3 minute read

COLUMN HANS VAN WETERING

Next Article
DE STIJL VAN

DE STIJL VAN

EVEN GEDULD AUB

Journalist-schrijver Hans van Wetering is gefascineerd door het fenomeen tijd en de wereld van overmorgen. Een column over toekomstvisioenen, technologische (bokken)sprongen en dappere pogingen de tijd zelf te verslaan.

Advertisement

Een deur! De opwinding was groot toen Marsrover Curiosity onlangs een foto richting aarde stuurde, waarop, zo gonsde het direct rond, een heuse deuropening te zien was. Een deur! De geheime schuilplaats van de Marsmannetjes was eindelijk gevonden! Het verlangen naar lotgenoten elders in het heelal zit diep in ons versleuteld. Het idee dat we moederziel alleen door dat onmetelijke universum zweven is moeilijk te verteren, en dus dromen we sinds mensenheugenis van ruimtereizen en troostrijke ontmoetingen met andere beschavingen. Vergeet het, zeggen wetenschappers, het is fysiek onmogelijk, de natuurwetten zijn onverbiddelijk. Wat te doen?

In plaats van zelf afreizen dan maar wat spulletjes de ruimte insturen, is de gedachte. Spulletjes die iets vertellen over wie wij zijn, en wáár we zijn, en vervolgens hopen dat op een dag een extra-terrestrial die spulletjes ontdekt en er een uitnodiging in ziet bij ons langs te komen. En dus werd in 1977 vanaf Cape Canaveral ruimtesonde Voyager 1 gelanceerd, met als reisdoel een niet gespecificeerd ‘ver weg’. Inmiddels bijna vijftig jaar later heeft de Voyager ons zonnestelsel verlaten en meer dan 23 miljard kilometer afgelegd (voor wie wil weten waar hij zich op dit moment precies ophoudt, zie https://voyager.jpl.nasa.gov/). Hoe het er ter plekke uitziet, daarover tasten we helaas in het duister. Want alhoewel de Voyager nog info naar aarde zendt: snapshots zitten er niet meer tussen. Stuit de Voyager op een buitenaardse beschaving dan krijg je daar dus geen fotootje van toegestuurd. Reden te meer om het pakket met spulletjes zorgvuldig samen te stellen. Dat ‘pakket’ aan boord van de Voyager is in werkelijkheid een gouden plaat met pictogrammen die onze locatie in het heelal aanduiden en (handig wel) instructies over hoe de plaat af te spelen op het meegeleverde apparaat. Zet in een verre toekomst een buitenaards wezen die plaat op dan wordt het allereerst begroet in 55 talen (waaronder het Nederlands: ‘Hartelijke groeten aan iedereen’), waarna een keur van geluiden voorbij trekt: wind en bliksem, kwakende kikkers, blaffende honden en zingende walvissen. Er zijn ingesproken boodschappen van Jimmy Carter en VNopperhoofd Kurt Waldheim (ja, googelt u die naam nog maar even), er is muziek (waaronder, naast de onvermijdelijke Bach en Mozart, ook stukjes panfluit en doedelzak en, een intrigerende keuze, het door een Nieuw-Zeelandse inheemse stam gezongen Lied van de thuisblijvende mannen).

Klein probleem bij dat al: die wereld van vijftig jaar terug bestaat nu al niet meer. En die gedateerdheid valt nog in het niet bij de gedateerdheid waarvan sprake zal zijn wanneer de extra-terrestrial de plaat in die verre toekomst opzet (‘ver’ als in: over honderdduizenden, zo niet miljoenen jaren), want dan is van een menselijke beschaving waarschijnlijk überhaupt geen sprake meer. Vergeten dus maar dat hele ruimtereizen? Nee, zegt de Russisch-Israëlische tech-entrepreneur-miljardair Yuri Milner, het moet gewoon sneller. Het idee achter zijn project Breakthrough Starshot: door krachtige lasers op een superlicht ‘lichtzeil’ af te vuren, kun je een snelheid van 60.000 km/s bereiken (ter vergelijking: de Voyager haalt ‘slechts’ 17 km/s). Milner hoopt binnen afzienbare tijd zijn van camera’s en communicatieapparatuur voorziene ruimtesondes op pad te sturen naar Proxima Centauri, op 4,2 lichtjaren afstand de dichtstbijzijnde ster.

Twintig jaar duurt de heenreis. Is de sonde eenmaal veilig aangekomen, dan duurt het vervolgens nog 4,4 jaar voordat wij op aarde daarvan horen, voor we vernemen dat de sonde ter plekke al dan niet hartelijk is ontvangen. Geduld is geen overbodige luxe in de wereld van het interstellaire reizen, daar komt het op neer. Voorlopig moeten we ons dus met onszelf bedruipen. Inclusief een beetje fantasie om deuren te zien waar geen deuren zijn.

This article is from: