Durme- en Scheldeland
NR 3 | 2017 | JAARGANG 20 | DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE REGIONALE NATUURVERENIGING VZW DURME
40 ha extra in beheer rond Molsbroek
Reservaatzone Donkmeer een icoon rijker
Speurtocht naar DNA van geheimzinnige vis
Inhoud
Colofon
Driemaandelijks tijdschrift van de regionale natuurvereniging vzw Durme.
3
Voorwoord
4
40 ha extra in beheer rond Molsbroek
6
Dagvlinderfiche: het hooibeestje
9
Rubriek: achter de schermen
Redactieraad: Thomas Van Lancker (hoofdredactie en opmaak). Michaël Crapoen, Sarah Geers, Kristof Scheldeman, Martine Van Audenhove. Met dank aan: Jurgen Couckuyt, Sylvain Cuvelier, Patrick De Brauwer, Geert De Smet, Joris Everaert, Christophe Hillaert, Sara Meersman, Wim Mertens, Jorn Van de Velde, Daan Van Eenaeme, André Verstraeten. Taalkundig advies: Paule Bosch Secretariaat: Bezoekerscentrum Molsbroek Molsbergenstraat 1, 9160 Lokeren Tel: 09 348 30 20 info@vzwdurme.be www.vzwdurme.be Lidmaatschappen:
10 Woudaapje keert terug naar de vallei van de Zeeschelde en haar bijrivieren 13 Reservaatzone Donkmeer een icoon rijker 14 CSI Donkmeer: speurtocht naar DNA van geheimzinnige vis 16 Struweeltjes 20 Stikstof, fosfor en de Buylaers 21 Kinderpagina
12 euro per kalenderjaar of 25 euro als steunend lid.
23 Wildlife Taxi Team Sint-Niklaas
Leden die zich ook op ‘t Groene Waasland betalen 5 euro extra per kalenderjaar.
24 Fotopagina
Betalingen kunnen via onze bezoekerscentra of door overschrijving op BE52 0012 2999 0009 van vzw Durme met vermelding van naam en adres.
26 Vogelnieuws 28 Activiteitenkalender juli - oktober
Gedrukt op milieuvriendelijk papier met plantaardige inkt. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun publicaties. Overnemen van artikels is toegelaten als je de bron vermeldt. Alle foto’s zijn auteursrechtelijk beschermd. Bedankt voor jouw steun! Cover: Cover boek: De Durme van Tielt tot Tielrode (folder boek als bijlage in dit nummer). Foto’s:
Erfgoedbank Waasland, Joris Everaert, i-LUDUS, Romain Malfliet, Etienne Quintijn, André Verstraeten
Onze partners:
Vo o r w o o r d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
“Verandering” Beste lezer Het jaar is alweer halfweg en de zomer komt eraan, alhoewel de huidige temperaturen eerder doen geloven dat we er al middenin zitten. Als ik even terugkijk op de voorbije maanden en vooruitkijk naar de komende maanden, dan denk ik aan “verandering”. Alles verandert, continu, en snel ook. Dat is natuurlijk geen geweldige ontdekking, want dat weten jullie ook wel. Maar als je er even bewust bij stilstaat, kan je toch wel verbaasd zijn over het aantal en de snelheid van alle veranderingen. Zo lijkt het nog gisteren dat Sarah in bevallingsrust ging en enkele dagen later mama werd van Lena, en ze is alweer terug aan het werk! Of lijkt het eergisteren dat Marieke voor de vereniging begon te werken, terwijl ze nu na 9 jaar andere horizonten gaat verkennen? Qua wetgeving komt er de volgende maanden ook een grote verandering aan: de lang aangekondigde en al veel besproken nieuwe reglementering betreffende het aankopen en beheren van natuurgebieden zal immers binnenkort gepubliceerd worden en in voege treden. Herinner je je nog de protestacties van alle natuurverenigingen toen de eerste versies van deze teksten bekend werden? Gelukkig zijn er nog heel wat aanpassingen gebeurd, maar toch moeten we het effect van deze nieuwe wetgeving afwachten. Sowieso zullen ze ook veranderingen meebrengen in de werking van de vereniging. Een grote verandering ook in de buurt van het bezoekerscentrum Molsbroek: het Agentschap voor Natuur en Bos draagt het beheer van de Hamputten, Molsbergen en Hagemeersen over aan vzw Durme, zodat de vereniging nu alle natuurterreinen rond het bezoekerscentrum in beheer heeft (meer info op pagina 5 in dit nummer). De nieuwe materiaalloods (nog een verandering!) die voorzien is om te bouwen naast het bezoekerscentrum zal dus zeker goed van pas komen. Tenslotte kom ik nog even terug op een verandering van vorig jaar: het aantal leden dat de vereniging moet hebben om in aanmerking te komen voor subsidiëring werd door de Vlaamse overheid verdubbeld van 600 naar 1200. We moeten dit jaar dus absoluut inzetten op ledenwerving om aan die 1200 leden te komen. Halfweg het jaar zijn we op goede weg, maar we kunnen zeker nog extra leden gebruiken. Dus sta me toe mijn oproep van vroeger nog eens te herhalen: kijk eens rond in je omgeving: ongetwijfeld heb jij familie, vrienden, buren, kennissen, collega’s, … die ook een hart voor de natuur hebben en kan je hun vragen of ze de natuur in onze regio willen steunen door lid te worden van vzw Durme. Of geef (nadat je het gelezen hebt) dit exemplaar van ons tijdschrift aan één van hen en laat hen op die manier kennis maken met onze vereniging. Of geef eens een lidmaatschap cadeau (tip: voeg er een Dobbelkespakket aan toe) bij een verjaardag, een zomerse barbecue , ... Alle gelegenheden zijn goed. Natuurlijk valt er ook deze zomer weer heel wat te beleven in en om onze reservaten en bezoekerscentra. Dus wil je er even op uit in onze eigen Vlaamse natuur, kijk dan zeker in de activiteitenkalender! Geniet van de zomer! Geert De Smet Secretaris
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
40 hectare extra in beheer rond Molsbroek André Verstraeten Als beheerder van het reservaat Molsbroek heeft vzw Durme steeds aandacht gehad voor de natuur in de omgeving. Zo lag een 27 jaar lange actie tegen sluikstort, illegaal bouwen en ontzanden aan de basis van de onteigening van de enclave rivierduinen in het Molsbroek, beter gekend als het Vlaams reservaat ‘Molsbergen’. Daarnaast is door vzw Durme ook jarenlang gereageerd tegen natuurverstorende waterski op de aanpalende Hamputten en aangedrongen op de verwerving ervan als natuurgebied. In de Hagemeersen tussen de Zelebaan in Lokeren en het Molsbroek kocht vzw Durme al verschillende percelen en werden de andere percelen recent onteigend in uitvoering van het Sigmaplan. Zo werd de waardevolle natuur in de omgeving van het Molsbroek eigendom van het Agentschap voor Natuur en Bos en de gemeente Waasmunster voor een deel van de Hamputten. In het verleden is vanuit vzw Durme herhaaldelijk meegewerkt aan het beheer van de Hamputten, de Molsbergen en de Hagemeersen. Uit deze samenwerking groeide het idee om al deze gebieden volledig te laten beheren door vzw Durme, die daar met personeel en vrijwilligers dagelijks aanwezig is en er zorgt voor inventarisaties en terreinopvolging. 29 mei 2017 werd een historische dag voor de natuur, want dan is een overeenkomst ondertekend door Wim Pauwels, adjunct-directeur Terreinbeheer West van het Agentschap voor Natuur en Bos, en André Verstraeten, bestuurslid van vzw Durme en conservator van het Molsbroek. Daardoor wordt de door vzw Durme beheerde oppervlakte van het Molsbroek met ongeveer 50% uitgebreid tot in totaal 118 ha.
De ingesloten enclave van rivierduinen in het Molsbroek wordt nu ook beheerd door vzw Durme.
© Vzw Durme
Voorlopig blijven alle regelingen i.v.m. toegang en hengelen ongewijzigd. De installatievergadering van de beheercommissie met afgevaardigden van het ANB, het gemeentebestuur van Waasmunster en vzw Durme ging door op 26 juni en daarin werden alle bestaande afspraken en regelingen besproken. Ook binnen het gemeentebestuur van Waasmunster zal nog een procedure dienen afgewerkt i.v.m. een deel van de Hamputten. Binnenkort zal een globaal beheerplan worden ontworpen voor deze, - binnen Vlaamse normen - ‘grote eenheid natuur’. Daarin zal de natuurwaarde prioriteit krijgen, maar zal ook aandacht gaan naar het onthaal van het publiek, het hengelen en mogelijk ook nieuwe wandel- en fietspaden. Hierbij zal het bezoekerscentrum Molsbroek, dat functioneert als een onthaalpoort voor de Durmevallei, een sterke ondersteuning bieden. Ongetwijfeld zal deze historische overeenkomst op lange termijn gunstige gevolgen hebben voor mens en natuur.
Wil je deze drie gebieden verkennen? Samen met conservator André Verstraeten, die deze gebieden en hun problemen steeds opvolgde, gaan we drie zaterdagen op rij op stap. Zaterdag 9 september 2017: De Molsbergen Vertrek om 14 uur aan het bezoekerscentrum Molsbroek. Zaterdag 15 september 2017: De Hamputten Vertrek om 14 uur op het einde van de Molsbergen en Eekhoutstraat aan de Durme, bij de pompen op de ‘grote plateau’. Zaterdag 23 september 2017: De Hagemeersen Vertrek om 14 uur op de dam door de Durme, tegenover de IDM-installaties. Na vochtig weer, laarzen nodig. Meer info: info@vzwdurme.be of 09 348 30 20.
Uniek boek: De Durme van Tielt tot Tielrode De meest gevarieerde Vlaamse rivier? Als bijlage in dit tijdschrift vind je de folder van dit unieke boek over de Durme. Verwacht in november 2017! Technische fiche: - Formaat: 245 x 300 mm - Ongeveer 400 bladzijden - 660 illustraties: oude en recente kaarten en foto’s
© André Verstraeten
Bestellen: De bestelling is pas geldig na storting van 40 euro (+ eventueel 10 euro verzendingskosten) op rekening BE52 0012 2999 0009 van vzw Durme, met vermelding ‘boek Durme’ of door contante betaling vóór 6 oktober in het bezoekerscentrum Molsbroek. Na 3 oktober 2017 is de prijs 45 euro. Intekenlijst: Indien u het boek bestelt en betaalt vóór 3 oktober 2017, wordt uw naam en woonplaats opgenomen in de lijst van de intekenaars die eveneens in dit boek zal verschijnen. Meer info: info@vzwdurme.be of 09 348 30 20.
