1,250 participants from the public, private and academic sector.

GOLD PARTNERS

WORLD CONGRESS ISTER REGANTWERP

N O W!

The organisers offer a three-day programme with top speakers from authorities, well-known organisations and companies, alternating with debates, networking opportunities and technical visits.

SILVER PARTNERS

BRONZE PARTNERS

IRON PARTNERS

TRAVEL PARTNERS

Lokaal juli 2015

45


mens en ruimte print & web

nieuws

Marokkaanse en Turkse Belgen : een (zelf)portret van onze medeburgers

Acht jaar na een eerste onderzoek publiceert de Koning Boudewijn‑ stichting een nieuwe kwantitatieve en kwalitatieve studie over de twee belangrijkste bevolkingsgroepen met een migratieachtergrond in ons land. Een peiling bij ongeveer 700 Marokkaanse en Turkse Belgen heeft het mogelijk gemaakt om te begrijpen hoe de twee groepen zichzelf zien: zowel voor wat be‑ treft objectieve gegevens zoals het inkomensniveau of de opleiding, als voor wat betreft subjectieve onderwerpen zoals de opvatting over de verhouding tussen mannen en vrouwen, of de impact van religie op hun integratie. Twintig sleutel‑ figuren van Marokkaanse en Turkse afkomst laten vervolgens hun licht schijnen op de belangrijkste enquê‑ teresultaten. Ook de enquête zelf werd geanalyseerd in een breed we‑ tenschappelijk perspectief. Uit het onderzoek komt een genuanceerd beeld naar voren, dat bijdraagt tot een gestoffeerd debat over de pro‑ blematieken van bevolkingsgroepen met een moslimcultuur die sinds vijftig jaar deel uitmaken van onze samenleving. Deze publicatie is gratis downloadbaar via www.kbs-frb.be/publications.aspx

FIETSBERAAD VLAANDEREN

Marokkaanse en Turkse Belgen: een (zelf)portret

FietsTelweek 2015: telt ook uw gemeente mee? De Vlaamse FietsTelweek van 16 tot 22 september (tijdens de Week van de Mobiliteit) rekent op uw steun voor een geslaagde eerste editie. Telt ook u het aantal fietsers op de fietsassen van uw gemeente? Om een gebiedsdekkend beeld van Vlaanderen te krijgen, spoort Fietsberaad Vlaanderen lokale besturen aan om samen zoveel mogelijk telpunten te plaatsen. Het Agentschap Wegen en Verkeer, de vijf Vlaamse provincies en verschillende steden en gemeenten engageerden zich al om mee te tellen. Fietsberaad Vlaanderen stelde een handleiding op voor lokale besturen die willen meewerken aan de FietsTelweek. Elke gemeente kan meetellen, zowel met vaste fietstelpunten, telslangen op de fietspaden als aan de hand van manuele tellingen. Fietsberaad Vlaanderen voert ook een ondersteunende communicatiecampagne, via diverse communicatiekanalen, waar-

aan uw gemeente gratis kan deelnemen. Alle gegevens van de fietstellingen komen in een open-dataplatform over fietsgebruik, toegankelijk voor elk lokaal bestuur. Inzicht over aantallen, veel gebruikte of te mijden trajecten, snelheden, herkomst en bestemming kunnen helpen om fietsers beter te begrijpen en het fietsbeleid te verfijnen. Fietsberaad Vlaanderen wil samen met de Vlaamse overheid via dit dataplatform lokale besturen actief ondersteunen bij hun mobiliteitsplannen. inge caers

Overzicht van de huidige telpunten in Vlaan‑ deren: www.fietstelweek.be De handleiding voor lokale besturen vindt u op www.fietsberaad.be, knop Projecten Maandag 10 augustus is de deadline om uw deelname te bevestigen. Contactpersoon: inge.caers@fietsberaad.be

Tot 15 september Aanleg of uitbreiding volkstuinen De moestuin is aan een comeback bezig. Wie geen eigen tuin heeft, krijgt in een volkstuin de ruimte om zelf te zaaien, te planten en te oogsten. Volkstuinen zijn bovendien een ontmoetingsplaats voor verschillende generaties en culturen en zet-

46 juli 2015 Lokaal

ten aan tot gezond eten en meer bewegen. Minister Joke Schauvliege lanceerde een nieuwe projectoproep voor de aanleg en inrichting van nieuwe volkstuinen, of voor de uitbreiding en/of modernisering van bestaande volkstuinen. Gemeenten, OCMW’s

en vzw’s kunnen tot en met 15 september projecten voorstellen. Meer informatie is beschikbaar op www.ipo-online.be, de website van het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg. U kunt ook mailen naar volkstuinen@vlm.be.


print & web

Verdeling van voedseloverschotten kan nu ook voor kleinhandelaars Ook buurtwinkels en kleine warenhuizen kunnen nu voedseloverschotten wegschenken aan mensen in armoede zonder dat ze hierop btw hoeven te betalen. Het OCMW, de gemeente of een lokale caritatieve vereniging die erkend is door gemeente of OCMW, haalt de goederen op en verdeelt ze onder mensen in armoede. Het lokale bestuur kan zelf beslissen wie het als behoeftig beschouwt en welke lokale vereniging de voedseloverschotten kan ophalen als het dat niet zelf wenst te doen. De VVSG is tevreden met deze regeling. Hoewel voedseloverschotten uitdelen op zich weinig bijdraagt aan de zelfredzaamheid van mensen en duurzaam beleid beter focust op het vermijden van deze overschotten, is deze maatregel binnen de huidige context een stap vooruit. Het

feit dat kleinhandelaars btw moesten betalen op schenkingen, was immers een rem op het schenken, waardoor het voedsel vernietigd werd. Voor grote distributiebedrijven die vaak via de voedselbanken werken, bestond er al een regeling. OCMW’s en gemeenten die van de nieuwe regeling gebruik willen maken, doen er goed aan met hun lokale handelaars en eventuele lokale caritatieve verenigingen aan tafel te gaan zitten om een en ander af te spreken. nathalie debast

De federale btw-beslissing nr. 127.958 d.d. 21 mei 2015 is samen met meer informatie en de administratieve voorwaarden te vinden op www.vvsg.be/nieuws (bericht van 9 juni 2015)

Tot 16 september Bewonersprojecten ‘Buurten op den buiten’ De Koning Boudewijnstichting en de Vlaamse Minister van Landbouw en Plattelandsbeleid via de Vlaamse Landmaatschappij lanceren een nieuwe oproep voor projecten van bewoners voor hun buurt of dorp in een landelijke omgeving. Per jaar is er 100.000 euro ter beschikking voor deze campagne. Het gaat om projecten die de kwaliteit van het (samen)leven in een buurt of dorp verbeteren en de contacten tussen een ruime en diverse groep van bewoners bevorderen. Verenigingen of groepen van buurtbewoners, lokale organisaties of verenigingen, maar ook lokale besturen in samenspraak met bewoners kunnen tot 16 september projecten indienen. Meer informatie vindt u via www.kbs-frb.be/calls.aspx, knop ‘maatschappelijk engagement’

SIGIRD SPINNOX

Sociaal verhuurkantoor Antwerpen viert 500ste woning

Een SVK huurt woningen op de private markt en verhuurt ze door aan mensen in een kwetsbare situatie.

Het Sociaal Verhuurkantoor Antwerpen (SVKA vzw) huurde in juni zijn 500ste woning. Een Sociaal Verhuurkantoor huurt woningen op de private markt en verhuurt ze door aan mensen in een kwetsbare situatie die op de private huurmarkt erg zwak staan. Het uitgangspunt van het SVK is daarbij dat wonen een basisrecht is en een belangrijke voorwaarde om ook andere rechten te kunnen uitoefenen. Via een puntensysteem geeft het SVK voorrang aan mensen die weinig middelen hebben en de woning het dringendst nodig hebben. pieter plas

www.svka.be

Vroegtijdige zorgplanning: gids Met de wetten op de euthanasie, de palliatieve zorg en de rechten van de patiënt werd het beslis‑ singsrecht over zorg sterk verlegd van hulpverlener naar patiënt. De patiënt wordt ook gestimuleerd op voorhand zijn wensen omtrent het levenseinde te bespreken, te verduidelijken en eventueel in een wilsverklaring op te nemen. Dit boek schetst het wettelijke kader rond het levenseinde en de verschillende wilsverklaringen, en wil het belang van vroegtijdige zorgplanning doen inzien. Het biedt praktische werkinstrumen‑ ten voor zowel hulpverleners die een vroegtijdig zorggesprek willen voeren, als gemeentelijke ambtenaren die burgers wegwijs willen maken in de doolhof van de wilsverklaringen. G. Okerman, Vroegtijdige zorgplanning: een gids voor hulpverlener en ambtenaar, Uitgeverij Vanden Broele, 25 euro

Syllabus assistentiewoningen Door het Besluit op de Groepen van Assistentiewoningen van 2012 veranderde er veel in de sector van het zorgwonen. De overheid wil dit marktsegment stimuleren door een uitgebreide dienst- en zorgverlening in het wooncomplex met assistentie‑ woningen maar ook door allerlei fiscale stimuli voor kopers of investeerders in dergelijke wooncomplexen. Deze publicatie kadert de assistentiewoningen binnen het gamma woonvormen voor ouderen, licht het onder‑ scheid met serviceflats toe, schetst de regelgeving, en biedt een aantal modeldocumenten. H. Leurs, K. Van De Woestyne, Syllabus assistentiewoningen: de nieuwe hype in zorgvastgoed, Uitgeverij Larcier, Gent, 60 euro

Lokaal juli 2015

47


print & web

Gezinshereniging

ezinshereniging

n de praktijk

bij de gemeentelijke administratie

erstelijnsactoren die het woord nemen, zeggen wat er goed inder goed gaat; wat de aandachtspunten zijn; welke praktijgezorgd hebben voor een evolutie van de procedure; welke menten moeilijk blijven of het werk op het terrein verstoDe feiten en bevindingen die deze gids naar voren schuift, en met de praktische raadgevingen en de handvaten, kunnen elijk inspirerend werken voor de verantwoordelijken van de rse gemeenten in ons land.

In de praktijk bij de gemeentelijke administratie

Kortrijk neemt eerste CO2-neutrale sociale woonwijk in gebruik

Gezinshereniging in de praktijk bij de gemeentelijke administratie Hoe gaan gemeentelijke admi‑ nistraties om met de complexe thematiek van gezinshereniging? Welke praktische instrumenten ontwikkelen de gemeenten en de personen aan het loket om de procedure vlotter te laten verlo‑ pen, zowel voor henzelf als voor de aanvrager? Waar zien zij ruimte voor verbetering, en welke tips en ideeën willen ze delen met andere gemeenten? Deze gids bevat ge‑ tuigenissen over administratieve, sociale en menselijke ervaring aan beide kanten van het loket. Hij wil een kijk bieden op praktijken in verband met gezinshereniging op het gemeentelijke niveau, op de ervaringen van actoren die rechtstreeks in aanraking komen met migranten op het gemeente‑ lijke niveau. Voorbij de uitsluitend administratieve procedures werpt de gids een blik op de diverse uit‑ dagingen op sociaal en menselijk vlak. Deze publicatie is gratis downloadbaar via www.kbs-frb.be/ publications.aspx [titel]Werken in Walhalla

GERALD VAN RAFELGHEM

e gids wil een kijk bieden op praktijken inzake gezinsherng op het gemeentelijk niveau, op de ervaringen van actodie rechtstreeks in aanraking komen met migranten op het eentelijk niveau. Voorbij de uitsluitend administratieve edures werpt de gids een blik op de diverse uitdagingen op aal en menselijk vlak die men hier tegen komt.

