2017lokaal02

Page 1

Nr 2 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

Lokaal

Special thuiszorg

Kotstudent brengt leven in huis Hans Boutellier: Laat verschillen bloeien Kontich op weg naar ĂŠĂŠn bestuur Beringen spoort verdoken armoede op

01 09 2016 www.vvsg.be


stefan dewickere

U ondersteunt uw inwoners. Wie is er om u te ondersteunen?

opinie

mieck vos is algemeen directeur van de vvsg

Samen de polsslag voelen

O

Maak samen met uw ING-bankier uw missie waar. Om het welzijn van uw inwoners te garanderen, is efficiëntie voor u een topprioriteit. Bij ING beseffen we dat. Daarom kunt u rekenen op een ING-bankier die uw behoeften begrijpt en financiële oplossingen aanreikt die u perfect ondersteunen in uw taak. Diensten die uw geldstromen optimaliseren en uw liquiditeitsbeheer en betalingen nog vlotter laten verlopen, bijvoorbeeld. Of elektronisch bankieren, speciaal afgestemd op uw situatie en organisatie. Zo maken we u het leven gemakkelijker. Maak gerust een afspraak met uw ING-bankier. ing.be/business

Het idee een gemeente terug te geven aan zijn inwoners is enkel realiseerbaar als de lokale besturen als sterkste bestuursniveau erkend worden binnen Vlaanderen.

Op 1 februari neemt de VVSG dankbaar en trots afscheid van algemeen directeur Mark Suykens. Zijn 25 jaar directeurschap is uniek geweest, met als resultaat een ledenorganisatie met grote expertise en uitstraling. De VVSG heeft haar belangenbehartiging vorm gegeven vanuit een geloof in de sterkte en kracht die uitgaat van lokale besturen. Samen met de VVSG zijn deze lokale besturen uitgegroeid tot een sterk bestuursniveau in Vlaanderen. Dit unieke samenspel van enerzijds expertise, dynamiek, innovatie en anderzijds democratische legitimiteit en draagvlak bij de burgers maakt dat we vandaag trots zijn op de betekenis van lokale besturen. Maar het werk is niet gedaan. We bevinden ons in een tijd van onzekerheid, soms zelfs angst over wat de toekomst ons zal brengen. Sterke lokale besturen kunnen daarom het verschil maken voor de burger. Zij voelen de polsslag van de burger en ontwikkelen hierop gepaste initiatieven. Tijdens mijn bezoeken, het voorbije half jaar, aan vele gemeenten en steden, OCMW’s, politiezones, hulpverleningszones merkte ik met waardering de enthousiaste band tussen de organisatie enerzijds en de kennis van en voeling met de burger anderzijds. Lokale besturen werken vanuit verbondenheid met de burger. In grote steden krijgt die vorm in het werken met wijken of buurten, in kleinere gemeenten via het directe contact tussen de burger en de gemeentelijke politicus of medewerker. Met lokale besturen kunnen we de onzekerheid die vandaag aanwezig is, ombuigen. We willen immers graag dat de burger mee zijn verantwoordelijkheid opneemt en zijn competentie ten dienste stelt om zijn ‘leef’plek mee vorm te geven. In het digitale tijdperk doen lokale besturen ontzettend hun best om iedereen mee te krijgen en ervoor te zorgen dat het digitale geen

ING België nv – Bank/Kredietgever – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.

nieuwe splijtzwam wordt in de alledaagse leefomgeving. Het begrip ‘smart city’ heeft zowel een digitale als een analoge betekenis. Zoeken naar projecten die op buurt- of wijkniveau het menselijke contact kunnen versterken en opwaarderen gaat hand in hand met het gebruik van digitale tools om jonge mensen, die vandaag zo goed als alleen via digitale weg communiceren, ook bij het beleid of hun buurt te betrekken. De keuze om digitaal of analoog te werken is een keuze die de burger maakt. Lokale besturen begrijpen het belang om beide vormen versterkend en naast elkaar te brengen in de uitrol en communicatie of de participatie aan beleid. Het idee een gemeente terug te geven aan haar inwoners is symbolisch, maar enkel realiseerbaar als de lokale besturen als sterkste bestuursniveau erkend worden binnen Vlaanderen. Deze erkenning krijgen we als we onze bestuurskracht verder versterken door samen te werken, zowel politiek als ambtelijk. Samen met de lokale besturen wil ik, als nieuwe algemeen directeur van de VVSG, me laten inspireren door wat er overal gebeurt op lokaal vlak. Belangenbehartiging binnen onze grote organisatie kan alleen lukken, indien we een grote verbondenheid met elkaar realiseren waarin we werken naar adviezen en standpunten die vertrekken vanuit wederzijdse winst. Meer dan ooit hebben we in de voorbije 25 jaar bewezen dat dit bestuursniveau dynamisch en innovatief kan omgaan met nieuwe en complexe taakstellingen, ja, zelfs met beperkte financiele middelen. Deze kracht vormt mijn inspiratie om elke dag, samen met alle medewerkers van de VVSG en alle medewerkers en beleidsverantwoordelijken van de lokale besturen, maar ook met alle andere lokale stakeholders, de burger te blijven omarmen in zijn zoeken naar meerwaarde in een maatschappij.

Met welke analoge of digitale smartprojecten voelt u de polsslag van de burgers in uw gemeente of verhoogt u hun betrokkenheid? Laat het ons op twitter weten! #VVSGlokaal

Lokaal februari 2017

3


inhoud • februari 2017

Praat mee over Lokaal

#VVSGlokaal

26 Het merk thuiszorg, hoog tijd voor profilering publieke thuiszorg 28 praktijk Leuvense studenten zorgen voor de kotmadam 32 praktijk Wevelgem Zorgzaam Gullegem 34 praktijk Gent Vrijwilligerspunt brengt vrijwilligers en organisaties bijeen 36 Sterk Werk Gezellig à la carte

10

28

22

STEFAN DEWICKERE

22 Interview Stefaan Berteloot Ouderen willen regie van leven in eigen handen houden Mensen willen niet betutteld worden, ook niet op het einde van hun leven. Integendeel, ze willen zelf de regie van hun leven in handen. Buurtgerichte zorg kan dat mogelijk maken. Aan Stefaan Berteloot de vraag hoe lokale besturen zulke buurten kunnen ondersteunen.

STEFAN DEWICKERE

Zelf je leven regisseren

32

Toon (27) studeert filosofie en geneeskunde. Met Mauritz (89) deelt hij de passie voor muziek en filosofie. Omdat Toon volgend semester naar Freiburg op Erasmus gaat, spreken ze nu in huis samen Duits.

3 opinie Samen de polsslag voelen

bestuurskracht

6 Kort nieuws , print & web, perspiraat 1O Interview Hans Boutellier Laat verschillen bloeien

Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 46 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Marleen Capelle, Katrien Gordts, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@cprojects.be, T 03-326 18 92

4 februari 2017 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 70 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 57 euro Niet-leden: 130 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Luc Martens, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Stijn Quaghebeur, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Marnic De Meulemeester, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Onze samenleving organiseert zich anders dan vroeger, we bewegen ons nu in losse netwerken. Tegelijkertijd wordt de samenleving divers. Hans Boutellier pleit voor realisme: ‘Deal with it.’ De samenleving die erin slaagt om deze diversiteit productief aan te wenden, heeft in de toekomst een stapje voor.

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

14 Kontich op weg naar één lokaal bestuur Sinds 2013 schrijft Kontich een integratieverhaal op

eigen maat waarbij iedereen in gemeente en OCMW meedenkt en verantwoordelijkheid opneemt. Politici en ambtenaren werken systematisch samen. Dit zal uitmonden in een nieuw dienstverleningsconcept.

18 praktijk Bilzen Laat inwoners vragen en meldingen whatsappen

Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, algemeen directeur VVSG

20 De raad De goed geoliede OCMW-raad van Gent

mens & ruimte

38 Kort nieuws, print & web 42 praktijk Kortrijk Zaait geeft handelskern een boost 44 Alcohol, drugs, gokken en gamen: hoe kan het OCMW mensen ervan afhelpen? 46 Beringen spoort verdoken armoede op 48 Privéontwikkelaars als sociale ondernemers voor woonbeleid

beweging

52 Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen Gezond leven: een recht voor iedereen 54 Netwerk Secretarissen van de Hulpverleningszones 56 Kort laureaat perspiraat 57 tweets en tweeps 58 vacatures 60 agenda

BART LASUY

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen

52

GF

14

GF

special thuiszorg

GF

volg ons op

62 Nix

Lokaal februari 2017

5


“We moeten samen onze stad leefbaar, gezond én bereikbaar houden. Dat kan alleen door anders in en naar het centrum te komen. Want de belangrijkste wegen in Gent, dat zijn de luchtwegen van de Gentenaars.” Burgemeester Daniel Termont (sp.a) over het nieuwe mobiliteitsplan van Gent – Gent Stadsmagazine 1/2017 “Zaken als onderwijs of verkeersregels kunnen in sommige gevallen beter lokaal geregeld worden. Maar moet een lokale overheid kunnen beslissen of migranten welkom zijn? Misschien beter niet. Iedereen moet het gevoel hebben dat hij betrokken is bij de beslissingen die zijn leven beïnvloeden. Dat gevoel ontbreekt vandaag. En dus krijgt Europa of het nationale parlement de schuld, ook al is dat niet noodzakelijk terecht.” De Noorse antropoloog Thomas Hylland Eriksen – Trends online 3/1 “Ongelijkheid, onrechtvaardigheid en armoede bestrijden houdt in dat je die actief opspoort. Mensen zijn vaak beschaamd. Achter muren wordt in stilte armoede geleden. Uiteindelijk zien we slechts het topje van de armoedeberg. De ‘inkanteling’ van het OCMW in het gemeentebestuur is daarom een gepasseerd debat, want de tijd van de loketten is voorbij. We moeten zelf naar de mensen toegaan.” Schepen en OCMW-voorzitter Philippe De Coene (SP.A), schepen en OCMWvoorzitter in Kortrijk – Kerk en Leven 4/1 “Uitgerekend het mobiliteitsprobleem zal [onze handelskernen] redden. Er komt een dag dat we de files en de eenheidsworst moe zijn, en de charmes van het lokale winkelen zullen herontdekken. (…) Maar de weg is nog lang.” Dany Bosteels (Open VLD), schepen te Boom – Knack 18/1 “Het belangrijkste doel van een fusie is een krachtiger lokaal bestuur in het belang van de bewoners. Een fusie is bepalend voor de toekomst. Daarom moet de discussie gevoerd worden op basis van objectieve gegevens.” Burgemeester Raf Drieskens (CD&V) van Neerpelt over een mogelijke fusie met Overpelt en Hamont-Achel – Het Belang van Limburg 23/1

6 februari 2017 Lokaal

nieuws

print & web

Afscheid van Mark Suykens VVSG werkt verder aan de concrete utopie van het lokale bestuur Mark Suykens neemt als algemeen directeur afscheid van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Op 1 februari gaat hij met pensioen. Sinds 1992 werkte hij bij de VVSG. Vrij snel werd hij er directeur. Vijfentwintig jaar lang heeft hij de VVSG als steunpunt, belangenbehartiger en beweging van het lokale bestuur vorm gegeven. Hij bouwde samen met zijn opeenvolgende besturen de vereniging uit tot een stevige organisatie met meer dan 150 medewerkers. Zijn gedachte was: sterke lokale besturen hebben een sterke vereniging nodig. Wie met Mark Suykens mocht samenwerken, kent zijn bijzondere passie, zijn grote inzet, zijn sterke dossierkennis. Vanuit een zeer brede maatschappelijke interesse – van bestuurlijke kwesties tot ruimtelijke ordening of sociaal beleid - inspireerde hij in gesprekken en lezingen vele mandatarissen en beleidsme-

Mieck Vos wuift Mark Suykens uit die vanaf nu alle tijd heeft voor echtgenote, kinderen en vooral kleinkinderen.

dewerkers, zijn bestuurders en zeker ook de VVSG-medewerkers zelf. Hij was een sterke onderhandelaar met een milde, ontwapenende humor, en een feilloos aanvoelen van het juiste moment. En vooral: hij kon mensen met soms andere inzichten of belangen verbinden met een gezamenlijk verhaal, met een gemeenschappelijke visie. Hij was een bruggenbouwer die de concrete utopie van het lokale bestuur stap voor stap vorm gaf. Op maandag 23 januari vierden we het afscheid van Mark Suykens in de mooi vernieuwde Elisabethzaal in Antwerpen samen met honderden genodigden. PIETER PLAS

Wijziging Arbeidstijdwet maakt uitbetaling overuren mogelijk In de arbeidsduurreglementering voor de publieke sector mag de arbeidsduur niet meer dan gemiddeld 38 uur per week bedragen, gemeten over een referteperiode van vier maanden. De effectieve arbeidsduur mag tot 50 uur per week gaan, op voorwaarde dat er binnen de referteperiode van vier maanden inhaalrust wordt toegekend, om zo tot het gemiddelde van 38 uur te komen. Sinds 1 januari van dit jaar mag de inhaalrust vervangen worden door een financiële compensatie, tenminste als het

DIBISS fusioneert met andere instellingen sociale zekerheid

STEFAN DEWICKERE

bestuurskracht perspiraat

personeelslid akkoord gaat, in geval van overwerk door onvoorziene omstandigheden die dringende maatregelen vragen. Er hoeft daarbij geen overloon uitbetaald te worden: het salaris voor de gepresteerde overuren volstaat. ABDERRAZAK EL-OMARI

De juridische basis is artikel 8 van de Arbeidstijdwet van 14 december 2000, zoals gewijzigd door de wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake ambtenarenzaken (BS 22 december 2016)

Sinds 1 januari bestaat de Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) niet meer. Het deel van het takenpakket in verband met de inning van socialezekerheidsbijdragen is naar de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) overgegaan. Op 1 september 2016 waren de bevoegdheden van de DIBISS betreffende kinderbijslag al overgedragen naar het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED). De taken van de DIBISS betreffende pensioenen (ambtenarenpensioenfinanciering en tweede pensioenpijler) en de gemeenschappelijke sociale dienst gin-

gen over naar de Federale Pensioendienst (FPD). De contactgegevens van de vroegere personeelsleden van Dibiss zijn ook gewijzigd. Zo zijn de e-mailadressen van de personeelsleden die van Dibiss overgingen naar de RSZ, sinds 1 januari als volgt samengesteld: voornaam.naam@rsz.fgov.be. ABDERRAZAK EL-OMARI

Meer informatie over de gewijzigde structuur vindt u via www.socialsecurity.be/ site_nl/general/dibiss.htm

Nieuwe wetgeving onbetaald verlof officieel gepubliceerd Op 22 december is het besluit van 2 december 2016 over het onbetaald verlof als recht en als gunst voor het gemeente-, provincie- en OCMW-personeel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Dat is belangrijk, omdat tevoren enkel ontwerpteksten circuleerden. De definitieve tekst verschilt op een paar punten van de ontwerpteksten, bijvoorbeeld wat betreft de ingangsdatum (1 februari 2017) en de overgangsbepalingen voor personeelsleden in lopende verlofsystemen (het huidige onbetaald verlof of verlof voor deeltijdse prestaties). Als de gemeente of het OCMW de lokale rechtspositieregeling niet aanpast, is het onbetaald verlof als gunst en als recht onverkort van toepassing. De wetgeving voor onbetaald verlof is niet van toepassing op intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Wegwijs in het jargon Naar aanleiding van de invoering van het recht op onbetaald verlof vroegen nogal wat besturen verduidelijking bij de begrip-

pen ‘dienstactiviteit’, ‘actieve dienst’ en de diverse anciënniteiten. Als die termen ook voor u enigszins als Chinees klinken, hebt u baat bij het overzicht en schema dat we opmaakten. Dan zult u nooit meer ‘dienstactiviteit’ zeggen als u eigenlijk ‘actieve dienst’ bedoelt. U vindt het overzicht via www.vvsg.be/nieuws, bericht van 10 januari. MARIJKE DE LANGE

Besluit van 2 december 2016 over het onbetaald verlof als recht en als gunst voor het gemeente-, provincie- en OCMWpersoneel, BS van 22 december 2016, Inforumnummer 306260 Meer informatie en suggesties voor de aanpassing van de lokale rechtspositieregeling vindt u via www.vvsg.be/werking_organisatie, kies ‘personeel’ en dan ‘verloven en afwezigheden’. Onze eerdere berichten hierover leest u via www.vvsg.be/nieuws (berichten van 13 en 20 december 2016)

Blockchain: de overheid aan of in de ketting? Blockchaintechnologie ge‑ bruikt zogenaamde ‘knoop‑ punten’ op het internet om transacties zonder tussen‑ komst van een derde partij uit te voeren. Transparantie, zekerheid, betrouwbaar‑ heid en traceerbaarheid zijn daarbij de sleutelwoor‑ den. Kenners noemen de opkomst van blockchain even ingrijpend als die van het internet. Een digitale munt zoals Bitcoin, waarbij diensten en voorzieningen gedeeld worden binnen een bepaalde gemeen‑ schap, is een representatief voorbeeld. Ook binnen de publieke sector biedt block‑ chain heel wat mogelijkhe‑ den en kansen, bijvoorbeeld voor de vereenvoudiging van administratieve processen (aflevering van vergunningen en attesten) en de ontwikkeling van smart cities. Blockchain kan de werking van de over‑ heid grondig door elkaar schudden, maar kan zowel ambtenaren als burgers ten goede komen. Deze uitgave legt de processen in block‑ chain helder uit en geeft inspiratie met voorbeelden van toepassingen in binnenen buitenland. R. Verhaert, Blockchain: de overheid aan of in de ketting?, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 35 euro

Lokaal februari 2017

7


print & web

nieuws

Als de raming van het Planbureau uitkomt, stijgen de lonen in de overheidssector in juli 2017 met twee procent.

STEFAN DEWICKERE

De Vlaamse regering bundelt de middelen van het Plattelandsfonds, het Stadsvernieuwingsfonds en het Grotestedenbeleid in één nieuw Investeringsfonds van 33 miljoen euro. Daarmee voert ze een deel van het Vlaamse regeerakkoord van juli 2014 uit. Volgens het Planbureau komt de volgende indexering van de overheidslonen er al in juli. Dat is drie maanden eerder dan het Planbureau tot voor kort nog dacht. Elke eerste dinsdag van de maand publiceert het Planbureau zijn inflatievooruitzichten. In die van 3 januari staat de verwachting dat de spilindex al in mei 2017 overschreden zou worden. Enkele maanden geleden dacht het Planbureau nog dat dit pas in augustus zou gebeuren. Als de recentste raming uitkomt, stijgen de sociale uitkeringen (met daarbij ook het leefloon) vanaf juni met 2%. De lonen in de overheidssector zouden dan in juli

2017 met 2% stijgen, exact één jaar na de vorige indexering van juli 2016. De inflatiegebonden toename van de loonkosten van lokale besturen zou op die manier in 2017 uitkomen op 2%, het hoogste percentage sinds 2013, toen het om 2,33% ging. In 2014 (0%), 2015 (0%) en 2016 (1%) was dat een stuk lager door

een combinatie van een indexsprong en de relatief lage inflatie. JAN LEROY

www.plan.be/databases/17-nl-indexcijfe r+der+consumptieprijzen+inflatievooruit zichten

DANIEL GEERAERTS

Modernisering en informatisering burgerlijke stand komt snel dichterbij

In 2018 wordt de centrale Databank Akten voor Burgerlijke Stand opgestart.

De VVSG en de VLAVABBS (Vlaamse Vereniging van Ambtenaren en Beambten van de Burgerlijke Stand) dringen al jaren aan op een modernisering en informatisering van de burgerlijke stand. De Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging 8 februari 2017 Lokaal

Nieuw adres voor aanvraag militiegetuigschrift en stamboekuittreksel

(DAV) startte het project in 2010 samen met de FOD Justitie en het werd opgenomen in het federale regeerakkoord van 2014. De ministerraad keurde de krijtlijnen op 9 december 2016 goed. Er komt één centrale Databank Akten

Burgerlijke Stand (DABS) voor de centrale opslag, de bewaring en het beheer van de akten van de burgerlijke stand. De DABS zal worden opgestart in 2018; de gemeentelijke ambtenaren van de burgerlijke stand maken vanaf die datum enkel nog elektronische akten op. Gelijktijdig met het project loopt een noodzakelijke modernisering van bestaande wetgeving en procedures, die in de eerste helft van 2017 ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de regering en het parlement. De VLAVABBS en de DAV organiseren begin februari samen informatiesessies. KATRIEN COLPAERT-ARICKX

Meer informatie vindt u via www.vvsg.be/ werking_organisatie, kies ‘Burgerzaken’ De data van de sessies staan op www. vlavabbs.be

Mannelijke werknemers die hun legerdienst hebben verricht, hebben voor hun pensioendossier een stamboekuittreksel of militiegetuigschrift nodig. Dat wordt aangevraagd bij en uitgereikt door de dienst personeelszaken van Defensie. Het adres van deze dienst is onlangs gewijzigd. Nogal wat gemeenten hebben de contactgegevens opgenomen op hun website. Heeft uw gemeente ze al aangepast? De aanvraag voor het militiegetuigschrift-stamboekuittreksel voor het pensioendossier moet nu

worden gericht aan: Algemene Directie Human Resources Divisie Administratieve expertise Centrale Dienst van het stamboek (HRA - E/N) Kwartier Koningin Elisabeth, Eversestraat 1, 1140 Brussel T 02-441 83 28, Fax 02-443 96 77, e-mail dghr.hrgan@mil.be PIETER PLAS

Nieuw jasje voor gemeentelijk informatiebeheer Hoe lang moeten we deze documenten bewaren? Dat is de meest gestelde vraag aan de archivaris of informatiebeheerder. Het antwoord moet rekening houden met administratieve, juridische of historisch-wetenschappelijke factoren, die worden vastgelegd in een selectielijst. In 2005 startte een werkgroep van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief en Documentatie (VVBAD) met een selectielijst voor gemeenten op basis van de eerdere selectierichtlijnen van het Rijksarchief. Deze selectielijst telt ondertussen meer dan 1500 beschrijvingen. Op 20 september 2016 keurde de Algemeen Rijksarchivaris de nieuwe versie van deze lijst goed, waardoor nu ook voor de thema’s ‘Maatschappelijk Welzijn’ en ‘Openbare Bibliotheek’ selectierichtlijnen beschikbaar zijn. Daarnaast werden vele beschrijvingen en bewaartermijnen aangepast en verduidelijkt dankzij de commentaren van collega’s op de werkvloer. Benieuwd? U kunt direct aan de slag door de nieuwe selectielijst te raadplegen op de website van de beroepsvereniging VVBAD: www.vvbad.be/bericht/selectielijst-gemeenten

Een selectielijst voor gemeenten legt vast hoelang documenten bewaard moeten worden.

STEFAN DEWICKERE

Volgende loonindexering al in juli?

Zelf meewerken? Tijdens het komende werkingsjaar worden de thema’s ‘Leefmilieu’, ‘Lokale Economie’ en ‘Volksgezondheid’ uitgewerkt. Wilt u ook een bijdrage leveren aan de selectielijst? Dat kan, door de subwerkgroep Selectielijst Gemeenten van de VVBAD feedback te geven op basis van uw eigen ervaring op de werkvloer, of door mee te werken aan een thema van de selectielijst. Elke bijdrage is welkom en zal worden gedeeld binnen de sector. Stuur een mailtje naar informatiemanagement@kb.vlaanderen.be.

Gemeentelijke profielschetsen: update Van elke gemeente in Vlaanderen beschikt de Vlaamse overheid over een profielschets, een verzame‑ ling van allerhande cijfers en statistieken over de gemeente en haar OCMW. Iedereen kan deze informa‑ tie raadplegen via het inter‑ net. In het najaar van 2016 werden de gemeentelijke profielschetsen geactua‑ liseerd. De gemeentelijke profielschets omvat telkens gegevens over: - de omgeving waarin het bestuur functioneert (voornamelijk demografi‑ sche cijfers) - de bestuurskracht van het gemeente- of OCMW-bestuur (voor‑ namelijk gegevens over personeelsleden en de financiële situatie van het lokaal bestuur) - de verschillende beleids‑ domeinen waarbinnen het bestuur werkt, met relevante gegevens over onderwijs, welzijn, milieu, economie en werkgele‑ genheid. Naast cijfers voor de afzonderlijke gemeenten geeft de profielschets ook gemiddelden weer van alle Vlaamse gemeenten en van de gemeenten binnen een cluster van gemeen‑ ten. Dat geeft een lokaal bestuur de mogelijkheid om zich te vergelijken met andere besturen die zich in een gelijkaardige situatie bevinden. http://regionalestatistieken.vlaanderen.be

MARIAN VERBEEK

Lokaal februari 2017

9


Mens en ruimte interview met Hans Boutellier

Laat verschillen bloeien Omdat de samenleving zo snel verandert en vooral in toenemende mate verschillen kent, is volgens Hans Boutellier meer precisie nodig in het debat over integratie. Hij onderscheidt het recht, de economie én cultuur en religie als domeinen waarop verschillende logica’s een rol spelen. ‘Naar de rechtsstaat moet je je voegen, omdat die ook jou beschermt. Je dient bij te dragen aan de economie, en de samenleving moet dat ook mogelijk maken en je bent vervolgens vrij in wat je gelooft,’ zegt Hans Boutellier, hoogleraar Veiligheid en Veerkracht aan de VU in Amsterdam. tekst marlies van bouwel en sabine van cauwenberge beeld stefan dewickere

V

olgens de Nederlandse hoogleraar Veiligheid en Veerkracht Hans Boutellier die ook wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut en woordvoerder van het Kennisplatform Integratie en Samenleving is, moeten onze instellingen veranderen, want onze samenleving wijzigt drastisch: ‘De sociale structuur, de bevolkingssamenstelling, de traditionele maatschappelijke structuur die je identiteit bepaalt, is totaal veranderd.’

