Durme- en Scheldeland 2020-3

Page 1

Durme- en Scheldeland NR 3 I 2020 I JAARGANG 23 I DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE REGIONALE NATUURVERENIGING VZW DURME

Samen naar de 100 ha in de Fondatie

De grutto’s en kieviten van het Aubroek

Interview met Bart Van Avermaet


Colofon

Inhoud 4

Samen naar de 100 ha in de Fondatie

6

Explosie van voorjaarslibellen langs Durme, Moervaart en Zuidlede

8

De grutto’s en de kieviten van het Aubroek

Driemaandelijks tijdschrift van de regionale natuurvereniging vzw Durme Redactieraad: Thomas Van Lancker (hoofdredactie en opmaak). Michaël Crapoen, Martzen Frans, Sarah Geers, Kristof Scheldeman, Martine Van Audenhove en Dorien Van Ranst Met dank aan: Sylvain Cuvelier, Geert De Smet, Joris Everaert, Robbert Schepers, Bart Van Avermaet en Tom Vermeulen. Taalkundig advies: Paule Bosch Secretariaat: Bezoekerscentrum Molsbroek Molsbergenstraat 1, 9160 Lokeren Tel: 09 348 30 20 info@vzwdurme.be www.vzwdurme.be

10 Dagvlinderfiche: het zwartsprietdikkopje 14 Droge zomers bedreigen bloemrijke hooilanden 16 Interview met Bart Van Avermaet 19 Achter de schermen 20 Vier kleine ooievaars krijgen ring én naam

RPR Gent Afdeling Dendermonde - 0409.336.931 Lidmaatschappen:

23 Kinderblaadje: de grote ratelaar

12 euro per kalenderjaar of 25 euro als steunend lid. Leden die zich ook op ‘t Groene Waasland willen abonneren betalen 6 euro extra per kalenderjaar.

25 Loslopende honden in de natuur

Betalingen kunnen via onze bezoekerscentra of door overschrijving op BE52 0012 2999 0009 van vzw Durme met vermelding van naam en adres.

26 Struweeltjes

Gedrukt op milieuvriendelijk papier met plantaardige inkt. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun publicaties. Overnemen van artikels is toegelaten als je de bron vermeldt. Alle foto’s zijn auteursrechtelijk beschermd. Bedankt voor jouw steun!

2

Cover:

Grutto in het Aubroek (Berlare)

Foto:

Rudi Van Onderbergen

28 Vogelnieuws: de snor

Onze partners:


V o o r w o o r d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Een lente om nooit te vergeten!? We moesten de voorbije lente allemaal “in ons kot” blijven. Sommigen hadden het ineens enorm druk - denk maar aan het personeel in onze ziekenhuizen - terwijl voor anderen het werk stilviel en ze zelfs tijdelijk werkloos werden. Restaurants en cafés gingen dicht, zelfs de scholen gingen dicht. Anderzijds - het is zowat heel de tijd mooi weer geweest - een meevaller: voor velen waren het minder gejaagde dagen, er was meer tijd om met het gezin door te brengen, klusjes die al lang blijven liggen waren konden van het lijstje geschrapt worden,… Ik schreef het al in het vorige tijdschrift, bij het begin van de Corona-crisis (zoals deze periode in ons geheugen gegrift zal blijven staan): pluk de dag. Het komt uiteindelijk toch ook wel weer neer op “elk nadeel heb z’n voordeel” zoals Johan Cruyff ooit zei. Hoe je het voorjaar van 2020 beleefd hebt, hangt uiteraard af van je persoonlijke situatie, maar ik hoop dat elk van jullie wat van die voordelen mogen ervaren heeft en enkele dagen kunnen plukken heeft. Bij vzw Durme gingen onze bezoekerscentra dicht, werden alle activiteiten afgelast en konden er geen scholen langskomen voor een geleid bezoek aan onze reservaten. Een voorjaar zonder scholengroepen, wie had dat ooit gedacht? De meeste medewerkers moesten ineens van thuis uit werken, met uitzondering van onze terreinploeg, die actief bleef in onze natuurgebieden, en onze onderhoudsman, die in en rond het bezoekerscentrum actief bleef. De vergaderingen van het dagelijks bestuur werden ineens Teams-vergaderingen, iedereen thuis achter de computer. Nu ik dit voorwoord schrijf, staan we aan de vooravond van de heropening (op 1 juli) van onze bezoekerscentra. Drie en een halve maand waren ze gesloten. In de zomervakantie kunnen we gelukkig weer bezoekers ontvangen, zij het nog met een hele reeks maatregelen. Maar jullie kunnen in elk geval weer de vaste en tijdelijke tentoonstellingen bezoeken en - als de zomer ons goed weer brengt - iets komen drinken op het terras van het bezoekerscentrum Molsbroek. Heel wat mensen zullen wellicht dit jaar kiezen voor vakantie dichter bij huis, en we hopen dan ook dat velen van hen (maar niet te veel tegelijk) eens afzakken naar ons terras om een beetje van hun vakantiegeld te spenderen. We kunnen de inkomsten goed gebruiken, want een periode gesloten zijn en een heel voorjaar geen scholen kunnen ontvangen, dat zorgt voor minder inkomsten. En die inkomsten hebben we net hard nodig momenteel, want de aankoop van nieuwe natuurgebieden loopt de laatste tijd als een trein! Dus wat denk jij beste lezer? Was het een lente om nooit te vergeten of een lente om snel te vergeten? In ieder geval, wat ook je antwoord is, laten we afspreken dat we er een mooie zomer van maken, en dat je eens langskomt in een van onze natuurreservaten en/of bezoekerscentra! (*) Ik zie je daar! (vanop 1.5 m afstand) Geert De Smet Voorzitter (*) en dat je de geldende regels volgt, uit respect voor de gezondheid van anderen. Bedankt alvast! 3


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Samen naar de kaap van 100 ha in de Fondatie Sarah Geers en Thomas Van Lancker Vzw Durme startte in 1997 met de uitbouw van de Fondatie van Boudelo in Sinaai en Stekene. Grootvader, vader en zoon Vercauteren zijn er sinds jaar en dag conservator, en leiden er tot op vandaag, versterkt door Jo Vervaet, alles in goede banen samen met een vrijwilligerspoule en de professionele medewerkers van vzw Durme. In 2020 kunnen we de kaap van 100 hectare topnatuur in dit natuurgebied bereiken. Een sterk, robuust natuurgebied, toegankelijk voor iedereen. Maar daar hebben we jouw hulp voor nodig. Ook vogelliefhebber, stand-up comedien en ambassadeur van vzw Durme Begijn Le Bleu schaart zich achter de actie. Topbestemming dicht bij ons ‘kot’ De Fondatie van Boudelo in Sinaai was begin dit jaar net geen 100 hectare groot.Voor wie er nog niet geweest is (zet het snel hoog op je to-do-lijstje!): het is een plek voor wandelaars die houden van rust, want het is een van de laatste plekken in het Waasland waar het nog écht stil kan zijn. Je geniet er tijdens een verkwikkende wandeling van de prachtige dreven en het mozaïeklandschap met bossen, vijvers, hooi- en weilanden. Zeker in deze tijden van Corona en vakantie in eigen land is het een prachtbestemming. Hotspot van biodiversiteit De kijktoren in de Liniedreef is een mooie uitvalsbasis om het unieke gebied te ontdekken. Door de gratis verrekijker heb je er uitzicht op een van de vele vijvers in het natuurgebied. Meer dan 30 soorten libellen en waterjuffers zijn er thuis en watervogels genieten zichtbaar van de ruimte die ze er krijgen. De Fondatie van Boudelo staat onder natuurliefhebbers bekend als hotspot van heel wat zeldzame dieren. Naast de boommarter, een grote familie reeën en de bijzondere mopsvleermuis zijn ook de bever en de otter onlangs teruggekeerd in de streek. Om nog te zwijgen van de verschillende soorten orchideeën, de roofvogels, paddenstoelen en zangvogels. Een topgebied!

Begijn Le Bleu, ambassadeur van vzw Durme, is grote fan van de kijktoren en bij uitbreiding het hele gebied. Hij roept dan ook iedereen op om deze actie te steunen. © Vzw Durme

Begijn Le Bleu gloednieuwe ambassadeur vzw Durme Leuk nieuws! Vanaf deze zomer zal Begijn Le Bleu, bekend van TV-programma’s, als stand-up comedien én vogelspotter (misschien hoorde je zijn podcast Fwiet! Fwiet! al, of zag je zijn gelijknamige boek) mee zijn schouders onze vereniging zetten. ‘Als streekgenoot kon ik niet achterblijven’, zo zegt hij zelf.Vanaf nu trekken we samen aan hetzelfde zeil van natuurbehoud in de regio. Als eerste actie probeert hij zijn stadsgenoten te overtuigen een gift te doen voor de Fondatie-fondsenwerfactie. Welkom Begijn! 4


© Paul Vercauteren Boommarter.

Via deze QR-code vind je een wandelkaart van het gebied en de link naar een interactieve wandelfolder voor gezinnen. Ontdek zelf waarom de Fondatie van Boudelo jouw steun verdient!

