2016lokaal10

Page 1

Lokaal Nr 10 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

SPECIAL VEERKRACHT

Drie generaties samen aan het werk Leren omgaan met conflict en controverse Duurzaam bankieren voor gemeente Sven Gatz: ‘Cultuur beleef je lokaal en steeds meer regionaal’


Performance with Heart Als foodservice expert voor de zorgsector verzorgt Medirest het voedingsgebeuren in ziekenhuizen, rust- en verzorgingsinstellingen, service flats en dienstencentra. Wat u ook verkiest – of maaltijden door onze mensen laten bereiden in uw keukens, of ze laten aanleveren – u geniet altijd van de vernieuwende concepten die Medirest op maat van de verzorgingssector heeft ontwikkeld. Zoals het ServPlus concept waarbij een voedingshostess uw patiënten of residenten een à la carte foodservice aanbiedt. En onze innovatieve kooktechniek Steamplicity die verzekert dat alle ingrediënten hun smaak en kwaliteit behouden. Voor een kennismaking met deze en andere oplossingen van Medirest op maat van uw behoeften, komen onze adviseurs graag tot bij u. Contacteer hen nu.

Medirest | Member of Compass Group Belgilux 02 243 22 11 l medirest@compass-group.be l www.medirest.be


stefan dewickere

opinie

mark suykens algemeen vvsg-directeur

Twintig jaar Interafval

I

Meer dan 70 procent van het huishoudelijke afval gaat weer als grondstof de economie in. Daarmee doen gemeenten al veel inspanningen om onze economie op weg te helpen naar een circulaire benadering.

n 1996 bracht de VVSG de Vlaamse afvalintercommunales bijeen in Interafval. Sedert 1999 dekt dit samenwerkingsverband heel Vlaanderen: alle 25 Vlaamse afvalintercommunales zijn lid, samen met de steden Aarschot en Knokke-Heist. De intercommunales hebben samen 541 rechtstreeks verkozen bestuurders die vanuit hun lokale mandaat het lokale afvalbeleid mee bewaken. De Vlaamse afvalintercommunales gaven op 1 januari 2015 werk aan 2564 VTE medewerkers en hadden een gezamenlijke omzet van 479 miljoen euro. Via de afvalintercommunales voeren de Vlaamse gemeenten hun zorgplicht voor het huishoudelijke afval uit. Het beheer van afval (en de lokale beslissingen daarover) heeft een grote impact op het dagelijkse leven van elke Vlaming. Dat begint bij het kartonnen doosje dat iemand ’s morgens van zijn tube tandpasta verwijdert, gaat over de etensresten van het middagmaal en eindigt met de lege fles van de avondlijke wijn. De ophaalwagens komen overal langs, de recyclageparken zijn voor elke burger toegankelijk. De gemeenten en intercommunales bewaken dat afvalinzameling laagdrempelig blijft. De resultaten van het Vlaamse afvalbeleid blijven bij de absolute top van Europa behoren. Voor een (beperkte) gemiddelde prijs van 80 euro per ton krijgt de burger zeer uitgebreide dienstverlening. Dankzij diezelfde burger zetten we per persoon en per jaar in Vlaanderen minder dan 150 kg niet recycleerbaar afval op straat. Meer dan 70 procent van het huishoudelijke afval gaat weer als grondstof de economie in. Daarmee doen gemeenten al veel inspanningen om onze economie op weg te helpen naar een circulaire benadering.

Interafval is opgericht toen Fost Plus op de voorgrond kwam en zowel gemeenten als intercommunales merkten dat een gezamenlijke benadering en solidariteit in de onderhandelingen nodig zijn. Dat heeft in de afgelopen jaren effectief gewerkt. De samenwerking tussen gemeenten/intercommunales en Fost Plus kan zeker nog beter, maar internationaal gezien behoort de financiering die onze lokale besturen van de producenten ontvangen voor de inzameling van verpakkingsafval tot de meest volledige. Ook bij andere vormen van producentenverantwoordelijkheid ontvangen gemeenten en intercommunales een redelijke bijdrage voor hun inspanningen op de recyclageparken. Dat is het resultaat van een rekenmodule die in staat is de inzamelkosten van afval op recyclageparken te berekenen en toe te wijzen aan de diverse afvalfracties. Dat model is uniek in de wereld en het wordt ondertussen ook al toegepast in andere landen. Mede dankzij de professionalisering en de versterking van de communicatie is de voorbije jaren een zeer groot draagvlak gerealiseerd voor de afvalophaling, preventie en recyclage en afvalverwerking. Interafval kan schitterende resultaten voorleggen, maar zelfgenoegzaamheid is uit den boze. We moeten blijven investeren in nieuwe inzamelsystemen, in intensieve preventieacties, in de beste technologieën voor afvalverwerking. Ook de communicatie tussen de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de gemeenten kan nog beter. Het nieuwe Vlaamse afvalstoffenplan erkent de regierol van de lokale besturen voor het huishoudelijke afval. Reden te meer om ook de komende twintig jaar professioneel te ageren.

Wat zijn in uw gemeente of afvalintercommunale de grootste uitdagingen op het vlak van afvalbeleid? Praat met ons op twitter! #VVSGlokaal Lokaal oktober 2016

3


inhoud • oktober 2016

special

24 Interview met Carla Arp, Daan Sorgeloos en Toon Torbeyns Lokale besturen op het kantelpunt ‘De bureaucratie is een fantastisch systeem om zo efficiënt mogelijk standaardproducten bij de burger te brengen,’ zegt Daan Sorgeloos. Maar de burger wil ook kwaliteit, innovatie en duurzaamheid. Om dat aan te bieden moet de organisatie kantelen: ‘En ineens bloeien mensen open, ze nemen initiatieven die waardevol zijn voor de groep,’ zegt Carla Arp. En volgens Toon Torbeyns stimuleren teamleden elkaar dan: ‘Ze leren elkaar van alles en staan samen in voor het eindresultaat.’ 28 Werken met gezond verstand 30 Praktijk Langemark-Poelkapelle Verschillende generaties samen aan het werk

33 Integere beslissingen nemen kun je leren

36 10 tips voor een korter proces

38 Verhoog de draagkracht

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 46 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Marleen Capelle, Katrien Gordts, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert, Ellen Van Huffel Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@moizo.be, T 03-326 18 92

4 oktober 2016 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 70 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 57 euro Niet-leden: 130 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Luc Martens, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Stijn Quaghebeur, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Marnic De Meulemeester, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, algemeen directeur VVSG

10

30

LEEN VAN LINDT

Veerkracht

Op de dienst Wone Langemark-Poelka (56), Heleen (31) en betrokken bij hun w bijleren en de balan en privé.


Praat mee over Lokaal

STEFAN DEWICKERE

54

volg ons op

57

STEFAN DEWICKERE

22

STEFAN DEWICKERE

46

NENA DRIEHUIJZEN

#VVSGlokaal

en van de gemeente apelle voelen Hilde n Louise (21) zich werk. Ze kunnen ns vinden tussen werk

3 opinie Twintig jaar Interafval

bestuurskracht

mens & ruimte

6 Kort print & web, perspiraat, Nix

40 Kort nieuws, print & web, oproepen

10 Interview met Jabu Mashinini en Yasmeen Rubidge Leren omgaan met conflictrijke en controversiÍle thema’s doet een samenleving groeien. Deep Democracy helpt conflicten op te lossen binnen zeer heterogene groepen en heeft zijn doeltreffendheid bewezen in Zuid-Afrika. Jabu Mashinini en Yasmeen Rubidge vertellen wat het voor ons kan betekenen.

46 Interview met minister Sven Gatz Cultuur beleef je lokaal en steeds meer regionaal

15 Beroepsgeheim onder druk 18 Duurzaam bankieren voor gemeenten 20 De nieuwe utopie: naast People, Planet, Profit, ook Peace en Partnership 22 De raad van Sint-Martens-Latem Debatteren zonder oppositie

Dankzij drie periodes van lokale cultuurbeleidsplannen zijn gemeenten volgens minister Gatz klaar voor meer autonomie en minder planlast. Een nieuwe fase breekt aan met meer samenwerking tussen cultuurcentra en bibliotheken over de gemeentegrenzen heen. Dat is nodig want het leven van mensen speelt zich ook niet alleen meer in de eigen gemeente af.

50 De Nieuwe Start: sociale economie geeft mensen een nieuwe kans 52 Ontvoogd Blankenberge bestrijdt verkrotting 54 Sterk Werk Startersonderonsje

beweging

57 Mieck Vos op bezoek 58 Vrije tijd is hard werken 60 Netwerk Stuurgroep Diverscity BART LASUY

62 Kort laureaat, perspiraat 64 agenda 66 tweets en tweeps Lokaal oktober 2016

5


bestuurskracht perspiraat

“Het burgemeestersparlement wil een spreekbuis zijn van de steden bij belangrijke internationale conferenties. Nu wordt er nog te vaak over ons en zonder ons beslist. Burgemeesters zijn pragmatische mensen, ze zijn niet links of rechts maar staan boven de partijen en zijn er voor hun hele stad. De groep is heel divers, maar over praktische zaken, zoals afvalverwerking of riolering, zijn we het meestal eens”. Jozias van Aartsen, burgemeester van Den Haag en voorzitter van het nieuw opgerichte Wereldparlement van Burgemeestes (GPM) – Belga 11/9 “Het contract tussen Eandis en State Grid is zeer ongewoon. Ik vind het normaal dat een burgemeester dat niet goed begrijpt. Eandis stelt de deal nogal optimistisch voor en geeft de gemeentelijke bestuurders niet de informatie die ze nodig hebben om het akkoord goed in te schatten.” Hervé Schrans, voorzitter van Finprotect Holdings en privatiseringsspecialist – MO* online 12/9 “Op welk niveau zit een administratie het best? (…) Van de backoffice die alle administratie verzorgt, maakt het niet uit of die op federaal of Vlaams niveau zit. Maar de ambtenaren die contact hebben met de mensen moeten wel zo dicht mogelijk bij de burgers zitten. Daarom zou je het best gemeenten fuseren – wat in ons land nooit meer zal gebeuren – zodat je een draagvlak krijgt om die ambtenaren dichter bij de mensen te plaatsen.” Frank Van Massenhove, topman van de FOD Sociale Zekerheid – Knack 14/9 “Nu politiezones fusioneren tot heel grote politiezones, is het opletten dat de zogenaamde nabijheidspolitie niet in het gedrang komt. De wijkagent mag dan al niet de man of de vrouw zijn die de problemen in zijn eentje kan oplossen, door zijn aanwezigheid op het terrein heeft hij wel een belangrijke signaalfunctie richting gespecialiseerde diensten en eenheden. Dat moet zo blijven.” Politiek commentator Eric Donckier, n.a.v. de intentieverklaring voor de fusie van de politiezones van Middenen Noordoost-Limburg - Het Belang van Limburg 13/9

6 oktober 2016 Lokaal

nieuws

Gemeenten vrezen negatieve effecten hervorming vennootschapsbelasting Zonder compenserende maatregelen dreigt de hervorming van de vennootschapsbelasting een gat te slaan in de gemeentekas. Vandaag heffen vrijwel alle gemeenten een aanvullende belasting op de personenbelasting (APB). Anderzijds bestaat er een wettelijk verbod voor een gemeentelijke belasting met de vennootschapswinst of -belasting als basis. Voor de federale overheid zijn de vennootschapsbelasting en de personenbelasting grotendeels compenserende vaten: wat ze bij een hervorming aan de ene kant verliest, komt via de andere belasting grotendeels weer binnen. Voor de gemeenten is dat echter niet het geval. Als de geplande tariefverlaging in de vennootschapsbelasting het verschil met de personenbelasting (nog) groter maakt, kan dat ertoe leiden dat zelfstandigen en beoefenaars van vrije beroepen hun activiteiten nog meer dan vandaag onderbrengen in

een vennootschap. Alleen het (doorgaans relatief lage) inkomen dat ze aan zichzelf uitkeren, valt dan nog onder de personenbelasting en dus onder de gemeentelijke APB, wat een aantasting van de gemeentelijke fiscale basis betekent. Die zal trouwens de komende jaren hoe dan ook al dalen ten gevolge van de federale taxshift. Voor de VVSG mag hier geen tweede uitholling bovenop komen. Samen met haar Waalse en Brusselse collega’s zal de VVSG deze bezorgdheden overmaken aan de federale regering. Nog dit: in zijn recente advies gaat de Hoge Raad van Financiën voorbij aan het feit dat een hervorming van de vennootschapsbelasting voor de gemeenten een negatief effect kan hebben. De impact voor de Schatkist en de gewesten wordt wel in overweging genomen... jan leroy

VVSG-standpunt over de bijsturingen van de BBC

Op 15 juli 2016 keurde de Vlaamse regering de conceptnota goed van de evaluatie van de beleids- en beheerscyclus (BBC) en de voorstellen tot bijsturing ervan. Het Directiecomité van de VVSG besprak de conceptnota en nam er een standpunt over in. Dat werd ook bezorgd aan de minister van Binnenlands Bestuur. De conceptnota van de Vlaamse regering komt tegemoet aan verschillende elementen die de VVSG aanhaalde in haar evalu-

atie van de BBC in het najaar 2015. De VVSG kan zich dan ook vinden in verschillende voorstellen tot bijsturing van de BBC-regelgeving. Ze vindt het positief dat de beleidsrapporten geüniformiseerd worden en dat het aantal opgelegde schema’s sterk daalt. Daarnaast is het goed dat de huidige financiële evenwichtsnormen voor gemeenten en OCMW’s worden behouden. Ten slotte pleit de VVSG voor een veralgemeende inwerkingtreding van de bijsturingen vanaf 2020, op voorwaarde dat de softwarehuizen tegen dan de BBC-softwareprogramma’s volledig hebben aangepast aan de nieuwe regelgeving. ben gilot

De tekst van het VVSG-standpunt vindt u op www.vvsg.be/nieuws (bericht van 5 september)


print & web

Taaladvies Schrijftips voor ambtenaren

-��oH ��� t����a��� Ho�����a�

t� �t t� Hopende u hiermede van dienst te zijn

Schrijftips voor ambtenaren

adviseert

www.taalunie.org

Online: taalgidsje voor ambtenaren Ambtenaren moeten bij het schrijven altijd letten op twee zaken. De teksten moeten administratief-juridisch correct zijn én klantvriendelijk. Hopende

LAYLA AERTS

u hiermede van dienst te zijn, hét

Het wegvallen van de Vlaamse compensatie voor investeringen in materieel en outillage kan de gemeenten tot 205 miljoen euro per jaar kosten.

taalgidsje voor de ambtenaar, is nu online te downloaden in een herziene en nieuw vormgegeven versie. Van de schrijfwijze van sommige woorden tot taaladvie‑ zen, alle vragen met antwoorden

Mogelijk verlies door wegvallen compensatie voor bedrijfsinvesteringen loopt op Op termijn dreigt de gemeentelijke factuur voor het wegvallen van de Vlaamse compensatie voor investeringen in materieel en outillage op te lopen tot 205 miljoen euro per jaar. Tot nu toe ging de VVSG ervan uit dat het verlies in kwestie maximaal 195 miljoen euro zou bedragen. De onroerende voorheffing (OV) op machines van bedrijven is voor de Vlaamse gemeenten een zeer belangrijke inkomstenbron. Volgens de recentste cijfers brachten de opcentiemen op de OV voor materieel en outillage de Vlaamse gemeenten 156,7 miljoen euro op voor het aanslagjaar 2014. Naarmate bedrijven investeren in nieuwe machines, wordt het betrok-

ken KI echter vrijgesteld en verminderen dus de opbrengsten voor de gemeenten. Tot 2015 compenseerde de Vlaamse overheid de gemeenten hier volledig voor. Voor het aanslagjaar 2014 bedroeg die compensatie 47,9 miljoen euro. De Vlaamse regering schrapte de volledige compensatie vanaf 2016 en verving ze door een tijdelijke compensatie van 13 miljoen euro. Potentieel dreigen de gemeenten over enkele jaren tegen een recurrent verlies van 205 miljoen euro aan te kijken, mogelijk gemilderd tot 192 miljoen euro als de resterende compensatie ook na 2019 blijft bestaan. ben gilot

in het taalgidsje zijn afkomstig van taaladvies.net. Download de taalgids via taalunieversum.org/publicaties/

Regeringsdocumenten openbaar op vlaanderen.be Regeringsdocumenten zijn sinds kort elke maandag na de minister‑ raad online te vinden op www. vlaanderen.be. De regeringsnota’s, mededelingen en ontwerpdecre‑ ten zijn online gekoppeld aan de beslissing waarop ze betrekking hebben. Die beslissingen worden op vrijdag al in het kort bestek verspreid. U kunt zich abonneren

Tot 30 november: OCMW-personeel voor Laureaat van de Arbeid Het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid (KIEA) organiseert samen met de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties een selectieprocedure voor Laureaten van de Arbeid. De oproep richt zich naar alle personen in om het even welke functie die werkzaam zijn in de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en instellingen hieraan verbonden.

Surf naar www.iret-kiea.be voor het reglement en het inschrijvingsformulier, of mail naar info@ iret-kiea.be.

op de regeringsbeslissingen of op een thematische selectie. Elke vrijdag krijgt u dan het overzicht van de beslissingen in uw mailbox, op maandag kunt u de documen‑ ten online bekijken. www.vlaanderen.be

Lokaal oktober 2016

7


bestuurskracht nieuws

Aangepaste cijfers weddes en presentiegelden lokale mandatarissen op ABB-website Door de overschrijding van de spilindex werd er vanaf 1 juli 2016 voor het eerst in 3,5 jaar nog eens een algemene indexering doorgevoerd. Zo ook voor de weddes van burgemeesters, schepenen en OCMW-(onder)voorzitters. Die cijfers vindt u voortaan op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB). Ook het lokale minimum- en maximumbedrag voor

presentiegelden werd aangepast. Houd er wel rekening mee dat het presentiegeld voor de gemeenteraad, de OCMWraad enzovoort niet vanzelf wordt aangepast in uw bestuur (in tegenstelling tot de weddes). Tenzij er een dergelijk mechanisme in het huishoudelijk reglement van bijvoorbeeld de raad is vastgelegd, moet u dit apart regelen. Anders blijft het be-

1000 inwoners meer per gemeente

staande bedrag gewoon gelden. Houd er in dat laatste geval dan wel rekening mee dat het niet zakt onder het minimumbedrag (momenteel 46,87 euro). Meer informatie: david.vanholsbeeck@vvsg.be david vanholsbeeck

Raadpleeg de cijfers via http://lokaalbe‑ stuur.vlaanderen.be/mandatarissen

​ en Vlaamse gemeente telt vandaag gemiddeld ruim E 21.000 inwoners. Dat zijn er 1000 meer dan acht jaar geleden, zo blijkt uit de officiële bevolkingsstatistieken per 1 januari 2016 die de FOD Economie publiceerde. De helft van de Vlaamse gemeenten telt minder dan 14.480 inwoners, en de helft meer. Die mediaan is de voorbije acht jaar met ca. 600 inwoners toegenomen. Een andere opmerkelijke tendens is de voortdurende daling van het aantal Vlaamse gemeenten dat geen 10.000 inwoners telt. In 1991 ging het nog om 108 van de 308 besturen (35,1%), vandaag is dat aantal gezakt tot nog 79 gemeenten (25,6%). Die kleinere gemeenten huisvesten trouwens slechts 8,7% van de Vlaamse bevolking, terwijl ze in 1991 nog een aandeel van 13,5% hadden. Aan het andere uiteinde zien we dat de gemeenten met ten minste 20.000 inwoners intussen goed zijn voor 61,8% van de Vlaamse bevolking, terwijl het in 1991 slechts om 56% ging. In 2015 steeg de bevolking het sterkst in Gent (+3763), Antwerpen (+3472) en Sint-Niklaas (+919). De grootste afname van het aantal inwoners zien we in Poperinge (-189), Knokke-Heist (-141) en Koksijde (-106). Procentueel zit de sterkste stijging op jaarbasis in Herstappe (+3,5%), Drogenbos (+2,9%) en Wemmel (+2,2%) en de grootste daling in Horebeke (-2,0%), Bever (-1,6%) en Glabbeek (-1,4%). Tot slot geven we ook nog mee dat de ‘Mediaanvlaming’ net als de voorbije jaren in Maaseik woont, een gemeente met 25.133 inwoners. De helft van de Vlamingen woont dus in een gemeente met even veel of minder inwoners, en de andere helft in een gemeente met even veel of meer inwoners. jan leroy

http://statbel.fgov.be Net zoals de voorbije jaren woont de ‘Mediaanvlaming’ in Maaseik, een gemeente met 25.133 inwoners.

8 oktober 2016 Lokaal


print & web

Recht op loopbaanonderbreking voor personeel IGS, AGB, OCMW en publiekrechtelijke OCMW-verenigingen Loopbaanonderbreking wordt een decretaal verankerd recht voor het personeel van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, autonome gemeentebedrijven, OCMW’s en OCMW-verenigingen naar publiek recht. Dat bepaalt een decreet van 15 juli 2016 tot wijziging van artikel 99 van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, dat op 2 september 2016 in werking is getreden. Belangrijk is wel dat de Vlaamse overheid het recht op loopbaanonderbreking vanaf die datum beperkt tot vijf motieven: ouderschapsverlof, medische zorgen, palliatief verlof, zorg voor een kind met een handicap en verlof voor opleiding. Ze heeft er ook een nieuwe naam

aan gegeven: het Vlaamse zorgkrediet. Opgelet: de federale thematische verloven van loopbaanonderbreking blijven daarnaast ook bestaan. Enkel de niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking, inclusief de loopbaanvermindering in het kader van het loopbaaneinde, is sinds 2 september afgeschaft. marijke de lange

Decreet van 15 juli 2016 tot wijziging van artikel 99 van de Herstelwet van 22 januari 1985 hou‑ dende sociale bepalingen, BS van 24 augustus 2016, Inforumnummer 303359 Lees meer via www.vvsg.be/werking_organisa‑ tie, klik ‘Personeel’

Binnenkort recht op onbetaald verlof: suggesties voor lokale rechtspositieregeling De Vlaamse regering wil een recht op onbetaald verlof voor het gemeente-, provincie- en OCMW-personeel creëren als compensatie voor de afschaffing van de niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking vanaf 2 september 2016. De onderhandelingen daarover werden eind augustus beëindigd. De Vlaamse regering behandelt de ontwerptekst binnenkort voor een tweede keer, voordat hij voor advies wordt voorgelegd aan de Raad van State.

Het nieuwe besluit zal in werking treden vanaf de dag volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Toch zal het besluit nog niet onmiddellijk uitvoerbaar zijn, aangezien de raad het kader moet vastleggen.

Het beheer van het patrimonium van het OCMW

-

Kan een OCMW onroerende goederen via een systeem van online biedingen verkopen? Hoe verloopt de rechtspleging inzake onteigening bij hoogdringende omstandigheden? Hoe dient de aanbesteding van landeigen‑ dommen te verlopen? Voor welke verrichtingen met betrekking tot het beheer en het bestuur van zijn goederen moet het OCMW rekening houden met regelgeving buiten het OCMWdecreet? Aan welke instanties kan een OCMW het beheer van zijn onroerende goederen toevertrouwen? Dit boek biedt een antwoord op al deze vragen over het beheer van het ruime patrimonium dat OCMW’s sinds de burgerlijke godshuizen en bu‑ relen van weldadigheid bezitten. A. Blockerije, Het beheer van het patrimonium van het OCMW, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 49 euro

katleen janssens en marijke de lange

Meer over de krachtlijnen van het ontwerp en de suggesties van de VVSG ter ondersteuning van de lokale invoering leest u op www.vvsg. be/werking_organisatie, klik ‘Personeel’

nix

Lokaal oktober 2016

9


Jabu Mashinini: ‘Wat er nu gebeurt kunnen we niet langer delegeren naar politici. De hele gemeenschap is erbij betrokken.’

Yasmeen Rubidge: ‘Juist het aangaan van intense conflicten biedt het antwoord op de maatschappelijke uitdagingen van vandaag.’

10 oktober 2016 Lokaal


bestuurskracht interview Jabu Mashinini en Yasmeen Rubidge

Leren omgaan met conflictrijke en controversiële thema’s doet een samenleving groeien Politiek van machtsvertoon werkt niet meer. De problemen waar we vandaag voor staan, moeten we samen oplossen. We moeten kijken naar wat ons scheidt, naar wat ons bindt en naar wat er onder het oppervlak van het conflict zit. Dat zeggen Jabu Mashinini en Yasmeen Rubidge, ervaren facilitators in conflictbemiddeling uit Zuid-Afrika. Dit interview vond plaats in Johannesburg op 23 maart, de dag na de aanslagen in Brussel. tekst leen van lindt en ria verlinden beeld leen van lindt

J

abu Mashinini en Yasmeen Rubidge begeleiden overheden, wijken, gemeenschappen en bedrijven in Zuid-Afrika in het leren omgaan met de dynamiek en de complexiteit van diversiteit. Jabu Mashinini, zelf afkomstig uit Soweto, zet in de townships van Johannesburg ook conflictpreventieprogramma’s op en begeleidt sinds kort de universiteit van Pretoria in een bemiddelingstraject. Al geruime tijd zijn er zware onlusten aan de universiteiten in Zuid-Afrika. Inzet van de conflicten zijn de taalkwestie, het opschorten van de lessen, de agressie en het geweld. De leiders van de universiteit doen al maanden verwoede pogingen om de situatie onder controle te krijgen, onder meer door gewelddadige studenten te schorsen of van de campus te verwijderen. Jabu Mashinini: ‘ Dat is een typisch antwoord van leiders die handelen vanuit macht en controle. Maar daarmee raken ze niet aan de essentie van het probleem. Integendeel, de toestand blijft escaleren. Twee weken geleden hebben we met alle betrokkenen een dialoog opgezet vanuit de vraag: hoe springen we hier samen met deze situatie en uitdaging om? We creëren ruimte zodat de studenten samen met de rector, de docenten, de ouders en de politieke leiders diepgaand met elkaar kunnen praten. Maar eerst moet iedereen bij zichzelf te rade gaan: “Wat vind ik belangrijk? Waar lig ik zelf mee in de knoop? Wat heb ik nodig?” Dat is een fundamenteel andere manier om met conflictrijke situaties om te gaan. Wij zetten eerst een stap terug.’ Yasmeen Rubidge: ‘ Vanuit de Deep Democracy geloven we sterk in het samenbrengen van alle stemmen van een gemeenschap in één ruimte. Alle geledingen

van de gemeenschap nemen naar best vermogen deel aan de ontwikkeling die nodig is. Jabu Mashinini: ‘ Na een intense dag converseren beseffen zowel de leiders als de studenten dat ze nog nooit zo met elkaar gesproken hebben. Ze ontdekken meer gemeenschappelijks dan gedacht. Niet dat alle meningsverschillen van de baan zijn, maar de taalkwestie of andere problemen vormen niet de essentie. De gesprekken transformeren gaandeweg naar een hoger niveau. Ze praten over specifieke thema’s en niet zozeer over de problemen. De betrokken partijen leren inzien wat voor de anderen van belang is. De leiders vinden de eisen van de studenten opeens niet zo onredelijk, ze willen zelfs de schorsing van studenten herbekijken. Bij de studenten groeit de bereidheid om agressie en geweld te staken. De leiders zijn er zich van bewust geworden dat zij niet degenen zijn die de problemen moeten oplossen.’ Ook bij ons worden leiders uitgedaagd. De aanslagen en de instroom van vluchtelingen doen de gemoederen hoog oplaaien. Politici worden ter verantwoording geroepen. Jabu Mashinini: ‘ Politieke leiders hebben de verantwoordelijkheid gekregen om voor hun gemeenschap te zorgen. Bij toenemende spanningen en conflicten verwachten burgers een antwoord of een oplossing van hun politieke leiders. Dikwijls geloven de politici dat zelf ook, ze denken dat zij het antwoord moeten hebben. Ze worstelen met een oude vorm van leiderschap die gebaseerd is op machtsvertoon en controle. In het verleden werkte dat, maar onze huidige wereld is te complex en te divers. Het is onmogelijk om de eigen, vertrouwde ruimte te vrijwaren van externe Lokaal oktober 2016

