Wat te doen bij.nl - Symptomen en diagnose bij aandoeningen van de nieren
Nieren en urinewegen
Wat te doen bij.nl - Symptomen en diagnose bij aandoeningen van de nieren
Aandoeningen van de nieren en de urinewegen treffen één nier of beide nieren, één urineleider of beide urineleiders (ureters), de blaas of de plasbuis (urethra). Symptomen De symptomen van een urinewegaandoening verschaffen de arts vaak belangrijke aanwijzingen. Er kan echter ook sprake zijn van urinewegaandoeningen, waaronder infectie, stenen, urinewegafsluiting en tumoren, terwijl de patiënt geen symptomen heeft. Chronische nierinsufficiëntie in het bijzonder verloopt vaak zonder symptomen totdat de ziekte in een gevorderd stadium is gekomen. Het eerste symptoom is vaak moeheid door bloedarmoede of hoofdpijn door een sterk verhoogde bloeddruk. Bij ouderen kan verwardheid het eerste symptoom zijn dat als zodanig wordt herkend. Koorts
Koorts kan een symptoom zijn van een bacteriĂŤle infectie van het nierbekken (pyelonefritis) en soms van nierkanker. Een blaasinfectie (cystitis) veroorzaakt zelden koorts, behalve als er een afsluiting ter hoogte van de plasbuis is.
Pijn
De meeste nierziekten veroorzaken geen pijn. Pijn door een nierziekte wordt meestal in de zij of de onderrug (lendenen) gevoeld. Soms straalt de pijn naar het midden van de buik uit. De pijn ontstaat meestal doordat de buitenbekleding van de nier (het nierkapsel) wordt uitgerekt als gevolg van een aandoening waardoor het nierweefsel opzwelt, zoals een nierbekkenontsteking. Een niersteen veroorzaakt zeer hevige, soms ondraaglijke pijn wanneer de steen in de urineleider terechtkomt. De urineleider trekt zich samen als reactie op de steen, waardoor heftige pijnkrampen (nierkoliek) in de onderrug optreden, vaak uitstralend naar de lies. De pijn verdwijnt wanneer de urineleider zich ontspant of de steen in de blaas is terechtgekomen. Pijn in de blaas wordt meestal door een bacteriĂŤle infectie veroorzaakt. De pijn bevindt zich meestal boven het schaambeen en, tijdens de urinelozing, aan het uiteinde van de plasbuis.
Een belemmering van de afvloed van urine veroorzaakt pijn boven het schaambeen. Bij een verstopping die zich langzaam ontwikkelt, kan de blaas echter pijnloos worden opgerekt. Vermoeidheid, misselijkheid, kortademigheid en jeuk
Vermoeidheid, misselijkheid, kortademigheid en jeuk over het gehele lichaam zijn symptomen die gewoonlijk bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie ontstaan. Deze symptomen zijn het gevolg van stapeling van afvalproducten van de stofwisseling, waaronder zuren, die niet meer door de zieke nieren kunnen worden uitgescheiden en van bloedarmoede.
Oedeem
nefrotisch syndroom
Oedeem (zwelling) ontstaat doordat zich in de weefsels vocht ophoopt. Door deze vochtophopingen kan de patiënt zwaarder worden. Oedeem is gewoonlijk het beste te zien aan de enkels en de voeten, maar kan ook in de buik, op de onderrug, de handen en het gelaat optreden. Oedeem kan ontstaan als de nieren niet in staat zijn een overmaat aan water en natrium uit het lichaam uit te scheiden. Oedeem treedt vooral op bij nierziekten waarbij een grote hoeveelheid eiwit (vooral albumine) in de urine wordt uitgescheiden (nefrotisch syndroom). Het oedeem ontstaat doordat er vocht uit de bloedbaan naar de weefsels lekt.