Ook jij kan helpen Daarom zetten we dit jaar alles op alles om die kaap van 100 hectare te behalen, en hopelijk zelfs ruim te overschrijden. Onze campagne, die normaal gezien begin april in volle gang zou getrokken worden, komt nu met een beetje vertraging tot bij jullie. De lockdown kon onze campagne echter niet beter onderstrepen: iedereen trok massaal de natuur in, en zeker de natuur dicht bij zijn ‘kot’. De druk op onze natuurgebieden was dan ook zelden zo hoog als dit voorjaar. Grote, robuuste stukken natuur, met voldoende toegankelijke paden én plekken waar rust en natuur op de eerste plaats staan, zijn onontbeerlijk. Vzw Durme blijft hier elke dag aan werken. En daar kunnen we jouw hulp bij gebruiken.

Hoe kan je helpen? -

Ontdek zelf hoe waardevol de Fondatie van Boudelo is: neem je bubbel mee op wandeling, vertel vrienden en familie over dit prachtige gebied, en geniet. Doe een gift. Schrijf vandaag nog over op BE52 0012 2999 0009 (vzw Durme) en help ons zo die kaap van 100 hectare te behalen *. Vergeet zeker niet 'gift Fondatie' in de mededeling te zetten. Zonder deze mededeling kunnen wij geen attest maken. Verspreid de boodschap: deel onze berichten via facebook, instagram of twitter. Stuur onze artikels door. Geef het goede voorbeeld en spoor je omgeving aan om net als jij een gift te doen voor de Fondatie van Boudelo.

Samen halen we de 100 hectare met gemak! Bedankt! * Vanaf 40 euro per jaar krijg je een fiscaal attest waardoor je via de belastingen 45% van je gift terugkrijgt. Steun je de Fondatie van Boudelo graag met 40 euro, helemaal van jezelf? Verhoog je gift dan tot 72,72 euro, waarvan je via de belastingen 32,72 euro terugkrijgt. Je 72,72 euro gaat helemaal naar natuurherstel, terwijl je gift voor jezelf toch nog altijd op 40 euro komt. 5


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Explosie van voorjaarslibellen langs Durme, Moervaart en Zuidlede Tom Vermeulen De warme maand mei in combinatie met de Covid-19 crisis was voor velen het startschot om de omgeving rond hun eigen “kot” nog beter te leren kennen, zo ook voor mij. Met de kajak maakte ik enkele tochten op de Durme van Lokeren tot Eksaarde. Door de lockdown was het zeer rustig op de Durme, met geen gemotoriseerd verkeer en slechts af en toe een kano of kajak. Het is verwonderlijk hoe anders een vertrouwde omgeving eruit ziet vanop het water. En ook hoe dicht je bij waternatuur komt op die manier. Het viel mij bijvoorbeeld op hoeveel drijvende en oeverplanten langs de Durme groeien. De Durme is echt wel groen! De in meijuli bloeiende gele plomp is dominant aanwezig. Haar drijvende bladeren gelijken op die van de bekendere waterlelie waarmee ze verwant is, terwijl haar ondergedoken bladeren meer gekarteld en rafelig zijn; vandaar de benaming “slabladeren”.

Een mannelijke glassnijder is een kleine blauwe glazenmaker met de hoofdvliegperiode in mei. Hij is kleiner dan een mannetje grote keizerlibel, heeft zwarte strepen op de zijkant van het borststuk (die bij grote keizerlibel ontbreken), en vliegt dichter tegen het wateroppervlak en langs de oever waardoor hij voor de recreatieve wandelaar minder zichtbaar is. © Tom Vermeulen

Meerkoeten, wilde eenden, futen en waterhoenen deden volop aan gezinsuitbreiding. In Daknam ter hoogte van het bemalingsstation en het veer van Marie (Pieter Heydensveer, nvdr.) zag ik oeverlopertjes foerageren en korte vluchten maken net boven het wateroppervlak. Maar bovenal was er goed nieuws uit libellenland. Behoudens rivieren zijn er in onze streek weinig stromende wateren, en als de waterkwaliteit ervan verbetert, dan komen ook de libellen van zwak stromend water tevoorschijn. Patrouillerende mannetjes van de glassnijder (Brachyton pratense) vlogen in mei in grote aantallen langs de Durme. Deze kleine glazenmaker kwam tot vóór 7 jaar in de Durmevallei niet voor. Op de Rode Lijst van België van 2005 wordt hij vermeld als “kwetsbaar”. De blauwe mannetjes vliegen langs de oevers net boven het wateroppervlak. Ze speuren nieuwsgierig alle inhammetjes tussen het riet af op zoek naar vrouwtjes. Elk mannetje bezet een kort stukje oever, zijn eigen territorium zeg maar. Ze waren zo gefocust op zoek naar vrouwtjes dat ze zich niet stoorden aan de kajak. Talrijk waren ze vooral langs de bredere rietkragen ter hoogte van de Lokerse Moervaartmeersen, onder meer in Daknam waar de Durme splitst in Moervaart en Zuidlede, en verder langs de Moervaart richting het veer van Marie. Maar eveneens vond ik ze in het centrum van Lokeren nabij de rode voetgangers- en fietsersbrug achteraan het station van Lokeren. Een mannelijke bruine korenbout op de uitkijk. Hij onderscheidt zich van een mannetje gewone oeverlibel door de donkere vlekken en strepen aan de vleugelbasis (niet aanwezig bij gewone oeverlibel), de donkere vlekjes in de vleugeltippen (die soms ontbreken) en de witblauwe ogen (in plaats van de donkerder groenblauwe ogen van de gewone oeverlibel). © Thomas Van Lancker

6


Twee weken na de glassnijder verscheen een nog grotere verrassing: de bruine korenbout (Libellula fulva), die Thomas Van Lancker het eerst opmerkte langs de Durme. De Latijnse soortnaam “fulva” verwijst naar de geelbruine kleur van de libel net na het uitsluipen. Uitgerijpte mannetjes verkleuren naar lichtblauw en het vergt wat ervaring om ze dan te onderscheiden van de veel algemenere gewone oeverlibel. Bruine korenbouten, in tegenstelling tot glassnijders, overzien hun territorium vanop een vaste locatie, meestal zittend op een uitstekende, verdroogde rietstengel. Enkel bij verstoring of wanneer concurrerende mannetjes langskomen, verlaten ze hun uitkijkplaats. Als ik met de kajak voorbijkwam, kwamen ze vlak voor mij in de lucht stilhangen om de vreemde indringer te aanschouwen. De bruine korenbout houdt net zoals de glassnijder van voedselrijk en vegetatierijk water met rietkragen, en was talrijk aanwezig in de Lokerse Moervaartmeersen vanaf de brug van Daknam tot voorbij de brug van Sinaai. Op de Rode Lijst van België van 2005 wordt de bruine korenbout vermeld als “bedreigd”. 2020 is het eerste jaar dat deze soort zo talrijk wordt gezien in de Durmevallei.

Mannetje bruine korenbout.

© Tom Vermeulen

De glassnijder en de bruine korenbout kunnen dus beschouwd worden als echte rivierlibellen, hoewel men ze evengoed aan stilstaand water aantreft. Tijdens mijn kajaktochten in mei zag ik aan de splitsing van de Durme in Daknam ook de ooit met uitsterven bedreigde vroege glazenmaker (Aeshna isoceles), een Rode Lijst soort die het elk jaar beter doet. Dit voorjaar was hij over de ganse vallei van de Durme te zien. De variabele waterjuffer (Coenagrion pulchellum) is een andere rivierlibel van de maand mei. Voor de eerste keer waren er parende koppeltjes te zien ter hoogte van Daknam-dorp, dus nog vóór de brug. Eenmaal voorbij de brug van Daknam nam het aantal koppeltjes sterk toe. De variabele waterjuffer zet haar eitjes af in tandem (het mannetje houdt het vrouwtje bij de nek vast), op de onderkant van de drijvende bladeren van gele plomp of van drijvende algen. Dat was mooi te zien vanuit de kajak. Op de Belgische Rode Lijst van 2005 staat ze vermeld als een bedreigde soort. De vier besproken Rode Lijstsoorten zijn zo mogelijk nog talrijker langs het zeer vegetatierijke deel van de Zuidlede tussen Etbos en Puyenbroeck waar ze al enkele jaren in grote aantallen worden gezien. En de libellendiversiteit langs de Durme was dit voorjaar nog groter. Ook bruine winterjuffer, smaragdlibel, gewone oeverlibel, grote keizerlibel, lantaarntje, azuurwaterjuffer en grote roodoogjuffer waren van de partij. Kortom, de libellenfauna kende dit voorjaar een explosie langs de Durme ter hoogte van de Lokerse Moervaartmeersen en verderop langs de Moervaart en Zuidlede. Vier kwetsbare en bedreigde libellen foerageren er en planten zich er voort. Daardoor stijgt de natuurwaarde van dit rivierencomplex aanzienlijk.