Gezinshereniging. In de praktijk bij de gemeentelijke administratie

gaan gemeentelijke administraties om met de complexe matiek van gezinshereniging? Welke praktische tools ontelen de gemeenten & de personen aan het loket om de prore vlotter te laten verlopen, zowel voor henzelf als voor de rager? Waar zien zij ruimte voor verbetering, en welke tips eeën willen ze delen met andere gemeenten?

nieuws

In Kortrijk transformeerde de socialehuisvestingsmaatschappij Goedkope Woning in ruim vier jaar tijd de ‘gettowijk’ Venning tot de eerste CO2-neutrale sociale woonwijk in Vlaanderen. Ze deed dat in samenwerking met de stad Kortrijk, de Universiteit Gent en enkele privépartners en met Europese Concerto-subsidies voor energiezuinig bouwen.

De socialehuisvestingsmaatschappij (SHM) Goedkope Woning is haar verouderde patrimonium sinds 2008 grondig aan het opwaarderen. Ze legt daarbij de nadruk op gezondere woningen, rationeler en efficiënter ruimtegebruik, minder energieverbruik en weinig onderhoudskosten. In eenzelfde beweging wil ze ook de leefbaarheid van de wijken volledig heroriënteren en zo goed mogelijk inpassen in de huidige maatschappelijke context. De opwaardering van de wijk Venning heeft zo’n 35 miljoen euro gekost, waarvan tien procent werd gesubsidieerd door Europa. Dit moet de wijk voor de komende veertig jaar goed doen functioneren. De wijk groeide van 163 naar 196 woningen, met daarbij veel woningen voor grote gezinnen en 21 aangepaste woningen voor rol-

stoelgebruikers. Die diversiteit in woningtypes maakt het mogelijk er levenslang te blijven wonen. Het globale energieverbruik is gereduceerd tot zowat een achtste van het vroegere verbruik. Venning beschikt nu over een eigen warmtenet met een stookinstallatie op houtsnippers. Daarnaast is veel aandacht besteed aan de collectieve buitenruimte. De SHM staat samen met de bewoners zelf in voor de aanleg en het beheer ervan. De ontsluiting van de huizen met hun private tuinen en de verfijnde omgevingsaanleg nodigen uit tot meer sociaal contact. pieter plas

Meer informatie over het project bij Ilse Piers, directeur Goedkope Woning: ilse.piers@goedkope-woning.be

Waakzaamheidsfase hitte en ozon: informatie voor gevoelige groepen Een prachtige zomer heeft ook een schaduwzijde: hete dagen gaan vaak gepaard met ozonpieken. De hitte kan aanleiding geven tot huiduitslag, uitdroging, hittekrampen, uitputting en zelfs een hitteslag. Veel ozon kan kortademigheid, oogen keelirritatie en hoofdpijn veroorzaken. Voor gevoelige personen kunnen de problemen ernstiger zijn. Van 15 mei tot 48 juli 2015 Lokaal

30 september loopt daarom een waakzaamheidsfase waarin temperaturen en ozonconcentraties nauwkeurig opgevolgd worden. Deze informatie is belangrijk voor de bevolking in het algemeen en voor professionelen die gevoelige personen begeleiden bij de te nemen maatregelen tijdens hitte- en/of ozonpieken. Gevoelige groepen zijn baby’s en kleine kinderen,

ouderen en chronisch zieken. Ook voor organisatoren van een sportief of cultureel evenement in de zomer zijn de aanbevelingen belangrijk. Voor al deze doelgroepen zijn specifieke adviezen opgesteld in folders die u kunt downloaden via www.zorg-en-gezondheid.be/hittealarm. pieter plas


In de VVSG-winkel is alles te koop print & web

winkel.vvsg.be kantoormateriaal & -meubilair • werkkledij • drukwerk • computersupplies • sjerpen & vlaggen VIVIANE ARENTS T 02-211 55 19 viviane.arents@vvsg.be F 02-211 56 57 INGRID VANKELECOM T 02-211 55 20 ingrid.vankelecom@vvsg.be F 02-211 56 57

Lokaal juli 2015

49


mens en ruimte milieubeleid

Al zes maanden zonder pesticiden Sinds zes maanden moet het pesticidevrij. Hoe vergaat het onze gemeenten met het beheer van hun openbaar groen? Na jaren van rapportering volgt de Vlaamse Milieumaatschappij nu het verbod op en keurt ze eventuele afwijkingen goed. Laakdal ging resoluut zonder in 2012. Beveren vraagt dit jaar om voor enkele voetbalterreinen nog pesticiden te gebruiken. tekst jan dhaene beeld gfs

M

aandag 2 januari 2012. In Laakdal komen de collega’s van de groendienst binnen in hun magazijn. Geen druppel pesticide meer te vinden. ‘Van de ene dag op de andere,’ zegt Peter Cuyvers, technisch coördinator. ‘Zo hadden we het gepland. De collega’s wisten dat natuurlijk. Elk jaar organiseren we een bijscholing en sinds twee jaar hadden we hen voorbereid op het pesticidevrije beheer.’ ‘We hebben beslist niet af te bouwen, omdat dat de indruk wekt dat minder gebruiken ook al goed is. Nee, het moet zonder en dus was alles ineens weg. Als de resterende pesticiden nog in ons magazijn gestaan hadden, zou er te gemakkelijk naar gegrepen kunnen worden. Onder het mom van opgebruiken. Nu hebben we zo’n 80 procent van de collega’s mee in het verhaal. Je kan nooit verwachten dat iedereen volledig met het beleid instemt. Maar door hen verantwoordelijkheid te laten nemen, merken we dat het enthousiasme almaar groter wordt. Ons personeel is de hoeksteen van het succes van ons pesticidevrij beheer.’ ‘In Beveren zijn we al sinds 2003 aan het

50 juli 2015 Lokaal

experimenteren met alternatieven,’ vertelt duurzaamheidsambtenaar Nele De Maeyer. ‘1 januari 2015 luidde dus niet echt een nieuw tijdperk in. We zijn al meer dan tien jaar bezig met pesticidevrij beheer. Het is de logische evolutie van ons beleid dat we nu bijna volledig met alternatieven werken. Voor onze onderhoudsmedewerkers voelt het nu heel natuurlijk aan, maar het is ooit anders geweest. Lange tijd bleef de vraag naar pesticiden groot.’

Dus hebben we borstelmachines, branders, heetwater- en heteluchtmachines aangekocht.’ ‘Branders of heet water gebruiken wij niet. Die machines zijn te duur in aankoop, ze zijn veel te arbeidsintensief in gebruik en niet milieuvriendelijk door hun hoge energieverbruik,’ vertelt Cuyvers. ‘In Laakdal gebruiken we een combinatie van borstelen en maaien met de bosmaaier. De koppen van de bosmaaier zijn wel slijtagegevoelig. Gemiddeld

Peter Cuyvers: ‘We hebben beslist niet af te bouwen, omdat dat de indruk wekt dat minder gebruiken ook al goed is. Nee, het moet zonder en dus was alles ineens weg.’ Hoe werken ze? ‘We hebben in de loop der jaren veel alternatieven uitgetest: branden, borstelen, heet water en hete lucht,’ zegt De Maeyer. ‘We hebben ondervonden dat een combinatie van verschillende methodes de beste resultaten geeft.

vervangen we zo’n twintig koppen per jaar, maar deze kosten zijn met ongeveer 600 euro eerder beperkt. Met wat we uitsparen in aankoop van pesticiden én door een doordachte omvorming van ons openbaar domein, is de kostprijs van ons beheer niet gestegen.’


LAAKDAL Ca. 15.000 inwoners, oppervlakte: 42,48 km² Pesticidevrij: sinds 2012 links: Sportcentrum De Vloed (finalist Groene Lente 2014), rechts: Tuin Sociaal Huis (laureaat Groene Lente 2014)

Nochtans is budgetverhoging een veel gehoorde vaststelling. Vooral wanneer het gaat over oude terreinen, die niet ontworpen zijn met een eenvoudig onderhoud in het achterhoofd. ‘We besteden veel van ons onderhoud uit en in die bestekken zien we nu meer werkuren.’ zegt ook De Maeyer. ‘Tel daar de aankoop van machines bij en je kostenplaatje ligt beduidend hoger.’ Wat levert het meest op? In Laakdal en Beveren zijn ze het eens: pesticidevrij beheer vraagt extra inspanningen van het onderhoudspersoneel. ‘Het onderhoud is intensiever,’ zegt Cuyvers. ‘Daarom zetten we ook volop in op omvorming van verhardingen en herinrichting van openbare ruimte. Zo werken we niet meer met de kleine klinkertjes, maar overal waar het (esthetisch) kan met betonnen tegels van 2 bij 2 meter of 1,5 bij 1,5 meter met ernaast plaats voor waterinfiltratie. Waar we kunnen, plaatsen we verkeersborden in plantsoenen. We maken ook altijd heel gerichte keuzes in plantdichtheid en de grootte van de planten.’ ‘Door omvorming en herinrichting zal je onderhoud op termijn minder intensief worden,’ weet De Maeyer. ‘We houden bij vernieuwing altijd rekening met onderhoudsvriendelijkheid. Maar meer dan dat gaan we ook proactief omvormen, zoals op de begraafplaatsen. Waar we kunnen, vermijden we verharding, en we zetten de juiste planten.’ Beveren heeft een omvormingsprogramma en werkt op de begraafplaatsen stelselmatig voort aan een pesticidevrij onderhoud. Wat is het grootste struikelblok? ‘Het grootste struikelblok voor veel ge-

BEVEREN Ca. 50.000 inwoners, oppervlakte: 150,18 km² Pesticidevrij: nog niet, maar met een afwijking op het verbod (P4 - omvorming op enkele begraafplaatsen en wanneer nodig P5 - op voetbalterreinen) links: Boomrooster, rechts: Beveren combineert branders met borstel-, heetwateren heteluchtmachines.

meenten is de kostprijs,’ zegt De Maeyer. ‘Maar ook praktisch zijn er wel wat struikelblokken. Voor voetbalterreinen zullen we voor dit jaar bij de Vlaamse Milieumaatschappij nog een afwijking aanvragen. Ook boomroosters blijven een uitdaging. De heetwatertechniek levert daar voor ons de beste resultaten.’

informeren over het verbod op pesticiden op openbaar domein, en dus ook op hun eigen trottoir. Daar hadden we wel veel succes, omdat we de mensen proactief hebben aangesproken. Zo hoor je meteen ook wat hun ideeën erover zijn. En die zijn, zoals te verwachten, gemengd: van heel positief tot gezeur.’