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Dagvlinderfiche: het hooibeestje Sylvain Cuvelier - VVE WG Dagvlinders Het hooibeestje is vanaf het begin van het Project Durme- en Scheldegebied gekozen als derde jaarlijkse doelsoort met specifieke focus op de volledige zomerse vliegperiode. De naam van deze soort houdt trouwens verband met de lang vervlogen tijden dat er in augustus extensief werd gehooid, net op het ogenblik dat de jaarlijkse zomergeneratie ook haar top in de vliegtijd had. De bovenzijde van de vleugels van zowel de mannetjes als de wijfjes is egaal oranje met een smalle grijsbruine achterrand. Deze donkere achterrand is soms iets meer uitgesproken bij het wijfje. Op de voorvleugels is er één apicaal oogje. Dit wordt slechts zelden gezien want de vlinder rust altijd met gesloten vleugels. Het oogje is ook op de onderzijde van de voorvleugel zichtbaar en is er geel omringd. De onderzijde van de achtervleugel heeft een contrasterende bruingrijze kleur. In het blekere postdiscale veld komen af en toe bleke stipjes voor die soms wel verwarring kunnen brengen met een oranje zandoogje. Het is een ietwat ander patroon en voldoende verschillend om de twee soorten met zekerheid te onderscheiden. Goed kijken en correcte foto’s kunnen helpen om op zeker te spelen. Het wijfje hooibeestje is gewoonlijk wat groter dan het mannetje. Het onderscheid maken tussen mannetjes en wijfjes gebeurt toch best op basis van de vorm van het achterlijf.
w hooibeestje: onderzijde.
© Fonny Schoeters
♀ hooibeestje: onderzijde.
© Jurgen Couckuyt
Afhankelijk van de zomerse weersomstandigheden heeft het hooibeestje twee tot drie jaarlijkse generaties. Tijdens goede zomers lopen de twee zomerse generaties onzichtbaar in elkaar over. De eerste exemplaren vliegen soms al eind april rond en bij een gunstige septembermaand kan de vliegtijd doorlopen tot begin oktober. Wijfjes die 3 tot 5 dagen uit de pop zijn, beginnen al eitjes te leggen op lage grassen. Na één tot twee weken komen de rupsen te voorschijn. De grasgroene rupsen hebben een donkerder groene rugstreep en een opvallende geelachtige zijstreep. Ze overwinteren in het tweede, derde of vierde stadium. Op warme winterdagen gaan ze terug foerageren en voeden zich hoofdzakelijk ’s nachts. Hun groeisnelheid kan sterk variëren onder invloed van verschillende factoren zoals o.a. de sterk verschillende voedingswaarde van de beschikbare waardplanten doorheen het jaar. De grote variatie van groeisnelheid bij het hooibeestje is bovendien een manier om zich tegen de variërende, externe risico’s te beschermen. De rups verpopt op de waardplant of op andere lage planten.
Bloem bezoekend hooibeestje.
© Ortwin Hoffmann
Parende hooibeestjes. ♀ boven, ♂ onder.
© Jurgen Couckuyt
Als vlinder heeft het hooibeestje een uitgesproken voorkeur voor warme, korte, voedselarme en droge graslanden. Bermen, dijken, kanalen en spoorwegtaluds zijn mogelijke corridors om nieuwe, geschikte leefgebieden te bereiken. De betere plaatsen voor het hooibeestje liggen dikwijls bij hagen en struiken aan de rand van vrij grote hooiweiden. In kleine, extensief gehooide gebiedjes in de nabije omgeving kan de soort ook worden gezien. Heel wat grassen worden vermeld als waardplant: kropaar, beemd-, struis-, schape-, reuk-, kam- en borstelgras. De vlinders hebben een grote behoefte aan nectar en worden dikwijls gezien op klaveren distelsoorten, duizendblad, boerenwormkruid, muntsoorten, knoopkruid, koninginnenkruid, jacobskruiskruid en braam. Kaart: verspreiding van het hooibeestje © Project Dagvlinders Durme- en Scheldegebied
Rode bol: waarneming van het hooibeestje (2009 - t.e.m. 8/6/2017) Blauwe lijnen: Durme, Schelde, Moervaart en Dender Groen: boscomplexen Zwarte lijnen: spoorlijnen Rode lijnen: E34 - E17
Grafiek met aantal waargenomen hooibeestjes per jaar uit het projectgebied (2004-2017). © Project Dagvlinders Durme- en Scheldegebied.
Hooibeestjes vliegen laag boven de vegetatie en leggen maar zelden grote afstanden af. Dikwijls is de vlucht onvoorspelbaar grillig. Wanneer de wind gaat opsteken, schuilen ze snel in de diepe vegetatie. Om op te warmen worden de gesloten vleugels naar de zon gericht in plaatsen met een gunstig microklimaat. Er zijn regelmatig duels tussen de mannetjes waarna de ‘verliezer’ wegvliegt. De vrouwtjes vliegen over het hele biotoop maar zijn niet overal bereid om te paren. Er zijn slechts enkele plaatsen in het volledige gebied waar paring plaats vindt. Daarna wordt gezocht naar geschikte plaatsen voor de eileg. Het hooibeestje lijkt vrij honkvast maar kan nabijgelegen terreinen snel inpalmen wanneer geschikte corridors aanwezig zijn.
Ook deze soort is tijdens de laatste decennia spijtig genoeg sterk achteruitgegaan. Het is dus een kwetsbare soort zoals veel andere soorten graslandvlinders. Intensief maaibeheer en overbemesting hebben een heel negatieve invloed gehad. Geschikte graslanden komen nog amper voor in ons landschap. Het is dus essentieel om delen grasland ongemaaid te laten zodat de overwinterende rupsen kunnen foerageren. Er zijn nog vijf plaatsen binnen ons gebied: Heidebos-Kloosterbos (WachtebekeMoerbeke), de E17 taludberm (Waasmunster), het E17 klaverblad (Sint-Niklaas), de Scheldedijken tussen Uitbergen en Dendermonde & de Scheldedijken tussen Dendermonde en Baasrode.
Het E17 klaverblad in St-Niklaas herbergt één van de vijf populaties in het projectgebied.
© Nathalie Devaere
Extensief maaien is de beste beheersoptie. Het hooien gebeurt best sterk gefaseerd en in het midden van de vliegtijd. Het is noodzakelijk enkel bij warm en zonnig weer te maaien zodat de vlinders kunnen opvliegen naar nabijgelegen nog niet gehooide graslandjes. Een verscheiden lappendeken aan hooilandjes is uitermate gunstig voor het hooibeestje. Bij het beheer dient de aandacht gegeven te worden aan het wegnemen van het maaisel zodat de hooiweiden niet verruigen. Wanneer het maaien echter moet gebeuren gedurende het rupsstadium, is het uiterst belangrijk om dit gefaseerd te doen. Het is daarbij noodzakelijk dat er niet laag wordt gemaaid en dat het maaisel wel enkele dagen blijft liggen. Zo kunnen de rupsen zich verplaatsen naar naburige hooilandjes. Het zou waardevol zijn om de evolutie van een populatie hooibeestjes over meerdere jaren op te volgen in een biotoop onder sinusbeheer. Wil je op de hoogte blijven? Schrijf je in op de dagvlinderflash bij couckuyt.jurgen@telenet.be en/of filip.vandevelde@skynet.be, en wie weet komt uw eigen foto in de volgende editie.
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Rubriek: achter de schermen Wie zijn de mensen achter de schermen van vzw Durme? Daar willen we jullie in deze rubriek een beeld van geven. Personeel, vrijwilligers, partners, … Want het organiseren van tal van activiteiten, het beheren van 400 ha natuur of het begeleiden van al die schoolgroepen, dat gebeurt natuurlijk niet vanzelf. Daarom zetten we dit jaar graag de mensen in de kijker die vzw Durme draaiende houden. Zin om er deel van uit te maken? Neem dan zeker contact op via vrijwilliger@vzwdurme.be. Onthaalvrijwilligers Het bezoekerscentrum Molsbroek biedt de ideale locatie voor een pauze vóór, tijdens of na een wandeling rond ons reservaat. En daar maak je kennis met onze onthaalvrijwilligers. Ze zijn barman- of vrouw, gids en luisterend oor in één! Ze kunnen niet alleen het perfecte Dobbelken uitschenken, maar wijzen je ook graag de weg in ons reservaat, helpen je kijken door de telescoop of leiden je rond in onze tentoonstelling. Meer dan 150 dagen per jaar staan ze klaar om jou te ontvangen.
Barman Vic in zijn natuurlijk biotoop.
© Vzw Durme
Sarah Geers, Coördinator Verenigingswerking: “Bijna elke week kunnen we rekenen op deze fantastische ploeg. En ze zijn er niet alleen voor de bezoekers, maar ook voor de collega’s.We worden op alle mogelijke manieren door hen verwend. Zo mogen wij geen afwas aanraken als Martin achter de balie staat, of trakteert Vic ons op de heerlijkste speculaas… Zouden de vrijwilligers weten dat wij snoepers zijn?”
Natuurgidsen
Gids Patrick tijdens één van onze wandelingen.
© Vzw Durme
Elk jaar ontvangt vzw Durme zo’n 450 groepen voor een begeleide activiteit. En die kunnen niet allemaal opgevangen worden door de professionele medewerkers van vzw Durme. Een grote ploeg van vrijwillige gidsen staat elke week klaar om activiteiten te organiseren, groepen te ontvangen of scholen rond te leiden. Iedereen heeft zijn eigen expertise en stijl, een ideale mix waarbij iedereen aan zijn trekken komt.