Een mannelijke variabele waterjuffer is donkerder blauw en heeft meer zwarte segmenten dan de gelijkende azuurwaterjuffer. Op zijn zwarte borststukbovenzijde staat een blauw uitroepteken (bij azuurwaterjuffer is dit een ononderbroken blauwe lijn). © Tom Vermeulen

7


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

De grutto’s en kieviten van het Aubroek Robbert Schepers - Regionaal Landschap Schelde-Durme Wie dit voorjaar in het Aubroek rondliep, kon er niet naast kijken: de grutto’s en kieviten verdedigden er luidruchtig hun nesten en jongen. In het Aubroek, een deelgebied van het natuurgebied de Scheldebroeken ter hoogte van Appelsveer in Berlare, zet vzw Durme zich i.s.m. het Regionaal Landschap Schelde-Durme, lokale boeren en jagers in voor deze sierlijke weidevogels. En dat loont. De grutto is zonder twijfel een van onze meest kenmerkende weidevogels. Ze hebben hun titel als ‘koning der weiden’ niet gestolen. Als geen ander hoort de grutto bij weidse, historische graslandgebieden met vochtige en kruidenrijke graslanden waar er een gezond evenwicht bestaat tussen natuur en extensieve landbouw. In tegenstelling tot kieviten broeden grutto’s nog niet zo heel lang in het Aubroek. De eerste twee broedgevallen dateren van 2001. Het aantal koppeltjes groeide de voorbije jaren gestaag aan tot 8 à 9. Dit voorjaar telden vrijwilligers Jan Maertens, Rudi Van Onderbergen en Robbert Schepers 10 broedparen, een record! Van kieviten werden maar liefst 40 nesten geteld, wat uitzonderlijk veel is op een relatief kleine oppervlakte.

Grutto op de uitkijk in het Aubroek, een deelgebied van de Scheldebroeken in Berlare. © Rudi Van Onderbergen

Het aantal broedgevallen zat dus al goed, maar werden er ook voldoende jongen groot? Weidevogels zoals kievit en grutto gaan de laatste 30 jaar in België en Nederland namelijk sterk achteruit in aantal. Eén van de belangrijkste redenen is dat er niet voldoende jongen groot worden om de sterfte van oudere vogels te compenseren. We zitten dus ook met een vergrijzende weidevogelpopulatie. Aangezien ze hun nesten op de grond maken, zijn ze extra kwetsbaar tijdens landbouwbewerkingen zoals maaien en voor roofdieren zoals vossen en kraaien die wel graag een eitje of een jonge vogel lusten. Ook een loslopende hond kan ervoor zorgen dat een nest verlaten wordt. Alsof dat nog niet genoeg is, worden er ook geregeld verkeersslachtoffers gevonden op de betonweg naast het Aubroek, als gevolg van veel en snel sluipverkeer...

Rond bepaalde nesten van grutto op landbouwpercelen werd niet gemaaid. © Robbert Schepers

8

Vzw Durme heeft in het Aubroek verschillende percelen in beheer, waar in functie van kruidenrijke vegetaties en weidevogels laat gemaaid en niet bemest wordt, maar het overgrote deel van de percelen is in gangbaar landbouwgebruik met weinig kruiden en vroege maaibeurten. 9 van de 10 gruttonesten en 39 van de 40 kievitsnesten lagen op percelen van landbouwers. Door het lage waterpeil en het droge en warme voorjaar groeit het gras snel, waardoor het ook vroeg gemaaid kan worden. In een droge, harde bodem vinden volwassen grutto’s geen voedsel meer en in gemaaide graslanden vinden kuikens minder insecten en zijn ze kwetsbaarder voor roofdieren.


Kievitjong in het Aubroek. Met maar liefst 40 broedparen op een relatief kleine oppervlakte scoort het Aubroek uitzonderlijk goed.

© Jan Maertens

Om de nesten en jongen te beschermen werd i.s.m. het Regionaal Landschap Schelde-Durme, de lokale boeren en jagers een weidevogelproject opgestart. Tal van boeren waren enthousiast en zagen het zitten om de nesten te sparen door errond te maaien. Op die manier werden 6 gruttonesten en 2 kievitsnesten gered. Twee landbouwers waren bereid om tegen een vergoeding pas na 22 juni te maaien, zodat er in het voorjaar meer ongemaaid en kruidenrijk grasland aanwezig bleef. Vooraleer de landbouwers kwamen maaien, werd er samen met jagers door de percelen gelopen om vogels en hazen uit het gras te jagen. Verscheidene jonge kievitjes werden verzet naar naastgelegen percelen zodat ze niet onder de machines terechtkwamen. Om gedurende het voorjaar een vochtige zone te behouden waar grutto’s en kieviten voedsel kunnen blijven vinden (grutto’s moeten met hun lange bek in de grond kunnen boren) investeerde vzw Durme in een weidevogelpomp (zie ook Durme- en Scheldeland 2020-2). Dit is een pompje op zonne-energie dat dagelijks water vanuit de sloot op een perceel pompt zodat dit drassig blijft. Het was direct een succes: heel wat vogels hadden er deugd van. Ondanks de inspanningen vermoeden we dat slechts de helft van het aantal koppels grutto één of meer jongen heeft grootgebracht, wat net onvoldoende is om de populatie in stand te houden. Redenen zijn vermoedelijk de droogte en het feit dat redelijk wat eieren en kuikens gepakt werden door roofdieren. Eén jaar met een minder goed broedsucces is echter geen ramp, zolang dit niet elk jaar het geval is. Volgend jaar willen we met het project nog intenser samenwerken waardoor het broedsucces hopelijk beter wordt. We willen bij deze alle boeren, jagers en vrijwilligers bedanken die meewerkten aan de bescherming van de weidevogels in de Scheldebroeken.

De weidevogelpomp was meteen een succes voor heel wat vogels. © Jan Maertens

9


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Dagvlinderfiche: het zwartsprietdikkopje Sylvain Cuvelier - VVE WG Dagvlinders Het zwartsprietdikkopje is één van de drie soorten dikkopjes met oranje bovenvleugels uit het genus Thymelicus die België rijk is. Ze gelijken goed op elkaar qua uiterlijk en vliegwijze en dat maakt de determinatie in het veld niet altijd eenvoudig want het zijn bovendien zenuwachtige helikoptertjes die zich niet altijd zo maar laten bekijken. Dit graslandvlindertje dankt zijn naam aan de zwarte onderzijde van de sprietknoppen (Fig. 1a) die het belangrijkste kenmerk is voor de determinatie. Om dat goed te zien moet je de vlinder recht in de ogen kunnen kijken. Het kan nodig zijn om de vlinder te vangen zodat je de voelsprieten goed kan bekijken met een loep. Bij oude exemplaren is het mogelijk dat er ook wat sleet is op de voelsprieten zodat de zwarte kleur minder duidelijk wordt en dat bemoeilijkt de determinatie.

1a. Zwartsprietdikkopje. © Raphaël Windey

1b. Zwartsprietdikkopje.

© Tom Vermeulen

1c. Zwartsprietdikkopje.

© Raphaël Windey

De mannetjes hebben een korte, smalle zwarte geurstreep (Fig. 1d) op de bovenzijde van de voorvleugels. Beide geslachten (Fig. 1d-e) zijn vrij egaal oranje al zijn de aders wat zwart bestoven, vooral bij frisse exemplaren. De achterrand van de vleugels is zwart en eindigt in een bleke franje (Fig 1b-c).

1d. Zwartsprietdikkopje (mannetje).

© Jurgen Couckuyt

1e. Zwartsprietdikkopje. (vrouwtje).

© Jurgen Couckuyt

Een zeer vergelijkbare soort, het geelsprietdikkopje, kan je bijna steeds met zekerheid onderscheiden want de sprietknoppen zijn bleker, eerder oranjekleurig dan de Nederlandse naam van deze soort doet vermoeden. Hier komt het geelsprietdikkopje niet voor maar in Vlaanderen kan je deze soort zeker ook vinden. Goed bekijken is de boodschap. Ook het groot dikkopje (Fig. 2a) dat wel niet tot het zelfde genus behoort maar hier wel vliegt, wordt wel eens verward met het zwartsprietdikkopje. Niet alleen is er een verschil op te merken in kleur aan de voelsprieten die ook een klein haakje vertonen maar ook het vleugelpatroon (Fig. 2b-c) is verschillend. Er zijn zowel op de bovenzijde als onderzijde donkerder velden in de oranje basiskleur te zien. 10


2a. Groot dikkopje (mannetje).

© Tom Vemeulen

2b. Groot dikkopje (vrouwtje). © Tom Vermeulen

2c. Onderzijde groot dikkopje. © Raphaël Windey

Het zwartsprietdikkopje heeft slechts één generatie per jaar (Fig. 3). Begin juni start de vliegtijd en vanaf midden juni begint de soort volop te vliegen, piekt qua aantallen medio juli en de laatste vlindertjes kan je regelmatig zien tot eind augustus en een enkeling nog in september.

3. Fenologie zwartsprietdikkopje.

© VVE WG Dagvlinders

In onze omgeving zijn het sterk bedreigde graslandvlindertjes want hun biotoop (Fig. 4a) komt nog amper voor: zeer bloemrijke graslanden langs bermen, oevers, in ruigten, industrieterreinen en bruggenhoofden waarbij overjaars gras een belangrijke, levensnoodzakelijke rol speelt.

Het zijn actieve vlinders die heel veel tijd besteden aan bloembezoek (Fig. 4b) want ze hebben veel nectar nodig voor hun energieke levensstijl. Ze vliegen laag tussen de vegetatie. Bij rust hebben ze een ongewone houding: de bovenvleugels staan in een hoek van 45° ten opzichte van de achtervleugels (Fig. 1a). De wijfjes houden zich meer op in een open, zonnige plaats. Tijdens de zomer kleven de vrouwtjes hun eitjes in groepjes aan de bloeiaren en in de bladschede van breedbladige grassen. Op het ogenblik van de vliegtijd zijn die grassen al vrij dor en zonder voedingswaarde. Hierop overwinteren de eitjes. Het hedendaags beheer maait deze echter overal weg wat een belangrijke reden is waarom deze soort sterk is achteruit gegaan over grote delen van Vlaanderen.