Nele De Maeyer: ‘We zijn al meer dan tien jaar bezig met pesticidevrij beheer. Ook voor onze onderhoudsmedewerkers voelt het nu heel natuurlijk aan.’ Peter Cuyvers moet er wat langer over nadenken: ‘Ik zie niet meteen grote struikelblokken. Ik denk zelfs dat we nu goedkoper werken dan vroeger. We hebben enkele sportterreinen die we zelf beheren en dat lukt best zonder pesticiden. We hebben ook wel een hele reeks sportterreinen die door anderen worden beheerd. Als ik al struikelblokken zie, dan zou het daar kunnen zijn: hoe kunnen we hen ervan overtuigen dat pesticidevrij beheer kan en beter is? Het grote voordeel is dat ze zullen moeten, omdat wij de eigenaar zijn. Maar het is toch altijd het beste als iedereen mee is.’ Iedereen mee in het verhaal ‘Wij willen ook iedereen mee,’ zegt De Maeyer. ‘Daarom hebben we al enkele informatieavonden georganiseerd voor onze inwoners. Het bleek dat mensen toch moeilijk te mobiliseren waren om ernaartoe te komen. Onlangs hebben we een informatiestandje geplaatst in het winkelcentrum op een druk bezochte “open winkeldag”. We wilden de mensen

Om dat gezeur te beperken heeft Laakdal opzettelijk niet op voorhand gecommuniceerd over de plotse stopzetting van het gebruik van pesticiden enkele jaren geleden. ‘Als je lang op voorhand een maatregel aankondigt, passeren alle meningen gegarandeerd de revue,’ weet duurzaamheidsambtenaar Evelyn Celis. ‘Daarom hebben we beslist het pesticidevrije beleid enkel positief in de verf te zetten. Zo zijn we al een paar keer in de prijzen gevallen op De Groene Lente (wedstrijd georganiseerd door de Vereniging voor Openbaar Groen met steun van de VMM, red.). Het resultaat is dat we nauwelijks klachten krijgen. Hier en daar zal er wel iemand over vallen dat het onkruid niet allemaal weg is, maar de mensen zien toch vooral dat de gemeente eraan werkt, een beleid heeft en dat ook uitvoert.’ Jan Dhaene is communicatiemedewerker bij de Vlaamse Milieumaatschappij www.vmm.be/zonderisgezonder

Lokaal juli 2015

51


mens en ruimte fietsbeleid

Fietsstraten in Vlaanderen Vlaamse gemeenten zetten steeds meer in op de veiligheid en het comfort van de zachte weggebruiker. Ze gaan hiervoor op zoek naar creatieve alternatieven voor bestaande verkeerssituaties. De fietsstraat is zo’n alternatief. Het is intussen al vier jaar geleden dat de stad Gent de eerste fietsstraat in België inrichtte. Nu zijn er in Vlaanderen een vijftiental gemeenten met fietsstraten. De fietsstraat vindt dus langzaam maar zeker ingang in ons mobiliteitsbeleid. tekst dorien baens beeld stefan dewickere

E

en schoolvoorbeeld van de Vlaamse fietsstraat bestaat niet. Wel zijn er gelijkenissen te vinden. Die komen voort uit de voorwaarden die het Vademecum Fietsvoorzieningen formuleert. Straten die al veel door fietsers gebruikt worden, kunnen omgevormd worden tot fietsstraat. Vaak maakt zo’n straat deel uit van een belangrijk fietsnetwerk en liggen er veel fietsbestemmingen zoals scholen in de buurt. Toch is de ene fietsstraat de andere niet. Hoewel de fietsstraat in België juridisch veel formeler geregeld is dan in

Hoewel de fietsstraat in België juridisch veel formeler geregeld is dan in onze buurlanden, laat de Wegcode wel wat beleidsruimte voor de gemeenten.

52 juli 2015 Lokaal

onze buurlanden, laat de Wegcode wel wat beleidsruimte voor de gemeenten. De Vlaamse fietsstraten variëren op verschillende vlakken: de voorrangsregeling, het parkeerreglement ter plaatse en het al dan niet toelaten van busverkeer zijn daar enkele voorbeelden van. Door deze beleidsruimte kan de fietsstraat op maat van de gemeente ingericht worden maar aan de andere kant impliceert ze ook dat de gemeenten enkele belangrijke afwegingen moeten maken, bijvoorbeeld of er busverkeer toegelaten wordt. Omdat fietsstraten meestal erg centraal ge-

legen zijn, is bussen omleiden vaak niet eenvoudig, al voelen fietsers zich zonder bussen wel veiliger. Ook over het parkeerbeleid in een fietsstraat moet er goed worden nagedacht. Parkeerplaatsen schrappen is niet altijd evident maar zonder geparkeerde auto’s verhoogt de zichtbaarheid van de fietser wel. Een middel, geen doel op zich De redenen waarom Vlaamse gemeenten voor een fietsstraat kiezen, zijn vaak symbolisch of praktisch van aard. Een fietsstraat bevestigt in veel gemeenten


immers de bestaande situatie: een straat waar de fietser baas is. Door het een fietsstraat te noemen bevestigt de gemeente dat zij de fietser een belangrijke plek op de weg wil geven. Praktisch gezien kan een fietsstraat bijvoorbeeld een oplossing zijn voor een smalle straat die vooral gebruikt wordt door fietsers maar waar geen ruimte is om een volwaardig fietspad aan te leggen. Over één ding is iedereen het eens: een fietsstraat moet steeds een middel zijn en geen doel op zich. De keuze voor een fietsstraat moet kaderen in een groter geheel: een mobiliteitsplan, een optimalisatie van

teit van de lokale politiezones en het is niet altijd prioritair. Toch is een verbod symbolisch erg belangrijk: fietsers voelen zich veiliger en zijn sneller geneigd om de volledige breedte van de straat te benutten. Daarnaast kiezen automobilisten vaak voor een alternatieve route, als er een inhaalverbod geldt. Er gaan ook stemmen op om een zone 30 en een fietsstraat in de toekomst samen te laten vallen. Zo wordt er een zone gecreëerd waar auto’s met lage snelheid rijden en geen fietsers mogen inhalen. Snelheidscontroles in een zone 30 zijn dan misschien niet meer noodzakelijk. Zeker

Er gaan stemmen op om een zone 30 en een fietsstraat in de toekomst samen te laten vallen. Zo wordt er een zone gecreëerd waar auto’s met lage snelheid rijden en geen fietsers mogen inhalen. de verkeerscirculatie, een onderdeel van een fietsroute… Bonheiden is wat dit betreft erg ambitieus. ‘Binnen enkele jaren krijgen we ongetwijfeld te maken met een saturatie van onze wegen,’ vertelt burgemeester Guido Vaganée. ‘Onze gemeente heeft een fietsbeleidsplan waarin we verschillende alternatieven aanreiken om deze saturatie tegen te gaan. De fietsstraat is er hier een van. Fietsstraten moeten ons helpen mensen ervan te overtuigen de auto in te ruilen voor de fiets.’ Samengevat zijn er drie elementen belangrijk wanneer we de optie van een fietsstraat overwegen. In de eerste plaats moeten we naar de fietser kijken: is er al een relatief hoge fietsintensiteit in de straat en wensen we die nog te verhogen? Daarnaast is er de aanwezigheid van belangrijke fietsbestemmingen in de omgeving. Ten slotte moet de aanleg van een fietsstraat passen binnen de circulatieplannen van de gemeente. Handhaving van het inhaalverbod Het inhaalverbod is een van de elementen van een fietsstraat waarover er wel eens gediscussieerd wordt. Vooral de handhaving van het verbod is een knelpunt. Of het verbod wordt nageleefd, is op zich eenvoudig te controleren, maar het vereist bijvoorbeeld wel wat capaci-

in kerngebieden en schoolomgevingen valt er voor dit voorstel veel te zeggen. Tijd voor evaluatie Uit een evaluatie in Gent blijkt dat de eerste fietsstraat haar doel niet gemist heeft. ‘Op minder dan een jaar tijd was het aantal fietsers er al verdubbeld,’ vertelt Veerle Bekaert van de stad Gent. ‘Aan de andere kant zien we duidelijk dat auto’s de straat mijden.’ De fietsstraat doet dus duidelijk wat ze moet doen. Maar het kan altijd beter. De gemeenten met een fietsstraat zien nog enkele puntjes waaraan zij de komende jaren willen werken. Een daarvan is dat de voorzichtige fietser nog vaak aan de rechterkant van de weg rijdt en niet de volledige breedte van de fietsstraat benut, waardoor het voor auto’s mogelijk wordt in te halen, ook al is dat verboden. Een verklaring hiervoor is dat de weggebruiker nog niet voldoende vertrouwd is met het concept van de fietsstraat. Daarnaast voelt de fietser zich in een fietsstraat waar gemotoriseerd verkeer in één richting en fietsers in twee richtingen rijden, niet altijd op zijn gemak. ‘Tegen de rijrichting in fietsen voelt voor fietsers niet altijd veilig en comfortabel aan,’ vertelt Veerle Bekaert van de stad Gent. ‘Wij denken eraan om een licht verhoogde midden-

Wat is een fietsstraat? In een fietsstraat mogen fietsers de volledige breedte van de rijweg (eenrichtingsverkeer) of de vol‑ ledige rechterhelft van de rijweg (tweerichtingsverkeer) gebruiken. Gemotoriseerde voertuigen mogen fietsers niet inhalen en maximaal 30 kilometer per uur rijden. Het begin en einde van een fietsstraat wordt aangeduid met blauwe aanwijzings‑ borden en een logo op het wegdek. Verschillende gemeenten maken het asfalt van de fietsstraat rood.

strook aan te leggen die het tweerichtingsverkeer duidelijk maakt en inhalen ontraadt. Daardoor vermindert echter het comfort van de fietser.’ Duidelijke communicatie voor de gebruiker van de fietsstraat is dus van groot belang. Dat zien ze ook in Schelle, een gemeente die overweegt een fietsstraat aan te leggen. ‘Verschillende partners bij het project betrekken en breed communiceren is absoluut noodzakelijk om bij onze inwoners een draagvlak te creëren voor de fietsstraat,’ vertelt Karl Van Hoofstat, schepen van openbare werken. Trage groei Waarom er na vier jaar nog maar een handvol gemeenten een fietsstraat heeft, blijft een open vraag. Zijn de gemeenten zelf nog niet voldoende vertrouwd met het concept? Of stuiten zij misschien op financiële belemmeringen? De rode asfaltlaag die verschillende gemeenten aanleggen om een fietsstraat duidelijk aan te geven, kost bijvoorbeeld aardig wat geld. Voor kleine gemeenten kan dit een onoverkomelijk obstakel zijn. Het is belangrijk dat zij creatief omspringen met deze belemmeringen. Een duidelijke belijning of slechts op enkele cruciale plaatsen rode asfalt leggen, kan al een oplossing bieden en kost veel minder geld. Kortom, wanneer we de tijd nemen om alle elementen zorgvuldig tegen elkaar af te wegen, is de fietsstraat zonder twijfel een perfecte manier om de fietser zichtbaarder te maken in het straatbeeld en zijn veiligheid te verhogen. Dorien Baens is freelance journalist

Lokaal juli 2015

53


mens en ruimte openruimtebeleid

Ruimte voor voedsel verbindt stad en platteland De consument is steeds kritischer over de herkomst van zijn voedsel. De vraag naar lokaal geteeld en biologisch voedsel neemt gestaag toe. Initiatieven voor lokale voedselstrategieën die producten en consumenten dichter bij elkaar brengen, worden steeds populairder. Maar voedsel produceren voor de lokale consument is niet altijd eenvoudig. Daarom nemen Vlaanderen, provincies en lokale besturen initiatief om ruimte te maken voor voedsel. Dat maakt stad én platteland sterker. tekst liesbet belmans beeld vlm

I

n tal van Vlaamse gemeenten ontstaan initiatieven voor lokale voedselstrategieën. Ze brengen voedselproducenten en -consumenten dichter bij elkaar en bevorderen sociale cohesie en integratie. Waar mogelijk worden kringlopen van energie, water en grondstoffen lokaal gesloten. Maar voedsel produceren voor lokale consumenten is niet altijd eenvoudig. Het is soms niet mogelijk op een rendabele manier te produceren voor de korte keten. De stedeling weet

vaak niet wat er in de buurt van de stad wordt geteeld. En hij koopt en eet ook minder vaak lokaal geproduceerd voedsel. Op andere plaatsen is er onvoldoende grond beschikbaar of krijgen de geschikte gronden andere bestemmingen. Zeker de kleinschalige landbouwbedrijven staan onder toenemende druk van de verstedelijking en van het intensieve, recreatieve gebruik van het landschap. Zelfs al bevinden die bedrijven zich in landbouwgebied, toch stijgen de prijzen

van gronden en hoeves onder invloed van de stedelijke vastgoedmarkt. Het behoud van de landbouwactiviteit en de generatiewissel in de landbouw worden daardoor moeilijk. Veel vruchtbare gronden dreigen zo uit de actieve landbouw te verdwijnen. Open ruimte cruciaal Om al die redenen worden op alle beleidsniveaus stilaan meer initiatieven genomen om de lokale voedselproductie

Het Open Ruimte Offensief: zes toekomstscenario’s STADSRANDBOUW: Organiseren van het behoud van de landbouwactiviteit én de ontwikkeling van de (leegstaande) hoeves voor collectieve bewoning en/of collectieve functies.