Bekijk een stukje van het interview via deze link

10 februari 2017 Lokaal

Hans Boutellier: ‘Als je de verschillen benut – en dat betekent dat je de problematische kanten er‑ van weggewerkt krijgt –, dán heb je de beste papieren voor de toekomst en dat is door wederkerigheid en wederzijdse acceptatie.’

En wat komt er in de plaats? ‘Netwerkstructuren. Kijk naar je eigen leven en je merkt dat je in een aantal groepjes beweegt. Vroeger waren er ook groepen, ik kom uit een katholieke zuil en ging naar een katholieke school, een katholieke kerk, ik zat bij de katholieke welpen en woonde met mijn ouders in een huis van een katholieke woningbouwvereniging, en op zaterdag ging ik voor mijn vader een pakje sigaren halen bij een katholieke sigarenboer. Dat was een collectieve structuur. Tot voor kort was dit vanzelfsprekend in het Westen.’ Is dat dan geen soort netwerk? ‘Neen, een netwerk is losser en meer open, en juist daardoor ook meer op zichzelf gericht. En al is er meer orde en organisatie dan we denken, toch voelen we ons vaak onzeker. Er heerst onrust, want mensen voelen zich niet meer geruggensteund. Zij missen geborgenheid. Toch is er geen sprake van een chaos. Ik vergelijk de orde in onze samenleving liever met geïmproviseerde muziek zoals jazz waar er tegelijk structuur met een akkoordenschema en ritme is maar ook ruimte voor verrassing, spontaneïteit en voor iets nieuws. Onze samenleving is heel anders

georganiseerd, niet meer in grote verhalen en systemen, maar veel meer van onderuit. Daardoor zijn er ook grote verschillen, denk maar aan de migratie die onze samenleving verkleurt. In sommige gemeenten is dat meer, in andere minder. De westerse samenleving wordt in verschillende snelheden zeer divers. Dat is niet onproblematisch, want migranten zijn niet per definitie de meest gezellige kosmopolitische wereldburgers. Daarom pleit ik voor realisme. Accepteer dat het zo is. Dat is de houding die politici moeten uitstralen. Deal with it. Word een inclusieve samenleving.’ Wat betekent dat, een inclusieve samenleving? ‘Welke veranderingen in de maatschappij accepteer jij? Wat koester jij zo dat het niet mag veranderen? Ik noem het “het verschil besturen”. Ik zie drie lagen van integratie in ons bestel. De rechtsorde vind ik de eerste laag: je wilt dat mensen zich in de rechtsstaatsamenleving België voegen naar de wet. Voor mij is hier het sleutelwoord acceptatie. Er kan over gepraat worden, we leven immers niet in een autoritaire dictatuur, maar hier is niet zoveel ruimte. De burgers moeten zich voegen naar deze rechtsstaat die hen tegelijkertijd beschermt. Daarom is het ook belangrijk dat die rechtsstaat dat daadwerkelijk ook doet. Daarom is etnisch profileren echt een probleem. Als mensen het gevoel hebben dat ze er telkens worden uitgeplukt omdat ze een andere huidskleur hebben, ondermijnt dit het uitgangspunt van de rechtsstaat die er voor iedereen moet zijn.’ ‘Als een volgende laag zie ik de economie en het onderwijs met als sleutelwoord participatie. Een samenleving moet verder kunnen. De economie moet continu gewaarborgd worden en iedereen draagt bij Lokaal februari 2017

11


Aan rechtsstatelijke dingen zoals homorechten of de gelijkheid van man en vrouw, daar torn je niet aan. volgens de eigen mogelijkheden. Hier moet de samenleving voor zorgen in het onderwijs. Jongeren met een Marokkaanse naam hebben het moeilijk op de arbeidsmarkt, terwijl de samenleving wel wil dat ze meedoen omwille van de wederkerigheid. Dan moet je als overheid discriminatie tegengaan.’ ‘Een derde laag zie ik in cultuur, in identiteit, in religie. Het sleutelwoord hier is vrijheid en tolerantie. Als mensen zich voegen naar de wet en bijdragen aan de continuïteit van de samenleving, dan moeten we niet zeuren over in welke god ze geloven of welke religie ze belijden. Met de hantering van deze drie lagen hoop ik dat er meer rationaliteit komt in het debat.’ Maak diversiteit productief, is een van uw stellingen. ‘Als je de verschillen benut – en dat betekent dat je de problematische kanten ervan weggewerkt krijgt –, dán heb je de beste papieren voor de toekomst en dat is door wederkerigheid en wederzijdse acceptatie. Durf de problemen benoemen. Zorg ook dat organisaties verkleuren. Zeg wat niet acceptabel is: durf dat! Dan krijg je een inclusieve samenleving.’ Waarom is het doelgroepenbeleid volgens u voorbijgestreefd? ‘Voor mij is het doelgroepenbeleid voorbijgestreefd, behalve als je een concreet probleem met een bepaalde groep constateert, dan kun je dat wel apart behandelen. Het doelgroepenbeleid moet je vervangen door een diversiteitsbeleid, waarbij je je laat leiden door de problemen of de groep die zich als vraagstuk aandient. Als moslima’s een vrouwenuurtje in het zwembad willen hebben, moet je dat niet afschaffen omdat iedereen gelijk is en het doelgroepenbeleid voorbijgestreefd is. Wat maakt dat nou uit, dat gaat niet over achterstand van vrouwen, het is een cultureel gegeven waardoor die vrouwen anders niet aan zwemmen toe komen. Ik noem dat geen doelgroepenbeleid maar diversiteitsbeleid. Dat lost niet alles op. Nederland doet daar iets minder moeilijk over. Nu zitten we eerder met de Turkse spanningen, dat is ook het besturen van verschillen, besturen moeten met die verschillen rekening houden.’ U hebt het over participatie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, maar wat dan met politieke participatie? ‘Onze instituties, besturen en gemeentelijke apparaten 12 februari 2017 Lokaal

zijn zo gebureaucratiseerd. Mensen voelen zich verweesd, omdat de afstand te groot is geworden. Zijn die organisaties nog wel voor hen, en van hen? Naarmate de omgeving verkleurt, wordt dat vervreemdende effect uitvergroot: wat is er nog van mij? Er is veel moed en durf vereist van onze bestuurders. De samenleving is gebaseerd op wetten, ook op instellingen en organisaties, zoals onderwijs en gemeente. Dat zijn de bouwstenen van onze samenleving en die moeten mee bewegen. Maar soms ook niet, bijvoorbeeld als we een verworvenheid te te belangrijk vinden. Neem nou taal. Dat is belangrijk voor de tweede laag, die van onderwijs en werk: je kunt het niet afdwingen, maar zonder taal kun je niet participeren. De uitgangspunten van de democratische rechtsstaat, zoals gelijkheid, scheiding der machten, vrijheid van meningsuiting: daar mag je niet aan tornen. Maar andere dingen hoeven we niet zo per se te koesteren, zoals alle feestdagen die we hebben. Waarom zouden we in plaats van tweede pinksterdag niet eens een andere geloofsgroep in de kijker zetten?’ En waar ligt voor u de grens? ‘Aan rechtsstatelijke dingen zoals homorechten of de gelijkheid van man en vrouw, daar torn je niet aan. Dat is een grote verworvenheid en daar ligt een harde, sterke norm.’ Een boerka mag wel? ‘Nou… een hoofddoek kan wel, vind ik, maar met een boerka sluit een mens zich af en kun je niet participeren aan de samenleving. Je moet mensen in het gelaat kunnen zien en hun expressie kennen, dat is cruciaal in onze communicatie. Ik vind een boerka verschrikkelijk om te zien, dat staat haaks op onze samenleving. Ik ben niet voor een strafrechtelijk verbod, maar het staat wel een uitkering in de weg als je niet aan het werk geraakt.’ Wat betekent dit alles voor een lokaal bestuur? ‘Een van de belangrijke principes in een netwerksamenleving is die van wederkerigheid. Na de ontzuiling zijn gemeenten bedrijfsmatig beleid beginnen te voeren. Ze denken over burgers in termen van klanten, de overheid ziet zichzelf als een leverancier. Dit is een hele andere verhouding dan vroeger. Maar een burger is geen klant van de overheid. Een relatie waarmee gemeente en burger tot iets gemeenschappelijks

Wat goed werkt moet de overheid de vrije ruimte bieden, wat slecht of ondermijnend werkt, dat moet de overheid begrenzen. komen, zoals een leefbare omgeving, zou beter zijn.’ Wat betekent dat concreet voor medewerkers en politici in een gemeente? ‘Ambtenaren hebben te veel de neiging om zich naar binnen te keren, ze zitten tegen elkaar te praten en ondersteunen vooral het bestuur. Maar ze moeten ook naar buiten treden en de dynamiek in de samenleving opzoeken. Tot nog toe overheerst het idee nog altijd dat de overheid stuurt en controleert. Deze houding maakt de burgers lui en onverschillig. Ik ben niet voor een terugtredende overheid, maar voor een proactieve overheid in alle bescheidenheid. Een overheid die ruim baan geeft aan de samenleving, zodat ze zich kan ontwikkelen. Wat goed werkt, moet je als overheid de vrije ruimte bieden, wat slecht of ondermijnend werkt, dat begrens je. Het is nog altijd de basisfilosofie van de overheid om alles

in regels vast te leggen. Dat hoeft niet. De overheid zou kunnen communiceren over wat ze wel en niet kan, wat ze wel of niet verwacht. En raadsleden? Ook zij moeten met open ogen naar de samenleving kijken en er contact mee houden. Je moet op alle vlakken nabijheid realiseren.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal en Sabine Van Cauwenberge is VVSG-stafmedewerker integratie- en inburgeringsbeleid

Op 16 november sprak Hans Boutellier op de VVSG-studievoormiddag Normen & waarden - Hoe verschillen ontmijnen, overbruggen

IS DEZE ADVERTENTIE WEL LEGAAL? U staat er misschien niet bij stil, maar deze advertentie is onderhevig aan een pak wetgeving. Beeldmerken, auteursrecht, plaatsing, nanciën... Meer dan u op het eerste gezicht zou vermoeden. Dat geldt eigenlijk voor de wet in het algemeen. Alles hangt met elkaar samen, zeker bij steden en gemeenten. Dus kunt u maar beter samenwerken met een partner die alle kennis in één huis heeft. Zelfs als het gaat om een advertentie.

Speciek voor overheden: ruimtelijke ordening - overheidsopdrachten en pps personeelsbeleid - overheidsaansprakelijkheid - administratief recht - grondgebiedszaken - milieu Mechelsesteenweg 27 - 2018 Antwerpen - T +32 3 232 50 60 - E info@gsj.be - www.gsj.be

Lokaal februari 2017

13


bestuurskracht Integratie gemeente - OCMW

Kontich, op weg naar één lokaal bestuur Eind 2013 houdt de nieuwe bestuursploeg van Kontich het project ‘KONTICH 2017’ of kortweg K17 boven de doopvont en keurt zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad de samenwerkingsovereenkomst goed. Het project zit ondertussen op kruissnelheid en in 2018 verhuizen alle OCMW- en gemeentediensten samen naar het gerenoveerde gemeentehuis. Schepen Veerle Van Dyck is trots op het parcours dat Kontich aflegt. tekst peter hautekiet beeld gf

W

anneer de nieuwe Kontichse bestuursploeg in 2013 aan de slag gaat met het integratieproject, vertrekt ze niet van een volledig wit blad. Zonder structurele beleidskeuze of concrete algemene resultaten heeft het vorige bestuur al enkele stappen gezet, maar ondertussen is de weerstand bij een aantal ambtenaren gegroeid. Ze vrezen de eigen cultuur te verliezen, met het argument dat een juridisch kader

ontbreekt. ‘Met de nieuwe meerderheid wilden we voluit voor de integratie gaan en dit lang voordat er sprake was van integratiedraaiboeken of de conceptnota van minister Homans,’ zegt schepen Veerle Van Dyck die verantwoordelijk is voor het integratieproject. Deze keuze vermindert de weerstand niet. ‘Omgaan met deze weerstand werd voor ons in de stuurgroep maar ook voor al wie bij de integratie betrokken was, een be-

Veerle Van Dyck leidt de mensen graag rond in het nieuwe lokaal bestuur van gemeente, OCMW en AGB.

langrijke uitdaging.’ Ondertussen werken de schepen van welzijn, de schepen van personeel, de OCMW-voorzitter, de twee secretarissen en de twee financieel beheerders in de loop van 2013 hard aan de gezamenlijke visie, de doelstellingen en de werkwijze, de naam van het project, en de uiteindelijke samenwerkingsovereenkomst. Het doel van KONTICH 2017 is niet alleen (functionele) integratie van de ondersteunende diensten van gemeente en OCMW maar ook verregaande samenwerking van de andere diensten. ‘Bovendien willen we beide organisaties op één locatie huisvesten,’ zegt Veerle Van Dyck. ‘Daarin willen we ook starten met een heus Sociaal Huis met inbegrip van het Huis van het Kind.’ Op eigen maat ‘We willen echt ons eigen integratieverhaal schrijven, op maat van Kontich,’ zegt Veerle Van Dyck. ‘De stuurgroep houdt de sturing zelf in handen, van iedereen werd vanaf de eerste dag inbreng verwacht. Ik sta nog altijd honderd procent achter deze keuze, hoewel het niet altijd de makkelijkste weg is.’ Naast de stuurgroep dragen taakgroepen het K17traject: van ICT en personeel tot een

Krachtlijnen van K-17 mensen zelf laten nadenken zorgen voor eenheid van aansturing geloven in de kracht van de eigen organisatie niet aarzelen om mensen verantwoordelijkheid te geven systematisch samenwerken van politici en ambtenaren

en OCMW elkaar snel. ‘Begin 2015 hebben we hun feitelijke samenwerking bevestigd door een beheersovereenkomst, en omdat ze dat graag wilden, deelden ze vanaf dan een kantoorruimte in het gemeentehuis.’ Volgens Veerle Van Dyck ligt het succes van de integratie van de ICT-diensten voor een groot deel aan het feit dat het goed klikt tussen beide ambtenaren: ‘Ze zien onmiddellijk veel kansen in de samenwerking. Maar de dag dat de ICT-medewerker OCMW naar het gemeentehuis verhuisde, kwam er een verborgen knelpunt aan het licht: gepercipieerde bereikbaarheid en beschikbaarheid. De OCMW-medewerkers waren bang dat ze geen beroep meer konden doen op hun ICT-collega. Vanuit de stuurgroep hebben de secretarissen hier de nodige aandacht en opvolging aan besteed.’ De poging om met de financiële diensten een gelijkaardige beweging te maken, doet het hele project in een diepe

Veerle Van Dyck: ‘Omgaan met weerstand werd voor ons in de stuurgroep maar ook voor al wie bij de integratie betrokken was, een belangrijke uitdaging.’ werkgroep renovatie gemeentehuis. De aftrap wordt in januari 2014 gegeven met een speeddating voor alle medewerkers van de ondersteunende diensten van OCMW en gemeente. Veerle Van Dyck ziet hoe nieuwe contacten worden gelegd: ‘Het verwondert mij nog altijd hoeveel medewerkers met vele jaren dienst elkaar niet kennen.’ Na een jaar van vooral conceptueel werken kriebelt het bij enkele diensten om de integratie vorm te geven. Dit lukt bij de ene dienst makkelijker dan bij de andere. Zo vinden de ICT’ers van gemeente 14 februari 2017 Lokaal

crisis belanden. De sociale dienst van het OCMW, gesteund door het voltallige managementteam van het OCMW, stelt in het najaar van 2014 de medewerking aan K17 grondig in vraag: K17 blijft te conceptueel. In een brief, ondertekend door het bijna voltallige OCMW-personeel, uiten zij hun angst voor het verlies van autonomie, eigen organisatiecultuur en werking. Ook op de gemeenteraad breekt plots een discussie los tussen meerderheid en oppositie. Veerle Van Dyck: ‘Op dat moment kon ik dankzij mijn achtergrond als jurist en bemid-

delaar mijn collega’s schepenen overtuigen in dialoog te gaan met alle briefschrijvers. We organiseerden een open gesprek tussen het voltallige college, de decretale graden en alle ondertekenaars van de brief. Uiteindelijk werd het een bijzondere en intense namiddag, waar iedereen de ruimte kreeg om de persoonlijke bezorgdheden uit te spreken. Als bezielers kregen we de kans om echt te luisteren naar de grootste weerstanden en bezorgdheden. Een grote zorg was dat er voorbijgegaan werd aan de hechte verwevenheid tussen de sociale dienst en de ondersteunende diensten van het OCMW. Daarnaast hebben we die middag de noodzaak ingezien van een gezamenlijk verhaal dat OCMW en gemeente kan verbinden. We hebben toen beslist de integratie van de financiële dienst tijdelijk op te schorten. Samen met de twee secretarissen heb ik een nieuw organogram en organisatiemodel uitgewerkt voordat we opnieuw stappen zouden zetten in de integratie van de ondersteunende diensten.’ Meer dan integratie van ondersteunende diensten Volgens Veerle Van Dyck heeft deze beslissing voor een volledig nieuwe dynamiek gezorgd: ‘Zo leg je de klemtoon ineens niet meer op de ondersteunende diensten maar op een nieuw organisatiemodel en een nieuwe organisatiestructuur. K17 betekent een nieuw lokaal bestuur van gemeente, OCMW en AGB.’ Voor het organisatiemodel worden zes uitgangspunten geformuleerd. De belangrijkste zijn het uitwerken van een gezamenlijke identiteit en organisatiecultuur, een gemeenschappelijke leiderschapsstijl en een vernieuwd dienstverleningsconcept via een systeem van front- & backoffice met optimaal gebruik van digitale platformen en met Lokaal februari 2017

15


respect voor ieders persoonlijke levenssfeer. Naast het organisatiemodel wordt er ook een nieuwe organisatiestructuur uitgetekend, waarbij de integratie van het politieke niveau niet wordt vergeten. Kontich kiest voor een transparante, in hoofdzaak verticale structuur met vier

goede operationele werking in de gaten houdt, lid is van het managementteam en overkoepelend de communicatie tussen de afdelingen verzorgt. Zowel de twee managementteams als het college en de OCMW-raad hebben zich achter deze keuzes geschaard. Veerle Van Dyck vindt het mooi te merken hoe

Veerle Van Dyck: ‘Door het nadenken over een gezamelijke locatie en nieuwe kantoren kreeg de integratie een gezicht en voelde je de twee organisaties naar elkaar toe groeien.’ autonome ‘afdelingen’, namelijk omgeving, burger en welzijn, vrije tijd en samenleving en de ondersteunende diensten die een gezamenlijke visie uitdragen en hun opdrachten in een geest van samenwerking uitwerken. Elke afdeling heeft zijn eigen teammanager die de

door stil te staan bij de weerstanden en er een antwoord op te bieden een nieuw verhaal ontstaat: ‘Dat is een gezamenlijk verhaal dat verbondenheid creëert en de integratiegedachte nieuw leven inblaast.’

Focusgroepen Twee nieuwe focusgroepen met medewerkers uit zowel OCMW als gemeente werken die keuzes verder uit. Zo komt de focusgroep ‘dienstverlening’, aangestuurd door de teammanager burger en welzijn, via een bottom-up-benadering tot heldere keuzes over de drie kernwaarden van dienstverlening: klantvriendelijkheid, sociale gerichtheid en efficiëntie en effectiviteit. Voor de focusgroep ‘identiteit en leiderschap’ is het moeilijker tot een duidelijke synthese te komen. Toch spreekt Veerle Van Dyck niet van een mislukking: ‘Waarschijnlijk is de opdracht te zwaar om ze via onze beproefde bottom-up-benadering uit te werken. Voor de eerste keer tijdens dit proces hebben we de hulp ingeroepen van een extern bureau. In de loop van 2016 hebben de stuurgroep, de twee managementteams en de grote groep van leidinggevenden binnen OCMW, gemeente en AGB aan identiteit en lei-

derschap gewerkt.’ Het eindresultaat is de keuze om de identiteit van het lokale bestuur Kontich te omschrijven in vier kernwaarden met vertaling naar organisatie-, leidinggevenden- en medewerkersgedrag. K17 immo: naar één locatie Met het integratietraject K17 wil Kontich beide organisaties op één locatie huisvesten. Hiervoor is een grondige renovatie en een beperkte uitbreiding van het bestaande gemeentehuis nodig. Een werkgroep van mandatarissen en ambtenaren van zowel gemeente als OCMW vertaalt nu de uitgangspunten van het nieuwe organisatiemodel ruimtelijk. Wanneer politici en ambtenaren zich samen over het concept van hun nieuwe kantoren buigen, merken ze dat hun idee over hoe een aangename werk-

omgeving er optimaal uitziet, niet van elkaar verschilt. Veerle Van Dyck: ‘En plots krijgt de integratie een gezicht in het ontwerpen van gezamenlijke werkplekken. Je voelt de twee organisaties naar elkaar toe groeien. Nu is het enkel nog wachten tot de aannemer kan worden aangesteld en de renovatie ook effectief kan beginnen.’ In de tussentijd zitten de meeste gemeentelijke diensten in een tijdelijk gemeentehuis. ‘Dit gaf ons de mogelijkheid om enkele concrete stappen vooruit te zetten. Zo delen de financiële diensten van OCMW en gemeente één ruimte binnen de gebouwen van het OCMW en zetten ze effectieve stappen naar het ontstaan van één gezamenlijke financiële dienst. Ook zet de dienst burgerzaken de eerste stappen in het nieuwe dienstverleningsconcept,’ zegt Veerle Van Dyck.

K17: wat brengt 2017 en 2018? In 2018 volgt de verhuizing. OCMW en gemeente gaan naar het gerenoveerde gemeentehuis. Veerle Van Dyck heeft voor de komende jaren de opdracht de drie organisaties klaar te maken: ‘Hoe kunnen we volledig volgens het nieuwe dienstverleningsconcept werken? Hoe enten we het leidinggeven op de vier kernwaarden? Hoe integreren we de ondersteunende diensten van OCMW en gemeente verder en laten we echte teams ontstaan?’ En ze kijkt alweer verder, want ondertussen wordt er ook gewerkt aan de integratie van het autonoom gemeentebedrijf, als exploitant zowel van het gerenoveerde gemeentehuis als van het vrijetijdscentrum.

Peter Hautekiet is VVSG-stafmedewerker organisatieontwikkeling

#PSOAwards17

De onuitputtelijke ambitie om voortdurend te streven naar beter

Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Puro zet zich ook in voor de bescherming van de regenwouden. Voor elk kopje koffie dat u drinkt, staan wij een financiële bijdrage af aan de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika duurzaam te beschermen.

14 maart 2017 Square Brussels Meeting Centre Overheidsorganisaties blinken dagelijks uit in het leveren van een klantgerichte dienstverlening ten bate van burgers en ondernemingen. Net daarom verdienen ze onze waardering. Het is dan ook de bestaansreden van het initiatief ‘Overheidsorganisatie van het Jaar®’ dat reeds aan zijn 4de editie toe is. Dit jaar worden niet minder dan 11 finalisten genomineerd die op federaal, regionaal of lokaal niveau actief zijn. Reserveer alvast 14 maart 2017 in uw agenda om dit niet-temissen evenement bij te wonen in het Square Brussels Meeting Centre. Informatie en inschrijving op www.overheidsorganisatievanhetjaar.be

Een initiatief van

In samenwerking met

www.purocoffee.com - 0800/44 0 88 16 februari 2017 Lokaal

Lokaal februari 2017

17


Carrefour Cadeaukaart

bestuurskracht praktijk

Bilzen laat inwoners vragen en meldingen whatsappen In Bilzen

GRATIS parkeren!

