34567 1 MAART 2012
Hoe herken je
echte christenen?
34567
6
Oplage van elke uitgave: 42.182.000 IN 194 TALEN
MARCH 1, 2012
HET DOEL VAN DIT TIJDSCHRIFT, De Wachttoren, is Jehovah God, de Soevereine Heerser van het universum, te eren. Net zoals een wachttoren in de oudheid iemand in staat stelde iets al van verre te zien aankomen, zo laat dit tijdschrift ¨ de betekenis van het wereldgebeuren zien in het licht van de Bijbelse profetieen. Het troost mensen met het goede nieuws dat Gods koninkrijk, een echte regering in de hemel, binnenkort een eind zal maken aan alle slechtheid en de aarde in een paradijs zal veranderen. Het spoort aan tot geloof in Jezus Christus, die gestorven is opdat wij eeuwig leven kunnen krijgen en die nu in de hemel regeert als Koning van Gods koninkrijk. Dit tijdschrift wordt al sinds 1879 door Jehovah’s Getuigen uitgegeven en heeft geen politieke inslag. Het houdt zich aan de Bijbel als autoriteit. Dit tijdschrift is niet voor de verkoop bestemd maar wordt verschaft als onderdeel van een wereldwijd Bijbels onderwijzingswerk dat gesteund wordt door vrijwillige bijdragen. Tenzij anders vermeld, is de gebruikte Bijbelvertaling de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen (uitgave 2004). De afkorting v.G.T. betekent „voor de gewone tijdrekening”. G.T. staat voor „van de gewone tijdrekening”. Waar de uitgever artikelen primair voor Jehovah’s Getuigen zelf bedoelt, zijn ze in een wat informelere stijl geschreven.
COVERSERIE 3 Zijn alle ’christenen’ ook echt christenen? 4 „Indien gij in mijn woord blijft . . .” 5 „Geen deel van de wereld” 6 „Liefde onder elkaar” 7 „Ik heb hun uw naam bekendgemaakt” 8 „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal (...) worden gepredikt” VASTE RUBRIEKEN 16 18 19
&
23 24 30
Wat zegt Gods Woord? Hoe moeten we Jezus’ dood herdenken? Wist u dit? Nader dicht tot God „De vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen” Veelgestelde vragen: Is de Drie-eenheid een Bijbelse leer? Een brief uit Rusland Om met uw kinderen te lezen „Hij bleef aan Jehovah gehecht”
OOK IN DEZE UITGAVE 10
Moet je afgaan op de eerste indruk?
13 20
Hedendaagse Azteken worden ware christenen Is er iets mis met spiritisme?
& 26 Kleuren en stoffen in Bijbelse tijden 32
Hoe ziet u Jezus?
Zijn alle ’christenen’ ook echt christenen?
H
OEVEEL christenen zijn er? Volgens de Atlas of Global Christianity waren het er in 2010 over de hele wereld bijna 2,3 miljard. Maar er staat ook dat die christenen verbonden zijn met meer dan 41.000 kerkgenootschappen, die allemaal hun eigen leerstellingen en gedragsregels hebben. Het is logisch dat dit enorme aantal ’christelijke’ religies voor sommigen verwarrend of zelfs teleurstellend is. Ze vragen zich misschien af: is iedereen die beweert christen te zijn wel een echte christen? Laten we het eens vanuit een ander perspectief bekijken. Als een toerist bij de douane komt, is het niet voldoende dat hij alleen maar zegt uit welk land hij komt. Hij moet zich kunnen identificeren met bijvoorbeeld een paspoort. Zo moet ook een echte christen meer doen dan gewoon zeggen dat hij in Christus gelooft. Hij moet zich duidelijk kunnen identificeren als christen. Hoe doet hij dat? De uitdrukking christen raakte in gebruik na het jaar 44. De Bijbelse geschiedschrijver Lukas vertelt: „Het was voor het eerst in Antio¨ chie dat de discipelen door goddelijke voorzie-
nigheid christenen werden genoemd” (Handelingen 11:26). Degenen die christenen werden genoemd, waren dus discipelen van Christus. Wanneer is iemand een discipel van Jezus Christus? Een theologisch woordenboek legt uit: „Jezus als discipel volgen betekent dat iemand [zijn] hele leven onvoorwaardelijk opoffert (...), en dat voor de rest van zijn leven” (The New International Dictionary of New Testament Theology). Een echte christen is dus iemand die helemaal en onvoorwaardelijk leeft naar de leerstellingen en instructies van Jezus, de Stichter van het christendom. Zijn er zulke mensen te vinden onder de velen die zeggen christen te zijn? Waaraan zouden Jezus’ echte volgelingen volgens hem te herkennen zijn? In de volgende artikelen kunt u lezen hoe de Bijbel die vragen beantwoordt. Er zullen vijf uitspraken van Jezus aan bod komen die een hulp zijn om zijn ware volgelingen te identificeren. Hoe voldeden de eerste christenen daaraan? En wie van de vele mensen in deze tijd die beweren christen te zijn passen in het plaatje? DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
3
„Indien gij in mijnwoord blijft . . .” „Indien gij in mijn woord blijft, zijt gij werkelijk mijn discipelen, en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken.” — JOHANNES 8:31, 32.