Hilde Coussens, natuurgids: “Mijn roots liggen op “de Kop” in Lokeren, waar onze achtertuin grensde aan de Daknamse bossen. Van kindsbeen af verkende ik de natuur, in het begin achterop de fiets bij mijn grote broer Luc. Ik was een echt buitenkind, maakte mij altijd vuil en kreeg daardoor de bijnaam “onze zwarten” van onze pa! Vele jaren later stootte ik op de aankondiging “Natuur in zicht”. Ik volgde een cursus natuurgids. Met gelijkgezinden van alles te weten komen over de natuur is heerlijk! Het geeft me voldoening mensen iets te kunnen bijbrengen over de natuur en hen te sensibiliseren om er zorg voor te dragen. En als de gidsbeurt dan eindigt op het schoonste terras van Lokeren, dan is het helemaal goed!”
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Woudaapje keert terug naar de vallei van de Wim Mertens Voor het habitatrichtlijngebied ‘Schelde-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent’ en de overlappende vogelrichtlijngebieden ‘Schorren en polders van de Beneden-Schelde’ en ‘Durme en middenloop van de Schelde’ zijn hoge doelen gesteld voor broedvogels van moeras en open water. Logisch, want deze habitats vormen van nature essentiële onderdelen van vallei- en estuariene ecosystemen. Doelsoorten variëren van Europees beschermde soorten (roerdomp, woudaapje, kwak, lepelaar, purperreiger, bruine kiekendief, porseleinhoen, ijsvogel en blauwborst) tot soorten met een eerder regionaal belang (dodaars, knobbelzwaan, krakeend, slobeend, zomertaling, kuifeend, bergeend, oeverzwaluw, rietzanger, snor, grote karekiet en baardmannetje). Het woudaapje is de kleinste reiger in Europa. Wij kennen hem als zomergast die broedt in moerassen langs zoetwatermeren, vijvers en sloten met zuiver water en een uitbundig waterleven. Zijn voedsel bestaat in de eerste plaats uit visjes, maar ook amfibieën en ongewervelden staan op het menu. In de vallei van de Zeeschelde en haar bijrivieren zou in de toekomst opnieuw een volwaardige populatie van woudaapje (minimaal 20 broedparen) moeten voorkomen. Geen gemakkelijke opdracht, want eind 20ste eeuw was deze mooie vogel bijna uitgestorven in Vlaanderen. Het woudaapje komt wijdverspreid voor in Europa, met uitzondering van Scandinavië, Estland en de Britse eilanden. De grootste populaties bevinden zich in Oost- en Zuidoost-Europa.West- en ZuidwestEuropa herbergen slechts 10% van de Europese populatie. Tussen 1970 en 1990 is de populatie in heel Europa drastisch gekrompen ten gevolge van negatieve ontwikkelingen langs de trekroutes en in de overwintergebieden (uitbreiding Sahel), door jacht en zeker in West-Europa door het verdwijnen van geschikt leefgebied (moerassen).
Het woudaapje broedt o.a. in moerassen waar hij zijn favoriete kostje vindt van vooral visjes, maar ook amfibieën en ongewervelden.
10
Zeeschelde en haar bijrivieren In Vlaanderen was de soort al zeldzaam in de jaren ‘70 van vorige eeuw (60 broedparen in een beperkt aantal broedgebieden, meer bepaald Midden-Limburg, Noord-Limburg en Turnhouts vennengebied). De achteruitgang zette zich nog verder door met 10 broedparen halverwege de jaren ‘80 en slechts enkele losse broedgevallen halfweg de jaren negentig. Sindsdien is er een positieve populatietrend met 10-20 broedparen in de periode 2000-2002 en 30-41 broedparen in de periode 2008-2012. Als gevolg van de kleine populatie en het beperkt aantal broedplaatsen is het woudaapje op de recent gepubliceerde Rode lijst opgenomen in de categorie ‘Bedreigd’. In de vallei van de Schelde en haar zijrivieren is de soort steeds aanwezig gebleven zij het in zeer kleine aantallen en zonder vaste broedplaatsen. In de jaren negentig broedde de soort onregelmatig in Anderstad (Lier), Blaasveldbroek (Willebroek) en Molsbroek (Lokeren), gebieden waar de soort ook de laatste jaren nog geregeld als broedvogel opduikt. In het belangrijkste bolwerk van het woudaapje, het Midden-Limburgs Vijvergebied, trad onder invloed van gerichte beheerinspanningen, vanaf 2000 een aarzelend populatieherstel op. In de Scheldevallei nemen de aantallen toe vanaf 2008, in eerste instantie als gevolg van natuurontwikkeling in de Antwerpse haven: sinds 2008 herbergt het Groot Rietveld in Kallo jaarlijks 2-3 territoria. Vanaf 2013 dragen ook de natuurontwikkelingsgebieden van het Sigmaplan bij tot het populatieherstel van de woudaap met 1-2 territoria in de Polders van Kruibeke en 1 territorium in Paardeweide (Berlare/ Wichelen). Anno 2015 leveren de natuurontwikkelingsgebieden van de Antwerpse Haven en het Sigmaplan een significante bijdrage aan de Vlaamse populatie met respectievelijk 5 en 3 territoria (Mertens, 2016). De vandaag nog resterende moerasgebieden langs de Schelde zijn te klein of van onvoldoende kwaliteit om leefgebied te bieden voor de tot doel gestelde aantallen, zelfs in die mate dat enkele doelsoorten momenteel niet meer voorkomen. In het kader van de ontwikkeling van de Antwerpse haven en de uitvoering van het Sigmaplan worden daarom nieuwe waterrijke gebieden aangelegd. Eerste successen werden geboekt in het Groot Rietveld in Kallo en het overstromingsgebied Polders van Kruibeke. Hier reageerde de soort snel op eerder toevallige waterpeilstijgingen.
Aantal territoria van woudaap in de vallei van de Schelde en haar bijrivieren tussen 1995 en 2015
Het waterpeilbeheer is dan ook uiterst belangrijk voor een kritische soort als het woudaapje. De eerste territoriale mannetjes verschenen in het Antwerps havengebied na een aanzienlijke stijging van het waterpeil op het ‘Groot Rietveld’ in Kallo, waardoor tot in de zomer een grote oppervlakte overstroomd rietmoeras ontstond. Sindsdien wordt dit waterpeil aangehouden en broeden er jaarlijks 2-5 koppels woudaapje. Ook in het overstromingsgebied ‘Polders van Kruibeke’ verscheen een eerste territoriaal mannetje na een stijging van het waterpeil. Bij het graven van de hoofdkreek in het Kruibeeks GGG (gecontroleerd gereduceerd getijdegebied) ontstond een grote oppervlakte open water en werd de drainage van de omliggende percelen gestopt. Een hoger waterpeil en een explosieve ontwikkeling van riet waren het gevolg. Ook hier werd gekozen om het waterpeil blijvend op te stuwen en het daaropvolgende jaar broedde het woudaapje er succesvol. In 2015 verscheen zelfs een tweede koppel in het naburige Kortbroek in een recent gecreëerd kletsnat rietmoerasje met enkele plasjes. 11
In Paardeweide (Berlare,Wichelen) is in 2014 een nieuw moerasgebied aangelegd waarvan het waterpeil nauwkeurig geregeld kan worden via een zogenaamde niet tidale aantakking aan de Schelde. Een beperkte hoeveelheid water wordt bij hoog water ingelaten aan één zijde. Aan de andere zijde bevindt zich een regelbare en visvriendelijke stuw waardoor het overtollige water bij laag tij kan uitstromen. Op deze wijze wordt tijdens het broedseizoen een nagenoeg stabiel waterpeil aangehouden. Bovendien is vismigratie van en naar de Schelde mogelijk, waardoor de plas functioneert als paai- en opgroeigebied voor vissen, niet onbelangrijk voor het visetend woudaapje. Reeds het eerste seizoen na de inrichting werd een territoriaal mannetje vastgesteld! Deze ervaringen zijn erg nuttig bij de inrichting en het beheer van bijkomende waterrijke moerasgebieden in de Antwerpse haven (Rietveld Kallo, Prosperpolder-Zuid, Opstalvalleigebied) of in het Sigmaplan (Vallei van de Grote Nete, Polder van Lier, Hof van Lachenen, Anderstad). Als in deze gebieden hoge waterpeilen en een hoog voedselaanbod (vissen) worden gerealiseerd, zullen vast nog heel wat woudaapjes verschijnen. Referenties: Devos K., Anselin A., Driessens G., Herremans M., Onkelinx T., Spanoghe G., Stienen E., T’Jollyn F., Vermeersch G., Maes D. (2016). De IUCN Rode Lijst van de broedvogels in Vlaanderen (2016). NatuurOriolus 82(4):13. Devos K., Anselin A., Huybrechts W. (2011). Studie t.b.v. de natuurinrichting van de Vallei van de Grote Nete in het kader van het SIGMAPLAN Habitateisen doelsoorten: vogels. Brussel. INBO.IR.2011.14. 1-30 p. Mertens W. (2016). Broedvogels. In: Van Ryckegem G., Van Braeckel A., Elsen R., Speybroeck J., Vandevoorde B., Mertens W.,Breine J., De Beukelaar J., De Regge N., Hessel K. et al. (editors). MONEOS – Geïntegreerd datarapport INBO: Toestand Zeeschelde 2015: monitoringsoverzicht en 1ste lijnsrapportage Geomorfologie, diversiteit Habitats en diversiteit Soorten. Brussel: Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek. Vermeersch G., Anselin A. (2009). Broedvogels in Vlaanderen in 2006-2007. Recente status en trends van Bijzondere Broedvogels en soorten van de Vlaamse Rode Lijst en/of Bijlage I van de Europese Vogelrichtlijn. Brussels, Belgium. 2009(3). Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens J., Gabriëls J., Van Der Krieken B. (2004). Atlas van de Vlaamse broedvogels: 2000-2002.