4. Ideale biotopen voor het zwartsprietdikkopje - zoals hier aan de E17 in Sint-Niklaas - komen nog amper voor in onze omgeving.

© Ortwin Hoffmann

11


5. Rups van een zwartsprietdikkopje.

© Sylvain Cuvelier

De rupsen (Fig. 5) gaan zich pas in het volgende voorjaar ontwikkelen. Zij blijven het grootste deel van de tijd in een zelfgemaakt kokertje van een samengesponnen grasspriet en verpoppen zich ook in de vegetatie vast aan een grasspriet. Ook in dit stadium is maaien desastreus voor de soort. De soort komt nog amper voor in de ruime omgeving (Fig. 6). Fig 6: verspreiding van het zwartsprietdikkopje © VVE WG Dagvlinders

Rode bol: waarneming zwartsprietdikkopje (periode 2013-2020) kleine bol 1-3 exemplaren middelgrote bol 4-10 exemplaren grote bol > 10 exemplaren Zwarte lijnen: Spoorlijnen Rode lijnen: E34 - E17

Het is één van de meest bedreigde dagvlinders in onze streek. Daarom wordt de soort van nabij opgevolgd in meerdere meetnetten. Er zijn daarvoor meerdere trajecten uitgestippeld in Lokeren nabij de E17 in Lokeren.Wie wil meewerken aan één van deze telroutes kan zich aanmelden via filip.vandevelde@skynet.be. Verder kan je de soort ook nog waarnemen in o.a. Berlare, Moerbeke, St-Niklaas, Wachtebeke of Zele. We zijn zeer benieuwd hoe het verder zal gaan met het zwartsprietdikkopje in onze regio. Uitkijken en noteren! En om ook het voorkomen van alle dagvlindersoorten in de eigen regio beter te leren kennen, herhalen we nogmaals de oproep: meld én alle observaties én van alle stadia op www.waarnemingen.be en neem ook veel foto’s. Zo houden we de vinger aan de pols in de eigen regio. Wie op de hoogte wil blijven van de dagvlinders uit eigen streek en Europa, schrijft zich in op de nieuwsbrief van de VVE WG Dagvlinders bij couckuyt.jurgen@telenet.be. 12


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Schenk een lidmaatschap De afgelopen tijden waren bijzonder, en voor velen onder ons bijzonder zwaar. Daarom willen we onze zorgende medemens, dokters en mensen uit de essentiële sectoren graag in de bloemetjes zetten.We hopen dat ook zij rust kunnen vinden in onze natuurgebieden, en blijven dan ook volop inzetten op robuuste en toegankelijke natuur. Bovendien schenken we hun graag een lidmaatschap van vzw Durme en een abonnement op dit tijdschrift Durme- en Scheldeland. Zo kunnen ook zij genieten van het laatste natuurnieuws, krijgen ze tips om eropuit te trekken en kunnen ze kennis maken met de natuur bij hen in de buurt.

Hoe kan jij helpen? -

Schenk een lidmaatschap en schrijf vandaag nog 10 euro over met mededeling ‘ik schenk een lidmaatschap’.Voor elk geschonken lidmaatschap, doen wij er 2 bovenop. Zo kunnen we samen 3 mensen blij maken! Ken jij iemand die zo’n gratis lidmaatschap verdient? Een verpleger op de Corona-afdeling? Die huisdokter die overuren draaide? Of die lieve juf van de opvang die je kinderen bleef opvangen? Laat het ons weten, mail naar sarah.geers@vzwdurme.be en wij brengen het lidmaatschap in orde.

Bedankt aan iedereen die ons door deze COVID-19 crisis hielp!

13


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Droge zomers bedreigen bloemrijke hooilanden Kristof Scheldeman Voor het vierde jaar op rij beleven we in Vlaanderen een uitzonderlijk droog jaar. Er viel de afgelopen maanden onvoldoende neerslag waardoor het grondwater dieper en dieper in de bodem wegzakt. Grote delen van de meersengebieden en moerassen die vzw Durme beheert, riskeren deze zomer opnieuw volledig uit te drogen. Met lede ogen moesten we dit voorjaar vaststellen dat onze bloemrijke hooilanden in reservaat de Buylaers botanisch zwaar te lijden hebben van de aanhoudende droogte. De hooilanden kleurden tot enkele jaren terug nog impressionistisch geel en paars door de massale aanwezigheid van plantensoorten als scherpe boterbloem, grote ratelaar en echte koekoeksbloem. Dit voorjaar was er van een kleurrijk bloeispektakel geen sprake. Een terreincontrole toonde aan dat veel van de hooilanden plots overwoekerd werden door snelgroeiende grassen zoals gestreepte witbol en glanshaver. Het leek alsof de hooilanden bemest waren geweest, ondanks de meer dan 20 jaar strikt nageleefde nulbemesting.Wat is er aan de hand? We begrepen het even niet. Hoe kan de droogteproblematiek nu aanleiding geven tot meer ‘grasproductie’ en zodoende onze bloeiende kruiden verdringen? Na wat opzoekwerk vonden we de verklaring. In feite is de reden van de botanische achteruitgang in de Buylaers te wijten aan een bodemchemisch proces: in natte milieus, zoals in meersengebieden, verloopt de afbraak van organisch materiaal in de bodem trager dan in droge milieus en krijg je op termijn een accumulatie van venig materiaal; je bodem verveent met andere woorden. Dit is een proces dat honderden zo niet duizenden jaren in beslag neemt. De vervening van de bodem zorgt er eveneens voor dat koolstof uit de lucht vastgelegd kan worden in die bodem. Natte moerasbodems zorgen daardoor voor een even sterke koolstofopslag als bossen. Door de uitzonderlijk droge zomers van afgelopen jaren kwam deze venige bodemlaag echter langdurig droog te liggen, waardoor het aanwezige veen begint te mineraliseren of eenvoudiger gezegd begint te ‘verteren’. Zo kwamen er voedingsstoffen zoals stikstof en fosfaat vrij en vond er interne bemesting van de bodem plaats. Snelgroeiende grassen, zoals gestreepte witbol en glanshaver, profiteren hiervan en overwoekerden de trager groeiende kruiden. Deze kwijnen weg door een gebrek aan zonlicht of verdwijnen zelfs volledig. Dit fenomeen vindt momenteel plaats in onze bloemrijke hooilanden. Gelukkig zijn er nog zones die gevoed worden door kwelwater uit de ondergrond, deze zijn beter gebufferd tegen de droogte en blijven kruidenrijk. Niettemin is het duidelijk, als we de prachtige kleuren van onze bloemrijke hooilanden terug willen, hebben we dringend nood aan een typische Belgische zomer vol regenachtig, triest, grijs weer...

Door de lage grondwaterstanden komt de veenlaag droog te liggen en kunnen snelgroeiende grassen zoals gestreepte witbol en glanshaver de soortenrijke graslanden in de Buylaers overwoekeren. Bovenstaande foto’ s geven een duidelijk verschil tussen dit jaar (links) en vorig jaar (rechts). © Christophe Hillaert

14


Topjaar voor de rietorchissen Ondanks de droogte van de afgelopen jaren doen onze rietorchissen het goed en breidt hun populatie jaar na jaar uit. Rietorchissen zijn heel veeleisend wat betreft hun standplaats, ze groeien het best in de natste delen van de graslanden, meer bepaald in zones die jaarrond gevoed worden door kwelwater uit de ondergrond en zodoende meer gebufferd zijn tegen langdurige droogte. Bij de bekende populaties steeg dit voorjaar het aantal rietorchissen tot 924 bloeiende exemplaren in het natuurgebied de Buylaers terwijl er in de Fondatie van Boudelo 80 exemplaren geteld werden. Bijzonder was dat de zeldzame rietorchis voor het eerst opdook in de reservaten Durmemeersen (31 ex.) en het Groot Molsbroek (7 ex.). Dat de orchideeĂŤn, zoals in het Groot Molsbroek, zich eveneens vestigen in zones waar het natuurbeheer enkel bestaat uit extensieve begrazing, is een verrassing. Alles samen gerekend bedraagt het aantal bloeiende rietorchissen op terreinen in beheer door vzw Durme voor het eerst meer dan 1000 exemplaren. Dit mag gevierd worden!