11


bestuurskracht interview Jabu Mashinini en Yasmeen Rubidge

‘Er is een grote behoefte aan plekken en ruimtes in de lokale gemeenschap waar politieke leiders, civiele samenleving en professionals elkaar kunnen ontmoeten om samen te praten en te onderzoeken wat we te doen hebben.’ invloeden. Je kunt mensen niet langer met machtsvertoon verwijderen, omheinen of verplaatsen.’ Yasmeen Rubidge: ‘ Voor politici moet die druk overweldigend zijn. Vaak is hun reactie er een van machtsvertoon, maar dat is één stem van leiderschap. Er is ook de stem van leiders die uitreiken en willen verbinden. De dominante stem is nog vaak deze van controle en behoud: “het zijn de anderen die moeten veranderen”. Daarmee dreigen de verbindende stem en de wijsheid die daarbij hoort, verloren te gaan.’ Jabu Mashinini: ‘ Als er angst heerst in de samenleving, geraken ook de politici besmet. Ze verzetten hemel en aarde om te doen alsof ze alles onder controle hebben. Maar dan begint de instabiliteit. Ze houden geen rekening met de angst die ze zelf ervaren. Ze zijn niet meer eerlijk tegenover zichzelf, ze gedragen zich alsof ze leiders van vroeger zijn. Maar we betalen op termijn een zware prijs voor de angst die systematisch onderdrukt wordt. Angst zoekt altijd een uitweg. Daardoor nemen jonge mensen sneller de wapens op en reageren ze met agressie en geweld.’ Hoe kunnen politieke leiders anders omgaan met dergelijke conflictrijke situaties? Jabu Mashinini: ‘ Dit is niet alleen het probleem van leiders en politieke verantwoordelijken. Het is een zaak van iedereen, van politici, burgers, bedrijfsleiders, jongeren, vluchtelingen, politie en maatschappelijk werkers. Het is ons gezamenlijk probleem. We kunnen het niet langer delegeren naar politici. De hele gemeenschap is betrokken. Er is een grote behoefte aan plekken en ruimtes in de lokale gemeenschap waar politieke leiders, civiele samenleving en professionals elkaar kunnen ontmoeten om samen te praten en te onderzoeken wat we te doen hebben: welke gemeenschap willen wij samen creëren? Hoe willen wij als mensen hier samenleven?’ Yasmeen Rubidge: ‘ De aanslagen in België en Europa zijn ingrijpende, drastische gebeurtenissen die een sterk appel doen op ons allen, individueel en collectief. We staan op een breuklijn, zowel politieke leiders als burgers en collectieve gemeenschappen worden uitgedaagd om te onderzoeken welke ontwikkeling er nodig is. Deep Democracy biedt een duidelijke structuur, praktische methoden en technieken om binnen een veilige omgeving met die uitersten om te gaan. Juist door die intense conflicten te onderzoeken krijgen we een antwoord op de maatschappelijke uitdagingen van vandaag.’ De geschiedenis leert ons dat de cyclus van geweld en machtsvertoon terugkeert. Kan het niet anders? 12 oktober 2016 Lokaal

Jabu Mashinini: ‘ Gandhi zei: “We proberen geweldloosheid voor één week en zeggen dat het niet werkt om vervolgens terug te keren naar systemen die al eeuwen niet blijken te werken.” Het doet er niet toe of je gelooft dat een alternatief systeem, dat niet gebaseerd is op geweld en macht, kan werken. De essentie is dat er iets in jezelf verandert, dat jij de dingen anders doet. In plaats van de samenleving te observeren word je dan een actieve, betrokken deelnemer. Je erkent dat je zelf een deel van het probleem bent dat je wilt oplossen. Zo niet, val je steeds terug in het beschuldigen van wat anderen niet goed doen.’ Yasmeen Rubidge: ‘ Wanneer je onder vuur ligt, is het heel moeilijk in te zien dat je zelf ook een deel van het probleem bent. Voor politici is dat bijna onmogelijk. Wanneer wij allemaal erkennen dat we ook een deel van het probleem zijn, dan verandert ons handelen. In plaats van een oplossing voor het probleem te eisen, worden we zelf een deel van de oplossing. Het is niet iets dat ons overkomt. We co-creëren samen wat gebeurt. Dat vereist wel dat ieder van ons bereid moet zijn tot zelfreflectie. Als ik het voor mezelf duidelijker heb, heb ik een sleutel om betekenisvol bij te dragen aan het geheel. Als ik mezelf niet kan zien als een deel van het probleem, dan kan ik onmogelijk zien wat mijn bijdrage kan zijn.’ Wat betekent dat concreet voor een politicus? Jabu Mashinini: ‘ Als ik als politiek leider begrijp dat ik mee de samenleving maak, kan ik me concentreren op dingen waarop ik daadwerkelijk invloed kan uitoefenen. Ik verlies me niet langer in pogingen om grote problemen op te lossen, maar houd me bezig met wat ik kan beïnvloeden. Dan beginnen de dingen te veranderen. Maar dat lukt pas als ik zelf bereid en bekwaam ben om naar mijn strijd te kijken in plaats van te praten over wat ik denk dat goed of nodig is. Alles begint met je eigen innerlijke werk: Wat maakt mij bang? Wat zijn mijn verlangens? Waar zit mijn pijn? Sprekend en handelend vanuit je kwetsbaarheid verandert je communicatie en wordt je stem helder en authentiek. Zo ontwikkel je een houding van diepe rust in je innerlijke wereld en word je je innerlijke ervaringen in wisselwerking met anderen beter gewaar. Je thuis voelen in jezelf is een groot voorrecht. Dan blijf je in relatie met de ander, dan handel je niet alleen vanuit reactie of controle. Dit is nodig om leiderschap weer de basis te geven die noodzakelijk is: het dienen van het gemeenschappelijk belang.’ Yasmeen Rubidge: ‘ Hoe verhoud ik me tot alle geledingen van mijn lokale gemeenschap, ook met de verstorende of


‘Door alle stemmen van een gemeenschap in één ruimte samen te brengen kunnen alle geledingen naar best vermogen deelnemen aan de ontwikke‑ ling die nodig is. Als leider geef je hun de enorme kans om hier mee deel van uit te maken.’ bedreigende? Durf ik met hen de dialoog aan te gaan vanuit mijn kracht én onmacht? Ben ik bekwaam om een relatie aan te gaan met andere, vreemde groepen in mijn gemeenschap om in een gelijkwaardige dialoog oplossingen te creëren? Leren omgaan met conflictrijke en controversiële thema’s doet een samenleving groeien.’ Jabu Mashinini: ‘ Politici zijn meestal niet getraind om met zulke complexe situaties om te gaan. Ze hebben niet de ruimte om te reflecteren en te praten over hoe ze deze prangende situaties zelf ervaren. Ze lopen een groot risico verlamd te worden door de angst en de schrik om het fout te doen. De angst die in het systeem circuleert, beïnvloedt ook hen en maakt het almaar moeilijker om nog controle te houden. Met als gevolg dat velen verkrampen en zich schrap zetten.’ Yasmeen Rubidge: ‘ Deep Democracy maakt het voor leiders mogelijk een veilige ruimte te creëren waarin ze de andere stemmen kunnen laten horen en delen, en waar ze de projectie van de machtige leider en zijn rol niet in stand hoeven te houden.’ In onze democratie geldt de macht van de meerderheid. Maar wat gebeurt er met de minderheid? Jabu Mashinini: ‘ De manier waarop we met elkaar omgaan is diepgaand gevormd en beïnvloed door macht en rangorde op grond van geld, scholing, afkomst, klasse. Meestal onzichtbaar voor wie de macht heeft, maar zeer voelbaar en tastbaar voor wie erbuiten valt. De meerderheid is zich niet bewust van de privilegies die daar automatisch uit voortvloeien. Elke groep heeft een soort mainstreampositie en subtiele afspraken van wat goed is en wat niet. Andere waarden en verschillen worden gemarginaliseerd en dus nooit onderzocht. We ervaren dit pas als we geconfronteerd worden met de andere. Ik voelde me pas zwart tussen een witte meerderheid.’ Yasmeen Rubidge: ‘ In de klassieke democratie beslist de meerderheid over de geldende waarden en normen. Ideeën of voorstellen die ingaan tegen het meerderheidsstandpunt krijgen geen ruimte. Vroeg of laat wringt dat. We hopen dat het vanzelf overwaait, maar het tegengestelde is waar. Mensen roepen steeds harder, plegen meer verzet. Minderheden die zich niet gehoord voelen, protesteren, werken tegen of brengen hun ideeën met geweld tot uitdrukking.’ Jabu Mashinini: ‘ De meerderheid moet diepgaand luisteren naar de stemmen aan de buitenkant en zich bewust worden van de manieren waarop hun mainstreamwaarden en -regels anderen systematisch buiten houden – én ook zelf bereid

zijn te veranderen. Voor minderheden kan het nuttig zijn te leren hoe ze met de meerderheid kunnen communiceren. In tegenstelling tot onze democratie, waarin weinig tot geen rekening wordt gehouden met de wil van de minderheid, stelt Deep Democracy dat iedere deelnemer een essentiële bijdrage kan leveren aan het grotere geheel. Elk perspectief telt en de kwaliteit van de dialoog en de besluiten is veruit het grootste wanneer zowel de meerderheids- als de minderheidsstem wordt gehoord. Enkel dan wordt de wijsheid van de groep ten volle benut.’ Leen Van Lindt en Ria Verlinden zijn coaches en trainers vanuit gestalten systemisch werk. Voor de VVSG begeleiden ze dit najaar workshops binnen het leertraject politiek leiderschap.

De wijsheid van de minderheid Deep Democracy is een krachtig instrument voor besluit‑ vorming en conflictoplosssing binnen groepen met een zeer grote diversiteit. Uitgangspunt is dat de effectiviteit en de kwaliteit van besluiten in een groep groeit, als alle stemmen actief gehoord worden – ook als deze afwijkend zijn. Tegen‑ stellingen worden niet beschouwd als belemmering, ze vor‑ men de start van een creatief proces. Deep Democracy laat elke betrokkene in een conflict aan het woord en erkent dat de visie van minderheden essentieel is. Zo wordt de wijsheid van de groep optimaal benut. Deep Democracy werd ontwikkeld door Arnold Mindell vanuit de process oriented psychology. De filosofie en methodiek werden verder uitgewerkt in Zuid-Afrika, in eerste instantie om raciale spanningen in bedrijven te overbruggen. Ondertus‑ sen wordt Deep Democracy wereldwijd toegepast. Brussel 16 november 2016 Normen en waarden: hoe verschillen overbruggen, ontmij‑ nen, waarderen? Lezing van Jabu Mashinini en Yasmeen Rubidge Leuven 21 november 2016 Speciaal voor burgemeesters en schepenen organiseert de VVSG met Jabu Mashinini en Leen Van Lindt een masterclass onder het motto: Hoe bruggen bouwen in een migratiesa‑ menleving? Yasmeen Rubidge en Ria Verlinden begeleiden op hetzelfde moment een masterclass voor verantwoorde‑ lijken sociale diensten en sociaal beleid, vrije tijd, veiligheid en samenleven. www.vvsg.be/opleidingen

Lokaal oktober 2016

13


Belfius 6 Smart Awards 201

n maken Uw slimme oplossinge r. onze toekomst bete beloond. Dat wordt vandaag

Belfius Smart City Award Belfius Smart Company Award Belfius Smart Care Award

Grote uitdagingen vragen om slimme oplossingen. Laat ons samen tonen dat BelgiĂŤ klaar is voor de uitdagingen van morgen en neem deel aan de Belfius Smart Awards 2016: de zoektocht naar vernieuwende projecten die maatschappelijke uitdagingen slim aanpakken. Alle ingediende projecten die voldoen aan de Belfius Smart Awards-criteria komen dit najaar aan bod op de website belfius.be/smartawards.

ct in

Dien uw smart proje

ds

belfius.be/smartawar

14 oktober 2016 Lokaal Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel - IBAN BE23 0529 0064 6991 - BIC GKCC BE BB - RPR Brussel BTW BE 0403 201 185 - FSMA nr. 19649 A


bestuurskracht OCMW-beleid

De vertrouwensrelatie van de maatschappelijk werker met de cliënt wordt beschermd door het beroepsgeheim.

Beroepsgeheim onder druk Om mogelijke sociale fraude, terrorisme en radicalisering te bestrijden dienen parlementariërs voorstellen in die effect kunnen hebben op het beroepsgeheim van medewerkers en mandatarissen van het OCMW. Volgens de verenigingen van steden en gemeenten hoeft de wet niet te veranderen. Er is meer informatie nodig over wat onder het beroepsgeheim valt en bepaalde overheidsinstanties hebben voor hun onderzoek een specifieke toegang tot de Kruispuntbank Sociale Zekerheid nodig. tekst peter hardy beeld layla aerts

De behandeling van een individueel dossier door de maatschappelijk werkers van de OCMW’s is gestoeld op vertrouwen. De vertrouwensrelatie met de cliënt is van essentieel belang. Ze wordt beschermd door het beroepsgeheim van de maatschappelijk werker. Parlementaire initiatieven om sociale fraude of radicalisering te bestrijden gaan over het algemeen in de richting van het opheffen van het beroepsgeheim van maatschappelijk werkers, OCMW-raadsleden, medewerkers van socialezeker-

heidsinstellingen, eventueel – bij behandeling van een steundossier of overleg erover – gekoppeld aan vaststelling of indicaties van mogelijke dreiging. Maar zijn er wel wijzigingen nodig aan de wetgeving betreffende het beroepsgeheim? De Brusselse, Waalse en Vlaamse verenigingen van steden en gemeenten oordelen van niet. Ze zijn natuurlijk ook niet blind voor de maatschappelijke situatie en formuleerden enkele voorstellen aan de federale ministers bevoegd voor maatschappelijke integratie en voor justitie.

Toegang tot KSZ Wil een overheidsinstantie, bijvoorbeeld Justitie, informatie over het feit of iemand OCMW-steun heeft genoten in de vorm van een leefloon of equivalent leefloon, dan zou ze die moeten kunnen vinden via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ). Dus moeten instanties die de informatie nodig hebben om degelijk onderzoek te kunnen voeren, een rechtstreekse toegang tot de KSZ krijgen.

Lokaal oktober 2016

15


bestuurskracht OCMW-beleid

Betere informatie Er is betere informatie nodig over de verplichtingen in verband met het beroepsgeheim, met name over het toepassingsgebied van de uitzonderingen en in het bijzonder over het getuigen voor de rechtbank, het gedeeld beroepsgeheim en het begrip ‘noodtoestand’.

geldt dan voor informatie die de verschillende hulpverleners in het belang van de cliënt moeten uitwisselen om samen te kunnen werken. Ze kunnen de informatie alleen met instemming van de cliënt delen of toch minstens pas nadat ze hem hiervan op de hoogte gebracht hebben.

Wil een overheidsinstantie, bijvoorbeeld Justitie, informatie over het feit of iemand OCMW-steun heeft genoten in de vorm van een leefloon of equivalent leefloon, dan zou ze die moeten kunnen vinden via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. Voor de rechtbank getuigen is het mondeling of schriftelijk afleggen van een getuigenis voor de onderzoeksrechter of de rechter die uitspraak te gronde doet. Een ondervraging door of vraag om informatie door de politie valt hier strikt gezien niet onder. Gedeeld beroepsgeheim kan binnen en buiten het OCMW voorkomen. Binnen het OCMW betekent dit dat medewerkers relevante informatie uitwisselen in uitvoering van de opdrachten. Buiten de organisatie is het gedeeld geheim mogelijk tussen personen die door het beroepsgeheim gebonden zijn en die een identiek doel binnen de hulpverlening nastreven. Het gedeeld beroepsgeheim

Het begrip ‘noodtoestand’ is niet wettelijk gedefinieerd. De rechtsleer en rechtspraak gaan ervan uit dat er een ernstig en dreigend gevaar moet zijn voor de lichamelijke integriteit van een ander persoon. Hier is het schenden van het beroepsgeheim vaak noodzakelijk en de enige mogelijkheid: de maatschappelijk werker zal een afweging maken tussen het beroepsgeheim en de hulpverleningsplicht om niet in een situatie van schuldig verzuim terecht te komen. Er zou dus een rondzendbrief gemaakt kunnen worden waarin de toepassingsvoorwaarden van de uitzonderingen opgesomd worden, met concrete voorbeelden waarop ze van toepassing zijn.

Kaders en procedures aanmoedigen De grote moeilijkheid is het feit dat de geheimhoudingsplicht in het OCMW niet gebonden is aan een bepaalde functie of diploma, maar betrekking heeft op alle mandatarissen en personeel. Het beroepsgeheim weegt met andere woorden op individuen en niet op de instelling. Er zal nagedacht moeten worden over kaders en procedures om de uitwisseling van informatie beter af te lijnen en de verantwoordelijkheid van het OCMW en niet van de individuele maatschappelijk werker te doen spelen bij informatieuitwisseling. Afstappen van de individuele benadering en nadenken over structurele samenwerking die niet verbonden is met specifieke personen, moet verder onderzocht worden. Dan kan het in de toekomst mogelijk zijn dat maatschappelijk hulpverleners en Justitie in algemene termen structureel overleggen, bijvoorbeeld over problemen omtrent radicalisering in een bepaalde wijk of rond een school. In ieder geval moet voor de uitwerking van goede kaders voor informatie-uitwisseling, zonder schending van het beroepsgeheim of het geheim van het onderzoek, voldoende tijd genomen worden.

Peter Hardy is VVSG-stafmedewerker OCMW Wetgeving – ocmw.wetgeving@vvsg.be

Wettelijke basis beroepsgeheim Artikel 458 van het Strafwetboek: ‘Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekend‑ maken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die gehei‑ men bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.’

16 oktober 2016 Lokaal

De geheimhoudingsplicht voor OCMW-raadsleden en OCMWpersoneel is terug te vinden in de artikelen 40 § 4 en 109 § 3 OCMW-decreet. De belangrijkste wettelijke uitzondering naast het in rechte getuigenis afleggen is terug te vinden in artikel 458 bis van het Strafwetboek waarbij het beroepsgeheim geschonden mag worden in gevallen van misdrijven tegen kwetsbare personen. De nadruk ligt hier op misdrijven of aanwijzingen van reëel gevaar ten aanzien van minderjarigen en huishoudelijk geweld.


Pincode vergeten :-( Toch betalen! :-) #lekkermakkelijk #modernegemeente Bij de steden en gemeenten dienen de bezoekers regelmatig op de diverse dienstafdelingen betalingen uit te voeren. Om het betaalgemak te vergroten en de liquiditeitsstromen inzichtelijker te maken werd JCC-Betalen ontwikkeld. Met JCC-Betalen kunnen de lokale besturen en hun afdelingen de kwaliteit van hun (online) afrekeningen optimaliseren. Hierdoor nemen de administratieve handelingen voor uw medewerkers af. Maar we kijken verder! JCC-Betalen is ook klaar voor het draadloos betalen met

MAAK KENNIS MET S DE JCC-BETALEN TIJDEN

de bankkaart. Zo zorgen wij met onze oplossingen en kennis ervoor dat u op een efficiënte

ROADSHOW G DIENSTVERLEelNdeIN n

wijze kwalitatieve dienstverlening kunt blijven aanbieden die precies aansluit bij de wensen van uw burgers en medewerkers. Vandaag en morgen.

nm U kunt zich aa te! via onze websi

+31 (0)541 62 70 62 • info@jccsoftware.nl • www.jccsoftware.be

Lokaal oktober 2016

17


bestuurskracht financieel beleid

Duurzaam bankieren voor gemeenten Duurzaam bankieren wordt populairder. Het idee dat je spaar- of beleggingsgeld kan bijdragen tot een duurzame maatschappij, trekt steeds meer burgers en organisaties over de streep om op zoek te gaan naar duurzame banken verzekeringsproducten, zeker nu het ‘gewone’ spaarboekje weinig financieel rendement oplevert. Ook steden en gemeenten vinden in hun streven naar consequent duurzaamheidsbeleid steeds vaker de weg naar duurzaam bankieren. tekst marjon meijer en guy mattan beeld greet brauwers

E

thisch bankieren vindt zijn oorsprong bij organisaties met een sterke morele overtuiging, zoals religieuze orden, die vonden dat hun geld niet gebruikt mocht worden voor alcohol, tabak en porno. Tegenwoordig wordt eerder de term ‘duurzaam’ gebruikt, omdat dat minder refereert aan een persoonlijke keuze en meer aan een leefbare toekomst voor iedereen. In België kennen we wel de Febelfin-richtlijnen voor duurzame spaar- en beleggingsproducten, maar deze zijn niet bindend. Wettelijke normen voor duurzaamheid van financiële producten bestaan er niet, de aanbieder bepaalt zijn normen zelf. Dus moet een gemeente die duurzaam wil bankieren, zelf eerst de waarden omschrijven die ze belangrijk vindt. Daarna pas kan ze op zoek naar een passend duurzaam financieel product. ‘Het is niet logisch fairtradekoffie te schenken en ondertussen financiële middelen toe te vertrouwen aan instellingen die malafide bedrijven financieren,’ luidt de redenering van de gemeente Maldegem. Beleidsbeslissingen De eerste associatie met duurzaamheid is vaak klimaatvriendelijkheid. In navolging van de wereldwijde divestmentcampagne, waarbij aan instellingen wordt gevraagd hun investeringen in fossiele brandstoffen stop te zetten, verklaarden verschillende Europese hoofdsteden dat ze hun pensioen- of beleggingsfondsen ‘fossielvrij’ zouden maken. In België reserveert een toenemend aantal gemeenten een deel van de middelen voor duurzame investeringen. Zo besloot de gemeente Maldegem minstens een kwart van de middelen, met een mi-

18 oktober 2016 Lokaal

Veel Europese hoofdsteden hebben na de divestmentcampagne hun pensioen- of beleggingsfondsen fossielvrij gemaakt, Vlaamse gemeenten volgen dit voorbeeld.

nimum van een miljoen euro, te beleggen in duurzame zicht-, spaar- en termijnrekeningen. Een ander voorbeeld is Evergem: die gemeente belegt 59% van de reserves op lange termijn, waarvan het grootste deel in duurzame producten. De gemeente ging zelf op zoek en begon met één beleggingsproduct. Inmiddels belegt ze 11 miljoen euro duurzaam, verdeeld over drie producten. Elke beslissing om een product te accepteren werd voorgelegd aan het gemeentebestuur. Zodra er duidelijkheid is over de vooropgestelde waarden, kan het snel gaan met duurzaam financieel beleid. Toen Gent in 2011 een duurzame component aan zijn financieel kader toevoegde, was dat een directe reactie op de bankbonussen, die torenhoog bleven

– ook bij grootbanken die gered waren met geld van de belastingbetaler. Schepen van Financiën Christophe Peeters: ‘We wilden de boodschap “speel niet met ons geld” klaar en duidelijk laten aankomen. Daarom besloten we dertig miljoen euro kasgelden van de stad weg te trekken bij de grootbanken.’ Gent deed een marktonderzoek met behulp van Forum ETHIBEL en kwam uit bij beleggingsproducten van VDK Spaarbank omdat de filosofie van die bank aansloot bij haar waarden: gemeenschapsopbouw en lokaal verankerde projecten. De stad wil nu een stap verder gaan dan louter duurzame financiële producten kiezen: momenteel bekijkt ze welke financiële instellingen (banken en verzekeraars) in hun geheel het beste aansluiten bij haar


beleidskeuzes. Actueel onderzoek naar de milieu-, sociale en bestuursprestaties van bedrijven of landen maakt het immers mogelijk rankings van deze instellingen te maken, aangepast aan wat een stad of gemeente belangrijk vindt.

die vaak veel meer transparantie kunnen bieden over wat ze aanvangen met de hun toevertrouwde gelden. Voor de kredieten en dikwijls ook voor de betaalsystemen blijven veel gemeenten wel weer aangewezen op de grootbanken, want in dit geval zijn overheden nog verplicht

De wet op de overheidsopdrachten belet gemeenten niet zelf een duurzame bestemming te kiezen voor hun spaar- en beleggingsproducten, mits ze de algemene principes – goede huisvader, voldoende hoge graad van kapitaalgarantie – blijven respecteren. Keuzevrijheid De wet op de overheidsopdrachten belet gemeenten niet zelf een duurzame bestemming te kiezen voor hun spaar- en beleggingsproducten, mits ze de algemene principes (goede huisvader, voldoende hoge graad van kapitaalgarantie) blijven respecteren. Voor duurzame spaar- en beleggingsproducten komen veel gemeenten uit bij kleinere banken,

een marktbevraging te doen. Veel gemeenten vinden het lastig zelf duurzaamheid in het beheer van hun financiële middelen te integreren. Ze baseren zich dikwijls op de duurzaamheidskeuzes van de banken, die bij nader onderzoek vaak niet voldoende selectief of diepgravend zijn naar hun smaak: de (beperkte) lengte van de lijst van uitgesloten bedrijven of landen is hierbij wel

vaker de lakmoesproef. De BankWijzer van FairFin en de diensten van het Forum ETHIBEL kunnen in deze situaties bijkomende, onafhankelijke ondersteuning bieden. Resultaat Toen FairFin in 2009 samen met Financité gemeenten en hun mate van duurzaam bankieren onderzocht, bleek dat er drie belangrijke redenen waren om niet duurzaam te bankieren: gebrek aan kennis over duurzame producten; gebrek aan uitleg bij de producten en vrees voor minder financieel rendement. Deze vrees blijkt in ieder geval ongegrond: zowel Gent als Evergem zegt geen financieel verlies te hebben geleden door duurzaam te bankieren. Onderzoek heeft dit ondertussen op overtuigende wijze aangetoond: financieel en maatschappelijk rendement gaan hier hand in hand. Marjon Meijer is persverantwoordelijke van FairFin en Guy Mattan is lid van de raad van bestuur van Ethibel

advertentie

IS DEZE ADVERTENTIE WEL LEGAAL? U staat er misschien niet bij stil, maar deze advertentie is onderhevig aan een pak wetgeving. Beeldmerken, auteursrecht, plaatsing, nanciën... Meer dan u op het eerste gezicht zou vermoeden. Dat geldt eigenlijk voor de wet in het algemeen. Alles hangt met elkaar samen, zeker bij steden en gemeenten. Dus kunt u maar beter samenwerken met een partner die alle kennis in één huis heeft. Zelfs als het gaat om een advertentie.

Speciek voor overheden: ruimtelijke ordening - overheidsopdrachten en pps personeelsbeleid - overheidsaansprakelijkheid - administratief recht - grondgebiedszaken - milieu Mechelsesteenweg 27 - 2018 Antwerpen - T +32 3 232 50 60 - E info@gsj.be - www.gsj.be

Lokaal oktober 2016

19


bestuurskracht mensenrechten

De nieuwe utopie: naast People, Planet, Profit, ook Peace en Partnership De millenniumdoelstellingen kregen vorig jaar een facelift en werden de zeventien duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Veel van de 169 subdoelstellingen komen recht uit andere VN-verdragen zoals het verdrag van de Rechten van de Mens, het recht op sociale zekerheid of het Kinderrechtenverdrag. Om de mooie principes ook in de praktijk om te zetten moeten we er met ons allen over discussiëren tijdens een echt waardendebat, in elk gezin, op het werk en vooral ook in de gemeente. tekst marlies van bouwel beeld vn

O

mdat de wereld behoefte heeft aan nieuwe utopieën, werden internationaal zeventien duurzameontwikkelingsdoelstellingen neergeschreven als een ethisch referentiekader voor waar we met onze wereld naartoe willen evolueren. Het zijn heel mooie principes, en in feite gebeurt er op lokaal vlak al veel. ‘Concepten zoals de Fairtradegemeente, de Vredesgemeente, transitiesteden, het burgemeestersconvenant of Slow Cities staan al heel ver op het lokale niveau. Nu is het zaak om daar voluit mee door te gaan,’ zegt Peter Wollaert. Hij acht dit haalbaar, omdat we voor het eerst in de geschiedenis een veel sterker juridisch raamwerk hebben dan met alle vorige teksten samen. ‘Van de 169 subdoelstellingen zijn er 156 eerder gedeclareerd zoals het recht op sociale zekerheid of op werk. Dat maakt ze sterker, ook al werden niet alle declaraties door alle natiestaten geratificeerd, zelfs niet door België.’ De politici, het middenveld en de bedrijven ziet hij als de belangrijkste doelgroepen. Voor Lokaal praten we vooral over de gemeentelijke spelers. Test het bestuur Alle bevoegdheden van een lokaal bestuur zitten in de zeventien ontwik-

20 oktober 2016 Lokaal

kelingsdoelstellingen vervat, ze gelden evengoed voor het managementteam, voor het gemeenteonderwijs, voor het OCMW als voor de milieudienst. Peter Wollaert heeft de pilotoefening ondertussen met de stad Antwerpen gedaan en de BBC naast deze tekst gelegd: ‘Zeer boeiend. We hebben het als een nulmeting beschouwd. Waar zitten de hiaten? Of omgekeerd: waar staat Antwerpen al veel verder? Het is dus een soort checkbox. Ook om het even welke adviesraad kan ze daarvoor gebruiken, maar evengoed kun je ze als een ethisch kader of moreel kompas beschouwen, als een gids voor duurzaam lokaal beleid. Bij opleidingen en oefeningen spreekt vooral dat element erg aan, want iedereen heeft het

tember geven we daarom in Antwerpen opleidingen aan het personeel, we beginnen dan met een rangschikking, welke van de zeventien doelstellingen zit in jouw top drie, wat staat er bovenaan?’ Peter Wollaert noemt het handige insteek voor een echt waardendebat. Zijn team heeft ondertussen een smaakmakeractiviteit ontwikkeld van twee uur. ‘We willen dit debat structureel uitbreiden, we willen iedereen die zich op een politieke lijst kandidaat stelt, mee op het pad van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen krijgen. Kandidaat-politici moeten weten hoe ze zich tegenover al die doelstellingen verhouden, wat hun waarden zijn. Dat willen we via de politieke partijen doen.’