BILZEN - De stad BILZEN communiceert sinds een half jaar ook met haar inwoners via WhatsApp. Ze gebruikt de mobiele berichtendienst op de smartphone om praktische vragen te beantwoorden en meldingen op te volgen, van de openingsuren van het gemeentehuis tot kapotte stoeptegels en wild woekerende bomen. Bilzen beveelt andere steden en gemeenten warm aan WhatsApp aan hun socialemediakanalen toe te voegen. ‘Doordat het contact met de inwoners zo direct is en we zo snel kunnen antwoorden, krijgen we heel positieve reacties.’

ook meteen beoordelen hoe dringend de melding is.’ Bilzen ging de mosterd in Nederland halen. ‘We maakten kennis met WhatsApp op een beurs over efficiënte dienstverlening. We kenden de berichtendienst, maar Log in via Facebook, Google+ of LinkedIn we hadden er nog niet bij stilgestaan dat het eigenlijk w w w.b i l z e n .b e een uitstekend instrument De WhatsApp-dienstverlening van is voor gemeenten om rechtstreeks de gemeente Bilzen is erg eenvoudig. te communiceren met hun inwoners. Inwoners voegen gewoon het speciale Het is een mooie aanvulling op onze gsm-nummer van de gemeente toe aan traditionele communicatiekanalen en op hun contacten, en dan kunnen ze via onze socialemediakanalen. Nu werken WhatsApp rechtstreeks met de gemeente we in Bilzen in één richting: de vragen en communiceren. De vragen komen aan op de de meldingen komen van de inwoners, smartphone die de socialemediamanager en wij antwoorden zo snel en duidelijk van de stad Bilzen beheert, binnen een dag mogelijk. Maar ik sluit niet uit dat we in de antwoordt hij of een van zijn collega’s. toekomst ook zelf nuttige berichten naar ‘De berichten die we van onze inwoners geïnteresseerde inwoners sturen.’ krijgen, kunnen we grosso modo in De preventieambtenaar in Bilzen twee categorieën onderbrengen,’ zegt nam het initiatief om in elk van de Kevin Mathijs, socialemediamanager en dertien deelgemeenten van de stad webmaster bij de stad Bilzen. ‘Om te buurtpreventiegroepjes aan te maken beginnen heb je de praktische vragen. op WhatsApp. Inwoners kunnen elkaar Wat zijn de openingsuren van het dan op de hoogte houden van verdachte gemeentehuis? Welke documenten moet bewegingen of veiligheidstips uitwisselen. ik meenemen om een nieuw rijbewijs ‘De rol van de stad is eerder beperkt. De aan te vragen? De tweede categorie preventieambtenaar is wel lid van die zijn de meldingen: in straat X liggen de groepen, maar het zijn de inwoners zelf stoeptegels los, in straat Y kunnen de die de boel draaiend houden. Het geeft wel bomen een goeie snoeibeurt gebruiken. aan dat WhatsApp tal van mogelijkheden Een groot voordeel van WhatsApp is dat biedt voor gemeenten om zelf in dialoog te je heel snel en gemakkelijk een foto kan gaan met hun inwoners, of om de dialoog toevoegen aan je bericht. Zo kunnen we tussen inwoners onderling te stimuleren.’

SURFEN

TERWIJL U WACHT?

18 februari 2017 Lokaal

U betaalt MINDER, uw werknemers krijgen MEER !

‘Ook intern, onder de medewerkers van de stad, maakt Bilzen ondertussen gebruik van WhatsApp. Tussen de verschillende diensten en medewerkers wisselen we informatie uit via WhatsApp. We zitten immers niet allemaal fysiek op dezelfde locatie, en WhatsApp werkt sneller dan mail of telefoon. We vragen aan de mensen die de straten of het groen onderhouden, ook om geregeld foto’s door te sturen via WhatsApp. Die gebruiken we dan op Facebook, Instagram of Twitter. Op die manier moedigen we al onze medewerkers aan mee te denken en mee te werken aan de communicatie van de stad Bilzen. Het is ook een extra motivatie als die mensen zien dat we hun foto en hun werk in de verf zetten.’ De stad Bilzen heeft meer dan 4700 fans op Facebook, 1800 volgers op Twitter en 960 op Instagram. Vergeleken met die socialemediakanalen staat de dienstverlening via WhatsApp nog in haar kinderschoenen. Het eerste halfjaar hadden 65 Bilzenaars via WhatsApp contact met de gemeente. ‘Maar via de geschiedenis van die gesprekken, die heel duidelijk zichtbaar is, merken we wel dat veel van die mensen meerdere vragen stelden of meerdere meldingen deden,’ aldus Kevin Mathijs. ‘Doordat het contact via WhatsApp zo direct is, één op één, krijgen we ook heel positieve feedback van de inwoners.’

Jeroen Verelst is redacteur van Lokaal

G IF T C A R

Met de Carrefour cadeaukaart geeft u uw medewerkers vrijheid om zelf het cadeau te kiezen waar ze echt blij mee zijn.

D

OM MEER TE WETEN Uw medewerkers profiteren van de Carrefour cadeaukaarten in alle afdelingen van meer dan 700 winkels in Belgïe. Geldigheid: 1 jaar.

WAT ZIJN UW VOORDELEN? • Geen dossierkosten • Interessante kortingen op aankopen vanaf €750 (per bestelling) • Belastingvoordelen onder bepaalde voorwaarden

Carrefour Hypermarkten

Carrefour market

Carrefour express

Nog meer vordelen!

GOED OM TE WETEN Alle gebruikelijke voordelen van Carrefour, de lopende promoties en de Carrefour Bonus Card zijn cumuleerbaar met de Carrefour cadeaukaart. Maximaal korting tot 5%.

• Snelle levering • Mogelijkheid om unieke codes te bestellen die per e-mail of per post verzonden kunnen worden (veilig en snel) • Voor elke gelegenheid kunt u een gepersonaliseerde boodschap en ook de afbeelding van de kaart kiezen • Of uw bedrijfslogo toevoegen indien u voor meer dan €10.000 aan kaarten bestelt.

Voor meer informatie over de Carrefour cadeaukaarten en de algemene aankoopvoorwaarden stuur gerust een e-mail naar giftcardbelgium@carrefour.com


de raad OCMW - raad van Gent

Goed geoliede zitting De OCMW-raad van Gent draagt efficiëntie hoog in het vaandel. ‘De agenda van de raadszitting is op voorhand verdeeld in zogenaamde a- en b-punten,’ legt secretaris Luc Kupers uit. ‘Het zijn de punten die door een raadslid of fractie met “a” zijn gemarkeerd, die het voorwerp van debat vormen.’ Zo zullen bij het begin van de zitting, wanneer de raad instemt met de voorgestelde a/b-indeling, negen van de zestien geagendeerde punten voor het openbare gedeelte in één beweging worden goedgekeurd.

tekst pieter plas beeld stefan dewickere

Nog opvallend: de routineuze organisatie van de zitting, met een gefaseerde aanloop die heel organisch aandoet. Raadsleden en hun medewerkers komen in de vooravond samen in de kantine van het OCMW-gebouw op de benedenverdieping. Ze krijgen er een smakelijke maaltijd van Ikook, een team van mensen in arbeidszorg en sociale tewerkstelling die de catering van het OCMW verzorgen. In de raadzaal, één verdieping hoger, begint om half zeven de mondelinge vragenronde, een preambule waarbij raadsleden bij de voorzitter concrete thema’s en problemen aankaarten. Vandaag gaat het daar over de positie van het OCMW binnen het bredere Welzijnsoverleg Regio Gent (vraag van N-VA), over de ondersteuning die het OCMW biedt ter verbetering van de cultuurparticipatie bij OCMW-cliënten (SP.A), en over de concrete gevolgen van en geplande nazorg bij de nakende sluiting van het tijdelijke opvangcentrum Reno voor asielzoekers (Groen). Zowel de vragen als de replieken van de voorzitter zijn duidelijk goed voorbereid. Wie in de eetzaal is blijven zitten, kan de vragenronde daar al volgen op het scherm, via video- en audioverbinding. De eigenlijke zitting start stipt om 19 uur. Ook de drie leden van de Open VLD-fractie zijn nu hun plaatsen komen innemen. Alle vijftien raadsle20 februari 2017 Lokaal

den zijn vandaag op het appel. Behalve de Open VLD zijn dat voor de meerderheid de SP.A met de voorzitter en vier raadsleden, en drie raadsleden van Groen. De oppositie bestaat uit de N-VA (drie leden) en één CD&V-raadslid. De raadsleden krijgen tijdens het openbare gedeelte ruggensteun van fractie- en secretariaatsmedewerkers, die de discussies mee volgen en af en toe praktische assistentie verlenen. Ondervoorzitster Liliane De Cock (Groen) luidt de vergadering in met het heuglijke nieuws van de geboorte van kleindochter Bess en de belofte van een traktatie in februari. Felicitaties alom. Dan wordt het stil, wanneer voorzitter Rudy Coddens eerst het akkoord van de raad vraagt over de indeling van de agenda in a- en b-punten, en daarna voor het eerste a-punt het woord geeft aan CD&V-raadslid Chantal Sysmans. Die is het niet eens met de manier waarop een discussie over een tuchtprocedure werd vastgelegd in de notulen van de vorige raadszitting. ‘Uit de lucht genotuleerd,’ besluit ze na het voorlezen van de bewuste passage. Volgens Sysmans kan de afwijkende notulering in dit geval sommige raadsleden benadelen, is ze problematisch voor het controle- en inzagerecht, en in strijd met het huishoudelijk reglement. De secretaris en de voorzitter lichten daarop kort de huidige notuleringspraktijk toe, merken op dat

daarbij steeds wordt verwezen naar het woordelijke verslag, en stellen voor de kwestie te bespreken op het fractieoverleg. Discussie gesloten. Bij de goedkeuring van het reglement voor occasioneel gebruik van zalen van de lokale dienstencentra van het OCMW door organisaties en verenigingen (agendapunt 3) zijn er tussenkomsten van niet minder dan vier fracties (CD&V, Groen, SP.A, Open VLD), die echter zonder uitzondering een positief geluid laten horen. Dat occasionele gebruik door culturele en andere verenigingen is goed voor alle betrokken partijen, zo vinden de raadsleden: het brengt de ‘buitenwereld’ en de leefwereld van de dienstencentra positief met elkaar in contact, verruimt de horizon van het cliënteel en versterkt hun culturele en sociale participatie. De N-VA-fractie stelt bij het daaropvolgende agendapunt de enige echte oppositiedaad in dit openbare gedeelte van de zitting, door de stemming te vragen over de aankoop van een gebouw en een gedeeltelijke verkoop van een ander gebouw op een herin te richten bedrijventerrein. Het punt wordt goedgekeurd met twaalf stemmen voor en drie onthoudingen. Naast lovende interventies van de SP.A over de maatschappelijke return van de verkoop van een stuk grond voor openbaar nut aan de Vlaamse Landmaatschappij (punt 5) en over de vzw’s waarmee het OCMW zijn subsidieovereenkomst vernieuwt (punt 10), gaat het nog specifiek over de ondersteuning van de vrijwilligerswerking bij de voedselbank van vzw Kras. Groenraadslid Evita Willaert breekt een lans voor degelijke visieont-

wikkeling over de plaats van vrijwilligerswerk en voedselbedeling in respectvol armoedebeleid. Voorzitter Rudy Coddens treedt haar bij en merkt op dat de wisselwerking tussen Kras vzw en het OCMW goed is. ‘Maar,’ zegt hij wel, ‘onze ondersteuning van voedselbanken blijft er een onder protest. Mensen zouden niet afhankelijk mogen worden gemaakt van voedselbedelingen, we moeten ze structureel kunnen helpen.’ Het is amper enkele minuten over half acht wanneer de voorzitter het laatste, maar niet het minst gewichtige a-punt van de openbare zitting aansnijdt: het erkenningsdossier van Zuiderlicht, het nieuwe woonzorgcentrum dat volgend najaar de deuren zal openen. Jurgen Bockstaele (SP.A) heeft het, zoals ook de andere raadsleden, moeilijk met het feit dat de erkenning – en dus ook de subsidies – die het woonzorgcentrum voor specifieke zorgafdelingen en -faciliteiten moet krijgen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), zo lang aansleept. ‘De Vlaamse overheid schuift dit voor zich uit,’ beaamt de voorzitter. ‘Daardoor zal een groot deel van het gebouw niet van bij de opening kunnen worden benut, terwijl we toch de onderhoudskosten dragen. Hoe dan ook hebben we er vertrouwen in dat Zuiderlicht over één jaar op volle capaciteit zal kunnen draaien.’ Om twintig voor acht hebben de raadsleden achter gesloten deuren nog veertien a- en b-punten voor de boeg. En een (a-) nieuwjaarsdrink achteraf. Pieter Plas is redacteur van Lokaal

Lokaal februari 2017

21


special thuiszorg interview met Stefaan Berteloot

Stefaan Berteloot: ‘Onze zorgvisie wordt weergegeven door het cirkelmodel. De persoon staat centraal met in een eerste cirkel zijn familie, mantelzorg. In een volgende cirkel plaatsen we de buurt en daar omheen de professionele zorg. Goede integrale zorg betekent inzetten op alle cirkels terzelfdertijd.’

Ouderen willen regie van leven in eigen handen De samenleving verandert en dus moet ook de zorg voor kwetsbare mensen in de samenleving veranderen. Buurtgerichte zorg biedt volgens Stefaan Berteloot het antwoord op de vragen van ouderen en zieken die het liefst zo lang mogelijk de regie van hun leven in eigen handen houden. Hiervoor moeten ze kunnen terugvallen op helpende handen, zowel informeel als professioneel, in hun omgeving. De oplossing? Organiseer lokaal de zorg vanuit de buurt. tekst tine de vriendt en marlies van bouwel beeld stefan dewickere

O

Bekijk een stukje van het interview via deze link

22 februari 2017 Lokaal

p onze vraag hoe de thuiszorg in de loop van de volgende jaren zal veranderen, plaatst Stefaan Berteloot, raadgever van minister Jo Vandeurzen, dit in een breder kader. De samenleving verandert en daaraan moeten de zorg en het zorgbeleid zich aanpassen: ‘De ouderen van de toekomst worden veel mondiger, ze hebben gestudeerd, ze accepteren alles niet meer zomaar, ze zijn bekwaam om de regie van hun leven in eigen handen te houden. Daarmee moeten de zorgverstrekkers rekening houden. Er komt een groep ouderen aan die vitaal zal zijn, er zal een potentieel van mensen zijn die iets kunnen en die willen blijven bijdragen aan de maatschappij. Tegelijkertijd neemt het aantal zeer oude mensen toe, ze hebben meerdere problemen, er zullen meer mensen met dementie zijn. Er zijn ook meer alleenstaande mensen, ook hun broers of zussen wonen niet per se dichtbij, en al zijn zij dikwijls bereid zorg voor elkaar te dragen, materieel is dat niet altijd mogelijk. Aan al deze nieuwe gegevens moet de zorg zich aanpassen, de zorg verandert dus. En dan is er nog een uitdaging: de samenleving wordt almaar diverser, al bestaat er op dat vlak een groot verschil tussen de stad en het platteland. Toch vormen de mensen met een migratieachtergrond een grote groep. De mensen van de eerste generatie zijn nu op een leeftijd gekomen dat ze zorgbehoevend worden, zij hadden niet altijd het plan hier te blijven, ze zijn soms minder geïntegreerd, dus moeten we nadenken hoe we de zorg op hun maat afstemmen.’

De technologie kan in de zorg worden ingezet? ‘De medische technologie is volop in ontwikkeling, elke dag komen er nieuwe mogelijkheden bij. Tegelijkertijd neemt de aandacht voor een gezonde leefstijl toe. Een gezonde oude dag begint al heel vroeg, daarover moeten we mensen sensibiliseren. Door die medische evolutie daalt de verblijfsduur in de ziekenhuizen en is er meer en complexere thuiszorg nodig. En stel je voor dat er morgen medicatie bestaat die het dementieproces beïnvloedt, dan verandert het zorglandschap opnieuw drastisch, al zal het ons niet ontslaan van het bieden van goede zorgen.’ ‘Ook thuiszorg wordt door technologie ondersteund, denk maar aan alarmen en diagnostiek. Zo kun je bij diabetes de bloedsuikerwaarden automatisch meten of kan een sms’je je aan medicatie herinneren. Dit heeft allemaal effect op de thuiszorg.’ ‘Goede thuiszorg gebeurt met verschillende partners en dat vereist dan weer een vlotte onderlinge communicatie. De technologie kan hierbij helpen, al moeten we aandacht hebben voor de nodige privacy. Dit is allemaal positief. Er komen veel fraaie mogelijkheden op ons af. De zorg en de zorgverleners deinen mee op deze evolutie, het wordt een uitdaging om daarop in te spelen, een goed aanbod te blijven creëren.’

Lokaal februari 2017

23


‘De combinatie van mantelzorg en werk, met mogelijkheid tot zorgverlof en aandacht voor een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid, moet verder aan bod komen in het kader van werkbaar werk.’

Het is voor mogelijke mantelzorgers niet altijd evident die zorg op te pakken. Wat is daar de oplossing voor? ‘Dat klopt, tegenwoordig hebben mensen op latere leeftijd veel meer rollen dan de vorige generatie, als partner, ouder, grootouder, maar ook in werk en vrije tijd, in hun sociale leven. Er bestaat een bereidheid om mantelzorg op te nemen, maar dit in combinatie met andere keuzes. Daarom moet de mogelijkheid tot zorgverlof en aandacht voor een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid verder aan bod komen binnen het kader van werkbaar werk.’ ‘Maar ook de steeds groter wordende groep ouderen biedt een potentieel aan mensen die wellicht bereid zijn om mee zorg te dragen. Het hoeven niet per se spectaculaire dingen te zijn, maar ook minder spectaculaire dingen moeten gebeuren. Maar het allerbelangrijkste is dat mensen de regie in eigen handen kunnen houden. Wat kan de persoon zelf? Daarvoor moet hij of zij goed geïnformeerd zijn. Je kunt enkel de regie hebben als je weet welke keuzes je hebt. Als je mensen aan het stuur van hun leven wilt houden, moet je oplossingen op hun vragen bieden en de zorgaanbieders op een goede manier doen samenwerken. In de eerste lijn moet dat naadloos gebeuren. Met het mantelzorgplan en op onze conferentie eerstelijnszorg deze maand willen we lijnen uitzetten om dit beter te doen.’ Hoe krijgen we iedereen in de zorgverstrekking zo ver? ‘Met lokale informatiepunten willen we goede informatie aanreiken. Binnen de verdere uitwerking van de eerstelijnszorg, waarbij ook de sociale huizen betrokken worden, zal zo’n informatiepunt een plaats krijgen. Daar kunnen mensen zelf de informatie vinden. Van de zorgaanbieders verwachten we dat ze de persoon met zorgbehoefte ondersteunen om zelf beslissingen te nemen. Daarvoor rollen we de gepaste opleidingen uit.’ De regie over je eigen leven, dat klinkt mooi, maar wil en kan iedereen dat? Dreigen er geen mensen uit de boot te vallen? ‘Ten eerste: wie het kan, moet de mogelijkheid krijgen, dat is heel belangrijk. Ten tweede pleit ik voor vrijheid, als het 24 februari 2017 Lokaal

moeilijker wordt, moet je kunnen kiezen wie het in jouw plaats doet, je kinderen of andere familieleden. Als dat niet mogelijk of niet gewenst is, kan een nabije zorgverstrekker de zorgbehoevende bijstaan en goede oplossingen aanreiken. Deze neemt dan de rol van zorgcoördinator op.’ Is hier voor lokale besturen een taak weggelegd? ‘Jazeker, ze kunnen ondersteuning bieden om de digitale geletterdheid te vergroten. Mensen hebben tegenwoordig toegang tot ICT nodig om op een bewuste manier keuzes te kunnen maken. Het mag niet zo zijn dat wie minder mondig is, aan het einde van de rij terechtkomt. Het vertrekpunt moet zijn dat alle zorg ook voor de meest kwetsbaren even toegankelijk is. Ook wie kwetsbaar is, kan de regie houden, kan rekenen op efficiënte en goede zorg. Mensen die goed ingebed zijn in de buurt, die een aangepaste woning hebben en technologie goed beheersen, hebben het wat dat betreft inderdaad gemakkelijker dan mensen die van thuis uit kansarm zijn, die in een ongepast huis wonen en in een buurt zonder sociaal netwerk. Maar ook deze mensen moeten afgestemde zorg krijgen. Zorg moet op maat van iedereen zijn, proactief, herkenbaar en in een netwerk.’ En dan kijkt u naar de buurt? ‘Ja, een zorgzame buurt heeft een plaats in onze zorgvisie, die door het cirkelmodel wordt weergegeven. De persoon staat centraal met in een eerste cirkel zijn familie, mantelzorg. In een volgende cirkel plaatsen we de buurt en daar omheen de professionele zorg. Goede integrale zorg betekent dat je alle cirkels terzelfdertijd versterkt. Vermaatschappelijkte zorg is zorg die zoveel mogelijk in de eigen woonomgeving wordt geboden, ondersteund door mantelzorg én buurt. Een mens woont altijd ergens, en die buurt moeten we versterken. We streven ernaar dat mensen zo lang mogelijk op een comfortabele manier thuis kunnen wonen. Hoe kun je ervoor zorgen dat mensen in een buurt zich zo met elkaar verbonden voelen dat ze aandacht hebben voor elkaar en er zeker van zijn dat als er hun iets overkomt, er mensen zijn die het voor hen opnemen? Natuurlijk zijn er nog veel meer handen in de daadwerkelijke zorg nodig, mensen met een opleiding, maar

‘Een lokaal dienstencentrum is een ideale plaats van waaruit buurtgerichte zorg concreet wordt uitgewerkt, al geef ik er geen exclusieve rol aan.’

in een buurt kunnen mensen ook voor elkaar zorgen. Om dit te realiseren moeten we werken aan vertrouwen, het overwinnen van barrières, het integreren van mensen in de buurt en in de buurtzorg. Buurtzorg moet aandacht hebben voor iedereen in de buurt en moet kansarmoede tegengaan. Dit is geen financiële armoede maar kan ook sociaal isolement betekenen.’ ‘Maar we kijken ook naar de gemeente. Die profileert zich niet alleen op het thema welzijn maar tegelijk ook op kunst, cultuur, sport of mobiliteit. Hoe organiseert de gemeente al die zaken en zijn ze toegankelijk voor iedereen? Is ze leeftijdsvriendelijk? Dit brede concept voor alle generaties samen is het startpunt voor buurtgerichte zorg. Sien Winters, onderzoeksleider wonen bij HIVA, noemt het een buurt waar mensen met een zorgbehoefte kunnen blijven wonen temidden van de anderen en zoals ze het zelf willen.’ Hoe beginnen we hieraan? ‘We moeten het eerst en vooral willen doen. Dan moeten we de krachten in een gemeente bundelen: wat zijn de mogelijkheden, over welk middenveld beschikken we, hoe krijgen we het gepaste animo bij de zorgorganisaties? Hoe schaar je al die mensen achter het idee? De initiatieven die al bestaan, krijgen een toets. Het concept moet doordringen in het brede beleid, bij de heraanleg van een weg vragen schepenen en ambtenaren zich dan af of er voldoende rustpunten zijn, of er openbaar vervoer rijdt, of je een buurtwinkel kunt stimuleren en of er een ruimte is waar mensen in en uit kunnen lopen om elkaar te ontmoeten. Je kunt dit niet zomaar uit de losse pols. Wijs bijvoorbeeld wijkregisseurs aan, mensen die het heft in handen nemen en het vertrouwen winnen.’ Zal Vlaanderen zo’n buurtgerichte zorg ondersteunen met een methode of financieel? ‘In uitvoering van de conceptnota Vlaams welzijns- en zorgbeleid voor ouderen is er op het kabinet een werkgroep opgericht voor de dienstencentra en een werkgroep voor buurtgerichte zorg. Deze werkgroepen onderzoeken welke goede voorbeelden er al bestaan, welke ideeën er leven en welke initiatieven er moeten worden genomen voor een

regelgevend kader van de toekomst. Ze zijn in november gestart en zullen in juni de eerste voorstellen formuleren. De volgende stap is prioriteiten en mogelijke initiatieven vastleggen. Een lokaal dienstencentrum is een ideale plaats van waaruit buurtgerichte zorg concreet wordt uitgewerkt, al geef ik er geen exclusieve rol aan.’ ‘Ook de Vlaams Bouwmeester heeft aandacht voor zorg in de buurt, een eerste oproep onzichtbare zorg is in uitvoering en een tweede oproep is gepland. De integratie van het buurtgerichte zorgconcept binnen ruimtelijke ordening en architectuur versterkt het en gaat veel verder dan woningen aanpassen of ontmoetingsplaatsen creëren.’ Hoe ziet u de regie van de lokale besturen? ‘De gemeente is het best geplaatst om te zien welke tekorten waar bestaan en hoe ze evolueren, zij kennen het aanbod en weten welke lacunes er zijn. Op basis van die kennis kunnen ze stimuleren en appelleren bij zorgaanbieders opdat de tekorten effectief weggewerkt raken. Als dat niet gebeurt, kunnen ze zelf het initiatief nemen. Het uitwerken van een goed lokaal sociaal beleid is een belangrijke taak van de gemeente. Ze kan de personen om wie het gaat, daarbij betrekken. Lokale besturen kunnen de zaken stimuleren, een onderhandelingstafel bieden zodat ter plaatse een samenwerking ontstaat van alle aanbieders binnen zorg en welzijn. De schotten tussen openbare en private zorg en tussen de federale, Vlaamse en lokale overheden moeten verdwijnen zodat er goed wordt samengewerkt in het belang van ouderen, gezinnen, mensen met jongdementie, personen met een handicap of voor de geestelijke gezondheidszorg.’ En dan toch nog eens: komt er ook geld voor? ‘We blijven inzetten op thuiszorg en thuiszorgondersteuning. Zo krijgt de thuiszorg 13,4 miljoen euro meer in 2017, goed voor 267.000 extra uren gezinszorg. Er komt ook financiering voor twaalf extra lokale dienstencentra.’