Wat het betekent: Jezus’ „woord” slaat op de dingen die hij onderwees; die kwamen van een hogere bron want Jezus zei: „De Vader, die mij heeft gezonden, heeft mij zelf een gebod gegeven met betrekking tot wat ik zeggen en wat ik spreken moet” (Johannes 12:49). In een gebed tot zijn hemelse Vader, Jehovah God, zei hij: „Uw woord is waarheid.” Hij haalde vaak Gods Woord aan ter ondersteuning van ¨ wat hij onderwees (Johannes 17:17; Mattheus 4:4, 7, 10). Ware christenen blijven dus in zijn woord, dat wil zeggen: ze aanvaarden Gods Woord, de Bijbel, als waarheid en als de hoogste autoriteit voor wat ze geloven en doen. Hoe de eerste christenen dat deden: De apostel Paulus had net als Jezus respect voor Gods Woord. Hij schreef: „De gehele Schrift ¨ is door God geınspireerd en nuttig” (2 Timo¨ theus 3:16). Mannen die de taak kregen andere christenen te onderwijzen, moesten ’stevig vasthouden aan het getrouwe woord’ (Titus 1:7, 9). De eerste christenen kregen de raad zich niet te laten misleiden door „de filosofie en door ijdel bedrog overeenkomstig de overlevering van mensen, overeenkomstig de elementaire dingen van de wereld en niet overeenkomstig Christus” (Kolossenzen 2:8). Wie passen nu in het plaatje? In de Dogmatische constitutie over de goddelijke openbaring,
34567
6
Wilt u meer informatie of een gratis Bijbelcursus? Schrijf dan naar het plaatselijke kantoor van Jehovah’s Getuigen. Een complete lijst met adressen vindt u op www.watchtower.org/ address.
4
aangenomen in 1965 en geciteerd in de Katechismus van de katholieke kerk, staat: „De heilige Overlevering en de heilige Schrift zijn dus nauw met elkaar verbonden. (...) Bijgevolg is de heilige Schrift niet de enige bron, waaruit de [katholieke] Kerk haar zekerheid put omtrent al het geopenbaarde. Derhalve moet men beide met eenzelfde liefde [en] eenzelfde eerbied aanvaarden en vereren.” In een artikel in het tijdschrift Maclean’s werd een geestelijke uit Toronto (Canada) geciteerd: „Waarom hebben we een ’revolutionaire’ stem van tweeduizend jaar geleden nodig om ons te leiden? ¨ We hebben zelf geweldige ideeen, die constant worden afgezwakt omdat we ze moeten onderbouwen met wat Jezus en de Bijbel zeggen.” De New Catholic Encyclopedia zegt over Jehovah’s Getuigen: „Ze bezien de Bijbel als de enige basis voor wat ze geloven en voor hun gedragsregels.” Kort geleden onderbrak een man in Canada een Getuige van Jehovah toen ze zich wilde voorstellen. Hij wees naar haar bijbel en zei: „Ik weet wie u bent. Ik zie het aan uw handelsmerk.”
Amerika, Verenigde Staten van: 25 Columbia Heights, ¨ Brooklyn, NY 11201-2483. Australie: PO Box 280, Ingleburn, ¨ NSW 1890. Belgie: rue d’Argile-Potaardestraat 60, B-1950 Kraainem. Curacao: PO Box 4708, Willemstad. Duitsland: ¸ D-65617 Selters. Frankrijk: BP 625, F-27406 Louviers Cedex. ¨ Groot-Brittannie: The Ridgeway, Londen NW7 1RN. Indo¨ ¨ nesie: PO Box 2105, Jakarta 10001. Italie: Via della Bufalotta 1281, I-00138 Rome RM. Nederland: Noordbargerstraat 77, NL-7812 AA Emmen. Portugal: Apartado 91, P-2766-955 ´ Estoril. Spanje: Apartado 132, 28850 Torrejon de Ardoz (Madrid). Suriname: PO Box 2914, Paramaribo. Vol. 133, No. 5
The Watchtower (ISSN 0043-1087) is published semimonthly by Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.; L. Weaver, Jr., President; G.F. Simonis, Secretary-Treasurer; 25 Columbia Heights, Brooklyn, NY 11201-2483, U.S.A., and in England by Watch Tower Bible and Tract Society of Britain, The Ridgeway, London NW7 1RN (Registered in England as a Charity). Uitgegeven door Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, Noordbargerstraat 77, NL-7812 AA Emmen, Nederland. Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen (Verantwoordelijke uit¨ gever: Marcel Gillet), Potaardestraat 60, B-1950 Kraainem, Belgie, PP-PB BRUXELLES X - BRUSSEL X No.10/667. 5 2012 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania. Alle rechten voorbehouden. Printed in Britain.
Semimonthly
DUTCH
„Geen deel van de
wereld” „De wereld heeft hen gehaat, omdat zij geen deel van de wereld zijn.” — JOHANNES 17:14.