We willen iedereen die zich op een politieke lijst kandidaat stelt, mee op het pad van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen krijgen. Kandidaatpolitici moeten weten hoe ze zich tegenover al die doelstellingen verhouden, wat hun waarden zijn.’ gevoel dat alles zo versnipperd is en iedereen te veel op zijn eilandje bezig is.’ Hij heeft het ondertussen ook uitgeprobeerd met een aantal schepenen: ‘Iedereen herkent zich in de agenda. Sinds sep-

Vrede en partnerschap tot Quito Dat de twee nieuwe P’s, die van peace en partnership of vrede en partnerschappen, erbij zijn gekomen, is volgens Wollaert van onschatbaar belang voor ge-


meenten: ‘Door de invoering van het begrip Partnerschap, een idee dat uit de millenniumdoelstellingen komt, maakt participatie deel uit van deze agenda. De P van Peace gaat uiteraard over oorlog en vrede, thema’s die in dit tijdsgewricht dicht bij huis komen, maar vrede wijst ook op een nieuwe mindset en vredeseducatie. Vrede en rechtvaardigheid beoogt ook goed en behoorlijk openbaar bestuur, een versterking van de ethiek en de verantwoordelijkheid van het administratieve niveau.’ Daarnaast is er de elfde doelstelling, die van duurzame steden en gemeenschappen, die rechtstreeks een pleidooi houdt voor sterke lokale besturen. Die doelstelling is er vooral gekomen dankzij het stevige lobbywerk van de internationale verenigingen van gemeenten en steden zoals de CEMR en de UCLA. ‘Voor het eerst worden lokale besturen als cruciale actor in een internationaal verdrag vermeld wat zeer vernieuwend is.’ Volgens Wollaert geeft de VN hiermee toe dat we het met de natiestaten alleen niet halen: ‘Er staat letterlijk geschreven dat we de gemeente-

en stadsbesturen nodig hebben. Al onze steden groeien. En door die wereldwijde duurzameontwikkelingsdoelstellingen aan de lokale agenda te koppelen worden ze toepasbaar in de stad.’ Deze elfde doelstelling valt perfect samen met Habitat of het Human Settlement Programme waarin de VN zich sinds 1976 om stedelijke kwesties bekommeren. En wat Parijs vorig jaar voor het klimaat betekende, moet Habitat III of de derde twintigjaarlijkse Habitat-topconferentie in het Ecuadoriaanse Quito van 17 tot 20 oktober voor de stad worden. Internationaal lokaal Het lokale burgerschap wordt in de zeventien doelstellingen verbonden aan het wereldburgerschap. Peter Wollaert: ‘Er bestaat immers een interactie tussen het globale en het lokale beleid. Als mens ben je steeds lokaal verankerd binnen een mondiaal perspectief.’ Hij is resoluut, het is volgens hem niet wazig, het is geen grabbelton. ‘Dit is een agenda voor de lange termijn, namelijk vijftien jaar;

CIFAL en UNITAR Peter Wollaert is directeur van de Vlaamse afdeling van het CIFAL Global Network, als vijftiende afdeling wereldwijd erkend in juli 2015. CIFAL is de Franstalige afkorting van Centre International de Formation des Authorités Locales, voor VN-materies. Als er een Cifal-afdeling is, wordt de gaststad automatisch een VNstad, sinds vorig jaar wappert aan het Antwerpse stadhuis dan ook altijd de vlag van de Verenigde Naties. Daarnaast is Peter Wollaert Fellow van UNITAR, de VN-oplei‑ dingsdienst voor alle thema’s die de VN-organisaties ontwikkelen.

deze agenda geeft opnieuw zuurstof aan de politiek. We vallen niet meer terug op het klassieke concept van “wij, westerlingen, helpen de armen in het Zuiden,” want alle aardbewoners zijn wereldburgers en hebben dankzij deze doelstellingen dezelfde rechten en plichten.’ De doelstellingen gelden dus voor iedereen, volgens de VN moet elke burger, elke school, elk bedrijf gemobiliseerd worden. Wat doet je gezin, je bedrijf of je gemeente al op het gebied van milieu? Hoe financier je alles? Met wie werk je samen? Met wie sluit je allianties? Is het niet hoog tijd om het verdrag over mensenrechten na te lezen en te zien hoever we ermee staan? Misschien moeten we er een poëtische vertaling van maken, zoals David Van Reybrouck en andere Brusselse dichters dat al deden met het Europese charter. ‘Hierdoor kan deze tekst nog inspirerender en motiverender werken,’ mijmert Peter Wollaert die al van epitheta als DuurzameOntwikkelingsdoelstellingensteden droomt. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Brussel 24 oktober VN-dag in het Vlaamse parlement Op initiatief van CIFAL Flanders zal de feestdag van de Verenigde Na‑ ties, UN Day, voor het eerst in het Vlaams parlement worden gevierd. Het programma is terug te vinden via de website www.cifal-flanders.org.

UNITAR maakt handleidingen van de in beginsel bijna onleesbare compromisteksten, zodat mensen er professioneel mee aan de slag kunnen. Die opleidingen gebeuren fysiek, maar ook via e-lear‑ ning: ‘Daaraan neemt de hele wereld deel, zodat je overal mensen van je vakgebied leert kennen.’ Een groot deel van deze opleidin‑ gen zijn trouwens gratis, voor andere moet je alleen het eerste jaar na lancering betalen. Alle CIFAL-centra hebben dezelfde ba‑ sisagenda. Zoals op de Algemene Vergadering werd besproken, werken ze nu aan het verspreiden van de duurzameontwikke‑ lingsdoelstellingen. En dat we in Vlaanderen worden opgeroepen hieraan mee te doen, daarvoor is Peter Wollaert verantwoordelijk.

Lokaal oktober 2016

21


de raad van Sint-Martens-Latem

Debatteren zonder oppositie Een zwoele nazomeravond. Mooi volk dineert met stijl op de terrassen rond het idyllische dorpsplein, terwijl de gemeenteraadsleden bijeenkomen in de statige raadzaal. ‘Het wordt een vrij technische gemeenteraad,’ drukt de secretaris me nog op het hart. De agenda met toelichting lijkt dit grotendeels te bevestigen: probleemloze onderwerpenlijst, mogelijk een paar interessante discussies. Tegen achten zijn er toch een tiental toeschouwers naar binnen geschuifeld, hoofdzakelijk om te supporteren bij de eedaflegging van een nieuw gemeenteraadslid. Niets bereidt ons voor op wat komen zal.

tekst pieter plas beeld stefan dewickere

Burgemeester Agnes Lannoo-Van Wanseele leidt een coalitie van de twee Latemse lijsten Welzijn en Samen met N-VA. Ze heeft net de gemeenteraad geopend, als fractievoorzitter Arnold Meirlaen van de liberale oppositie Voor Latem en Deurle plots een microfoon in de hand houdt: zijn partij voelt zich geviseerd door een uitspraak die de burgemeester in de nasleep van de Optima-affaire in de pers heeft gedaan over ‘oude politieke cultuur’, en eist dat de raadsleden van de meerderheid daar afstand van nemen. Wanneer de burgemeester hem erop wijst dat mondelinge vragen volgens artikel 66 van het huishoudelijk reglement geagendeerd moeten worden als toegevoegd punt, ontstaat een verbale schermutseling. Het tumult eindigt abrupt, wanneer secretaris Jef Van den Heede Meirlaens microfoon uitzet. De fractieleider wenst iedereen daarop prompt ‘nog een aangename zitting verder’ en vertrekt, gevolgd door de andere vier raadsleden van zijn partij. Onder hen, ietwat bedremmeld, het nieuwe gemeenteraadslid dat haar installatie door deze coup de théâtre verdaagd ziet naar volgende maand, en in haar kielzog de helft van het publiek. De klok wijst zeven over acht. Met het vertrek van Voor Latem en Deurle is de hele oppositie weg. Twaalf raadsleden van de meerderheid blijven over, het duurt heel even eer de sfeer zich heeft hersteld. De rest van de vergadering zal sereen verlopen. Dat haast alle agendapun22 oktober 2016 Lokaal

ten met unanimiteit zullen passeren, hoeft niet te verwonderen. Wat niet betekent dat de zitting kritiekloos of zonder discussie verloopt. Tijdens een korte pauze later op de avond vertrouwt de burgemeester me overigens toe dat de verhouding met de oppositie doorgaans zeer constructief is, en dat gemiddeld 90 procent van de punten op een gemeenteraad unaniem wordt goedgekeurd. Ze zit duidelijk verveeld met wat er gebeurd is. Twee schepenen staan in voor de routineuze afhandeling van een flinke reeks – inderdaad eerder ‘technische’ – agendapunten. Worden toegelicht door eerste schepen Rigo Van de Voorde (Welzijn): de goedkeuring van de agenda voor de komende algemene vergadering van afvalintercommunale IVM; een overeenkomst met het Vlaams Energiebedrijf voor de energievoorziening van gebouwen en installaties van gemeente en OCMW; een nieuwe onderhoudsovereenkomst voor de centrale verwarming van de gemeentegebouwen; de cofinanciering en het gunningsverslag van een volgend onderdeel van het natuurinrichtingsproject Latemse Meersen; een kosteloze grondafstand in de Moeistraat. Komen op het conto van tweede schepen Peter Draulans (N-VA): de samenstelling van een informatieveiligheidscel en de aanduiding van een consulent in het kader van informatiebeveiligingsbeleid; een statutenwijziging en een

kapitaalsverhoging voor waterbedelingsintercommunale TMVW; de goedkeuring van agenda en statutenwijzigingen voor de nu al beruchte buitengewone algemene vergadering van intercommunales IMEWO en Eandis op 3 oktober. Over dit laatste punt ontspint zich een levendige discussie: het gaat over de geplande nieuwe participatie van een Chinese privéaandeelhouder in intergemeentelijk distributiebedrijf Eandis, die door de grote persaandacht in Vlaanderen ondertussen al voorwerp van een breder, haast maatschappelijk debat is geworden. Schepen en OCMW-voorzitter Kristof Vanden Berghe (Samen), zelf ook Eandis-bestuurslid, volgt dit punt om deontologische redenen vanuit het publiek. Hij hoort Welzijn-raadslid en ex-burgemeester Bob Van Hooland, die het deli-


cate dossier goed kent, enkele kritische kanttekeningen maken. ‘De informatie over dit dossier kwam laat, en de signalen erover zijn verwarrend,’ zegt Van Hooland. ‘Nochtans betreft het een historische beslissing, met gevolgen voor de komende vijftig jaar. En waarom hoorden we hierover niemand uit de Vlaamse politieke elite, ook niet op de informatievergadering van Eandis?’ De burgemeester schorst de raad voor een kort besloten overleg. Wie daar niet aan deelneemt, grijpt de kans om buiten de avondlucht op te snuiven. Schepen Vanden Berghe en secretaris Van den Heede turen naar een heldere Latemse hemel: staat in de sterren misschien te lezen wat we moeten aanvangen met de Chinezen? Na tien minuten wordt de zitting hervat. Het punt wordt goedgekeurd met toevoeging van enkele bedenkingen. Daarbij onthoudt zich behalve Bob Van

Hooland ook Philip Cnockaert van N-VA. De raadsleden mogen nadien stemmen over onder meer een familieschenking van kunstfoto’s aan de gemeente, aanpassingen aan het functieniveau en de functiebeschrijving van de nieuw aan te werven stedenbouwkundig ambtenaar, een verandering aan het gebruiksreglement voor de begroetingsruimte op de gemeentelijke begraafplaats, en een aanpassing van het subsidiereglement voor sport. Eén punt dat er tijdens de vergadering nog inhoudelijk uit springt, is de presentatie van het jaarlijkse rapport over organisatiebeheersing. Gemeente- en OCMW-secretaris Jef Van den Heede geeft toelichting bij de diverse inspanningen die het voorbije jaar zijn geleverd in verband met de interne organisatie van de lokale administratie. De aanwezigen nemen geboeid kennis van initiatieven op het vlak van de aan-

passing of verbetering van het organogram, de gemeentelijke infrastructuur, de werking van de technische buitendienst, klantvriendelijke dienstverlening, digitalisering, aanwervingsprocedures, informatieveiligheid en de verdere integratie tussen gemeente en OCMW. De uiteenzetting oogst lof van het college en spontaan applaus van de raad. Er staat geen gesloten gedeelte op het programma vandaag, iets voor tienen bedankt de burgemeester de aanwezigen voor hun komst. ‘U hebt het nogal getroffen met deze raad,’ glimlacht de secretaris bij het afscheid. ‘We zien wel wat het geworden is, wanneer de tekst in Lokaal verschijnt,’ voegt hij er nog voorzichtig aan toe. Pieter Plas is redacteur van Lokaal Lokaal oktober 2016

23


Daan Sorgeloos, Toon Torbeyns en Carla Arp begeleiden gemeenten zoals Dilbeek in hun veranderingsproces volgens de principes van de sociotechniek. Daan Sorgeloos (links): ‘In plaats van de productie op te splitsen onder functionele specialisten is het beter je te organiseren in teams, waarbij een team van A tot Z verantwoordelijk is voor een product.’

Bekijk een deel van het interview via deze link.


SPECIAL VEERKRACHT Interview met Carla Arp, Daan Sorgeloos en Toon Torbeyns

Lokale besturen op het kantelpunt Decennialang stond de bureaucratische organisatievorm als een huis in overheden en bedrijven, maar zijn ster is tanende. De bureaucratie is niet echt geschikt om tegemoet te komen aan de steeds complexere vragen van burgers en klanten. En dus kijken almaar meer besturen en ondernemingen naar hun organisatie. Ze ruilen hun verticale kokers in voor een platte, horizontale structuur met zelfsturende teams. Ze kantelen. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

H

et Wit-Gele Kruis en de gemeente Dilbeek waren de voorbije maanden graag geziene gasten op congressen en studiedagen. Ze zijn voorlopers die de bureaucratische organisatiestructuur vaarwel zeggen en zich laten leiden door de principes van de sociotechniek. Het is een ingrijpend veranderingsproces, de hele organisatie wordt in het bad getrokken, van hoog tot laag. Lokaal sprak met drie experts die de gemeente Dilbeek daarbij begeleidden: Carla Arp (Antwerp Management School), Daan Sorgeloos (VUB en AMS) en Toon Torbeyns (VUB). Samen met Guido Maes (KUL) vormen zij Ginkgo. ‘Door met vier mensen met verschillende competenties en specialisaties zelf een team te vormen ondervinden we aan den lijve, al is het op kleinere schaal, wat we in gemeenten en andere organisaties opzetten,’ zegt Carla Arp. De bureaucratische organisatie heeft lange tijd goed gefunctioneerd. Waarom botst ze nu op haar grenzen? Daan Sorgeloos: ‘De bureaucratie is een fantastisch systeem om zo efficiënt mogelijk standaardproducten bij de burger of de klant te brengen. Een groot stuk van onze welvaart is erop gebouwd. Het Marshallplan stond na de Tweede Wereldoorlog in voor een enorme groei. Iedereen kon zich veel meer veroorloven dan vroegere generaties. Iedereen wilde een koelkast, een auto. Dat het dezelfde was als die van de buren maakte niets uit. De twee principes van de bureaucratie, centraliseren en specialiseren, waren daarvoor perfect. Als je de productie centraal aanstuurt en daaronder iedereen specialist maakt in zijn

deeltje van de keten, dan kun je ongelofelijk efficiënt standaardproducten maken. Dat geldt voor een auto, maar ook voor een product van een lokaal bestuur. Vanaf de jaren zestig, zeventig voegde de klant aan snelle productie een tweede eis toe: kwaliteit. Het is natuurlijk moeilijk daaraan tegemoet te komen als iedereen gespecialiseerd is in zijn deeltje van de ketting. Dat werd opgelost door er een manager boven te zetten en door ondersteunende diensten op te zetten om over de processen na te denken. Er werd horizontaal overleg aan de bureaucratie toegevoegd. De Japanners waren de eersten die dat deden. In de jaren tachtig, negentig kwam er een derde eis bij: personalisatie. Iedereen wou zijn auto samenstellen, de burger wou een cultuurabonnement op maat. Je kreeg dus zoveel producten als er klanten waren en enorm veel variaties in de productieketting. Dat leidde tot een echte boom van het horizontale overleg dat alle mogelijke variaties moest plannen en organiseren, zodat de specialisten hun ding konden doen. De vraag naar steeds meer flexibiliteit en de toenemende moeilijkheid om die in de bureaucratie in te passen, heeft de behoefte doen groeien om na te denken over andere organisatievormen. En daar komen de sociotechniek en de principes van innovatieve arbeidsorganisatie kijken. De sociotechniek is overigens niet nieuw, hij is even oud als de bureaucratische principes. Alleen heeft de bureaucratie heel lang goed gewerkt en was er geen behoefte om naar alternatieven te kijken. Die behoefte is nu alleen maar toegenomen door de twee nieuwste eisen van de burger en de klant: innovatie en sinds kort ook duurzaamheid.’ Lokaal oktober 2016

25


Toon Torbeyns:‘Neem het afleveren van een rijbewijs. Als maar één persoon dat kan, dan is je dienstverlening zeer kwetsbaar. Dus leidt de expert enkele anderen op zodat de globale flexibiliteit van het team toeneemt.’

Toon Torbeyns: ‘De meeste organisaties beseffen dat er iets moet gebeuren om hun flexibiliteit te verhogen, maar ze denken maar zelden aan de structurele component. Ze blijven in tussenoplossingen steken. Ze richten bijkomend horizontaal overleg in met een procesverantwoordelijke die moet coördineren. Ze installeren een back- en een frontoffice, en daartussen ook nog eens een midoffice. Gemeenten nemen bijvoorbeeld een duurzaamheidsambtenaar in dienst die het stukje duurzaamheid in alle producten moet steken. Terwijl het eigenlijk veel logischer en efficiënter zou zijn als iedereen in de ketting het duurzaamheidsaspect meeneemt.’ Carla Arp: ‘Er is dus steeds meer overleg nodig en dat leidt tot vertraging. Bovendien roept het weerstand op, want al die specialisten worden door de mensen in de ketting als bemoeiallen gezien: “ze zijn daar weer”.’ Wat is het antwoord van de sociotechniek? Daan Sorgeloos: ‘In plaats van de productie op te delen onder functionele specialisten is het beter je te organiseren in teams, waarbij een team van A tot Z verantwoordelijk is voor een product of voor een bepaalde doelgroep of markt. Als een team alles samen doet, kan het alle variaties aan. En iedereen kan meedenken, want iedereen voelt zich verantwoordelijk voor het hele proces. Dat is kantelen. Je houdt een proces samen in plaats van het op te splitsen en je zet specialisten samen in één team.’ Is een team dan een optelsom van specialisten? Daan Sorgeloos: ‘Het is meer dan dat. Specialisten leren van elkaar en denken samen na over het hele proces. Vergelijk het met een gezin waar gekookt wordt. In de bureaucratie verdeel je de taken: iemand doet de boodschappen, iemand kookt, iemand dekt de tafel, iemand wast af. Als je iedere dag hetzelfde gerecht maakt, is dat superefficiënt. Maar als er kwaliteit en variatie gevraagd wordt, is er veel horizontaal overleg nodig, want de persoon die inkoopt, moet weten of de kok iets met zijn aankopen kan doen. Bovendien is het niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor het geheel. En hoe lang wil de afwasser zijn taak blijven doen? Als je een team verantwoordelijk maakt voor het geheel, dan zal iedereen af en toe koken en af en toe afwassen. En dan zal de beste kok de anderen ook leren hoe het moet. Ze zullen misschien niet even goed worden, de kok blijft de specialist, maar er 26 oktober 2016 Lokaal

is genoeg kennis in het team om het over te nemen, als hij bijvoorbeeld eens ziek is.’ Toon Torbeyns: ‘Een team werkt veel meer zelfregulerend op basis van zin en vaardigheden van mensen. De motivatie is intrinsiek en niet opgelegd.’ Carla Arp: ‘Als een organisatie kantelt, gebeuren er altijd verrassende dingen. Mensen die gedurende vijftien jaar als grijze muizen in de organisatie werkten, bloeien open en nemen het heft in handen. Als je medewerkers ruimte geeft, nemen ze initiatieven die waardevol zijn voor de groep.’ Toon Torbeyns: ‘Iemand die voor de dienst openbaar domein groenonderhoud doet, kan in zijn vrije tijd misschien wel een zeer goede klinkerlegger zijn. Maar dat gebeurt door een andere afdeling met een andere dienstchef. Klinkers leggen staat ook niet in zijn functieomschrijving. Als je een team als geheel verantwoordelijk maakt voor het onderhoud van een park, dan zal die persoon wel regelmatig klinkers helpen leggen, als dat nodig is. Dat zorgt voor variatie en dynamiek in het werk. Teamleden stimuleren elkaar, ze leren elkaar van alles, ze overzien het geheel en ze staan samen in voor het eindresultaat.’ Welke zijn de basisvoorwaarden voor een lokaal bestuur om te kunnen kantelen? Daan Sorgeloos: ‘Niet elke organisatie hoeft te kantelen. Als efficiëntie het enige criterium is waaraan je moet voldoen, werkt de bureaucratie prima. Maar voor een lokaal bestuur met zijn veelheid aan producten en burgers die gepersonaliseerde dienstverlening voor elk van die producten vragen, geldt dat zeker niet. Een eerste voorwaarde om te slagen is politieke steun. Politici moeten de organisatie drie jaar geven om de omslag te maken. Het eerste jaar is er een van onzekerheid, iedereen moet zich de principes van de innovatieve arbeidsorganisatie eigen maken. Daarom zet je de kanteling beter niet in het laatste jaar van de bestuursperiode in. Ook de secretaris en het managementteam, dat overigens een typisch voorbeeld is van een horizontaal overlegplatform in een bureaucratische organisatie, moeten bereid zijn over te stappen van een model met een duidelijke top naar een model waar de regeltaken steeds meer bij de zelfsturende teams komen te liggen. Een derde voorwaarde is het begeleiden van de medewerkers. Als je gewend bent je deeltje van het werk te doen en het dan over te dragen aan de volgende in de ket-


SPECIAL VEERKRACHT Interview met Carla Arp, Daan Sorgeloos en Toon Torbeyns

Carla Arp: ‘We gaan uit van het tenzij-principe: we kantelen, tenzij bijvoorbeeld de kosten te groot zijn of een proces te weinig voorkomt om het aan veel personen aan te leren.’

ting, dan hoef je niet te communiceren, dan hoef je ook geen conflicten uit te praten. In een team is dat wel nodig: je moet in dialoog gaan, je moet elkaar feedback geven. Dat vraagt vaardigheden, opleiding en begeleiding.’ Hoe ziet de structuur van een gekantelde organisatie eruit? Carla Arp: ‘Je hebt zelfsturende teams die worden ondersteund door teamcoaches. Dat zijn geen teamleiders of -bazen. De coaches staan de teams bij, ze doen wat het team nog niet kan. Ze leren hen steeds meer zelfsturend te worden en steeds meer regeltaken op te nemen. Een teamcoach kan misschien vroeger diensthoofd geweest zijn, maar dat hoeft niet. Sommige diensthoofden worden lid van een team.’ Toon Torbeyns: ‘De kanteling is een proces. Zelfsturing begint met een stukje sturing. Taken zoals vakantieregeling of budget die vaak bij de leidinggevenden zaten, worden geleidelijk in het team gebracht. Elk team evolueert op zijn eigen snelheid. De teamcoaches moeten gaandeweg meer afstand nemen en de teams inhoudelijk loslaten.’ Wat met de secretaris en het managementteam? Daan Sorgeloos: ‘Sommige leden van het managementteam worden teamcoaches, maar er blijft ook nog wel een managementteam bestaan. Maar in plaats van zich bezig te houden met het horizontale overleg en met het operationele, gaat het managementteam meer op strategisch niveau functioneren. Het kijkt naar buiten, pikt trends op, zaken waarvoor het nu doorgaans geen tijd heeft.’ Hoe wordt bepaald welke competenties een team moet hebben? Toon Torbeyns: ‘We werken met een procesinventaris, een beschrijving van welk proces tot een bepaald product leidt. Naast de processen heb je de medewerkers. Wie kan wat? Wie kan wie opleiden? Hoeveel experts heb je nodig om tot een bepaald product te komen? Hoeveel mensen moeten dat kunnen? Welke producten worden veel afgenomen, welke niet? Neem het afleveren van een rijbewijs. Als maar één persoon dat kan, dan is je dienstverlening zeer kwetsbaar. Dus leidt die expert enkele anderen op zodat de globale flexibiliteit van het team toeneemt. Voor alle duidelijkheid, het is niet de bedoeling dat iedereen alles kan.’ Carla Arp: ‘We vragen ook aan de medewerkers wat ze wil-

len leren en wie iets wil leren aan anderen. De teamleden worden dus sterk betrokken bij de manier van werken.’ Daan Sorgeloos: ‘Het gaat niet over zelfsturing omwille van de zelfsturing. Het doel is een flexibelere dienstverlening. Als je dat doet vanuit de principes van de sociotechniek is het gevolg dat medewerkers zich beter voelen en meer betrokken omdat ze breder inzetbaar zijn.’ Kantelt de hele organisatie? Of blijven er processen bureaucratisch georganiseerd? Carla Arp: ‘We gaan uit van het tenzij-principe: we kantelen, tenzij bijvoorbeeld de kosten te groot zijn of een proces te weinig voorkomt om het aan veel personen aan te leren. Een typisch voorbeeld is de payroll. Het heeft geen zin om dat in alle teams te brengen.’ Toon Torbeyns: ‘Maar werving en selectie worden wel aan de teams overgelaten. Nu gaat vaak één persoon in de organisatie over alle aanwervingen, maar die krijgt dat niet gedaan, dat is een flessenhals. Leg je dat bij het team en leid je het daarvoor op, dan gaat dat veel vlotter. Zij weten het best wie ze nodig hebben en welke groepen ze moeten aanspreken.’ Daan Sorgeloos: ‘Sommige ondersteunende diensten blijven bestaan, maar ze krijgen wel een andere functie. In een bureaucratie standaardiseert een ondersteunende dienst processen. De financiële dienst bijvoorbeeld bepaalt hoe iedere dienst financieel moet rapporteren. De efficiëntie van de ondersteunende dienst staat centraal. In de innovatieve arbeidsorganisatie is de efficiëntie van het team het uitgangspunt. De ondersteunende dienst ondersteunt, brengt expertise in het team.’ Wat met de schepenen die nu doorgaans één of enkele diensten onder zich hebben? Daan Sorgeloos: ‘Als de dienstverlening aan de burgers beter en flexibeler wordt, kunnen schepenen daar alleen maar wel bij varen. Ze leren de organisatie op een andere manier bekijken vanuit hun rol. Hun grote meerwaarde ligt in het netwerken, in het zoeken van samenwerking met externe partners, in de cocreatie met de burgers en uiteraard in het strategisch denken samen met het managementteam.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal


SPECIAL VEERKRACHT zelfsturende teams

Werken met gezond verstand Voor OCMW-secretaris Sofie Damen van Beerse is het hoog tijd om het strikt opvolgen van alle opgelegde en beperkende regels overboord te gooien en als zelfsturende medewerker van een lokaal bestuur de cliënten of burgers met gezond verstand te benaderen: ‘We werken met mensen voor mensen. Het is ons doel het leven van mensen aangenamer te maken.’ tekst marlies van bouwel beeld beerse