54 juli 2015 Lokaal

VOEDSELLANDSCHAP: Ontwikkelen van zones die specifiek worden bestemd en georganiseerd voor de productie, verwerking en distributie van voedsel voor en naar de stad. Landbouw, natuur en recreatie worden er verenigd.


en -consumptie te ondersteunen en te stimuleren. Onlangs lanceerde het Interbestuurlijke Plattelandsoverleg (IPO) een advies voor Vlaanderen, provincies en lokale besturen over de omgang met lokale voedselstrategieën. Het advies was het resultaat van een wisselwerking tussen beleidsmakers, betrokkenen in het werkveld en academici. Het IPO pleit onder andere voor meer ruimte en mogelijkheden voor korte-ketenlandbouw

ren het Open Ruimte Platform (ORP) opgericht. Dat brengt leidinggevenden van administraties, beleidsmakers, middenveld, belangenorganisaties, onderzoekers en nieuwe initiatiefnemers samen. Allen delen ze de overtuiging dat de open ruimte een cruciaal element en een hefboom is voor een duurzame toekomst in het sterk verstedelijkte Vlaanderen. Het ORP vertrekt van zes toekomstscenario’s voor de open ruimte

Zeker de kleinschalige landbouwbedrijven staan onder toenemende druk van de verstedelijking en van het intensieve, recreatieve gebruik van het landschap. en verbrede landbouw zowel in randstedelijk als in agrarisch gebied via grondbeleid, vergunningenbeleid en ruimtelijke planning (zones voor landbouw met lokale afzet). Ondertussen heeft de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) samen met de VVSG, de VVP en Ruimte Vlaande-

onder de noemer Open Ruimte Offensief (zie horizontale balk onder aan het artikel). Ruimte voor voedsel gekoppeld aan landschappelijke inkleding, natuur en recreatie neemt daarin een prominente plaats in. Door de lokale voedselproductie te garanderen en door consumenten en producenten dichter bij

LANDSCHAPSBOUW: Het verborgen landschap wordt opnieuw zichtbaar gemaakt door herstructurering van bebouwd weefsel en gerichte collectieve woonontwikkeling. Het landschap wordt ingezet als een nieuw, natuurlijk en publiek park voor de omgeving.

elkaar te brengen worden stad en platteland allebei versterkt. In de open ruimte ontstaan nieuwe kansen voor werkgelegenheid en de hele landbouwketen van productie tot consumptie krijgt meer ondersteuning. In de stad worden lokale voedselproducten attractiever en bereikbaarder en voeding van goede kwaliteit wordt verzekerd. Producenten en consumenten winnen er dus bij. Naast een leertraject waar bestaande expertise en kennis worden samengebracht, wil het ORP de zes toekomstscenario’s testen. De conclusies en resultaten daarvan zullen worden gebruikt om een toekomstgericht openruimtebeleid te inspireren. Testcase Pajottenland-Brussel Voedsellandschap Pajottenland-Brussel is zo’n testcase die nu uitgewerkt wordt. Onlangs voerde de VLM een studie uit bij landbouwers in negentien Vlaamse gemeenten in de rand van Brussel. Daaruit blijkt dat ze met specifieke problemen kampen zoals grondschaarste, stijgende grondprijzen, druk verkeer, onbegrip van bewoners. Hoewel de na-

SMARTER AGRO: Bedrijfsontwikkeling in de landbouw koppelen aan de ontwikkeling van een nieuw landschap met collectieve waterbuffering, nieuwe landschappelijke elementen, een integraal mobiliteitsplan en nieuwe energiekringlopen.

Lokaal juli 2015

55


mens en ruimte openruimtebeleid

bijheid van Brussel volgens de landbouwers kansen biedt op een grotere en meer diverse afzetmarkt en meer mogelijkheden opent om seizoenarbeiders aan te trekken, blijft de afstand tussen stad en rand in de praktijk groot. Ook andere initiatieven spelen (deels) in op deze problemen. Zo is het Pajottenland aangeduid als projectgebied voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) om van onderuit de visie, strategieën en concepten uit het Groenboek BRV te testen. De gebiedsgerichte ingebruikname van leegstaande hoeves en de residentialisering van de open ruimte komen daarin aan bod. Met Leader-middelen uit het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO III) zet het Pajottenland al enkele jaren sterk in op de profilering en promotie van de streekidentiteit en streekproducten. Ondertussen wordt in het Hoofdstedelijk Gewest Brussel een strategie uitgetekend om de stad beter te voorzien van gezond voedsel en zo de korte-ketenlandbouw rond de stad te stimuleren. Een sterker georganiseerd stedelijk distribu-

tiesysteem moet bijvoorbeeld het voedsel uit de regio naar lokale voedingsmarkten in de verschillende wijken brengen.

De nabijheid van Brussel biedt mogelijkheden voor de landbouw en de gemeenten in de rand om zich te ontplooien tot een echt voedsellandschap voor de stadsbewoners. Voedsellandschap voor stadsbewoners Het ORP brengt verschillende betrokkenen uit de rand en de stad samen om deze initiatieven beter op elkaar af te stemmen en om gebundelde oplossingen voor de problemen te vinden. Het ORP wil een hefboom voor dit gebied in relatie tot de stad creëren. De nabijheid van Brussel biedt immers mogelijkheden voor de landbouw en zijn gemeenten om zich te ontplooien tot een echt voedsellandschap voor de stadsbewoners. Een verzekerde afname van pro-

AMBITIEUZE LANDSCHAPPEN: Hoogkwalitatieve landschappen ontwikkelen tot de regionale parken van verstedelijkt Vlaanderen.

56 juli 2015 Lokaal

ducten garandeert mee het bestaansrecht van de landbouw in een sterk verstedelijkt gebied. Het ORP wil ook onderzoe-

ken hoe de toegang tot grond voor de landbouwers verzekerd kan worden, hoe distributie, verwerking en afname georganiseerd kunnen worden binnen een lokale voedselstrategie en welke impact dat ruimtelijk heeft. De conclusies en aanbevelingen van deze testcase moeten toepasbaar zijn op de stadsrand van andere Vlaamse en Europese regio’s. Ze zullen via het ORP verspreid en bekend gemaakt worden. Liesbet Belmans is VVSG-stafmedewerker landelijke gemeenten en platteland

OPENRUIMTEINFRASTRUCTUUR: Een veerkrachtige en performante blauwe infrastructuur uitwerken door de ontwikkeling van landbouw, natuur, economie, energie en recreatie te koppelen aan een antwoord op de waterproblematiek.


Landelijke mobiliteit in de Westhoek Een service design project

Het project Hoe kunnen mensen, woonachtig in de Westhoek, zich verplaatsen binnen een aanvaardbare tijdspanne? Via een service design aanpak zoeken de initiatiefnemers oplossingen voor de vervoersarmoede van individuele gebruikers in de Westhoek.

Service design proces Service design is het proces om (gebruikers)ervaringen te verbeteren. Deze ontwerpdiscipline zet een user-centred designmethodiek in om nieuwe, waardevolle diensten te ontwerpen en bestaande diensten te optimaliseren.

1-2 BEGRIJPEN

1-3 VISIE & SCOPE

Doel: Kaderen van het project

Doel: Inzichten verzamelen

Doel: Afbakening ontwerpopdracht

Werkzaamheden: Het project kaderen tijdens workshops. Het in kaart brengen hoe bewoners zich in de Westhoek verplaatsen en de verschillende betrokken partijen.

Werkzaamheden: Interviewen en observeren van mensen tijdens hun verplaatsing. Interviewen van anderen betrokkenen, zoals ondernemers en gemeentelijke instanties.

Werkzaamheden: De ontwerpopdracht specificeren en afbakenen tijdens een workshop.

m

IMPLEMENTATIE

TESTEN

for

he ar ba

Werkzaamheden: Het testen van een prototype van de dienst door bijv. een rollenspel of via het virtuele platform. Interviews met potentiële gebruikers en beleidsmakers.

eid

Reg

Plat

JULI AUGUST SEPTEMBER

Doel: Prototype testen

ub

Prioritaire thema’s voor ontwerp

Hu

id jn sys tee m

MEI JUNI

3-1 TESTEN

e

ligh

Werkzaamheden: Het verder ontwikkelen van de eerste resultaten in concepten. Onder andere door een codesign workshop met beleidsmakers.

rc h i

vei

Werkzaamheden: In verschillende co-design workshops en een virtueel platform worden samen met inwoners van de Westhoek ideeën bedacht voor: – ouderen – jeugd – kansengroepen – early adopters

ë ra

lpli

Stimu

le

f ren

ie

ts

ke ten

Doel: Concepten verder ontwikkelen

Hi

Mind er ve Dorp r sh

.V

en

Doel: Ideeën genereren

an

ie

2-2 IDEEËN ONTWIKKELEN

O ter

n nge ts i aa ulp lfh pl Ze

2-1 IDEEËN SAMEN VINDEN

Lees

ONTWERPEN

JANUARI FEBRUARI MAART APRIL

1-1 ANALYSE & FRAMING

Per for m

LUISTEREN

De methodes zijn participatief; zowel met de gebruikers als de partners in het project wordt samen ontworpen middels snelle visualisaties en prototypen.

ts Fi e

in

4-1 UITVOEREN Doel: Start implementatie Werkzaamheden: Het maken van een beleidsbriefing, een gedetailleerde blauwdruk en een briefing voor de daadwerkelijke aanpassing van bestaande of ontwikkeling van nieuwe diensten.