Eerste rietorchis in de begrazingsblok van reservaat Groot Molsbroek Š Vzw Durme

15


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Interview met Bart Van Avermaet: ‘het belang van jullie vereniging is zeer groot’ Martzen Frans We spreken af met Bart Van Avermaet in het Verloren Bos. Een plek waar de bomen hem enorm fascineren maar jammer genoeg niet kunnen praten, waar het kasteel staat dat hij ooit samen met de speelpleinwerking drie weken lang mocht bewaken en zich zo een echte kasteelheer waande en waar hij de vele passanten die hem herkennen allemaal vriendelijk begroet. We instaleren ons op de bankjes tegenover het kasteel voor aangenaam gesprek over natuur, cultuur en zoveel meer. Dag Bart, als we over bekende Lokeraars spreken denkt iedereen onmiddellijk aan jou. Waar ergens in Lokeren ben je opgegroeid? Ik ben opgegroeid in de Daknamse Bossen, ik kom dus uit de natuur.Toen waren de Daknamse Bossen wel écht nog de Daknamse Bossen, dat is nu al pak minder. Mijn ouders zijn daar gaan wonen in de periode toen er daar eigenlijk nog niemand wilde wonen, het was er toen nog redelijk primitief. Beperkte elektriciteit, geen gas, weinig verlichting, gezellig allemaal maar mijn moeder was daar soms wel bang. Dat was eigenlijk de reden dat ze snel kinderen wou. Mijn vader was vaak van huis, hij gaf overdag en ’s avonds les dus was ze vaak alleen thuis. Ik snap ze wel, als kind was ik daar ook soms wel eens bang hoor, als er veel wind was gingen de bomen nogal heen en weer, je hoort geluiden die je niet kan thuisbrengen, dan slaat je fantasie op hol hé. Dus ik ben wel een kind van de bossen. Ik merk dat vooral in de herfst, de bosgeur in de herfst brengt echt de herinneringen uit mijn jeugd naar boven. Ik vind bomen in het algemeen zeer fascinerend, exemplaren van soms 200 jaar oud (wijst naar de bomen in het Verloren Bos), die zouden ons nogal wat kunnen vertellen over wat er hier allemaal gebeurd is in het verleden, als de bomen zouden kunnen spreken... Laat ons dus maar vriendelijk zijn tegen de bomen en de natuur. (lacht) Je bent dus wel een natuurmens door het opgroeien in de Daknamse Bossen? Het is niet dat ik zoals een ornitholoog vogels ga spotten of tellen maar de natuur is wel belangrijk voor mij, en dat komt dus vooral uit mijn jeugd. Ik vond het als kind bijvoorbeeld heel fascinerend hoe een varen ineenzit, ik ging die dan onderzoeken en ontleden. Ik volgde kikkers en nog allerlei dieren, we hadden toen massa’s beukennootjes, tamme kastanjes,… allemaal zaken waarmee je als kind jezelf enorm met amuseert en dat neem je wel mee denk ik. Ik kan me nog herinneren dat ik eens heel kwaad was omdat mijn peter het onkruid in het bos, mijn biotoop toen, wou bestrijden door het te besproeien, ik was daar zo droevig over. Het heeft toen ook heel lang geduurd vooraleer alles was zoal het was voor de sproeiactie van mijn peter. Spendeer je nu nog veel tijd in de natuur? Ja, ik ga veel fietsen en wandelen. Ik ben 3 jaar geleden beginnen fietsen voor Kom Op Tegen Kanker. Een wereld die ik totaal niet kende maar nu fiets ik heel graag. Alles langs de Durme en Schelde, dat is onvoorstelbaar mooi. Hier in het centrum ook, het Molsbroek en de Buylaers, prachtig is dat. Ik heb trouwens vorig jaar ook een stukje van de Buylaers gekocht voor jullie actie! Mijn collega bij Thuis, Pol Goossens, dat is bijvoorbeeld ook een echt natuurmens, hij komt vaak wandelen in het Molsbroek. Je hoort het meer en meer van mensen buiten Lokeren dat er hier enorm veel groen is, ze komen er zelfs speciaal voor naar hier, dat vind ik fijn om te horen. Daarom vind ik het toch wat jammer dat de Markt bijvoorbeeld niet groener is. De Markt is mooi vernieuwd maar het had toch wat groener gemogen. Zoals de Poststraat en de Luikstraat, zet daar bomen! Dat is visueel heel aangenaam want groen komt zacht binnen op je netvlies. Bomen geven ook verkoeling op hete dagen, alleen maar voordelen dus. Maar we mogen zeker niet klagen in Lokeren, we hebben een prachtige groene gordel met het Verloren Bos, Bospark, de Buylaers en het Molsbroek. 16


Je ben dus vaak te vinden in de Lokerse natuur? Zeker weten, en ik hoor het langs alle kanten, mensen die tijdens de lockdown meer gaan zijn wandelen of gaan fietsen en die komen dan vertellen hoe mooi het hier wel niet is. Ik denk dat veel mensen hun stad eens op een andere manier hebben leren kennen. De mensen hadden ook tijd de voorbije maanden. Ik heb alvast genoten van de extra tijd. Een uur lang een rups volgen in de tuin en zien wat die allemaal uitsteekt, zalig! Wat me wel opvalt, en niet enkel de voorbije maanden, zeer veel zwerfvuil. Ik ben er allergisch voor en ik zie het nog veel te veel. Dat is blijkbaar een probleem dat moeilijk op te lossen is. Maar er is nog een ander groot probleem dat boven ons hoofd hangt en misschien wel nóg moeilijker op te lossen is: de droogte. Ik heb het gevoel dat de mensen zich daar te weinig bewust van zijn, ik probeer de mensen er op aan te spreken dat we een probleem gaan krijgen, maar het is soms moeilijk om de mensen ervan bewust te maken. Het zal pas zijn wanneer er geen water meer uit de kraan komt dat sommigen de ernst van de zaak zullen inzien. Daarom is het belang van verenigingen zoals jullie zo groot, stel je voor dat de Buylaers ondertussen vol gebouwd zou zijn.Wat zou kunnen hé want sommige mensen in het stadbestuur hebben precies toch nog wat beton in hun buik. Wij proberen er thuis wel op te letten. Zo hebben we bijvoorbeeld bijna geen beton meer in onze binnentuin, zodat er genoeg water de grond in kan.We hebben ook voldoende gras dat we ook steeds minder en minder maaien. Alle beetjes helpen. Je bent een geëngageerd man? Tuurlijk, dat moet ook vind ik. Zoals de discussie over de verlichting op het fietspad naar Eksaarde (Spoorwegpad). Moeilijke discussie maar ik vind de fluorescerende strips die er nu zijn in combinatie met je fietsverlichting voldoende. Laat de natuur ‘s nachts maar slapen. Als mensen aan jou vragen wat de grootste troeven zijn van Lokeren, wat zou je hen zeggen?

© Vzw Durme

De Feesten! Zowel de Fonnefeesten als de Lokerse Feesten. Het is verbazingwekkend hoeveel mensen daar vrijwillig aan meewerken. Op de Fonne zullen dat een 300-tal vrijwilligers zijn en op de Lokerse 500 vrijwilligers. Prachtig toch? Het brengt de mensen samen. Ik ken mensen die het niet altijd even makkelijk hadden in het leven en die door te werken als vrijwilliger op de Fonnefeesten hun leven opnieuw op de rails hebben gekregen. Die maatschappelijke factor vind ik heel belangrijk. Het basisidee van de Feesten is ook mooi hé, een volksfeest creëren voor de mensen uit de stad die niet de middelen hadden om op reis te gaan. Ik heb de splitsing nog meegemaakt en kijk nu, zoveel jaar later heeft Lokeren een super gezellig, gratis stadsfeest, de Fonnefeesten én één van de betere festivals in België, de Lokerse Feesten. Welke stad kan dat zeggen?

Woon je al heel je leven in Lokeren? Nee, ik heb een beetje afgewisseld tussen Lokeren en Antwerpen.Tot mijn 18e heb ik op de Lokerse schoolbanken gezeten. Daarna ben ik gaan studeren in Antwerpen waarna ik terug in Lokeren ben komen wonen. In 1990 ben ik dan opnieuw verhuist naar Antwerpen, een twintigtal jaar daar gewoond en dan heeft de liefde mij teruggebracht naar Lokeren. Ik hou zowel van het plattenland als van de stad. Ik geloof er wel in dat mensen die jaren in de stad wonen dat na verloop van tijd beu worden en terug naar het platteland trekken of omgekeerd, ik ben ook zo. Nu woon ik al een tijdje terug in Lokeren en ik voel er wel iets voor om terug naar Antwerpen te trekken, mijn vriendin staat daar ook niet weigerachtig tegenover maar omwille van haar kinderen is dat nog niet aan de orde. De grootste redenen dat de roep van een grote 17