‘We proberen mensen tot zelfsturende medewerkers te vormen en waar het kan ook in zelfsturende teams samen te laten werken, maar dat is helemaal niet ons doel,’ zegt Sofie Damen, OCMW-secretaris van Beerse. ‘Ons doel is effectiever te werken. Dus waar het goed draait, laten we het zoals het is. Zelfsturing hoeft niet, maar het kan wel. Het is ook niet in een denktank bedacht en opgelegd, maar gegroeid vanuit de praktijk.’ Sofie Damen gelooft niet in grote concepten uitrollen: ‘Het is een verhaal van kansen, de organisatie legt het de medewerkers niet op.’ OCMW met gemeente Uiteraard is het ook een kwestie van kansen grijpen. De integratie van de gemeente met 188 medewerkers (zonder het onderwijzend personeel) en het OCMW met 144 medewerkers, kondigt zich al lang aan. Sofie Damen: ‘Op zich waren we geen vragende partij voor deze evolutie. Toen het bestuur de beslissing nam om in de toekomst terug samen naar een gebouw te gaan, wilden we niet bang afwachten. Integendeel, de managementteams van gemeente en OCMW zijn als gelijkwaardige partners gaan nadenken over onze visie: waarom willen we samenwerken? Het resultaat is “Eén organisatie, één visie”. Dat hebben we verder vertaald in ons organogram.’ Op papier schetst ze dit gezamenlijke organogram van Beerse. Bovenaan tekent ze drie cirkels naast elkaar, de drie dienstverlenende clusters Wonen & Werken, Burger & Welzijn en Ontspannen & Ontwikkelen. Daaronder zet ze een brede balk voor de ondersteunende 28 oktober 2016 Lokaal

diensten en daaronder twee andere balkjes, die van de decretale graden (twee secretarissen en een financieel beheerder) en die van het politieke bestuur. Tussen de clustercirkels en de balk van de ondersteunende diensten zet ze drie kruisjes: ‘Dat zijn de clustercoördi-

nog altijd goed. Twee jaar later wilde het bestuur een stafmedewerker inzetten op de strijd tegen armoede. Dit was een uitgelezen kans om het diensthoofd van de sociale dienst in haar kracht te zetten. Er was echter geen geld voor een nieuw diensthoofd. Sofie Damen: ‘Samen met

Sofie Damen: ‘Als je voor mensen werkt, moet je vanuit je gezond verstand en vanuit je hart redeneren, in plaats van vanuit de regels die bijvoorbeeld een inspectie je oplegt.’ natoren, zij zorgen voor de verbindingen binnen en buiten de cluster, ze ondersteunen de cluster, bewaken het overzicht en zoeken naar kansen.’ Afhankelijk van de kansen of de mogelijkheden en de interne verhoudingen werken de teams zelfsturend of ook niet. Met de gemeentesecretaris heeft Sofie Damen alvast de rollen verdeeld. De gemeentesecretaris richt zich vooral op beleid en dienstverlening (externe werking), Sofie Damen legt zich als interne organisatiecoach toe op de interne werking: ‘Het is niet moeilijk om een organisatievisie te ontwikkelen en uit te werken, maar het is aartsmoeilijk om ze ook in de praktijk te brengen. Het is mijn taak daar mee zorg voor te dragen.’ Organisch groeien Toevallig had secretaris Damen op het OCMW al ervaring met zelfsturende teams. Een groepje van de sociale dienst startte als team thuis- en ouderenzorg zonder leidinggevende in het woonzorgcentrum, en dat ging en gaat

de medewerkers van de sociale dienst is meteen afgesproken dat ze een zelfsturend team zouden vormen. In die periode hadden we gelukkig net voor de tweede keer een tevredenheidsmeting over de organisatie en de leidinggevenden, gevolgd door een teamdag waarop we met een externe begeleider uit die meting concrete acties haalden. Tijdens deze teamdag spraken ze af wie welke rollen op zou nemen in hun team. Ze hebben nu zeer gestructureerde vergaderingen en ze nemen hun verantwoordelijkheid op waar nodig. Dit alles leverde een hoop positieve energie op.’ Gunningsfactor Over de kans op succes van zelfsturende teams hoeft Sofie Damen niet lang na te denken: ‘De gunningsfactor is uitermate belangrijk, de mate namelijk waarin collega’s elkaar iets gunnen. Dat merkten we al eerder met ons experiment-38, 38 glijdende werkuren in plaats van 37,5 uren met verplicht maandagavondwerk. Niet iedereen hoeft op juist dezelfde mo-


Een groep sportieve personeelsleden is in Beerse zelf met een werkgroep duurzaam bewegen gestart.

menten aanwezig te zijn, dus moet je anderen ook gunnen dat zij thuis zijn, terwijl jij op een ander moment vrij neemt, bijvoorbeeld de ochtend na een feestje. Enige voorwaarde is dat de dienstverlening en werking verzekerd blijven. Het lukt niet altijd en overal, zo is zelfroostering bij de nachtdienst in het woonzorgcentrum voorlopig mislukt. ‘Het heeft met vertrouwen te maken, maar ook met verantwoordelijkheid. Er moet iemand opstaan die het op zich neemt. Bovendien moet je voorbij de regels kunnen gaan door gebruik te maken van je gezond verstand,’ zegt ze. ‘Door de wirwar aan verplichtingen en ontelbare afspraken zijn mensen het dikwijls niet meer

Ze is nu goed op dreef: ‘Ooit moest er iemand naar Brussel om een opleiding te volgen om de ingewikkelde formulieren te kunnen invullen die verplicht waren om alle bewijslast te verzamelen vooraleer je een bepaalde subsidie kon krijgen. Waar ben je dan mee bezig? Als organisatie zijn we destijds op de golf van de regels van de kwaliteitshandboeken meegezeild, nu moeten we de klok terugdraaien en ons richten op onze corebusiness: de cliënt, de burger, de bewoner die recht heeft op maatzorg, de 18.000 inwoners van Beerse. Dat is niet evident, ook niet voor de medewerkers. De omstandigheden zijn soms absurd: zo schrijft de regel voor dat je in het woonzorgcen-

Sofie Damen: ‘Het is niet moeilijk om een organisatievisie te ontwikkelen en uit te werken, maar het is aartsmoeilijk om ze ook in de praktijk te brengen. Het is mijn taak daar mee zorg voor te dragen.’ gewend zelf na te denken en beslissingen te nemen. Soms steek je energie in het nadenken over wat alweer afgesproken was op de vergadering drie maanden geleden of ga je voor je iets doet het navragen bij de kwaliteitscoördinator. Als je voor mensen werkt, moet je vanuit je gezond verstand en vanuit je hart redeneren, in plaats van vanuit de regels die bijvoorbeeld een inspectie je oplegt.’

trum twee wastafels moet voorzien in een kamer met twee bewoners. Op een gegeven moment logeerde er een echtpaar in een kamer en zij waren tevreden met één wastafel. Maar vanwege de voorschriften stond de inspectie er toch op dat er twee moesten zijn. Zoiets leidt tot frustratie. Zo gaat er heel veel energie in je organisatie verloren.’

Een groot pak kleine dingen Met het energiepeil van de medewerkers moet een organisatie volgens Sofie Damen consequent rekening houden. De focus ligt op duurzaam werken en daarvoor bestaat in Beerse een uitgebreid aanbod: coaching van een individu of van een groep, zelfsturing, jobcrafting (waarbij werknemers zelf kleine aanpassingen doen aan hun functie), glijtijden, thuiswerk: ‘Het is een kwestie van dingen proberen en uittesten, het hoeft niet altijd megagroot, het zit in die dagelijkse kleine dingen. Daarvan gebruiken we een groot pak.’ Zo zijn de twee financiële diensten samen met de bus naar die van Oostkamp gereden. Onderweg was er een speeddate: ‘Wat is jouw sterkste punt, wat draag jij specifiek bij, wat was je tofste vakantie ooit? Iedereen ontmoette iedereen minstens een keer en zo leerden de mensen elkaar anders kennen. Daardoor neemt de goodwill toe. Na de interessante uitleg in Oostkamp werd op de terugweg in kleine groepjes over de verwachtingen ten aanzien van de leidinggevende gesproken. Ondertussen groeien ze tot een gezamenlijk team dat onderling afgesproken heeft wie voor welk deel van de organisatie aanspreekpunt is en gaan ze samen op zoek naar één geschikt softwarepakket.’ Een aantal jaren geleden was er een coachcafé voor de leidinggevenden: ze leerden elkaar vanuit de waarderende benadering kennen en dronken ter afsluiting samen een pint. Intussen organiseert Beerse driemaal per jaar een gezamenlijk lerend netwerk voor de leidinggevenden. De jaarlijkse planningdag van het OCMW verloopt ondertussen samen met de mensen van de gemeente. Maar personeelsleden stellen zelf ook nieuwigheden voor. Zo is een groep sportievelingen gestart met een werkgroep duurzaam bewegen, met als resultaat een zwemabonnement voor de personeelsleden, infosessies over voeding tot eigen ‘Buitengewoon Beerse T-shirts’: ‘Dat is nog een zelfsturend voorbeeld,’ besluit Sofie Damen. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal oktober 2016

29


SPECIAL VEERKRACHT praktijk uit Langemark-Poelkapelle

LANGEMARK-POELKAPELLE - Gemeente en OCMW organiseren elk kwartaal een intervisie voor de diensthoofden. Door expertise te delen, met respect voor elkaar en ieders dienst, kunnen zowel ervaren als nieuwe leidinggevenden van elkaar leren. In deze diverse groep kwam het thema generaties en generatieverschillen dan ook al vlug aan bod.

Verschillende generaties samen aan het werk Schrijf me

Protestgeneratie (Babyboomers) 1940–1955

Bel me

Generatie X (Lost generation) 1955–1970

In navolging van het loopbaan- en diversiteitsplan gin‑ gen de leidinggevenden samen met Pascal Roskam, do‑ cent bij HoGent, aan de slag met www.generatiebril.be. Via verschillen en gelijkenissen tussen generaties kun je met dit instrument medewerkers bewust maken van de krachten en positieve aspecten van elke generatie. Ook bij het lokale bestuur in Langemark-Poelkapelle werken tegenwoordig vier generaties samen: babyboomers die voor 1955 geboren werden, de Generatie X ofwel de lost generation geboren tussen 1956 en 1970, de pragmati‑ sche generatie die nu tussen de dertig en vijfenveertig jaar oud is, en de min-dertigers, de screenagers van Generatie Y. Vóór de opleiding werd een generatiescan genomen om een beeld te krijgen van de medewerkers per generatie volgens eigenschappen zoals leeftijd, functie, tewerk‑ stellingsgraad en niveau. Een ideale eenheid Opvoeding, tijdgeest en vroegere ervaringen kleuren de bril waarmee we naar werken kijken. Pascal Roskam deed de aanwezigen op een interactieve manier kennis maken met de verschillende generaties. Hij liet tegelijk ervaren wat al deze generaties met elkaar gemeen heb‑ ben en waarin ze van elkaar verschillen, welke waarden 30 oktober 2016 Lokaal

Mail me

Pragmatische generatie 1970–1985

Sms me

Screenagers (generation Y) 1985–2000

ze elk het hoogst in het vaandel voeren en vooral, hoe ze het liefste willen leren. In elke generatie bestaat er een vernieuwingsdrang, maar individuele verschillen tussen mensen kunnen groter zijn dan de gelijkenissen binnen bepaalde genera‑ ties, en leeftijd zegt weinig over de mogelijkheden van mensen. Door als team en organisatie de generatiebril op te zet‑ ten openen zich mogelijkheden tot dialoog en samen‑ werking tussen alle generaties. Gedurende een bepaalde periode werden alle medewerkers om de twee weken uitgenodigd op een laagdrempelige vorming. Elke medewerker besliste zelf hoeveel ‘oefenmomenten’ hij nodig had. In teams waar verschillende generaties samenwerken, worden ieders capaciteiten aangesproken. Het bestuur moedigt flexibiliteit en levenslang leren aan en tracht het sneller leren van jonge medewerkers te koppelen aan de ervaring van oudere collega’s. Mensen aan de slag houden Langemark-Poelkapelle is gestart met coachtrajecten waarin het bestuur personeelsleden en hun dienst begeleidt, zodat een arbeidsklimaat tot stand komt dat rekening houdt met alle aspecten van welzijn op


het werk. Het bestuur wil dat de medewerkers op een werkplek zitten waar ze graag willen blijven. Zich bij het project betrokken voelen, kunnen bijleren, een goede balans tussen werk en privé en goede werkrelaties zijn enkele aspecten waarmee het rekening houdt. Interne mobiliteit krijgt aanmoediging en jaarlijks beoordeelt het bestuur de mogelijkheden en evoluties en stemt het daar het organogram op af. Als iemand zich in de toekomst heroriënteert, moet dit ook in het organogram te zien zijn. saskia boone is diensthoofd personeel in puurs katrien seys is afdelingshoofd algemeen bestuur in langemark-poelkapelle en karen sarens is stafmedewerker innovatieve arbeidsorganisatie en werkbaar werk bij diverscity

Benieuwd wat er specifiek is aan uw generatie?

Regionale overlegtafels Leeftijdsbewust personeelsbeleid Langemark-Poelkapelle 8 november Schilde 17 november Leuven 22 november Aalst 29 november Hechtel-Eksel 1 december Organisaties kunnen om uiteenlopende redenen beslissen aan leeftijdsbewust personeelsbeleid te werken. Op de regionale overlegtafels wisse‑ len lokale besturen ervaringen uit, ze delen hun kennis en halen zo expertise in huis, maar ze signaleren ook knelpunten en kunnen construc‑ tieve voorstellen lanceren. Informatie en inschrijven op www.diverscity.be

Op www.generatiebril.be kunt u uitzoeken bij welke generatie uw waarden en ideeën het meest aansluiten.

advertentie

Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Puro zet zich ook in voor de bescherming van de regenwouden. Voor elk kopje koffie dat u drinkt, staan wij een financiële bijdrage af aan de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika duurzaam te beschermen.

www.purocoffee.com - 0800/44 0 88 Lokaal oktober 2016

31


Een unieke combinatie voor publieke & non-profit organisaties

TRIFINANCE PUBLIC CENTER OF EXCELLENCE

Op weg naar een efficiënte organisatie Onze Business Unit Public Sector biedt een uitgebreide expertise in publieke & non-profit organisaties gecombineerd met een unieke dienstverlening. Uw wereld is in volle beweging en de burger verwacht een steeds snellere en correctere dienstverlening. De nieuwe uitdagingen zijn aanzienlijk: optimalisatie van processen, selectie en implementatie van nieuwe systemen, analyses en vernieuwing van het organisatiemodel, implementatie nieuwe regelgeving, opzet van nieuwe managementrapportering, tijdelijke nood aan ondersteuning in verschillende departementen (financiën, aankoop, IT, legal, HR, interne audit, technische diensten, ...) TriFinance Public Center of Excellence In ons “Public Center of Excellence” bundelen we onze expertise, sectorkennis en competenties. We focussen iedere dag op de groei en motivatie van onze public consultants via doorgedreven

www.trifinance.be/publiekesector

trainingen, een uitgebreide kennisdeling en een voortdurende coaching en mentoring on-the-job. Dit is de beste manier om onze klant als partner te ondersteunen. Met onze inzichten en kwaliteitsvolle diensten op diverse domeinen, creëren we excellente services voor uw organisatie.

Uitbreiding van ons team We zoeken versterking voor verschillende rollen in ons “TriFinance Public Center of Excellence”. Voor meer informatie en een overzicht van onze vacatures, surf naar onze website.


SPECIAL VEERKRACHT integriteit

Integere beslissingen nemen kun je leren Ben je als overheid integer als je een deontologische code hebt? Neen, een code is maar een begin. Handel je als politicus of ambtenaar integer als je je aan de regels houdt? Niet noodzakelijk, want de regels niet overtreden wil niet zeggen dat je ook de moreel juiste beslissing neemt. ‘Integer handelen is het resultaat van een moreel leerproces en een zorgvuldige handhavingspraktijk in een organisatie,’ zegt Alexander De Waele van Governance & Integrity. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

V

raag politici en ambtenaren wat integriteit voor hen betekent en je krijgt antwoorden als: je aan de regels houden, in eer en geweten beslissen, eerlijk en betrouwbaar zijn. Vaak wordt ervan uitgegaan dat al of niet integer zijn een persoonlijk kenmerk is – iemand is een integer persoon of niet –, terwijl het eigenlijk de handelingen of beslissingen zijn die integer zijn of niet. Dat inzicht heeft de weg vrijgemaakt voor het denken over integriteit als een aspect van organisatieontwikkeling, als een verantwoordelijkheid van werkgevers, als een managementtaak. Alexander De Waele: ‘Vroeger werd vaak gesproken over rotte appels. Als je die verwijderde, was het probleem opgelost. Nu weten we dat het de mand is die appels rot kan maken. Medewerkers kunnen in staat zijn integere beslissingen te nemen, maar als de processen of de organisatiecultuur dat niet toelaten, komen ze daar niet toe. Integriteit is een gedeelde verantwoordelijkheid van de medewerker en de organisatie.’ Twee pijlers Hoe bouw je een integere overheid als een som van integere beslissingen door medewerkers? Daarvoor heb je volgens Alexander De Waele twee pijlers nodig: een moreel leerproces en een zorgvuldige handhavingspraktijk. ‘De eerste stap in het morele leerproces is een training van de medewerkers waarbij ze leren moreel juiste beslissingen te nemen, als ze in moeilijke situaties of voor dilem-

ma’s komen te staan. Als je mensen een dilemma voorschotelt en hun vraagt hun morele intuïtie te volgen, dan zegt de helft A en de helft B. Onze intuïtie zet ons in de helft van de gevallen op het verkeerde been. Als je het dilemma vervolgens met een zevenstappenplan behandelt, er samen over praat en samen argumenten aanbrengt, dan kom je aan het eind altijd tot een unanieme beslissing over wat de moreel juiste beslissing is. Dat kun je trainen. Vervolgens komt het erop aan het geleerde duurzaam te verankeren in de organisatie. Dat gebeurt door een moreel beraad te installeren: enkele keren per jaar komen een

en extern meldpunt? Kunnen meldingen anoniem gebeuren? De laatste stap is de zorgvuldige en proportionele sanctionering. Daar moet je een onderscheid maken tussen een regel overtreden en een inschattingsfout maken. Wie een regel schendt, moet een proportionele sanctie krijgen. Maar je ziet vaak dat iemand gesanctioneerd wordt vanwege een beslissing die achteraf moreel onjuist blijkt te zijn. Die persoon moet je niet straffen, maar wel in een moreel leerproces brengen. Het doel van handhaving is dat de bereidheid om te melden groeit en dat het aantal daadwerkelijke sancties afneemt’.

‘Vroeger werd vaak gesproken over rotte appels. Als je die verwijderde, was het probleem opgelost. Nu weten we dat het de mand is die appels rot kan maken.’ team en de leidinggevende samen om dilemma’s of lastige kwesties uit hun ervaring te bespreken. Zo bouw je morele kennis op. Daarmee kun je dan de deontologische code van de organisatie tegen het licht houden en bijsturen. Die code is de basis van de tweede pijler, de handhaving. Eerst maak je een risicoanalyse: welke functies zijn kwetsbaar wat betreft integriteit? Zijn de medewerkers voldoende beschermd tegen verleidingen, maar ook tegen valse beschuldigingen en schendingen door derden? De volgende stap is de controle en de detectie. Is er vertrouwenspersoon, een intern

Voor iedereen In een lokale overheid zijn er functies die meer dan andere gevoelig zijn voor integriteit, maar uiteindelijk komt elke medewerker voor lastige beslissingen en dilemma’s te staan. Geef je een bekeuring aan een hoogzwangere vrouw die vijf minuten na het verlopen van het parkeerticket bij haar auto is? Begin je als leidinggevende een functioneringstraject met een medewerker die door privéomstandigheden al enige tijd niet functioneert of wacht je nog even af? Stel je als deskundige een advies bij op vraag van je directeur? Wat doe je als je merkt Lokaal oktober 2016

33


Naast werken aan ambtelijke integriteit moet een gemeente ook bekommerd zijn om politieke integriteit. Niet door telkens meer regels in te voeren, want daardoor kunnen mensen bij een dilemma dat niet met regels op te lossen is, niet meer zelfstandig genoeg nadenken.

dat een collega met een glas op aan het stuur van de dienstauto plaatsneemt? Laat je als receptionist bij het OCMW een leefloner die te laat komt niet meer binnen voor een opleiding, wetende dat het de derde keer is en dat hij zijn leefloon kan verliezen? Iedereen kan baat hebben

jaren kan lopen. Overigens, het gaat niet enkel over het werken aan ambtelijke integriteit, maar ook aan politieke integriteit. In Vlaanderen steekt dat idee soms de kop op bij incidenten, maar het is nog geen brede beweging. In Nederland is het dat wel.

In een lokale overheid zijn er functies die meer dan andere gevoelig zijn voor integriteit, maar uiteindelijk komt elke medewerker voor lastige beslissingen en dilemma’s te staan. bij een integriteitsbad. Een doorslaggevende factor in het proces van integriteitsopbouw is de steun van het college, de secretaris en het managementteam. Als zij niet mee willen, heeft het geen zin aan een traject te beginnen dat soms

Daar heeft een flink aantal incidenten de bevolking zo geschokt dat er bijna overal gewerkt wordt aan de integriteit van burgemeesters, wethouders en raadsleden. Alexander De Waele: ‘Nederland staat in het algemeen verder op het vlak

van integriteit. Op de index Transparancy International staat Nederland op plaats vijf, België op vijftien. Je kunt dus zeggen dat de integriteit bij de overheid hier redelijk goed op orde is, maar er zijn nog zwakke plekken, er zijn af en toe incidenten. Wat je bij ons vooral merkt, is aandacht voor de gedragscode. Dat is zoals gezegd maar het begin van het werken aan integriteit. Zeker bij incidenten is de eerste reflex meer regels in te voeren. Een overvloed aan regels leidt er echter toe dat mensen ervan uitgaan dat alles op papier staat en dat ze niet meer zelfstandig kunnen nadenken, als ze voor een dilemma staan dat niet met de regels op te lossen is. Dat noemen we morele perplexiteit. Het bewustzijn moet nog groeien dat het belangrijk is om rustig en structureel aan integriteit te werken, los van incidenten. Als we willen dat de burger de rechtsstaat vertrouwt, dan is een integere overheid absoluut noodzakelijk.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Leuven 19 januari 2017 Gent 24 januari 2017 Wil je je trainen in morele oordeels‑ vorming? De VVSG en Diverscity organiseren twee ééndaagse dilem‑ matrainingen die gericht zijn op het versterken van de oordeelskracht, de zorgvuldige besluitvorming en het verminderen van oordeelsfou‑ ten bij medewerkers. www.vvsg.be/opleidingen

advertentie

HR SOFTWARE ZONDER KOPZORGEN

Intuïtieve E-recruitmentsoftware die: Vacatures maakt, beheert en publiceert Procedures en selecties beheert en opvolgt Een dynamische kandidatendatabank bouwt Wetenschappelijke testen integreert Uw processen onder controle houdt

Vrijblijvende demo: 09 389 69 90 - info@assolutions.be JobSolutions is een product van A&S Solutions I www.assolutions.be

34 oktober 2016 Lokaal


U ondersteunt uw inwoners. Wie is er om u te ondersteunen? Maak samen met uw ING-bankier uw missie waar. Om het welzijn van uw inwoners te garanderen, is efficiëntie voor u een topprioriteit. Bij ING beseffen we dat. Daarom kunt u rekenen op een ING-bankier die uw behoeften begrijpt en financiële oplossingen aanreikt die u perfect ondersteunen in uw taak. Diensten die uw geldstromen optimaliseren en uw liquiditeitsbeheer en betalingen nog vlotter laten verlopen, bijvoorbeeld. Of elektronisch bankieren, speciaal afgestemd op uw situatie en organisatie. Zo maken we u het leven gemakkelijker. Maak gerust een afspraak met uw ING-bankier. ing.be/business

Lokaal oktober 2016 352789. ING België nv – Bank/Kredietgever – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.


SPECIAL VEERKRACHT kwaliteitsmanagement

10 tips voor een korter proces Wie echt goed werk wil leveren moet de manier van werken in alle domeinen en op alle niveaus documenteren, monitoren en verbeteren. De ‘Plan-Do-Check-Act’-motor van het kwaliteitsmanagementsysteem staat of valt met de toepassing op de werkvloer, in het kantoor of aan het loket. Met deze tien prikkelende en soms provocerende of zelfs ongenuanceerde tips kunt u de processen in uw organisatie optimaliseren. tekst danny kindekens

1

Schrap het proces Is deze snelle en drastische weg te schokkend? Nochtans is het een zeer zinvolle en verfrissende oefening in strategisch management om in een veranderende context terug te grijpen naar de essentie en alle processen te toetsen op hun bijdrage om de missie van de organisatie te bereiken. Moeten we alles blijven doen wat we altijd al deden om de visie en de doelstellingen van de organisatie, het departement, de dienst, de functie te realiseren? Of scheppen we in deze schaarse tijden toch ruimte door zaken in vraag te stellen, te schrappen of te beperken?

2

Inventariseer de processen In de loop der jaren dreigt het overzicht zoek te raken en is er geen heldere kijk meer op alles wat het bestuur aan producten en diensten aanbiedt en nog minder op wat er aan ondersteunende processen loopt. Voor een efficiëntie-oefening moet u de processen kennen en kunnen benoemen. Een inventaris doet wonderen en kan verrassend lang blijken. Hoog tijd voor tip 1 dus. Vertrekken van de producten en/of diensten die afgeleverd worden, is een handige manier om tot een lijst van de bestaande processen te komen.

3

Documenteer de processen Er zijn theorieën, methodieken, technieken te over om processen te evalueren op hun doelmatigheid en efficiëntie. Je kunt muggenziften tot in de kleinste details, maar de olifanten haal je eruit door simpelweg te noteren hoe alles in de praktijk verloopt. Dikwijls vallen de monden 36 oktober 2016 Lokaal

open van verbazing wanneer mensen zich daarvan bewust worden en merken hoeveel eenvoudiger het soms kan.

4

Lever niets af waarop niemand zit te wachten Bij dit vraaggestuurd werken bepaalt de klant, extern of intern, wat er nodig is en wanneer. Pas dan komt het proces op gang. Anders riskeert het product of de dienst nog lang te blijven liggen, wordt het overbodig of beantwoordt het niet aan wat later juist gevraagd wordt. Zonde van de energie en de tijd.

5

Maak nooit fouten Verkeerde dienstverlening of een slecht product brengt enkel frustratie met zich mee, voor de klant en voor de medewerkers. Het proces moet zo ontworpen worden dat fouten maken onmogelijk wordt. Een utopie? Probeer maar eens een USB-kabel in een hdmi-poort te steken of tracht uw simkaart omgekeerd in uw smartphone te prutsen. In geldautomaten waar je je bankkaart terug moet nemen voordat het geld uit de muur komt, blijven opvallend weinig bankkaarten achter.

6

Doe alles maar één keer Opnieuw, her- of re- zijn foute woorden/voorvoegsels in een efficiënt proces. ‘Voer alle activiteiten eenmaal uit en doe ze direct correct’ is het credo van een goed proces. Als u de identiteit van iemand noteert, registreer dan alle gegevens die in het proces nodig zijn in één keer en maak daarvan een sjabloon of een checklist.

Lees een identiteitskaart in met een idlezer en voorkom dat gegevens onvolledig of verkeerd worden ingevuld.

7

Doe alles onmiddellijk Onderbreek het proces niet nodeloos. Een continu proces heeft de kortste doorlooptijd. Zorg er dus procesmatig voor dat dossiers niet zonder goeie reden half afgewerkt blijven liggen. Het voorkomt stapels mappen op de hoek van de tafels en wanorde in de kantoren. Een dossier opnieuw opzoeken creëert geen enkele toegevoegde waarde en is dus puur verloren tijd. Als u een case in één enkele keer kunt afwerken, doe het dan ook en wel onmiddellijk. Er wachten er nog.

8

Vermijd post Dossiers versturen kost tijd, ook per interne post, en het voegt niets toe. Niet doen dus. Dit geldt ook voor digitaal doorgestuurde documenten. Al duurt het maar een fractie van een seconde om een dossier door te sturen, uw medewerkers worden al onder maillawines bedolven. Al die mails behandelen wordt een tijdrovende en soms frustrerende bezigheid. Stel de dossiers centraal beschikbaar voor alle betrokkenen, werk samen op één gedeeld document. Dit is evident voor interne samenwerking, maar het kan natuurlijk ook met externe partners via eenvoudige tools als Dropbox, iCloud of OneDrive.