12
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Reservaatzone Donkmeer een icoon rijker Kristof Scheldeman Dat het unieke laagveengebied langsheen het Donkmeer afgelopen jaren tal van botanische verrassingen in petto had, wisten we al. Zeldzame soorten zoals moeraskruiskruid, grote watereppe en moeraswederik werden recent gespot op nieuwe plekken. Op 20 mei viel ik pas echt van mijn stoel toen de mensen van Eco-scan, die dit voorjaar druk in de weer waren met veldwerk in ons reservaat Donkmeer - in het kader van de opmaak van een nieuw beheerplan - hun bijzondere botanische vondst van dit voorjaar toonden. We trokken naar de Polsmeersen naar een waardevol dotterbloemgrasland dat vzw Durme er sedert 10 jaar beheert, en speurden er de oevers af van een in 2013, met steun van het Regionaal Landschap Schelde-Durme, geruimde sloot. Daar stonden ze: wel 25 witte kwastjes van bloeiende veenpluis, een soort die sedert 1953 aan het Donkmeer niet meer is waargenomen! Als er één soort kenmerkend is voor goed ontwikkelde veengebieden zoals we die kennen in de Hoge Venen, dan is het wel veenpluis. Dat deze soort plots weer zou opduiken in ‘ons’ veengebied aan het Donkmeer had ik echter nooit verwacht. Deze vondst toont eveneens aan dat grondwerken zoals het ruimen van sloten of uitvoeren van plagwerken (afvoeren van de bovenste bodemlaag) wel degelijk heel interessant kan zijn voor het herstel van zeldzame moerasvegetaties. Door het graven kunnen nl. in de modder verstopte zaadvoorraden van vroeger algemeen voorkomende maar ondertussen zeldzaam geworden plantensoorten aangeboord worden en op die manier plotseling weer opduiken. Dit is waarschijnlijk ook gebeurd op ons reservaatperceel. Door het ruimen van het slib uit de verlande sloot werd waarschijnlijk een zaadbank van het langdurig kiemkrachtige veenpluis aangeboord waardoor het op de slootoever opnieuw heeft kunnen kiemen. Welcome back veenpluis! Hopelijk is deze vondst nog maar het begin en fleurt veenpluis na de uitvoering van het Natuurinrichtingsproject opnieuw met duizenden plantjes ons hersteld laagveenlandschap op!
Veenpluis is dé kensoort voor goed ontwikkelde veengebieden en werd sedert 1953 niet meer waargenomen aan het Donkmeer en omgeving.
13
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
CSI Donkmeer: spitstechnologie speurt naar de Michaël Crapoen Volgend jaar zullen de eerste grote werken in het kader van het Natuurinrichtingsproject Berlare Broek-Donkmeer starten. Niet alleen de zone van de eendenkooi krijgt een complete make-over, ook heel wat gebieden rond het Donkmeer en in het Berlare Broek komen aan de beurt. Focus voor het Natuurinrichtingsproject ligt grotendeels op het herstel van de unieke laagveenbiotoop en op bijzondere soorten die in dit soort biotoop voorkomen. Eén van die opmerkelijkste soorten is de geheimzinnige, en uiterst zeldzame grote modderkruiper (Misgurnus fossilis). Maar komt deze soort hier wel nog voor? En zo ja, in welke zones? De Scheldevallei wordt van nature gekenmerkt door uitgestrekte moerassige overstromingsgebieden en hun verlandingszones. Deze gebieden hadden en hebben nog steeds een hoge biodiversiteit. Helaas hebben menselijke activiteiten grote delen van dit oorspronkelijke aquatische landschap teruggedrongen tot kleine, verspreid gelegen gebiedjes waarbinnen populaties erg kwetsbaar geworden zijn en waarbij vaak geen interactie meer is tussen de gebieden onderling. Veel van de hier voorkomende plant- en diersoorten zijn aangepast aan de omstandigheden in deze gebieden. De grote modderkruiper is zo’n specialist: hij kan zich handhaven in wateren waar andere vissen omwille van zuurstofgebrek of het periodiek droogvallen niet kunnen standhouden.Wanneer dat voorvalt, dan graaft deze vis zich in en schakelt hij over op een vorm van ademhaling die volledig gebeurt zonder kieuwen. Zijn levensfuncties zijn dan tot een minimum beperkt en hij lijkt dan op een levend fossiel. Vandaar ook de verwijzing naar zijn wetenschappelijke naam ‘fossilis’.
De speurtocht naar het DNA van de geheimzinnige grote modderkruiper werd onlangs ingezet aan het Donkmeer in Berlare.
Omwille van die hoge mate van specialisatie en specifieke omstandigheden zijn zulke soorten vaak zeer gevoelig voor veranderingen in de biotoop. Tot de 2e helft van de 20ste eeuw werd de grote modderkruiper op verschillende plaatsen in Vlaanderen aangetroffen. In de volksmond noemde men deze vis ook wel fluitaal of aalpieper. Deze namen verwijzen naar het fluitende geluid dat de vis maakt als hij wordt opgepakt. In sommige streken kenden ze hem als weeraal of donderaal. Dit heeft te maken met het feit dat hij onrustig wordt bij luchtdrukschommelingen; daarom werd hij vroeger door boeren in flessen gehouden als een soort barometer. Tegenwoordig komt er slechts op een handvol plaatsen in Vlaanderen nog een populatie voor. Ook de regio Berlare zou nog voldoende geschikt leefgebied hebben, maar juist omwille van z’n geheimzinnige levenswijze is het moeilijk om vast te stellen of de soort er al dan niet nog voorkomt. Hengels, fuiken en elektrische afvissing verschalken maar zelden een modderkruiper. Gelukkig is er nu een nieuwe technologie die kan vaststellen of het diertje er al dan niet zit.Voor deze methode zijn onderzoekers nl. leentjebuur gaan spelen in de criminele wereld! 14
‘fossiele’ grote modderkruiper Aangezien organismen voortdurend DNA verliezen via huid, slijm, schubben, urine, vacht, ... kan men dit DNA traceren in stalen. In het geval van de grote modderkruiper dus via waterstalen. Op verschillende kansrijke plaatsten - zoals sloten met een dikke modderlaag - worden stalen verzameld. Omwille van de zeer hoge kostprijs voor dit onderzoek worden de stalen van verschillende zones gemengd tot 2 of 3 grotere stalen die dan onderzocht worden op de aanwezigheid van het DNA. Voordeel van deze methode is dat je met grote zekerheid kan vaststellen of de doelsoort al dan niet aanwezig is. Nadeel is dat het vrije DNA in het water na zowat 3 weken afbreekt. Bemonster je net in een periode waarin de dieren minder actief of zelf ingegraven zijn, dan loop je het risico ze te missen. In elk geval is het nog veel te duur om potentiĂŤle sloten elk afzonderlijk te gaan bemonsteren op DNA. Daardoor zijn we verplicht om de waterstalen dus te mengen in grotere stalen waardoor we helaas niet met zekerheid kunnen zeggen in welke sloot ze al dan niet zitten. Midden juni verzamelden wetenschappers van het INBO (Instituut voor Natuur en Bosonderzoek) samen met enkele vrijwilligers van vzw Durme waterstalen op kansrijke plekken. Analyses van de waterstalen zullen nog enige tijd vergen, maar we hopen alvast op het einde van de zomer positief nieuws te mogen ontvangen. Je leest er ongetwijfeld meer over in ons volgende tijdschrift. Dit onderzoek gebeurde dankzij de steun van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) regio West.
15
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Struweeltjes Brand in het Molsbroek
Wie ruikt, die vindt!
Straffe toebak begin juni: twee fietsers kwamen gehaast het bezoekerscentrum Molsbroek binnen met de melding dat de dijk in brand stond. We gingen onmiddellijk kijken. Het pad lag vol wilgenpluis en het had al een poos niet meer geregend.
Vlieg verstopte deze zomer meer dan 200 schatkisten in kastelen, bezoekerscentra, musea en bibliotheken. Ook in het Molsbroek kwam hij langs.
Al van ver zagen we rookwolken. Een laag vuurtje liep letterlijk over de grond, zo snel als je kon wandelen. Verderop stonden verschillende takkenhopen in lichterlaaie. Op de iets hoger gelegen dijk keken fietsers verwonderd toe. Hoe dat zomaar kon gebeuren, wilden ze weten. Dat kon de brandweerman even later wel vertellen: ‘Hoogstwaarschijnlijk aangestoken.’ Want de brand was op verschillende plekken tegelijk aan het woeden. ‘Misschien met een sigarettenpeuk, misschien met wat zwaarder gerief, dat weet ik niet. Maar met zo’n droog weer heb je niet veel nodig.’
Vanaf 1 juli zijn alle kinderen tot 12 jaar van harte welkom om in het bezoekerscentrum op zoek te gaan naar de schatkist van Vlieg. Vraag aan de persoon achter de balie naar de zoekkaart en vlieg erin! Het thema dit jaar is geur, je snuit dus best je neus voor je aan de speurtocht begint. Als je de schatkist gevonden hebt, krijg je een geurpakje. Bij elk pakje hoort een unieke code. Met deze code kan je meedoen aan een wedstrijd en leuke prijzen winnen. Meer info vind je op www.uitmetvlieg.be.
Tja, niet leuk, natuurlijk. Aangestoken. Jeetje. Gelukkig waren alle brandhaarden op een kwartiertje geblust. Toen twee dagen later de regen met bakken uit de lucht viel, waren wij heel blij dat al het brandgevaar geweken was! Extra voorzichtig zijn met droog en warm weer is de boodschap.
Gezin slechtvalken in Zele
Martine Van Audenhove
Het vuur verspreidde zich letterlijk als een lopend vuurtje.
16
© Gert Arijs
Veel succes!
Een viertal jaar geleden werd de aanwezigheid van de slechtvalk rond de St-Ludgerus kerktoren van Zele vastgesteld. Een eerste koppel waagde in 2015 een broedpoging op het platform van de lantaarn van de toren. Maar omdat er grind ontbrak, waren de eieren in een soort goot gerold waar ze door het water werden aangetast. Bij herstellingswerken aan de kerktoren werd dat vastgesteld. In december 2016 werden de vogels door velen opgemerkt omwille van hun nogal luidruchtige baltsvlucht rond de kerktoren. De mensen van de vzw FIR (Federatie Instandhouding Roofvogels), die ook betrokken zijn bij de opvolging van de Lokerse slechtvalken, werden gecontacteerd en met het akkoord van het kerkbestuur werd een broedkorf gevuld met grind op het platform van de lantaarn geplaatst. Omdat er in het centrum van Zele een aanslepend probleem van verwilderde duiven bestond, waren zowel het gemeentebestuur als het kerkbestuur vragende partij om daar iets te doen.