Wat het betekent: Jezus hoorde niet bij de wereld: hij was neutraal in de maatschappelijke en politieke conflicten van die tijd. Hij legde uit: „Indien mijn koninkrijk een deel van deze wereld was, zouden mijn dienaren hebben gestreden, opdat ik niet aan de joden overgeleverd zou worden. Maar mijn koninkrijk is nu eenmaal niet uit deze bron” (Johannes 18:36). Hij gaf zijn volgelingen ook de raad om gedrag, spraak en opvattingen die in Gods Woord worden afgekeurd te vermijden (Mat¨ theus 20:25-27). Hoe de eerste christenen dat deden: In een essay over religie schreef Jonathan Dymond dat de eerste christenen „weigerden aan [oorlogen] deel te nemen; ongeacht wat de consequenties waren: hetzij smaad, gevangenzetting of de dood”. Ze wilden nog liever lijden dan van hun neutrale standpunt af te stappen. Ook door hun normen en waarden waren ze anders. Tegen christenen werd gezegd: „Zij vinden het vreemd dat u niet langer meedoet aan hun liederlijke uitspattingen en ze spreken daarom kwaad over u” (1 Petrus 4:4,
VERSCHIJNT NU IN 194 TALEN: Acholi, Afrikaans, Albanees, Amharisch, Arabisch, Armeens, Armeens (weste´ lijk), Aymara7, Azerbeidzjaans, Azerbeidzjaans (cyrillisch), Baule, Bemba, Bengali, Bicol, Birmaans (Myanmar), Bislama, Bulgaars, Catalaans, Cebuano, Chichewa, Chinees (traditioneel)7 (audio alleen in Mandarijn), Chinees (ver¨ eenvoudigd), Chitonga, Chuukees, Congo, Creools (Haıti), Creools (Mauritius), Creools (Seychellen), Deens7, Duits67, Efik, Engels (ook braille)67, Estisch, Ewe, Fiji, Fins7, Frans687, ´ Ga, Georgisch, Grieks, Groenlands, Guaranı68, Gujarati, Gun, Hausa, Hebreeuws, Hiligaynon, Hindi, Hirimotu, Hongaars67, Ibo, IJslands, Iloko, Indonesisch, Isoko, Italiaans67, Japans67, Joruba, Kanarees, Kaounde, Kazachs,
De Nieuwe Bijbelvertaling). De historicus Will Durant schreef dat christenen „de pleziermakende heidense wereld stoorden met hun vroomheid en fatsoen”. Wie passen nu in het plaatje? De New Catholic Encyclopedia zegt over christelijke neutraliteit: „Dienstweigering op grond van gewetensbezwaren is moreel niet te verdedigen.” Een rapport van de mensenrechtenorganisatie African Rights over de genocide in Rwanda in 1994 toonde aan dat alle kerken eraan deelgenomen hadden, „behalve Jehovah’s Getuigen” (Reformierte Presse). Een leraar op een middelbare school klaagde dat tijdens de Holocaust „geen enkele groep of organisatie van gewone burgers zich uitsprak tegen het grote aantal leugens, wreedheden en uiteindelijke gruweldaden”. Nadat hij informatie had gekregen van het U.S. Holocaust Memorial Museum, schreef hij: „Nu heb ik mijn antwoord.” Hij was te weten gekomen dat Jehovah’s Getuigen vasthielden aan wat ze geloofden ondanks dat ze wreed behandeld werden. Hoe zit het met normen en waarden? „De meerderheid van de jonge katholieke volwassenen is het tegenwoordig niet eens met de opvattingen van de kerk over dingen als samenwonen [en] seks voor het huwelijk”, zegt het tijdschrift U.S. Catholic. Daarin wordt ook een diaken geciteerd, die zei: „Een groot percentage bij ons — ik denk ruim 50 procent — woont al samen als ze gaan trouwen.” The New Encyclopædia Britannica zegt dat Jehovah’s Getuigen „in hun gedrag aan hoge normen en waarden vasthouden”.
Khmer (Cambodjaans), Kikongo, Kikuyu, Kiluba, Kimbundu, Kinyarwanda, Kirgizisch, Kiribatisch, Kirundi, Koreaans67, Kroatisch, Kwangali, Kwanyama, Lets, Lingala, Litouws, Lozi, Luganda, Lunda, Luo, Luvale, Macedonisch, Malagasi, Malayalam, Maltees, Marathi, Marshallees, ´ Maya, Mixe, Mizo, Mongools, Moore, Ndebele, Ndonga, Nederlands67, Nepali, Ngabere, Niueaans, Noors7, ¨ Nsema, Nyaneka, Oekraıens, Oromo, Otetela, Palauaans, Pangasinan, Papiaments (Aruba), Papiaments (Curacao), ¸ Pedi, Perzisch (Farsi), Ponapeaans, Pools67, Portugees687, Punjabi, Quechua (Ancash), Quechua (Ayacucho), Quechua (Bolivia)7, Quechua (Cuzco), Quichua, Rarotongaans, Roemeens, Russisch67, Samoaans, Sango, Servisch, Ser-
visch (Latijns), Sesotho, Shona, Singalees, Siswati, Sloveens, Slowaaks, Solomoneilandenpidgin, Spaans67, Sranantongo, Swahili, Tagalog7, Tahitiaans, Tamil, Tataars, Telugu, Tetum, Thais, Tigrinya, Tiv, Tokpisin, Tongaans, Totonaaks, Tshiluba, Tshwa, Tsjechisch7, Tsonga, Tswana, Tumbuka, Turks, Tuvaluaans, Twi, Tzotzil, Umbundu, Urdu, Uruund, Venda, Vietnamees, Wallisiaans, Waray-Waray, Wolaita, Xhosa, Yapees, Zande, Zapoteeks (Isthmus), Zoeloe, Zweeds7 6 Ook verkrijgbaar op cd. 8 Ook verkrijgbaar als mp3 op cd-rom. 7 Ook te downloaden als audiobestand op www.jw.org.
„Liefde onder elkaar” „Ik geef u een nieuw gebod, dat gij elkaar liefhebt; net zoals ik u heb liefgehad, dat ook gij elkaar liefhebt. Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt.” — JOHANNES 13:34, 35.
