kankerwaarschuwingssignalen

Page 1

Wat te doen bij.nl - Waarschuwingsverschijnselen die kunnen duiden op kanker

Waarschuwingsverschijnselen die kunnen duiden op kanker 1. Ongewone bloeding of afscheiding. 2. Een knobbel of verdikking in de borst of elders. 3. Een niet genezende zweer. 4. Veranderingen in darm- of blaasfunctie. 5. Hardnekkige heesheid of hoest. 6. Aanhoudende indigestie of moeilijkheden bij het slikken. 7. Verandering in grootte of kleur van een wrat of moedervlek. Voor zware rokers ligt het risico om longkanker te krijgen, tien- tot twintigmaal zo hoog als voor niet-rokers Overmatige blootstelling aan zonlicht wordt als een „oorzaak” van huidkanker beschouwd VAN alle soorten van ziekten die de mensheid teisteren, is kanker een van de meest gevreesde. En terecht. Kanker is een ziekte die een ontzagwekkende tol aan lichamelijk letsel, hartzeer en sterfgevallen eist. En dit is vooral het geval gaan worden in onze twintigste eeuw. Vanwege de aard van deze ziekte, komen mensen vaak onder zware geestelijke druk te staan, wanneer ze vernemen aan de een of andere vorm van kanker te lijden. En hetzelfde is het gesteld met degenen die hen liefhebben. Door sommigen wordt het hebben van kanker als een automatisch doodvonnis beschouwd. Maar is dat werkelijk het geval? Neen; want hoewel het aantal sterfgevallen ten gevolge van kanker inderdaad tragisch hoog is, en in absolute aantallen nog steeds toeneemt, is ook het aantal personen toegenomen dat met succes is behandeld. Er is dus vooruitgang geboekt met betrekking tot de behandeling van kanker, maar bestaat er ook enige reële hoop dat deze ziekte binnen afzienbare tijd blijvend overwonnen zal zijn? Veel medische autoriteiten geloven in zeker opzicht van wel en menen dat de nog nooit zo krachtige aanval die nu tegen kanker wordt ondernomen, wel te eniger tijd zal leiden tot een bepaalde geneeswijze. Het Canadese Genootschap voor de Kankerbestrijding bericht: „Het onderzoek dat momenteel in verband met de kankerbestrijding wordt verricht, is de grootste en kostbaarste enkelvoudige onderneming in de medische geschiedenis. Het probleem is zo veelomvattend en zo diepgaand dat vrijwel elke tak van de moderne wetenschap bij het kankeronderzoek betrokken is.” Maar al deze inspanningen ten spijt, ziet men van medische zijde thans nog geen „totaal-kuur” voor alle vormen van kanker in het verschiet. Er zijn nog geen wetenschappelijke „doorbraken” tot stand gekomen, die deze hoop zouden rechtvaardigen. Desalniettemin kunnen we toch met stelligheid verklaren dat de mensenfamilie volledig van deze gevreesde


ziekte bevrijd zal worden. Alvorens te beschouwen hóe dit zal geschieden, willen wij het probleem eerst wat nader beschouwen. Hoe wijdverbreid is kanker? Wat zijn de oorzaken? Wat is momenteel de behandeling? Een vreselijke tol

Mag kanker dan in bijna elke soort van samenleving worden aangetroffen, het meest heerst deze ziekte toch in de „rijke” landen. In 1973 bijvoorbeeld waren er volgens Medical World News in de Verenigde Staten 665.000 nieuwe gevallen van kanker — oppervlakkige huidkanker niet inbegrepen. Volgens hetzelfde tijdschrift kwamen er in 1973 350.000 mensen ten gevolge van kanker om het leven. En gaat deze aantasting zich met dezelfde snelheid voortzetten, dan zal uiteindelijk, volgens de statistieken, één op elke vier Amerikanen deze kwaadaardige ziekte oplopen. Afgezien van hart- en vaatziekten, is kanker in de Verenigde Staten (en ook in Nederland) de voornaamste doodsoorzaak. Longkanker is bij mannen de vorm die de meeste doden eist, en de afgelopen jaren epidemische afmetingen heeft aangenomen. De laatste veertig jaar is de sterfte ten gevolge van deze aandoening met 1400 percent gestegen, aldus één verslag. Bij vrouwen wordt het hoogste sterftecijfer veroorzaakt door borstkanker, terwijl bij zowel mannen als vrouwen, de op één na hoogste kankersterfte zijn oorzaak vindt bij kankeraandoeningen aan de dikke en endeldarm. Er is een tijd geweest dat de overlevingskans bij kanker erbarmelijk laag lag. De Nationale Amerikaanse Adviesraad voor de Kankerbestrijding weet te melden dat in 1938 slechts één op elke vijf personen die kanker had, niet stierf — dat wil zeggen, een kans had om nog vijf jaar na de diagnose in leven te blijven. Tegen 1969 was die overlevingskans echter gestegen tot één op drie, terwijl uit een rapport over 1973 bleek dat toen reeds 47 percent van alle kankerpatiënten niet aan hun aandoening waren gestorven.