Het inzetten van een valkenier in het verleden was een dure en geen blijvende oplossing. Een aanvraag ingediend via de Milieuraad om in de toren een nestbak te voorzien, werd goedgekeurd door het schepencollege. Die werd op maat gemaakt door het gemeentepersoneel. Half februari werd de nestbak geplaatst en al een paar uur nadien was hij in gebruik.
Begin juni waagden de jonge slechtvalken hun eerste vluchtjes. Eens hun vleugelspieren voldoende geoefend zijn, gaan ze de wijde omtrek verkennen. Stilaan leren ze ook zelfstandig jagen, om dan binnen een 8-tal weken hun eigen weg te gaan op zoek naar een partner en ergens een toren of hoog gebouw, waar ze aan een eigen nest kunnen beginnen. Patrick De Brauwer Nieuwe picknickbanken De meesten onder jullie kennen het wel: het gezellige houten terras bij bezoekerscentrum Molsbroek. De picknickbanken die er al vele jaren, in regen en wind stonden, waren dringend aan vervanging toe. Sommige zakten zelfs door!
De jonge slechtvalken uit Zele keken nu nog vol verwondering naar het vogeltje. © Patrick De Brauwer
Naast de succesvolle broedsels van de voorbije jaren in de kerktorens van Lokeren, Wetteren en Sint-Niklaas konden we eind april ook in Zele vaststellen dat dat er drie jongen waren uitgebroed. Deze werden begin mei geringd door een erkende vogelringer van Vogelbescherming Vlaanderen. De 3 jongen zijn van het vrouwelijk geslacht en kregen naast de officiële ring met een nummer waarmee ze geregistreerd worden bij het KBIN (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen), ook nog een witte kleurring met de nummers T1, T2 en T3. De komst van de slechtvalken zal op termijn een oplossing kunnen bieden voor de vele verwilderde duiven in Zele centrum, die voor heel wat overlast zorgen door nesten en kadavers in goten en op daken. De slechtvalken hebben het aantal nu al doen afnemen en zorgen ook voor een permanente onrust onder de duiven waardoor ze andere locaties dan onze historische gebouwen en de woningen in het centrum gaan opzoeken om te broeden.
Dankzij een gulle gift van Lions Waasland konden we vijf nieuwe, stevige picknickbanken aankopen. In FSC-hout, natuurlijk, want dat vinden we belangrijk. Onze collega’s van de terreinploeg plaatsten de banken op het terras. Vanaf nu kunnen jullie dus opnieuw heerlijk genieten van een Dobbelken op het schoonste terras van Lokeren! Martine Van Audenhove
Kom gerust eens langs op het mooiste terras van Lokeren.
© Vzw Durme
Opzoek naar de keizer in wording Zodra de zomer zich echt laat voelen bereiken de dagen de langste lichturen en begint een echte keizer onder de dagvlinders aan zijn reis door het bos. Ik heb het hier natuurlijk over de keizersmantel een dagvlinder die zich helemaal thuis voelt in goed ontwikkelde loofbossen met voorjaarsflora. 17
De keizersmantel is één van onze grootste dagvlinders en is makkelijk te herkennen aan de grootte en de oranje-bruingemarmerde kleur. Wie ze graag eens wil zien, kan in de bossen van Puyenbroeck en omgeving op zoek gaan naar deze vlinder.Vaak zie je ze nectar drinken op bramen of razen ze je voorbij in een bosdreef.Vorig jaar nam ik voor het eerst een eileggend vrouwtje waar. Het is een hele procedure alvorens het vrouwtje een eitje afzet op een boomstam. Zo laat ze zich meermaals op de bosviooltjes vallen, om er zeker te zijn dat de rups volgend jaar genoeg voedsel kan vergaren. Wanneer blijkt dat er genoeg bosviooltjes in de buurt staan, gaat ze over tot het zoeken van een geschikte boom om er welgeteld 1 eitje op te leggen. Geschikte bomen zijn bomen die een ruwe bast hebben en waar een eitje dus makkelijk tussen te steken valt. Althans zo staat het in veel boeken beschreven. Het vrouwtje dat ik echter volgde, legde eitjes op gladde stammen maar dan wel in het mos dat op de stam groeide. De eitjes zijn ontzettend klein voor zo’n grote vlinder! Na enkele dagen komen de rupsen uit en die wachten de volgende lente af, zonder ook maar iets te hebben gegeten, doorstaan deze zomaar even de winter! Nieuwsgierig als ik ben, wou ik dit voorjaar wel eens zoeken naar de rupsen van de keizersmantel. Want zonder rups, geen vlinder! Hoe moeilijk kan het zijn? ‘Een rups zoeken op bosviooltjes!’ Viel dat even tegen! Het bleek lang niet zo evident om deze rupsen te vinden. De vraatsporen zijn immers vrij makkelijk te herkennen. De rupsen eten telkens de helft van een blad op, om dan aan een nieuw blad te starten.Vreemd genoeg vond ik vaak veel concentraties van bosviooltjes die zulke sporen vertoonden, maar was er nergens een rups te bekennen. Toch ben ik er dit voorjaar in geslaagd drie rupsen te vinden. Ondertussen heb ik ondervonden dat rupsen overdag helemaal niet actief zijn. Ze liggen op een verdord blad muisstil te wachten op de schemering. Zodra het donker is, worden ze actief en doen waar rupsen goed in zijn: eten! Dat eten doen ze (als de hoeveelheid bosviooltjes het toelaat) graag verspreid om niet te veel sporen achter te laten. Ze gedragen zich dus vrij nomadisch en dat maakt het ook voor ons een enorme uitdaging ze te gaan zoeken. 18
Het is in ieder geval de moeite waard om de rupsen te zoeken, al is het maar voor die adrenalinestoot als je er plots één in het vizier krijgt! Ze zijn uitgerust met prachtige stekels, die echter niet prikken.Waar tref je ze aan? Uiteraard in de buurt van de bosviooltjes. Hoe kleiner de rups, hoe meer kans dat je ze onder aan een blad aantreft. Zoek je redelijk laat in het voorjaar, zoek dan aan de voet van de plant. Grotere rupsen kunnen niet meer gedragen worden door het blad en zijn dus beter beschermd als onder aan de plant hun plekje innemen. Opvallend is dat deze rupsen zich erg ongemakkelijk voelen van zodra ze rechtstreeks zonlicht krijgen. Uiteraard wordt het zonlicht in de bossen serieus gefilterd en zijn deze rupsen volle zon niet gewend. Maar het was toch iets wat me enorm in bijgebleven. Daan Van Eenaeme
De rups van de keizersmantel - uitgerust met prachtige stekels - ziet er gevaarlijk uit, maar is dat allesbehalve. © Daan Van Eenaeme
Spookbomen tussen Moerbeke en Eksaarde Wie in mei en juni in de Eksaardedam tussen Moerbeke en Eksaarde fietste, kon een opvallend natuurfenomeen zien. Verschillende bomen zagen er opmerkelijk wit uit, helemaal ingepakt in een spookachtig spinsel. Geen vroege halloweenstunt echter, maar het werk van de larve van de spikkelmot. De mot, ook wel de spinselmot genaamd, overwintert als eitje en komt in mei als vraatzuchtige rups te voorschijn. In grote groepen spinnen deze rupsen een gemeenschappelijk web in bomen en struiken, om zich te beschermen tegen vijanden zoals vogels en sluipwespen. En ondertussen kunnen ze rustig de hele boom kaal vreten.
Door inzet van de terreinploeg en vrijwilligers kunnen onze koeien dit beheer opnieuw op zich nemen en blijft er in ons gebied een zomer lang nectaraanbod. Dit jaar werken we opnieuw met 6 Blonde d’Aquitaine. Dit wilde Franse ras kan leven zonder antibiotica en natuurlijk bevallen. Hierbij doen we een beroep op ‘De vierklaver’ die ons in meer gebieden ondersteunt. Het is leuk om deze mooie dieren, die prachtig werk doen, terug te zien! ... en twee ooievaarsjongen Dit spookachtig verschijnsel wordt veroorzaakt door de larve van de spikkelmot. © Vzw Durme
In juni verpoppen de gespikkelde rupsjes, en verlaten ze als kleine nachtvlindertjes de bomen. Het spinsel vergaat en de boom herstelt meestal volledig. Uit slapende knoppen komen er nieuwe bladeren aan de bomen, en het volgende jaar merk je er meestal niets meer van. De schade voor de bomen is dus relatief beperkt. Ook voor de mens is deze mot en zijn rupsen ongevaarlijk. Helemaal niet te vergelijken met de processierups dus! Maar toegegeven, het ziet er wel wat gek uit… Sarah Geers Buylaers verwelkomt opnieuw koeien ... Na twee zomers afwezigheid zijn ze terug! In 2015 braken de koeien moeiteloos enkele keren uit, hoofdzakelijk door een aftands raster. Vzw Durme investeerde enorm om een mooie en tevens ecologisch verantwoorde nieuwe omheining te plaatsen. Na twee jaar maaibeheer zagen we echter een daling van het insectenbestand zoals vlinders en sprinkhanen. De dynamiek was uit het gebied verdwenen, omdat op enkele weken tijd alles werd weggemaaid. Botanisch wonnen we, faunistisch niet.
Onze koeien zijn terug van weggeweest in de Buylaers.