SEPTEMBER OKTOBER

Meer informatie: westhoekonderweg.beLokaal juli 2015

57


mens en ruimte zorgbeleid

Zorgzaam Zoersel verbindt Het OCMW van Zoersel heeft alle zorgverleners die actief zijn op het grondgebied van de gemeente bijeengebracht. Samen hebben ze het zorgstrategisch plan Zoersel 1.0 uitgewerkt. Dat presenteert een ideaalbeeld om aan de zorgvragen van de inwoners tegemoet te komen. In een volgende fase zal het plan in acties worden vertaald en zal duidelijk worden vastgelegd welke zorgverlener wat zal doen. tekst leen peeters beeld gf

Z

oersel is de eerste gemeente in Vlaanderen met een zorgstrategisch plan. Het initiatief om alle professionele zorgverleners van zowel residentiële als thuiszorg te verzamelen ging uit van het lokale bestuur. ‘Er is een groot aanbod aan professionele zorg in verschillende sectoren. Afspraken over de organisatie van de zorg voor een individuele gebruiker zijn belangrijk maar ook op beleidsniveau is er meer afstemming nodig. Een gemeenschappelijk beleidskader opmaken leek ons noodzakelijk,’ zegt OCMW-voorzitter Katrien Schryvers. Ontschotting, netwerkvorming en zorg op maat staan centraal in het hele proces. Het project moet de onderlinge afstemming en de toegankelijkheid van het aanbod verbeteren. Dat dit nodig is, bleek uit de grondige omgevingsanalyse die aan het project voorafging. Daarin valt onder meer de grote toename van het aantal 65-plussers in Zoersel op in vergelijking met de rest van Vlaanderen. ‘Die vergrijzing gaat gepaard met ontgroening, wat een enorme druk op de actieve bevolking veroorzaakt,’ weet Katrien Schryvers. ‘Die tendensen maken dat we de zorg morgen anders zullen moeten organiseren.’ Plan in partnerschap De lokale zorgverstrekkers uit verschillende disciplines en sectoren waren de belangrijkste partners bij de opmaak van het plan. Katrien Schryvers: ‘Om de oefening enigszins beheersbaar en overzichtelijk te houden legden we de klemtoon op zorgverstrekkers die op het grondgebied van de gemeente werken of hier geBij de voorstelling van het zorgstrategisch plan zakte ook Vlaams minister Jo Vandeurzen af naar Zoersel.

58 juli 2015 Lokaal

vestigd zijn. Nogal wat partners zijn echter ook buiten de gemeentegrenzen actief, waardoor het niet uitgesloten is dat de uitvoering van het plan breder zal gaan.’ Bij aanvang lag de nadruk op de inbreng van professionele zorgverstrekkers. Gaandeweg werd geprobeerd er ook zorgvragers bij te betrekken door een delegatie van de gemeentelijke senioren-

van het project veel meer inbreng te geven, onder meer via de gebruikersraden van de verschillende instellingen. Zorgstrategisch plan 1.0 In maart 2014 werd het startschot gegeven met de voorstelling van het project aan alle zorgverstrekkers van Zoersel. De opmaak van het plan verliep in fa-

De horizon voor de volledige uitvoering van het zorgplan is 2020. De deelnemers van de werkgroepen bepalen welke acties prioritair zijn en hoe ze concreet kunnen worden ingevuld. raad, Ziekenzorg en een vereniging voor mensen met een beperking uit te nodigen voor de werkgroepen. Het is de bedoeling de gebruikers in de uitvoeringsfase

sen. In de eerste fase brachten verschillende werkgroepen de behoeften uit het werkveld, de troeven van het huidige aanbod en de dromen voor de toekomst


Provinciale steun

in kaart. Dit alles werd in drie thema’s gegroepeerd: ‘huis van de zorg’, ‘netwerk rond de cliënt’ en ‘vernieuwende zorgaspecten’. Elk thema werd aan een werkgroep toevertrouwd. Het zorgstrategisch plan 1.0 bundelt de belangrijkste conclusies van deze besprekingen. Het plan is dan ook geen eindproduct, maar het resultaat van een eerste denkronde. ‘Het biedt een aanzet waarop de komende jaren voortgebouwd kan worden. Het geeft de richting aan die de zorgverstrekkers van Zoersel uit willen,’ zegt Katrien Schryvers. De acties in het plan worden tijdens het vervolgtraject in 2015 verder geconcretiseerd en er wordt begonnen met de uitvoering ervan. De horizon voor de volledige uitvoering is 2020. De deelnemers van de werkgroepen bepalen welke acties prioritair zijn en hoe ze concreet kunnen worden ingevuld. De gemeente en het OCMW Zoersel staan tijdens het vervolgtraject in voor de algemene projectcoördinatie. Dit omvat onder meer het relatiebeheer en de communicatie met de deelnemers, de communicatie met de buitenwereld, een aanspreekpunt voor de trekkers, de pro-

De opmaak van het zorgstrategisch plan Zoersel 1.0 vertrok van een omgevings‑ analyse. Voor die gegevens deed Zoersel een beroep op het sociaal kompas, een in‑ strument dat door de provincie Antwerpen ontwikkeld is. Ook voor de uitrol van het project vond het lokale bestuur steun bij de provincie, die gemeenten aanmoedigt om samen met de sector overkoepelend sociaal beleid uit te tekenen. Het project in Zoersel kon het voorbije jaar rekenen op een provinciale subsidie van 10.000 euro en op procesbegeleiding door een deskundige medewerker van de provincie. Met de subsidie werd de OCMW-vereniging KINA ingeschakeld om de redactie van het plan in goede banen te leiden. De provinciale dienst welzijn levert dit jaar de procesbe‑ geleiding bij de verdere uitwerking en de uitvoering van het plan.

sen. Zo bleek het voor de zelfstandige zorgverstrekkers niet altijd evident om aan de bijeenkomsten deel te nemen. Zij signaleerden het ontbreken van een prestatievergoeding wat actieve deelname belemmert. De grotere thuiszorgorganisaties namen actief en geëngageerd deel aan deze oefening omdat het de eerste in haar soort is. Hun werkingsgebied overschrijdt echter de gemeentegrenzen, wat het misschien moeilijk zal maken om dit engagement te herhalen in elke afzonderlijke gemeente. Proeftuin Om de concrete uitwerking van het zorgstrategisch plan te stimuleren hoopt Zoersel dat de Vlaamse overheid middelen zal uittrekken voor een demoproject

Katrien Schryvers: ‘Individuele zorgbehoeften volgen de organisatorische en administratieve opdeling niet. Het verschil in regelgeving en financiering tussen zorgsectoren verhindert vaak een vlotte toegankelijkheid van het aanbod.’ cescoaching van de werkgroepen en de voorbereiding en het secretariaat van de stuurgroep. Het enthousiasme van alle deelnemers is groot. Het project bewijst al meteen zijn voordelen. Het biedt zorgverleners de gelegenheid interessante contacten te leggen over de grenzen van sectoren, disciplines en organisatievormen heen. Dit uit zich in het delen van goede praktijken, in samenwerking en gericht doorverwijzen. Er zijn ook hindernis-

of proeftuin in Zoersel. Dit zou bestaan uit projectfinanciering en een tijdelijke regelluwte om het project te kunnen uitwerken. De exacte voorwaarden moeten nog besproken worden. Het opzet van de proeftuin is met verschillende partners van het plan samen een woonvoorziening te realiseren waar de woonbehoefte van de zorgvragers centraal staat. Tegelijkertijd wordt de meest gepaste zorgondersteuning op maat van de individuele bewoner georganiseerd. De aangeboden zorg zal met andere woorden vorm krij-

gen volgens de behoeften van de zorgvrager en aangepast aan de context. Alles staat in functie van de situatie en behoeften van de individuele bewoner. Persoonsvolgende financiering Om in de toekomst zorg op maat te kunnen bieden pleit Katrien Schryvers voor een systeem van persoonsvolgende financiering. ‘De financiering van de zorg is vandaag sterk verschillend tussen zorgvormen en sectoren. Individuele behoeften aan zorg volgen die organisatorische en administratieve opdeling niet. Het verschil in regelgeving en financiering tussen zorgsectoren verhindert vaak een vlotte toegankelijkheid van het zorgaanbod.’ De OCMW-voorzitter is van mening dat enkel indien de financiering van de zorg de individuele zorgbehoefte volgt, zorgvragers echt kunnen kiezen op basis van hun behoeften en niet op basis van de dagprijs of personeelsomkadering van de zorgvoorziening. Bovendien moet de lokale overheid de nodige instrumenten krijgen om samen met alle zorgverstrekkers een gezamenlijke planning voor zorg in de gemeente te kunnen opmaken. ‘Ik vraag daarom aan de Vlaamse overheid de lokale overheid als gangmaker en regisseur te verankeren in de regelgeving met betrekking tot de programmatie en vergunning van het zorgaanbod. Een lokale zorgstrategische adviesraad per gemeente of groep van gemeenten kan ervoor zorgen dat initiatieven in een overkoepelende beleidsstrategie passen en een antwoord zijn op reële lokale behoeften.’ Leen Peeters is regionaal VVSG-medewerker Antwerpen van het netwerk thuiszorg

Lokaal juli 2015

59


mens en ruimte sterk werk

‘Als we maar plezier maken!’ Het team van dagverzorgingscentrum ’t Zonnedal in Opwijk legt de laatste hand aan de Eurovisiesongfestivalquiz, terwijl de gebruikers smullen van aardbeien met roomijs. Op de deuntjes van Louis Neefs’ ‘Oh oh, ik heb zorgen’ en ‘Liefde is een kaartspel’ van Lisa del Bo vertellen Maria Saerens (82), verantwoordelijke Grietje Huyge en ergotherapeute Inge Leys over het reilen en zeilen in hun centrum. tekst katrien gordts beeld stefan dewickere

60 juli 2015 Lokaal


M

aria valt meteen op als een vrolijke en actieve dame, ze vertelt een mopje aan haar tafelgenoten of steekt een zorgkundige even een handje toe. Het was ooit anders: ‘Na het overlijden van mijn man en mijn bevriende buren kreeg ik het moeilijk. Geen gezelschap meer en hele dagen alleen thuis vielen me ontzettend zwaar. Mijn dochter stelde me voor om naar het dagcentrum te komen. Al van in het begin voel ik me hier thuis, ik zou het niet meer kunnen missen. Nu kom ik al enkele jaren, vier dagen per week in de winter en drie in de zomer. Op maandag blijf ik thuis om wat schoon te maken of in de tuin te werken.’ Maria maakte nieuwe vrienden in een heel diverse groep. Ook mensen die minder mobiel zijn of mensen met

dementie vinden een plek in ’t Zonnedal. Ergotherapeute Inge: ‘Iedereen die thuis of in een serviceflat kan wonen, kan ook naar het dagcentrum komen. We kunnen hier alle zorgen bieden. Mensen in een rolstoel worden thuis opgehaald en we zorgen voor aangepaste activiteiten. Het grote verschil met een woonzorgcentrum is dat daar de nadruk ligt op het verzorgende aspect. In ons dagcentrum staan activiteiten centraal. Omdat alles hier op een kleinere schaal dan in het rusthuis gebeurt, kunnen we veel zelf doen, bijvoorbeeld een taart bakken voor een verjaardag of rouwkaartjes maken bij een overlijden.’ De week- en dagkalender respecteert een bepaalde structuur. In het bijzonder voor mensen met dementie is routine belangrijk. Toch is er altijd ruimte voor improvisatie en durven activiteiten al eens veranderen als de groep er geen zin in heeft of het plots te mooi weer is om binnen te blijven. ‘We leven mee met onze gebruikers en hebben niet veel woorden nodig om elkaar te begrijpen.’ Verantwoordelijke Grietje: ‘We laten de gebruikers ook elke week zelf beslissen waar ze zin in hebben tijdens een uur “ieder zijn pleziertje”, bijvoorbeeld een voetbad of een handverzorging. De afwisseling maakt mijn werk net zo boeiend en tegelijk intens, de dagen vliegen voorbij. Het is als een tweede huishouden maar dan een van een twintigtal personen. Maar we doen ons werk echt graag, anders hou je het niet vol.’ Voor Maria is het moeilijk een favoriete activiteit te kiezen: ‘Ik ga graag met onze groep op stap. Een bezoekje aan de markt of een woonzorgcentrum uit de buurt, naar de film of een wandeling in het park. Als we maar kunnen lachen en plezier maken.’ Een andere activiteit waar velen naar uitkijken is het bezoek van de kinderen. Grietje: ‘We werken samen met een school uit de buurt. Twee keer per maand komen kinderen van het eerste tot het zesde leerjaar op bezoek. Vroeger deden we vooral gezelschapsspelletjes, nu bereiden de kinderen vaak zelf een stukje toneel of een dansje voor. Het is een vaste traditie dat wij in de voormiddag