Wat het betekent: Jezus zei tegen zijn volgelingen dat ze net zoveel van elkaar moesten houden als hij van hen hield. Hoe toonde Jezus dat hij van ze hield? In zijn tijd waren er allerlei vooroordelen tegen buitenlanders en tegen vrouwen. Zijn liefde overwon die vooroordelen (Johannes 4:7-10). Liefde motiveerde hem om zijn tijd, energie en comfort op te offeren om anderen te helpen (Markus 6:30-34). En hij toonde zijn liefde op een manier die niet te overtreffen was. „Ik ben de voortreffelijke herder”, zei hij. „De voortreffelijke herder doet afstand van zijn ziel ten behoeve van de schapen” (Johannes 10:11). Hoe de eerste christenen dat deden: In de eerste eeuw noemden christenen elkaar „broeder” en „zuster” (Filemon 1, 2). In de christelijke gemeente waren mensen uit alle volken welkom, want christenen geloofden dat er „geen onderscheid [is] tussen jood en Griek, want over allen is een en dezelfde Heer” (Romeinen 10:11, 12). Na Pinksteren in het jaar 33 verkochten de discipelen in Jeruzalem „hun goederen en bezittingen en deelden de opbrengst aan allen uit, naar ieders behoefte”. Waarom deden ze dat? Zodat de christenen die net gedoopt waren in Jeruzalem konden blijven en zich konden „toeleggen op het onderwijs van de apostelen” (Handelingen 2:41-45). Wat was de motivatie voor die hulpactie? Nog geen tweehonderd jaar na de dood van de apostelen vertelde Tertullianus wat anderen over christenen zeiden: „’Zie’, zeggen zij, ’hoe zij elkaar liefhebben (...) en hoe zij bereid zijn, voor elkander te sterven.’ ” Wie passen nu in het plaatje? Het boek Verval en ondergang van het Romeinse Rijk zegt 6
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
dat degenen die beweren christenen te zijn elkaar door de eeuwen heen „veel meedogenlozer hebben behandeld dan wat ze als gevolg van het fanatisme van ongelovigen hebben moeten verduren”. Uit een recent onderzoek in de VS bleek dat er een sterk verband was tussen godsdienstige mensen — van wie de meesten zich christenen noemden — en rassenvooroordeel. Kerkgangers in het ene land voelen zich vaak niet verbonden met personen van dezelfde kerk in het andere land en kunnen of willen geloofsgenoten dan ook niet helpen als dat nodig is. In 2004 werd Florida in twee maanden tijd getroffen door vier orkanen. De voorzitter van een van Florida’s hulpdiensten controleerde of hun hulpgoederen wel goed gebruikt werden. Hij zei dat geen enkele groep zo goed georganiseerd was als Jehovah’s Getuigen, en hij bood aan ze alle goederen te geven die ze nodig hadden. In 1997 reisde een hulpverleningsteam van Jehovah’s Getuigen met medicijnen, voedsel en kleding naar Congo (Kinshasa) om hun geloofsgenoten en anderen te helpen. Getuigen in Europa hadden meer dan 700.000 euro aan goederen geschonken.
„Ik heb hun uwnaam bekendgemaakt” „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven. (...) Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en zal hem bekendmaken.” — JOHANNES 17:6, 26.
Wat het betekent: Jezus maakte Gods naam bekend door die in zijn prediking te gebruiken. Als hij voorlas uit de Schriften, en dat deed hij vaak, zal hij Gods persoonlijke naam hebben uitgesproken (Lukas 4:16-21). Hij leerde zijn volgelingen bidden: „Vader, uw naam worde geheiligd” (Lukas 11:2). Hoe de eerste christenen dat deden: De apostel Petrus zei tegen de oudere mannen in Jeruzalem dat God uit de niet-Joden „een volk voor zijn naam” had gevormd (Handelingen 15:14). De apostelen en anderen predikten: „Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal gered worden” (Handelingen 2:21; Romeinen 10:13). Ze gebruikten Gods naam ook in hun eigen geschriften. De Tosefta, een verzameling Joodse wetten die rond 300 n.Chr. voltooid was, zegt over christelijke geschriften die door tegenstanders verbrand werden: „De boeken van de Evangelisten en de boeken van de minim [waarschijnlijk Joodse christenen] redden ze niet uit een vuur. Maar ze laten die gewoon verbranden, (...) samen met de vermeldingen van Gods Naam die erin staan.” Wie passen nu in het plaatje? De Revised Standard Version, een Bijbel uitgegeven in opdracht van de Nationale Raad van Kerken van Christus in de VS, zegt in het voorwoord: „Het gebruik van een eigennaam voor de ene ware
God, alsof er andere goden waren van wie hij onderscheiden moest worden, had in het ju¨ ´ ´ daısme voor het christelijke tijdperk opgehouden te bestaan en is totaal misplaatst voor het universele geloof van de christelijke kerk.” Gods naam werd dus vervangen door een titel, „HEER”. Later gaf het Vaticaan de volgende instructie aan bisschoppen: „In liederen en gebeden mag de naam van God in de vorm van het tetragrammaton JHWH1 niet gebruikt of uitgesproken worden.” Wie gebruiken in deze tijd Gods naam en maken die bekend? Sergey had als tiener in ¨ Kirgizie een film gezien waarin Jehovah als de naam van God werd genoemd. Zo’n tien jaar lang hoorde hij niets meer van die naam. Later, nadat Sergey naar de VS was verhuisd, kwamen twee Getuigen van Jehovah bij hem langs en lieten hem Gods naam in de Bijbel zien. Sergey vond het geweldig dat hij mensen had gevonden die de naam Jehovah gebruikten. Het is interessant dat in een woordenboek onder het trefwoord „Jehovah God” staat: „Een oppermachtige godheid die wordt erkend en de enige godheid die wordt aanbeden door Jehovah’s Getuigen” (Webster’s Third New International Dictionary). 1 In het Nederlands wordt Gods naam vaak weergegeven met „Jehovah”. DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
7
„Dit goede nieuws van het koninkrijk zal (...)
worden gepredikt” „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt ¨ ¨ tot een getuigenis voor alle natien, en dan zal het einde komen.” — MATTHEUS 24:14.