Grote veranderingen, gevechten, angst en succes kenmerken dit ooievaarsjaar. Onze bekende ooievaar Klepper Arthur nam bezit van het nest. Tijdens de trekperiode heeft hij meermaals het gevecht moeten aangaan met concurrenten en hij toonde zich een echte opportunist: hij klepperde meermaals vrouwtjes uit de lucht waarmee hij copuleerde. Maar het derde vrouwtje was ons broedvrouwtje van de vorige jaren en zij won haar plaats terug. Zij vormden een prachtig nieuw gezin. Hieruit volgde de geboorte van twee jongen. Het ene jong was sterk, het andere dat later geboren werd veel zwakker. Tot onze verrassing groeiden ze toch beide goed op. Begin mei waren er dan de stormen. Uiteraard was dit bang afwachten. Gelukkig had dit geen negatieve gevolgen. Op 10 mei werden de jongen geringd en zagen we dat ze in goede gezondheid waren: ze hadden beide mooi gevulde magen; dus de ouders doen het super. Nu leren de jongen vliegen en jagen, rond augustus vertrekken ze op trek. Of papa Klepper Arthur meetrekt of hier nogmaals de winter zal overbruggen, valt af te wachten. Christophe Hillaert
© Christophe Hillaert
19
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Stikstof, fosfor en de Buylaers Jorn Van de Velde en Kristof Scheldeman Een groot deel van het beheer van graslanden in natuurgebieden geschiedt in functie van verschraling. Verschraling betekent het overaanbod aan nutriënten – de voedingsstoffen voor planten – via allerlei werkwijzen uit de bodem halen. Wanneer door bemesting een overaanbod aan nutriënten in de bodem aanwezig is, zullen planten, zoals snelgroeiende grassen, steeds overheersen en andere planten, zoals kruiden verdringen. Door verschraling komt meer plaats vrij in de grasmat zodat kruidachtigen er zich wel kunnen vestigen. Dit komt de biodiversiteit van het grasland ten goede wat een belangrijk doel van het natuurbeheer is. In het kader van mijn vak nutriëntenbeheer aan de UGent deed ik onderzoek naar de nutriëntencyclus van stikstof (N) en fosfor (P) in reservaat Buylaers en kwam daarbij reeds tot enkele conclusies. Zo zijn stikstof en fosfor van vitaal belang voor planten om te groeien, maar kan een overmatige aanwezigheid van deze stoffen echter leiden tot een totale ontwrichting van het ecosysteem. In de Buylaers is de situatie gelukkig al even in orde: dit gebied is reeds meer dan 20 jaar natuurgebied, waardoor de hoeveelheid N en P die nog in de bodem zit, niet groot meer is. Toch moet - om de natuurwaarde te onderhouden en te verbeteren - er nog steeds op gelet worden dat de bodem schraal genoeg blijft en verder blijft verschralen. In de Buylaers gebeurt dat op drie manieren: door begrazing, door tweemaal te hooien per jaar of door één maal te hooien per jaar. Één van de gevolgen van de verschraling door maaibeheer is dat de totale biomassa-opbrengst zakt naarmate de natuurwaarde van het grasland stijgt. Gemiddeld bevat deze biomassa 3% N en 0,3% P. Dit zijn algemene cijfers, maar ze geven ons wel een beeld hoeveel kg N en P er jaarlijks afgevoerd wordt bij het uitvoeren van een verschralend maaibeheer. Bij de tweemaal/jaar gemaaide graslanden wordt zodoende jaarlijks 135 kg N en 13,5 kg P weggehaald. Bij de slechts éénmaal/jaar gemaaide graslanden is dit 110 kg N en 11 kg P. De stikstof- en fosforcyclus is wel iets complexer omdat er daar eveneens andere ‘stromen’ een rol spelen. Zo valt er jaarlijks zo’n 25 kg N uit de lucht (stikstofdepositie genaamd) en zullen andere, kleinschaligere processen ook een rol spelen. Aanwezige vlinderbloemigen, zoals klaversoorten, kunnen bv. ook stikstof (via stikstoffixatie) uit de lucht halen maar hoeveel dit voor de Buylaers is, valt moeilijk te zeggen. En dan zijn er natuurlijk ook nog de grazende koeien. Kortom: door het uitvoeren van een verschralend maaibeheer wordt zeker stikstof en fosfor weggehaald uit het bestudeerde reservaat, maar hoeveel dit netto is vergt meer gedetailleerd onderzoek.
Steun de natuur voor € 3,5 per maand Wil jij onze natuur zoals de Buylaers een duwtje in de rug geven? Doe een gift van 40 euro per jaar (of 3,5 euro per maand) op BE52 0012 2999 0009 met de mededeling ‘gift’. Giften vanaf 40 euro per jaar zijn fiscaal aftrekbaar. In februari ontvang je je fiscaal attest en krijg je 45% van jouw gift terug. Wil je op vaste tijdstippen vzw Durme steunen? Stel een doorlopende opdracht in bij je bank of via PC Banking. Bedankt! 20
Pas Op! Deze pagina’s zijn voorbehouden voor kinderen!
De wilde orchidee Deze maand zetten we een bloem in de kijker: de orchidee. Hiermee bedoelen we niet de soorten orchideeën die je in de winkel kan kopen, maar degene die in het wild groeien en bloeien.
paarse bloemetjes met donkerpaarse lip
rietorchis heeft roze tot paarsrode bloemetjes
de gevlekte orchis heeft vlekken op zijn bladeren
Waar vind je me?
Rietorchis in de Buylaers
© Sara Meersman
Kenmerkend voor de bloemen van een wilde orchidee is dat ze beschikken over 3 kelkbladen en 3 kroonbladen. Het middelste kroonblad (de “lip”) heeft een speciale vorm. Zo kunnen insecten die graag nectar lusten er gemakkelijk bij. Omdat wilde orchideeën erg zeldzaam zijn, is het verboden om deze bloemen te plukken of uit te steken. Bovendien zijn ze erg kieskeurig wat hun groeiplaats betreft en zouden ze bij jou thuis snel kapot gaan.
“Zijn wilde orchideeën altijd paars?”
de “lip” lijkt op een poppetje
Nee hoor.Wilde orchideeën kunnen vele kleuren hebben. Er zijn er groene, gele, roze, paarse en rode. Let vooral ook op de vlekjes. Soms lijkt de lip van de bloem zelfs op een hommel, een bij of een poppetje! Heb jij ook een vraag over een dier of over de natuur? Stuur een mailtje naar natuurvraag@vzwdurme.be. In het volgende tijdschrift krijg je antwoord! grote keverorchis
21
Een zomerse bloemenkroon! De bloemetjes van de orchidee hebben de gekste vormen en prachtige kleuren. Maar je hoeft ze daarom niet te plukken! Kleur deze orchideeën, knip ze uit en kleef ze op een kleurrijk lint. Bind het lint door je haar en klaar is kees!
Wist je dat? Alle wilde orchideeën in België wettelijk beschermd zijn? De orchideeënfamilie één van de grootste plantenfamilies op aarde is (zo’n 20 000-tal soorten)? Er in België zo’n 25 wilde orchideeënsoorten te vinden zijn? De ideale periode om zoveel mogelijk soorten te zien tussen 10 mei en 15 juni ligt? Orchideeën samenleven met schimmels? Zonder de schimmel kunnen ze zelfs niet overleven! Sommige orchideeën heel lekker zoet ruiken? Maar er zijn er ook die stinken, naar een wants bijvoorbeeld. Sommige orchideeën gekke namen hebben: bosvogeltje, harlekijn, bokkenorchis, vogelnestje, aapjesorchis, soldaatje, wespenorchis, ... Dit heeft vaak te maken met de vorm van de ‘lip’.
22
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Wildlife Taxi Team Sint-Niklaas Wat doe je als je een gewonde egel vindt? Of een vogel met een gebroken vleugel? Dan ga je met het dier naar een Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren (VOC). In de regio Waasland en Dender is dat het VOC van Kieldrecht en Malderen. Samen met de andere opvangcentra in Vlaanderen vangt men daar jaarlijks circa 30.000 noodlijdende wilde dieren op. De dieren worden er behandeld en krijgen de juiste voeding en medicijnen. Na een korte revalidatie kan gemiddeld 60% met de grootste overlevingskansen in de natuur worden vrijgelaten. Jaarlijks krijgen de VOC’s heel wat meldingen uit de regio Waasland en Dender.Voor de opvangcentra is het echter niet altijd mogelijk om een dier bij je thuis op te halen. Maar wat als je zelf ook niet de mogelijkheid hebt om het dier naar een VOC over te brengen? Een nieuwe lokale afdeling van Vogelbescherming Vlaanderen werkt aan de oplossing. Zij werkt aan een stevig vertakt vrijwilligersnetwerk van chauffeurs en dispatchers in de regio Sint-Niklaas, gedoopt onder de naam Wildlife Taxi Team, kortweg WTT. Iedereen die een noodlijdend dier in de regio Waasland en Dender vindt en het zelf niet naar een opvangcentrum kan brengen, kan een beroep doen op het WTT. Om de kleine, maar krachtige groep verder uit te bouwen zijn we nog naarstig op zoek naar enthousiastelingen die als chauffeur of als dispatcher de handen uit de mouwen willen steken.Vogelbescherming Vlaanderen zorgt voor een goede omkadering en opleiding. Als vrijwilliger sta je er dus niet alleen voor. Heb jij een hart voor wilde dieren en woon je in de regio? Heb jij tijd om zo nu en dan een hulpbehoevend dier naar een VOC te brengen of telefonisch advies te geven over noodlijdende wilde dieren? Dan ben jij voor ons de geknipte persoon. Mail je contactgegevens naar WTT.Sint-Niklaas@vogelbescherming.be of neem contact op met Christel Van Marcke via 0486 56 79 24.Voor meer info, surf naar www.vogelbescherming.be.
23
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
Kinderen kijken tijdens een begeleide gidsbeurt vol verwondering naar een pimpelmeesje dat in en uit haar nestje vliegt.
Op 13 mei trok de Imkerwerkgroep naar Nederland om er op bezoek te gaan bij een rasechte korfimker.
Aagje en Myrthe gidsen een groep kinderen en volwassenen door de Buylaers en een cameraploeg van Ketnet was erbij.
24
|
K a l e n d e r
© Vzw Durme
© Lieve Hoefkens
© Vzw Durme
Tientallen bezoekers vergapen zich aan de prachtige bloemenvelden in de Scheldebroeken tijdens de bijenwandeling.
Gezellig terrasjesweer op de Dag van het Park in Berlare, ondanks de hitte was er een grote opkomst!
Heel wat mensen stonden op 1 mei al om 5 uur paraat om in de Fondatie van Boudelo op zoek te gaan naar de nachtegaal.