Problemen met urineren
De meeste mensen urineren ongeveer vier tot zes keer per etmaal, meestal overdag. Volwassenen produceren gewoonlijk ongeveer driekwart tot twee liter urine per dag afhankelijk van de hoeveelheid uit te scheiden afvalstoffen en water. Bij kinderen is dat veel minder, soms maar een kwart liter per dag. Frequente mictie: tal van factoren kunnen de urineproductie vergroten, zoals een hoge bloedglucosespiegel en het gebruik van vochtafdrijvende middelen (diuretica). Daardoor moet vaak worden geĂźrineerd, wat ‘frequente mictie' wordt genoemd. Frequente mictie zonder toename van de dagelijkse hoeveelheid urine is een symptoom van een urineweginfectie of van irritatie van de blaas door bijvoorbeeld een steen of een tumor. Ook een tumor of een andere massa die van buitenaf op de blaas drukt, kan doordat de blaascapaciteit dan afneemt frequente mictie veroorzaken. Een andere oorzaak van frequente mictie is het onvermogen de blaas geheel te ledigen doordat de plasbuis gedeeltelijk is afgesloten, vaak door een vergrote prostaat.
Veranderingen in de urineproductie: een nierziekte kan het vermogen van de nieren
om urine te concentreren aantasten, waardoor de dagelijkse urineproductie toeneemt. Zeer grote hoeveelheden urine zijn vaak een reactie op een hoge bloedglucosespiegel (diabetes mellitus), een verlaagde productie door de hypofyse van antidiuretisch hormoon (diabetes insipidus) of een stoornis in de reactie van de nieren op het antidiuretisch hormoon (nefrogene diabetes insipidus). Bij bepaalde nierziekten (zoals acute nierinsufficiëntie) en urinewegaandoeningen (zoals afsluiting van beide urineleiders, afsluiting van de blaasuitgang of afsluiting van de plasbuis) kan de urineproductie plotseling tot minder dan een halve liter per dag dalen. Wanneer de urineproductie langdurig minder dan een kwart liter per dag bedraagt, hopen afvalproducten van de stofwisseling zich op in het bloed (uremisch syndroom). Nachtelijk urineren: al in een vroeg stadium van vele nierziekten moet de patiënt 's nachts vaak urineren (nycturie). Nycturie komt ook vaak voor bij patiënten met hartfalen, leverinsufficiëntie, slecht gereguleerde diabetes mellitus of diabetes insipidus. Nycturie kan ook optreden bij patiënten van wie de nieren de urine niet goed kunnen concentreren. Het frequent uitplassen van zeer kleine beetjes urine 's nachts kan als oorzaak hebben dat de urine niet ongehinderd door de plasbuis kan stromen en zich in de blaas ophoopt. Bij oudere mannen is een vergrote prostaat vaak de oorzaak van de afsluiting (zie Aandoeningen van de prostaat: Goedaardige prostaathyperplasie) wat gepaard gaat met irritatie van de blaas. Soms heeft nycturie echter een voor de hand liggende oorzaak: het laat op de avond drinken van grote hoeveelheden vocht, vooral alcohol, koffie of thee. Bedplassen (enuresis) is bij kleine kinderen normaal. Na de leeftijd van 5 of 6 jaar kan bedplassen duiden op een vertraagde rijping van de spieren en zenuwen in de lagere urinewegen, wat vaak vanzelf overgaat. Als het bedplassen aanhoudt, moet aan andere oorzaken worden gedacht, vooral als ook het plassen overdag gestoord is, zoals een infectie of een vernauwing (strictuur) van de plasbuis, onvoldoende beheersing over de blaaszenuwen of psychische problemen. Hesitatie, persen en nadruppelen: de gebruikelijke symptomen bij een gedeeltelijk afgesloten plasbuis zijn een aarzelend begin van de urinelozing (hesitatie), een behoefte om te persen, een zwakke, druppelende straal en nadruppelen. Bij mannen worden deze symptomen meestal veroorzaakt door een vergrote prostaat die op de plasbuis drukt en minder vaak door vernauwing (strictuur) van de plasbuis. Dezelfde symptomen bij jongens kunnen wijzen op een aangeboren abnormaal vernauwde plasbuis of een abnormaal vernauwde uitwendige opening. Ook bij vrouwen kan deze opening abnormaal vernauwd zijn.