appelcake bakken en die in de namiddag samen met de kinderen opeten. Twee keer per jaar komen er ook peuters met hun onthaalmoeder. Dan zingen we samen liedjes. Om makkelijker contact te leggen tussen gebruikers van het dagcentrum en kinderen gebruiken we bijvoorbeeld handpoppen of een doekje bij de bewegingsactiviteiten.’ Het team van ’t Zonnedal haalt veel voldoening uit de soms opvallende evolutie van de gebruikers. Inge: ‘Vooral mensen met dementie fleuren na enkele weken echt op. Hier kunnen ze onder begeleiding dingen doen die ze thuis niet meer doen, zoals groenten snijden voor de soep die we iedere week zelf maken. Ook Maria is sterk vooruitgegaan. We houden voor elke gebruiker een volgboekje bij dat de familie kan lezen en aanvullen. Al na enkele weken schreef de dochter van Maria dat ze opnieuw belangstelling voor haar omgeving had en zin om elke dag de krant te lezen.’ Er is ook aandacht voor de fysieke gezondheid van de gebruikers. Dankzij de wekelijkse zitgymnastiek heeft Maria minder rugklachten. Inge: ‘Voor al onze gebruikers is beweging belangrijk.’ Door contact te houden met familieleden, onder meer met het volgboekje, ondervinden Grietje en haar collega’s dat gebruikers zich soms anders gedragen in het dagverzorgingscentrum dan thuis: ‘Dat komt voor een deel omdat de mensen hier een hele dag bezig zijn. Thuis zitten ze vaak een hele dag te wachten.’ Naast een verantwoordelijke en een ergotherapeute telt het team twee zorgkundigen, een logistiek medewerker en een chauffeur. Ze kunnen ook rekenen op de steun van vrijwilligers die mensen oppikken en naar huis brengen of helpen bij de koffie en de afwas. Grietje: ‘We hebben ook twee mannen in ons team. Dat is zowel voor ons als voor de gebruikers prettig en het beïnvloedt de activiteiten zoals tuinieren in onze eigen aangepaste moestuin.’ Dat kan Maria alleen maar beamen: ‘Vandaag hebben we onze eerste sla en radijsjes zelf geoogst en ze hebben ontzettend gesmaakt!’ Katrien Gordts is redacteur van Lokaal

Lokaal juli 2015

61


2de EDITIE NU OOK BESCHIKBAAR ALS E-BOOK!

De vakantiereglementering in de publieke sector is een complexe materie. Ingevolge artikel 17 van de Wet van 26 juni 1992 houdende sociale bepalingen zijn er bij de lokale besturen minimum 2 en maximum 3 verschillende vakantiestelsels van toepassing. Sinds 1 april 2012 bestaat er bovendien een nieuw soort vakantie, de zogenaamde “aanvullende vakantie” bij het begin of een hervatting van een activiteit. In deze handige pocket bespreken we systematisch de verschillende vakantiestelsels die bij lokale besturen van toepassing kunnen zijn.

VAKANTIEWETGEVING IN LOKALE BESTUREN

VAKANTIEWETGEVING IN LOKALE BESTUREN

DIRK NEEFS

VAKANTIEWETGEVING IN LOKALE BESTUREN POCKETS OCMW EN MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

ISBN 978-2-509-02399-5

9

782509 023995

2DE EDITIE

pockets

10%

bij bestelling van 10 exemplaren

“Op hoeveel dagen vakantie heb ik recht?” Naast de jobinhoud en het loon is dit een van de meest gestelde vragen bij een sollicitatie. In tegen-

KIES UW FORMULE

stelling tot de private sector is deze vraag in de publieke sector echter niet zo gemakkelijk te beantwoorden. In Vakantiewetgeving in lokale besturen bespreekt de auteur daarom systematisch de verschillende vakantiestelsels die bij lokale besturen van toepassing kunnen zijn.

+ Boek € 29/25*

E-book € 25/19*

Boek + e-book € 39/€ 35*

* Prijs voor VVSG-leden

ONTDEK NU DE 2 EDITIE! de

VOORDELEN VAN HET E-BOOK

• Volledig aangepast aan de nieuwe regelgeving, waaronder de wijziging aan het Gesco-statuut van 1 april 2015 • Systematische bespreking verschillende vakantiestelsels: private sector, publieke sector, artikel 60’ers • Voorwaarden en rechten voor aanvullende vakantie • Boordevol handige voorbeelden

• Tot 5x downloaden • Meteen beschikbaar • Geschikt voor desktop, tablet, smartphone en e-reader • Passages markeren en notities toevoegen • Aanpasbare lettergrootte, lettertype en achtergrondkleur meer info op de achterzijde

BESTELKAART

Ja, ik bestel

....... ex. van Vakantiewetgeving in lokale besturen Boek | e-book | boek + e-book

VVSG-lid: ja | nee

(Schrappen wat niet past)

Naam: ................................................................................................

Uitgeverij Politeia

Functie: ............................................................................................

Keizerslaan 34 1000 Brussel

Bestuur/Organisatie: ......................................................................... Tel.: ..................................................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10

E-mail**: ...........................................................................................

DIRECTE ONTVANGST BIJ BESTELLING E-BOOK

Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

Adres: ............................................................................................... BTW: ................................................................................................. *

Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten, geldig tot 30.09.2015. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet doorgegeven aan derden. Overeenkomstig de wet op de privacy hebt u inzage- en correctierecht. Consulteer steeds www.politeia.be voor actuele prijzen. Bij bestelling van een e-book wordt uw persoonlijke downloadlink gestuurd naar het opgegeven e-mailadres. ** Verplicht bij aankoop e-book.

 aan €.............*

Datum en handtekening


beweging actualiteit

daniel geeraerts

daniel geeraerts

daniel geeraerts

Algemene vergadering: voor sterke lokale besturen

De algemene vergadering van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw en de vergadering van de VVSG-afdeling OCMW vonden plaats op 11 juni in het Provinciehuis Leuven. Uit het jaarbericht 2014 kwam een intensieve en doorgedreven werking naar voren op het vlak van belangenbehartiging en samenwerking met partners. De rekening 2014 sloot af met een licht positief saldo en opbrengsten van iets meer dan 16 miljoen euro. Twee workshops speelden in op de actualiteit. De sessie ‘Basisbereikbaarheid en de rol van lokale besturen’ presenteerde het (nieuwe) beleid van De Lijn en cases over de Westhoek en Fietsberaad Vlaanderen. Een tweede sessie legde de focus op zorgbedrijven waarin samenwerking en verzelfstandiging de invalshoeken waren. Sterke lokale besturen hebben een sterke vereniging nodig, was een opmerking van een deelnemer. De VVSG werkt samen met haar leden met hoofd, hart & handen aan deze ambitie.

daniel geeraerts

jan van alsenoy

Presentaties op www.vvsg.be

Lokaal juli 2015

63


beweging Netwerk – Werkgroep burgerzaken en vreemdelingen

Zoeken naar werkbare procedures voor complexe regelgeving De werkgroep burgerzaken en vreemdelingen bestaat precies vijf jaar. Administratief medewerkers, diensthoofden, juristen en deskundigen buigen zich om de drie maanden over de complexe materie van het vreemdelingenrecht. Ze wisselen kennis uit over wetgeving die niet bepaald uitblinkt in eenduidigheid en zoeken naar werkbare procedures voor de dagelijkse praktijk. Iedereen draagt bij aan de telkens weer goedgevulde agenda. tekst katrien gordts beeld stefan dewickere

Nik Vanderscheuren, Gent: ‘Het blijft een dagelijkse uitdaging naar coherentie te zoeken in een basiswet die dateert van 1980 en die nadien niet altijd even consistent is bijgewerkt. Grote steden en kleine gemeenten hebben dezelfde vragen. Dus zoeken we naar manieren om onszelf te ondersteunen en dit netwerk is er een van.’

selijke vreemdelingenbeleid wel op het juiste spoor?’

Kristien Cool, Ieper: ‘In deze werkgroep zetten we de theorie om in de praktijk. De wet laat veel ruimte voor verschillende interpretaties en er is maar om de twee jaar controle van de cel Lokale Besturen van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) op ons werk. Net daarom is overleg tussen verschillende gemeenten belangrijk. Zitten we met ons plaat-

Tim Bals, Sint-Niklaas: ‘Er staat ontzettend veel in het regeerakkoord over vreemdelingenbeleid. In deze werkgroep zoeken we naar een gemeenschappelijk standpunt en signaleren we knelpunten. Dat er naar ons geluisterd wordt, is al een begin. Doen we dit niet, dan zijn we onzichtbaar.’

Tania Neirynck, Oostende: ‘De VVSG neemt de voorstellen van de DVZ onder de loep en onderzoekt vanuit een wettelijk standpunt de gevolgen voor lokale besturen. Dit helpt ons een kritischere blik te ontwikkelen op deze adviezen.’

Tim Bals, Sint-Niklaas

Tania Neirynck, Tine Van Keirsbilck, Oostende Harelbeke Lieve Baeten, Jolien Mertens, Debby Strybosch, Aalst Geel Lieve Poortmans, Antwerpen Herentals Saskia Moens, Marjolijn Gousseau, Aalst Kortrijk Cindy Bouw, Antwerpen

Nik Vanderscheuren, Gent

64 juli 2015 Lokaal

Karolien Nuyts, Mol


Ludo Vanhove, Houthalen-Helchteren: ‘Als kleine gemeente steek ik veel op van grotere steden, want zij hebben vaak sneller te maken met complexe wetgeving in de praktijk. Medewerkers in grote steden hebben ook meer ruimte om zich te specialiseren, bijvoorbeeld in huwelijken en geboortes.’ Heidi Leyman, Balen: ‘Ik ga na elke werkgroep iets wijzer naar huis. We bestuderen regelgeving die in voorbereiding is. Blijken bepaalde procedures in de praktijk niet haalbaar, dan signaleren we dit hier en kaart de VVSG dit aan op een hoger niveau.’ Fabienne Crauwels, VVSG-stafmedewerker vreemdelingenbeleid: ‘Ik steek veel energie in dit netwerk maar krijg er ook veel voor terug. Het doet me beseffen hoe moeilijk het is elke dag een weg te vinden in wetgeving die soms compleet tegenstrijdig is. Bovendien beseffen andere lokale diensten of politici te weinig dat deze ambtenaren onder enorme druk staan. Het is aan hun loket dat de wereld Elke D’haeseleer, Ninove

Fabienne Crauwels, VVSG-stafmedewerker

van sommige mensen instort bij een negatief advies. Ze doen echt veel meer dan documenten afleveren.’

komst zijn en zijn nauwer betrokken bij projecten als SEFOR, dat bijstand verleent bij terugkeer.’