The tube carcinoma: female sex organ Wat is kanker? Kanker is geen enkelvoudige ziekte, maar in feite te verdelen in meer dan honderd afzonderlijke vormen. Lichaamscellen verschillen van structuur en derhalve ook de vormen van kanker die in de verschillende celweefsels van het lichaam hun oorsprong vinden. Wat alle vormen van kanker echter gemeen hebben, is hun abnormale celgroei. Hiernaar wordt verwezen met de uitdrukking maligne ofte wel „kwaadaardig�, daarmee duidend op de neiging van deze groei om voortdurend ernstiger vormen aan te nemen en mogelijk zelfs te leiden tot de dood. Een grote categorie van kankergezwellen wordt aangeduid met de term carcinoom. Dat zijn de meest voorkomende gezwellen. Ze ontstaan in de cellen van de bedekkings- en bekledingsweefsels van het lichaam, zoals de huid en het slijmvlies van organen als de longen, de maag, het spijsverteringskanaal en de mond.

Cancer cell division. Coloured transmission electron micrograph (TEM) of a section through a cancer cell dividing by mitosis into two new daughter cells. This is during the telophase (fourth stage) of mitotic division, when the cell's genetic material (dark blue) has been separated via the spindle (centre) into two identical populations. These cells are from a Ewing sarcoma, a malignant round-cell tumor. It is a rare disease in which cancer cells are found in the bone or in soft tissue. Magnification: x3000 when printed at 10 centimetres wide. Sarcoom is de naam voor een grote categorie van andere gezwellen — zeer kwaadaardig, maar niet veelvoorkomend. Dit soort van kankergezwellen ontstaat in bindweefsel, been en


kraakbeen, alsook in spierweefsel. Een aantal andere vormen, zoals leukemie, is niet in een van deze algemene categorieën onder te brengen. Normaal genomen sterven lichaamscellen na verloop van tijd af, terwijl andere zich in tweeën delen en de verloren gegane exemplaren vervangen. Bij kankercellen is echter de gevoeligheid voor dit regelmechanisme verloren gegaan, met het gevolg dat ze gaan woekeren. Eerst zijn er misschien maar een paar te midden van miljoenen normale cellen. Maar is de kanker eenmaal begonnen, dan beginnen deze cellen zich op abnormale wijze te vermenigvuldigen. Ze delen zich veel sneller dan zou moeten, en vormen na verloop van tijd een gezwel of tumor. Naarmate kankercellen zich vermenigvuldigen, dringen ze de normale cellen weg, en ontnemen deze soms de voeding die ze nodig hebben. Sommige gezwellen groeien zelfs zo snel dat ze hun eigen bloedvoorziening „voorbijgroeien”, met het gevolg dat sommige gedeelten van het gezwel weer afsterven en in gemene zweren ontaarden, die echter nog steeds groeien en kwaadaardig zijn. Tot slot vernietigt de kanker alles wat hem in de weg komt. Ontstaan er kankergezwellen in vitale organen, dan kan de functie van die organen ernstig geschaad worden, hetgeen vaak mede de dood verhaast.

Als een van de hoofdkenmerken van kankercellen moet worden gewezen op hun vermogen tot metastasering, dat wil zeggen hun vermogen om zich uit het oorspronkelijke gezwel los te maken en zich dan naar andere delen van het lichaam te verplaatsen. Dit kan geschieden via de aderen of slagaderen van de bloedbaan, of door middel van de lymfvaten, de buizen waardoorheen een waterachtige lichaamsvloeistof, de lymfe, stroomt. Deze reizende kankercellen nestelen zich dan in andere delen van het lichaam en vormen nieuwe, of secundaire gezwellen, die metastasen worden genoemd.