Tine De Vriendt is VVSG-stafmedewerker thuiszorg en Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal februari 2017

25


special thuiszorg profilering

Het merk thuiszorg Hoog tijd voor profilering publieke thuiszorg Lokale besturen organiseren en ondersteunen talrijke thuiszorginitiatieven waarop hun inwoners kunnen terugvallen: van gezinszorg tot warme maaltijden, van schoonmaken tot klussen of boodschappen doen, van de lokale dienstencentra tot het ondersteunen van mantelzorg. Maar dit is niet altijd even zichtbaar. Bovendien verschilt het aanbod thuiszorg van gemeente tot gemeente, net omdat elk lokaal bestuur op de specifieke behoeften ter plaatse inspeelt. Dit maakt het moeilijk de publieke thuiszorg als een sterk merk te profileren.

De publieke thuiszorg moet af van het Calimero-denken want deze zorg is niet alleen neutraal en het laatste vangnet, ze puzzelt ook de continuïteit van zorg samen en bouwt bruggen binnen het lokale sociaal beleid.

beeld stefan dewickere

26 februari 2017 Lokaal

Het team gezins- en seniorenzorg in Puurs herhaalt de DNA-oefening op zijn vergadering: ‘We sommen onze sterktes op,’ zegt Kris De Koker. ‘Eens te meer voel je dan dat we meer moeten geloven in onze eigen sterktes en ons sterker moeten profileren. Wij beschrijven onze diensten gezinszorg en de lokale dienstencentra op één bladzijde. Op die ene pagina verwoorden we op een aantrekkelijke wijze wat onze diensten doen. Hiermee maken we onze folder voor de dienst gezinszorg opnieuw op met inspirerende getuigenissen van gebruikers en sprekend fotomateriaal. Daarmee profileren we ons niet alleen veel sterker, het maakt ook onze kwaliteiten voor iedereen veel duidelijker: wij zijn neutraal, wij zijn een laatste vangnet, wij zijn puzzelaars in het kader van continuïteit, wij zijn bruggenbouwers vanuit onze regisseursfunctie binnen het lokaal sociaal beleid. Door hier in team over te spreken kom je tot een groter gemeenschappelijk bewustzijn en bovendien werken de getuigenissen als vitaminen voor de medewerkers!’

De publieke thuiszorg is sterk, al wordt dit niet zo gepercipieerd door de inwoners en door het middenveld, ook niet door de publieke thuiszorg zelf.

tekst chantal swerts en joke vandewalle

Ook al is de publieke thuiszorg een grote speler in het zorglandschap, toch is dit niet algemeen geweten. Als je alle uren van de publieke thuiszorg samentelt, is het de op een na grootste dienst gezinszorg in Vlaanderen. Op sommige plaatsen zelfs de grootste. En wanneer je de lijst van erkende lokale dienstencentra raadpleegt, zie je dat nog steeds de meeste dienstencentra worden uitgebaat door een lokaal bestuur. De publieke thuiszorg is sterk, al wordt dit niet zo gepercipieerd door de inwoners en door het middenveld, ook niet door

stil te staan bij het eigen thuiszorgaanbod. Op welke behoeften moet, wil en kan een lokaal bestuur ingaan? Welke voordelen biedt de publieke zorg? Blijft de zorg even toegankelijk en betaalbaar, wanneer de publieke zorg verdwijnt? Hoe moet de publieke thuiszorg zich verhouden tot de andere partners in het thuiszorglandschap? En hoe komt er een goede samenwerking? Door zich bewust te zijn van de sterktes van hun eigen publieke thuiszorgdienst en de unieke karaktertrekken die hieraan verbonden zijn, kunnen lokale besturen de koers van de eigen thuiszorgdienst verder bepalen. Want ondanks de vele verschillen tussen het aanbod van gemeenten bestaat er een gemeenschappelijk DNA, een reeks gemeenschappelijke karaktertrekken. Dit is logisch, want de thuiszorg wordt gerealiseerd vanuit een gezamenlijk verleden en een gedeelde doelstelling. Het doel luidt iedereen een menswaardig bestaan te garanderen en daarvoor de juiste dienstverlening op te zetten voor de burger. Dat gemeenschappelijke DNA komt bij iedereen terug en verdient meer aandacht bij de profilering.

de publieke thuiszorg zelf. De publieke thuiszorg moet af van het Calimerodenken en de troeven die ze heeft op tafel leggen. Daarom is het belangrijk na te denken over welke positie de publieke thuiszorg wil, kan of moet innemen. Een gemeenschappelijk DNA ‘In de sector is er veel in beweging. De vergrijzing neemt toe en de zorgvragen worden complexer. Toch kiezen we er in Puurs voor onze openbare thuiszorg te behouden, omdat wij geloven in onze

unieke karaktertrekken,’ zegt Kris De Koker, diensthoofd gezins- en seniorenzorg van het OCMW in Puurs. Hij vindt het belangrijk bij het DNA van de openbare dienstverlening stil te staan. ‘Al is de verzuiling sterk aanwezig, toch slagen wij erin de helft van alle uren gezinszorg in Puurs te presteren. Dat wil toch iets zeggen, we hebben duidelijk onze voordelen. Al zijn we bekend, we kunnen ons nog beter profileren.’ Daarom ging hij graag in op de uitnodiging van het VVSG-netwerk Thuiszorg om samen met een communicatiespecialist

Binnen het lerende netwerk slagen de deelnemers erin dit DNA almaar duidelijker te omschrijven door stil te staan bij diverse vragen: welke doelgroepen bedient de publieke thuiszorg en wat zijn hun behoeften? Welke taken neemt de publieke thuiszorg op en welke karaktertrekken passen hierbij? Welke zijn de unieke trekken of wat onderscheidt de publieke thuiszorg van de andere partners in de sector? Door een antwoord te formuleren op deze vragen wordt het duidelijker waarvoor u staat en kunt u dit ook beter uitdragen in de eigen profilering. Bovendien is dit een zeer laagdrempelige oefening die u met iedereen binnen de eigen organisatie kunt doen: directie, verzorgenden en schoonmakers of raadsleden. Want alleen op deze manier wordt het een gedragen verhaal en kan iedereen zijn eigen stuk ervan voelen en uitdragen.

Elke gemeente een eigen verhaal Daarnaast kan elk openbaar bestuur een eigen verhaal schrijven met heel eigen accenten. Voor Puurs is dat een gerichte dienstverlening aan de inwoners met aandacht voor digitalisering, maar ook aandacht voor alle doelgroepen. ‘We moeten kritisch onze marktwaarde bekijken en als communicerende vaten onze openbare dienstverlening ontwikkelen op die vlakken waar we openstaan voor samenwerking met marktconforme diensten,’ zegt Kris De Koker. ‘Maar anderzijds zijn we ons nu ook bewust van onze marktregulerende werking, bijvoorbeeld voor de prijszetting in de woonzorgcentra. We hebben in dit lerend netwerk inspiratie opgedaan om ons team te versterken en te inspireren, en op die manier kunnen we aan nog betere openbare thuiszorg blijven werken.’

Werk maken van een sterk merk is natuurlijk niet evident. Het is belangrijk na te gaan wat je eigen dienst sterk maakt. Pas wanneer je goed zicht hebt op de eigen dienst, kun je werk maken van je profilering. Maar dit is een constant proces. Ook Puurs blijft bezig. ‘We hernemen de denkoefening in de loop van 2017 met de verzorgenden om hen beter te ondersteunen in het doorgedreven professionalisme en de stijgende flexibilisering. We moeten meer cliënten op kortere termijn helpen in het kader van taakuitzuivering vanuit diverse problemen: vervuilde situaties, personen met een beperking, gezinnen met opvoedingsproblemen en interventie van de bijzondere jeugdzorg, psychiatrische patiënten, personen met dementie,’ zegt Kris De Koker die massa’s uitdagingen ziet. Op vraag van een raadslid heeft hij zo ook tijd genomen om de werking van de gezinszorg en aanvullende thuiszorg toe te lichten op de OCMW-raad: ‘Hierbij zetten wij de troeven van de openbare thuiszorg in de verf. Het is belangrijk om mensen in een organisatie mee te krijgen zodat ze allemaal in dezelfde richting kijken. We moeten bruggen slaan tussen eilanden door ook de overlegstructuur en de dialoog structureel te ondersteunen, want alleen met informeel overleg kom je er niet. Hierbij is er zowel intern aandacht nodig voor de diverse diensten binnen gemeente en OCMW als extern voor het private aanbod in de thuiszorg. Ook de dienstencentra gebruiken het middenveld om projecten uit te werken om zo burgers bij het aanbod te betrekken of hen minstens te informeren over welk aanbod er is.’ Chantal Swerts is VVSG-stafmedewerker publieke zorg en Joke Vandewalle is VVSGstafmedewerker thuiszorg Oost-Vlaanderen

Wie met de eigen thuiszorgdienst werk wil maken van de profilering kan voor informatie terecht bij joke.vandewalle@vvsg.be en chantal.swerts@vvsg.be. Dit jaar wordt het lerende netwerk ‘Het Merk Thuiszorg’ hernomen: www.vvsg.be/agenda.

Lokaal februari 2017

27


special thuiszorg praktijk

LEUVEN - Met het project Casa Cura koppelen stad, OCMW en universiteit Leuvense studenten aan cliënten van Thuiszorg. Door verschillende generaties onder één dak samen te brengen slaat Casa Cura drie vliegen in één klap: de woningen in Leuven worden efficiënter benut, de studenten vinden een goedkoper kot, en de kotbazen krijgen gezelschap in hun vaak te grote en te stille huis.

Oud-diplomaat Maurice is 89. Zijn huis aan de rand van Leuven is eigenlijk veel te groot voor één man alleen, en sinds zijn vrouw vorig jaar overleed ook veel te stil naar zijn zin. Via het OCMW van Leuven, waar hij een beroep doet op de schoonmaakhulp, kwam Maurice bij het project ‘Casa Cura’ uit. Dat

dan gewoon een dak boven zijn hoofd, Maurice apprecieert het gezelschap – iemand die graag luistert als hij piano speelt bijvoorbeeld – en de helpende hand. De stad, het OCMW en de universi‑ teit van Leuven begonnen vorig jaar met Casa Cura. Het project kan een

Het is niet de bedoeling dat de inwonende studenten op hun eentje het huishouden gaan bestieren of klusjes opknappen voor hun kotbaas. Ze zorgen vooral voor een beetje waakzaamheid en stimuleren het sociaal contact. project, dat vorig jaar van start ging, brengt studenten onder bij oudere Leuvenaars. Een alternatieve vorm van samenwonen voor mensen van verschillende generaties. Sinds dit academisch jaar huurt Toon, die geneeskunde en wijsbegeerte stu‑ deert, een kamer in het grote huis van Maurice. Toon was op zoek naar meer 28 februari 2017 Lokaal

antwoord bieden op een paar proble‑ men waar Leuven mee worstelt. Om te beginnen is ongeveer één derde van alle woningen in de stad onderbenut. Grote huizen, vaak in de binnenstad, die door oudere koppels of alleen‑ staanden bewoond worden. Tegelij‑ kertijd is Leuven als studentenstad nummer één voortdurend op zoek

Casa Cura wil meer doen dan alleen maar de vraag en het aanbod qua studentenwoningen met elkaar te verzoenen. Het project wil ook de intergenerationele sociale cohesie in Leuven bevorderen.

naar huisvesting voor de uit de kluiten gewassen studentenpopulatie. Casa Cura zorgt dankzij de gouwe ouwe kotmadamformule voor een efficiënter gebruik van de Leuvense woonruimte. Maar Casa Cura wil meer doen dan alleen maar de vraag en het aanbod qua studentenwoningen met elkaar verzoenen. Het project wil ook de intergenerationele sociale cohesie in Leuven bevorderen, legt OCMWvoorzitter Herwig Beckers uit. ‘Veel van onze cliënten van Thuiszorg die alleen in een groot huis wonen, zien zich daar geconfronteerd met hun verminderde zelfredzaamheid en/of met eenzaamheid. Dankzij Casa Cura

kunnen ze gemakkelijk een kamer verhuren aan een student, zonder ingrijpende verbouwingswerken. Zo kunnen ze langer zelfstandig thuis blijven wonen.’ Ook financieel is het gunstig voor beide partijen: de oudere ontvangt extra huurinkomsten, de student huurt goedkoper in ruil voor een zeker engagement.’ Het is niet de bedoeling dat de inwo‑ nende studenten op hun eentje het huishouden gaan bestieren, of klusjes gaan opknappen voor hun kotbaas. Ze vervangen in geen geval de thuiszorg die het OCMW blijft leveren. De stu‑ denten zorgen vooral voor een beetje waakzaamheid en stimuleren het

sociaal contact. Voor OCMW en stad is Casa Cura daarom een typevoorbeeld van de veelbesproken vermaatschap‑ pelijking van de zorg.

en zijn kotbaas/huisgenoot Marc, die blind is, elke week samen fitnessen. Gilles brengt Marc op donderdag ook naar zijn wekelijkse bridgeavond.

A match made in heaven Leuven gaat niet over één nacht ijs bij het koppelen van kotstudenten en kotbazen. Er wordt goed gekeken of de cliënten van Thuiszorg en de studenten van de KU Leuven die zich kandidaat stellen, bij elkaar passen. Hun verwachtingen moeten min of meer overeenstemmen, en het is meer dan mooi meegenomen als ze ook nog eens gemeenschappelijke interesses hebben. Zo gaan rechtenstudent Gilles

‘Volgend academisch jaar gaan we zeker door met het project,’ zegt een tevreden OCMW-voorzitter Beckers. ‘We hebben liefst zestig sociaal ge‑ ëngageerde studenten die interesse tonen voor intergenerationeel wonen, en dertig à veertig oudere Leuvenaars die het wel zien zitten om een huis te delen met een student. Er zit muziek in Casa Cura.’

BART LASUY

Leuvense studenten zorgen voor de kotmadam

Jeroen Verelst is redacteur van Lokaal

Lokaal februari 2017

29


Hospitawonen in Gent Leuven is niet de enige stad die zich geconfronteerd ziet met onderbenutte woningen en die daarom volop experimenteert met nieuwe woonvormen. Gent zet sinds twee jaar in op hospitawonen. Alleenstaanden huren voor een goedkopere prijs een kamer bij een huiseigenaar die zowel het financiële extraatje als het gezelschap goed kan gebruiken. De stad Gent en het OCMW bedachten samen het hospitawonen om de beschikbare woningen in de stad zo efficiënt mogelijk te benutten. Veel alleenstaanden zoeken een betaalbare huurwo‑ ning, veel eigenaars wonen in een huis dat eigenlijk te groot is voor hen. Hospitawonen brengt hen samen. Het grote verschil met een gewone huurwoning is dat huurder en verhuurder min‑ stens één specifieke ruimte – badkamer, keuken, toilet – delen. De stad paste waar mogelijk het bouwreglement aan om hospi‑ tawonen mogelijk te maken. Maar ondanks de grote belangstel‑ ling – eind vorig jaar waren al 45 stedenbouwkundige vergunnin-

gen voor hospitawonen goedgekeurd en liepen er nog eens zeven aanvragen – stoten geïnteresseerde huurders en verhuurders toch nog op belangrijke drempels. Zo blijft de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning verplicht, riskeren eigenaars zwaarder belast te worden en kan zowel huurder als verhuurder sociale voordelen verliezen. Om daar een mouw aan te passen vragen stad, OCMW en pro‑ vincie aan de centrale overheden om het hospitawonen decre‑ taal te verankeren en enkel nog meldingsplichtig te maken, om huurinkomsten naar Nederlands voorbeeld tot een bepaald be‑ drag fiscaal vrij te stellen en om huurders en verhuurders via een nieuwe code in het Rijksregister altijd als twee onafhankelijke gezinnen te beschouwen. Als de centrale overheden de belangrijkste drempels wegwer‑ ken, zijn ze er in Gent van overtuigd dat hospitawonen ook an‑ dere steden zal overtuigen. Op termijn kan het dan een struc‑ turele plaats verwerven binnen het woonlandschap. Voor lokale overheden is een belangrijke rol weggelegd bij het promoten en begeleiden van huiseigenaars. Jeroen Verelst is redacteur van Lokaal

BETROUWBARE NETWERKEN IN ONZE GEMEENTEN: DAT IS INFRAX! Dirk Moerenhout Infrax-medewerker

www.infrax.be 30 februari 2017 Lokaal


special thuiszorg praktijk Net zoals dit gebeurt met mensen, raken ook tafels hun evenwicht kwijt. Een oproep aan de bevolking om oude houten wandelstokken te verzamelen, kreeg heel veel respons. Een goanstok gaf de tafels weer de broodnodige steun.

Zorgzaam Gullegem

In Gullegem worden mensen die niet meer zo kwiek en geïntegreerd zijn, meegenomen in het feestelijke en het algemeen maatschappelijke gebeuren, ook na 2016.

Gullegem is naast Moorsele en Wevelgem een deelgemeente van Wevelgem en telt bijna 9000 inwoners. Het gemeentebestuur van Wevelgem deed begin 2016 een oproep bij inwoners en verenigingen om initiatieven te ontwikkelen voor dit feestjaar. Het centrum voor ouderen- en thuiszorg Het Gulle Heem greep zijn kans om een al langer sluimerend idee uit te werken: spontane vrijwillige (buurt)hulp tussen buren, kennissen, vrienden, familie onder de aandacht brengen en waardering tonen vanuit de gehele dorpsgemeenschap. Het OCMW- en gemeentebestuur schaarden zich graag achter het project en boden de nodige ruimte. Het project kreeg de naam ‘Zorgzaam Gullegem’. Voor een goed begrip: het Centrum voor Ouderenzorg en Thuiszorg Het Gulle Heem is een cluster van diensten van het OCMW van Wevelgem, gelegen in deelgemeente Gullegem. Een woonzorgcentrum, een lokaal dienstencentrum, twee groepen assistentiewoningen, een groep aanleunwoningen en een centrum voor kortverblijf maken er deel van uit.

32 februari 2017 Lokaal

Zorgzaam Gullegem Gullegem heeft terecht de reputatie een gemeente te zijn die leeft en waar er veel te doen is. In het feestjaar werd het 950-jarig bestaan dan ook uitbundig gevierd met evenementen zoals een Miss Gullegem-verkiezing, feestconcerten of Gullegem Wintert. Het Gulle Heem komt met een heel specifiek voorstel. Volgens José Lecoutere, de algemeen directeur van het Gulle Heem, mag je de kwaliteit van een gemeenschap niet alleen meten aan de hand van de hoeveelheid feesten, kermissen, bijzondere sportmanifestaties en muziekeve-

Elke samenleving legt andere accenten in de verhouding tussen zelfzorg, particuliere zorg en overheidszorg. Door de verschuiving van verzorgingsstaat naar participatiestaat wordt steeds meer appel gedaan op de nulde lijn: de zelfzorg en mantelzorg.’ Helpende-hand-kaartjes Het project Zorgzaam Gullegem wordt opgezet vanuit het Gulle Heem, waarbij het lokaal dienstencentrum een belangrijk deel van het werk voor zijn rekening neemt. Het project heeft drie doelstellingen. Een ervan is aan-

José Lecoutere: ‘Door de verschuiving van verzorgingsstaat naar participatiestaat wordt steeds meer appel gedaan op de nulde lijn: de zelfzorg en mantelzorg.’ nementen: ‘Daarom pleit ik ervoor te zorgen dat mensen die niet meer zo kwiek en geïntegreerd zijn, mee te nemen in het feestelijke en het algemeen maatschappelijke gebeuren, ook na 2016. In iedere samenleving zijn er mensen die het moeilijk hebben. Die moeten kunnen rekenen op ondersteuning en zorg.

tonen dat er in Gullegem al veel gebeurt op de nulde lijn. Veel mensen doen iets voor iemand die zelf niet (meer) de mogelijkheden heeft om voldoende voor zichzelf te zorgen. Maar veel van deze zeer waardevolle, spontane en concrete daden blijven onder de radar. Ten tweede wil het project voelbaar en

GF

GULLEGEM vierde afgelopen jaar zijn 950-jarig bestaan. Het Gulle Heem greep zijn kans om een al langer sluimerend idee uit te werken: spontane vrijwillige (buurt)hulp tussen buren, kennissen, vrienden, familie onder de aandacht brengen en de waardering binnen de gemeenschap laten zien. aantoonbaar maken dat de gemeenschap de individuele spontane mantelzorg waardeert. Ten slotte: ‘Woorden wekken, voorbeelden strekken’. Het project Zorgzaam Gullegem wil mensen aanmoedigen ook in hun eigen omgeving iemand zorg en ondersteuning te bieden. ‘Naarmate Gullegem ook aandacht heeft voor de mensen die niet overal vlot kunnen participeren, kunnen we Gullegem ook een “zorgzame samenleving” noemen, die fier mag zijn haar 950ste verjaardag te vieren,’ zegt Lecoutere. De helpende-hand-kaart lag in mei 2016 in alle brievenbussen. Mensen die spontaan geholpen worden door iemand uit de gemeente, konden er hun ‘helpende hand’ op bedanken. Verenigingen, wijkcomités, sleutelfiguren en thuiszorgdiensten in de gemeente werden betrokken bij de verspreiding, bekendmaking en hulp om deze kaarten in te vullen. Het Gulle Heem kreeg maar liefst 230 kaarten terug. Verenigd Gullegem Bijna alle Gullegemse verenigingen ondertekenden een engagementsverklaring dat ze het ideeëngoed van Zorg-

zaam Gullegem mee uitdragen. Ze engageren zich om te zorgen dat mensen die normaal ‘uit de boot zouden vallen’ toch lid kunnen zijn en/ of blijven van hun vereniging. Voor José Lecoutere spelen de verenigingen in een zorgzame samenleving een belangrijke rol: ‘Ze hebben dikwijls veel tentakels binnen de lokale gemeenschap. Verenigingen bieden mensen de mogelijkheid een sociaal netwerk te ontwikkelen en te onderhouden en geven mensen betekenis in het gemeenschapsleven. Daarom willen we zeker ook zoveel mogelijk verenigingen betrekken in ons project.’ Magazine ‘Zorgzaam Gullegem’ Toen administratief medewerker Mia Van Derheyden en ik deze kaartjes gelezen hadden, begonnen we met beide partijen te praten. Het resultaat? Een magazine dat elke Gullegemnaar, opnieuw dankzij tientallen vrijwillige helpers, in oktober in de brievenbus ontving. De doelstelling ‘aantonen dat er heel wat moois gebeurt in Gullegem’ is duidelijk zichtbaar in het magazine en het wordt heel dankbaar onthaald en graag gelezen door de inwoners van

de gemeente. Voor OCMWvoorzitter Frank Acke zijn de getuigenissen in het magazine een tegengif voor doemdenken en individualisme: ‘Het zijn de warmmenselijke pleidooien voor de dagelijkse hulp en ondersteuning die mensen elkaar bieden. Ze maken mee de lokale gemeenschap tot wat ze is en vormen een buffer tegen vereenzaming en isolement.’ ‘Gie zyt mynne goanstok’ Directeur José Lecoutere bedacht de West-Vlaamse leuze van het project ‘Gie zyt mynne goanstok’. ‘We kunnen allemaal onverwacht een serieuze klap krijgen. Het is op die momenten dat we hopelijk mensen om ons heen vinden die voor ons een “goanstok” zijn. Mensen die ons steunen om zo goed mogelijk te blijven functioneren. Of het nu gaat om een echtgenoot, buur, vriend of goede kennis. Over deze belangeloze inzet van iemand kan men zich blijven verwonderen. In dit project stellen we dan ook vast dat die er in Gullegem is.’ Mieke Baes bracht samen met enkele vaardige vrijwilligers het project kunstzinnig in beeld. Verschillende tafels – want ook alle mensen zijn verschillend – met een afge-

broken poot werden onder handen genomen. Net zoals dit gebeurt met mensen, raken ook de tafels hun evenwicht kwijt. Een oproep aan de bevolking om oude houten wandelstokken te verzamelen, kreeg heel veel respons. Een goanstok gaf de tafels weer de broodnodige steun. Het conceptueel kunstwerk stond tot eind december in Het Gulle Heem, en kreeg er veel bezoekers over de vloer. Helpende handen in de bloemetjes gezet In een week tijd kregen alle ‘helpende handen’ die met een kaartje werden bedankt een bezoekje. Samen met de dankkaart ontvingen ze een bloemetje (gratis geschonken door de twee bloemenzaken in de gemeente) en een uitnodiging voor het dankfeest. Voor veel mensen een complete verrassing. ‘Mia Van Derheyden en ik stelden vast dat de mensen die bedankt worden, heel ontroerd zijn. Het is duidelijk dat dit project heel betekenisvol is en de verbondenheid tussen mensen nog sterker maakt. Zaterdag 19 november was een dag vol dankbaarheid: Zorgzaam Gullegem 1.0 werd afgesloten met een slot- en

dankfeest, waar maar liefst 350 Gullegemnaren aanwezig waren. ‘Het is vooral een moment van ontmoeting, bijpraten en verbondenheid,’ zegt José Lecoutere die de deelname van burgemeester, OCMW-voorzitter en schepenen een meerwaarde noemt. Zorgzaam Gullegem 2.0 Het Gulle Heem wil nu in 2017 Zorgzaam Gullegem 2.0 lanceren. Nu in 2016 met versie 1.0 overduidelijk is aangetoond dat er al veel belangeloze hulp is, willen de initiatiefnemers nog meer mensen stimuleren om wat tijd vrij te maken voor een buur, vriend of kennis die hulp nodig heeft. Zorgzaam Gullegem 2.0 moet middelen, werkwijzen, methoden of een medium creëren waarbij mensen die hulp behoeven enerzijds en mensen die hulp kunnen en willen bieden anderzijds, elkaar spontaan vinden zonder dat dit gestuurd wordt door een ‘overkoepelende organisatie’ die alles bereddert. Deze uitdaging is wellicht niet gering.