Urgentie: een niet te onderdrukken drang tot urineren (urgentie), die soms aanvoelt als een vrijwel constante pijnlijke spanning (tenesmus), kan door irritatie van de blaas worden veroorzaakt. Incontinentie kan optreden als de patiënt niet onmiddellijk urineert. Incontinentie: ongecontroleerd urineverlies (incontinentie) kan verschillende oorzaken hebben (zie Urine-incontinentie: Introductie). Bloed of gas in de urine: bloed in de urine (hematurie) kan de urine rood tot bruin kleuren, afhankelijk van de hoeveelheid bloed, hoe lang het bloed in de urine aanwezig is en hoe zuur de urine is. Een hoeveelheid bloed die te klein is om de urine rood te kleuren kan met behulp van biochemisch of microscopisch onderzoek worden aangetoond. Bloed in de urine zonder pijn kan door problemen in de blaas, de plasbuis, de urineleiders of de nieren worden veroorzaakt. Bloed in de urine met of zonder pijn kan door nierstenen, een niercyste, sikkelcelanemie, kanker en een nierfilterontsteking worden veroorzaakt. Bloed in de urine met pijn is vaak het gevolg van een nierfilterbloeding, een tumor in nier of blaas, een niersteen of een bloedstolsel dat zich door een van de urineleiders of de plasbuis beweegt. Gas (lucht) in de urine, een zeldzaam symptoom, wijst meestal op een abnormale verbinding (fistel) tussen de urinewegen en de darmen. Een fistel kan een complicatie zijn van diverticulitis, andere soorten van darmontsteking, een abces of kanker. Door een fistel tussen de blaas en de vagina kan er ook gas in de urine terechtkomen. Soms wordt het gas door bacteriën in de urine geproduceerd. Kleurveranderingen van de urine: gewoonlijk is verdunde urine vrijwel kleurloos. Geconcentreerde urine is donkergeel. Andere kleuren dan geel zijn abnormaal. Kleurstoffen in voedsel kunnen de urine rood kleuren en geneesmiddelen kunnen diverse kleuren opleveren: rood, bruin of zwart. Bruine urine bevat soms afgebroken hemoglobine (het eiwit dat zuurstof in de rode bloedcellen transporteert). Hemoglobine kan in de urine komen door aandoeningen van nier, urineleider of blaas. Als gevolg van bepaalde ziekten (zoals hemolytische anemie) kan de urine afgebroken hemoglobine bevatten, maar dat komt minder vaak voor. Bruine urine kan spiereiwitten bevatten die na ernstig spierletsel via de urine worden uitgescheiden. Urine kan rood zijn door kleurstoffen die bij porfyrie ontstaan of zwart door kleurstoffen die bij melanoom ontstaan. Troebele urine wijst op de aanwezigheid van pus door een urineweginfectie of van zoutkristallen afkomstig van urinezuur of fosfaat. De oorzaak van een abnormale verkleuring kan meestal met biochemisch of microscopisch onderzoek worden vastgesteld. Geurveranderingen van de urine: de geur van urine kan een aanwijzing zijn voor bepaalde ziekten en aandoeningen. De geur is gewoonlijk sterk als de urine sterk geconcentreerd is, zoals bij uitdroging het geval is. De urine kan bij patiënten met een bacteriële nier- of urineweginfectie stinken. De urine kan een zoete geur verspreiden bij patiënten met slecht gereguleerde diabetes.
Nieren en urinewegen (structuur) Medische encyclopedie De nieren en urinewegen bestaan uit twee nieren die ieder via de urineleider met de blaas verbonden zijn, en de plasbuis die de blaas met de lichaamsopening verbindt. De nieren
liggen achter in de buikholte aan beide kanten van de wervelkolom. Het zijn roodbruine boonvormige orangen, ongeveer 10-12,5 cm lang en 5-7,5 cm breed. De urineleiders zijn dunne gespierde buisjes van 25-30 cm lang en de blaas is een hol, gespierd orgaan dat in het bekken ligt. De blaas bestaat grotendeels uit spieren die het lozen van de urine door de urinebuis mogelijk maken. Röntgenfoto van nieren en urinewegen Deze speciale – vroeger vaak gemaakte – röntgenfoto, een zogenoemd intraveneus urogram (IVU), brengt delen van het urinestelsel met behulp van contrastvloeistof in beeld. Een deel van de nieren, de urineleiders die aan beide zijden van de wervelkolom lopen, en de blaas zijn duidelijk zichtbaar. Er zijn geen afwijkingen te zien.
1. 2. 3. 4. 5.