Overigens zijn niet alle gezwellen kwaadaardig van karakter. Sommige zijn benigne of goedaardig. En hoewel het in feite ook abnormale groeisels zijn, blijven ze op hun plaats en raken gewoonlijk ingekapseld. Ze zijn alleen gevaarlijk wanneer ze blijven groeien en dan nog slechts vanwege hun grootte, waardoor ze de werkzaamheid van belangrijke organen of lichaamsfuncties kunnen gaan belemmeren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een betrekkelijk klein goedaardig gezwel of tumor in de hersenen door te veel drukuitoefening op de hersenen de dood veroorzaakt, aangezien de harde schedelwand geen uitwijkmogelijkheden biedt. Elders daarentegen hoeft een veel groter goedaardig gezwel geen enkel gevaar op te leveren, als het daar voldoende ruimte heeft om te groeien. Enig waarschuwingsteken?

Geeft kanker ons bij het begin enig waarschuwingsteken? Neen, althans niet in het allereerste stadium— dan is er nog geen sprake van een duidelijk, specifiek waarschuwingssignaal. Het kankergezwel kan zich op een plaats bevinden waar het noch te zien noch te voelen is. Ook in de daaropvolgende eerste stadiums is kanker meestal pijnloos. Doorgaans zal pas pijn optreden wanneer het kankergezwel in een reeds gevaarlijk stadium verkeert. Wanneer


bijvoorbeeld de tumor op een gevoelige plek gaat drukken of een belangrijk inwendig kanaal, zoals de darmen of de urinewegen gaat afsluiten. Hoewel die vroege stadiums moeilijk, zo niet onmogelijk zijn vast te stellen, zijn er toch verschijnselen waar iemand op kan letten. Deze verschijnselen kunnen duiden op de aanwezigheid van kanker of een aandoening die in kanker kan ontaarden. Het Amerikaanse Genootschap voor de Kankerbestrijding vermeldt zeven waarschuwingsverschijnselen. Natuurlijk kunnen deze verschijnselen ook door andere ziekten veroorzaakt worden, ziekten die niets met kanker van doen hebben, maar aangezien deze verschijnselen, zoals gezegd, op kanker zouden kunnen duiden, verdienen ze onmiddellijke aandacht. En hoe eerder kanker wordt behandeld, des te groter de kans op genezing is. Is het juist om te stellen dat kanker bij bepaalde leeftijdsgroepen meer voorkomt dan bij andere? Algemeen gezegd, ja. Hoewel mensen van alle leeftijdsgroepen erdoor kunnen worden aangetast, staat inderdaad vast dat kanker onder mensen van meer gevorderde leeftijd een veel grotere tol eist dan onder jonge mensen, hoewel bepaalde vormen van kanker de neiging hebben vaker voor te komen bij jeugdiger personen. Maar in het algemeen kan dus worden gesteld dat kanker een ziekte is van de al wat oudere mens. Waardoor wordt kanker veroorzaakt? Maar hoe komt het nu dat cellen gaan woekeren? En waarom krijgen bepaalde mensen wel kanker en andere die onder precies dezelfde omstandigheden verkeren, niet? Kennelijk hebben sommige mensen een grotere aanleg voor kanker dan anderen. En wanneer zich dan in hun leven een bepaalde factor of een combinatie van factoren gaat voordoen, die kankerverwekkend zijn, dan zal er bij hen, aangezien zij daarvoor gevoelig zijn, kanker ontstaan.

Natuurlijk zijn er graden van vatbaarheid. Duidelijk aanwijsbaar is dit in het geval van sigarettenrokers. Als niemand zou roken, zou ook niemand ten gevolge van roken longkanker oplopen. Voor zware rokers ligt het risico om longkanker te krijgen, tien- tot twintigmaal zo hoog als voor niet-rokers. Maar, en daar gaat het om, dit wil niet zeggen dat iedereen nu in gelijke mate door de rook wordt aangetast. Zelfs onder zware rokers bevinden zich mensen die nooit van hun leven longkanker zullen krijgen. Hun weerstand is klaarblijkelijk groter. Er bestaan dus een aantal uiteenlopende factoren die bij bepaalde mensen de kans op kanker vergroten. In de loop der jaren zijn enkele van deze factoren die kanker „veroorzaken� of de