Hannelore Herman is centrumleider van het lokale dienstencentrum in Gullegem

Lokaal februari 2017

33


special thuiszorg praktijk

GENT - De stad Gent heeft sinds december vorig jaar een Vrijwilligerspunt. Op de website kunnen vrijwilligers vacatures van organisaties en diensten raadplegen en zich kandidaat stellen. De organisaties van hun kant kunnen er de profielen van kandidaat-vrijwilligers bekijken en met hen contact opnemen. Wie persoonlijker begeleiding wenst, kan ook gewoon langsgaan.

Vrijwilligerspunt Gent brengt vrijwilligers en organisaties bijeen

Een drietal jaar geleden ging de stad Gent van start met een vrijwilligers‑ loket voor senioren. Het initiatief was een uitloper van het grootschalige be‑ hoefteonderzoek bij Gentse senioren, waarvoor de stad samenwerkte met de Hogeschool Gent en de VUB. Een van de vaststellingen van dat onder‑ zoek was dat veel senioren interesse hadden voor vrijwilligerswerk. De stad richtte daarop een vrijwilligersloket voor senioren op, waar kandidaatvrijwilligers konden langskomen voor informatie en trajectbegeleiding.De medewerkers van het loket gingen dan op zoek naar een geschikte organisa‑ tie. ‘Algauw kregen we ook vragen van niet-senioren: werkloze veertigers, vluchtelingen die het Nederlands nog

niet machtig waren, men‑ sen die na een depressie of burn-out langzaamaan de draad weer wilden opnemen. Tegelijkertijd kregen we ook vragen van organisaties. Ze wisten niet zo goed hoe ze een vrijwilligerswerking konden opzetten, ze hadden vragen over verzekeringen of over het op papier zet‑ ten van de afspraken met vrijwilligers. Zo groeide het idee van een Vrijwilligerspunt dat zich zou richten tot elke Gentenaar en waar ook de organisaties terecht zouden kunnen,’ zegt Marijke De Moor van Vrijwilligerspunt Gent. Na een reorganisatie van de stads‑ diensten werd de regie van het vrijwilligersbeleid ondergebracht bij de dienst Welzijn en Gelijke Kansen. Het belangrijkste instrument van het Vrijwilligerspunt is de website die kandidaat-vrijwilligers en organisaties bijeen wil brengen. Martine De Troch: ‘Vrijwilligers kunnen er vrijwilligers‑ werk op hun maat zoeken, dat past bij hun interesses, hun leefwereld, hun beschikbaarheid. Organisaties, stedelijke en OCMW-diensten kun‑ nen er vrijwilligers vinden die aan hun vraag tegemoetkomen.’ De website is zeer gebruiksvriendelijk, de knoppen spreken voor zich: ‘ik zoek vrijwilligers‑

werk’, ‘ik zoek vrijwilligers’, ‘kalender’, ‘veel gestelde vragen’, ‘contact’. Voor kandidaat-vrijwilligers die niet goed met de computer overweg kunnen of die meer hebben aan persoonlijk con‑ tact, houdt het Vrijwilligerspunt elke maandag- en vrijdagmorgen spreek‑ uur, op andere dagen staan de mede‑ werkers na afspraak ter beschikking. Ook organisaties zijn welkom in het administratief centrum aan het Zuid. Sinds de kick-off op 8 december 2016 hebben al 141 organisaties en diensten zich op de website geregistreerd. Ze hebben samen 77 vacatures geplaatst. ‘De focus lag in eerste instantie op de vrijwilligersorganisaties en diensten’, zegt Mohamed El Bakali. ‘In de ko‑ mende maanden volgt een campagne naar alle Gentenaars om hun profiel aan te maken op de website: naar welk vrijwilligerswerk ben ik op zoek, in welk stadsdeel, op welke uren enzo‑ voort. We zullen het Vrijwilligerspunt zeer ruim bekendmaken via affiches, met artikels in het stadsmagazine en via de aanwezigheid op allerlei evenementen.’ Daarvoor schakelt het Vrijwilligerspunt overigens ook zelf twee vrijwilligers in, twee gedreven dames die geen gelegenheid voorbij laten gaan om de nieuwe service te promoten en het vrijwilligerswerk aan te prijzen. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Van 4 tot en met 12 maart vindt in heel Vlaanderen de Week van de Vrijwilliger plaats, om het vrijwilligerswerk te promoten en om de 750.000 vrijwilligers te bedanken: www.vrijwilligersweek.be. Meer informatie over het Vrijwilligerspunt Gent vindt u via https://vrijwilligerspunt.stad.gent. 34 februari 2017 Lokaal

Wat is goede service voor u ?

“Iemand die klaarstaat. Vandaag.” “Iemand die mijn organisatie klaarmaakt. Voor morgen.”

Congresdagen 2017 9 maart, Gent 16 maart, Antwerpen 23 maart, Aarschot 28 maart, Roeselare

Bij Proximus staat er altijd een contactpersoon voor u klaar, die u en uw organisatie persoonlijk kent. Iemand die uw IT-en telecomvragen snel beantwoordt en ook actief meedenkt. Zo komen we samen tot de juiste oplossingen die uw organisatie verder helpen groeien.

Ontdek onze persoonlijke service op

proximus.be/nieuwperspectief Lokaal februari 2017

35


special thuiszorg sterk werk

Eten, drinken, wassen, een kappers- of manicurebeurt inbegrepen, wanneer dat nodig is. Dit losse regime spreekt de gebruikers aan, ze hebben soms al ervaringen in dagopvang die verbonden is aan een woonzorgcentrum: daar zijn de regels strikter en hebben de meeste gebruikers een grotere zorgbehoefte dan die van Cado. Toch is de doelgroep heel gemengd, bij deze 80-plussers is er al eens een fysieke beperking of beginnende dementie. Door regelmatig naar hier te komen worden de meesten een tijdje beter, omdat ze net dat beetje extra moeite moeten doen. De sociale contacten zijn goede stimuli, net zoals het animatieaanbod. Elke dag zijn er bewegingsoefeningen, er wordt geknutseld, gezongen, bingo of een ander gezelschapsspel gespeeld.

Gezellig à la carte In de oude pastorie in hartje Keerbergen krijgen van maandag tot donderdag maximaal tien ouderen overdag aangepaste zorg. De begeleiders wassen hen, knippen hun haar of scheren hen, ze koken ’s middags, lezen voor of knutselen met de groep. Dankzij de Collectieve Dagopvang van het OCMW Keerbergen kunnen deze ouderen zelfstandig thuis blijven wonen maar vereenzamen ze niet. tekst marlies van bouwel beeld daniel geeraerts

Na het middageten leest Lieve Artois in de Collectieve Dagopvang van het OCMW Keerbergen (Cado) de krant voor. Na elk artikel begeleidt ze de discussie: ‘Iedereen zegt dan zijn eigen gedacht. We zoeken samen naar een oplossing. Wat hebben we al dikwijls de wereld veranderd!’ Vandaag staat ook Karin De Keijser voor de verzorging van de gebruikers 36 februari 2017 Lokaal

in, zij vraagt aan de groep wat ze volgende week willen eten: ‘We proberen zoveel mogelijk à la carte te gaan.’ De locatie is de ruime pastoriewoning in hartje Keerbergen, naast de kerk en het dorpsplein, en met een ommuurde tuin. Na het vertrek van de laatste pastoor heeft het OCMW de infrastructuur verbeterd met een toilet op

maat van ouderen en met een sanitaire cel, zodat de oude gebruikers zich hier kunnen laten wassen. ‘Sinds juni 2014 is Cado een feit. We zijn begonnen met één dag per week voor drie gebruikers om de formule uit te testen,’ zegt Lieve Artois. Het OCMW van Keerbergen had op dat moment extra uren gezinszorg nodig en uit het onderzoek van Dominique Verté was de vereenzaming van Keerbergse ouderen komen bovendrijven. Daarom staat Cado borg voor een warme huiselijkheid. Ondertussen bieden vier begeleiders aangepaste zorg aan maximaal tien mensen tegelijk, al zijn er in totaal twintig regelmatige gebruikers, maar niet iedereen komt tijdens alle openingsuren van maandag tot en met donderdag. Cado is dikwijls een tussenschakel, tussen de thuiszorg en het woonzorgcentrum en daarnaast ondersteunt het ook de mantelzorger, die zo even tijd voor zichzelf heeft. Cado springt flexibel om met de aanwezigheden en rekent ook enkel de effectieve uren aan a rato van 3,5 euro per uur.

‘We bieden van alles aan, de mensen mogen kiezen. Zo bouwen ze zelf hun contacten uit. Soms gaan we in groep naar externe activiteiten. We zijn naar het seniorenfeest geweest, maar ook naar de vernieuwde Delhaize-supermarkt en naar het vogelreservaat aan de Broekelei,’ vertelt Lieve Artois. Vanmiddag blijven de gebruikers liever samen aan tafel zitten. ‘We komen graag naar Cado,’ zegt Sidonie en de anderen knikken instemmend. Als Mit de anderen vraagt waarom ze dan graag komen, pakt Hélène haar vast: ‘Ik kom voor u.’ En daarna blijkt dat ze ook komt voor Sidonie en voor Marieke. Marieke schudt het hoofd: ‘Ik kom toch ook graag naar hier, omdat ik anders zo alleen ben. Mijn man is pas gestorven en dat is hard. Ik wist voordien niet dat het zo hard zou zijn. Ik durf niet alleen thuis te blijven. Ik heb schrik alleen. Ik ga nog wel graag thuis slapen. Hier is het plezant dankzij u.’ En ze wijst ook naar Mit die een nicht is van haar gestorven man. Mit voelt zich er goed bij: ‘Ik ben een platte Keerbergse.’ Het signaal om een paar moppen te tappen, waarbij de anderen hard moeten lachen. Dan wordt ze serieus: ‘Was ik op mijn achttiende maar zo slim geweest als nu, ik zou het anders hebben gedaan.’ Maar zo denkt niet iedereen, Marieke had het precies op dezelfde manier gedaan. Volgens Lieve Artois ontstaan hier mooie vriendschappen: ‘Mensen proberen hier ook samen te komen. Elke dag is de sfeer anders, want elke dag heeft de groep een andere samenstelling. Maar toen we bij het kerstfeestje ook de mensen uitnodigden die ondertussen in het woonzorgcentrum zitten, kwamen de meesten graag nog eens af om de andere gebruikers terug te zien.’ Volgens Mit zijn de vier begeleiders magnifiek. Lieve, Karin en de twee anderen vullen elkaar perfect aan. Mit: ‘Ze proberen er hier echt een thuis van te maken, ze luisteren naar wat we willen of nodig hebben.’ Volgens Lieve Artois werken ze daar hard aan: ‘We luisteren echt naar wat de mensen zelf graag doen, de ene kaart graag, de andere rijdt eens graag met een auto rond, of wil muziek maken. Sommige mensen hebben groene vingers en dat is fijn, want we hebben een kruidenbak.’ Ze kijkt naar de gezichten aan tafel: ‘Ze kennen elkaar goed en ze zien elkaar graag.’

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Lokaal februari 2017

37


mens en ruimte nieuws

print & web OOK MANNEN ZIJN SLACHTOFFER VAN PARTNERGEWELD EN WILLEN EROVER PRATEN…

Sinds 1 januari activeert het OCMW nieuwe artikel 60’ers binnen de regeling Tijdelijke Werkervaring. Het basisartikel in de OCMW-wet, de toepasselijke bepalingen in de RMI-wet en de links met Arbeidsrecht en de Werkloosheidsreglementering blijven gelijk. De doelstelling van de maatregel, de volledige inbedding in de VDABwerking en de financiering zijn echter ingrijpend gewijzigd. Op 23 december 2016 keurde de Vlaamse regering het uitvoeringsbesluit hierover definitief goed. De VDAB stuurde alle OCMW-voorzitters een mail met het nieuws en met informatie over de mandatering die aan elk OCMW zal worden toegekend. De modelbrief die elk OCMW ontving, vindt u op de VVSG-website. Het ontwerp van decreet werd op

27 oktober 2016 in de Commissie Werk van het Vlaams Parlement goedgekeurd. De rondzendbrief Tijdelijke Werkervaring van 14 november 2016 legt de praktische kant van de zaak uit. De VVSG heeft de nieuwe maatregel op tien plaatsen in Vlaanderen toegelicht. Door een tijdelijke werkervaring maakt een werkzoekende meer kans op het vinden van gepast werk.

Aanpassing aanvraag loonsubsidie In het kader van de maatregel Tijdelijke Werkervaring zijn er voorts enkele aanpassingen in de formulieren van terugbetalingsaanvragen om aan de nieuwe reglementering van het Vlaamse Gewest te voldoen. petra dombrecht LAYLA AERTS

Nieuwe regeling voor Artikel 60 in Tijdelijke Werkervaring

Besluit Vlaamse Regering 23 december 2016, Inforumnummer Rondzendbrief Tijdelijke Werkervaring van 14 november 2016 (Inforumnummer 305640). Het uitvoeringsbesluit, de modelbrief aan de OCMW’s en andere relevante informatie leest u na op www. vvsg.be/sociaal_beleid_en_werk/werk/activeringsbeleid_ocmw/ maatregelen. De VDAB bundelde op www.vdab.be/tijdelijkewerk‑ ervaring alle beschikbare informatie.

Gemeenten nu bevoegd voor verwaarlozing woningen Het decreet houdende diverse fiscale bepalingen van 23 december 2016 wijzigde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen en die op ongeschikte en/of onbewoonbare woningen grondig. Onder welke omstandigheden een woning of gebouw als verwaarloosd wordt beschouwd, blijft decretaal bepaald. De gemeenten die de verwaarlozing van woningen willen

MANNENKLAP

Mannenklap: website en aanspreekpunt voor mannelijke slachtoffers van partnergeweld

tegengaan, moeten nu zelf beleid voor inventarisatie en heffing ontwikkelen. De voornaamste wijzigingen in de regelgeving hierover hebben we op de VVSG-website gezet.

De afdeling Diversiteit en Gelijke Kansen van de stad Leuven ontwikkelde in 2015 het project ‘Mannenklap’, een laagdrempelig telefo‑ nisch aanspreekpunt voor mannen die slachtoffer, getuige of dader zijn van partnergeweld of huiselijk geweld. Voor mannelijke slachtoffers is spreken over partnergeweld nog een groot taboe. Ze worden vaak niet geloofd, hun verhaal wordt geminima‑ liseerd tot zelf belachelijk gemaakt, of ze worden in de daderrol geduwd. Het aanspreekpunt biedt een luisterend oor als eerste opstap naar hulp. Informatie over het project en het aanspreekpunt is gebundeld op www.mannenklap.be

JORIS DELEENHEER

Surf naar www.vvsg.be/omgeving/wonen en klik op ‘kwaliteitsbewaking’

Toekenning OCMW-tarief kinderopvang baby’s en peuters in stijgende lijn

Wil de EU echt werk maken van een Europese pijler van sociale rechten, dan moet ze een sociaal beleid voeren met afdwingbare doelstellingen voor de lidstaten. Alleen zo kan ze wegen op de realisatie van de VN-2030 Agenda, de blauwdruk voor de realisatie van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen wereldwijd, en 20 miljoen Europeanen uit armoede halen. Dat stelde de VVSG in een advies aan de Europese Commissie tijdens de raadpleging over de Europese pijler van sociale rechten. Zo moeten de laagste inkomens omhoog, tot het niveau van de Europese armoedegrens. Ook kinderarmoede, inclusief onder-

wijs en een inclusieve arbeidsmarkt met degelijke en duurzame arbeidsplaatsen zijn prioriteiten. De VVSG pleit er ook voor om in het Sociaal Investeringspakket bindende normen op te nemen die aan de specifieke context van iedere lidstaat aangepast zijn. Haalt een lidstaat die sociale norm niet, dan moet Europa kunnen bijsturen en/of sancties treffen. nathalie debast en betty de wachter

Het volledige advies leest u via www.vvsg.be/nieuws (bericht van 10 januari)

Promoot de markt: goede praktijken gebundeld

38 februari 2017 Lokaal

levingswaarde op die markt kunnen verhogen. Deze bundeling bevat voorbeelden van gemeenten die de acties in de praktijk brengen. Wat werkt en wat werkt niet? Wie voert de promotie en wie financiert? Welke vernieuwende initiatieven kunnen inspiratie bieden voor uw markt?

Het succes van de wekelijkse markt hangt af van de inzet van de marktkramers maar ook van het organiserende gemeentebestuur.

BART PALMAERS

STEFAN DEWICKERE

De wekelijkse markt brengt veel volk op de been. De markt stimuleert niet alleen de sociale contacten en samenhang, maar kan ook een wekelijkse hoogtijdag zijn voor de plaatselijke horeca en handel. Het succes van een markt hangt sterk af van de inzet van de marktkramers én van het organiserende gemeentebestuur. Na de Regionale Overlegtafels voor Marktleiders (ROM) in het najaar van 2016 bundelden we een breed gamma aan promotionele acties die de aantrekkingskracht van de markt en de be-

Als ouders de kinderopvang niet kunnen betalen, kan het OCMW een lager tarief toekennen.

STEFAN DEWICKERE

VVSG pleit voor socialer Europa

Bekijk de brochure via www.vvsg.be/ economie (kies ‘Publicaties economie’ in het rechter menu). Meer informatie krijgt u ook via economie@vvsg.be

De opdracht van het OCMW om een OCMWtarief kinderopvang toe te kennen werd recent decretaal verankerd. Wanneer ouders het toegekende inkomenstarief of het individueel verminderd tarief in de kinderopvang niet kunnen betalen, kan het OCMW zo’n tarief toekennen. De rechtsgrond voor deze opdracht werd toegevoegd aan artikel 8 §3 van het decreet van 20 april 2012. Daarmee krijgen de OCMW’s een extra instrument voor een actief activeringsbeleid, dat tegelijk in belangrijke mate kan helpen in de strijd tegen kinderarmoede en armoede bij vrouwen. Uit de OCMW-barometer van de VVSG van 2016 blijkt dat al veel OCMW’s vandaag OCMW-tarieven toekennen. Zo ontvingen de 143 OCMW’s die de OCMW-barometer invulden, samen 723 aanvragen voor een attest OCMW-tarief. Hiervan kregen 552 aanvragen een positief antwoord, met 128 attesten ‘helft van het berekend tarief’, 350 attesten ‘laagst mogelijke

tarief’ en 74 ‘standaard minimum tarief’. De Vlaamse OCMW’s kennen dus het vaakst het ‘laagst mogelijke tarief’ toe. Opgelet: ook de tarieven die het OCMW kan toekennen, worden jaarlijks geïndexeerd. Dit betekent voor 2017: • Het tarief ‘helft van het berekend tarief’ (met een minimum van 5,07 euro) • Het tarief ‘standaard minimum tarief’ (5,07 euro) • Het tarief ‘laagst mogelijke tarief’ (1,59 euro) sofie delcourt

Decreet van 20 april 2012 houdende de organisa‑ tie van kinderopvang van baby’s en peuters De VVSG bundelde de belangrijkste informatie over het individueel verminderd tarief, het OCMW-tarief en de rol van de OCMW’s in een nota die u terugvindt via www.vvsg.be/nieuws (bericht van 16 januari)

Kids-Gids: kindvriendelijke stedelijke ruimte plannen De betrokkenheid van kin‑ deren en tieners bij de plan‑ ning van stedelijke ruimte is een voorwaarde om tot een leefbare en duurzame om‑ geving te komen. De KidsGids combineert sociale, pedagogische en ruimtelijke inzichten en reikt een set bruikbare instrumenten aan die bijdragen tot een stevi‑ ger burgerschapspositie van kinderen en jongeren. H. Sacré, J. De Haene, L. Lauwers e.a., Kids-Gids: Samen met kinderen en tieners de stad van morgen plannen, Uitgeverij Garant, Antwerpen, 29 euro. Zie ook www.kids-gids.be Lokaal februari 2017

39


mens en ruimte nieuws

voor ouderen toe. Het was de ideale gelegenheid om belangrijke topics betreffende ouderenzorg, maar ook ruimer betreffende lokaal sociaal beleid ter sprake te brengen. Zo kwam het belang van een integraal welzijnsbeleid voor ouderen aan bod, en de belangrijke taak die daarbij is weggelegd voor het lokaal sociaal beleid. De VVSG heeft het concept buurtgerichte zorg toegelicht, met aandacht voor de rol die lokale besturen en lokale dienstencentra hierin kunnen spelen. We brachten enkele van onze bekommernissen onder de aandacht, bijvoorbeeld de bescherming van de meest kwetsbare ouderen. De VVSG stelt dat bij de beoordeling van de zorgbehoeften rekening moet worden gehouden met de sociale context van de oudere. De Vlaamse De sociale context sociale bescherming, die in volle voorbereiding is, bepaalt sterkt de moet voldoende garanties bieden dat de meest zorgbehoefte van kwetsbare ouderen niet door de mazen van het een oudere. net glippen.

Zanzu.be faciliteert communicatie over seksuele gezondheid

Op 12 januari ondertekende de VVSG mee de klimaatengagementen voor de zorgsector. Samen met Vlaams minister Jo Vandeurzen willen acht koepelorganisaties, het VIPA en het Vlaams Energiebedrijf in de sector welzijn, volksgezondheid en gezin de klimaatverandering bestrijden.

STEFAN DEWICKERE

VVSG-standpunt Vlaams ouderenzorgbeleid

VVSG ondertekent klimaatengagementen zorgsector

Op 11 januari lichtten de VVSG-stafmedewerkers voor thuiszorg en residentiële ouderenzorg in de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van het Vlaams Parlement het standpunt van de VVSG over de conceptnota Vlaams welzijns- en zorgbeleid

tine de vriendt en rika verpoorten

Meer informatie en een uitgebreider verslag van de hoorzitting via www.vvsg.be/nieuws (bericht van 17 januari)

Fietsers willen hun fiets niet alleen parkeren, maar willen dat dit ook veilig en ordelijk gebeurt.