Wat het betekent: De evangelieschrijver Lukas berichtte over Jezus: „Daarna trok hij van stad tot stad en van dorp tot dorp, terwijl hij het goede nieuws van het koninkrijk Gods predikte en bekendmaakte” (Lukas 8:1). Jezus zei zelf: „Ik moet (...) het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden” (Lukas 4:43). Hij stuurde zijn volgelingen eropuit om het goede nieuws in dorpen en steden te prediken en gaf later de opdracht: „Gij zult getuigen van mij zijn (...) tot de verst verwijderde streek der aarde” (Handelingen 1:8; Lukas 10:1). Hoe de eerste christenen dat deden: Jezus’ volgelingen deden ijverig wat Jezus hun had gezegd. „Zij bleven zonder ophouden elke dag in de tempel en van huis tot huis onderwijzen en het goede nieuws over de Christus, Jezus, 8
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
bekendmaken” (Handelingen 5:42). De prediking was niet alleen iets voor een elitegroepje. De historicus Neander zei: „Celsus, de eer´ ste die tegen het christendom schreef, drijft er de spot mee dat wolbereiders, schoenmakers, leerlooiers, de ongeletterdste en simpelste mensen, ijverige predikers van het evangelie waren.” Jean Bernardi schreef: „[Christenen] moesten eropuit trekken en overal en met iedereen praten. Op de wegen en in de steden, op de pleinen en in de huizen. Of het nu gelegen of ongelegen kwam. (...) Tot de ` einden van de aarde” (Les Premiers Siecles de ´ L’Eglise). Wie passen nu in het plaatje? David Watson, een anglicaanse priester, schrijft: „Dat de kerk het prediken en onderwijzen niet serieus ´ ´ heeft genomen, is een reden voor de alge-
Herkent u het ware christendom?
´ hele spirituele malaise in deze tijd.” Jose Luis ´ Perez Guadalupe schreef over de activiteiten van evangelicalen, adventisten en anderen en merkte op dat „ze niet van huis tot huis gaan”. Over Jehovah’s Getuigen schreef hij: „Ze gaan ´ systematisch van huis tot huis” (¿Por que se van ´ los Catolicos?). De volgende interessante opmerking werd gemaakt door Jonathan Turley: „Als je het over Jehovah’s Getuigen hebt, denken de meesten meteen aan personen die op ongelegen momenten bij ons aanbellen om hun geloof te verkondigen. Voor Jehovah’s Getuigen is huis aan huis bekeerlingen maken niet gewoon iets wat ze doen om hun geloof te verspreiden, maar een essentieel onderdeel van hun geloof” (Cato Supreme Court Review, 20012002).
Als u de Bijbelse criteria in deze serie in gedachte houdt, wie laten volgens u dan zien dat ze echte christenen zijn? Er zijn tienduizenden groepen en kerkgenootschappen die christelijk beweren te zijn. Maar vergeet niet dat Jezus tegen zijn volgelingen zei: „Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is” ¨ (Mattheus 7:21). Het is belangrijk degenen te herkennen die de wil van de Vader doen en zo laten zien dat ze echte christenen zijn. Als u met hen omgaat, kan dat tot eeuwige zegeningen onder Gods koninkrijk leiden. Vraag Jehovah’s Getuigen, die dit tijdschrift uitgeven, gerust om meer informatie over Gods koninkrijk en de zegeningen ervan (Lukas 4:43).