kans erop vergroten, vastgesteld. Opgesomd zijn het: sigaretterook, stralingsenergie van zonlicht en röntgenstralen, bepaalde chemische stoffen of combinaties van chemische stoffen, bepaalde overgeërfde of aangeboren afwijkingen, chronische weefselirritatie, verstoring van het hormoonevenwicht en misschien zelfs emotionele factoren. Ook verschillende virussoorten kunnen, zo heeft men de afgelopen jaren geconstateerd, kanker „veroorzaken” — althans bij dieren; bij de mens heeft men nog niets definitiefs in dit verband kunnen vaststellen. Met dat al zal er toch pas kanker ontstaan wanneer naast de aanwezigheid van zo’n „oorzaak” het weerstandsvermogen van het lichaam een ernstig gebrek vertoont, zodat het lichaam zich in bepaalde opzichten niet meer doeltreffend tegen de ziekte te weer kan stellen. Dr. R. A. Good van het Sloan-Kettering Centrum voor Kankeronderzoek in New York stelde dan ook: ’Nog nooit hebben we een kankerpatiënt gehad waaraan met betrekking tot het lichamelijke weerstandsvermogen geen afwijking viel te constateren.’ De geïndustrialiseerde samenleving

Van oorzaken gesproken, de belangrijkste „oorzaak” van kanker is misschien wel de moderne levenswijze in onze hedendaagse geïndustrialiseerde samenlevingen. Want kanker mag dan vrijwel overal ter wereld voorkomen, als belangrijke ziekte wordt ze toch voornamelijk in de geïndustrialiseerde landen aangetroffen. Met de opkomst van de industrialisatie zijn er een groot aantal abnormale levensomstandigheden geschapen. Er is vervuiling gekomen van de lucht die we inademen, het water dat we drinken en het voedsel dat we eten — vervuiling met een grote verscheidenheid van irriterende chemicaliën. Zo heeft men geconstateerd dat longkanker tweemaal zoveel voorkomt onder stadsbewoners dan onder mensen die op het platteland wonen. De Amerikaanse Atlanta Journal berichtte: „De Nationale Onderzoekraad . . . is tot de conclusie gekomen dat stadslucht vijftienmaal erger verontreinigd is dan buitenlucht. En, zoals het rapport verder opmerkte, longkanker treedt het meest op in die stadsgebieden waar over het algemeen de industriële vervuiling het grootst is.” Daarbij komt nog dat de moderne levenswijze een zwaardere belasting met zich brengt van lichaam en geest; het leven gaat sneller, is drukker en veroorzaakt meer ongewone spanningen. Dit alles draagt bij tot een ondermijning van het lichamelijke weerstandsvermogen. „Naar schatting 75 tot 85 percent van alle kankeraandoeningen vinden direct of indirect hun oorzaak in het milieu — de meeste zijn in eerste aanleg te voorkomen”, aldus een bericht in de New York Times. Ook Dr. F. J. Rauscher van het Nationale Amerikaanse Instituut voor de Kankerbestrijding verklaarde: „Tachtig tot vijfentachtig percent van onze kanker is van uitwendige aard — dat wil zeggen, vindt zijn oorsprong bij bronnen buiten het menselijk lichaam. Met andere woorden, een kankergezwel ontwikkelt zich ten gevolge van wat iemand doet, wegens de manier waarop hij leeft of ten gevolge van iets waaraan hij blootstaat.” Als voorbeeld van zo’n uitwendige oorzaak kan worden gewezen op het roken van sigaretten, waardoor zich longkanker ontwikkelt. Ongeveer 90 percent van de lijders aan