Fietsberaad op 16 maart met u onderzoeken met de kopgroep fietsparkeren (zie agenda). wout baert

STEFAN DEWICKERE

Stal eens een fiets aan het station Fietsdiefstal voorkomen en fietsen veilig en ordelijk stallen aan haltes en stations blijft voor gemeenten een grote uitdaging. Fietspunten aan grote stations zijn een deel van het antwoord, maar de uitbreiding van die formule staat onder druk door besparingen bij de NMBS. Ook haltes van De Lijn functioneren steeds meer als knooppunt waar mensen van de fiets overstappen op bus of tram. Daar neemt de behoefte aan parkeeroplossingen voor fietsers dus ook toe. Fietsberaad Vlaanderen voert daarom een onderzoek naar de ontwerpeisen en ontwikkelingsmogelijkheden van voorzieningen om fietsen te parkeren. Tussen een kleine fietsenstalling en een bewaakt Fietspunt zijn er verschillende mogelijkheden: fietsenstallingen met toegangscontrole, dubbellaags fietsparkeren of fietskluizen. Het onderzoek wil ook de stallingsbehoeften voor elektrische fietsen, bakfietsen en fietsen met brede sturen en manden beoordelen. Nederland heeft al strategieën ontwikkeld om voldoende rotatie te krijgen in fietsenstallingen. Zijn die ook toepasbaar in Vlaanderen? Dat wil

De partners gaan de volgende dertien engagementen aan: 1. Voor alle bestaande gebouwen wordt gestreefd naar een jaarlijkse energiebesparing van 2,09% tegen 2030. 2. De zorgsector krijgt middelen om energieprestatiediagnoses op maat uit te voeren. Per voorziening moeten die resulteren in een actieplan met verschillende mogelijke investeringen. 3. Alle voorgestelde maatregelen uit de diagnose die zichzelf binnen vijf jaar terugverdienen, moeten door de voorziening worden uitgevoerd. 4. De minister verstrekt middelen om via een rollend fonds te investeren in de voorgestelde maatregelen uit de diagnose met een terugverdienperiode van meer dan vijf jaar. 5. Elke voorziening werkt tegen eind 2020 een klimaatvisieplan uit. 6. Alle nieuwbouw in de sector is vanaf 2018 bijna-energieneutraal en duurzaam. 7. In elke voorziening krijgt een personeelslid tijd en mogelijkheden om als klimaatverantwoordelijke te fungeren. De instelling mag daarvoor ook externe expertise inhuren of de krachten bundelen.

8. De minister ondersteunt de koepelorganisaties inhoudelijk en/of financieel om de eerstkomende jaren hun sensibiliseringsrol met kennis van zaken op te nemen. 9. De koepelorganisaties proberen het klimaatthema prominent op de agenda van het management en het bestuur van de WVG-voorzieningen te krijgen. 10. Voorzieningen zetten in hun aankoopbeleid maximaal in op hernieuwbare energie en groene stroom. 11. Er worden instrumenten voor monitoring en benchmarking ontwikkeld. 12. De sector stelt gegevens ter beschikking in functie van de klimaatdoelstellingen. 13. De sector wordt betrokken bij de verdere uitwerking, operationalisering, opvolging en evaluatie van de diverse aspecten van de engagementsverklaring.

Voor gezondheidswerkers en andere professionals die met kwetsbare migranten werken, is het zeer moeilijk om over hun seksuele gezondheid te praten. De taalbarrière, maar ook be‑ perkte gezondheidsvaardig‑ heden of culturele factoren spelen daarbij een rol. Sensoa werkte een handige, visuele tool uit die groepsen individuele gesprekken kan vergemakkelijken. Migranten die informatie over seksuele gezondheid zoeken en deze niet in hun moedertaal vinden, kun‑ nen nu terecht op Zanzu. be. De website helpt niet alleen kwetsbare migranten (nieuwkomers, asielzoekers en vluchtelingen) hun sek‑ suele gezondheid in handen te nemen, maar is ook een tool voor zorgprofessionals die hen daarbij begeleiden. www.zanzu.be www.welldoneawards.be

Lokale ondersteuning voor minder uitstoot Op 1 december organiseerde de Vlaamse regering de Vlaamse Klimaattop. De doelstelling van die top was samen met alle geledingen van de maatschappij te werken aan acties en maatregelen die bijdragen aan de Vlaamse doelstellingen voor broeikasgasreductie. De Vlaamse overheid maakt daarvoor de komende jaren een afzonderlijk subsidiebudget vrij. Binnen dat budget zal de VVSG de lokale besturen actief informeren en ondersteunen. kurt schoonbaert

Het uitgebreidere bericht en de lijst van partners bekijkt u via www.vvsg.be/nieuws (bericht van 17 januari)

Tot 28 maart: bruggen bouwen tussen de buurt, de lokale gemeenschap en personen met een beperking

Goede praktijken gezondheid voor Europees project

Door verbindingen te leggen tussen mensen met en zonder een beperking en organisaties uit de buurt kunnen dagelijkse zaken vlotter verlopen. De Koning Boudewijnstichting ondersteunt projecten voor communitybuilding die een band proberen te creëren met de buurt en de lokale gemeenschap. Mensen worden daarbij vooral aangesproken op basis van wat ze te bieden hebben, om wat ze kunnen en om wat ze graag doen, zodat een wederzijdse relatie van geven en nemen ontstaat. Elke organisatie, vereniging of buurtgroep met sociaal oogmerk kan een project indienen.

Breng experts uit de sectoren gezondheid, milieu en omgeving, en technologie samen, en laat ze onderzoeken hoe we een gezondere leefomgeving en gelijkheid in gezondheid en welzijn kunnen verzekeren: dat is waar het Europese Inherit-project voor staat. In het kader van dit project is het VIGeZ op zoek naar goede praktijken in een gezonde omgeving, bewegen of consumeren die de gezondheidsongelijkheid verkleinen.

www.kbs-frb.be, proj@kbs-frb.be

www.vigez.be/nieuws, wendy.vanlippevelde@vigez.be

40 februari 2017 Lokaal

print & web

De deeleconomie: opportuniteit tegen armoede? Deze verkennende studie bekijkt het concept van de deeleconomie, de omvang van het fenomeen en de uitdagingen die het stelt. De publicatie onderzoekt in het bijzonder de potentiële emancipatori‑ sche kracht van deelplatfor‑ men voor mensen die leven in armoede. Deze studie vormt zo een basis voor toekomstige werkpistes in dialoog met actoren uit België en Europa. www.kbs-frb.be

Lokaal februari 2017

41


mens en ruimte praktijk

Kortrijk Zaait geeft handelskern een boost De leegstand in de Wijngaardstraat en de Grijze Zusterstraat in Kortrijk was drie jaar geleden groot. Intussen hebben heel wat jonge ondernemers er een handelsof horecazaak. Met Kortrijk Zaait speelt de stad een belangrijke stimulerende rol in de heropleving van de handelskern. Dat project krijgt er binnenkort een broertje bij: de stad wil creatieve makers en ambachtslieden naar leegstaande panden net buiten de kernstad lokken. tekst bart van moerkerke beeld kattoo hillewaere

Er zit weer schwung in Kortrijk. De Leiewerken en de nieuwe bruggen over de rivier, de herinrichting van het openbaar domein, vernieuwde musea, de stad schudt haar grijze, ietwat oubollige imago af. Ook de handelskern, in een ver verleden het West-Vlaamse winkelwalhalla, leeft weer op. In 2010 opende K de deuren, het grote winkelcentrum in het hart van de stad. Natuurlijk scherpte K de concurrentie aan en ook de hinder die de bouw veroorzaakte, deed de bestaande handel en horeca in eerste instantie geen goed. De leegstand in bijvoorbeeld de Wijngaardstraat, vlak bij K, was tot voor enkele jaren groot. Het stadsbestuur moest een tandje bijsteken om detailhandelaars en horeca-uitbaters naar Kortrijk te halen. Het premiebeleid en de begeleiding van jonge starters werden versterkt met Kortrijk Zaait, een project dat intussen drie jaar loopt en

aan beginnende ondernemers. De wortel waarmee de eigenaars over de brug worden gehaald, is de kwijtschelding van de leegstandsheffing. ‘De eigenaar van een leegstaand handelspand in het winkelkerngebied die intekent op Kortrijk Zaait, wordt gedurende een jaar vrijgesteld van de leegstandsheffing,’ zegt Wouter Lecluyse van de dienst economie van de stad Kortrijk. ‘Wij kunnen het pand voor een sterk verminderde huurprijs aan een jonge starter aanbieden. Voor een ruimte van minder dan 100 m² betaalt die 300 euro per maand gedurende een jaar. Wij brengen eigenaar en kandidaat-huurder samen, zij beslissen dan of ze met elkaar in zee gaan.’ De lage huurprijs en de handelshuurovereenkomst van korte duur geven de ondernemer de kans het pand, de ligging, het concept van de zaak gedurende een jaar te testen. Maar hij moet wel de uitdrukkelijke intentie

Wouter Lecluyse: ‘Soms is het aantrekken van twee, drie jonge ondernemers via het project het begin van de heropleving van een volledige straat. Leegstand is besmettelijk, maar evengoed werkt activiteit aanstekelijk.’ waarvoor Kortrijk de mosterd haalde in Mechelen dat met MEST (Mechelse Starters) een gelijkaardig initiatief opzette. Het komt erop neer dat de stad de eigenaars van leegstaande handelspanden ertoe aanzet hun ruimte gedurende een jaar voor een sterk verminderde prijs te verhuren 42 februari 2017 Lokaal

hebben om in de stad te blijven. Wouter Lecluyse: ‘Hoewel voor de overeenkomst gebruik wordt gemaakt van het zogenaamde pop-updecreet mikt Kortrijk Zaait niet op pop-upzaken. Het kan natuurlijk dat een zaak niet aanslaat en dat de ondernemer het na een jaar voor bekeken houdt, maar de

bedoeling is dat eigenaar en huurder na dat eerste jaar een langlopende handelshuurovereenkomst afsluiten, zodat het pand structureel ingevuld wordt.’ Aanstekelijk Het concept werkt. De voorbije drie jaar werden 46 handelspanden in de database opgenomen. 24 ervan kregen via Kortrijk Zaait een invulling: acht beginnende ondernemers zitten in hun eerste handelsjaar, twaalf starters hebben na de testperiode een langlopende overeenkomst afgesloten met de eigenaar, drie ondernemers hielden er na een jaar mee op, één pand werd geschrapt omdat de eigenaar zich niet aan de voorwaarden hield. Voor vier panden wordt momenteel nog een starter gezocht. De overige achttien panden werden wel opgenomen in de database, maar uiteindelijk toch niet aan de Kortrijk Zaait-voorwaarden verhuurd. ‘Eigenaar en starter hebben elkaar wel gevonden via Kortrijk Zaait, maar ze hebben na onderhandelingen toch voor een gewone handelshuurovereenkomst gekozen. Omdat de huurder interessante financiële voorwaarden voor een langere periode dan één jaar kon bedingen, omdat de eigenaar mee wilde investeren in de vernieuwing van de handelszaak of om nog andere redenen,’ verduidelijkt Wouter Lecluyse. ‘We merken dat Kortrijk Zaait ook als katalysator of accelerator werkt. Soms is het aantrekken van twee, drie jonge ondernemers via

Kortrijk Zaait wil creatieve makers een plek in de stad geven zodat ze zichtbaar worden.

het project het begin van de heropleving van een volledige straat. In de Wijngaardstraat bijvoorbeeld raakten drie leegstaande panden via Kortrijk Zaait verhuurd. Intussen is nagenoeg alle leegstand er verdwenen. Leegstand is besmettelijk, maar evengoed werkt activiteit aanstekelijk.’ Creatieve makers De heropleving van de handelskern betekent niet dat alle problemen van de baan zijn, er is nog leegstand. Kortrijk Zaait dus door. Het project krijgt er buiten de kerngebieden zelfs een broertje bij. Ook daar staan handelszaken en kleine en wat grotere loodsen leeg. Die wil de stad volgens dezelfde principes activeren, maar hier mikt ze niet op horeca of detailhandel zoals in het stadscentrum. Ze wil er graag kleine ateliers of kantoortjes zien verschijnen: van fotografen en architecten, designers, stylisten en meubelrestaurateurs, loodgieters en schrijnwerkers. Productiebedrijven zijn niet het streefdoel, al zou bijvoorbeeld een kleinschalige bierbrouwer op sommige plaatsen

wel kunnen. Kim Verschueren van Ondernemerscentrum Stad Kortrijk: ‘Uit onderzoek en uit de vragen die we krijgen, blijkt dat veel creatieve makers en ambachtslieden op zoek zijn naar een pand van 200 tot 400 m². Ze zijn nu soms actief op een zolder of in een achterafkamer of -loodsje en ze hebben behoefte aan meer zichtbaarheid, soms meer laad- en losmogelijkheden. Ze hoeven niet per se in het centrum van de stad te zitten, maar een bedrijventerrein of KMO-zone aan de rand is ook niet wat ze willen. Er is een overeenkomst mogelijk met de eigenaars van leegstaande ruimtes in een cirkel rondom het stadshart. Die eigenaars willen we nu activeren om hun pand in de database op te nemen. We organiseren binnenkort een eerste informatievergadering. Kortrijk heeft veel creatief potentieel, het is belangrijk dat we die jonge makers in onze stad houden.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

www.kortrijk.be/kortrijkzaait

Pop-updecreet neemt niet alle onduidelijkheden weg Sinds 1 september biedt het decreet van 17 juni 2016 houdende huur van korte duur voor handel en ambacht een juridisch kader voor pop-ups en de tijdelijke invul‑ ling van leegstaande handelspanden. Met dit decreet kan een pand tot maximaal een jaar verhuurd worden voor het uitoefenen van kleinhandel of ambacht, zon‑ der onder de bepalingen van de handelshuurwet te vallen. Omdat deze kortetermijnhuur geen recht op hernieuwing inhoudt, de huurder steeds kan opzeggen (met opzegtermijn van een maand) en de verhuurder geen eenzijdige opzegmogelijkheid heeft, is deze nieu‑ we huurvorm erg geschikt voor de alom populaire popups en voor tijdelijk gebruik van leegstaande panden door startende handelaars of ambachtslui. Zie www.vvsg.be/economie (kies detailhandel -> leegstaande handelspanden). Het duidelijke juridische kader van het pop-updecreet betekent niet dat alle bestaande regels voorzien zijn op de creativiteit die tegenwoordig aan de dag wordt gelegd. Zo is het al enkele jaren onduidelijk of een tij‑ delijke onderneming als vestigingseenheid in de Kruis‑ puntbank van Ondernemingen (KBO) geregistreerd moet worden. En op stedenbouwkundig vlak wijzig‑ den vorig jaar de bepalingen over tijdelijke functiewij‑ zigingen. Om deze en andere onduidelijkheden weg te werken bundelden we alle relevante regelgeving en formaliteiten die van toepassing zijn op de tijdelijke invulling van leegstaande panden. Zie www.vvsg.be/econonomie (kies publicaties). Nog vragen? Contacteer ons via economie@vvsg.be

Lokaal februari 2017

43


mens en ruimte gezondheid

Het OCMW moet ervoor zorgen dat inwoners een menswaardig leven leiden. Vanuit de vertrouwensrelatie die de cliënt met de maatschappelijk werker heeft, worden veel problemen bespreekbaar. Zo is het ook met alcohol- en andere verslavingsproblemen. Eenvoudig is het nooit, maar voor VAD en het OCMW van Ledegem is het wel een haalbare opdracht.

op te roepen bij de cliënt. Joke Deveeuw van het OCMW wijst erop dat motiverende gespreksvoering meer is dan een techniek. Het gaat om een hulpverlenende basishouding: werken aan het erkennen van het probleem en aan een actieve gedragsverandering van binnen uit. ‘Dikwijls hebben cliënten zelf al geprobeerd om tot verandering te komen. Waar stoppen misschien niet lukt of zelfs niet wenselijk is, kunnen ze in een zorgcontext misschien wel minderen of risico’s beperken. Elke positieve gedragsverandering is belangrijk.’

tekst veerle cortebeeck beeld stefan dewickere

Alcohol, drugs, gokken en gamen: hoe kan het OCMW mensen ervan afhelpen? Mensen die bij het OCMW aankloppen, hebben uiteenlopende vragen en problemen. Soms zijn daar ook problemen met verslaving aan bijvoorbeeld alcohol, drugs, gamen of gokken bij. ‘In het ideale geval heeft het OCMW in een drugbeleid vastgelegd hoe het zijn rol wat betreft middelenproblemen ziet,’ zegt Joke Claessens van het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD). ‘Een drugbeleid vormt bij de begeleiding van mensen met middelenproblemen een belangrijke ruggensteun vanwege de duidelijke krijtlijnen waarbinnen je handelt.’ Om het OCMW hierbij te helpen ontwikkelde VAD de brochure ‘Een alcohol- en drugbeleid op de sociale dienst van het OCMW’. Die beschrijft welke stappen er nodig zijn om een strategie op maat van het OCMW te ontwikkelen. Het OCMW van Ledegem heeft geen uitgeschreven drugbeleid, maar vertrekt wel vanuit een onderbouwde visie. Joke Deveeuw van de sociale dienst in Ledegem was er van bij de aanvang bij. ‘We merkten dat binnen de sociale dienst steeds meer cliënten met verslavingsproblemen te kampen hadden. Omdat zij een specifieke behandeling nodig hebben, besloot het OCMW hiervoor een maatschappelijk werker vrij te stellen en een “GPMI (Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie) zorg” te ontwikkelen. De maatschappelijk werker had al een opleiding toegepaste psychologie achter de rug en volgde de opleiding die VAD organiseerde.’ Een drugbeleid vormt de basis, maar uiteindelijk is het de hulpverlener of de maatschappelijk werker van het OCMW die met de cliënten aan de slag gaat. De vertrouwensrelatie tussen de cliënt en de hulpverlener kan ervoor zorgen dat de cliënt zulke problemen spontaan ter sprake brengt, maar vaak is dit voor de cliënt een brug te ver en vindt hij dit niet prioritair. Om deze moeilijke problematiek bespreekbaar te maken doorloopt de maatschappelijk werker, samen met de 44 februari 2017 Lokaal

cliënt, verschillende stappen. Een eerste stap is middelengebruik opmerken. Zodra dit gebeurt, maakt de hulpverlener dit op een veilige manier bespreekbaar, en vervolgens samen met de cliënt een ernstinschatting. Wanneer het gebruik risicovol of problematisch is, is het belangrijk de cliënt tot verandering te motiveren. Bij ernstige middelenproblemen of wanneer het beoogde effect achterwege blijft, wordt de client doorverwezen naar een externe, meer gespecialiseerde dienst. Toch blijft de maatschappelijk werker ook dan een belangrijke rol spelen door de cliënt tijdens de begeleiding door de externe dienst en nadien te ondersteunen. De maatschap-

Joke Deveeuw: ‘Waar stoppen misschien niet lukt of zelfs niet wenselijk is, kunnen cliënten in een zorgcontext misschien wel minderen of risico’s beperken. Elke positieve gedragsverandering is belangrijk.’ pelijk werker en de cliënt bepalen samen welke stappen er gezet worden. Volgens Joke Deveeuw kan zo’n dialoog over het functioneren van de cliënt veel in beweging zetten: ‘Daarom is het in een hulpverlenende relatie van belang dat je het mandaat hebt om de onbespreekbaarheid van een probleem te mogen doorbreken. In overleg met de cliënt zet je dan samen stappen naar bewustwording, het ontlokken van een hulpvraag en eventuele gedragsverandering. Maar cliënten met een verslaving vormen een kwetsbare groep. De cliënt

Ook op de website www.me-assist. com staan veel hulpmiddelen om als welzijnswerker of huisarts het gesprek over middelengebruik aan te gaan, met screeningsinstrumenten, een stappenplan voor een kortdurende interventie, een doorverwijsgids, factsheets en folders voor cliënten en omgeving. Het OCMW kan als zorgomgeving ruimte bieden voor probleemherkenning en -benoeming. Het OCMW van Ledegem streeft ernaar alle cliënten via de me-assist te screenen. Door enkel te screenen bij vermoeden wordt problematisch gebruik soms niet opgemerkt. De me-assist is gebruiksvriendelijk voor de maatschappelijk werkers, en de cliënten ervaren het als een veilige tool. Verder is het een aanleiding tot bewustwording, kan het een achterliggende problematiek detecteren en vormt het op zich al een eerste interventie. Werken aan alcohol- en andere verslavingsproblemen sluit aan bij het bredere format Gezonde Gemeente, waarin een integrale strategie voor gezonde burgers en personeel wordt uitgewerkt. De VVSG raadt de lokale besturen die het charter Gezonde Gemeente ondertekenden aan de initiatieven betreffende alcohol- en andere verslavingsproblemen binnen Gezonde Gemeente te kaderen.

Drugbeleid vormt de basis, maar uiteindelijk is het de hulpverlener of de maatschappelijk werker van het OCMW die met de cliënten aan de slag gaat.

warm maken voor doorverwijzing en effectieve verandering is een grote stap. We verwijzen enkel door wanneer de cliënt zelf een duidelijke vraag heeft over zijn gebruik. Het is een uitdaging en dikwijls een langzaam proces om te motiveren tot een innerlijke verandering. Soms kunnen we verandering in gang zetten en kan die een opstap betekenen naar doorverwijzing of schadebeheersing. Maar we botsen evengoed op ongemotiveerde cliënten, ontkenning, weerstand tegen verandering en de realiteit van terugval. Hulpverlening kan niet afgedwongen worden. In dat geval doe je wat je kunt om te ondersteunen, maar ligt de verantwoordelijkheid voor de gemaakte keuzes bij de cliënt of doorloop je het begeleidingsproces opnieuw. Een dergelijk proces brengt extra werk met zich mee, maar het gaat er niet enkel om deze cliënten te bereiken. Het is belangrijk om ook het contact op langere termijn te kunnen houden. De cliënt is tenslotte meer dan zijn gebruik of misbruik.’