stad als Antwerpen zo luid klinkt zijn toch de culturele aspecten, de culturele mogelijkheden zijn er zoveel groter. Maar daar tegenover staat dan wel dat Lokeren dan weer ontzettend veel natuur heeft en dat maakt heel veel goed. Ik voel dat wel als ik in Antwerpen ben. De luchtkwaliteit bijvoorbeeld, veel aangenamer hier. En hier in Lokeren moet je nog geen 4 minuten fietsen en je zit in het groen! Daarom, Lokeren is voor mij eigenlijk niet echt een stad maar eerder een groot dorp, soms te klein voor mij. Maar voor de duidelijkheid, we amuseren ons dus wel in Lokeren he! Je bent acteur in één van de meest bekeken series in België. Vanaf wanneer voelde je dat je iets wou gaan doen met acteren? Dat is al vrij vroeg begonnen. Langs mijn pa’s kant komen we uit een acteursfamilie. Mijn grootvader, Georges Van Avermaet, is altijd de regisseur en directeur geweest van de Garve, het vroegere amateurtheater van Lokeren. Dus we hebben het wel een beetje met de paplepel meegekregen. Ik speelde al van heel jong in het jeugdtheater in Lokeren. Dan naar de academie en daarna naar het conservatorium in Antwerpen, bij Dora Van der Groen. Op het conservatorium proberen ze je opnieuw te kneden, ik was gevormd door de academie en dat moest daar volledig uit. Ik ben dan afgestudeerd, her en der beginnen spelen bij verschillende gezelschappen in België en Nederland, veel freelance werk gedaan. Opnieuw in het jeugdtheater gerold, heel lang dat opnieuw gedaan en dan daarna heb ik mijn eigen gezelschap opgericht en toen kwam Thuis.Toen heb ik eigenlijk de ideale combinatie kunnen maken tussen Tableau nr. 1, mijn eigengezelschap en Thuis. Met je eigen theater gezelschap Tableau nr. 1 sta je nog geregeld op de planken, een andere wereld dan televisie? Ja zeker. In theater creëer je echt, aan de slag gaan met een stuk, nadenken en het lange proces. Je hebt ook meer je eigen inbreng. Het decor, de kostuums, het licht, het repeteren. Als dan al die puzzelstukjes samenvallen en je toont het aan jouw publiek, wel dat is magie! Elke avond is ook anders, soms werkt het maar soms ook niet. Die interactie met het publiek is zo fijn, daarom is de kick op een podium is groter dan voor de camera. Als het werkt met het publiek en de mensen komen je achteraf vertellen dat je ze hebt meegetrokken in een verhaal, daarom doe je het. Bij televisie is de postproductie vaak belangrijker, montage, knippen en plakken. Het is een ander medium. Maar ik speel nog steeds heel graag in thuis. De voorbije periode was voor iedereen nogal speciaal. Acteren is een contactberoep, hoe komt een acteur de coronacrisis door? De opnames van Thuis lagen stil tijdens de lockdown, dus ik zat ook thuis. Die extra tijd deed mij wel deugd maar ik hou mijn hart vast voor de cultuursector, eerst de besparingen en nu al die gecancelde optredens... Bij Thuis zijn we ondertussen wel opnieuw beginnen draaien, met de afstandsregels. We repeteren nu bijvoorbeeld met een mondmasker, hebben ‘bubbels’ gecreëerd waarin we de scenes spelen, andere camerastandpunten, speciale lenzen waarbij ze closer kunnen filmen maar waarbij we toch voldoende afstand houden. De kijker zal er niet veel van merken en gaan van Corona geen thema maken in Thuis, de mensen zullen het wel al gehad hebben met Corona. Wat vind jij de voor- en nadelen van een bekend persoon te zijn? Je word wel vaak herkend natuurlijk en dat is niet altijd een voordeel maar ik ga daar niet over zagen. Ik heb het voordeel dat ik redelijk joviaal ben en ik heb van in het begin gezegd dat als de mensen vragen om een foto, dan doe ik dat, je doet de mensen daar een plezier mee. Eén van de voordelen om een bekend persoon te zijn is dat je goed kan door voor andere mensen. Als bekend persoon je bekendheid gebruiken en iets gratis doen voor iemand anders zodat die daar beter van wordt, dát doet ik graag. Commerciële dingen doe ik weinig, ik haal er veel meer plezier uit als ik mijn bekendheid kan gebruiken om mensen blij te maken of iets kan betekenen voor hun, zoals voor Kom Op Tegen Kanker. Ik kreeg onlangs de vraag van een jeugdleidster van een jeugdbeweging of ik iets wou doen voor hun kamp. Het thema van het kamp is Thuis en ze vroeg of de kinderen tijdens het kamp mij eens mochten opbellen en zo dan de echte Waldek aan de lijn krijgen, dat vind ik tof, omdat ik weet dat die kinderen daar van genieten.Vrijwilligerswerk in het algemeen spreekt mij wel aan, ook omdat ik daardoor al geholpen ben in het verleden. Alé, wie weet word ik ooit vrijwilliger bij vzw Durme! Altijd welkom! 18


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Achter de schermen

19


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Vier kleine ooievaars krijgen ring ĂŠn naam Sarah Geers Op vrijdag 29 mei klom Geert De Smet, die naast onze voorzitter ook erkende ringer van het KBIN is, met behulp van vrijwilliger Dimitri Dons van Arvore Boomwerken naar het 9 meter hoge nest van de ooievaars in de Buylaers. Ze mochten hiervoor gratis gebruik maken van een hoogtewerker van De Block Verhuur uit Lokeren. De 4 jonge vogels werden voorzichtig uit het nest gehaald en kregen een unieke ring om hun poot, die het mogelijk zal maken hen de rest van hun leven te blijven opvolgen.Trouwe volgers van vzw Durme weten dat de Buylaers sinds 2014 de thuisbasis is van verschillende ooievaarskoppels, en dat er hier al heel wat jongen geboren werden. Vrijdag 24 april werden (vermoedelijk, deze datum is nooit helemaal zeker) 4 ooievaarsjongen geboren in het nest op de nestpaal in de Buylaers. De ouders, twee ongeringde ooievaars, waarvan het vrouwtje herkenbare vlekken heeft op de vleugels, zijn wellicht niet aan hun proefstuk toe. Ze kwamen reeds in december (het mannetje) en januari (het vrouwtje) terug van hun trektocht uit het zuiden, en bezetten vrij vlot het nest op de 9 meter hoge nestpaal. Het vrouwtje broedde vorig jaar ook al met succes in de Buylaers en bracht toen 3 jongen groot, het mannetje lijkt nieuw. Dankzij de ringen kunnen de 4 jonge ooievaartjes verder opgevolgd worden.

De pers was massaal aanwezig om de sterren van de dag op gevoelige plaat vast te leggen. Via Facebook en Instagram konden onze volgers alles live volgen. Gelukkig liet Geert zich niet afleiden door al die belangstelling. Š Jean Finet

20


Nog maar 5 weken oud, en al geringd voor het leven De jonge ooievaars in de Buylaers werden relatief vroeg geboren, wellicht waren ze één van de eerste in Vlaanderen. Op het moment van het ringen waren ze ongeveer 5 weken oud. Conservator Christophe vertelt: “Ze kunnen nog niet vliegen, maar zijn wel al behoorlijk gegroeid sinds hun geboorte, ze zijn zeker al 3 keer zo groot. Ondertussen is hun poot dan ook groot genoeg om de ring veilig te kunnen aanbrengen.” Ringer Geert haalde de jongen, die in een reflex muisstil in het nest bleven liggen, eruit. “Ik meet en weeg ze, en breng dan voorzichtig de ring met unieke code aan. Alles wordt zorgvuldig genoteerd. Ik probeer dit zo snel mogelijk te doen, om de jongen zo weinig mogelijk te verstoren. Met deze code kunnen ze later opgevolgd worden, en weten we bijvoorbeeld dat een jong dat in 2014 in de Buylaers geringd werd, vorig jaar succesvol broedde aan de Brielpoort in Deinze.” Ondertussen cirkelden de ouders boven het nest, en hielden ze alles nauwgezet in de gaten. Alles verliep vlot, en een half uurtje later was de klus geklaard. De jonge ouders keerden terug naar het nest, van zodra we ons teruggetrokken hadden. Klepper Kalimero, Kili, Fonne en Kove Op dinsdag 2 juni zochten de luisteraars van Radio 1 samen met vzw Durme naar namen voor de jonge vogels, tijdens het programma ‘De Wereld van Sofie’. Tijdens de 2 uur durende uitzending konden luisteraars namen inzenden en werd ook experts in het vakgebied naar hun mening gevraagd. We kozen uiteindelijk voor deze 4 namen: Klepper Kalimero, Klepper Kili, Klepper Fonne en Klepper Kove. • • • •

Klepper Kalimero, onze kleinste en dapperste ooievaar, een voor zichzelf sprekende keuze. Klepper Fonne, oprichter van de Lokerse Feesten en nu naamdrager van de Fonnefeesten - een gratis festival dat naast de Lokerse Feesten plaats vindt (en zeer bekend voor de Lokeraar). Klepper Kove, verwijzing naar het grootste en oudste wijkfeest uit Lokeren dat er kwam na passage van Napoleon Bonaparte. Klepper Kili, naar de aanvoerder Killian Overmeire, de tot de laatste snik sterkhouder van Sporting Lokeren (en door heel wat mensen voorgesteld).