MOET JE AFGAAN OP
de eerste indruk? E EN arts zat thuis op zijn gemak naar een talkshow te kijken waarin een Ierse minister te gast was. Toen hij naar het gezicht van de minister keek, zag hij iets wat volgens hem weleens een tumor kon zijn. Hij adviseerde hem er meteen naar te laten kijken. Deze arts bleek gelijk te hebben. Hij had iets wat weleens een klinische blik genoemd wordt: het vermogen om een goede diagno¨ se te stellen door gewoon naar een patient te kijken. Er zijn mensen die van zichzelf vinden dat ze een ’klinische blik’ hebben als het gaat om het beoordelen van iemands karakter, persoonlijkheid en betrouwbaarheid. Door de eeuwen heen hebben sommigen onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om iemands karakter af te lezen aan zijn uiterlijk. Ze noemen het fysiognomiek, wat de Encyclopædia Britannica definieert als „een pseudowetenschap die zich bezighoudt met het afleiden van karaktereigenschappen uit gelaatstrekken of uit de bouw en vorm van het lichaam”. In de negentiende eeuw kwamen antropologen, zoals Francis Galton (een neef van Charles Darwin), en criminologen, zoals ¨ Cesare Lombroso uit Italie, met soortgelijke ¨ theorieen en technieken, die nu grotendeels vergeten zijn. Toch geloven veel mensen dat het mogelijk is iemand alleen op basis van zijn uiterlijk goed te beoordelen. Zijn zulke eerste indrukken betrouwbaar? Op het uiterlijk afgaan Een goed voorbeeld — of eigenlijk een slecht voorbeeld — van iemand die op zijn eerste indruk afging, staat in het Bijbelboek ´ ¨ Een Samuel. Jehovah God stuurde de profeet 10
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
¨ ¨ Samuel om een zoon van Isaı als toekomstige ¨ koning van Israel te zalven. Er staat: „Nu ge¨ schiedde het toen zij [de zoons van Isaı] binnenkwamen en hij Eliab in het oog kreeg, dat hij terstond zei: ’Waarlijk, Jehovah heeft zijn gezalfde voor zich staan.’ Maar Jehovah zei ¨ tot Samuel: ’Kijk niet naar zijn uiterlijk en naar zijn rijzige gestalte, want ik heb hem verworpen. Want God ziet niet zoals de mens ´ ziet, want de mens ziet datgene wat zichtbaar is voor de ogen; maar wat Jehovah aangaat, hij ziet hoe het hart is.’ ” Hetzelfde gebeurde ¨ met nog zes zoons van Isaı. Tegen alle verwachtingen in koos God uiteindelijk de jongste zoon, David, als toekomstige koning. Niemand had er zelfs maar aan gedacht die ¨ jongen te roepen (1 Samuel 16:6-12). Nu gaat het vaak net zo. Een paar jaar geleden voerde een hoogleraar criminologie in Duitsland een experiment uit met vijfhonderd rechtenstudenten. Er waren twaalf onbekende ’gasten’: de plaatselijke politiecommissaris, een openbare aanklager, de conservator en de pr-manager van de universiteit, een paar juristen en rechterlijke ambtenaren, en drie veroordeelde criminelen. De studenten moesten zeggen welk beroep de mannen hadden, en wie tot een gevangenisstraf veroordeeld waren en voor welke misdaad. En dat allemaal puur op basis van hun uiterlijk en de hobby’s die ze zeiden te hebben. De uitkomst? Ongeveer 75 procent van de studenten lukte het om de drie echte criminelen eruit te halen. Maar zo’n 60 procent bestempelde ook de negen anderen, die geen strafblad hadden, als crimineel. Van de stu´ ´ denten dacht een op de zeven dat de open-
bare aanklager weleens een drugsdealer kon ´ ´ zijn, en een op de drie dacht dat de politiecommissaris een dief was! Beoordelingen op grond van eerste indrukken kunnen er ver naast zitten. Hoe komt dat? Schijn bedriegt Wanneer we iemand voor het eerst ontmoeten, zijn we geneigd een mening over hem te vormen op basis van eerdere ervaringen. We gaan makkelijk generaliseren en oordelen op basis van stereotypen. Naast het uiterlijk kunnen dingen als nationaliteit, afkomst, status of godsdienst meespelen. Als onze mening blijkt te kloppen, zijn we trots op ons goede beoordelingsvermogen en raken we er nog meer van overtuigd dat we op onze eerste indruk kunnen afgaan. Maar hoe reageren we als we beseffen dat we het helemaal mis hadden? Als we eerlijk zijn, stappen we van onze vooroordelen af en kijken we naar de feiten. Anders zouden we iemand kunnen benadelen of zelfs ernstig kunnen schaden, allemaal omdat we zo trots zijn op ons ’geweldige’ beoordelingsvermogen. Als iemand op het uiterlijk afgaat, kan dat niet alleen schadelijk zijn voor het slachtoffer, maar ook voor hemzelf. In de eerste eeuw
wilden veel Joden bijvoorbeeld de mogelijkheid dat Jezus de beloofde Messias was niet eens overwegen. Waarom niet? Ze gingen alleen af op wat ze zagen, en dat was de zoon van een eenvoudige timmerman. Hoewel ze onder de indruk waren van Jezus’ wijze uitspraken en krachtige daden, weigerden ze te geloven dat hij meer kon zijn dan wat ze op ¨ basis van hun vooropgezette ideeen al dachten. Vanwege die houding ging Jezus ergens anders prediken. Hij zei: „Een profeet wordt ¨ overal geeerd behalve in zijn eigen gebied en ¨ in zijn eigen huis” (Mattheus 13:54-58). Die Joden waren leden van een volk dat al eeuwen naar de Messias uitkeek. Maar toen hij er eindelijk was, herkenden ze hem niet omdat ze zich door hun eerste indruk lieten leiden. Daardoor liepen ze iets geweldigs mis ¨ (Mattheus 23:37-39). Ook Jezus’ volgelingen kregen met zulke vooroordelen te maken. Veel mensen konden gewoon niet geloven dat een groepje eenvoudige vissers, waar de hoger opgeleide klasse en de leiders van de overheersende godsdienst op neerkeken, iets belangrijks te vertellen had. Degenen die op hun eerste indruk bleven afgaan, liepen de geweldige kans mis om volgelingen van Gods Zoon te worden (Johannes 1:10-12).