Veerle Cortebeeck is VVSG-stafmedewerker gemeentelijk gezondheidsbeleid

Hulpmiddelen voor de praktijk In theorie lijken de stappen logisch, maar hoe ga je nu het best concreet te werk? Voor Joke Claessens van VAD bepalen de houding en de gespreksstijl van de hulpverlener grotendeels het effect van de begeleiding: ‘Het model van motiverende gespreksvoering is specifiek ontwikkeld om weinig gemotiveerde mensen toch hun gedrag te doen veranderen.’ Het is een op samenwerking gerichte, doelgerichte gespreksstijl die de persoonlijke motivatie voor een specifiek doel moet versterken. Hierbij ontlokt en exploreert de hulpverlener iemands eigen redenen om te veranderen in een sfeer van aanvaarding en mededogen. Vanuit deze houding kan hij een thema ter sprake brengen en informatie aanreiken zonder weerstand

www.gezondegemeente.be

Leuven en Gent, 14 en 21 maart Omgaan met alcohol- en andere drugproblemen bij OCMW-cliënten. Om de maatschappelijk werkers van de OCMW’s te ondersteunen or‑ ganiseert de VVSG in samenwerking met VAD een tweedaagse vor‑ ming om de me-assist te leren gebruiken en motiverende gesprekken volgens Miller & Rollnick te leren voeren. Naast het theoretische ba‑ siskader werken de docenten zoveel mogelijk interactief met oefenin‑ gen en bespreking van concrete situaties die de deelnemers kunnen aanbrengen. www.vvsg.be/agenda

Lokaal februari 2017

45


mens en ruimte armoedebeleid

Beringen spoort verdoken armoede op Het aantal gezinnen in armoede neemt jaarlijks toe, zo blijkt uit statistieken. Veel gemeenten werken daarom aan de bestrijding van kinderarmoede. Helaas is dit geen evidentie, zeker niet wanneer het ‘verdoken armoede’ betreft. Beringen probeert het toch met een succesvolle methodiek die 31 beleidsaanbevelingen oplevert. tekst en beeld dimitri dumont

Om een beter beeld te krijgen van verdoken armoede neemt Beringen Samenlevingsopbouw RIMO Limburg in de arm voor de onderzoeksopdracht: hoe sporen we verdoken armoede op? Katleen Caymax van RIMO Limburg start haar onderzoek begin 2015 met objectieve gegevens van het steunpunt sociale planning provincie Limburg. Aan de hand van cijfers die op een armoederisico kunnen wijzen, detecteert ze de buurten waar er mogelijk veel problemen zijn. Vervolgens praat ze met verschillende instanties en sleutelfiguren, zij zijn goede opsporingskanalen in de zoektocht naar gezinnen in verdoken armoede. Met het nodige respect voor privacy – in ieder geval een voorwaarde – gaat het OCMW Beringen na of de gesignaleerde gezinnen al in een hulpverleningstraject zitten. 73% van de gezinnen is niet gekend. Huisbezoeken De volgende stap is een huisbezoek bij deze gezinnen. Aan de hand van de omgevingsanalyse krijg je zicht op meerdere gezinnen die in verdoken armoede leven. Hen benaderen op een respectvolle en niet-confronterende manier is volgens stedelijk coördinator armoedebestrijding Lieselotte Thoné een grote uitdaging. De zoektocht naar een bruikbaar gespreksinstrument leidt tot de ontwikkeling van het ‘voordelenboekje voor gezinnen met kinderen’. Hierin staat allerhande informatie over onderwijs, huisvesting, 46 februari 2017 Lokaal

opvoeding, vervoer en voeding, maar ook over de vele voordelen waar gezinnen recht op hebben voor vrije tijd, gezondheid, energie, kinderopvang en andere financiële tegemoetkomingen. In totaal legt opbouwwerker Katleen Caymax bij 57 gezinnen huisbezoeken af. Van de gezinnen die ze niet bereikt, is een deel verhuisd maar geeft het merendeel niet thuis ondanks meerdere pogingen. Slechts één gezin weigert het gesprek. Drempels in kaart De huisbezoeken hebben een dubbel doel: enerzijds het bestaande aanbod bekend maken aan deze ‘nieuw gedetecteerde gezinnen’ en warm doorverwijzen waar nodig, anderzijds nagaan wat hen weerhoudt hulp te zoeken. Het onderzoek lijst een resem drempels op. Zo weten mensen dikwijls niet waarop ze recht hebben. Dat komt het meest voor. Informatie of voordelen worden niet op maat van de meest kwetsbaren geschreven. Een groot aantal gezinnen vindt simpelweg niet de weg in het complexe landschap van hulp- en dienstverlening. Een andere drempel is de vrees voor een financieel onderzoek, wanneer je de stap naar het OCMW zet. Dit is heel confronterend, vooral omdat mensen bang zijn hun inkomen niet meer zelf te kunnen beheren. De derde drempel is een combinatie van trots en schaamte, in onze prestatiegerichte maatschappij wil niemand toegeven het niet alleen

Schepen Thomas Vints wil met de beleidsaanbevelingen de verdoken armoede niet alleen opsporen maar ze ook uit de wereld helpen.

te rooien. Negatieve ervaringen uit het verleden vormen de laatste drempel. Beleidsaanbevelingen Op basis van deze bevindingen formuleert RIMO Limburg in totaal 31 beleidsaanbevelingen voor stad en OCMW. Het zijn vaststellingen, signalen, besproken en ondervonden items van de gezinnen zelf. Voor schepen Thomas Vints is het afgeleverde werkstuk een duidelijke leidraad om armoede – en in bijzonder kinderarmoede – aan te pakken. ‘Maar wanneer we dat structureel willen doen, is het noodzakelijk dat we een lokaal sociaal beleid voeren dat inzet op drie niveaus. Met preventie moeten we armoede voorkomen door een beleid dat gericht is op kansen en rechten. We moeten ook voorkomen dat armoede zich herhaalt (generatiearmoede) en de gevolgen van armoede opvangen. En uiteraard moeten we op acute noden inspelen.’ Het rapport maakt ook duidelijk dat het lokale bestuursniveau geknipt is om de strijd tegen (kinder)armoede te regisseren, in partnerschap en op basis van lokale en bovenlokale netwerking. Beringen maakt gebruik van KIA-

cheques (Kom In Actie) die tot doel hebben de participatie van alle Beringense kinderen te vergroten, en in het bijzonder die van maatschappelijk kwetsbare kinderen. In de praktijk vragen net de meest kwetsbare gezinnen deze cheques niet aan en weten ze niet waarvoor ze ze kunnen gebruiken. Daarom probeert Beringen deze rechten te automatiseren en het aanbod gerichter bekend te maken. Daarnaast is het van belang de cijfergegevens die aan de basis lagen van dit onderzoek, over enkele jaren opnieuw te verzamelen. Op de voorstelling van het onderzoek op 22 november 2016 prijst professor

emeritus sociologie Jan Vranken de manier waarop het onderzoek de nadruk legt op de noodzaak van een structureel en breed gedragen beleid voor armoedebestrijding. Hij vindt de lijst beleidsaanbevelingen bijzonder volledig: ‘Het beleid houdt rekening met de specifieke lokale bevoegdheden en de noodzaak om ze in te passen in het multilevel governance-model. Het stedelijk armoedebeleid kan immers niet op zichzelf staan. Het moet de hogere regionen aanspreken op hun verantwoordelijkheid.’ Dimitri Dumont is diensthoofd samenleven in Beringen

Meer informatie over dit onderzoek en de resultaten ervan krijgt u bij de dienst Samenleven – stad Beringen. Lieselotte Thoné Coördinator armoedebestrijding Mijnschoolstraat 88, 3580 Beringen T 011 43 02 70 lieselotte.thone@beringen.be Het integrale rapport staat op de website van de stad Beringen onder samenleven – armoede.

HR SOFTWARE ZONDER KOPZORGEN

Intuïtieve E-recruitmentsoftware die: Vacatures maakt, beheert en publiceert Procedures en selecties beheert en opvolgt Een dynamische kandidatendatabank bouwt Wetenschappelijke testen integreert Uw processen onder controle houdt

Vrijblijvende demo: 09 389 69 90 - info@assolutions.be JobSolutions is een product van A&S Solutions I www.assolutions.be

Lokaal februari 2017

47


mens en ruimte huisvesting

Privéontwikkelaars als sociale ondernemers voor woonbeleid Socialehuisvestingsmaatschappijen bouwen en verhuren steeds meer sociale woningen, sociale verhuurkantoren verhuren almaar meer woningen, lokale besturen ondernemen initiatieven om wonen zo betaalbaar mogelijk te houden, en toch blijft betaalbare huisvesting vinden de grootste sociale uitdaging. Er zijn private ondernemers die proberen daarin te voorzien. Lokaal heeft een gesprek met Nicolas Bearelle, bestuurder bij Inclusio, en met Gilles Cock van het woonproject Bon Pasteur, een realisatie in samenwerking met Inclusio. tekst joris deleenheer en pieter plas beeld pieter plas

D

48 februari 2017 Lokaal

De goede herder Het project Bon Pasteur in Evere dient als voorbeeld. Inclusio is de eigenaar van dit wooncomplex met 38 eenheden in twee blokken, gescheiden door een binnenplaats met binnentuin. Gilles Cock: ‘Enerzijds zoekt een bank een rendabel financieel product, anderzijds heeft de regio Brussel geen middelen om in bijkomende sociale woningen te voorzien. Die twee komen hier samen.’ Het is een duurzaam en zuinig gebouw met een zo praktisch mogelijke opstelling. ‘We deden ook al het beheer bij andere, kleinere socialewoningbouwcomplexen. Het is dus niet nieuw voor ons. We zorgen voor alles, ook voor reiniging of reparaties.’ De overeenkomst geldt voor vijftien jaar.

Hoe het daarna verder moet is nog niet afgesproken. ‘Wij hopen dat er een verlenging komt van de huidige overeenkomst. Maar misschien wordt het gebouw verkocht, misschien komt er een vorm van co-eigenaarschap, ik weet het niet. Maar dit type wooneenheden is volgens mij meer geschikt voor sociaal beheer. Het is ook een gebouw waar mensen dicht op elkaar leven. Het verkopen is misschien niet zo eenvoudig.’

overheid,’ zegt Nicolas Bearelle. ‘Het is een mogelijkheid voor investeerders om kapitaal te beleggen in vastgoed dat we in eigendom houden, met een zeker financieel rendement, en hiermee tegelijk sociaal een verschil te maken. Gezien onze maatschappelijke doelstelling staan ze er ook achter dat dit rendement iets lager zal zijn. We mikken op drie à vier procent rendement. Om dit te bestendigen willen we in de toekomst naar de beurs.’

Gilles Cock: ‘Enerzijds zoekt een bank een rendabel financieel product, anderzijds heeft de regio Brussel geen middelen om in bijkomende sociale woningen te voorzien. Die twee komen hier samen.’ Sociaal en financieel rendement op lange termijn ‘Met Inclusio hebben wij alleszins de intentie om op lange termijn een stabiele partner te zijn van de SVK’s en de

Een verhaal voor de toekomst? Inclusio zal het probleem van betaalbaar wonen niet alleen oplossen, maar wil zeker zijn steentje bijdragen. Zowel de overheid als de private ondernemers

U DENKT ERAAN OM HET PARKEERBEHEER IN UW STAD/GEMEENTE UIT TE BESTEDEN ? U ZOEKT OPLOSSINGEN OM DE MOBILITEITSPROBLEMEN UW ‘Door STAD/GEMEENTE AAN TE PAKKEN ? Nicolas IN Bearelle: te werken in Bon Pasteur is een duurzaam en zuinig gebouw met 38 sociale woningen

Er bestaat wel een plan om elk jaar 300 sociale wooneenheden bij te bouwen, maar daar zijn geen middelen voor. Dit type van samenwerking maakt het mogelijk het aantal sociale woningen toch aanzienlijk te doen stijgen.’ De sociale verhuurkantoren huren woningen in op de private markt en verhuren ze nadien als sociale woning. Ze volgen dus de gewestelijke regelgeving,

die erop gericht is voor lagere prijzen te verhuren aan de meest woonbehoeftigen. Het SVK staat in voor het beheer en onderhoud van de wooneenheden. Het wijst de woningen ook toe en staat garant voor de betaling van de maandelijkse huurprijs. De huurders hebben recht op huursubsidie en krijgen huurbegeleiding van het sociaal verhuurkantoor. ‘Inclusio verhuurt de woningen dus als het ware aan de overheid,

een private omgeving kunnen we sneller woningen opleveren, maar we beseffen dat wij als private ontwikkelaar niet in ons eentje alle sociale woningen kunnen leveren.’ Indigo, wereldspeler in stadsmobiliteit, beheert meer dan 2 miljoen parkeerplaatsen in 500 steden in 17 landen. Indigo levert ondersteuning in diverse types van samenwerking, gaande van een typisch dienstverleningscontract tot het volledige beheer en de exploitatie van parkeerconcessies in zowel on-street als off-street contracten, en beschikt hiervoor over een volledig uitgeruste centrale controlekamer. Dit alles kan u ondersteuning bieden bij beleidskeuzes betreffende het al dan niet uitbesteden van bepaalde taken van parkeerbeheer, zowel op de openbare weg als in één of meerdere parkings. Wij komen met veel genoegen het uitgebreide gamma aan diensten voorstellen. Lees meer op onze website of neem contact op voor meer uitleg. Philippe.vranckx@parkindigo.be I +32 473 52 20 16 I www.parkindigo.be

Lokaal februari 2017

16134 www.sprengers.be

e wachtlijsten voor een sociale woning nemen niet af, de huurprijzen voor de kleinste woningtypes zijn het sterkst in prijs gestegen, bijna de helft van de huurders betaalt meer dan een derde van het inkomen aan wonen, OCMW’s komen dikwijls tussen in de factuur van basiskosten als huur of energie omdat veel inkomens vandaag te laag zijn of de huisvesting niet betaalbaar is. Nicolas Bearelle, CEO van Re-Vive, een projectontwikkelaar die zich toespitst op de duurzame ontwikkeling van woonkernen, probeert hier samen met Kois Invest en Bank Degroof-Petercam iets aan te doen. Samen richtten zij Inclusio op, een investeringsfonds dat met privékapitaal zelf sociale huisvesting bouwt om die aan sociale doelgroepen te verhuren. ‘Piet Colruyt, een vennoot binnen Re-Vive, heeft ons met elkaar in contact gebracht. We stelden allemaal de grote behoefte aan betaalbare huisvesting vast die de overheid blijkbaar niet alleen opgelost krijgt.’ Inclusio wil zijn steentje bijdragen. Het model is eenvoudig. Met privékapitaal bouwt Inclusio woningen die het vervolgens op lange termijn voor betaalbare prijzen verhuurt. Hiervoor wil het samenwerken met sociale verhuurkantoren. Er bestaat al een voorbeeld van: het woonproject Bon Pasteur van het sociaal verhuurkantoor Hector Denis in Brussel. ‘Gewesten hebben het moeilijk om sociale woningbouw te financieren. Dat is het vertrekpunt en de aanleiding voor deze samenwerking,’ zegt Gilles Cock, coördinator van SVK Hector Denis. ‘Dat is al 25 jaar zo in Brussel.

wat een rendementsgarantie biedt aan de investeerders. Bovendien kan het sociaal verhuurkantoor dan de nodige deskundige begeleiding verzorgen,’ vat Nicolas Bearelle het bondig samen.

49


Alles wat u moet weten over de omgevingsvergunning Heel binnenkort gaat de omgevingsvergunning van start. Daarbij worden de stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning samengevoegd. Hoog tijd dus om uw stad of gemeente klaar te stomen voor deze vernieuwing.

DOE-BOEK Sociale verhuurkantoren willen het liefst een goede sociale mix in een woonproject dat in de buurt van openbaar vervoer is gelegen.

STARTEN MET DE

HET OMGEVINGSVERGUNNINGSDECREET

OMGEVINGS-

ONTLEED

VERGUNNING HOE

moeten inzetten op betaalbaar wonen. ‘We hebben vorig jaar al 45 miljoen euro privékapitaal bijeengebracht, waarmee ongeveer 500 wooneenheden gerealiseerd kunnen worden. In de toekomst zullen we nog meer geld ophalen. Door te werken in een private omgeving kunnen we sneller woningen opleveren, maar we beseffen dat wij als private ontwikkelaar niet in ons eentje alle sociale woningen kunnen leveren.’ Nicolas Bearelle benadrukt bovendien dat zij werken vanuit een duurzame filosofie, ze plannen enkel energiezuinige en duurzame woonprojecten van goede kwaliteit in de woonkernen in de buurt van openbaar vervoer. ‘Per project willen we minimaal vijftien à twintig woningen bouwen. Dat is een minimum om haalbaar te zijn.’ Toch staan de SVK’s niet te springen om zoveel woningen in één woonblok of project in te huren. Ze willen concentratie vermijden. Binnen de site Bon Pasteur hebben alle 38 appartementen en studio’s nu wel een sociale doelstelling en is er dus weinig sociale mix onder de bewoners. Gilles Cock bevestigt: ‘Ik ben er geen voorstander van. Maar andere projecten die we voorgesteld krijgen, behelzen dikwijls zestig tot tachtig gegroepeerde wooneenheden. Dat is gewoon te veel, het zal niet werkbaar zijn. Je moet altijd streven naar een gezonde mix, met ook werkenden naast OCMW-steuntrekkers en werklozen.’ Nicolas Bearelle begrijpt dit en verkiest ook een gezonde vermenging van verschillende bewonersprofielen. Op die manier wordt ook al vaak de bezorgdheid van de buren en omwonenden weggenomen. Het SVK Hector Denis bewijst nu dat het in staat is een dergelijk project zonder problemen te beheren en de betaling van de huur te verzekeren. Dit kan een vertrekpunt zijn voor andere projecten. ‘Dat Inclusio ons kantoor en de sociale huisvesting vertrouwt en in ons investeert, zien we als 50 februari 2017 Lokaal

Is uw stad of gemeente al voorbereid op de nakende hervormingen in het vergunningenlandschap? De derde editie van deze pocket legt de grote lijnen bloot van het decreet en focust op de nieuwe procedures en digitale vernieuwingen. Die zullen een grote impact hebben op de gemeentelijke werking. Zonder meer verplichte lectuur voor al wie van kortbij of veraf vergunningen moet beoordelen.

een teken van erkenning,’ zegt Gilles Cock. Nicolas Bearelle vindt het model van de sociale verhuurkantoren heel mooi en zinvol. ‘Maar de SVK’s in Vlaanderen zijn te klein om de grote nood die er is te kunnen oplossen. Het is volgens ons noodzakelijk hen te versterken.’ Rol van de overheid Lokale besturen zoeken naar oplossingen om wonen betaalbaar te houden. Maar de hefbomen voor sociaal (woon-) beleid zitten bij de Vlaamse en federale overheid. ‘Zo is de btw een grote kostenpost in de ontwikkeling van onze projecten, terwijl we met een sociaal doel bouwen,’ zegt Nicolas Bearelle. Toch beschikken lokale besturen over veel troeven om sterk sociaal beleid te voeren. Zij worden meestal als eerste geconfronteerd met de problemen. Ze zoeken ook zelf oplossingen. Ze investeren in sociale huisvesting en ondersteunen SVK’s. OCMW’s komen tussen in de factuur van basiskosten als huur of energie omdat veel inkomens vandaag te laag zijn. Dit toont hoe het lokale niveau vandaag aan veel mensen een minimum aan bestaanszekerheid biedt. Volgens Nicolas Bearelle zouden lokale besturen initiatieven zoals Inclusio ook kunnen helpen door gemeentelijke gronden niet zomaar aan de hoogste bieder te verkopen, maar oog te hebben voor de maatschappelijke waarde die zo’n project kan bieden.

Joris Deleenheer is VVSG-stafmedewerker wonen en Pieter Plas is redacteur van Lokaal

BEgin iK Eraan?

Wilt u starten met de omgevingsvergunning, maar weet u niet precies hoe? Dit doe-boek helpt u om ze op een projectmatige manier in te voeren. De auteurs overlopen gedetailleerd de verschillende keuzes die de medewerkers van uw stad of gemeente moeten maken om zo vlot mogelijk omgevingsvergunningen uit te reiken. Zo worden ze optimaal voorbereid. Handige tabellen, inspirerende werksessies en duidelijke schema’s leiden hen doorheen de verschillende mogelijkheden.

✁ BESTELKAART

Ja, ik bestel ..... ex. van het ....

boek € 29/25*

....

Het omgevingsvergunningsdecreet ontleed (keuze tussen boek, e-book of combi). E-book € 25/19*

....

+

€ 39/29*

ik bestel ..... ex. van het Doe-boek Starten met de omgevingsvergunning (keuze tussen boek, e-book of combi). ....

Uitgeverij Politeia Keizerslaan 34 1000 Brussel

*

boek € 29/25*

....

E-book € 25/19*

....

+

-lid ja/nee (schrappen wat niet past)

Of bestel via

Naam: ...................................................................................... Functie: ..................................................................................... Bestuur/Organisatie: .................................................................. Tel.: .......................................................................................... E-mail: ...................................................................................... Adres: ...................................................................................... BTW: ........................................................................................

www.politeia.be info@politeia.be

Prijzen inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Voor actuele prijzen, raadpleeg steeds www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven.

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10

€ 39/35*

Datum en handtekening

Lokaal februari 2017

51


beweging aan de slag met de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen

Gezond leven: een recht voor iedereen

In september 2015 werden de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ondertekend, een set van zeventien doelstellingen die elk land wereldwijd verantwoordelijk stellen voor het nastreven van duurzame ontwikkeling tegen 2030. Om de doelstellingen te realiseren zijn lokale besturen van doorslaggevend belang. Niet alleen raakt elke doelstelling aan lokale bevoegdheden, gemeenten moeten ook het goede voorbeeld geven. Vlaamse gemeenten dragen al hun steentje bij aan dit globale kader, maar er zijn extra inspanningen nodig om het doel te bereiken. Gemeenten kunnen op drie niveaus bijdragen: intern binnen het eigen bestuur, lokaal voor de eigen bevolking en mondiaal door internationale samenwerking. De komende jaren vertaalt de VVSG deze internationale doelstellingen samen met de gemeenten tot op het lokale niveau. In dit nummer:

Met ‘Verzeker een goede gezondheid en promoot welzijn voor alle leeftijden’ wil de VN minder ziektes tegen 2030, met aandacht voor zowel fysiek als mentaal welzijn. Daarnaast moeten drank- en druggebruik worden bestreden en moet het aantal verkeersdoden sterk afnemen.

De jaarlijkse sport- en cultuurdag van het gemeentepersoneel zet de Herentalse personeelsleden aan tot beweging.

herentals

Hanne Albers & Karlien Gorissen

WE LK TY PE BE N JIJ ER AL S HE T OV

en

52 februari 2017 Lokaal

Verpleegkundigen in opleiding trekken voor hun stage van Genk naar Francistown.

Elke indiener pitcht het projectvoorstel in een korte presentatie voor de camera.

lesely maes en stefania d'angelo

NOG TIJD ZAT.be, een initiatief van Don-Bosco Groot-Bijgaarden, Regina Caelilyceum Dilbeek, Gemeente Dilbeek, Politie Dilbeek, Logo Zenneland en CGG Ahasverus

dilbeek

VU: Gemeente Dilbeek, Gemeenteplein 1, 1700 Dilbeek

GA AT ?

Gezonde medewerkers, gezond bestuur in Herentals

Dilbeek wil minder alcoholgebruik

Als deelnemer aan de campagne Gezonde Gemeente zorgen het stads- en het OCMW-bestuur van Herentals voor de gezondheid van hun medewerkers. Bij indiensttreding krijgen ze een gezondheidspas, een kaart waarmee ze kunnen gaan zwemmen of gebruik kunnen maken van de sporthal. Verder kunnen ze op geregelde tijdstippen deelnemen aan gezondheidswandelingen, nordic walking, badminton en petanque. Elke medewerker ontvangt bij indiensttreding trouwens een stappenteller en wordt aangemoedigd om de stappen te registreren op de online-stappenregistratietool van www.10000stappen.be. Door jaarlijks de beste ‘stappers’ en de beweeglijkste dienst in de bloemetjes te zetten is het personeel extra gemotiveerd om een beweeglijke levensstijl aan te nemen. Ook de jaarlijkse sport- en cultuurdag voor het gemeentepersoneel zet de medewerkers aan tot bewegen. Tijdens die uitstap is gemotoriseerd vervoer verbannen en alle locaties moeten met de fiets of al stappend worden bereikt. Op de jaarlijkse personeelsvergadering ten slotte zijn een gezonde en veilige werkhouding en -middelen vaste aandachtspunten: zware lasten tillen, de ergonomie van de werkplek, maar ook stress voorkomen zijn maar een paar van de onderwerpen die ervaren sprekers al hebben toegelicht.

Naar aanleiding van de wetswijziging in 2010 die het alcoholgebruik bij jongeren verder beperkt, zet de gemeente Dilbeek in op de bewustmaking van haar burgers. Hiervoor hebben de jeugddienst, de dienst welzijn, de politie, enkele Dilbeekse scholen en lokale organisaties de handen in elkaar geslagen. Sinds 2011 loopt de campagne ‘Nog Tijd Zat’, die jongeren afraadt op jonge leeftijd alcohol te consumeren. In het kader van deze campagne ondersteunt de gemeente Dilbeek verenigingen bij maatregelen waarbij -16-jarigen geen alcohol en -18-jarigen geen sterkedrank kunnen verkrijgen. Organisatoren van evenementen, zoals jeugdverenigingen, kunnen gratis sensibiliseringsmateriaal verkrijgen bij de jeugddienst. Het gaat onder meer over bierkaartjes, posters, polsbandjes en stickers die in de eerste plaats de aandacht van jongeren willen vestigen op alcoholgebruik en de negatieve kanten ervan. De campagne richt zich sinds 2015 ook op de directe omgeving van de jongeren. Het is bewezen dat wanneer ouders of vrienden een product gebruiken, de kans groter is dat de jongeren ook zelf gebruiken. Via informatieavonden zullen vanaf 2017 ook de ouders van de Dilbeekse jongeren gesensibiliseerd worden.

Studenten verpleegkunde uit Genk en Francistown leren van elkaar In zijn stedenband met het Botswaanse Francistown is Genk sterk bekommerd om de gezondheidszorg, waarbij het ondersteunen van verpleegopleidingen centraal staat. Al sinds 2008 werken de opleiding Verpleegkunde van Regina Mundi uit Genk en het Institute of Health Sciences in Francistown samen. Ze wisselen leerprogramma’s uit, maar het belangrijkste wapenfeit zijn zonder twijfel de stages die elk jaar plaats vinden. Een aantal Genkse studenten draaien vier weken mee in de wijkklinieken en het Nyangabwe Referral Hospital in Francistown. Omdat bij gebrek aan artsen in Botswana de functie van verpleegkundige zeer uitgebreid is, kunnen de studenten veel uitvoerende taken verrichten. De Francistownse studenten lopen op hun beurt stage bij het Wit-Gele Kruis en het Ziekenhuis Oost-Limburg. De jarenlange samenwerking tussen de Genkse en de Francistownse school heeft een positieve ervaringsuitwisseling op het niveau van de studenten en de school doen ontstaan. Het gevolg is een netwerk van docenten en daarnaast delen studenten uit Genk en Francistown hun ondervindingen met collega-studenten tijdens informatiesessies. Het succes van de samenwerking heeft er ook toe geleid dat in de toekomst ook verpleegkundestudenten van de UCLL naar Francistown trekken voor een stage van drie maanden.

Lokaal februari 2017

53


beweging netwerk van de secretarissen van de hulpverleningszones

We zijn allemaal beginners Sinds de start van de twintig Vlaamse hulpverleningszones op 1 januari 2015 werd er ook nieuw personeel aangeworven, zoals de zonesecretaris. Wettelijk is die secretaris een notulist, maar in elke zone wordt de functie verschillend ingevuld: van verslaggever van de zoneraad en het zonecollege tot directeur bedrijfsvoering. De tweede bijeenkomst van hun netwerk vindt plaats in Geel. Naast een uiteenzetting over openbaarheid van bestuur horen ze ook de ervaringen van door de wol geverfde politiezonesecretarissen. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere

Christiaan Bral, HVZ Vlaamse Ardennen Ons netwerk zit nog in de embryonale fase. Maar hier beweeg je je onder lotgenoten. Er zijn nieuwelingen bij, maar ook mensen met veel ervaring. Dat is allebei interessant. De nieuwen horen wat wij uit het verleden meenemen en voor ons is het interessant hen te horen, wat zij ervan vinden vanuit hun gezichtsveld. Het is een mooie mariage. Daisy Colsoul, HVZ Kempen We hebben een eenmansfunctie en hier kunnen we over ons werk praten en beseffen dat we met dezelfde problemen zitten. Zo kun je van elkaar leren. We kunnen ook onze vragen formuleren.