Vlieg- en stuntwerk te bewonderen door wandelaars en bezoekers Ondertussen zijn de jongen alweer stevig gegroeid, en zijn ze volop hun vliegspieren aan het oefenen. Binnenkort (half augustus) moeten ze immers genoeg aangesterkt zijn om samen met hun ouders en vele andere ooievaars de trektocht naar het zuiden te maken. Je kan het nest en de vorderingen van de jongen bekijken via de gratis verrekijker op de dijk langs het natuurreservaat. Deze verrekijker werd enkele maanden geleden ingehuldigd, en kwam er dankzij vele vrijwilligersuren en de steun van Natuurkijkers.be en poederlakkerij Marc Van Zele. Omwille van de coronamaatregelen vragen we met aandrang om deze kijker enkel te gebruiken met beschermingsmiddelen, of om je eigen verrekijker te gebruiken. Je kan de ooievaars in het hele reservaat makkelijk spotten, met of zonder verrekijker. Of neem een kijkje op onze sociale media (facebook, instagram of twitter). Ook nieuwe paal in Eendenkooi in Berlare meteen ingenomen Vorig jaar eindigde het verhaal van het Berlaarse ooievaarskoppel dramatisch.Tijdens de laatste voorjaarsstorm waaide de nestboom om, inclusief jongen. De ouders konden zichzelf al vliegend in veiligheid brengen, maar jammer genoeg stierven de jongen, die nog niet konden vliegen, de verdrinkingsdood. In het kader van de inrichtingswerken aan de Eendenkooi, die momenteel een volledige make-over krijgt, werden 3 nieuwe nestbomen voorzien van een ooievaarsplatform. En met succes. Dit voorjaar broedde direct opnieuw een koppel ooievaars, met 3 jongen als resultaat. Deze zijn momenteel nog niet te bewonderen, aangezien de Eendenkooisite momenteel nog gesloten blijft door de werken. 21


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Schat van Vlieg verstopt in het Molsbroek Vlieg verstopt ook deze zomer schatkisten in heel Vlaanderen en Brussel. Ga op zoek naar één van de 300 schatten van Vlieg in natuurreservaat het Molsbroek in Lokeren en verken een klinkend parcours. Heb je alle opdrachtjes goed doorlopen, en vind je de schatkist? Dan krijg je een klankboekje boordevol spelletjes én maak je kans op een familieweekend. Knoop het goed in je oren! Je kan deze zomer schatten zoeken in het Molsbroek van woensdag 1 juli tot en met dinsdag 15 september 2020. De opdrachten kan je uitvoeren rond het bezoekerscentrum of tijdens een wandeling van 2 kilometer. Je kan dit jaar voor het eerst kiezen tussen een zoektocht voor kleuters of een voor kinderen van de lagere school. Download de zoektocht op onze website voor je vertrekt (ga naar de activiteitenkalender en zoek naar ‘Schat van Vlieg’) of via deze QRcode. Tijdens de openingsuren kan je de bundel ook afhalen in het bezoekerscentrum, maar we willen iedereen zo veel mogelijk stimuleren om zelf een exemplaar af te drukken of mee te nemen op de GSM of tablet. Trek er op uit, en spits je oren! Veel plezier. Afspraak: van 1 juli tot 15 september aan het bezoekerscentrum Molsbroek (Molsbergenstraat 1, Lokeren). Meer info: sarah.geers@vzwdurme.be.

‘t uilenbos

goed gegeten, goed geweten Eksaardsedam 42 9180 Moerbeke-Waas Tel: 0491 04 21 95 22


23


24


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Loslopende honden in de natuur In bijna alle natuurreservaten van vzw Durme is jouw trouwe viervoeter welkom, op voorwaarde dat deze steeds is aangelijnd. Want net zoals mensen moeten ook honden op de paden blijven. Helaas gebeurt het nog steeds dat loslopende honden de omgeving in onze reservaten verstoren. Ze duiken al eens in het struikgewas, zwemmen er lustig op los in een waterplas en dartelen vrolijk rond in de kruidenrijke graslanden. Maar wat zijn hiervan nu de gevolgen voor de natuur? Rust voor wilde dieren De fauna in onze reservaten heeft behoefte aan een rustige leefomgeving.Vaak vinden honden het geweldig om de geuren van wilde dieren in de natuur op te sporen. Konijnen en vogels die toevallig in de buurt zijn, worden in vele gevallen opgejaagd en achternagezeten. Wanneer ze te vaak verstoord worden, besluiten ze om het gebied te verlaten, wat zorgt voor een daling van de populatie van het dier in dat gebied. Meer dan je zou denken verstoort een loslopende hond broed- en nestplaatsen (zeker in de maanden maart tot augustus). Loslopende honden kunnen deze dieren verstoren door hun geur, met als gevolg dat de jongen worden achtergelaten. Daarnaast wordt er regelmatig melding gemaakt van wilde dieren die werden verwond of gedood door een loslopende hond. Help jij ons om de rust voor fauna in onze reservaten te bewaren? Bescherm de kwetsbare flora Naast wilde dieren komen er in onze reservaten veel zeldzame en kwetsbare planten voor. Loslopende honden kunnen deze planten beschadigen.Vaak worden planten die laag boven de grond groeien, vertrappeld. Dit maakt het voor deze planten moeilijker om te groeien en zich te verspreiden, waardoor ze uiteindelijk uit onze reservaten kunnen verdwijnen. Voor de veiligheid van anderen, en je hond! Niet iedereen weet hoe hij/zij moet reageren als een loslopende hond nadert. Kinderen vinden het soms heel beangstigend wanneer een vreemde loslopende hond hen tegemoetkomt. Lopers en fietsers worden vaak op de hielen gevolgd wanneer ze een loslopende hond passeren. Daarnaast zijn sommige mensen bang voor honden en vinden ze het niet fijn als een hond ongevraagd toenadering zoekt. Ook andere wandelaars met een aangelijnde hond vinden het soms niet prettig wanneer een onbekende hond zonder lijn komt snuffelen. Want hou in gedachten: jouw hond is misschien wel braaf en goed afgericht, maar andere honden reageren niet altijd positief wanneer een vreemde hond vrolijk komt aangewandeld. Daarnaast zal ook een opgeschrikt paard in veel gevallen niet twijfelen om in de verdediging te schieten wanneer hij een hond op zich af ziet lopen. 25


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Struweeltjes Een boom kappen is niet altijd fout

Trek eropuit met vzw Durme

Afgelopen winter werden op het spoorwegpad tussen Lokeren en Eksaarde een aantal tamme kastanjes gekapt in opdracht van vzw Durme. Dit gaf heel wat commotie bij voorbijgangers die niet begrepen dat een natuurvereniging bomen kapt. De kap betrof echter geen eindkap van bomen, maar was hakhoutbeheer dat uitgevoerd werd om de tamme kastanjes een verjongingskuur te geven. Bij hakhoutbeheer worden de stammen namelijk net boven de stambasis gekapt waarna de boom kans krijgt om via zijscheuten opnieuw uit te schieten. Zo’n stambasis vanwaaruit verschillende scheuten opnieuw uitschieten wordt ook wel een hakhoutstoof genoemd.

Voor velen onder ons is de natuur een plekje waar we even volledig tot rust kunnen komen, en dat merkten we de laatste maanden meer dan ooit. Iedereen zat noodgedwongen thuis, maar gelukkig was de natuur een van de weinige toevluchtsoorden waar we nog naartoe konden en waar we kunnen genieten van de lente die volop op gang is. Heel wat planten staan in volle bloei en de natuur bruist van leven. Omdat de natuur (zeker nu) voor velen zo belangrijk is, besloten we speciaal voor jullie enkele interessante wandeltrajecten uit te stippelen die passeren langs de reservaten van vzw Durme.

Daar de tamme kastanjes van het spoorwegpad al in een ver verleden (>30 jaar terug) als hakhout werden beheerd, begonnen veel van de ondertussen fors uitgegroeide zijscheuten af te sterven. Er moest dus dringend achterstallig hakhoutbeheer uitgevoerd worden om de bomen te redden. Een controle begin juni toonde aan dat de gekapte bomen levendiger zijn dan ooit, honderden zijscheuten zullen weldra opnieuw uitgroeien tot prachtige hakhoutbomen. Kristof Scheldeman

De verjongingskuur van de tamme kastanjes aan het spoorwegpad tussen Daknam en Eksaarde werpt zijn vruchten af. © Vzw Durme

26

Heb je zin in een stevige wandeling langs de Linie en de Fondatie van Boudelo, of geniet je liever van een kortere wandeling langs het Maaibos aan de Zuidlede in Moerbeke-Lokeren? Download deze wandelingen via www.vzwdurme.be of ga meteen op stap met de app van Routeyou op je gsm. Via deze app kom je tijdens het wandelen meer te weten over de natuur rondom jou via interessante bezienswaardigheden. Geniet van de natuur! Dorien Van Ranst Onkruid bestaat niet Je kwam het in corona-tijden tegen: stoepplanten met hun naam in het krijt erbij. Het begon naar aanleiding van de Internationale Dag van de Biodiversiteit, 22 mei, waarop het Gents Milieufront opriep om op pad te gaan met krijt en een flora. Al die onopvallende, soms petieterige, plantjes kregen plots een naam en werden zichtbaar. Natuur kwam zo ineens erg dichtbij. Er staat heel wat moois tussen de stoeptegels van onze Vlaamse wegen: liggende vetmuur (letterlijk overal tussen de stenen), melde, ooievaarsbek, vingerhoedskruid, boterbloemen, klavers, wikkes, duizenblad, stinkende gouwe, klein streepzaad, robertskruid, venkel, herderstasje, schijfkamille, kompassla, wilde reseda, jacobskruiskruid, eikvaren, avondkoekoeksbloem, muurleeuwenbek, groot kaasjeskruid, …


Dit is een grote bruine steltloper met grote gele ogen en een witte streep op de vleugels, een beetje een rare snuiter. Maar in België een zeer zeldzame verschijning die af en toe eens op doortocht gezien wordt. Hij broedt vooral in Zuid-Europa in droge, open, stenige gebieden zoals duinen, akkers en steppes. Misschien deden de vele gemaaide graslanden hem een beetje aan een steppe denken? Nadat enkele vogelkijkers toegesneld waren om een glimp op te vangen zette hij z’n trektocht verder toen we de kievitjes gingen redden. Robbert Schepers Groot insectenhotel in Vlindertuin Berlare