Veel Joden gingen op hun eerste indruk af en verwierpen Jezus als de Messias
Sommigen veranderden van mening Sommige tijdgenoten van Jezus waren nederig genoeg om van mening te veranderen toen ze de bewijzen zagen (Johannes 7:45-52). Dat waren onder anderen verschillende familieleden van Jezus, die het eerst niet voor mogelijk hadden gehouden dat de Messias uit hun eigen familie kon komen (Johannes 7:5). Gelukkig veranderden ze van gedachten en gingen ze in hem gelo¨ ven (Handelingen 1:14; 1 Korinthiers 9:5; Galaten 1:19). Jaren later waren enkele vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Rome bereid om naar de apostel Paulus toe te gaan en hem aan te horen in plaats van geruchten te geloven die verspreid werden door tegenstanders van het christendom. Sommigen van hen werden daarna gelovigen (Handelingen 28:22-24). In deze tijd denken veel mensen negatief over Jehovah’s Getuigen. Meestal komt dat niet doordat ze de feiten hebben bekeken of zich ervan hebben overtuigd dat de geloofsopvattingen en gebruiken van de Getuigen onbijbels zijn. Maar ze kunnen gewoon niet geloven dat Jehovah’s Getuigen de waarheid
zouden kunnen hebben. Zoals we hebben gezien, is dat precies hoe heel wat mensen in de eerste eeuw over de christenen dachten. Het hoeft ons niet te verbazen dat er negatieve of kleinerende opmerkingen worden gemaakt over personen die Jezus willen volgen. Jezus waarschuwde zijn ware volgelingen namelijk: „Gij zult ter wille van mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle mensen.” Maar hij zei ook: „Wie echter heeft volhard tot het einde, die zal gered worden” (Mat¨ theus 10:22). Jehovah’s Getuigen doen hun best om het goede nieuws van Gods koninkrijk over de hele wereld bekend te maken en zo gehoor¨ zamen ze Jezus’ gebod (Mattheus 28:19, 20). Mensen die resoluut weigeren te luisteren lopen de kans mis om de weg naar eeuwig leven te vinden (Johannes 17:3). En u? Zult u zich gewoon laten leiden door uw eerste indruk en vooropgezette mening, of zult u onbevooroordeeld de feiten onderzoeken? Vergeet niet: schijn bedriegt en een eerste indruk kan verkeerd zijn, maar een eerlijk onderzoek van de feiten kan leiden tot aangename verrassingen (Handelingen 17:10-12).
Is uw mening over Jehovah’s Getuigen gebaseerd op een eerste indruk of op feiten?
HEDENDAAGSE AZTEKEN WORDEN WARE CHRISTENEN AZTEEKSE BEVOLKING PER STAAT 150.000 MINDER DAN 1000
MEXICO-STAD
„De tempels verdwenen, werden stof en as, de afgodsbeelden werden vernietigd en de heilige boeken werden door vlammen verteerd, maar de oude goden leven nog altijd voort in het hart van de indianen.”
M
EXICO is het land van de Azteken, die van een klein immigrantenvolk in de dertiende eeuw uitgroeiden tot een rijk dat zich kon meten met dat van de Inka in Peru. Het Az´ teekse rijk viel toen de Spanjaard Hernan Cor´ ´ tes in 1521 Tenochtitlan veroverde, maar de taal van de Azteken, het Nahuatl, is allesbehalve dood.1 Het wordt nog steeds gesproken door zo’n anderhalf miljoen inheemse mensen in minstens vijftien staten van Mexico. Die taal heeft ertoe bijgedragen dat enkele van de oude Azteekse geloofsopvattingen bewaard zijn gebleven, zoals de hierboven aangehaalde onderzoeker Walter Krickeberg opmerkte. Wat waren een paar van die opvattingen?
Vreemde en toch bekende gewoonten De bekendste gewoonte van de Azteken is misschien wel die van mensenoffers. Ze geloofden namelijk dat de zon zou sterven als ze niet gevoed werd met harten en bloed van mensen. In 1487 werden bij de inwijding van de grote ´ tempelpiramide van Tenochtitlan in vier dagen tijd meer dan 80.000 mensen geofferd, zo ´ zegt de Spaanse monnik Diego Duran. Hoewel de Spanjaarden dit een walgelijk gebruik vonden, waren ze verbaasd te zien dat veel andere geloofsopvattingen van de Azteken 1 Nahuatl hoort bij de Uto-Azteekse taalgroep, gesproken door volken zoals de Hopi, Shoshone en Comanche in Noord-Amerika. Veel Nahuatl-woorden zijn uiteindelijk in de Nederlandse taal terechtgekomen, zoals avocado, chocolade, coyote en tomaat.
— Altmexikanische Kulturen.
leken op die van hun eigen katholieke kerk. De Azteken hadden bijvoorbeeld een soort communie waarbij afgodsbeelden van mais werden gegeten. Soms aten ze ook het vlees van geofferde mensen. Nog meer overeenkomsten waren het kruis, de biecht en de kinderdoop. De opvallendste was misschien wel de aanbidding van Tonantzin, een maagdelijke „Moeder van de Goden” die door de Azteken Ons Moedertje werd genoemd. Naar verluidt verscheen in 1531 de donkere, Nahuatl-sprekende, katholieke Maagd van Guadalupe aan een Azteekse indiaan, uitgerekend op de heuvel waar de Azteken Tonantzin hadden aanbeden. Dat versnelde de bekering van de Azteken tot het katholicisme. Er werd op de fundamenten van Tonantzins tempel een heiligdom voor deze maagd gebouwd. De basiliek wordt elk jaar op 12 december bezocht door honderdduizenden vrome Mexicanen, van wie er veel Nahuatl spreken. De Nahua houden in hun afgelegen bergdorpen verschillende feesten voor hun beschermheiligen, die soms wel dagen of weken duren. Het boek L’Universe des Azteques zegt dat de inheemse mensen „de aanbidding van de heiligen DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
13
¨ van de katholieke kerk associeren met ceremo¨ ´ ´ ´ nien uit de tijd voor Cortes”. De Nahua houden zich ook veel bezig met spiritisme. Als ze ziek zijn, gaan ze naar genezers die aan rituele reiniging doen en dierenoffers brengen. Er is ook veel analfabetisme; de meeste kunnen geen Spaans of Nahuatl lezen. Omdat ze vasthouden aan hun tradities en taal en in armoede leven, worden ze vaak gediscrimineerd.