Christiaan Bral

Frank Van Droogenbroeck, HVZ Oost-Vlaanderen Dat klopt, de probleemstelling is gelijklopend en je ziet ook hoeveel gelijkenissen er zijn met de start van de politiezones. Kim Van Miechem, HVZ Waasland Op deze bijeenkomst kunnen we elkaar van alles vragen, maar tussendoor maak ik graag gebruik van het extranet dat de VVSG voor ons heeft opgezet. Daar vind je de nieuwe wetgeving in mensentaal. Chrisje Bleys, HVZ Noord-Limburg Maar sinds het netwerk is gestart, weet ik dat ik als ik alleen aan mijn bureau zit, ook iemand kan bellen en dat die iemand het antwoord op mijn vraag heeft. Kris Versaen

Kim Van Mieghem

Maaike Bryssinck, HVZ Rivierenland Ik heb al handige tips van deze collega’s in mijn mailbox ontvangen. Ik ben nu het huishoudelijk reglement voor de zoneraad en het zonecollege aan het voorbereiden. Bij de start van de zone hebben we rap iets geregeld, voor de korte termijn hebben we geroeid met de riemen die we hadden, nu in volgende fase wil ik het reglement updaten. Wie geeft me goede raad? Ellen Staelens, HVZ Fluvia Veel vragen hebben geen pasklare antwoorden. Hier kunnen we elkaar vragen hoe de andere het oplost zonder problemen te krijgen.

Cora van Dam, Brandweerzone Antwerpen We bouwen onze functie als zonesecretaris nog uit. We zijn nog zoekende. We moeten ook onze grenzen nog opzoeken. Els Cornelissen, HVZ Zuid-West-Limburg Op de eerste vergadering stond ik versteld: onze zelfde functie is overal verschillend ingevuld, de ene werkt op Aniveau, maar een ander kan evengoed op B- of C-niveau ingeschaald zijn. Maar als we samen praten, maakt dat niet uit, we zijn allemaal op hetzelfde niveau begonnen en we kunnen het zelf opbouwen. Daniel Carlucci, politiezone Beringen, Ham en Tessenderlo Met de politiezone zijn we al vijftien jaar bezig en al doende hebben we antwoorden gevonden. In het begin is het heel veel werk en moet alles worden opgelost. Gaandeweg krijg je meer bagage. Het is fijn te mogen reageren op de vragen waar deze secretarissen nu mee zitten.

Chrisje Bleys Maaike Bryssinck

Ellen Staelens

Marian Verbeek, VVSG-stafmedewerker gemeentelijke werking en organisatie Omdat ik ook heb geholpen bij de opstart van de politiezones, kom ik graag naar deze startende collegagroep. Mijn bijdrage is vooral de link te leggen met de werking en regelgeving zoals die van toepassing is voor de gemeente. Kris Versaen, VVSG-stafmedewerker civiele veiligheid Voor deze secretarissen is dit netwerk een platform voor kennisuitwisseling, en mij geeft dit een unieke kans om te voelen en te capteren waarmee zij worden geconfronteerd. Hier verneem ik knelpunten die ik eventueel kan meenemen in mijn belangenbehartiging. Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal

Frank Van Droogenbroeck

Daisy Colsoul

Marian Verbeek

Nele Claes Els Cornelissen

Sabine Van Dooren, brandweerzone Rand We geven elkaar heel concrete tips, want soms heeft een ander gewoon al de oplossing voor jouw probleem. Je moet het warme water niet alleen uitvinden. Zo hebben wij veel vrijwilligers in de brandweerzone, ze mogen zich blijven inzetten tot hun 65ste, maar wie al op pensioen is, verliest een deel pensioen omdat hij vrijwilliger is. Hoe doen de anderen dat?

Daniel Carlucci Fien Van Den Bogaert

Katrien Verbouw

Sabine Van Dooren

Cora van Dam

Nadja Desmet februari 2017 Lokaal 2016 Lokaal 54 juli/augustus

Melissa Rasschaert

Lokaal Lokaal juli/augustus februari 2016 2017

55


perspiraat

“Nationale politieke partijen zien de lokale besturen nog altijd als hun verlengstuk, maar die tijd is voorbij. Een democratisch draagvlak

beweging laureaat

tweets en tweeps

Volg ons op

Beveren is Bijenvriendelijkste gemeente van Vlaanderen 2016

behaal je nu niet alleen meer met de verkiezingen. Je moet zes jaar lang permanent met de burgers samenwerken en aansluiting zoeken bij burgerbewegingen.” Mark Suykens, afscheidnemend algemeen directeur van de VVSG Het Nieuwsblad 24/1

“Burgemeesters worden 24 op 24 geconfronteerd met vragen van de burgers. Het is een van de mooiste beroepen, maar het slorpt ook hun privéleven op. Daar is te weinig waardering voor. Ze zouden beter vergoed én ondersteund moeten worden.” Mark Suykens, afscheidnemend algemeen directeur van de VVSG Het Nieuwsblad 24/1

“Vrijwillige brandweermannen zijn steeds moeilijker te vinden. Het is een maatschappelijke tendens dat mensen zich minder engageren. In regio’s waar nog een bloeiend verenigingsleven is, doet het probleem zich vandaag opvallend minder voor. Mensen gaan er nog altijd van vader op zoon bij de vrijwillige brandweer.” Kris Versaen, expert brandweer bij de VVSG - Het Nieuwsblad 14/1

“Centrumsteden, regionale steden

Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid organiseerde voor de tweede keer de wedstrijd ‘Bijenvriendelijkste gemeente van Vlaanderen’. Beveren kwam dit jaar als laureaat uit de bus. Wilde bijen en honingbijen hebben een belangrijke functie in natuurgebieden en in land- en tuinbouwteelten. Ze bestuiven bloemen en dragen zo bij tot de bloei van bomen en planten. Spijtig genoeg komen bijen de laatste jaren sterk in de verdrukking. Boosdoeners zijn onder meer het verhoogde gebruik van pesticiden en de klimaatverandering. Toch kan elke gemeente met eenvoudige middelen de levensomstandigheden van de bijen verbeteren. De aanleg van bijenhotels is een voorbeeld van een eenvoudige ingreep die bijtjes appreciëren. Dit jaar schreven 31 gemeenten zich in voor de wedstrijd. Die kregen afgelopen zomer allemaal bezoek van een jury. De prijs beloont gemeenten voor hun bijenvriendelijk groenbeheer en voor positieve communicatie rond bijen. Ook de ondertekening van het bijencharter en de opmaak van een bijenplan leveren extra punten op. Beveren was de beste kandidaat en mag zich daarom een jaar lang de Bijenvriendelijkste gemeente van Vlaanderen noemen. De Waaslanders krijgen de titel voor hun bijenvriendelijk groenbeheer en de goede communicatie daarover met de burger. De gemeente kreeg naast de eer ook een cheque van 200 euro voor de aankoop van bijenvriendelijke planten.

@JanLeroyVVSG directeur bestuur VVSG: Personeel @vvsg neemt met ‘Markkrant’ afscheid van directeur @M_Suykens

@JoVandeurzen, Vlaams minister van Welzijn: Sector #Welzijn, #Volksgezondheid & #Gezin ondertekent 13 engagementen om acties op te zetten voor schoner klimaat

@willebroek_be: Inwoners van #Willebroek hebben nog één week de tijd om van zich te laten horen #bevolkingsbevraging

@BusinessInA, Business in Antwerp: Stad Antwerpen, Vlaanderen en @imec_int bouwen samen aan een #smartcity proeftuin #cityofthings

@WeMakeTheShift, duurzaamheidsnetwerk The Shift: Lokale schouders vr mondiale uitdagingen: @vvsg vertaalt #SDGs naar plaatselijke beleidsniveaus

@GemeenteLaarne: VVSG-directeur @mieckvos op bezoek in #Laarne. Aangename kennismaking en interessante uitwisseling van ideeën!

@StadaanZee, stad Oostende: We zijn eraan begonnen! Kom je ook langs op het Wapenplein? #nieuwjaarsdrink #oostende

@PzVlaArdennen, politiezone Vlaamse Ardennen: Sneeuw of ijzel? Vermijd gladde voetpaden dr te reinigen & zo nodig te strooien om gladheid te voorkomen=plicht van iedereen! #GASreglement

@P_Quintelier, zakelijk directeur VVSG: Historische dag voor #OVSG , #GSD-V en #VVSG. Aankoop Madou bij notaris Vigneron.

@gem_Koksijde: Flashback naar storm Dieter. De natuur heeft zo zijn grillen. #Koksijde

@VerbanckSteven, stafmedewerker leefmilieu VVSG: Gemeenten gebruikten in 2015 zeven keer minder pesticiden dan vijf jaar ervoor want #zonderisgezonder

@hbvl, Het Belang van Limburg: UHasselt gaat fusie tussen Hamont-Achel, Neerpelt en Overpelt onderzoeken

wouter pelgrims

en kustgemeenten krijgen meer uit het gemeentefonds omdat ze extra lasten dragen. Een stad met veel scholen trekt veel kinderen en dus veel verkeer. Daar zijn investeringen voor nodig en bijgevolg extra subsidies. Met de huidige verdeelcriteria loopt het verschil

Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week, én op de VVSG-website inlevering van personeelsadvertenties voor:

in toelage uit het gemeentefonds tussen sommige gemeenten op tot een twaalfvoud. Het is een politieke vraag of die verhouding verdedigbaar is.” Jan Leroy, VVSG-directeur

Lokaal 3 (maartnummer 2017)9 februari 2017 Lokaal 4 (aprilnummer 2017)13 maart 2017 informatie: nicole.vanwichelen@vvsg.be, T 02-211 55 43

Bestuur – De Morgen 10/1

56 februari 2017 Lokaal

Lokaal februari 2017

57


@joblokaal vacatures in lokale besturen

Op zoek…

naar nieuwe collega’s?

De VVSG biedt vernieuwde tariefformules aan voor de plaatsing van uw vacatures. Ook een gezamenlijke formule met Jobpunt behoort tot de mogelijkheden. U leest er alles over op www.vvsg.be/vacatures. 1-02-17

Gemeente Sint-Katelijne-Waver - afdelingshoofd grondge‑ biedszaken - technische deskundige we‑ gen Gemeente Ichtegem deskundige jeugd- en ontwikkelingssamenwerking 3-02-17

OCMW Veurne hoofd sociale dienst Audio Auditor OCMW Tienen directeur ouderenzorg

5-02-17

OCMW Machelen Maatschappelijk werker 6-02-17

IOK - preventieadviseur-staf‑ medewerker - deskundige informatievei‑ ligheid Gemeente Evergem financieel beheerder Gemeente en OCMW Beveren - coördinator thuiszorg en sociale dienst woonzorg - diensthoofd aankopen en aanbestedingen - dienstleider bibliotheek

Denderleeuw is een verbindingsgemeente: centraal gelegen is het een belangrijke schakel op vlak van economie en transport. Maar ook op sociaal en cultureel vlak een schakel tussen de mensen: zowel voor inwoners, als verenigingen, als pendelaars en bezoekers. Heel wat mensen vertrouwen op de schakel en de sociale band die Denderleeuw tussen hen vormt.

Het gemeentebestuur van Denderleeuw zoekt dynamische medewerkers (m/v) voor volgende functie:

Afdelingshoofd Wonen & Ondernemen (omgevingsambtenaarstedenbouw) (voltijds- statutair A4a-A4b) – 2e oproep Inhoud van de functie • Je staat in voor de behandeling van de stedenbouwkundige vergun‑ ningsaanvragen en omgevings‑ vergunningen, het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen, verkavelingsaanvragen, … • Je formuleert voorstellen omtrent de ruimtelijke ontwikkeling op lange en middellange termijn • Je staat in voor de handhaving van de planningsprincipes en steden‑ bouwkundige voorschriften • Je geeft leiding aan de afdeling Wonen & Ondernemen Profiel • Je hebt de Belgische nationaliteit • Je bent in het bezit van een mas‑ terdiploma en beschikt over een relevante aantoonbare beroepser‑ varing van tenminste 4 jaar • Je kan door middel van attesten aantonen dat je beschikt over voldoende kennis van de steden‑ bouwkundige materie (cursussen stedenbouw, ruimtelijke ordening of planning, …) • Je voldoet aan de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden en slaagt voor de selectieprocedure

58 februari 2017 Lokaal

Aanbod Wij bieden een boeiende en afwisselende functie met verantwoordelijkheid, een aantrekkelijk salaris (tussen 3.595,65 en 5.482,34 bruto per maand) en extralegale voordelen zoals maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, fietsvergoeding en terugbetaling woon-werkverkeer met het openbaar vervoer. Interesse in deze functie? Stuur een gemotiveerde sollicitatiebrief met curriculum vitae en een kopie van je diploma, alsook de gevraagde attesten, per brief naar: het college van burgemeester en schepenen, A. De Cockstraat 1, 9470 Denderleeuw of via e-mail naar aanwervingen@denderleeuw. be. Kandidaturen dienen het gemeentebestuur uiterlijk 10 maart 2017 te bereiken. Inlichtingen Dienst HRM: 053 640 646 aanwervingen@denderleeuw.be www.denderleeuw.be/vacatures

Stad Turnhout manager beleving OCMW Dendermonde hoofdmaatschappelijk werker ouderen en thuiszorg Stad Eeklo - projectmedewerker open‑ bare werken en mobiliteit - technisch coördinator Haviland igsv hr-coördinator 7-02-17

Stad Aalst teamverantwoordelijke planning en stadsvernieuwing Gemeente Wetteren beleidsmedewerker programmering en collectiebeheer Stad Geel Diensthoofd openbare werken en verkeer 8-02-17

Gemeente Overijse - coördinator vrijetijdscen‑ trum - bibliothecaris - t wee omgevingsdeskundi‑ gen - mobiliteitsdeskundige - werfleider poetsdienst - diensthoofd algemeen se‑ cretariaat en archief Gemeente Scherpenheuvel-Zichem coördinator buitenschoolse kinderopvang

10-02-17

IOK - ruimtelijke planner - deskundige werfopvolging OCMW Boom Afdelingshoofd sociale dienstverlening 12-02-17

OCMW Dilbeek teamcoach ouderenwelzijn Stad en OCMW Genk - Technologiemanager - Deskundige budgetbeheer en projectondersteuning

Leiedal stedenbouwkundig ontwerper HerKo consulent financiën en personeel

Produ c dienst ten- en ena voor l anbod oka bestu le ren

13-02-17

Als gemeente of stad kunt u op Eandis rekenen om uw keuzes en ambities op het vlak van energie te realiseren.

15-02-17

Hiervoor bieden we u een breed gamma aan producten en diensten aan. Die helpen u om uw lokale energiebeleid vorm te geven. We geven advies, ondersteunen, coördineren en voeren uit.

Stad Vilvoorde financieel beheerder Sociaal Huis Bornem maatschappelijk assistent

Rasschaert advocaten Jurist VVSG stafmedewerker Kenniscentrum Vlaamse steden 17-02-17

Gemeente Boechout Deskundige informatica

Ondertekende u het Burgemeestersconvenant al of overweegt u dat? Eandis ondersteunt u graag bij de opmaak en de realisatie van een duurzaam energie-actieplan (SEAP).

OCMW Schoten

Consulent thuiszorg 19-02-17

Gemeente Laakdal Diensthoofd openbare werken 26-02-17

9-02-17

Samen sterker in energie

Gemeente Lebbeke deskundige financiële dienst

Eandis, uw betrouwbare partner in energie Meer info op www.eandis.be > Lokaal bestuur > Overzicht energiediensten

eandis cvba

10-03-17

Gemeente Denderleeuw afdelingshoofd wonen en ondernemen

company/eandis

Volg ons!

Lokaal februari 2017

@eandis_cvba

59


beweging agenda

Tongeren 16 februari Deinze 17 februari Kortenberg 17 februari Turnhout 20 februari Izegem 23 februari Lier 24 februari

ONTDEK ONS OPLEIDINGSAANBOD OP WWW.VVSG.BE/OPLEIDINGEN

Gemeentelijke premies voor detailhandel: wat werkt wel? Brussel 9 februari

Spelen in zwarte sneeuw Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen stelt zijn boek Spelen in zwarte sneeuw voor over kinderarmoede. Als kinderen uit kansarme gezinnen spelen, naar school gaan of winkelen: ze kunnen niet aan hun armoede ontsnappen. Met een debat over welke maatregelen effectief voor kinderen een verschil maken. www.kinderrechtencommissariaat.be/ actueel/spelen-zwarte-sneeuw

Gent 9 maart - Malle 13 maart - Leuven 20 maart Hasselt 21 maart - Roeselare 22 maart

Ronde van Vlaanderen Actuadossiers voor uw bestuur Lokale politici en leden van het managementteam van gemeente en OCMW kunnen op de VVSG-Ronde van Vlaanderen vooruitblikken op het nieuwe De‑ creet Lokaal Bestuur waarvan een belangrijk onderdeel gaat over de integratie van gemeente en OCMW. Wat staat er in de ontwerpteksten? En hoe biedt de nieuwe VVSG-routekaart een praktische handleiding voor gemeente en OCMW om samen te werken? Ook andere actuele dossiers komen aan bod: van betonstop tot het nieuwe Vlaamse Afvalplan, de wijzigende tewerkstellingsmaat‑ regelen, de ontwikkelingen in het onderwijslandschap, de evoluties in cultuur-, erfgoed-, jeugd- en sportbeleid, de uitbreidingsronde kinderopvang, de publieke zorg van de toekomst en de bestrijding van kinderarmoede. www.vvsg.be/agenda

Hoe werk ik als lokale mandataris? Hoe werk ik als raadslid met sociale media? Nieuwe mandatarissen, maar ook mandatarissen die al een tijd meedraaien, kunnen ’s middags voor de Ronde van Vlaanderen een programma volgen over de politieke spelregels of een sessie over sociale media. Welke kansen bieden sociale media voor raadsleden? Mét voorbeelden van politici die al slim gebruik maken van sociale media. Aansluitend vindt het hoofdprogramma van de Ronde van Vlaanderen plaats waar de actuadossiers voor het lokale bestuur op de agenda staan. www.vvsg.be/agenda

60 februari 2017 Lokaal

Hasselt start 10 februari Mechelen start 20 april Gent start 31 mei Leuven start 3 oktober

Procesmanagement

Procesdenken is burgergericht of cliëntgericht denken. De kwaliteit van de dienstverlening is niet alleen afhankelijk van de uitvoering van afzonderlijke taken of van afzonderlijke afdelingen, maar vooral van het samenspel tussen al deze taken, de samenwerking tussen de afdelingen. Procesmanagement zorgt voor meer klantgerichtheid, betere resultaten, hogere efficiëntie, minder verspilling en betere risicobeheersing. www.vvsg.be/agenda

Gent start 15 februari Geel start 23 februari Leuven start 17 februari

Leernetwerk organisatiebeheersing, -ontwikkeling en kwaliteitsmanagement Dit VVSG-netwerk voor verantwoordelijken kwaliteitszorg, organisatieontwikkeling of interne controle start zijn tweede jaargang. Ook nieuwe deelnemers kunnen zich aanmelden. Het leernetwerk focust op de organisatiethema’s die in uw bestuur centraal staat; de deelnemers leren van elkaar recht uit de praktijk. www.vvsg.be/agenda

De VVSG-regionale overlegtafels economie ondersteunen gemeenten met kennisdeling, netwerking en ervaringsuitwisseling in hun economisch beleid om echte ondernemingsvriendelijke gemeente te worden. www.vvsg.be/economie

Gent 7 maart, 17 maart en 18 april

Investeren in de transitie naar energiezuinige gebouwen

Drie dagen vol theoretische inzichten, praktische vaardigheden en methodes om organisatieveranderingen met meer kennis van zaken door te voeren. Deze opleiding richt zich uitdrukkelijk tot wie verantwoordelijk is voor de samenwerking tussen gemeente en OCMW, voor een innovatieve organisatie of een reorganisaties in functie van betere hulpen dienstverlening of van meer efficiëntie. www.vvsg.be/agenda

Op het jaarforum van de federale raad voor duurzame ontwikkeling staan de milieu- en socio-economische voordelen van energetische renovatie centraal, coherent met de nieuwe 2030-agenda voor duurzame ontwikkeling. www.frdo-cfdd.be

Antwerpen 14 maart Leuven 23 februari

Socialemediastrategie voor lokale besturen Wat zijn sociale netwerken en wat leveren ze concreet op? Wat houdt een slimme socialemediastrategie in? Welke effecten mag een bestuur ervan verwachten? Voor een juiste werkwijze, monitoring en constante verbetering maken de deelnemers een concreet stappenplan. www.vvsg.be/agenda

Brussel 16 maart

Veranderingsmanagement: de kunst van het implementeren

Vlario-dag 2017

Het grootste evenement binnen de rioleringssector in Vlaanderen biedt niet alleen een inhoudelijk interessant programma maar is ook het ideale netwerkmoment voor de rioleringsmarkt. Meer dan 60 exposanten tonen u hun allerlaatste nieuwigheden. www.vlario.be

Brussel 16 maart

Kopgroep fietsparkeren Mobiliteitsambtenaren en schepenen die het fietsparkeren in hun stad of gemeente sturen, zijn welkom op deze kopgroep. Neem contact op met Fietsberaad Vlaanderen. www.fietsberaad.be, wout.baert@fietsberaad.be Gent 28 maart

Persoonlijke efficiëntie voor uitvoerend mandatarissen Hoe kunnen politici een balans vinden tussen de vele werkzaamheden? Hoe vinden zij een evenwicht tussen hun werk, de politiek en hun privéleven? Dit is een opleiding in zelfmanagement. www.vvsg.be/agenda

Gent 27 april

Inspiratiedag Kinderopvang De nieuwste trends en ideeën in kinderopvang‑ land ontdekt u op de Inspiratiedag Kinderopvang van de VVSG. Niet te missen voor al wie verant‑ woordelijk is voor het opvangen van kinderen. www.inspiratiedagkinderopvang.be

Antwerpen 4 mei

Energie- en Klimaatdag Tweejaarlijks organiseert de VVSG de Energie- en Klimaatdag voor lokale besturen. De vorige editie was met 500 deelnemers een groot succes. Voor de volgende editie gaan we een partnerschap aan met de provincie Antwerpen en strijken we op 4 mei neer in het volledige vernieuwde congrescentrum van de Zoo. Een niet te missen event voor al wie lokaal actief is rond energie en klimaat in de ru​ime zin, houd dus alvast de datum vrij.

Lokaal februari 2017

61


NIX triljoen

Congres Publieke Ruimte 2017

VOORUITKIJKEN Vandaag werken aan de publieke ruimten van morgen

Donderdag 30 maart 2017 Congrescentrum Lamot, Mechelen

Jubileumeditie 10 jaar Publieke Ruimte Expo 10 jaar Prijs Publieke Ruimte Uitreiking 10de Prijs Publieke Ruimte (feest!) Luxe uitgave 10de praktijkboek Publieke Ruimte Forum vol inspiratie voor de publieke ruimten van morgen Stadsexcursie langs Mechelse parken en tuinen Aanvullend avondprogramma voor beleidsvoerders lokale besturen (moderator Johny Vansevenant, VRT)

Programma van topniveau Vooraanstaande keynote speakers met o.a. Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck, prof. Pieter Ballon (VUB, smart cities) en Bart Somers (burgemeester Mechelen) Toonaangevende sprekers uit binnen- en buitenland Congreshost: Erika Van Tielen Trendwatching ‘Opruimen en plaats maken’: 4 deelsessies over toekomstgericht en flexibel ruimtegebruik ‘Energieke mobiliteit’: 4 deelsessies over mobiliteit van morgen ‘Leefruimte voor iedereen’: 4 deelsessies over de mens als centrale gebruiker ‘De toekomststad: niet te warm en niet te nat’: 4 deelsessies over futureproof woonomgevingen

www.publiekeruimte.info Organisatie

Met medewerking en steun van

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

62 februari 2017 Lokaal

Lokaal februari 2017

63

openbaargroen.be


Smart Belgium Samen bouwen aan de oplossingen van morgen

Smart Belgium is onze uitnodiging om samen te bouwen aan een meer duurzame belfius.be/smartbelgium en ‘slimme’ samenleving die we met fierheid, vertrouwen en een gerust hart aan onze kinderen en kleinkinderen kunnen overdragen. Laat u inspireren door de visies die de uitdagingen van morgen aanpakken op belfius.be/smartbelgium. 64 februari 2017 Lokaal


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.