Nier Urineleider Wervelkolom Bekken Blaas met urine
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
BIJNIER (GEHEEL): Boven op iedere nier ligt een bijnier, een klier die hormonen afscheidt ONDERSTE HOLLE ADER: Bloed uit het onderlichaam keert via deze ader terug naar het hart Bijnier (doorsnede) LICHAAMSSLAGADER (AORTA): Via deze slagader stroomt het bloed van het hart naar de rest van het lichaam Nier (doorsnede) Nierbekken Nierschors Niermerg URINELEIDER: Vanuit iedere nier loopt een urineleider via welke urine naar de blaas stroomt BLAAS: Urine komt in de blaas terecht, die een gespierde wand heeft UITGANG URINELEIDER: Deze uitgang functioneert als klep om te voorkomen dat urine terugstroomt PLASBUIS MAN: De plasbuis loopt van de blaas tot het uiteinde van de penis PROSTAAT: Bij mannen loopt de urinebuis door de prostaat UITGANG BLAAS: Spieren rond de uitgang helpen bij het ophouden van urine BUIKVLIES: Dit vlies, hier maar deels afgebeeld, ligt aan de binnenkant van de buik en bedekt onder meer de blaas NIERADER (VENA RENALIS): Via deze ader stroomt het bloed naar de onderste holle ader
17. NIERSLAGADER (ARTERIA RENALIS): Deze slagader, een directe aftakking van de aorta, voorziet de nier van bloed 18. NIER (GEHEEL): De nier aan de rechterkant ligt iets lager dan die aan de linkerkant Urinewegen van de vrouw De urinebuis van de vrouw is korter dan die van de man en bevindt zich iets hoger in het bekken.
1. Urineleider 2. Blaas 3. Plasbuis
Andere gerelateerde onderwerpen Aandoeningen aan de blaas en de urinebuis Nieraandoeningen Nieren en urinewegen De nier (structuur) Sekseverschillen (structuur) Urineproductie en uitscheiding (functie)
Oedeem: vocht op vreemde plekken
Oorzaken en behandeling Als er vocht zit op plekken waar dat niet hoort, heb je waarschijnlijk last van oedeem. Oedeem zit vaak in de enkels of de longen en komt bij jong en oud voor.
Oedeem kan verschillende oorzaken hebben. Als de bloedvaten in de benen het bloed niet goed afvoeren naar het hart, kan zich vocht ophopen in voeten, enkels en onderbenen. Ook een verminderde pompfunctie van het hart, of lever- en nieraandoeningen kunnen oedeem veroorzaken.
Eerste tekenen De eerste tekenen van oedeem zijn vaak simpel te herkennen: je hebt dikke enkels en voeten. Meestal merk je het immers wel als je voeten uit je schoenen puilen. Het verschil tussen opgezette voeten en oedeem is eenvoudig zelf te testen. Druk je vinger stevig in de huid en haal deze na een tijdje weg. Als je een putje in je been ziet, is er sprake van vocht vasthouden. Ook kan er vocht rond de longen blijven staan. Uiteraard kun je dit niet zien. Meestal merk je het aan benauwdheid of omdat je sneller moe bent. Ook kortademigheid, vooral bij inspanning of bij plat liggen ('s nachts), kan een teken zijn van oedeem in de longen. Als je daar last van hebt en ook in een paar dagen meer dan één of twee kilogram aankomt, kan het zijn dat je oedeem hebt. Daarnaast is het mogelijk dat je oedeem krijgt in de lymfebanen; dit is vaak aangeboren of een gevolg van een ongeval of operatie.
Oedeem, en wat nu? Om tot behandeling over te gaan, is het noodzakelijk om de oorzaak te kennen. Oedeem is een afwijking die bij allerlei ziektes kan ontstaan. Als je last hebt van vocht vasthouden en je hebt last (gehad) van hartfalen, controleer dan een paar keer per week je lichaamsgewicht. Als dit flink toeneemt, is een bezoekje aan de huisarts zeker nodig. Er is één gouden regel bij vocht vasthouden: wees zuinig met zout. Zo houd je minder vocht vast en daalt je bloeddruk. Zorg ook voor genoeg beweging. Bewegen stimuleert de doorbloeding en de spierfunctie in je benen, waardoor het vocht kan verminderen. Een wisseldouche - warm en koud water afwisselen - na afloop van een middagje sporten versterkt dit proces. Bij oedeem worden vaak zogenaamde plasmiddelen voorgeschreven. Door deze medicijnen
scheiden de nieren meer zout uit. Het vocht wordt als het ware meegetrokken en via de urine afgevoerd. Hierdoor wordt het oedeem minder en verdwijnen dikke enkels en voeten. In sommige, vaak ernstige gevallen, zal de arts steunkousen of een zwachtel voorschrijven.