Karolien Nuyts, Mol: ‘Het gaat er soms behoorlijk technisch aan toe, maar voor mij is dit heel boeiende materie. Ik doe mijn werk ontzettend graag, dus hierover van gedachten wisselen met collega’s is verrijkend. En morgen is mijn eerste taak deze informatie en kennisuitwisseling delen met mijn collega’s in Mol.’

Tine van Keirsbilck en Femke Verbeke, Harelbeke: ‘Ook al hebben we met de DVZ dagelijks contact over concrete dossiers, een platform om problemen aan te kaarten krijgen we niet. Daarom verzamelt VVSG-stafmedewerker Fabienne Crauwels regelmatig onze grieven en voorgestelde oplossingen zodat ze die op een hoger niveau ter sprake kan brengen.’

Greta Holvoet, Ingelmunster: ‘In onze eigen gemeente weten politieke besturen niet altijd hoe de wetgeving ineenzit en dat we meer doen dan aan een balie zitten. We voelen ons gesteund door de VVSG die enerzijds werkt aan de bewustmaking van lokale mandatarissen en anderzijds een schakel is tussen hogere overheden en het lokale niveau.’ Marjolijn Gousseau, Kortrijk: ‘Dit VVSG-netwerk is een doorgeefluik naar de DVZ en Binnenlandse Zaken. We horen hier ook de nieuwigheden die op

Anaïs Nies, Ninove Femke Verbeke, Harelbeke

Tinne Van Kerckhoven, Mol

Cindy Bouw, Antwerpen: ‘Horen waar andere gemeenten mee worstelen helpt om breder te denken dan je eigen dienst Vreemdelingenzaken. Zowel van andere steden als van kleine gemeenten leer ik hier bij. Zo merk ik dat kleine gemeenten vaak met praktische oplossingen komen en hun dossiers bijzonder goed opvolgen.’ Katrien Gordts is redacteur van Lokaal

Greta Holvoet, Ingelmunster

Heidi Leyman, Balen Veerle Meert, Grimbergen Kristien Cool, Ieper

Tatiana Dehairs, Sint-Truiden Nicole Gunst, Wingene

Ludo Vanhove, Houthalen-Helchteren

Marianne De Corte, Brugge

Lokaal juli 2015

65


beweging laureaat

“De groei van het Gemeentefonds wordt volledig opgesoupeerd door de extra pensioenlasten voor de lokale besturen. De gemeenten kunnen die middelen dus niet gebruiken voor ander beleid. We roepen de centrale overheden op om met cofinanciering over de brug te komen om de pensioenstelsels betaalbaar te kunnen houden. Nu spelen ze een pingpongspel: volgens de Vlaamse overheid is het federale materie, terwijl de federale overheid doorverwijst naar het Vlaamse niveau.” Marijke De Lange, VVSG-stafmedewerker personeel – Belga 9/6

Boechout, Deinze, Gent en Kontich winnen Fietsgemeente/Fietsstad 2015

“Dat het Gemeentefonds jaarlijks blijft stijgen met 3,5 procent, is terecht, want de kosten voor de gemeenten - denk aan de pensioenen - stijgen sterk. Een besparing komt altijd ongelegen, maar we begrijpen dat elk overheidsniveau zijn steentje moet bijdragen.” Mark Suykens, algemeen directeur van de VVSG, n.a.v. de overheveling van de sectorale subsidies voor lokaal beleid – De Standaard 27/5 “Dat een gemeente een erfenis kan gebruiken om haar eigen financiële situatie te verstevigen, is eigenlijk ongezien. Meestal gaat zo’n erfenis vergezeld van de eis tot het opzetten van een fonds met een sociale of culturele doelstelling. Zoersel laat er wegen- en rioleringswerken mee uitvoeren die anders pas later hadden kunnen gebeuren.” Luc Martens, burgemeester van Roeselare en voorzitter van de VVSG over de 2,2 miljoen euro die de gemeente Zoersel kreeg uit de nalatenschap van actrice Yolande Markey – Het Nieuwsblad 26/5 “De federale overheid moet meer inzetten op preventie en ondersteuning, informatie tussen besturen uitwisselen en werk maken van bepaalde problematieken die een goede aanpak van radicalisering in de weg staan. Wat moet een preventiemedewerker bijvoorbeeld doen wanneer hij dingen hoort die niet kunnen? Wanneer wint het maatschappelijk belang het van het beroepsgeheim? Er moet ook een samenwerking zijn op Europees niveau en er moet forser ingezet worden op een beleid rondom terugkomers.” Mark Suykens, algemeen directeur VVSG – Belga 26/5

66 juli 2015 Lokaal

GF

“Met de vennootschapsbelasting op intercommunales overschrijdt de federale overheid indirect haar bevoegdheden. Het toezicht op de werking en de financiën van de intercommunales en de gemeenten zit bij de gewesten.” VVSG-directeur Bestuur Jan Leroy – De Tijd 6/6

STEFAN DEWICKERE

perspiraat

Deinze is een pionier in het gratis aanbieden van Blue Bikes aan eigen inwoners en bezoekers

Gent heeft een voortrekkersrol in mooie infrastructuurprojecten voor fietsers

Vierendertig steden en gemeenten stelden zich kandidaat voor de titel Fietsgemeente/ Fietsstad 2015. Een vakjury onder leiding van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde selecteerde negen laureaten en een terreinonderzoek door een onafhankelijk studiebureau bepaalde de vier winnaars. Het Boechoutse fietsbeleidsplan is een voorbeeld voor andere kleinere gemeenten en behaalt de titel Fietsgemeente/Fietsstad 2015 in de categorie gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. Deinze en Kontich eindigen op een gedeelde eerste plaats in de categorie steden en gemeenten tussen 20.000 en 50.000 inwoners. Deinze is een pionier in het gratis aanbieden van Blue Bikes aan zowel de eigen inwoners als bezoekers, Kontich heeft een verkeerscirculatieplan met positieve gevolgen voor fietsers. In de categorie steden met meer dan 50.000 inwoners gaat de titel naar Gent, vooral omwille van haar voortrekkersrol in mooie infrastructuurprojecten voor fietsers. De winnaars krijgen bovenop de titel een prijs van maximaal 50.000 euro in de vorm van een investering in fietsinfrastructuur. Buiten de officiële wedstrijd kon ook het publiek stemmen voor haar favoriete Fietsgemeente/Fietsstad. Deze publieksprijzen gingen naar Gent, Heusden-Zolder en Merksplas. katrien gordts

www.fietsgemeente2015.be www.vsv.be/mobiliteit-verkeersveiligheid/fietsgemeentefietsstad-2015

Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week, op de VVSG-website én getweet via @JobLokaal inlevering personeelsadvertenties voor

Lokaal 8 (septembernummer) – 13 augustus 2015 Lokaal 9 (oktobernummer) – 10 september 2015

informatie

nicole.vanwichelen@vvsg.be, T 02-211 55 43


tweets en tweeps

Volg ons op

@GemeenteEssen Colleagues from Witzenberg South Africa @GemeenteEssen preparing #VVSG congress in september

@verlindenroel, VVSG-stafmedewerker vorming sociaal beleid: Kansen en bedreigingen van zorg bedrijven... aanschouwelijk voorgesteld tijdens algemene vergadering van #vvsg

PreventiedienstMenen @Preventiedienst: Veel volk op de studiedag ‘Een integrale kijk op radicalisering’ #Mechelen #vvsg

Nathalie Debast, VVSG-stafmedewerker armoede, energie en wonen, @NDebast: Een fijne en warme interne @vvsg denkdag over de toekomst van #lokaal #sociaal beleid! #auxarmescitoyens! #vvsg

@KatrienG_VVSG, VVSG-medewerker communicatiedienst: #VVSG in topvorm voor #VVSGpensioendag

@FietsberaadVL : Aandeel fiets in modal split is laag in vgl met NL. 50% autoverplaatsingen korter dan 5 km. @radio1be #bel10

Veerle Baert @VeerleB VVSGstafmedewerker ouderenbeleid: Veel belangstelling voor workshop dementievriendelijke gemeente ism @Dementievriend #mdcongres @vvsg

VVSG-stafmedewerker gemeentelijk veiligheidsbeleid, Nadja Desmet @NadjaDS_ VVSG: Niet alleen over maar ook met jongeren praten! #radicalisering @vvsg

@PietCoopman, VVSG-stafmedewerker afvalbeleid: Heeft het vandaag over #zwerfvuil met de milieuambtenaren regio @Imog_Harelbeke @vvsg

Coördinator @FietsberaadVL Wout Baert: #basisbereikbaarheid en de #fiets. Zodadelijk op AV @vvsg met goede praktijk uit @Turnhout @delijn

Joke Vandewalle, regionaal medewerker Oost-Vlaanderen, netwerk thuiszorg, @joke_vvsg: Goede ontvangst in Dendermonde bij het regionaal overleg voor centrumleiders in Oost-Vlaanderen!

@PlatformCentrum Binnenstedelijk netwerk voor publieke en private stakeholders: Soyez les bienvenus à Wavre! Platform Centrummanagenent over transitie en transformatie in de binnenstad #PLCM

Lokaal juli 2015

67


beweging agenda

ONTDEK ONS OPLEIDINGSAANBOD OP WWW.VVSG.BE/OPLEIDINGEN

n o g v a n d e !! t ie n e g n e in ju li sc h r ij f snel KKO RTIN G tot 17 g.be E in V R O E G B O enmetd ienstverlen

www.durv

Slimme IT. Sterke dienstverlening.

Brussel 10 september

Mechelen 17 september

Deze vorming geeft indicatiestellers bagage én oefenruimte om straks zelfstandig met de Bel-schaal aan de slag te gaan. www.vvsg.be/opleidingen

Na deze opleiding bent u in staat om een cliëntsituatie goed en efficiënt voor te stellen op een casusbespreking of een teamoverleg, bij intervisie… www.vvsg.be/opleidingen

Brugge 11 september

Zottegem vanaf 18 september Mechelen vanaf 25 september

Intervisie BEL-schaal

Kinderopvangcaravan

Cliëntdossiers bespreken

Een steuntje in de rug van kinderbege‑ leiders die altijd nieuwsgierig zijn om bij te leren, te netwerken en zo hun motivatie hoog te houden. Vindt plaats op meerdere locaties in Vlaanderen dit najaar. www.vvsg.be/opleidingen

Werk maken van activering op de sociale dienst

Brugge 15 september Hasselt 18 september

Leuven 21 september

Aansprakelijkheid bij kinderopvang Op de verdiepingsdag Aansprakelijkheid willen we inspelen op de grote onduide‑ lijkheid die er heerst rond aansprakelijk‑ heid in de kinderopvang. www.vvsg.be/opleidingen

68 juli 2015 Lokaal

VVSG werkte een leidraad uit om stapsgewijs je eigen activeringsbeleid te ontwerpen, te verbeteren en uit te diepen. www.vvsg.be/opleidingen

To Lean or not to Lean Met de filosofieën en technieken van LEAN leert u hoe u verspilling kunt terugdringen en de effectiviteit van personeelsleden en middelen kunt maximaliseren. www.vvsg.be/opleidingen

Antwerpen 22 september

Berekenen gebruikersbijdrage voor gezinszorg Ervaring of niet? In deze workshop be‑ handelen we zowel de basissituaties als enkele minder kant-en-klare voorbeel‑ den. Efficiënt én correct berekenen is de boodschap. www.vvsg.be/opleidingen Gent 22 september

Gemeentelijk Noord-Zuidbeleid kan tellen Met focus op de ‘noordwerking’ van het Noord-Zuidbeleid in lokale besturen, namelijk alle vormen van sensibilisering over ontwikkelingssamenwerking en mondiale uitdagingen. www.vvsg.be/opleidingen Mechelen 22 september