Het loont dus de moeite om eens naar de stoep te kijken voor je huis. Of naar dat verwaarloosd stukje berm naast je oprit, of die barst in het wegdek. Er staan vaak pareltjes tussen. Pareltjes waar we anders gewoon aan zouden voorbij lopen. En als je zeker bent, neem een stukje krijt en schrijf de naam erbij. Zo leest iedereen na jou met welk prachtig ‘onkruid’ ze te maken hebben! Martine Van Audenhove Zeldzame Griel gespot in het Aubroek Op 4 en 5 mei werden in het Aubroek heel wat graslanden voor de eerste keer gemaaid. Op 6 mei gingen sommige boeren hun gras komen maaien of ophalen. Daarom ging ik ’s morgens vroeg kijken of er geen kleine kievitjongen op de percelen zaten. Anders zou ik ze verplaatsen zodat ze niet onder de maaimachines terecht zouden komen (zie artikel over weidevogels in het Aubroek op pagina 6 en 7 in dit nummer). Meestal kijk ik eerst met de telescoop vanaf de ringdijk langs Waterhoek of ik al jongen zie lopen op bepaalde percelen. Plots kreeg ik een vreemde vogel in het vizier op het centrale wegje in het Aubroek: een griel!

Sinds 2012 kan je aan het Donkmeer een heuse vlindertuin vinden, een realisatie van vzw Durme, de gemeente Berlare en het RLSD.Verwacht je niet aan een serrecomplex met exotische vlinders, maar aan een plek waar verschillende ingrepen getoond worden die inheemse vlinders en andere bestuivende insecten een handje kunnen helpen, ook in jouw tuin. Nectarrijke planten, takkenrillen en vlindersauna’s zijn er slechts enkele van. Sinds begin juni siert een immens bijenhotel de vlindertuin. Vrijwilligers van vzw Durme maakten er toen een schitterend verblijf voor deze nuttige dieren. Heel wat uren tijd en zweet heeft het gekost, maar het resultaat mag gezien worden. Al tijdens de opbouw van deze voorziening waren er al heel wat wilde bijen tuk op dit plekje.Waar onze vrijwilligers zich bij de opbouw strikt hielden aan de regels rond social distancing leken de bijtjes daar minder gevolg aan te geven. Deze actie kadert in de opwaardering van deze plek, maar ook in het engagement van Berlare om in de nabije toekomst te streven naar de titel ‘Bijenvriendelijkste gemeente’. De voorbije jaren werden al heel wat openbare plantsoenen omgetoverd tot bijenvriendelijke plaatsen. Weelderig bloeiende perken vol met goed gekozen nectarrijke planten sieren hier nu menig straatbeeld. Samen met onze natuurgebieden vormen ze nu belangrijke schakels in het biodiversiteitsverhaal. Welke gemeenten volgen? Michaël Crapoen 27


B e h o u d

|

S t u d i e

|

B e h e e r

|

E d u c a t i e

|

A c t u e e l

|

K a l e n d e r

Vogelnieuws: de snor Joris Everaert De snor (Locustella luscinioides) is een geheimzinnige zangvogel uit de familie Locustellidae. Deze familie is verwant aan een andere familie van kleine onopvallende vogels die leven in bijvoorbeeld dicht struikgewas of riet, de Acrocephalidae. Binnen de familie Locustellidae hoort de snor bij het geslacht Locustella, waartoe bijvoorbeeld ook de minder zeldzame sprinkhaanzanger (Locustella naevia) hoort. De snor werd relatief laat in de geschiedenis (1824) als nieuwe soort beschreven door de Italiaanse bioloog en geoloog Paolo Savi, vandaar de Engelse soortnaam ‘Savi’s warbler’. De snor dankt zijn naam aan de continu eentonig snorrende zang van het mannetje, meer een gesnor en wat lager van toon dan het ook insectachtig continue maar scherpere en iets tragere geratel van de sprinkhaanzanger. Je hoort deze zang vooral in de schemering en 's nachts. Zoals alle andere zangvogels proberen ze met de zang een partner aan te trekken en claimen ze een broedterritorium. Het leefgebied van de snor bestaat uit brede, dichte, vochtige en natte vegetaties van jong en overjarig riet en grote zeggen. Het nest is goed verborgen op minder dan 50 cm boven het water of zompige grond in watervegetatie. Op het menu staan voornamelijk insecten, spinnen e.d., die laag boven het water in de dichte vegetatie wordt gezocht. Tijdens het foerageren sluipt de snor als een muis door de vegetatie. De snor heeft in Europa en Centraal Azië een enigszins verbrokkeld verspreidingsgebied met hoge aantallen in enkele zeer uitgestrekte moerasgebieden. In Europa is de verspreiding grotendeels beperkt tot Midden- en Zuid-Europa. Snorren zijn langeafstand trekvogels en brengen de winter door ten zuiden van de Sahara. Onze broedvogels overwinteren in Afrika in o.a. Senegal, Mali, Tsjaad en Ghana. Vogels die meer oostelijk broeden overwinteren vooral in en rond Soedan en Ethiopië.

Zingende snor in zijn favoriet biotoop, nat rietland.

28

© Joris Everaert


Sinds de jaren 70 is de snor in bepaalde delen van Europa in aantal afgenomen, o.m. ook in België, Nederland en Frankrijk. In Nederland kent de broedpopulatie in de laatste 10 jaar wel weer een duidelijk positieve trend met in de periode 2013-2015 reeds 1.900 tot 2.400 territoria. Het feit dat de Nederlandse populatie opveert na neerslagrijke winters in de Sahel, suggereert een verband met de overwinteringsomstandigheden. In Vlaanderen blijft de soort een zeldzame broedvogel en de aantallen fluctueren vrij sterk. In de meest recente (2016) Rode Lijst van broedvogels in Vlaanderen heeft de soort een status van ‘ernstig bedreigd’. Tijdens de vorige broedvogelatlas-periode (2000-2002) werd de Vlaamse populatie geschat op slechts 9-20 territoria. In de periode 2013-2018 werden tussen de 16 en 44 territoria vastgesteld en er lijkt sprake van een lichte toename.Van verschillende territoria is het echter onzeker of er gebroed werd en betrof het wellicht enkel langdurig zingende mannetjes. De soms sterke fluctuaties en de afname in de broedpopulatie sinds de jaren 70 zien we ook in de regio van de Durme- en Scheldevallei. In de jaren 60 waren er nog (quasi) jaarlijks één tot enkele zangposten met waarschijnlijke en zekere broedgevallen, vooral in het Molsbroek in Lokeren en langs het Donkmeer in Berlare. Midden april 1965 werden zelfs tot 5 zangposten vastgesteld langs het Donkmeer, maar dit kunnen toen nog (deels) doortrekkers geweest zijn. Kortstondige zangposten voor 15 mei kunnen immers nog betrekking hebben op doortrekkende vogels. Vooral in de jaren 80 en 90 zien we in de regio een dieptepunt met in verschillende jaren geen enkel territorium. In de laatste jaren verschijnt de soort wel weer jaarlijks in de regio, met een afwisseling van 1 tot 3 zangposten. Dit jaar (2020) is een topjaar met vaste zangposten (ook na 15 mei) in de natuurreservaten Paardeweide-Oost in Berlare, WeymeerbroekOude Durme in Waasmunster en in het Groot Molsbroek in Lokeren. Er is dus nog hoop, zeker omdat er dankzij de verdere natuurontwikkeling in verschillende gebieden in de regio bijvoorbeeld nog nat rietland zal bijkomen.

29



31


Vzw Durme

REGIONALE VERENIGING VOOR NATUUR- EN MILIEUBEHEER

Het secretariaat is open: maandag t.e.m. woensdag: van 8 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur, donderdag t.e.m. vrijdag: van 8 tot 12 uur en van 13 tot 16 uur.

Bezoekerscentra Bezoekerscentrum Molsbroek Molsbergenstraat 1, 9160 Lokeren

Bezoekerscentrum Donkmeer Donklaan 123, 9290 Berlare

Gratis toegankelijk

Gratis toegankelijk

- 1 februari tot 31 mei: zon- en feestdag van 14 tot 18 uur, woensdag van 13 tot 17 uur, - 1 juni tot 15 sep: zaterdag en zondag van 14 tot 18 uur, dinsdag tot vrijdag van 13 tot 17 uur, - 16 september tot 31 oktober: zondag van 14 tot 18 uur, woensdag van 13 tot 17 uur, - 1 november tot 31 januari: zondag van 14 tot 17 uur, woensdag van 13 tot 17 uur.

- elke dag van 10 uur tot 12.30 uur en van 13.30 uur tot 17 uur. In juli en augustus tot 18 uur. - November t.e.m. februari van 13.30 uur tot 18 uur. - op aanvraag via donk@vzwdurme.be. - Gesloten van 24 december t.e.m. 2 januari.

Meer info op pagina 22 in dit nummer

Durme- en Scheldeland Driemaandelijks tijdschrift van vzw Durme

V.U. vzw Durme Molsbergenstraat 1, 9160 Lokeren 2020 I jaargang 23 I nr 3 Afgiftekantoor Lokeren 1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.