© Jan Maertens
© An De Block
© Tommy Vercauteren
25
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
Vogelnieuws
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
www.durmevallei.be
Joris Everaert Deze rubriek – verzorgd door de Vogelwerkgroep Durmevallei – behandelt de bijzondere vogelwaarnemingen in de Durmevallei en omgeving, en beslaat de periode maart tot mei 2017. De geoorde fuut kwam met minstens 20 koppels weer met succes tot broeden in het Molsbroek in Lokeren. Ook aan Paardeweide-Oost in Berlare-Wichelen kon de soort regelmatig gezien worden. Een roerdomp werd op 9 april nog waargenomen in de Bergenmeersen in Wichelen. De kwak - een geheimzinnige nachtreiger - was op 21 mei te bewonderen in het Molsbroek en op 31 mei ook langs de Oude Durme in Hamme. Een zeldzame koereiger foerageerde op 7 april tussen de koeien in het Groot Broek in Hamme. De kleine zilverreiger werd enkele keren gezien in de Paardeweide-Oost, het Nonnengoed in Zele, het Molsbroek, en op enkele plekken in Waasmunster, Elversele, Hamme, Stekene en Sinaai. Er waren ook veel waarnemingen van grote zilverreiger in de streek, vooral in Berlare, Hamme en Temse. Op 8 en 15 mei vloog telkens één purperreiger over resp. de Reservaatzone Donkmeer en de Scheldebroeken in Berlare.
Hop
26
© Joris Everaert
De zeldzame zwarte ooievaar trok op 30 april over Overmere (2 ex), op 1 mei over de Heidemeersen in Berlare, en op 13 mei over de Bergenmeersen en Hemelse Rij. Er waren weer succesvolle broedgevallen van ooievaar in de Daknamse meersen en de Buylaers in Lokeren, en in de Reservaatzone Donkmeer. Op 5 april gaven twee Chileense flamingo’s wat extra kleur aan de Paardeweide-Oost. Deze soort is een verwilderde exoot die samen met onze Europese flamingo’s tot broeden komt in een kolonie in Duitsland, en enkele van die vogels verschijnen soms ook in Vlaanderen. In Paardeweide-Oost was de lepelaar gedurende het hele voorjaar te bewonderen, met een maximumaantal van 4 vogels. Ook in het Molsbroek en Nonnengoed werd de soort verschillende keren gezien. Op 24 maart vlogen 3 kleine zwanen over het Tielrodebroek. Minstens één broedkoppel van de ondertussen zeldzaam geworden zomertaling vertoefde in het Molsbroek. Er waren ook verschillende waarnemingen van deze soort in Paardeweide-Oost. Twee mannetjes van de middelste zaagbek zwommen op 19 april ook in Paardeweide-Oost. Tijdens de voorjaarstrek waren er in de regio verschillende waarnemingen van zwarte wouw, rode wouw en blauwe kiekendief. Op 16 maart vloog een visarend over Nieuwkerken-Waas bij Sint-Niklaas, en op 1 en 10 mei was deze soort ook te zien aan Paardeweide-Oost. De slechtvalk kwam met succes tot broeden in Lokeren, SintNiklaas, Zele (zie p. 17), en Wetteren. Op 30 april vloog een smelleken over Paardeweide-Oost. Roepende kwartels konden eind mei al vastgesteld worden in Zele, Berlare en Temse. Zangposten van de waterral werden gehoord in het Molsbroek (min. 3), Paardeweide-Oost (min. 1) en aan de Oude Durme in Hamme (min. 1). Overtrekkende kraanvogels waren te zien in Wichelen op 5 maart (1 ex), in het Molsbroek op 26 maart (1 ex) en in Overmere op 27 maart (6 ex).
Chileense flamingo
© Joris Everaert
Tijdens de voorjaarstrek foerageerden vooral veel steltlopers in Paardeweide-Oost. De meest bijzondere soorten waren daar zilverplevier op 8 mei, drieteenstrandloper op 7 en 8 mei, Temmincks strandloper op 29 april (1 ex) en 13 mei (2 ex), IJslandse grutto in maart en april (max. 14 ex.) en rosse grutto op 8 en 9 mei. Vooral in maart en april werden in heel de regio veel zwartkopmeeuwen gezien met een hoogste aantal van 306 vogels op 8 april in het Molsbroek. Mogelijk kwamen daar in de kokmeeuwenkolonie ook enkele zwartkopmeeuwen tot broeden en de gekende hybride kokmeeuw x zwartkopmeeuw was er ook weer aanwezig. Tijdelijk foeragerende dwergmeeuwen en zwarte sterns konden vooral in april en mei regelmatig bewonderd worden in PaardeweideOost. In het Molsbroek waren er van deze soorten slechts een paar meldingen. Eind mei werd vastgesteld dat de 7 geïnstalleerde visdief nestvlotjes in de Reservaatzone Donkmeer allemaal bezet waren. Ook aan Paardeweide-Oost was toen al een bezet nestvlot. Een zeldzame dwergstern vloog op 18 mei ter hoogte van de Schelde in noordelijke richting over. Een uiterst zeldzame hop vloog op 15 mei over de snelweg in Overmere. Een foeragerende Noordse kwikstaart werd op 30 april gemeld in de Scheldebroeken in Berlare, en een Engelse kwikstaart zat op 13 mei aan de Hamputten in Waasmunster. De rouwkwikstaart kon in april en mei ook enkele keren gezien worden aan Paardeweide-Oost.
Zingende nachtegalen waren te bewonderen in Lokeren, Waasmunster, Sinaai, Hamme en Berlare. Foeragerende paapjes werden eind april en begin mei verschillende keren gezien aan de Oude Durme in Hamme en in de Scheldebroeken. De roodborsttapuit kwam in deze gebieden ook tot broeden met resp. 1 en 3 koppels. Ook in Sinaai en Stekene waren er verschillende waarnemingen en mogelijk ook broedgevallen. Tijdelijk pleisterende tapuiten werden in april en mei gezien in Hamme, Waasmunster en Sint-Niklaas. Een beflijster verscheen op 9 april in Lokeren (Spoele) en op 6 mei in Eksaarde (Calaigne). De opvallende zang van de Cetti’s zanger kon nog gehoord worden in de Scheldebroeken, Berlarebroek, Bergenmeersen, Durmemeersen in Waasmunster, Groot Schoor in Grembergen, Klein Broek in Elversele, Durmeschorren in Tielrode, en in Hamme aan de Schorren van de Durme, Lippensbroek, Oude Durme en De Plaat. Zangposten van sprinkhaanzanger waren aanwezig in de Scheldebroeken, Bergenmeersen, Molsbroek (2-3), Daknamse meersen, Durmemeersen, Klein en Groot Broek in Elversele, Tielrodebroek, Stenenpoort in Moerzeke, en aan de Oude Durme. De veel zeldzamere snor kon vanaf begin mei gehoord worden in Paardeweide-Oost. Een orpheusspotvogel zat op 13 mei te zingen in de Bergenmeersen. Op 30 maart waren daar ook twee buidelmezen aanwezig. Een Europese kanarie vloog op 29 april over Lammeken in Lokeren, en een overvliegende kruisbek kon op 9 april waargenomen worden aan Oudenbos in Lokeren. 27
B e h o u d
|
S t u d i e
|
B e h e e r
|
E d u c a t i e
|
A c t u e e l
|
K a l e n d e r
Activiteitenkalender juli - oktober 2017 gratis wandeling in het molsbroek
Elke 1ste zondag van de maand Een ervaren Molsbroekgids neemt je mee op een boeiende wandeling rondom natuurreservaat het Molsbroek. Elke maand valt er wel iets nieuws te ontdekken. Afspraak: om 14.30 uur aan het bezoekerscentrum Molsbroek. Info: gratis. Graag een seintje vooraf indien je met een groep aanwezig zal zijn. Contact: info@vzwdurme.be of 09 348 30 20.
ZONDAG 23 JULI Eetbare-planten-wandeling Wilde planten op naam brengen vormt voor onze gidsen geen enkel probleem. Maar hun kennis gaat veel verder dan enkel het benoemen van de soortnaam. Of planten al dan niet eetbaar zijn, maar ook het (medicinale) gebruik van planten boeit hen enorm. Afspraak: 14.30 uur aan de kerk van Overmere. Meer info: donk@vzwdurme.be.
ZONDAG 16 JULI
ZONDAG 30 JULI
Wervelend Wijmeers
Sporen in ons bijzondere landschap
Het Sigmagebied Wijmeers spreekt tot de verbeelding. De Scheldedijk is afgegraven, enkele tientallen Gallowaykoeien kruisen je pad en oude turfputten zijn hersteld. Een deel ontdekten we vorig jaar al, maar er valt nog meer te zien!
Overal waar men komt langs Vlaamse wegen komt men kapelletjes, kathedralen, oude windmolens tegen. Prachtige getuigen van het verleden. Soms zie je enkel een paar hoge zandhopen middenin een vlakte, een laag gelegen bos, een moeras of een groot meer. Ook zij hebben ze een bijzondere geschiedenis en verborgen geheimen.
Afspraak: 14.30 uur, einde van de Grote Kouterstraat (vlak voor de nieuwe dijk) in Uitbergen. Meer info: donk@vzwdurme.be.
Afspraak: 14.30 uur aan het toeristisch Infokantoor (Donklaan 123) in Berlare. Meer info: donk@vzwdurme.be.
I.s.m. Natuurpunt-Scheldeland
Kindercursus: Vosjeskamp 28 - 29 - 30 augustus Wie heeft er zo’n prachtige rosse pluimstaart? Wie speelt er op het konijnenveld? Wie is er sluw en slim? Juist, onze vriend de vos! Tijdens dit kamp maken we kennis met een echte sprookjesvos, spelen knotsgekke spelletjes en wie weet zien we wel een echte vos! Voor kinderen van het 1ste tot 6de leerjaar (bij voldoende inschrijvingen gaat de cursus ook door in de namiddag). Afspraak: van 9 tot 12 uur aan bezoekerscentrum Molsbroek. Meer info en inschrijven: neem contact op via sarah.geers@vzwdurme.be of 09 348 30 20 en schrijf na bevestiging over op BE52 0012 2999 0009 met vermelding ‘naam kind vosjeskamp’. Prijs: 30 euro (leden vzw Durme) of 40 euro (niet-leden). 28
ZONDAG 13 AUGUSTUS De Paardeweide, vogelparadijs aan de Schelde Langs de oevers van de Schelde zijn recent enkele grote inrichtingswerken gebeurd die kaderen in het Sigmaplan. De Paardeweide is één van die gebieden en blijkt een ware ‘vogelmagneet’. In dit overstromingsgebied is natte natuur gecreëerd en de resultaten overtreffen ruimschoots de verwachtingen. Afspraak: 10 uur, kruising Sarosstraat en Sluis (t.h.v. het infobord ‘Jaagpad’) in Berlare. Meer info: donk@vzwdurme.be.