Drones: hoe gaat de gemeente ermee om? Op deze studiedag willen we drones vanuit verschillende gezichtspunten bekijken, al vertrekken we steeds vanuit de rol van lokale besturen. Dat doen


we in samenwerking met vooraanstaande sprekers uit de sector, uit lokale besturen en veiligheidsdiensten die ons wegwijs maken in de huidige en de nieuwe regelge‑ ving, de kansen en de uitdagingen. Na deze studiedag zult u ze niet langer alleen maar zien vliegen, u weet dan ook wat ermee aan te vangen. www.vvsg.be/opleidingen

MANAGEMENT

Adviseren van medewerkers en processen begeleiden

Managen van verandering en vernieuwing

Vlaanderen 22 september

Aan de slag als dienstencentrumleider Een enthousiast team van experts en er‑ varen dienstencentrumleiders geeft u niet alleen de nodige bagage mee, ze zijn ook een klankbord én referentiepunt voor nog vele jaren. www.vvsg.be/opleidingen Leuven 29 september

Tools voor uw BBC-plannen Deze opleiding zet u grondig op weg om projectwerking in uw organisatie te profes‑ sionaliseren. Uiteraard leggen we daarbij de nodige links met de beleids- en beheers‑ cyclus. www.vvsg.be/opleidingen

Voor leden van het managementteam, directieleden, leidinggevenden van het middenkader, projectcoördinatoren, kwaliteitscoördinatoren, beleids- en stafmedewerkers, trekkers en begeleiders van verandertrajecten binnen de eigen organisatie. In deze driedaagse basisopleiding leren de deelnemers hoe de organisatie of afdeling succesvol door gewenste veranderingen geleid kan worden. Dit bekijkt u vanuit het organisatie- en individueel perspectief. Daarnaast bestudeert u uw eigen voorkeuren om met verandering om te gaan en hoe deze voorkeuren uw rol als manager, leidinggevende, stafmedewerker (veranderingsmanager) beïnvloeden. Deze opleiding streeft een uitgebalanceerde verhouding van kennis, vaardigheidsen attitudecomponenten na. Met uiteraard aandacht voor het ontwikkelings- en veranderingsproces tijdens de integratie OCMW-gemeente. Alle informatie via theo.wijnen@vvsg.be, 0478-99 99 95

Brussel 29 september

Verzuim: een introductie op visie en praktijk Voor leidinggevenden in thuiszorgdiensten die inzicht willen in een positief aanwe‑ zigheidsbeleid, met respect voor de zieke collega en aandacht voor uw rol als dienst‑ verantwoordelijke. www.vvsg.be/opleidingen

Kent u onze opleidingen-in-huis? Naast haar ruim open aanbod biedt de VVSG ook de mogelijkheid opleidingen bij u in huis te organiseren. We zijn daarbij vooral gespecialiseerd op gebied van HRM, Ouderenbeleid, Kwaliteitszorg en Sociaal beleid. Wat dat laatste betreft zijn volgende opleidingen de meest gevraagde: • Omgaan met cliëntinformatie • Het ecogram: het sociaal netwerk van mensen in kaart brengen • Omgaan met agressief gedrag van OCMW-cliënten • RMI-wet • Basisvorming wet 2 april 1965 • Werken met cliënten met een psychiatrische problematiek Meer weten over deze opleidingen op maat? Mail naar gudrun.hellinckx@vvsg.be, we helpen u graag.

Lokaal juli 2015

69


column Nora Van Meeuwen

Minder gemeenten, meer zee!

Ik herinner me uit mijn kinderjaren in Oostduinkerke eindeloze dagen aan een eindeloos strand waar de tijd voorbijvloog met forten bouwen, roeibootjes uitgraven in het zand, schelpjes zoeken, pootjebaden met een garnalennetje,

70 juli 2015 Lokaal

vliegers oplaten, en als het weer het toeliet en de vlag groen was, met het hele gezin een flinke duik in de zee. U kent de sfeer wellicht uit ‘Vakantie aan zee’, Verminnens vertaling van Michel Jonasz’ ‘Les vacances au bord de la mer’. In die hele maand juli werd die stoet van dagen alleen eens onderbroken voor een paar uur strandspelen van Soubri of Côte d’Or, met zakkenlopen en meer van die avontuurlijke wedstrijden. Ik kwam altijd als laatste aan, maar volgens mijn moeder had ik onderweg wel iedereen vrolijk begroet. Ik heb te doen met de kinderen van vandaag die op het strand weer dezelfde speeltuigen aantreffen waarover ze het hele jaar in het park en op het speelplein beschikken. Mogen die stakkers zelfs niet één keer per jaar gewoon met zand knoeien en hun fantasie laten gaan? Wat heeft dat nu allemaal met Filip De Rynck en zijn essay te maken, zult u vragen. Wel, ik droom stilaan van één enkele kustgemeente met één enkel bestuur. Dan valt dat opbod om de beste, de tofste, de hoogste, de hipste te zijn ineens weg. Zo’n bestuur kan dan zorgvuldig afwegen waar we de strandbezoekers zetten die graag cocktails drinken in een strandbar met obligate muziek om elkaars gesprekken te camoufleren, waar kinderen speeltuigen krijgen die ze kennen, en waar er stranden zijn waar de enige infrastructuur bestaat uit voorzieningen voor de strandredders, openbare toiletten en eventueel een douche. Misschien valt in zo één enkele kustgemeente ook meteen de druk weg om de laatste stukjes duin of polder nog verder vol te stouwen met nog meer appartementen die tien maanden per jaar leegstaan. Die ene Atlantic Wall zou toch genoeg moeten zijn. Is er tot die tijd misschien toch ergens één kustgemeente die zich wil profileren als ouderwetse plek voor nostalgici waar op het strand alleen een rijtje strandcabines staat, zodat er plaats blijft voor heel veel forten en putten en kinderen die papieren bloemen ruilen voor schelpjes? Volgens mij zijn er nog genoeg gezinnen te vinden die er niet tegenop zien met kinderen op blote voetjes een ijsje te halen op de dijk. U zult zien: al die blije toeristen die ’s avonds mijmerend over het strand staren, naar een zonsondergang zonder achtergrondmuziek en silhouetten van klimtorens en uitheems groen, geven ook geld uit tijdens hun vakantie.

KAROLIEN VANDERSTAPPEN

‘Over de schaal van de gemeenten hadden we het hier eerder: omwille van de effectiviteit van de gemeenten zelf maar ook van het Vlaamse politieke systeem hebben we minder gemeenten nodig. Minder gemeenten die allemaal hetzelfde willen; minder gemeenten die alle toch nog nieuwe woonuitbreidingsgebieden willen aansnijden waardoor de publieke voorzieningen nog veel minder efficiënt te spreiden en te organiseren zijn.’ Dit stukje uit het essay van Filip De Rynck in het juninummer van Lokaal deed mijn voelsprieten overeind komen. Ik zat op dat moment aan onze onvolprezen Belgische kust en probeerde daar geregeld mijn blikken over het strand te laten dwalen. Laat ik maar beginnen met te zeggen dat ik niet tot de mensen hoor die bij ‘Belgische kust’ direct beginnen te kankeren over de zogenaamde Atlantic Wall. Niet dat ik die mooi vind, maar ik heb de bijna ononderbroken muur van appartementen van De Panne tot Knokke als een gegeven geaccepteerd. En ik richt mijn blik op de zee. Maar ook dat wordt met het jaar moeilijker, en dat frustreert mij eerlijk gezegd wel. Mijn blik geraakt nog zelden tot aan de branding, hij botst voortdurend op speeltoestellen en strandbars met echte of plastic palmbomen – soorten die, met permissie gezegd, geen van beide in het wild voorkomen op de Noordzeestranden. In een opbod om de hipste kustgemeente te zijn stouwen zowat alle besturen hun strand vol met dezelfde dingen waar het hele binnenland al vol mee staat. Naar het schijnt houdt De Haan het been stijf en komen daar geen strandbars. Het kan, maar daar staan de strandstoelen en -zeilen al wel dertig jaar tot zo dicht tegen de vloedlijn dat een mens al een flinke portie schroom moet overwinnen om er nog gewoon een proletarische handdoek uit te spreiden. Ik vraag me af wie de concessies van al die strandbars – in Middelkerke bijvoorbeeld alleen zo maar eventjes zeven stuks! – toegewezen krijgt. Zijn die geen lelijke concurrentie voor de dijkterrassen? Of geven de horeca-uitbaters op en bij de dijk in arren moede een fiks bedrag uit om zichzelf te beconcurreren?


alyses: n a a m e h t s iu lf e B De de een diepere kijk op actualiteit

Velen onder u zijn al vertrouwd met de Belfius-studies die ons team Research al decennialang verspreidt als service voor sleutelfiguren in de publieke en sociale sector. Deze studies worden ook altijd door de pers opgepikt en leiden niet zelden tot extra debat in de media. Vanaf 2015 spelen we meer dan ooit in op de actualiteit met een extra serie thema-analyses: specifieke onderwerpen die wij voor u samenvatten in hun huidige stand van zaken en onderbouwen met objectief cijfermateriaal. Zo krijgt u bijkomend inzicht in tal van uitdagingen die u de komende jaren te wachten staan. De momenteel al beschikbare thema-analyses zijn: “Het belang van overheidsinvesteringen voor de economie”, met aandacht voor het aandeel van de investeringsuitgaven in de totale overheidsuitgaven;

“De lokale besturen in het kader van het budgettair stabiliteitspact en de ESR-normen”, met aandacht voor de nieuwe financiële verplichtingen en hoe de investeringscapaciteit te behouden. Alle thema-analyses zijn permanent online beschikbaar op www.belfius.be/onzestudies. De kans is groot dat u van ons reeds een e-mail krijgt bij elke nieuwe uitgave. Is dat niet het geval? Dan kunt u zich inschrijven op onze mailinglijst en ontvangt u telkens een update met link naar de analyse. En mocht u vragen hebben of bijkomende info willen, dan kunt u ons team altijd contacteren. Wij zijn er voor u!

Verantwoordelijke uitgever: Belfius Bank, Pachecolaan 44, 1000 Brussel RPR Brussel BTW BE 0403.201.185


WORKS RAING HOP AIN 1

0 SEPT 14u. DI EMBER 201 5 STRICT S H U IS WILRIJ K

Minder wateroverlast in jouw stad? Beperk het risico op wateroverlast door een betere kijk op hevige regenval. Als gevolg van de klimaatverandering en de verstedelijking is de kans op wateroverlast vanuit het rioolstelsel in onze steden sterk toegenomen. Bij hevige regenbuien moeten in enkele minuten tijd miljoenen kubieke meters water verwerkt worden. Er zijn dringend oplossingen op basis van gedetailleerde neerslagdata nodig om het risico op onweerschade voor de bevolking en de infrastructuur te verkleinen. Raingain is een Europees onderzoeksproject dat hoge resolutie neerslagradars en nieuwe modelleringstechnieken test.

De verkregen gegevens worden gebruikt in rioolmodellen om overstromingen in het rioolstelsel te simuleren en waar mogelijk te voorkomen. De rioolbeheerders hebben zo de mogelijkheid snel en adequaat te reageren bij hevige regenval.

Interesse in de resultaten van Raingain? Schrijf je dan in voor de workshop voor steden en gemeenten op 10 september veronique.costermans@aquaďŹ n.be of 03 450 41 24


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.