9

Structureer de organisatie procesmatig Een organogram bouwt u zo op dat het de belangrijkste processen mogelijk maakt. Dit geldt zowel voor de primaire processen die rechtstreeks bijdragen tot het vervullen van de opdracht van de organisatie, als voor de ondersteunende of secundaire processen. Breng de mensen die aan een bepaald type dossier of dienstverlening werken, ook in de organisatiestructuur onder in één entiteit. Het voorkomt overdracht van dossiers tussen diensten, waarbij dan dikwijls ook nog eens een hiërarchische omweg wordt gemaakt. Medewerkers die aan eenzelfde type dossier werken of verschillende deelaspecten ervan voor hun rekening nemen, zitten het best samen – zowel fysiek als in de organisatiestructuur. Ook de verantwoordelijkheden worden daardoor duidelijker. Een procesgeoriënteerde organisatie vertrekt vanuit de dienstverlening, niet vanuit een abstracte opdeling in domeinen. Een hokjesmentaliteit is nefast voor

de goede werking van het bestuur. Als u deze tip toepast, worden tip 7 en 8 ook haalbaarder.

10

Benut de capaciteiten van de mensen Deze tip is de effectiefste op lange termijn! Voor het succes van de organisatie is het erg belangrijk dat medewerkers hun rol in de dienstverleningsprocessen kennen. Maak dit duidelijk in de documentatie en betrek hen erbij. Maak hen bewust van het belang van hun activiteit(en) en taken voor de tevredenheid van de eindgebruiker over het geleverde product of dienst. Een te strakke hiërarchische structuur is dodelijk voor de creativiteit en de natuurlijke aandrang van medewerkers om hun werk te verbeteren. Daag hen uit en u zult versteld staan welke uitstekende ideeën er op de werkvloer leven. Wetenschappelijke studies wijzen uit dat meestal maar een beperkt deel van de capaciteiten van de werknemers

ingezet wordt. In hun privésituatie, vrije tijd, sport- of culturele vereniging zijn ze creatief, innoverend, nemen ze verantwoordelijkheid, organiseren en coördineren, maar op het werk laten ze het afweten, gewoon door de verpletterende structuur en door het feit dat de communicatiekanalen bottom-up blokkeren. Van alle ingezette middelen hebben de human resources, het menselijk kapitaal, met voorsprong het meeste invloed op de kwaliteit van de dienstverlening. Zeker in een lokaal bestuur is de bijdrage van medewerkers dominant op de performantie van de organisatie, haar wendbaarheid en aanpassingsvermogen. Het traject naar uitmuntendheid is een traject van, voor en door mensen. Danny Kindekens ondersteunt organisaties bij de toepassing van Lean Process Management, organisatiebeheersing, interne controle, kwaliteitsmanagement en voorbereiding op externe audits www.dkiconsult.be

advertentie

Reeds meer dan 15 jaar focust Profondo zich uitsluitend op 3 werkterreinen waarin onze consultants jarenlange ervaring en toegevoegde waarde hebben • het assessen van competenties • het ontwikkelen van competenties • het managen van competenties We doen dit in partnership met onze klanten: • we werken op maat van onze klanten, met respect voor elkaars expertise • we zoeken samen naar de meest optimale oplossing • we creëren een vertrouwensband die resulteert in langetermijnrelaties Onze aanpak kenmerkt zich door: • een pragmatische en evidence based benadering • respect voor het deontologisch kader • kwaliteit die telkens opnieuw via een externe audit bevestigd wordt Profondo heeft een ruime ervaring bij het ondersteunen van social profit- en overheidsorganisaties bij de selectie, promotie en doorgroei van medewerkers. Grotesteenweg 445 – 2600 Berchem Tel. 03/230 36 15 info@profondo.be – www.profondo.be

Lokaal oktober 2016

37


SPECIAL VEERKRACHT burn-out

Verhoog de draagkracht Veel mensen die bij een lokaal bestuur werken, doen dat vanuit een grote maatschappelijke betrokkenheid. Daardoor gaan zulke medewerkers vol vuur aan het werk. Helaas soms tot op het punt dat ze opgebrand of uitgeblust zijn. Op vraag van Diverscity en de VVSG organiseert The Burnout Bureau interactieve vorming waarin werknemers met een risicobaan leren de vlammen in te dijken en het vuur gaande te houden. tekst bert decoster beeld stefan dewickere

‘Niet het werk an sich, maar de manier waarop je ertegenaan kijkt, is wat stress kan veroorzaken,’ zegt Ben Sansen, motivational coach bij The Burnout Bureau. ‘Daarom speelt de functie die iemand uitoefent minder een rol en de persoonlijkheid des te meer. Het kan dus best zijn dat een leidinggevende heel veel verantwoordelijkheid heeft, maar daar perfect mee overweg kan, terwijl iemand met een meer uitvoerende functie elke taak als een onoverkomelijke berg ziet.’ ‘Stressbestendigheid verschilt inderdaad van persoon tot persoon,’ treedt trainer Veerle Lesire haar collega bij. ‘De ene kan er beter mee om dan de andere. Dat neemt niet weg dat je vaardigheden kunt aanleren die je weerbaarder maken tegen stress. En precies daar leggen we de nadruk op.’ Toch brengen sommige functies volgens hen een dermate hoge belasting met zich mee, dat het personeelslid in kwestie in ieder geval meer risico loopt. Uitgesproken risicoprofiel De VVSG en Diverscity identificeerden enkele van die functies bij lokale besturen. Een voorbeeld van een functie met een uitgesproken risicoprofiel is die van centrumleider van een lokaal dienstencentrum. Tot de vaak vermelde werkstressoren behoren een overdaad aan administratieve regels (en bijgevolg weinig persoonlijke regelruimte), het ontbreken van een aanspreekpunt en het 38 oktober 2016 Lokaal

gebrek aan sociale steun en waardering door de directe leidinggevende. Veerle Lesire: ‘Tijdens zo’n vorming helpen we de deelnemers eerst en vooral het onderscheid maken tussen de zaken waarop je vat hebt en die waarop je geen vat hebt. Vervolgens leggen we de nadruk op datgene waar je wel controle over hebt: je eigen gedachten. Ik geef een

ren… De enige voorwaarde is dat het bij jou past, je dus energie geeft of ontspant en dat je het met volle aandacht doet. Zorg er dus voor dat je voor jezelf weet waar je energie verliest en vooral, hoe en waar je energie opdoet. Als je dat weet, plan dan dagelijks een moment van ontspanning of een moment van “bijtanken” in. Zet dit ook in je agenda. Het

Tot de vaak vermelde werkstressoren behoren een overdaad aan administratieve regels (en bijgevolg weinig persoonlijke regelruimte), het ontbreken van een aanspreekpunt en het gebrek aan sociale steun en waardering door de directe leidinggevende. simpel voorbeeld: je hebt een collega die consequent elke dag minstens vijf minuten te laat komt. Je kunt je daar telkens opnieuw aan ergeren, maar evengoed kun je beslissen de gedachten die in je opkomen, naar iets positiefs te sturen. Aan de hand van zulke situaties, die steevast een heleboel discussie uitlokken, leren we mensen gaandeweg controle te krijgen over de manier waarop ze naar situaties kijken.’ Om gedachten te verbeteren gaan de coaches met mensen op zoek naar strategieën en gedragingen die daarbij kunnen helpen. Volgens Ben Sansen hoeven dat geen wereldschokkende ingrepen te zijn: ‘Een blokje om maken, gaan sporten, je goudvis voe-

resultaat merk je verbluffend snel. Mijn hulpmiddeltje is tussen twee coachsessies even in mijn tuin gaan zitten en opmerken hoe mooi die eruit ziet.’ Vervolgtraject Aanvullend op het verhogen van de individuele draagkracht biedt The Burnout Bureau een vervolgtraject aan op maat van de doelgroep. Daarbij kan bijvoorbeeld dieper ingegaan worden op de omgang met gedachten, maar evengoed kan het gaan over de manier waarop je het werk organiseert. Zo zal de aanvullende sessie voor de centrumleiders zich toespitsen op timemanagement. De feedback van de deelnemers is bepalend


voor de invulling van het vervolgtraject. ‘Waar zijn de mensen mee aan de slag gegaan? Wat ging gemakkelijk, wat liep stroef? Welke resultaten zijn er geboekt?’ Voor Ben Sansen is het de groep die het ritme en het thema bepaalt: ‘Om die reden zal je bij ons nooit tweemaal dezelfde opleiding volgen. Voorwaarde is natuurlijk een sfeer van vertrouwen: de deelnemers moeten zich veilig en op hun gemak voelen.’ Als een deelnemer zich er tijdens de training bewust van wordt dat het voor hem ook vijf voor twaalf is, schakelt Veerle Lesire daarna over op individuele coaching in overleg met de werkgever: ‘Dat is veel intensiever dan een workshop in groep, maar het geeft tegelijk ook veel sneller resultaat in het leven van die collega.’ ‘Met momenten zeer confronterend, maar ik ga met bruikbare tips naar huis.’ ‘Geeft de goesting en energie om het werk anders aan te pakken maar vooral anders te bekijken.’ De lovende woorden uit de evaluatiefiches bevestigen dat The Burnout Bureau de juiste toon weet aan te slaan. Volgens Veerle Lesire komt het omdat hun opleidingen naast de laatste interessante wetenschappelijke informatie ook praktische tips bieden: ‘Deze tips zijn gebaseerd op eigen ervaring, enkel wat voor onszelf werkt, gebruiken we in onze workshops. De praktische tips zijn onmiddellijk toepasbaar op de werkvloer.’ Voor Ben Sansen heeft elk bestuur er alle baat bij dat werknemers gezond zijn en goed functioneren: ‘Iemand die goed in zijn vel zit, zal creatiever zijn en meer oplossingsgericht en sneller werken. Iemand die uitvalt met een burn-out, is voor langere tijd afwezig. Die persoon kan dan meestal niet onmiddellijk vervangen worden, wat druk legt op de andere werknemers, die op hun beurt ook meer kans maken om uit te vallen. Zo kom je al snel in een negatieve cirkel en dus in een negatieve werksfeer terecht. Dat is iets wat elk bestuur maar beter kan vermijden door tijdig te investeren in veerkracht.’

Elke dag een moment van bijtanken plannen, zelfs het voederen van je vissen, kan voldoende energie geven

Data geplande vormingssessies van The Burnout Bureau: • Zelfzorg voor centrumleiders van lokale dienstencentra, donderdag 27 oktober 2016 @ VVSG (via VVSG) • Voorjaar 2017: zelfzorg voor eenmansdiensten

Bert Decoster is sectorconsulent bij Diverscity

(via Diverscity)

Lokaal oktober 2016

39


mens en ruimte nieuws

VVSG steunt Rode Neuzen Dag

Omdat Vlaamse gemeenten en OCMW’s de toegang tot zorg en gezondheid willen verbeteren en inzetten op preventie, roept de VVSG haar leden op om ook hun schouders onder Rode Neuzen Dag te zetten. Eenvoudige ideeën kunnen snel resultaat opleveren. U kunt bijvoorbeeld bij de gemeentediensten een aanspreekpunt aanbieden voor actievoerders met allerlei praktische vragen over logistieke ondersteuning, toestemmingen, of communicatie voor hun actie of evenement. Behalve faciliteren kan een gemeente ook zelf Rode Neuzen verkopen op plaatsen waar veel mensen komen, zelf een actie op poten zetten of een gekke uitdaging aangaan met lokale actievoerders. Belangrijk

GF

Uit nieuw onderzoek blijkt dat één op vijf jongeren te maken krijgt met een psychisch probleem. Meer dan de helft praat hier niet over en slechts drie op tien zoeken professionele hulp. Om het taboe te doorbreken organiseren VTM, Qmusic en Belfius een tweede editie van Rode Neuzen Dag onder het motto ‘Lachen helpt’. Ze willen met de gekste acties en de verkoop van neuzen aandacht vragen voor het probleem en geld inzamelen.

De VVSG zet een rode neus op voor een betere toegang tot geestelijke gezondheidszorg. VVSGdirecteur afdeling OCMW’s Piet Van Schuylenbergh, burgemeester van Oudenaarde Marnic De Meulemeester, voorzitter VVSG Luc Martens, algemeen directeur VVSG Mark Suykens, burgemeester van Genk Wim Dries en toekomstig algemeen directeur VVSG Mieck Vos geven het goede voorbeeld.

is ook deze inspanningen een plaats te geven binnen het brede kader van ‘Gezonde Gemeente’, wanneer u als gemeente of OCMW het charter getekend hebt. De Rode Neuzen zijn ook te koop aan de onthaalbalie van de VVSG. Uiteraard blijft de VVSG los van deze actie bij de overheid pleiten voor meer structurele oplossingen betreffende preventie en toegang tot

de geestelijke gezondheidszorg. De Rode Neuzen-actie loopt van 19 september tot 3 december 2016. nathalie debast en veerle cortebeeck

www.gezondegemeente.be www.cachetvzw.be www.sad.be/tegek www.talismanneke.be

LAYLA AERTS

Nieuwe sancties mogelijk in de opvang van asielzoekers

Door een wetswijziging van 6 juli 2016 voorziet de Opvangwet in twee nieuwe sancties. Sinds de inwerkingtreding van deze wetswijziging op 15 augustus kan het zakgeld van bewoners van lokale opvanginitiatieven (LOI’s) gedurende maximaal vier weken verminderd of ingehouden worden, en is ook een definitieve uit40 oktober 2016 Lokaal

sluiting mogelijk. De VVSG is tevreden over de mogelijkheid van vermindering of inhouding van zakgeld. De LOI’s waren immers al van bij de invoering van de Opvangwet in 2007 vragende partij om in de sanctie te voorzien, omdat die meteen voelbaar is en dus een direct effect op gedrag van de bewoner kan hebben. Bovendien zijn de meeste andere in de Opvangwet voorziene sancties niet toepasbaar in een LOI. Daarnaast kan een bewoner die al minstens eenmaal tijdelijk uitgesloten werd of die zeer ernstig fysiek of seksueel geweld pleegt, voortaan definitief uitgesloten worden van het recht op materiële opvang. (De medische begeleiding door Fedasil blijft wel behouden.) De procedure is dezelfde als die voor de al bestaande tijdelijke uitsluiting. Zo moet de directeur-generaal van Fedasil onder meer de opgelegde uitsluiting bevestigen. Fedasil plant een aanpassing van de instructie van 3 april 2015 betreffende de klachten, ordemaatregelen, sancties en uitsluiting waarin alle verdere modaliteiten toegelicht zullen worden. fabienne crauwels

wet van 6 juli 2016 (Inforumnummer 300112 – BS 5 augustus 2016)


print & web De OCMW’s moeten binnen de uitstroomtermijn een woning vinden voor alle LOI-bewoners die een positieve beslissing hebben gekregen.

Opvang asielzoekers: transitie-instructie voor uitstroom naar huisvesting De Transitie-instructie van Fedasil van 20 juli 2016 regelt de overstap van materiële opvang naar OCMW-dienstverlening voor asielzoekers die een positieve beslissing gekregen hebben. Wanneer een asielzoeker als bewoner van een opvangstructuur een verblijfsrecht van meer dan drie maanden verwerft, bijvoorbeeld door erkenning, subsidiaire bescherming maar ook regularisatie ten gronde of gezinshereniging, eindigt het recht op materiële opvang en moet hij de opvangstructuur verlaten. De bewoner kiest de weg die hij wil volgen. Ofwel kiest hij voor hulp bij vervroegd vertrek. Dan krijgt hij één maand cheques ter waarde van 280 euro per volwassene en 120 euro per minderjarig kind. Ofwel kiest hij voor een toewijzing aan een lokaal opvanginitiatief (LOI) om vandaaruit naar een woning te zoeken. De overgrote meerderheid kiest voor deze mogelijkheid. De uitstroomtermijn via het LOI bedraagt twee maanden. Voor hervestigde vluchtelingen is dat zes maanden. Als ze binnen die termijn geen eigen woning vinden, kunnen ze tot twee keer toe een verlenging van telkens één maand vragen. De tweede aanvraag moet grondiger en concreter gemotiveerd worden dan de eerste. Na die twee verlengingen kan nog een uitzonderlijk uitstel van vertrek aangevraagd worden, als de menselijke waardigheid dat vereist. Transitie naar nieuw collectief opvangmodel Tijdens de behandeling van de verlengingsaanvragen door Fedasil blijft het recht op materiële opvang van de bewoner gelden. Deze transitieinstructie is ook de eerste stap naar het nieuwe opvangmodel voor asielzoekers. Door de hoge instroom van asielzoekers was de invoering ervan tijdelijk stopgezet. Nu het aantal asielaanvra-

gen sterk gedaald is en Fedasil het aantal opvangplaatsen kan afbouwen, wordt de invoering hernomen. In dat nieuwe opvangmodel is collectieve opvang de regel en worden individuele opvangstructuren zoals de LOI's ingezet voor de opvang van de bewoners met een positieve beslissing die moeten uitstromen (de zogenaamde transitie), de asielzoekers met een hoge kans op een positieve beslissing en bepaalde kwetsbare groepen. De transitieopvang loopt, de opvang van asielzoekers met een hoge kans op een positieve beslissing nog niet. Einde leegstand, begin duurzame huisvesting? Het nieuwe opvangmodel moet ook een einde maken aan de hoge leegstand in de LOI's. Er werden immers een hoop bijkomende LOI-plaatsen geopend om de vluchtelingencrisis het hoofd te bieden. Na de ongezien sterke stijging van het aantal asielaanvragen in de tweede helft van 2015 volgde een al even ongeziene daling in 2016, waardoor veel LOI-plaatsen uiteindelijk niet gebruikt werden. De VVSG vraagt een spoedige evaluatie van het nieuwe opvangmodel om na te gaan of het in realiteit mogelijk is binnen de uitstroomtermijn duurzame huisvesting te vinden. De opdracht om voor alle bewoners die een positieve beslissing krijgen, binnen de uitstroomtermijn een woning te vinden, komt immers volledig bij de OCMW’s terecht. En dat is, zo menen we, een erg zware opdracht waarvan het succes niet uitsluitend afhangt van de inspanningen van de OCMW’s.

LAYLA AERTS

Steden voor mensen Hoe vormen we steden om tot prettige leefomgevingen waarin de inwoners centraal staan? Deze hedendaagse vraag hebben we te danken aan het jarenlange onderzoek van de Deense archi‑ tect Jan Gehl. Rekening houdend met demografische evoluties en veranderende levensstijlen legt de auteur in Steden voor mensen – de vertaling van Cities for People - uit hoe steden levendig, veilig, duurzaam en gezond kunnen worden. Door steden letterlijk op ooghoogte te bekijken, slaagt hij erin om zelfs de grootste metropool op een kleine schaal te benaderen. Gehl pleit ervoor om de stad te beleven vanuit de vijf menselijke zintuigen. Hij illustreert hoe die kleinschalige visie al te vaak ge‑ negeerd wordt in hedendaagse projecten en stadsplanning. Een instrumentarium boordevol grondbeginselen, heldere over‑ zichten van gebruikte methodes en trefwoordenlijsten sluit het boek af. J. Gehl, Steden voor mensen, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 49,90 euro

fabienne crauwels

U leest meer op www.vvsg.be onder ‘sociaal beleid en werk’, klik ‘vreemdelingen’ en dan ‘materiële opvang’

Lokaal oktober 2016

41


mens en ruimte nieuws

Nieuw systeem voor berekening distributienettarieven moet sociaal zijn een hoge capaciteit heeft, terwijl zij weinig verbruiken. Een nieuwe tariefberekening op basis van capaciteit zou voor hen slechter uitvallen, terwijl zij net beperkte financiële middelen hebben. Een capaciteitstarief is een vast bedrag per jaar dat je betaalt voor het gebruik van het distributienet. Het wordt bepaald door de capaciteit van de aansluiting. Het verbruikstarief dat vandaag gebruikt wordt voor de factuur, is gebaseerd op de afname. De mogelijke invoering van een capaciteitstarief is ten vroegste voor 2019. Het tarief slaat enkel op de netgebonden kosten, goed voor ongeveer 52% van de totale distributienetvergoeding. nathalie debast

De volledige brief aan de VREG vindt u via www.vvsg.be/nieuws, bericht van 12 september

Integraal Handelsvestigingsbeleid: inwerkingtreding decreet

STEFAN DEWICKERE

nu in richtlijnen, vergunningscriteria en modellen. Vanaf januari 2017 stellen we een eerste deel voor op het Platform Centrummanagement. Eind 2017 mondt dit alles uit in een uitgebreid Handboek Kernversterkend Winkelbeleid.

Met het Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid beoogt Vlaanderen een duurzamere organisatie van het detailhandelsapparaat met weerbare en leefbare kernwinkelgebieden en minder kleinhandelslinten. Een belangrijke rol is weggelegd voor de gemeentebesturen: zij krijgen verschillende instrumenten in handen om ruimtelijk handelsbeleid te voeren. Na bekrachtiging door de Vlaamse regering op 15 juli verscheen het Decreet betreffende het Integraal Handelsvestigingsbeleid op 29 juli in het Staatsblad. De ontwerpversie van het decreet lichtten we al toe op het Platform Centrummanagement. De VVSG was intensief betrokken bij de totstandkoming van dit decreet en is dan ook tevreden dat het er eindelijk is. In samenwerking met het Agentschap Innoveren & Ondernemen vertalen we het decreet 42 oktober 2016 Lokaal

De inwerkingtreding van het zogenaamde IHB-decreet verloopt in de volgende fasen: • de vervalregeling met betrekking tot de ‘oude’ socio-economische vergunningen trad retroactief in werking vanaf 1 juli 2014; • de bepalingen betreffende de (ruimtelijke) planning en visievorming traden in werking op 29 juli 2016, met één uitzondering: voor artikel 10, §1 (ruimere mogelijkheden qua stedenbouwkundige verordeningen) moet er nog een regeringsbesluit komen over het openbaar onderzoek bij de opmaak van stedenbouwkundige verordeningen; • de integratie van de vergunning in de omgevingsvergunning en het handhavingsbeleid treden in werking op 1 januari 2018 (ruim tien maanden na de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning zelf); • de inwerkingtreding van hoofdstukken 7 en 8 (voornamelijk wijzigingsbepalingen) zal de Vlaamse regering nog per artikel vastleggen. stefan thomas

Decreet betreffende het Integraal Handelsvestigingsbeleid (Info‑ rumnummer 300914) www.centrummanagement.be

STEFAN DEWICKERE

Als er een nieuwe tariefregeling voor elektriciteit komt die deels wordt gebaseerd op capaciteit in plaats van op verbruik, dan mag dat voor de meest kwetsbaren niet leiden tot een hogere factuur. Indien nodig moet een aanpassing van de aansluitingscapaciteit gratis of tegen een zeer laag tarief kunnen gebeuren. Is die aanpassing technisch (en vooraf) niet mogelijk, dan moet de regeling mechanismen bevatten om tariefmatig sociale correcties uit te voeren. Dat is de boodschap die de VVSG gaf naar aanleiding van de consultatieronde van de VREG over de herziening van de tariefstructuur van de distributienettarieven. De VVSG is niet tegen een rechtvaardiger en meer toekomstgericht systeem waarbij alle gebruikers van het energienet bijdragen. Toch is het perfect denkbaar dat bepaalde kwetsbare mensen nu wonen in een (huur)woning waarvan de aansluiting


print & web Gemeenten zijn enthousiast over het principe van digitaal behandelen van vergunningsaanvragen. Alleen kunnen de andere instanties en de softwareleveranciers niet volgen.

LAYLA AERTS

Burn-out in de zorg

Omgevingsvergunning: iedereen tijdig klaar? De Raad van Bestuur van de VVSG is bezorgd omdat de digitalisering van de omgevingsvergunning onvoldoende vooruitgang boekt. De gemeenten vrezen dat een en ander niet op tijd klaar zal zijn. De regelgeving bepaalt dat de omgevingsvergunning er over een klein half jaar moet zijn, nl. vanaf 23 februari 2017. De afhandeling van de aanvraag tussen overheden onderling zal vanaf dan volledig digitaal verlopen. Zowel de gemeenten als de Vlaamse overheid zijn volop bezig met de voorbereidingen. Uit een enquête van de VVSG onder de gemeenten, die met ruim 200 antwoorden een representatief beeld biedt, blijkt dat gemeenten enthousiast zijn over het principe van het digitaal behandelen van vergunningsaanvragen en dat ze er snel werk van willen maken. Tachtig procent van de respondenten denkt dat de digitale afhandeling zal leiden tot betere en efficiëntere dienstverlening. Veruit de meeste gemeenten maken het digitaal afhandelen van vergunningsaanvragen al mogelijk voordat dit verplicht is. Er blijven echter veel knelpunten bestaan. Bedrijven en burgers dienen nog maar weinig aanvragen digitaal in, zodat gemeenten ook nog maar beperkt ervaring opdoen met de digitale afhandeling. Diverse instanties die de gemeente bij vergunningsaanvragen om advies moet vragen, blijken nog niet digitaal te werken, en het digitaal ondertekenen (dubbele handtekening) van een elektronisch document is te complex. Ook wordt aangehaald dat de software niet erg gebruiks-

vriendelijk is. Zo kunnen plannen maar moeilijk worden gevisualiseerd, wat toch een essentieel element is in de behandeling van stedenbouwkundige vergunningen. Scepsis over timing Bijna een derde van de respondenten – waaronder net grotere en/of meer ervaren besturen – vindt de geplande datum van invoering ook onrealistisch. Veel gemeenten denken dat softwareleveranciers niet op tijd klaar zullen zijn met de aanpassingen aan de dossierbehandelingssystemen, waardoor er geen of onvoldoende voorbereidingstijd voor de gemeente overblijft. Ook is er behoefte aan communicatie, praktische opleidingen en duidelijke regelgeving. Als niet iedereen tijdig klaar is, zal de digitale omgevingsvergunning meer werk voor de gemeenten meebrengen, doordat zij handmatig vergunningsaanvragen moeten overzetten van het ene naar het andere systeem. Dat mag niet gebeuren: burgers en bedrijven moeten erop kunnen rekenen dat tijdig en goed gemotiveerd over hun aanvraag wordt beslist. Als belangrijkste aanspreekpunt voor de Vlaamse overheid in deze materie vraagt de VVSG garanties voor een vlotte aanlevering door de Vlaamse overheid en de softwareleveranciers om zo uitstel van de invoering van de omgevingsvergunning te voorkomen. xavier buijs, steven verbanck en ward van hal

Lees meer toelichting en bekijk de resultaten van de enquête via www.vvsg.be/nieuws, bericht van 9 september

Het stigma op burn-out is nog steeds groot, ook in de zorg. Zorgverleners cijferen zich bovendien gemakkelijk weg om voor hun patiënten te zorgen. De illusie dat alles wel vanzelf zal overgaan, leeft ook bij zorg‑ verstrekkers. Burn-out is echter meer dan vermoeidheid. Het gaat om emotionele uitputting, depersonalisatie en een gevoel van verminderde persoonlijke bekwaamheid. Iedereen kan slachtoffer worden. Maar er is ook goed nieuws: burn-out is behandelbaar. Dit boek bekijkt burn-out in de zorg op een andere manier en koppelt getui‑ genissen van slachtoffers aan de inzichten van experts. Naast praktijkgerichte individuele tips bevat het bovendien concrete aandacht voor wat zorgorgani‑ saties zelf kunnen doen. G. Kaesemans, E. Van Hoof, L. Godderis, E. Franck, Burn-out in de zorg: wat je moet weten, Uitgeverij Lannoo, Tielt, 24.99 euro

www.energiesnoeiers.net

Brochure: energievriendelijk en goedkoop wonen Wat moet je doen om met je elektriciteitscontract als je verhuist? Wanneer en welke energiefacturen krijg je? Hoe kan je energie besparen? De energie‑ consulenten van de Energiesnoei‑ ers maakten een laagdrempelige brochure waarin de energiemarkt in Vlaanderen en tips om energie te besparen worden uitgelegd aan de hand van tekeningen. De brochure is beschikbaar in 9 verschillende talen. https://energieconsulenten. wordpress.com/

Lokaal oktober 2016

43


mens en ruimte nieuws

BART LASUY

Nieuwe regels voor kortetermijnhuur van handelspanden Op 8 juni 2016 keurde het Vlaams parlement het voorstel van decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht goed. Na goedkeuring door de Vlaamse regering en publicatie in het Staatsblad trad het in werking op 1 september. Tot voor kort was er geen waterdicht juridisch kader voor pop-ups en het tijdelijk gebruik van leegstaande handelspanden. In het kader van de handelshuurwet moeten ondernemers een contract voor negen jaar afsluiten dat pas ten vroegste na drie jaar beëindigd kan worden. Een te grote drempel voor beginnende ondernemers. De vanuit de rechtspraktijk gegroeide ‘bezetting ter bede’ hield dan weer risico’s in voor huurder en verhuurder. Met dit nieuwe decreet kan een pand tot

maximaal één jaar verhuurd worden voor het uitoefenen van kleinhandel of ambacht, zonder onder de bepalingen van de handelshuurwet te vallen. Omdat deze kortetermijnhuur geen recht op hernieuwing inhoudt, de huurder steeds kan opzeggen (met een opzegtermijn van één maand) en de verhuurder geen eenzijdige opzegmogelijkheid heeft, is deze nieuwe huurvorm erg geschikt voor de alom populaire pop-ups en tijdelijke invullingen van leegstaande panden door startende handelaars of ambachtslui. mary-ann smits

decreet houdende huur van korte duur voor handel en ambacht (Inforumnummer 302806)