ZONDAG 20 AUGUSTUS De onbekende zijde van de Donk Zeggen de namen Pols- en Broekmeersen, Heikens en Molenveldkouter je iets? Onze natuurgids focust zich op dit veel minder bekend, maar erg biodivers deel van het Donkmeer. De oude turfputten, sloten en bossen verdienen vandaag minstens evenveel aandacht. Waterwild, bijzondere planten en reeën staan hier op het voorplan. Afspraak: 9.30 uur, houten chalet in Berlare (houten tuinhuisje de ingang van recreatiedomein de Nieuwdonk). Meer info: donk@vzwdurme.be.
VRIJDAG 25 AUGUSTUS Nacht van de Vleermuis in het Molsbroek Wist je dat het kleinste vleermuisje in een luciferdoosje past? Dat ze per nacht wel 800 mugjes kunnen eten? En dat ze helemaal niet in je haar vliegen? Dat, en nog veel meer, leer je tijdens de Nacht van de Vleermuis. Na een korte presentatie over het wel en wee van deze fluwelen fladderaars trekken we samen met Vleermuizenkenner Joris Everaert de natuur in. Gewapend met batdetector gaan we op zoek. Zo kunnen we er zien én horen! Kom jij ook? Afspraak: 20 uur, bezoekerscentrum Molsbroek (Molsbergenstraat 1, 9160 Lokeren). Meer info: sarah.geers@vzwdurme.be of 09 348 30 20.
ZATERDAG 26 AUGUSTUS Nachtelijke wandeling In het licht van de maan gaan we op zoek naar wat de nachtelijke natuur te bieden heeft. Hopelijk wordt het een onvergetelijk zwoele zomeravond… Afspraak: 20 uur aan de kerk van Uitbergen. Meer info: Rudi Van Onderbergen, 0493 67 52
Cursus Natuurlijke Cosmetica (thema: baby’s, kinderen en mama’s) Zaterdag 2 en zaterdag 30 september Vzw Durme organiseert i.s.m. Sofie Jambers (Groene Maan) een tweede cursus Natuurlijke Cosmetica. We maken zelf o.a. een massage-olietje voor mama’s buik of voor de baby. In de tweede les komen zalfjes aan bod en maken we zelf een product. Afspraak: van 13 uur tot 15.30 uur in bezoekerscentrum Molsbroek. Meer info en inschrijven: martine.vanaudenhove@vzwdurme.be of via 09 348 30 20. Per les is een syllabus voorzien. De productjes krijg je na de les mee naar huis. Prijs: voor 2 lessen (alle materiaal inbegrepen) 60 euro (leden vzw Durme) of 75 euro (niet-leden). Schrijf na bevestiging per mail over op BE52 0012 2999 0009 met de vermelding ‘natuurlijke cosmetica’. 29
ZONDAG 27 AUGUSTUS
ZATERDAG 9 SEPTEMBER
Kriebelende kruipers in de Reservaatzone
Bijeenkomst VVE WG Dagvlinders
Net als de vorige jaren neemt natuurgids en insectenkenner Patrick je mee op een boeiende wandeling over kruipende, kriebelende en vliegende insecten. Afspraak: 14.30 uur, houten chalet in Berlare (houten tuinhuisje de ingang van recreatiedomein de Nieuwdonk). Meer info: donk@vzwdurme.be.
ZATERDAG 2 SEPTEMBER Wandelen en vissen in de Paardeweide Op de grens van Berlare en Wichelen werd ruimte gecreëerd voor onverwachte hoge waterstanden van de Schelde. De nieuwe natuur die zich ontwikkelt en de toekomstvisie wordt voor u op deze wandeling verteld. Afspraak: om 14u aan het ‘t Oud Brughuys, Brugstraat 55, Berlare. Meer info: debrauwerpatrick@scarlet.be.
Afspraak: bezoekerscentrum Molsbroek. Meer info: couckuyt.jurgen@telenet.be.
ZATERDAG 17 SEPTEMBER wandeling natuurreservaat De Linie Deze jaarlijkse wandeling gaat door in het mooie mozaïeklandschap van de Linie. Er wordt ook een bezoek gebracht aan de Gluurmuur. Afspraak: 14 uur aan Verre Kapel/Kruiskapel in de Kruiskapeldreef in Eksaarde. Meer info: Geert Braem, g.braem@telenet.be.
ZATERDAG 29 SEPTEMBER Praatcafé Imkerswerkgroep vzw Durme Afspraak: om 19.30 uur in bezoekerscentrum Molsbroek. Gratis inkom, iedereen welkom. Meer info: lievehoefkens@hotmail.com.
Zondag 10 september Open Monumentendag: Molsbroek, Donkmeer en omgeving Vandaag krijgen we een boeiend samenspel tussen Erfgoed en Natuur. Op twee locaties zetten we de spreekwoordelijke deuren van onze natuur open voor jong en oud. In het Molsbroek maken we een reis in de tijd en kijken we naar de ontstaansgeschiedenis van het huidige landschap. We kijken hoe we door natuurbeheer natuur van vroeger terug kunnen halen en bewaren voor de toekomst. Afspraak: om 14 uur aan bezoekerscentrum Molsbroek. Meer info: info@zwdurme.be of bel 09 348 30 20. In het kasteelpark van Uitbergen gidst dhr Verberckmoes je door de verborgen pareltjes van het arboretum en de private stukjes natuur bij de omwalde hoeve. Afspraak: om 10 uur, 14 uur of 16 uur,Veulaertstraat Uitbergen, Kasteel Uitbergen Meer info: 052 43 25 50 of ccstroming@berlare.be. Deelname is gratis, inschrijven is verplicht.
30
‘t uilenbos
Geniet in alle luxe en comfort, met de producten van DMG www.demaesschalckgoethals.be -
tel: 09/348.54.30
goed gegeten, goed geweten
ZATERDAG 7 OKTOBER
ZONDAG 8 OKTOBER
Bijeenkomst VVE WG Dagvlinders
Taartenfestijn met bijzondere wandeling
Afspraak: Molsbroek Bezoekerscentrum. Meer info: couckuyt.jurgen@telenet.be.
Afspraak: van 14 uur tot 18 uur. Meer info: zie achterkant van dit tijdschrift.
ZATERDAG 7 OKTOBER
ZATERDAG 2 DECEMBER
Elvirawandeling
4de Grote Vzw Durme Quiz
Dit najaar organiseren we samen met restaurant Elvira opnieuw een zeer gesmaakte wandeling. Deze keer trekken we langs schitterende plekken in Uitbergen. Een combinatie van prachtige natuur en heerlijke gastronomie.
Krakende hersenen, nieuwe themarondes, ludieke prijzentafels en grappige tussenrondes: dat is het recept voor onze 4de Grote Vzw Durme Quiz.
Programma: 9 uur ontbijtbuffet, van 10 tot 13 uur begeleide wandeling met een culinaire tussenstop. Om 13 uur zijn we terug en wacht ons een heerlijke 3-gangen lunch. Afspraak: SCC De Venne, Veerstraat 36 in Uitbergen. Prijs: 47 euro Inschrijven: info@restaurant-elvira.be of 09Â 367 06 82. Stevige wandelschoenen zijn aangeraden.
Afspraak: deuren om 19.15 uur in De Tilde (Hagewinde, Poststraat 6, Lokeren) - start stipt op 19.30 uur. Meer info en inschrijven: voor 8 november bij sarah.geers@vzwdurme.be. Stuur een mailtje met je groepsnaam en het aantal deelnemers en schrijf na bevestiging 4 euro per persoon over op BE52 0012 2999 0009. Maximum 6 deelnemers per ploeg. 31
vzw Durme
regionale vereniging voor natuur- en milieubehoud
Het secretariaat is open: maandag t.e.m. woensdag: van 8 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur, donderdag t.e.m. vrijdag: van 8 tot 12 uur en van 13 tot 16 uur.
Bezoekerscentra Bezoekerscentrum Molsbroek Molsbergenstraat 1, 9160 Lokeren
Bezoekerscentrum Donkmeer Donklaan 123, 9290 Berlare
Gratis toegankelijk
Gratis toegankelijk
- 1 februari tot 31 mei: zon- en feestdag van 14 tot 18 uur, woensdag van 13 tot 17 uur, - 1 juni tot 15 sept: zaterdag en zondag van 14 tot 18 uur, dinsdag tot vrijdag van 13 tot 17 uur, - 16 september tot 31 oktober: zondag van 14 tot 18 uur, woensdag van 13 tot 17 uur, - 1 november tot 31 januari: zondag van 14 tot 17 uur, woensdag van 13 tot 17 uur.
- elke dag van 10 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17 uur. - op aanvraag via donk@vzwdurme.be.
ZONDAG 8 OKTOBER Taartenfestijn met bijzondere wandeling Kom taart smullen, wandelen en de natuur steunen op ons jaarlijkse taartenfestijn. Afspraak: tussen 14 en 18 uur voor een stukje taart en om 14.30 uur voor de bijzondere wandeling aan bezoekerscentrum Molsbroek. Prijs voor de begeleide wandeling: 7 euro (5 euro voor kinderen jonger dan 12 jaar), incl. een heerlijk stukje taart naar keuze dat op jou wacht, na de wandeling. Inschrijven en meer info: sarah.geers@vzwdurme.be of 09 348 30 20. Schrijf na bevestiging over op BE52 0012 2999 0009.
© Lieve Hylebos
Durme- en Scheldeland Driemaandelijks tijdschrift van vzw Durme
V.U. vzw Durme Molsbergenstraat 1, 9160 Lokeren 2017 | jaargang 20 | nr 3 Afgiftekantoor Lokeren |
P003350