deze vorm van kanker, zouden gevrijwaard zijn gebleven als ze niet hadden gerookt. Een ander voorbeeld is asbest. Al geruime tijd had men opgemerkt dat asbestwerkers vatbaarder waren voor longkanker en een zelden voorkomende borsttumor met de naam mesothelioma. Deze ziekte ontwikkelt zich na jaren blootstelling aan asbestvezels. Bestaat er ook enig verband tussen de moderne levenswijze en borstkanker bij vrouwen? In zeker opzicht: ja. Vrouwen in geïndustrialiseerde samenlevingen hebben over het algemeen minder kinderen — zo ze die al hebben — dan vrouwen in een landbouwgemeenschap — terwijl de grote aanwezigheid van flessemelk en babyvoeding tevens de borstvoeding sterk heeft teruggedrongen. Borstkanker, zo blijkt nu echter, komt vaker voor bij vrouwen die geen kinderen hebben gebaard, of die hun kinderen niet zelf hebben gevoed, dan bij vrouwen waarbij dit wel het geval is. Borstkanker treedt in de meeste gevallen pas op na de menopauze. Van belang is tevens de volgende opmerking van Dr. Rauscher, die verklaarde: „Het hebben van seksuele betrekkingen op jeugdige leeftijd, verhoogt waarschijnlijk het risico op borstkanker, en maakt het optreden van kanker aan de baarmoederhals absoluut waarschijnlijker. Voor vrouwen met meer dan één partner, ligt de kans op kanker aan de baarmoederhals aanzienlijk hoger dan voor vrouwen die niet met meerdere partners contact hebben en zich niet op jeugdige leeftijd aan seksuele betrekkingen hebben overgegeven. . . . Prostituées, onder wie deze ziekte veel voorkomt, lopen een groot risico.” Overmatige blootstelling van de huid aan zonlicht, wordt vooral bij lichtgekleurde mensen als „oorzaak” van huidkanker beschouwd. Medische autoriteiten waarschuwen met klem tegen de gewoonte van sommige mensen met een lichte huidkleur, om uren achtereen in de zon te liggen ten einde zo bruin mogelijk te worden. Hoewel dus nog geen enkele echte „oorzaak” van kanker is vastgesteld, komen er bij kanker toch heel wat factoren om de hoek kijken. En alles schijnt erop te duiden dat de geïndustrialiseerde levenswijze in veel landen een versneld effect heeft op de afbraak van de lichaamsweerstand tegen kanker. Hoe kanker wordt behandeld Wat de behandeling van gezwellen betreft, blijft de chirurgie de belangrijkste plaats innemen. De meeste artsen achten het het beste een tumor zo snel mogelijk uit het lichaam te verwijderen — hoe sneller hoe beter, want hoe groter dan de kans is dat de kanker is gestopt en er geen uitzaaiing heeft plaatsgevonden. Het is nog niet zo lang geleden dat onder doktoren verschil van mening is ontstaan omtrent de vraag hoe uitgebreid de chirurgische ingreep bij bepaalde gezwellen moet zijn. Dit stelt de patiënt voor het probleem wiens advies in dezen hij moet volgen. Natuurlijk zijn er ook mensen die operaties volledig uit den boze achten. Wat hun bezwaren echter ook zijn, het valt niet te ontkennen dat er mensen zijn bij wie geen kanker teruggekomen is nadat ze hiervoor een operatie hadden ondergaan. Bij sommige mensen heeft dit soort van behandeling dus wel degelijk succes. Een andere behandelingsmethode is bestraling. Bij bepaalde vormen van kanker geniet deze methode de voorkeur boven opereren; in andere gevallen wordt ze in combinatie met opereren toegepast. Bij deze methode hoopt men kankercellen met krachtige straling te kunnen vernietigen. De mogelijkheid hiertoe berust daarop, dat kankercellen abnormaal van structuur zijn en derhalve met minder straling te vernietigen zijn dan normale cellen. Nochtans is het gevaar van nadelige invloed op gezonde lichaamscellen niet denkbeeldig, zodat de bestralingsdeskundige bijzonder bedreven moet zijn in het gebruik van deze therapie. De chemotherapie wint vooral de laatste tijd veel meer veld. Hieronder verstaat men de