Vlaamse regering wil huurwaarborglening invoeren Het betalen van de huurwaarborg vormt voor veel huurders een belangrijke drempel tot de private huurmarkt. De Vlaamse regering wil dit verhelpen met een nieuw systeem van huurwaarborglening, lezen we in de conceptnota ‘private huur’. De OCMW’s betwijfelen of het voorstel de toegang tot de huurmarkt ook echt vergemakkelijkt. De huurwaarborg is een belangrijke drempel voor deelname aan de private huurmarkt. Zoals blijkt uit het Groot Woononderzoek, vormt de betaling van de huurwaarborg voor veel private huurders een zware tot zeer zware last. Daarbij komt dat meer dan een derde van de verhuurders een andere huurder zou zoeken als ze wisten dat de kandidaat-huurder afhankelijk is van een huurwaarborg van het OCMW. Voor verhuurders biedt de waarborg een vorm van essentiële zekerheid bij wanbetaling en huurschade. Zij willen dus dat het bedrag van de huurwaarborg hoog genoeg is. Dat zou hen kunnen overtuigen aan minder voor de hand liggende huurders te verhuren. Voorstel huurwaarborglening zalft en slaat De Vlaamse overheid bekijkt in dat verband de mogelijkheid van een systeem van huurwaarborglening. Kandidaat-huurders zouden daarbij onder bepaalde voorwaarden een renteloze lening kunnen afsluiten van maximaal 90% van de huurwaarborg. De Vlaamse overheid zou dan die som betalen aan de huurder, die op zijn beurt de huurwaarborg kan storten op een geblokkeerde reke-

44 oktober 2016 Lokaal

ning zonder dat de verhuurder de herkomst van het geld kent. De OCMW’s zijn benieuwd naar de uitwerking van dit systeem, waarbij de kandidaat-huurder 10% van de waarborg meteen zelf moeten neertellen. Dit laatste is bij een OCMW-huurwaarborg niet het geval. Bovendien stelt de huidige conceptnota – om tegemoet te komen aan de vraag van verhuurders – voor het bedrag van de huurwaarborg naar boven bij te stellen. Dit valt op het eerste gezicht moeilijk te rijmen met de doelstelling om de huurmarkt toegankelijker en betaalbaarder te maken. Vooroordelen bestendigd In dit voorstel zien de OCMW’s de bestaande vooroordelen tegenover OCMW-cliënten bevestigd en versterkt. Bovendien wordt de kandidaat-huurder die niet zelf in staat is de huurwaarborg meteen te betalen, in dit systeem niet naar het OCMW geleid, waar op maat van de cliënt kan worden gewerkt en waar ook voor andere levensdomeinen professionele hulp direct beschikbaar is. De huurwaarborglening verhult weliswaar (tegenover de verhuurder) dat de huurder een beroep moet doen op een externe instantie, maar ze lost het betaalbaarheidsprobleem niet op. Het risico is dat het OCMW hierdoor later op de hoogte wordt gebracht van mogelijk problematische situaties. Eerder dan de naam ‘OCMW’ te verbergen kan men ervoor opteren vooroordelen bij verhuurders tegen te gaan door de troeven, het aanbod en de methodiek van het OCMW in de verf te zetten. joris deleenheer


print & web

Als de gemeente een heffing oplegt, vervalt de gewestelijke heffing op ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woningen

Nieuwe beschermingsdatabank erfgoed

Vlak voor het zomerreces keurde de Vlaamse regering principieel een ontwerpdecreet goed dat de belasting ter bestrijding van verkrotting van woningen en/of gebouwen wijzigt. Het ontwerpdecreet stelt voor de heffing op verwaarloosde woningen over te hevelen naar het lokale niveau. De gewestelijke heffing zou dan verdwijnen. Hierdoor wordt het voor de gemeenten ook niet meer mogelijk daar nog opcentiemen op te heffen. De heffing op de ongeschikt of onbewoonbaar

LAYLA AERTS

Geen dubbele krotbelasting meer

verklaarde woningen blijft gewestelijk, tenzij het lokale bestuur een heffing oplegt. (In dat geval is de gewestelijke heffing niet langer van toepassing.) De lokale heffing op ongeschikte of onbewoonbare woningen moet rekening houden met een aantal gewestelijk bepaalde voorwaarden. De Vlaamse overheid wil zo in uitvoering van het regeerakkoord de huidige dubbele heffing vanuit beide bestuursniveaus ongedaan maken.

Wie wil weten welk erfgoed beschermd is in Vlaanderen, kan de meest actuele en uitgebreide informatie daarover opzoeken in de nieuwe beschermings‑ databank. De databank heeft meer zoekmogelijkheden dan ooit tevoren. Bij elk item hoort een beschrijving van wat beschermd is, een digitale kaart, de administratieve gegevens en de erfgoedwaarden met de motivering van de bescherming. Ook het officiële beschermings‑ besluit is te raadplegen, inclusief digitaal kaartmateriaal dat daar eventueel bij hoort. Via thesaurustermen wordt het beschermde goed inhoudelijk in de juiste context geplaatst. De beschermingsdatabank vormt ook een toegangspoort naar de andere databanken van het agentschap Onroerend Erfgoed. Je kunt voortaan vlotter door‑ klikken naar de wetenschap‑ pelijke inventaris en naar het geoportaal. www.onroerenderfgoed.be

joris deleenheer

Europa ondersteunt armoedebestrijding van OCMW Kortrijk Het OCMW van Kortrijk krijgt van de Europese Commissie een subsidie van anderhalf miljoen euro over drie jaar voor zijn strijd tegen armoede. Tegelijk zal Kortrijk, wellicht als eerste stad in Vlaanderen, de effecten van armoedebestrijding aan een wetenschappelijk onderzoek onderwerpen. Het project MISSION - Mobile Integrated Social Services Increasing Outcome for users in Need - beoogt een nieuwe vorm van integraal sociaal beleid en pakt de problemen aan in een vroeg stadium. Het geld wordt onder andere gebruikt voor de aanstelling van vijf nieuwe casemanagers die mensen in armoede of met kans op armoede thuis opzoeken en hen persoonlijk begeleiden. De casemanager bekijkt hoe hun leefsituatie verbeterd kan worden en welke diensten daarvoor moeten worden ingeschakeld. Ook worden de effecten van deze nieuwe aanpak op de situatie van mensen in armoede gemeten. Hiervoor werkt het OCMW intensief samen met Kind & Gezin, de Kortrijkse hogescholen Howest en Vi-

ves, en het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck van de Universiteit Antwerpen. Howest ontwikkelde een digitale tool die de profielen van kansarme gezinnen linkt aan alle voor het gezin relevante diensten, rechten en voorzieningen. De casemanagers zullen deze tool gebruiken om op een eenvoudige en volledige manier in kaart te brengen waar het gezin recht op heeft. De tool zit nu in een testfase en zal verfijnd worden in de eerste fase van het MISSIONproject. Het Kortrijkse OCMW was één van de ruim honderd organisaties die bij de Europese Commissie een aanvraag voor subsidies indienden in het kader van het EU Programme for Employment and Social Innovation. Kortrijk haalde 1,5 miljoen euro of een zesde van de totale pot van 9 miljoen euro binnen. Het project start onmiddellijk. katrien gordts

Lokaal oktober 2016

45


Sven Gatz: ‘In plaats van de rapporteringsplicht komt er een monitoringinstrument, dan weet ik wie wat doet en kunnen de gemeenten zich met elkaar vergelijken.’

46 oktober 2016 Lokaal


interview minister Sven Gatz

Cultuur beleef je lokaal en steeds meer regionaal De Vlaamse regering heeft het lokale cultuur- en jeugdbeleid in grote mate losgelaten en gelegd waar het thuishoort: bij de lokale besturen. Dat wil niet zeggen dat minister Sven Gatz geen taak meer ziet voor Vlaanderen. ‘Mensen leven niet enkel in één gemeente, ze kijken voor hun vrijetijdsbesteding naar de ruimere regio. Het belang van samenwerking tussen gemeenten en andere initiatiefnemers in de vrijetijdssector neemt toe. Samen met de lokale besturen een regionaal beleid ontwikkelen, dat is een opdracht voor Vlaanderen.’ tekst bart van moerkerke beeld nena driehuijzen (studio nunu)

V

laams minister van Cultuur en Jeugd Sven Gatz komt met wat vertraging op zijn kabinet aan. ‘Ik heb me voor het eerst in twintig jaar verslapen.’ Maar omdat de politieke activiteit in juli op een lager pitje staat, blijven de gevolgen voor de ministeriële agenda beperkt. Bovendien zal de minister dat beetje extra slaap best hebben kunnen gebruiken, want na het interview voor Lokaal heeft hij een afspraak met De Struise Brouwers uit Oostvleteren. Geen probleem, ware het niet dat enkele maanden geleden werd beslist in Watou bijeen te komen. Een ongelukkige locatie, nu de minister zopas zijn adviescommissie heeft gevolgd en de Vlaamse subsidies voor het Kunstenfestival Watou voor de komende vijf jaar heeft geschrapt. Het zou wel eens een onverwacht lastige middag kunnen worden. ‘Veel mensen in Watou zullen me op dit moment niet graag zien komen. Maar de toekenning van de cultuursubsidies gaat altijd gepaard met moeilijke beslissingen, met controverse. Het is nooit anders geweest en het zal ook bij de volgende ronde over vijf jaar zo zijn.’ Na de bekendmaking van de subsidieadviezen en voordat u de definitieve beslissing nam, kreeg u de centrumsteden nog op bezoek. Wat was daar de

bedoeling van? Wat heeft het opgeleverd? ‘Een hele tijd geleden bezocht ik de centrumsteden om te zien hoe de lokale kunstenscènes zich ontwikkelden. Dat waren zeer boeiende ontmoetingen. Het viel me op dat naast de klassiekers Antwerpen, Brussel en Gent ook Brugge, Kortrijk, Leuven en Mechelen prominent naar voren treden. Dat blijkt overigens ook uit de subsidieverdeling. Nu kwamen ze dus bij mij op bezoek, nadat ik alle commissieadviezen over de subsidies had ontvangen. Dat was zo voorzien in het protocol bij het kunstendecreet. Ik dacht dat dit een vrij formele aangelegenheid zou zijn, maar de gesprekken hebben me wel geholpen. Alle subsidieaanvragen hadden een advies gekregen: zeer goed, goed, voldoende, nipt onvoldoende, onvoldoende. Bij de drie laatste categorieën lagen de moeilijke knopen: welke kunnen en willen we toch nog meenemen? Het cultuurbeleid en de wensen van de steden hebben ons geholpen bij de eindbeslissing.’ De steden stelden de uitnodiging op het kabinet op prijs maar vonden het jammer dat u alleen luisterde, dat er geen sprake was van een dialoog. ‘Ik begrijp wel dat zij misschien andere verwachtingen hadden, maar voor mij was het onmogelijk in dat stadium van de procedure harde beloftes te doen. De Lokaal oktober 2016

47


interview minister Sven Gatz

De toekenning van de cultuursubsidies gaat altijd gepaard met moeilijke beslissingen, met controverse. Het is nooit anders geweest en het zal ook bij de volgende ronde over vijf jaar zo zijn.

Vlaamse regering, die de definitieve beslissing neemt, kon de beoordeling van dossiers nog altijd bijsturen. Hoe dan ook zullen we de volledige procedure evalueren en daarbij zullen we ook naar de centrumsteden luisteren. Misschien is er in de toekomst meer dialoog mogelijk. Misschien moeten we de gesprekken ook wat meer stroomlijnen, zonder ze te formaliseren. Nu was de aandacht in de verschillende steden heel erg op de subsidiebedragen gericht: hoeveel is er aangevraagd, hoe luidt het advies? Misschien moeten we wat andere dimensies inbrengen.’ Is dialoog niet nodig om tot een complementair beleid te komen? ‘Natuurlijk, maar het Vlaamse en stedelijke kunstenbeleid staan al lang heel dicht bij elkaar, we werken al in belangrijke mate complementair. Net zoals Vlaanderen vertrekken ook de steden van een landschapstekening. Hoe ziet het landschap eruit? Wat is de verhouding theater/kunst? Komt het sociaal-artistieke voldoende aan bod? Hoe staat het met architectuur, met design? En hoe willen we het landschap zien evolueren? Op het grondgebied van de steden vullen we elkaar daar al goed aan. Ik voel me goed bij dat beleid van communicerende vaten, ik heb geen behoefte om naar Frans voorbeeld centraal zeer sturend op te treden. Voor Vlaanderen komt daar de regionale invalshoek bij, we moeten erop letten dat ook op het bovenlokale niveau de verschillende kunstendisciplines een plek krijgen en voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk zijn. Dat vraagt regionale samenwerking tussen steden en cultuurcentra.’ Samenwerking is ook een van de speerpunten in het voorontwerp van het cultureel-erfgoeddecreet dat de Vlaamse regering onlangs goedkeurde. ‘Inderdaad. We willen enerzijds de collectiebeherende instellingen, de musea versterken en anderzijds de samenwerking aanmoedigen, omdat de versnippering in de erfgoedsector wel groot is. Het beleid moet aanknopen bij twee belangrijke tendensen van de voorbije vijftien jaar. De eerste is dat je grootschaliger moet werken om internationaal mee te spelen. Nu hinken we achterop, ook al halen de collecties van onze musea samen wereldniveau. Dat wil niet zeggen dat we naar grote musea moeten gaan of dat ik meer 48 oktober 2016 Lokaal

wil sturen in de manier waarop musea functioneren, maar wel dat we het collectiebeheer moeten versterken. Als dat in orde is, weten we wat de musea in huis hebben. En dat is noodzakelijk om de stap te zetten naar meer samenwerking en een betere ontsluiting. De tweede tendens zijn de erfgoedgemeenschappen van niet-professionals zoals u en ik die de voorbije jaren van onderuit zijn gegroeid. Vroeger had je alleen heemkundige kringen, nu is er veel meer. Denk aan alles wat met immaterieel cultureel erfgoed te maken heeft, de revival van het reuzengegeven bijvoorbeeld dat een hele nieuwe generatie aanspreekt. Ik wil op die twee evoluties inspelen om het erfgoedlandschap wat te hertekenen en er wellicht vanaf 2018 ook meer middelen voor vrij te maken. Uiteraard zal dat samen met de lokale besturen gebeuren, want de collectiebeherende instellingen zijn voor een groot deel in hun handen.’ Wordt de overname door Vlaanderen van de provinciale initiatieven in de sectoren cultuur, cultureel erfgoed, kunsten en jeugd de sleutel om die regionale samenwerking te stimuleren? ‘Het is in elk geval een belangrijk element. In het decreet lokaal cultuurbeleid lag het zwaartepunt op de cultuurbeleidsplannen en de één-op-één-relatie Vlaanderen-lokaal bestuur. Er stond ook een passage in over regionaal cultuurbeleid. Daar is nooit veel mee gedaan, ook omdat het budget amper 400.000 euro bedroeg. Met de middelen van de provincie zullen we nu een echt regionaal beleid kunnen voeren. In eerste instantie zullen we de goede provinciale initiatieven overnemen en voortzetten. Maar uiteraard zal er na twee, drie jaar een nieuwe dynamiek ontstaan en zullen we nieuw beleid ontwikkelen om samen met de lokale besturen antwoorden te bieden op behoeften en vragen van hun inwoners. Het leven van mensen speelt zich niet enkel in de eigen gemeente af, ze kijken regionaal. Samenwerking tussen gemeenten, tussen bibliotheken, tussen cultuurcentra komt aan die vraag tegemoet. Waar waardevolle initiatieven nu vaak beperkt blijven tot één provincie of een deel ervan, zullen we die in de toekomst naar heel Vlaanderen kunnen uitbreiden.’


De Vlaamse regering wil het teveel aan regels in het vrijwilligerswerk wegwerken. Dat is echt een zevenkoppige draak.

Tien, vijftien jaar geleden werden in de cultuur- en jeugdsector tal van steunpunten en instituten opgericht als schakels tussen de Vlaamse overheid en het lokale werkveld. Wat is hun toekomst? ‘De administratie brengt nu in kaart wie wat doet, het is duidelijk dat er overlappingen zijn tussen verschillende van die spelers. Dat is niet efficiënt en het creëert ook onduidelijkheid bij wie op de expertise van die bovenbouw een beroep wil doen. Ik verwacht de analyse en de voorstellen in de loop van het najaar.’ Voor cultuur is Locus omgevormd tot Cultuurconnect, met een ander takenpakket. Nu blijkt de VVSG de ondersteuningsvragen te krijgen die vroeger naar Locus gingen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. ‘Ik vind de fusie van Locus en Bibnet en de nieuwe weg die Cultuurconnect is ingeslagen een goede keuze. De organisatie zet in op digitale ondersteuning en ontwikkeling en niet meer op inhoudelijke coaching van het lokale cultuurbeleid. Kijk, de Vlaamse regering heeft anderhalf jaar geleden beslist het lokale cultuurbeleid volledig aan de lokale besturen toe te vertrouwen. Meer autonomie en minder planlast, dat is toch wat ze al lang vroegen. Paradoxaal genoeg merk je nu dat ze toch wat koudwatervrees hebben. Wie helpt ons? Wie zal ons coachen? Terwijl de kennis van zaken in de gemeentehuizen en de cultuurcentra sterk is toegenomen dankzij drie periodes van lokale cultuurbeleidsplannen. Ze moeten dat nu toch zelf kunnen. Ik begrijp wel dat er zich nu een nieuwe fase aandient, die van samenwerking tussen cultuurcentra en bibliotheken over de gemeentegrenzen heen. Misschien hebben lokale besturen daarvoor nog wat extra ondersteuning nodig. Maar we zitten momenteel in een overgangsfase, laten we maar even afwachten hoe alles evolueert. Maar natuurlijk is het niet de bedoeling dat iedereen nu bij de Vvsg aanbelt.’ Nu het vrijetijdsbeleid in belangrijke mate gedecentraliseerd is en de rapporteringsplicht voor de lokale besturen niet meer bestaat, wordt er gewerkt aan een monitoringinstrument. Hoe ver staat dit? ‘Dat instrument is zeer belangrijk voor mij, omdat ik wil weten wie wat doet. Het is ook belangrijk voor de gemeenten om te weten waar ze zelf staan en om te kunnen vergelijken

met andere gemeenten. Natuurlijk is het niet de bedoeling om de plan- en rapporteringslast via deze weg weer in te voeren, we gaan voor een monitoring light. Ik wil in de loop van 2017 beginnen met monitoren, zodat het instrument tegen het einde van de bestuursperiode goed werkt. En uiteraard is het de bedoeling ook de verbinding met de BBC te maken, de financieel-technische informatie zullen we daar halen. Daarvoor hebben we het monitoringinstrument niet nodig.’ In uw beleidsbrief Jeugd beklemtoont u het belang van het label Kindvriendelijke Gemeente. Slechts zeven gemeenten hebben het behaald, voor de nieuwe lichting 2016 zijn er elf kandidaten. Is dat niet erg weinig? ‘Ik vergelijk het met de Uitpas, die vijf jaar geleden bescheiden begon maar intussen een vierde van alle Vlamingen bereikt. Tussen de principebeslissing om eraan te werken en het effectieve behalen van het label liggen makkelijk twee jaar. Het jeugd- en kindvriendelijk maken van lokaal beleid loopt horizontaal door alle bevoegdheden, je moet de denkwijze veranderen. En dat vraagt tijd. Maar op een bepaald moment zal er een stroomversnelling komen, omdat gemeenten naar elkaar kijken en niet achterop willen blijven.’ Het jeugdwerk in Vlaanderen klaagt, net als andere organisaties overigens, over te veel Vlaamse regels. Hoe wilt u daar iets aan doen? ‘Vlaanderen wil van deregulering een speerpunt maken en het teveel aan regels in het vrijwilligersbeleid wegwerken. Een werkgroep heeft een nota gecoördineerd vrijwilligersbeleid opgesteld. Ze schuift drie prioriteiten naar voren – het statuut van de vrijwilliger, deregulering en informatie en sensibilisering – en geeft aan wat er daarvoor moet gebeuren op federaal, Vlaams en lokaal niveau en op korte, middellange en lange termijn. Dat is de basis, nu moeten we die in de praktijk brengen. Maar ik besef dat dit een zware opdracht wordt. Onlangs tweette iemand dat we het door een bepaalde maatregel moeilijker hadden gemaakt om het attest van hoofdmonitor te behalen, terwijl we dat juist wilden vereenvoudigen. Dit is echt een zevenkoppige draak, we zullen er nog niet meteen klaar mee zijn.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal oktober 2016

49


mens en ruimte sociale economie

De Nieuwe Start: sociale economie geeft mensen een nieuwe kans Via sociale tewerkstelling krijgen mensen een volwaardige baan. ‘Zo’n kans biedt hun een houvast,’ zegt de Leuvense schepen voor Sociale Economie Bieke Verlinden die alle kansen aangrijpt om de maatschappelijke voordelen van deze waardevolle sector in de schijnwerpers te plaatsen. Daarom werkte ze samen met ROB-tv en productiehuis Nieveranst mee aan De Nieuwe Start, een filmreeks over sociale economie. tekst ann jughmans beeld gafas studio

R

aymond, Mina, Fatima, Etienne, Amarjit, Vilma en Haidar: deze gewone mensen vertellen hun leven in De Nieuwe Start. Om heel verschillende redenen kwamen ze in een moeilijke situatie terecht. Zo was Etienne meer dan vijftien jaar zelfstandig dakwerker met enkele medewerkers vast in dienst. Tot zijn bedrijf over de kop ging en hij moest aankloppen bij het OCMW. Fatima werd in Marokko geboren, was wees en trouwde als jong meisje met een Marokkaanse Belg. Ze mocht amper buiten van hem en uiteindelijk verliet hij haar. Ze leerde in recordtempo Nederlands en vond werk in een kringloopwinkel. Elk verhaal is een getuigenis van de moed en het doorzettingsvermogen van de mensen die een nieuwe start maakten. Als Leuvens schepen wil Bieke Verlinden vooroordelen en misvattingen counteren: ‘Deze mensen hebben zoveel veerkracht! Ze hebben al dikwijls voor gesloten deuren gestaan, maar toch willen ze ondanks alle barrières zo graag werken. Dat verhaal wordt veel minder verteld.’ Met De Nieuwe Start wordt hier verandering in gebracht. Van Velo en Docville De film zet de hele Leuvense sociale economie en zijn goed draaiende professionele bedrijven en bedrijfjes in de kijker. Zo kan iedereen een kijkje achter de schermen nemen en vaststellen wat de sociale economie betekent voor hun stad. Want dikwijls weten Leuvenaars en studenten niet dat ze er de vruchten van plukken, meer nog, ze beseffen niet hoe

50 oktober 2016 Lokaal


de sociale economie hun dagelijkse leven mee vorm geeft: de bushokjes reinigen, het openbaar domein proper houden, publiek groen onderhouden, een nieuw leven geven aan fietswrakken en weesfietsen of klussen op scholen, de sociale economie levert hopen nuttige prestaties. Nemen we even Velo als voorbeeld. Leuven telt 50.000 studenten en 100.000 inwoners. Bijna alle studenten rijden met een fiets van Velo. Velo zorgt ervoor dat deze fietsen onderhouden worden en veilig zijn. Daarnaast brengt de organisatie achtergelaten en gedumpte fietsen opnieuw in roulatie. De volledige filmreeks De Nieuwe Start werd uitgezonden op de lokale ROB-TV, en de film kreeg zelfs een plaats op het programma van het internationale kortfilmfestival Docville. Hierdoor bereikte De Nieuwe Start een ruim publiek. De reactie was overweldigend en zeer positief. Vele Leuvenaars hadden nog nooit van deze organisaties gehoord. Voor velen was het een ontdekking, mede dankzij de campagne waarbij bussen met citaten en foto’s van de hoofdpersonages erop door de stad reden. Blijven de kansen? ‘Steeds meer ontstaat het gevoel dat de sociale economie wordt uitgehold,’ zegt Bieke Verlinden die gemengde gevoelens heeft bij de huidige beleidslijnen. ‘De regelgeving verandert, maar hoe komt het dan dat de juiste toeleiding naar werk zo stroef verloopt? Waarom wil het

met het maatwerk niet lukken? Er staan veel vacatures open, maar toch vallen mensen buiten de boot. Zij hebben echt werk nodig om weer aan te knopen bij de maatschappij. Maar de organisaties en de mensen in de sector zitten al maanden in onzekerheid en worden ongerust. Hun werking komt op de helling te staan, en wij voelen ons machteloos.’ ‘Ook wij hebben moeten wachten om een vacature te kunnen invullen,’ zegt Karin Nelissen Bielen, coördinator van buurtwerk ’t Lampeke. Toch wil Leuven meezoeken, constructief zijn en meedenken, en de stad slaagt erin lokale netwerken op te zetten en samenwerking te stimuleren. Ze kan echter de taken en verantwoordelijkheden van het Vlaamse niveau niet overnemen. ‘De Vlaamse regering moet haar eigen verantwoordelijkheden opnemen,’ zegt Bieke Verlinden. ‘Als ze bespaart op mensen en werk, zal dit zich ergens anders wreken. Het lokale bestuur zal de eerste klappen moeten opvangen. Het fietsbeleid, de afvalophaling, de verwerking van

‘Zodra je een doel hebt, kun je het bereiken.’ Vier jaar geleden ontvluchtte Haidar Daher de oorlog in Irak, waar hij zelfstandig kleermaker was. Nu werkt hij al twee jaar als pe‑ dagogisch medewerker bij kinderwerking Fabota, onderdeel van buurtwerk ’t Lampeke, een lokaal diensteneconomieproject in Leuven. Twee dagen per week probeert hij via spelletjes en acti‑ viteiten de peuters voor te bereiden op de kleuterklas en de na‑ schoolse opvang. Dat doet hij met hart en ziel, en steeds met een brede glimlach. Haidar Daher spreekt intussen goed Nederlands, hij werkt graag met kinderen en heeft veel bijgeleerd over de om‑ gang met kinderen maar ook over zijn eigen capaciteiten: functi‑ oneren binnen een team, probleemoplossend denken of omgaan met mensen met een andere culturele achtergrond. Haidar Daher wil een voorbeeld zijn voor anderen: ‘Ik weet hoe moeilijk het is, maar zodra je een doel hebt, kun je dat bereiken, zelfs als je uit een andere cultuur komt en andere tradities gewend

recyclagemateriaal, de kinderopvang, de zorg en nog zoveel meer komen allemaal in gevaar. Om dan nog te zwijgen over het verlies aan eigenwaarde en de persoonlijke schade die deze mensen en hun gezin persoonlijk treft.’ Ze knikt: ‘Ook dit zal het lokale bestuur moeten oplossen.’ Daarom zit aan de film een educatief pakket gekoppeld voor scholen, centra voor basiseducatie en jeugdwerkingen, zodat de kijkers beseffen dat het hier om mensen gaat die een kwetsuur hebben opgelopen, iets wat iedereen kan overkomen. De mensen in de film vonden de kracht om zich aan die moeilijke periode te ontworstelen, ze hebben een nieuwe start gemaakt. Deze sterke mensen met elk hun eigen persoonlijkheid vormen een absolute meerwaarde voor de samenleving. En de sociale-economiebedrijven zijn onmisbaar voor de stad. Ann Jughmans is VVSG-stafmedewerker sociale economie

bent.’ Voor het team is hij een sterkmaker: ‘Hij spreekt Arabisch, hij communiceert goed met pas aangekomen vluchtelingen en hun kinderen. Hij stelt hen gerust, hij heeft immers hetzelfde meegemaakt, en wil het hun wat comfortabeler maken,’ zegt zijn begeleidster Karin Nelissen Bielen. Als vluchteling verwacht Haidar Daher dat een stadsbestuur blijft kijken naar talenten: ‘Het is niet omdat je een andere taal spreekt dat je geen talenten hebt.’ Verder wenst hij meer ‘soci‑ ale plaatsen’, zoals buurthuizen, om de taal te leren en samen dingen te ondernemen. Hij leert vooral veel bij door met senioren te praten, zij hebben vaak behoefte aan een gesprek, aan sociaal contact, en zij hebben veel geduld en maken tijd voor een gesprek. Zonder Fabota had hij zeker niet zo ver gestaan. ‘Het is heel erg moeilijk om in België werk te vinden. Zeker als je de taal niet kent. Daarom is Nederlands leren heel erg belangrijk. Het is ook niet gemakkelijk om hier je rechten te kennen. De begeleiding bij Fabota is een zeer grote hulp geweest, ik word in alles bijgestaan, zonder deze hulp zou het onmogelijk geweest zijn. Fabota is één grote familie, waarop je steeds kunt rekenen, voor alles.’ AJ

Lokaal oktober 2016

51


mens en ruimte wonen

Ontvoogd Blankenberge bestrijdt verkrotting Volgens de Vlaamse Wooncode kan de burgemeester een woning alleen maar ongeschikt of onbewoonbaar verklaren na een advies van de gewestelijke administratie. Maar sinds de zomer van 2014 kunnen gemeenten de Vlaamse overheid vragen te mogen voorbijgaan aan die adviesvereiste van Wonen Vlaanderen. Ze kunnen dan de hele procedure zelf afhandelen. Lokaal sprak in Blankenberge met huisvestingsambtenaar Kristof Jacobs en schepen van Wonen Bjorn Prasse. tekst joris deleenheer beeld layla aerts

G

emeenten zijn regisseur van het lokale woonbeleid. Het lokale bestuur heeft de taak op gemeentelijk niveau maatregelen en acties af te stemmen en samenwerking tussen verschillende partners te coördineren om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de lokale beleidslijnen en behoeften. Om dergelijk maatwerk te kunnen afleveren moet de gemeente vertrouwen en een zekere vrijheid hebben om zich zelf te organiseren. Meer vertrouwen en vrijheid betekent ook dat de gemeente meer verantwoordelijkheid moet opnemen. Het woonwereldje spreekt in analogie met de ruimtelijke ordening over de ontvoogde gemeente voor woningkwaliteitsbeleid: gemeenten krijgen extra ruimte maar ook meer verantwoordelijkheid. Sinds 1 juli 2015 is Blankenberge zo’n ontvoogde gemeente voor woningkwaliteitsbewaking. Naar oppervlakte en aantal inwoners is Blankenberge geen grote gemeente, maar de kleine oude binnenstad heeft dezelfde woonproblemen als een grote stad. Gemiddeld kent Blankenberge een veertigtal woningkwaliteitsdossiers per jaar. Door de ontvoogding kan de burgemeester zich niet meer achter het advies van het Vlaams Gewest verschuilen. ‘Maar de ontvoogding is geen open deur voor vriendjespolitiek. De verkrotting in Blankenberge moet eruit,’ zegt schepen voor Wonen Bjorn Prasse. Het aantal dossiers is sinds de ontvoogding dan ook niet gedaald. Zoveel mogelijk verkrotte huizen bewoon52 oktober 2016 Lokaal

baar maken en opnieuw ter beschikking stellen van de Blankenbergenaar is de doelstelling van de woningkwaliteitsbewaking.’ Snel ingrijpen ‘Als bestuur zijn we vrij vlug en gemakkelijk meegegaan in de ontvoogding van de procedure ongeschiktheid en onbewoonbaarheid,’ zegt schepen Bjorn Prasse. ‘Kristof Jacobs heeft daar hard voor gewerkt. De ontvoogding heeft het voordeel dat we nu heel gauw in actie kunnen komen.’ Daardoor had Kristof Jacobs pas nog bij een ernstige situatie twee weken na de melding een ongeschikt- en onbewoonbaarheidsbesluit op basis van de Vlaamse Wooncode op zak: ‘Door die ontvoogding kan ik dossiers die ik als ernstig bestempel, met voorrang behandelen. Vroeger was ik veel afhankelijker van Wonen Vlaanderen.’ Ook al liep en loopt de samenwerking met Wonen Vlaanderen bijzonder goed, toch is de tijdswinst door de ontvoogding een enorm pluspunt. ‘De keten is zoveel korter geworden.’ Overleg als basis van beleid Naast het lokale woonoverleg vindt in Blankenberge ook periodiek het StromPolitie-Preventie-overleg plaats (Strom komt van Stedenbouw, Ruimtelijke Ordening & Milieu, waarin de cel Wonen zich bevindt), waar mensen van de huisvestings- en de preventiedienst van de stad samenzitten met mensen van de lokale politie en het OCMW.


‘Dit is als het ware de taskforce en denktank die signalen verzamelt, onderlinge afspraken stroomlijnt en probleemdossiers samenlegt. Dankzij dit regelmatige overleg kunnen we met één stem spreken in het lokale woonoverleg of op andere fora,’ zegt Kristof Jacobs. Ook de herhuisvesting, vaak toch een knelpunt in de strijd tegen verkrotte woningen, en het hele natraject volgen de verschillende partners in Blankenberge in nauw overleg op.

Een gemeente die zelfstandig de ongeschikt- en onbewoonbaarheidsprocedure wil afhandelen, moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet ze onder andere over voldoende personeel beschikken om het nodige te onderzoeken en administratief te verwerken. Toch telt de woondienst van Blankenberge maar één personeelslid: Kristof Jacobs. ‘We hebben goede afspraken met Wonen Vlaanderen. De woningcontroles bij de aanvraag van een huursubsidie

Ook al liep en loopt de samenwerking met Wonen Vlaanderen bijzonder goed, toch is de tijdswinst door de ontvoogding een enorm pluspunt.

en bij de nieuwe inhuurnames van het SVK zijn nog steeds voor rekening van het Vlaams Gewest. Ook als ik ziek ben of vakantie heb, springt Wonen Vlaanderen in.’ Al zou extra administratieve ondersteuning nuttig zijn. Omdat de Vlaamse overheid taken naar gemeenten delegeert, zou het ook logisch zijn dat de gemeenten daar dan de gepaste financiële ondersteuning voor krijgen. ‘Nu kun je enkel financiële ondersteuning krijgen als je via een intergemeentelijk samenwerkingsverband werkt, maar dit is voor Blankenberge niet de beste weg, zo blijkt uit het verleden,’ zegt Jacobs nog. Politieverordening Vóór de komst van de Vlaamse Wooncode trachtte Blankenberge via stedenbouwkundige verordeningen en een politieverordening te werken aan de woningkwaliteit. Al in 1993 had de kustgemeente een politieverordening op het verhuren van meergezinswoningen. Maar een verordening is één ding, de handhaving ervan is er een ander. De Vlaamse Wooncode was in die zin een geschenk uit de hemel. Uiteraard blijft Blankenberge ook inzetten op leef- en woonkwaliteit via stedenbouwkundige verordeningen. Zo kunnen er ter bescherming van de eengezinswoning enkel woningen in specifieke zones opgesplitst worden. Het onvergund opdelen van woningen is immers een groot probleem. Bij het bouwen van nieuwe meergezinswoningen tracht de gemeente door specifieke voorschriften een goede mix te krijgen van woningtypologieën. ‘We willen vermijden dat er grote blokken met enkel studio’s worden gebouwd. Een stad wordt leefbaar als er binnen de wijken een diversiteit van woongelegenheden bestaat,’ zegt schepen Bjorn Prasse. ‘We willen dat er verspreid over de hele stad een divers betaalbaar aanbod van goede kwaliteit voor alle Blankenbergenaars ontstaat.’ Joris Deleenheer is VVSG-stafmedewerker wonen BVR betr. de vrijstelling van de

Met de woningkwaliteistbewaking wil Blankenberge zoveel mogelijk verkrotte huizen bewoonbaar maken en opnieuw ter beschikking stellen van de Blankenbergenaar.

adviesverplichting in de procedures ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring van een woning (Inforumnummer 285377)

Lokaal oktober 2016

53


Startersonderonsje Begin dit jaar waagden David Speltdoorn en Geert Van Lierde de sprong als zelfstandigen. David maakte van zijn hobby fotografie zijn bijberoep en Geert begon samen met zijn oudste zoon een bedrijf gespecialiseerd in hernieuwbare energie. Annemieke Van Laethem van de dienst economie van de stad Geraardsbergen, bijgestaan door een starterscomité, staat hen bij met begeleiding op maat. tekst katrien gordts beeld stefan dewickere

‘Fotografie is mijn passie, maar ik heb lang gedacht dat het voor altijd een hobby zou blijven,’ geeft David Speltdoorn toe. ‘Totdat ik op een bepaald moment meer en meer opdrachten kreeg en de fotograaf in het centrum van Geraardsbergen met pensioen ging. Toen dacht ik: Dit is mijn kans.’ David combineert de fotografie met een vaste baan als HR54 oktober 2016 Lokaal

consultant bij Belfius. Op dit moment een logische keuze die hem voldoende zekerheid biedt. David Speltdoorn en Geert Van Lierde waren bij de eersten die een starterscontract afsloten met de stad Geraardsbergen. Beginnende ondernemers die in Geraardsbergen wonen, krijgen begelei-

ding op maat door een starterscomité, op voorwaarde dat ze een businessplan opstellen dat wordt goedgekeurd en dat ze hun bedrijf voor minstens vijf jaar in Geraardsbergen vestigen. De stad liet zich inspireren door de starterscontracten van de stad Gent, maar koppelde er een uitgebreide startersbegeleiding aan vast en nam het op in het maatwerkplan voor


Zowel startend fotograaf David Speltdoorn als ingenieur hernieuwbare energie Geert Van Lierde komen met hun ambitieuze plannen naar Annemieke Van Laethem van de dienst Economie van Geraardsbergen.

tegenwoordigers van Voka, Unizo, het streekoverleg, de dienst economie en een expert die ondernemingen in moeilijkheden begeleidt. ‘Als dienst economie hebben we niet alle wijsheid en kennis in pacht. Zonder ons starterscomité zou dergelijke begeleiding simpelweg niet mogelijk zijn. Het comité voelt bovendien heel goed het economisch klimaat in de regio aan, weet met welke problemen (beginnende) ondernemingen kampen en hoe we die kunnen bijsturen of opvangen. Daarom formuleert het starterscomité ook adviezen voor het beleid,’ licht Annemieke Van Laethem toe.

tewerkstelling in Geraardsbergen. Annemieke Van Laethem van de dienst economie: ‘We merkten dat veel starters bij banken wandelen gestuurd worden omdat hun businessplan onvolledig is. Dat is bijzonder jammer, want het zijn gemotiveerde mensen die willen ondernemen. Precies daarom leggen we in onze plannen sterk de nadruk op begeleiding en trachten we die zo breed mogelijk bekend te maken. Dankzij die tactiek kwam David bij de dienst economie terecht: ‘Toen ik bij KBC was voor een lening, gaven ze me de tip eens bij de dienst economie langs te gaan. Ik belde de dienst op en stond diezelfde middag al in het bureau van Annemieke.’ Een aantal ondernemers en organisaties waren het idee van de stad vanaf het begin genegen en vormen samen het starterscomité. Dat bestaat uit ver-

Vier keer per jaar organiseert de dienst economie het starterscafé in het stadhuis. Elke bijeenkomst trekt ongeveer vijftien starters aan, waarvan een groot deel nieuwe. ‘We openen telkens met een informatief gedeelte, bijvoorbeeld een marketingbureau dat advies verleent over hoe je je bedrijf bekend kunt maken, binnenkort komt de VDAB uitleggen hoe je kunt starten vanuit een werkloosheidsstatuut. Nadien volgt een rondetafelgesprek waar mensen zich voorstellen en dikwijls duiken er dan al vragen of problemen op. Die proberen wij meteen op te pikken, maar evengoed reiken andere starters oplossingen aan. We eindigen met een netwerkmoment in de bar met een streekbiertje. Het belang van netwerken bij starters proberen we er echt wel in te hameren,’ benadrukt Annemieke Van Laethem. Geert Van Lierde kwam voor het eerst naar het starterscafé in juni vorig jaar: ‘Toen was het idee om een onderneming gespecialiseerd in hernieuwbare energie te starten al aan het rijpen. Ik heb vele jaren ervaring als ingenieur in de sector en samen met mijn zoon voelde het als de juiste keuze. We hebben een uitgebreid businessplan opgesteld en het aan verschillende mensen laten nalezen, onder andere de deskundigen van het starterscomité. Toen we geen enkele negatieve reactie kregen, hebben we de stap gezet.’

mens en ruimte sterk werk

Geraardsbergen heeft maar weinig goede en betaalbare ruimte voor bedrijven. Geert Van Lierde kon in zijn zoektocht rekenen op de hulp van de dienst economie: ‘Onze kantoren vonden we uiteindelijk in een naburig bedrijvencentrum waar we, dankzij de stad, genieten van een fraaie korting. Het eerste jaar betalen we maar de helft van de huurprijs, het tweede jaar driekwart. De locatie biedt voor starters veel voordelen, omdat we ook bepaalde ondersteunende faciliteiten, zoals een secretaresse, kunnen delen met andere ondernemers. Er heerst een professioneel klimaat en we kunnen er klanten of partners ontvangen.’ Voor David Speltdoorn blijft Annemieke Van Laethem een nauw contact voor praktische vragen over zijn startersactiviteiten: ‘Onlangs zocht ik nieuwe locaties voor huwelijksfoto’s in Geraardsbergen. Annemieke kent de stad als geen ander, dus ook daarvoor kan ik bij haar terecht.’ Zowel Geert Van Lierde als David Speltdoorn is ambitieus. David kocht de grond naast zijn woning en is van plan er begin volgend jaar zijn studio en toonzaal te bouwen: ‘Ik zag uiteindelijk af van de overname van de fotograaf in het centrum van Geraardsbergen, want ik geloof dat de locatie in mijn branche van ondergeschikt belang is. Digitale en sociale media zijn mijn vitrine. Dat leerde ik onder andere tijdens een van de informatiesessies die ik volgde. En ik kan je verzekeren dat mijn nieuwe website de investering meer dan waard was.’ Geert Van Lierde en zijn zoon zijn nu acht maanden bezig. Gestart met zonnepanelen, autonome energiesystemen, warmtepompen en airco’s, trachten ze geleidelijk aan het aanbod uit te breiden naar onder andere laadpalen: ‘We hadden het nooit zo snel verwacht, maar we draaien bijzonder goed. Nu al halen we het zakencijfer dat we wilden bereiken in mei volgend jaar. We werken er wel hard voor!’ besluit hij voldaan. Katrien Gordts is redacteur van Lokaal

Lokaal oktober 2016

55


WIL U MEER KLANTWAARDE LEVEREN, MEDEWERKERS TEVREDEN MAKEN, KOSTEN VERLAGEN EN VERSPILLING ELIMINEREN?

LEAN IN GEZONDHEIDSEN WELZIJNSVOORZIENINGEN / LEAN IN STEDEN EN GEMEENTEN TWEE PRAKTISCHE POCKETS BOORDEVOL INSTRUMENTEN, VALKUILEN EN TOEPASSINGEN De laatste jaren zien we ook in de organisaties van lokale besturen meer interesse voor de visie en praktische toepassing van de Leanmethode. Meerdere organisaties zijn reeds aan de slag gegaan met de methode door te experimenteren met enkele lean-instrumenten. Andere organisaties zijn bezig om zich te oriënteren. Weer anderen schrijven Lean in als een strategie in het beleids-, jaarplan om hun organisatieprocessen duurzaam te verbeteren.

BEDOELING IS MEER KLANTWAARDE TE LEVEREN, MEDEWERKERS TEVREDENER TE MAKEN, KOSTEN TE VERLAGEN EN VERSPILLING TE ELIMINEREN.

In deze nieuwe pockets in de reeks Professionele Vaardigheden vinden secretarissen, directieleden, leidinggevenden, kwaliteitscoördinatoren, staf-, beleids- en projectmedewerkers werkzaam in gezondheids- en welzijnsvoorzieningen enerzijds of in gemeentelijke diensten anderzijds interessante praktijkvoorbeelden en instrumenten om met de Lean-methode aan de slag te gaan in hun eigen organisatie. Bij de pockets hoort ook een website: www.start2lean.be. Op deze website vindt u extra informatie en oefendocumenten om met de methode aan de slag te gaan. De website zal geregeld worden aangevuld met nieuw materiaal. De auteur is Hans Crampe, verpleegkundig-paramedisch directeur in het AZ Maria Middelares te Gent en bestuurder bij Zorgondersteuning vzw. Daarnaast geeft hij opleidingen en advies op het vlak van management. Hij put hierbij uit ervaringen uit de ziekenhuiswereld, woon-en zorgcentra en andere zorg- en welzijnsorganisaties.

BESTELKAART

Ja, ik bestel

....... ex. van LEAN in gezondheids-en welzijnsvoorzieningen *, ISBN 978-2-509-02329-2, 25 eur * per ex. voor VVSG-leden (29 euro* per ex. voor niet-leden) Leden van Zorgondersteuning vzw kunnen de pocket ook bestellen aan voordeeltarief via mail op info@politeia.be.

....... ex. van LEAN in steden en gemeenten *, ISBN 978-2-509-02353-7, 25 euro* per ex. voor VVSG-leden (29 euro* per ex. voor niet-leden)

Uitgeverij Politeia

Naam: ...............................................................................................

Keizerslaan 34 1000 Brussel

Functie: ............................................................................................ Bestuur/Organisatie: ......................................................................... Tel.: ..................................................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

E-mail: .............................................................................................. Adres: ............................................................................................... BTW: ................................................................................................. * Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzageen correctierecht.

Datum en handtekening


beweging actualiteit

Mieck Vos op bezoek Voordat Mieck Vos begin volgend jaar algemeen directeur van de VVSG wordt, gaat ze op bezoek bij sleutelfiguren in de Vlaamse gemeenten. Door het zware programma dat ze zich oplegt, groeit haar kennis en krijgt ze veel inspiratie. In jeugdcentra, op het strand of in vernieuwde gemeentehuizen ontmoet ze bevlogen lokale politici en gedreven topambtenaren.

met lode morlion in lo reninge

In Lo-Reninge staat burgemeester Lode Morlion haar op te wachten in het mooie verbouwde stadhuis met prachtig stadsloket waar elke werkplek een geweldig zicht heeft op de unieke stadstuin. In Nieuwpoort praat ze met de sleutelfiguren van het OCMW die de komende jaren op pensioen gaan. Secretaris Maria Vanderauwera en financieel beheerder Philip Pieters vinden het allebei jammer dat ze zo moeilijk naar de werkgroepen en vergaderingen in Brussel kunnen komen. Het is een kolfje naar Mieck Vos’ hand om hiervoor een

In Knokke ontvangt graaf Leopold Lippens haar in de golfclub. Hij is gepassioneerd voor zijn kuststad. Hij neemt duidelijke stellingen in en waardeert anderen die dit ook doen. Andere steden, andere zeden: haar keurige jurk is in Blankenberge dan weer de foute dresscode. Daar zit burgemeester Patrick Declerck haar in een strandbar op te wachten in zijn zwemshort. Tijdens hun gesprek laten de mensen zien hoe goed de burgemeester bekend en gewaardeerd is. Ook al noemt hij het burgemeesterschap de mooiste baan, het neemt ook veel bezit van zijn leven en zijn omgeving. In de Kempen is ze dan weer gecharmeerd door het vrouwelijke leiderschap, zoals dat van burgemeester Vera Celis

in Geel. In Laakdal kijkt ze met burgemeester Tine Gielis en secretaris Jerry Verspreet uit naar het nieuwe gemeentehuis waar niet alleen het OCMW maar ook bpost onderdak zal vinden. Over de gemet patrick declerck in blankenberge

Tijdens de 44ste IJzertocht wandelt Mieck Vos stevig met de prominenten van de Westhoek mee. Ondertussen vertellen de Poperingse burgemeester Christof Dejaegher en secretaris Christophe Oreel over de energie, de tijd en (vaak ook) het geld die ze besteden aan de samenwerking met de omliggende gemeenten, de Westhoek, maar ook breder, zelfs met de Franse buurgemeenten.

creatieve oplossing te gaan zoeken. Ze krijgt een snelle wegwijs in het digitaal werken en digitaal samenwerken binnen een strakke, stijlvolle setting in Jabbeke. Ze is er gecharmeerd door dit management zonder toeters of bellen maar met krachtdadige efficiëntie. Ook in Gistel geniet ze van de interesse. In Veurne fietst ze met burgemeester Peter Roose naar een nieuw woonproject op de site van de vroegere suikerfabriek. Elk jaar opnieuw is het voor het bestuur afwachten of de andere partners en overheden hun geplande investering op de begroting hebben staan. Daardoor verliezen veel projecten hun vaart.

met leopold lippens in knokke

tijdens de

44ste ijzertocht

tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

zamenlijke spankracht van burgemeester en secretaris zet secretaris Johan Claeys de volgende avond dan weer op een terras hartje Lommel een boom op. Hier vindt ze het inspirerend hoe Lommel de inkanteling van het OCMW gebruikt heeft om te experimenteren met hedendaagse en vernieuwende organisatieconcepten die energie vrijmaken bij elke medewerker. Toch is niet iedereen daar gerust in. Zal de sociale dimensie door die inkanteling er op lange termijn niet op achteruit gaan? Dat is de vraag die de OCMW-secretarissen van de Welzijnsregio NoordLimburg haar stellen in de tuin van de abdij van Achel, waar ze voortdurend de landsgrens met Nederland over wandelen. Deze Welzijnsregio is een pionier die al in 2000 van start is gegaan om met weinig middelen een sterke expertise op te bouwen. Uw suggesties voor een bezoek van Mieck Vos zijn welkom via mail naar Mieck.Vos@vvsg.be met als onderwerp ‘VVSGbezoek’ gevolgd door de naam van uw gemeente of via twitter @MieckVos en gebruik de hashtag #VVSGbezoek.

Lokaal oktober 2016

57


beweging vrijetijdsbeleid

Vrije tijd is hard werken Een honderdtal Vlaamse gemeenten heeft een afdeling vrije tijd. Die overkoepelt de diensten cultuur, sport en jeugd, vaak ook toerisme en evenementen, soms zelfs de lokale dienstencentra. Omdat dit een vrij recente evolutie is, moet de functie van vrijetijdscoördinator zijn plaats nog wat zoeken in de gemeentelijke organisatie. Dat blijkt uit de ervaringen van Sylvie Anzempamber (Diksmuide), Roos Coppens (Wetteren) en Wilfried Ramaekers (Herk-de-Stad). tekst bart van moerkerke beeld uli schillebeeckx

Op één plek je bezoek aan het theater boeken, je kinderen inschrijven voor het vakantiekamp en een terrein in de sporthal reserveren, dat is pas makkelijk! Betere en duidelijkere dienstverlening aan de inwoners is dan ook een van de redenen waarom behoorlijk wat Vlaamse gemeenten sinds kort een afdeling vrije tijd hebben. Maar het overkoepelen en beter laten samenwerken van (minstens) de diensten cultuur, sport en jeugd wordt ook geacht de interne werking te verbeteren en tot efficiëntiewinsten te leiden. Pionierswerk Een vrijetijdscoördinator stuurt de verschillende diensten onder de koepel aan, in samenwerking met de respectieve diensthoofden, en zetelt in het gemeentelijke managementteam. Dat is pionierswerk. De basis van de functie mag dan wel overal ongeveer dezelfde zijn, er zijn geen twee vrijetijdscoördinatoren die precies hetzelfde werk doen. Het begint al bij wat in de gemeente onder vrije tijd valt. In Diksmuide werd cultuurbeleidscoördinator Sylvie Anzempamber in 2010 coördinator vrije tijd. ‘Naast de diensten cultuur, jeugd en sport zat aanvankelijk ook het lokaal dienstencentrum onder vrije tijd. Dat is nu weer naar het OCMW gegaan, maar toerisme en evenementen zijn erbij gekomen.’ Wilfried Ramaekers heeft ook een verleden als cultuurfunctionaris, in Herk-de-Stad. Als vrijetijdscoördinator stuurt hij het gemeenschapscentrum, de bieb, de diensten jeugd en sport, het lokaal dienstencentrum en de buitenschoolse kinderopvang aan. 58 oktober 2016 Lokaal

Structurele samenwerking De diensten laten samenwerken zonder dat ze hun eigenheid verliezen, daar komt het op aan. Sylvie Anzempamber: ‘Het is goed om de medewerkers van verschillende diensten eerst samen aan enkele kleine projecten te laten werken. Zo leren ze elkaar kennen. In tweede instantie kun je dan meer structureel sturen. Ons cultuurcentrum en de bieb hebben intussen een gezamenlijke raad van bestuur, ze werken structureel samen voor hun aanbod.’ Roos Coppens, vrijetijdscoördinator in Wetteren, geeft nog enkele voorbeelden: ‘Wij proberen de zomerprogrammatie van cultuur, bibliotheek, toerisme, jeugd en sport bij één team te leggen. Dat is niet alleen veel efficiënter, het voorkomt ook dat er op één dag verschillende activiteiten plaatshebben en elkaar concurrentie aandoen. Daar-

ten? Dat vraagt samenwerking die verder reikt dan de sector vrije tijd, want ook ruimtelijke ordening is erbij betrokken en de participatie van de bevolking is belangrijk.’ Toch is het niet de bedoeling de diensten volledig te laten opgaan in het grotere geheel. Wilfried Ramaekers: ‘Je moet de diensten en diensthoofden ook regelmatig laten scoren voor eigen publiek. Het is zoeken naar een evenwicht. We willen bijvoorbeeld wel de communicatie van onze diensten stroomlijnen en voorkomen dat er dertig verschillende folders en flyers worden gemaakt, maar het is niet de bedoeling alles te centraliseren.’ Een voorbeeld is het programmaboekje van het cultuurcentrum. ‘Dat mag best blijven bestaan, maar kunnen we er niets meer mee doen? Het valt tenslotte bij iedereen in de bus,’ zegt Roos Coppens.

De basis van de functie mag dan wel overal ongeveer dezelfde zijn, er zijn geen twee vrijetijdscoördinatoren die precies hetzelfde werk doen. Het begint al bij wat in de gemeente onder vrije tijd valt. naast zijn we ook bezig met een fusie tussen bieb en cultuurcentrum. Daarvoor hebben we een externe begeleider in de arm genomen. Een ander project is ons ruimtebeleidsplan voor vrije tijd. Als we bijvoorbeeld een speelpleintje inrichten, hoe zorgen we er dan voor dat het niet enkel voor de jeugd maar voor de hele bevolking dient? Kunnen we de sporthal ook openstellen voor niet-sportactivitei-

MAT en politiek Diensten samenbrengen onder de koepel vrije tijd roept, zoals elke verandering, bij sommige medewerkers wel wat weerstand op. Maar al bij al is de ervaring van de drie vrijetijdscoördinatoren op dat punt positief: de diensten zijn mee in de nieuwe manier van denken en van werken. Maar er zijn nog andere kritieke succesfactoren. Een ervan is in-


frastructuur. Wilfried Ramaekers: ‘Als elke dienst in een apart gebouw zit, is dat natuurlijk niet bevorderlijk voor de samenwerking en de integratie.’ Nieuwe infrastructuur is vaak de smeerolie om dichter tot elkaar te komen, maar ook medewerkers verhuizen kan een oplossing bieden. Wetteren denkt na over het onderbrengen van de jeugddienst in de sporthal, in Herk-de-Stad vond een medewerker van de jeugddienst een nieuwe stek in het gemeenschapscentrum. Een ander punt is de samenwerking in het managementteam. Sylvie Anzempamber: ‘Vrije tijd is een van de vijf departementen, het managementteam zag er zeker het belang van. Nu stad en OCMW een gezamenlijk MAT hebben en er extra thema's bijkwamen, is het niet altijd makkelijk om vrije tijd hoog op de agenda te houden. Hardere thema's worden sneller ernstig genomen, dat valt me op.’ Roos Coppens: ‘De rol van de secretaris is cruciaal. Die moet mee zijn en het belang van vrije tijd ten volle erkennen.’ En tot slot is er het politieke niveau. De verschillende diensten onder vrije tijd vallen vaak onder verschillende schepenen. Als die het goed met elkaar kunnen vinden, is dat een voordeel, want dan neemt het gewicht van vrije tijd in het college toe. Maar evengoed kunnen ze ieder voor eigen winkel rijden en bijvoorbeeld ‘eigen’ infrastructuur opeisen zonder de ruimere blik op vrije tijd mee te nemen. ‘Hoe dan ook,’ zegt Wilfried Ramaekers, ‘heb je een verschil in perspectief tussen het ambtelijke en het politieke niveau. Sinds de invoering van de BBC maken ambtenaren meer de koppeling tussen doelstellingen en kredieten, en wordt er ook meer op lange termijn gedacht en gewerkt. Politici zijn soms minder vertrouwd met deze nieuwe manier van werken.’