toediening van geneesmiddelen die ten doel hebben kanker te bestrijden. Een tijdlang heeft men gehoopt dat de „doorbraak” op het gebied van de kankerbestrijding vanuit deze hoek zou komen. Die hoop is echter geen werkelijkheid geworden. Van de tienduizenden geneesmiddelen die men heeft ontwikkeld en beproefd, zijn slechts zeer weinige enigermate doeltreffend gebleken. Geheel afgezien daarvan, bergen geneesmiddelen altijd de mogelijkheid van kwalijke bijverschijnselen in zich — de gunstige werking van sommige niet uitgesloten. De immunotherapie is helemaal een nog nauwelijks ontgonnen terrein van onderzoek. Geleerden hopen door middel hiervan het weerstandsvermogen van het lichaam tegen ziekten, de zogenaamde „immuniteit” van het lichaam, te versterken, zodat het zich ook doeltreffender tegen kanker te weer kan stellen. Als er een werkzaam middel zou kunnen worden gevonden dat zich hiervoor goed zou lenen, zou men kunnen hopen daar een vaccin van te maken. Maar tot nog toe zijn er op dit terrein nog slechts zeer bescheiden successen geboekt, en dan nog alleen met betrekking tot huidkanker. Andere behandelingsmethoden Behalve deze bovengenoemde, algemeen gebruikte methoden, heeft men nu en in het verleden ook andere toegepast, die vaak na een kortstondige periode van populariteit weer verdwenen wanneer hun werkzaamheid onbewezen bleek. Volledig te veroordelen zijn echter alle namaak-„kuren”, ontwikkeld door gewetenloze personen, wie het er alleen maar om te doen is, zoveel mogelijk geld te kloppen uit de zak van angstige kankerpatiënten. Gewoonlijk worden zij snel door de autoriteiten ontmaskerd en strafrechtelijk vervolgd. Elke geneeswijze van kanker die momenteel als de „absolute methode” wordt aangeprezen, moet overigens met wantrouwen worden bezien. Op dit moment bestaat zo’n geneeswijze eenvoudig nog niet. Kankerspecialist en Nobelprijswinnaar Dr. S. E. Luria, verklaarde: „Elke afschildering van een spoedprogramma met de belofte dat er binnen drie, vijf of tien jaar een ’geneeswijze voor kanker’ zal zijn gevonden, komt neer op zelfbedrog en gevaarlijke misleiding van het publiek.” Een van de „onorthodoxe” methoden waarover thans het meeste verschil van mening bestaat, is het gebruik van de stof „Laetrile”, vervaardigd van abrikozepitten. Als middel voor kankerbehandeling is het in de Verenigde Staten verboden — maar in Mexico toegelaten. De voorstanders ervan geloven oprecht dat kanker er succesvol mee bestreden kan worden. De tegenstanders zijn even oprecht in hun veroordeling ervan. Een van de bekendste voorstanders, de Mexicaanse arts Dr. E. Contreras, houdt het erop dat het niet zozeer een „geneesmiddel” als wel een „controlemiddel” is, en vergelijkt het met het gebruik van insuline voor suikerzieken. Alleen, zo zegt hij, „kwaadaardige primaire gezwellen aan beenderen, spieren, gewrichten, enz., primaire hersentumors en acute leukemie reageren niet gunstig op de Laetrile-therapie”. Bij ver voortgeschreden kanker, aldus zijn woorden, „treedt er in ongeveer 60 percent van de gevallen verlichting op; het middel bezit een verbluffende pijnstillende werking en geeft een aangenaam gevoel van welbehagen”. In een klein percentage van deze gevallen, zo’n 15 percent, aldus nog steeds deze arts, is er sprake van „een stilstand of zelfs teruggang van de ziekte”. Doch ook bovenstaande verklaringen, ofschoon een stuk bescheidener dan de beweringen van sommige Laetrile-voorstanders, worden door bijna de hele medische wetenschap tegengesproken. Onlangs is de substantie beproefd op proefdieren van het Sloan-Kettering Centrum voor Kankerbestrijding in New York. Dr. R. Good, directeur van het instituut, verklaarde hierover: „Op dit moment is er nog geen enkel bewijs dat Laetrile enig effect op kanker heeft.” Een verklaring waaraan hij nog toevoegde: „Laetrile schijnt op gezwellen geen gunstige invloed te hebben. . . . bij dit produkt zijn heel wat emoties betrokken, maar weinig