Vrijetijdscoördinatoren Wilfried Ramaekers, Sylvie Anzempamber en Roos Coppens

Lerend netwerk Om de vrijetijdscoördinatoren te ondersteu‑ nen begon de VVSG twee jaar geleden met een lerend netwerk. Het komt drie keer per jaar bijeen. De ontmoetingsdagen zijn een gelegenheid om te luisteren naar en in ge‑ sprek te gaan met experts, om in kleine werkgroepen de eigen problemen te bespre‑ ken met collega's. Er is ook een online forum om tussen de bijeenkomsten door snel een

vraag voor te leggen of nieuws te delen. Intussen maken tachtig directeurs/dienst‑ hoofden vrije tijd deel uit van het netwerk. U kunt zich nu inschrijven voor het nieuwe seizoen met drie bijeenkomsten, telkens op donderdag van 10.00 tot 16.30 uur: 10 november 2016 (Brussel), 16 februari 2017 (Lokeren) en 18 mei 2017 (Brussel). De prijs voor de drie sessies en deelname aan het online forum is 155 euro. www.vvsg.be/opleidingen

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal oktober 2016

59


beweging netwerk stuurgroep diverscity

Kloven overbruggen voor goed personeelsbeleid Liefst 180.000 Vlamingen werken vandaag bij een lokaal bestuur. Om voor deze groeiende groep werknemers in te zetten op belangrijke HR-thema’s als arbeidstevredenheid, talentontwikkeling en duurzame werkorganisatie vormen de lokale besturen – als werkgevers vertegenwoordigd door de VVSG – met de drie overheidsvakbonden een constructief samenwerkingsverband, dat sinds 2010 de naam Diverscity draagt. Het Diverscity-team inspireert en adviseert lokale besturen, stimuleert overleg, biedt vorming aan en slaat bruggen tussen besturen en mandatarissen door goede HR-praktijken aan te bieden. De stuurgroep van Diverscity blikt terug op de hernieuwing van het sectorconvenant met de Vlaamse overheid in mei van dit jaar, en ziet dat het goed is. tekst pieter plas beeld stefan dewickere

Mil Luyten, federaal secretaris ACODLRB: ‘Deze stuurgroep staat voor onze betrokkenheid bij het project van Diverscity. De consulenten van Diverscity geven uitvoering aan de afspraken die gemaakt worden in het convenant dat we hebben. In de stuurgroep bekijken we dan of alles goed verloopt, of er zaken moeten worden bijgestuurd of anders aangepakt. Voor de opvolging van het convenant is de stuurgroep van fundamenteel belang. Tegelijk is het natuurlijk een zeer nuttig netwerk, naast andere fora waar ik de partners ook regelmatig tegenkom. Wat hier belangrijk is, is dat de consulenten erbij zijn. Met hun technische competenties kunnen ze voor de groep zaken toelichten en aftoetsen aan de visies van zowel de werkgeverskant als de werknemerskant.’ Luc Vander Auwera, secretaris VSOALRB: ‘Werkgevers- en werknemersorganisaties liggen qua standpunten vandaag vaak mijlenver uit elkaar. Maar kijk, binnen de openbare diensten slagen we er

Pol Despeghel

toch in rond dat sectorconvenant een gemeenschappelijke lijn te vinden in het belang van de medewerker in het werkveld, die daar ook onmiddellijk iets aan heeft. Dat is geen evidentie, en daarom is deze stuurgroep uniek. Hier vinden we elkaar vlot en zitten we met de werkgevers aan de tafel voor een gemeenschappelijk doel. Wij van de vakbond denken dan in de eerste plaats aan de werknemers, die moeten kunnen terugvallen op een baan die ze vooral graag doen. Daar zet ik mij voor in als lid van de stuurgroep. Stuurgroepvergaderingen zijn voor mij ook een soort les, een intervisiemoment. Ik trek er met een gerust gevoel naartoe.’ Christof Vandenbulcke, nationaal secretaris ACV-openbare diensten: ‘Mijn rol als vakbondsman is duidelijk en ook specifiek. Als een van de nieuwste leden van de stuurgroep ben ik hier misschien ook de grootste criticaster. Diverscity is uiteraard een belangrijk instrument om punten uit het sectorconvenant uit te voeren.

Christof Vandenbulcke

Nadine Ceulemans

Mia Scheerlinck 60 oktober 2016 Lokaal

Charlien Hoffman

Jan Van Alsenoy

Peter Neirynck

Jan Creten


Ik hamer er nogal hard op dat we niet zozeer bezig moeten zijn met thematische verpakkingen, maar vooral op zoek moeten gaan naar de inhoud. Zo mogen we niet uit het oog verliezen dat er in de sector van de lokale besturen – of we dat nu graag hebben of niet – een belangrijke doelgroep aanwezig is van meer ervaren kortgeschoolde werknemers. Daar zijn er relatief weinig middelen voor. We moeten er in de eerste plaats voor zorgen dat die mensen vooruit geholpen worden via het project van Diverscity’. Jurgen Bal, stafmedewerker Kenniscentrum Koepelwerking OVSG: ‘Dat ook de onderwijssector betrokken is bij de stuurgroep, is goed voor de afstemming tussen arbeidsmarkt en onderwijs, en voor een beter begrip van de problemen bij de lokale besturen, zoals de knelpuntberoepen. Daar kunnen wij op inspelen, met opleidingen bijvoorbeeld. Voor de andere leden is het ook nuttig te weten wat er in de praktijk in het onderwijsveld leeft, en na te gaan wat we precies van elkaar verwachten. Ik ben pas sinds vorig schooljaar lid van de stuurgroep. Tot nog toe stonden er altijd interessante thema’s op de agenda, en ik zie veel raakvlakken met de onderwijswereld. Neem nu diversiteit: dat is iets dat in het onderwijs steeds meer aan bod komt, en

dan spreek ik niet alleen over de schoolpopulatie maar ook over het personeel. Op dat vlak hebben we nog een flinke weg af te leggen.’ Mark Suykens, algemeen directeur VVSG vzw: ‘De lokale besturen zijn met een personeelsbestand van 180.000 medewerkers een van de grootste werkgevers in Vlaanderen. We moeten absoluut grote aandacht blijven besteden aan arbeidsorganisatie en aan de manier waarop we met die medewerkers omgaan, bij zowel in- als uitstroom. Het is belangrijk dat de vakbonden en de werkgever daarvoor gezamenlijk initiatieven nemen en inspanningen leveren, en dat ze op dezelfde golflengte zitten. Goed overleg, met vertegenwoordiging van werkgevers én werknemers, dat is het voornaamste opzet van deze stuurgroep. Diverscity is dan ook een onmisbaar netwerk.’ Peter Neirynck, diensthoofd Diverscity: ‘De stuurgroep gaat vooral op zoek naar die HR-thema’s die de VVSG en de vakbonden met elkaar verbinden: ondersteuning bij werkplekleren voor jongeren, diversiteit in het personeelsbestand enzovoort. Projecten worden eerst binnen de stuurgroep besproken en dan door het team geconcretiseerd. De financiering om deze paritaire

Luc Vander Auwera

Jan Van Alsenoy, directeur Beweging VVSG vzw: ‘Vakbonden en de VVSG zitten in dit netwerk samen. Dat maakt de maandelijkse bijeenkomsten altijd een beetje spannend. De samenwerking loopt goed, dat zie je in de Diverscityproducten, in het sectorconvenant of het grote HR-congres voor de lokale overheid dat op 18 oktober plaatsvindt. Nu en dan voel je op de achtergrond de soms lastige onderhandelingen in Comité C (onderhandelingscomité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, n.v.d.r). Hoe kunnen we de vele uiteenlopende vormen van overleg tussen de vakbonden en de VVSG nog beter organiseren: efficiënter, met meer dynamiek, met visie op een breed HR-beleid?’ Pieter Plas is redacteur van Lokaal

Frank Gabriels

Hilde Hautekees

Mark Suykens

Mil Luyten

werking uit te bouwen is een discussiepunt dat regelmatig terugkeert. Zowel bij de VVSG als bij de vakbonden leeft het idee om voor de lokale besturen een sectorfonds op te richten, zoals bij de private sectoren. Daarmee zouden lokale besturen verder kunnen worden ondersteund op het vlak van opleiding, loopbaanbeleid en arbeidsorganisatie. De ultieme vraag is wel waar die middelen vandaan moeten komen.’

Jurgen Bal

Karen Sarens

Bert Decoster

Lokaal oktober 2016

61


perspiraat

beweging laureaat

“Pas om de zes jaar zijn er gemeenteraadsverkiezingen en kunnen de mensen zich uitspreken over het beleid in hun gemeente. Maar als er tussendoor toch nog belangrijke en nieuwe beslissingen genomen moeten worden, kan een volksraadpleging een goede oplossing zijn. Een referendum verloopt wel via een binair systeem: het is alles of niets. Niet alle dossiers lenen zich daartoe. Meestal ben je niet lijnrecht voor of tegen iets, maar ligt de waarheid voor jou ergens in het midden.” VVSG-directeur Bestuur Jan Leroy – Gazet van Antwerpen 14/9

COMEET wint Vlaamse Cultuurprijs voor Lokaal Cultuurbeleid

“Er zijn 339 recyclageparken in Vlaanderen met een gemiddelde oppervlakte van 5000 m². Er zijn geen normen voor de grootte maar wel voor het aantal gebruikers. Vanaf 10.000 inwoners moet er één zijn; een tweede park vanaf 30.000 inwoners. We zien dat gemeenten de afvalstroom kunnen sturen door bijvoorbeeld het aantal toegangsbeurten te beperken tot 12 per jaar. 98 procent van de gezinnen komt daarmee toe. En voor grofvuil moet betaald worden. Daardoor hoopt men dat grotere stukken beter gesorteerd worden.” VVSG-stafmedewerker afvalbeleid Lieselot Decalf – Krant van WestVlaanderen 16/9 “Het is niet aan de gemeenten om ervoor te zorgen dat mantelzorgers het hoofd boven water kunnen houden. De mantelzorgpremie in gemeenten is een symbolische steun, een soort aanmoedigingspremie. Dat er grote verschillen op zitten, is ook logisch. Niet alle gemeenten zijn even rijk, niet alle gemeenten worden door dezelfde coalities bestuurd.” VVSG-stafmedewerker Nathalie Debast in een reactie op een voorstel om de mantelzorgpremie in gemeenten verplicht en gelijk te maken – De Morgen 6/9 “Als de openbare orde in het gedrang is, moeten burgemeesters wel optreden, of dat nu door Pokémon of een luidruchtige fuif is. Hopelijk lost het Pokémonprobleem zichzelf op in september, wanneer alle jongeren weer op de schoolbanken zitten en het slechter weer wordt.” VVSG-stafmedewerker politie en veiligheid Koen Van Heddeghem – Het Belang van Limburg 22/8

62 oktober 2016 Lokaal

COMEET kreeg de cultuurprijs op de babyborrel van Cultuurconnect op 9 september.

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz bekroonde op 9 september Cultuuroverleg Meetjesland, kortweg COMEET, met de Vlaamse Cultuurprijs voor Lokaal Cultuurbeleid 2015. COMEET is een cultuurdienst en projectvereniging voor veertien gemeenten in het Meetjesland. Het samenwerkingsverband is bezig met bibliotheken, erfgoed, lokaal cultuurbeleid en podia. De voorbije twaalf jaar leidde COMEET tot groeiend cultuuroverleg in de regio. De jury looft COMEET om zijn integrale en brede werking en wil met deze prijs regionale samenwerkingsverbanden als model voor lokaal cultuurbeleid onder de aandacht brengen. Een goed samenwerkingsverband toont, volgens de jury, waarvoor lokaal cultuurbeleid in kleinere gemeenten kan staan. COMEET brengt op regelmatige basis vrijwilligers en vaklui uit de cultuursector uit het Meetjesland samen om kennis en ervaring uit te wisselen. Vorming en ontmoeting versterken hun rol. Aan de Cultuurprijs is een bedrag van 10.000 euro verbonden. Elke laureaat ontvangt het bronzen beeldje ‘La última isla’ van Philip Aguirre. De bekroning had plaats tijdens de lancering van Cultuurconnect in Brussel, een kersvers lab waar bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra oplossingen voor digitale uitdagingen in het lokale cultuurbeleid uittesten. katrien gordts

www.comeet.be www.cultuurprijzen.be www.cultuurconnect.be


@joblokaal vacatures in lokale besturen

Op zoek…

naar nieuwe collega’s?

De VVSG biedt vernieuwde tariefformules aan voor de plaatsing van uw vacatures. Ook een gezamenlijke formule met Jobpunt behoort tot de mogelijkheden. U leest er alles over op www.vvsg.be/vacatures. 2-10-16

Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten stafmedewerker communicatie 3-10-16

Gemeente Brasschaat afdelingshoofd wegenpatrimonium Gemeente Keerbergen • financieel beheerder • diensthoofd ondersteunende diensten Sociaal Huis Zulte directeur sociaal huis Hulpverleningszone Zuid-Oost boekhouder OCMW Turnhout teamleider administratie sociale zaken 4-10-16

Intercommunale Leiedal stedenbouwkundig ontwerper 5-10-16

Gemeente Dilbeek deskundige wonen en ondernemen Gemeente Puurs • diensthoofd personeel • deskundig medewerker ruimtelijke ontwikkeling De Ideale Woning wooninnovator 10-10-16

Gemeente Denderleeuw omgevingsambtenaar (stedenbouwkundige) Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten Projectmedewerker Kruispuntbank Sociale Zekerheid

13-10-16

Gemeente Haaltert bestuurssecretaris openbare werken 14-10-16

Gemeente Schoten • stafmedewerker integrale veiligheid • diensthoofd patrimonium 19-10-16

WVI intergemeentelijke medewerker informatie veiligheid

Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week, op de VVSG-website én getweet via @JobLokaal inlevering personeelsadvertenties

Lokaal 11 (novemberbernummer) - 17 oktober 2016 Lokaal 12 (decembernummer) - 14 november 2016 informatie

nicole.vanwichelen@vvsg.be, T 02-211 55 43

21-10-16

Gemeente Bekkevoort stedenbouwkundig ambtenaar Gemeente Oud-Heverlee • deskundige gebouwen • deskundige werkenwerkleider 30-10-16

Cipal consultant expertisecentrum beleid en financiën 31-10-16

Gemeente Niel • coördinator werken in eigen beheer en kleine werken • deskundige omgevingsloket en lokale economie • diensthoofd infrastructuur OCMW Koekelberg administratief secretaris 10-11-16

Hudson • Consultant public sector • Teamleader

Het gemeentebestuur van Denderleeuw zoekt dynamische medewerkers (m/v) voor volgende functie: OMGEVINGSAMBTENAAR (STEDENBOUWKUNDIGE) (VOLTIJDS- STATUTAIR A4A-A4B) Functie • Instaan voor de behandeling van de stedenbouwkundige vergun‑ ningsaanvragen en omgevings‑ vergunningen, het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen, verkavelingsaanvragen enz • Formuleren van voorstellen om‑ trent de ruimtelijke ontwikkeling op lange en middellange termijn • Instaan voor de handhaving van de planningsprincipes en steden‑ bouwkundige voorschriften • Leiding geven aan de dienst ruim‑ telijk ordening en leefmilieu Profiel U hebt de Belgische nationaliteit U bent in het bezit van een mas‑ terdiploma en beschikt over een relevante aantoonbare beroepser‑ varing van tenminste 4 jaar U kunt door middel van attesten aantonen dat u beschikt over vol‑ doende kennis van de stedenbouw‑ kundige materie (cursussen ste‑ denbouw, ruimtelijke ordening

of planning enz). U slaagt voor de selectieprocedure. U voldoet aan de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden. Aanbod Wij bieden een boeiende en af‑ wisselende functie, een aantrek‑ kelijk salaris (tussen 3.595,65 en 5.482,34 bruto per maand) en ex‑ tralegale voordelen zoals maaltijd‑ cheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding en terugbetaling woon-werkverkeer met het open‑ baar vervoer. Interesse in deze functie? Stuur een gemotiveerde sollicita‑ tiebrief met curriculum vitae en een kopie van uw diploma, alsook de gevraagde attesten, per brief naar: het college van burgemeester en schepenen, A. De Cockstraat 1 te 9470 Denderleeuw of via e-mail naar aanwervingen@denderleeuw. be Kandidaturen dienen het gemeen‑ tebestuur uiterlijk te bereiken op 10 oktober 2016. Inlichtingen Voor alle inlichtingen over deze vacature kan u contact opnemen met de personeelsdienst op het nummer 053 640 646 of via mail naar hrm@denderleeuw.be.

Lokaal oktober 2016

63


beweging agenda

Leuven 19 oktober 2016 (volzet) Gent 21 oktober 2016

Procesmanagement

ONTDEK ONS OPLEIDINGSAANBOD OP WWW.VVSG.BE/OPLEIDINGEN

Oostduinkerke 3 tot 6 oktober

Oostduinkerke 12 tot 14 oktober

Pensionering, een nieuwe start (residentieel)

Mens- en doelgericht leidinggeven (residentieel)

Van informatievragen over het pensioen tot hoe je die tijd zult beleven. Deze training vormt een sterke basis voor wie op een bewuste manier de pensioentijd zinvol wil invullen. www.vvsg.be/opleidingen

Tijdens deze vorming krijgt u inzicht in uw eigen leiderschapsstijl(en) en in welke u wanneer het best gebruikt. Tegelijk verscherpt uw inzicht in het motiveren van medewerkers. Ten slotte behandelen we ook hoe er kan worden omgegaan met moeilijke situaties. www.vvsg.be/opleidingen

Gent 6 oktober Leuven 13 oktober Mechelen 20 oktober

Met kennis van zaken het budget en het meerjarenplan lezen Binnenkort buigen de gemeenteraad en de OCMW-raad zich over de vaststelling van het budget en de aanpassing van het meerjarenplan. In deze opleiding maakt u kennis met de belangrijkste bouwstenen van het budget en het meerjarenplan; ze helpt u wegwijs te geraken in de basisbegrippen en het verhaal te lezen achter de cijfers. www.vvsg.be/opleidingen Gent 10, 11 en 17 oktober

Functionerings-, planningsen evaluatiegesprekken voor leidinggevenden Functionerings- en evaluatiegesprekken zijn een instrument om het persoonlijk functioneren te verbeteren, net zoals de communicatie en het realiseren van de organisatiedoelen. Voor deze gesprekken hebt u vaardigheden nodig die u verwerft door inzicht gekoppeld aan training. www.vvsg.be/opleidingen

64 oktober 2016 Lokaal

Lier 13 oktober

Sacrale landschappen Op deze elfde landschapscontactdag staat het onderzoek naar de genese en dynamiek van het Vlaamse cultuurlandschap centraal, en dan vooral die van het volksgeloof. www.onroerenderfgoed.be Antwerpen 13 oktober, 27 oktober, 10 november

Gemeentelijk Noord-Zuidbeleid kan tellen! Hoe verantwoordt u als schepen of ambtenaar Noord-Zuid uw investeringen? Welke doelstellingen zet u voorop? Hoe meet u het effect van dit beleid? En hoe kunt u die resultaten communiceren? www.vvsg.be/opleidingen Vlaanderen 15 en 16 oktober

Dag van de Trage Weg

Van de Westhoek tot het Maasland kunnen wandelaars, fietsers, ruiters en buitenmensen hun hart ophalen op de trage wegen waar er dit weekend allerhande activiteiten zijn georganiseerd. www.dagvandetrageweg.be

Procesdenken is burgergericht of cliëntgericht denken. De kwaliteit die uw bestuur levert aan de burger is niet alleen afhankelijk van de uitvoering van afzonderlijke taken of van afzonderlijke afdelingen, maar vooral van het samenspel tussen al deze taken, de samenwerking tussen afdelingen en de sturing vanuit de klant. Wie procesmanagement op een doordachte manier aanpakt, werkt meer klantgericht, haalt betere resultaten, terwijl er minder verspilling is en de risico’s beheerst worden. www.vvsg.be/opleidingen Gent 27 oktober

Lokale besturen in netwerken Op dit colloquium stelt het N-Lab van de Universiteit van Gent in samenwerking met de VVSG zijn onderzoek over netwerken in lokale besturen voor: wanneer hebben ze effect? Hoe een netwerk managen? Welke netwerken werken? En zijn geëngageerde burgers een lust of een last? www.vvsg.be/opleidingen Brussel 16 november

Normen en waarden: hoe verschillen overbruggen, ontmijnen, waarderen? Lezing van Jabu Mashinini en Yasmeen Rubidge (zie interview op pagina 10). www.vvsg.be/opleidingen Leuven 21 november

Hoe bruggen bouwen in een migratiesamenleving Speciaal voor burgemeesters en schepenen organiseert de VVSG met Jabu Mashinini en Leen Van Lindt een masterclass onder het motto: Hoe bruggen bouwen in een migratiesamenleving? Yasmeen Rubidge en Ria Verlinden begeleiden op hetzelfde moment een masterclass voor verantwoordelijken sociale diensten en sociaal beleid, vrije tijd, veiligheid en samenleven. www.vvsg.be/opleidingen


P+O-congres

Al gedacht aan veerkracht? Mechelen, 18 oktober 2016 Dé inspiratie- en praktijkendag over HRM- en arbeidsmarktbeleid in lokale besturen. Veerkracht en innovatieve arbeidsorganisatie staan centraal op een dag vol boeiende sprekers en inspirerende projecten. www.vvsg.be/opleidingen

Glabbeek

STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR VOLTIJDSE STATUTAIRE BETREKKING (MET PROEFTIJD) SALARISSCHAAL A1A-A3A UW FUNCTIE

De gemeente Bekkevoort en de gemeente Glabbeek hebben een interlokale vereniging Gla-Be-Ro opgericht voor het gezamenlijk inzetten van personeel in de beleidssector van ruimtelijke ordening en stedenbouw. In het kader van deze intergemeentelijke samenwerking organiseert de gemeente Bekkevoort een selectieprocedure, met de aanleg van een wervingsreserve van twee jaar, voor de aanwerving van een m/v:

Uw taak als intergemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar zal in hoofdzaak bestaan uit: • verlenen en adviseren van stedenbouwkundige vergunningen • begeleiden en adviseren van stedenbouwkundige plannen en instrumenten • meewerken aan beleidsnota’s • voorbereiden van commissievergaderingen.

U levert 20 % prestaties voor de gemeente Glabbeek en 80 % voor de gemeente Bekkevoort (kan wijzigen in functie van de dienstnoodwendigheden).

UW PROFIEL U beschikt over een diploma dat toegang geeft tot niveau A. Om te voldoen aan de voorwaarden om als stedenbouwkundig ambtenaar in gemeenten van < 20 000 inwoners te worden aangesteld, moeten de kandidaten over een diploma van een opleiding ruimtelijke ordening beschikken of dit behalen binnen een periode van 6 jaar na aanstelling (besluit Vlaamse regering 19/5/2000 en latere wijzigingen). U bent in het bezit van een rijbewijs B.

WIJ BIEDEN U • een verantwoordelijke job met flexibele werkuren • een gunstige verlofregeling • extralegale voordelen: maaltijdcheques, gratis hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding … • beroepservaring in de privésector of als zelfstandige kan gevaloriseerd worden onder bepaalde voorwaarden • uw salaris: Bruto geïndexeerd maandsalaris minimum € 2 987,26 en maximum € 5 256,76. INTERESSE IN DEZE FUNCTIE? Nadere inlichtingen omtrent de aanwervingsvoorwaarden, de functiebeschrijving en het examenprogramma, kan u bekomen op het gemeentesecretariaat tel. 013 46 05 60 of via e-mail secretariaat@bekkevoort.be. Uw sollicitatie met curriculum vitae, een kopie van het vereiste diploma en een uittreksel uit het strafregister dient ons uiterlijk op 21 oktober 2016 te bereiken via aangetekende zending (poststempel geldt als bewijs) gericht aan het college van burgemeester en schepenen, Eugeen Coolsstraat 17, 3460 Bekkevoort.


tweets en tweeps

Volg ons op

@gem_Koksijde Gemeente Koksijde: Blij dat je ons een bezoekje bracht @mieckvos! Hopelijk genoten #vvsg #koksijde #oostduinkerke #stidesbald #wulpen

@rob_televisie het regionale nieuws uit Oost-Brabant: OCMW #TieltWinge zet 80-plussers in de bloemetjes. Bertha Claes is al de 100ste in de gemeente #robnieuws

@nadjaDS sociale media strateeg @someburo: Goed bezig @Stad_Zoutleeuw we zien jullie graag op de praktijkdag #somevvsg met @vvsg en mooi nieuw stadhuis!

@vvsg Mooie dag voor personeelsuitstap #VVSG Dank burgemeester Van Hirtum @WesterloParelt voor warm onthaal & fijne samenwerking

@steve_vdb Steve Vandenberghe, burgemeester van Bredene: Ontbijtdebat met @UNIZOvzw ondernemers,collega's politici over kernversterkend beleid in steden en gemeenten @sp_a

@OCMWK OCMW Kortrijk: Project MISSION krijgt 1,5 mio van EU om armoede in gezin zelf te bestrijden met unieke methode @8500Kortrijk

Mark Van Roy @markvrtervuren @WoutBaert programma manager @FietsberaadVL: Ook @Stad_Roeselare heeft charter #sterkfietsbeleid ondertekend. #goedopweg @GrietCoppe @Kris_Declercq @FietsberaadVL

Lien L-vvsg stafmedewerker ondersteuning initiatieven buitenschoolse opvang, WestVlaanderen: Samen maken we werk van een laagdrempelige kinderopvang waar iedereen zich welkom voelt. http://bit.ly/2cEgv35 #VVSGKinderopvang

66 oktober 2016 Lokaal

@markvrtervuren Mark Van Roy, schepen van mobiliteit, ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed in Tervuren: Eerste stap van woonbeleid voor jongeren met band gemeente: Tervuren zet in op betaalbaar wonen

@textz Bart Noels, vormingplus, bibliotheken, communicatie, cultuur, dienstverlening in lokale besturen, participatie, streekontwikkeling, lille-kortrijk-tournai: Derde jaargang VVSG lerend netwerk dienstverlening http://bit.ly/2cDlPAg

@joke_vvsg Joke Vandewalle, VVSG stafmedewerker geĂŻnteresseerd in thuiszorg, vrijwilligers, HRM, communicatie: Samen nadenken over de toekomst met publieke woonzorgcentra & thuiszorg diensten @vvsg

@Van_Damme_Sara projectmanager Digipolis: Turbosessie op #DDC16 mooie visualisatie van onderzoeksdata verhuisbewegingen @Stadgent http://stadsverlaters.stad.gent


presenteert

PSYCHOSOCIALE RISICO’S OP HET WERK VERPLICHTINGEN VOOR LOKALE BESTUREN Inger Verhelst en Yne Machiels

10%

De wetten van 28 februari en 28 maart 2015 definiëren psychosociale risico’s als ‘de kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden’. In deze pocket wordt de hele procedure i.v.m. deze relatief nieuwe wetgeving uit de doeken gedaan.

bij bestelling van 10 exemplaren

KIES UW FORMULE + Boek € 29/25*

E-book € 25/19*

Boek + e-book € 39/€ 35*

* Prijs voor VVSG-leden

VOORDELEN VAN HET E-BOOK

Wat kan u vinden in Psychosociale risico’s op het werk • Verduidelijking van de door de wetgever gehanteerde begrippen • Toepassingsgebied • Procedure van de risicoanalyse • Het ontwikkelen van een preventiebeleid • Informatie en vorming van de werknemers

• Tot 5x downloaden • Meteen beschikbaar • Geschikt voor desktop, tablet, smartphone en e-reader • Passages markeren en notities toevoegen • Aanpasbare lettergrootte, lettertype en achtergrondkleur

BESTELKAART

Ja, ik bestel

....... ex. van Psychosociale risico’s op het werk *, ISBN 978-2-509-02632-3, Boek | e-book | boek + e-book

VVSG-lid: ja | nee

(Schrappen wat niet past)

Naam: ...............................................................................................

Uitgeverij Politeia

Functie: ............................................................................................

Keizerslaan 34 1000 Brussel

Bestuur/Organisatie: .........................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10

E-mail: ..............................................................................................

Tel.: .................................................................................................. Adres: ............................................................................................... BTW: .................................................................................................

Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

à aan €.............*

* Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeftu inzage- en correctierecht.

Datum en handtekening


PEOPLE

FAIRTRADE PLEASURE

PLANET

Kies tijdens de Week van de Fairtrade voor‌ People

Planet

Pleasure

Puro is fairtrade gelabeld en biedt financiĂŤle steun aan projecten van vzw Congodorpen die de opbrengst van de koffieteelt verbeteren.

Voor elke kilo koffie steunt Puro de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust. Hiermee werden al meer dan 12.000 voetbalvelden aan regenwoud beschermd.

Geniet van een heerlijk kopje Puro koffie bij u thuis, op het werk of onderweg.

www.purocoffee.com 0800/44088


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.