feitelijke gegevens.” Natuurlijk worden zulke conclusies door de voorstanders van Laetrile bestreden. Het voorkómen van kanker Iets geheel anders dat in verband met de bestrijding, of beter gezegd, voorkoming van kanker wordt aanbevolen, is goede voeding. Algemeen is men het erover eens dat een gezond lichaam beter toegerust is om zich tegen aanvallen van kanker te verdedigen. En steeds meer autoriteiten erkennen de waarde van een dergelijk „preventief medicijn”. De National Observer berichtte: „Toen Dr. R. J. Williams vorige week ten overstaan van de leden van de Nationale Academie van Wetenschappen sprak over betere voeding als de beste maatregel om kanker te voorkomen, was er niemand die lachte.” Op dit terrein van preventie, ofte wel voorkoming, is trouwens nog iets wat veel mensen zouden kunnen doen, namelijk ophouden met roken. Daarmee zou het sterftecijfer ten gevolge van longkanker wel zo’n 90 percent naar beneden gedreven worden. Een gezonde raad gaf ons eveneens Dr. M. Schneiderman van het Nationale Amerikaanse Instituut voor de Kankerbestrijding: „Wat ik zou aanbevelen . . . is bescheidenheid bij alles. Niet roken. Een beperking van de hoeveelheid vet die men gebruikt. Een beperking van de grote hoeveelheid calorieën die men tot zich neemt. En voor mannen absoluut noodzakelijk, en misschien voor vrouwen ook wel: veel meer activiteit, veel meer lichaamsbeweging.” Deze zienswijze komt in grote mate overeen met die van kankeronderzoeker Dr. B. Sokoloff, die er nog op wijst dat kankerpatiënten, gemiddeld genomen, meer wegen dan niet-kankerpatiënten en dat „overvoeding ongewoon vaak het beeld is dat wij bij de geschiedenis van kankerpatiënten aantreffen”. Ook geregelde medische controle is iets wat aanbevolen wordt. De sleutel tot een succesvolle bedwinging van kanker is vaak gelegen in een vroege constatering. Hoe vlugger men is met de diagnose, des te sneller er met de behandeling kan worden begonnen. Maak u trouwens wat dit betreft bekend met de zeven waarschuwingsverschijnselen. Treden bij u een of meer van deze verschijnselen op, dan kan het goed zijn om medische hulp in te roepen. Blijvende genezing Ongeacht echter hoeveel iemand ook doet om kanker te voorkomen, en hoe goed men deze ziekte ook probeert te behandelen, vanuit menselijk standpunt bezien is er nog geen echte geneeswijze in zicht. Maar, zonder twijfel wel een blijvende genezing! ’s Mensen Schepper namelijk, Jehovah God, weet op welke wijze de afbraak van het menselijk lichaam plaatsvindt en ook wat daartegen moet worden gedaan om zodoende blijvend aan alle ziekten een eind te maken. En weldra zal Hij door middel van zijn hemelse koninkrijk hiertoe overgaan, om ten behoeve van de mensheid blijvende genezing te brengen van alle ziekten, met inbegrip van kanker. Gods Woord belooft dat Hij „elke traan” uit de ogen van mensen zal „wegwissen”, en „de dood [er] niet meer [zal] zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan” (Openb. 21:4). De koning van Gods hemelse koninkrijk, Christus Jezus, heeft de verzekering gegeven dat deze genezingen zullen komen. Want toen hij op aarde was, genas hij reeds op kleine schaal zieken en wekte doden op, om aan te tonen wat hij op grotere schaal zou doen als hij eenmaal door God als koning zou zijn aangesteld. — Matth. 15:30, 31; Joh. 11:38-44. Alles wat er nu in vervulling van bijbelse profetieën gebeurt, wijst erop dat voor Gods koninkrijk de tijd nabijgekomen is om bestuur te gaan uitoefenen over de aardse aangelegenheden zonder enige vorm van concurrerende heerschappij. Dit houdt tevens in dat de tijd nabij is waarop Gods grote genezingsprogramma in zijn nieuwe ordening een aanvang zal nemen. Het is bijzonder aanmoedigend te weten dat dan de totale en blijvende uitroeiing


van deze grote plaag, kanker, zal plaatsvinden. Nooit meer zullen mensen dan aan deze afschuwelijke ziekte lijden en sterven. Dat zal dan voorgoed voorbij zijn!

Waarschuwingsverschijnselen die kunnen duiden op kanker 1. Ongewone bloeding of afscheiding. 2. Een knobbel of verdikking in de borst of elders. 3. Een niet genezende zweer. 4. Veranderingen in darm- of blaasfunctie. 5. Hardnekkige heesheid of hoest. 6. Aanhoudende indigestie of moeilijkheden bij het slikken. 7. Verandering in grootte of kleur van een wrat of moedervlek. Voor zware rokers ligt het risico om longkanker te krijgen, tien- tot twintigmaal zo hoog als voor niet-rokers Overmatige blootstelling aan zonlicht wordt als een „oorzaak� van huidkanker beschouwd Wat te doen bij.nl - Waarschuwingsverschijnselen die kunnen duiden op kanker


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.