Hedendaagse Azteken horen de Bijbelse waarheid Al jaren proberen Jehovah’s Getuigen in Mexico het „goede nieuws van het koninkrijk” ¨ tot alle mensen te prediken (Mattheus 24:14). In 2000 begon het Mexicaanse bijkantoor van Jehovah’s Getuigen met een project om alle Nahuatl-sprekende mensen in hun eigen taal te bereiken. Ze organiseerden Nahuatl-gemeenten voor Nahua die naar de Spaanse vergaderingen gingen. Er kwam een vertaalteam voor Bijbelse lectuur in het Nahuatl. Ook werd er moeite gedaan om Nahuatl-sprekende mensen in hun eigen taal te leren lezen en schrijven. Het resultaat? Hier volgen een paar voorbeelden. Toen een Nahua-vrouw voor het eerst een Bijbelse toespraak in haar eigen taal hoorde, zei ze enthousiast: „We gingen al tien jaar naar de vergaderingen en hadden daarna altijd hoofdpijn omdat we het Spaans niet goed begrepen. Maar nu voelen we ons als herboren!” Juan is een man van zestig die met zijn vrouw en kinderen de Bijbel bestudeerde en naar de Spaanse vergaderingen ging maar na acht jaar nog steeds geen vorderingen had gemaakt. Toen begon hij de Bijbel in het Nahuatl te bestuderen. Binnen een jaar was hij een gedoopte Getuige! Veel Nahua hoorden de Bijbelse boodschap dus voor het eerst in het Spaans maar begrepen het niet goed. Door vergaderingen en lectuur in hun eigen taal werden ze geholpen de Bijbelse waarheid te aanvaarden en te begrijpen wat het betekent een christen te zijn. 14
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
Obstakels overwinnen Vaak moeten de Nahua heel wat overwinnen om vorderingen te maken. Ze worden bijvoorbeeld onder druk gezet om aan religieuze ´ feesten mee te doen. In San Agustın Oapan mochten Jehovah’s Getuigen niet huis aan huis prediken, want dat zou de mensen ertoe kunnen brengen geen geld meer te geven voor de feesten. Toen een groepje plaatselijke Nahua-Getuigen aan het prediken was, werden Florencio en twee anderen gearresteerd. Binnen twintig minuten had zich een hele groep mensen verzameld om te bepalen wat er met ze moest gebeuren. „Ze wilden ons ter plekke uit de weg ruimen”, vertelt Florencio. „Sommigen wilden ons vastbinden en in de rivier gooien, zodat we zouden verdrinken! We brachten die nacht in de gevangenis door. De volgende dag kwam een Getuige die advocaat is met twee andere broeders om ons te helpen. Zij werden ook gevangengezet. Uiteindelijk lieten de autoriteiten ons allemaal gaan op voorwaarde dat we de stad verlieten.” Toch werd daar een jaar later een gemeente opgericht, met zeventien gedoopte Getuigen en gemiddeld vijftig aanwezigen op de vergaderingen. In de Nahua-gemeenschap Coapala werd Alberto, ook een Getuige, gevraagd aan een plaatselijk feest mee te doen. Hij weigerde en werd gevangengezet. De gemeenschap werd bij elkaar geroepen en sommigen schreeuwden dat hij opgehangen moest worden. Dat zou personen afschrikken die er misschien over nadachten zich bij zijn religie aan te sluiten en de plaatselijke gebruiken op te geven. Andere Getuigen probeerden hem vrij te krijgen, maar ook zij werden gearresteerd. Toen het feest na een week voorbij was, werden ze allemaal vrijgelaten. Omdat de tegenstand aanhield was het nodig
de hulp in te roepen van hogere instanties. Met een rechterlijk bevel kwam er een eind aan de vervolging. Het bijzondere was dat de felste tegenstander kort daarna de Bijbelse waarheid aanvaardde en werd gedoopt. Nu is er in Coapala een gemeente.
Rijp voor de oogst Omdat heel wat Nahua belangstelling hebben voor de Bijbelse boodschap zijn veel Getuigen hun taal gaan leren. Maar dat is nog niet zo makkelijk. De Nahua zijn erg verlegen en gebruiken niet zo gauw hun eigen taal omdat
ze worden gediscrimineerd. En dan zijn er ook nog veel dialecten. Sonia, een fulltimepredikster, legt uit waarom ze de uitdaging is aangegaan: „Twee uur bij mij vandaan wonen ongeveer zesduizend Nahua-arbeidsmigranten in bewaakte opvangcentra. Deze kwetsbare mensen leven in vernederende omstandigheden. Het maakte me echt verdrietig dat te zien omdat de Nahua ooit een trots volk waren waarin onze cultuur geworteld is. We predikten al twintig jaar tegen ze in het Spaans, maar ze begrepen het niet helemaal en hadden niet veel belangstelling. Toen ik een paar woordjes Nahuatl had geleerd, veranderde alles. Ze kwamen allemaal om me heen staan luisteren. Ik bood een van de vrouwen aan haar te leren lezen en schrijven als zij mij Nahuatl zou leren. Nu kennen ze me in alle opvangcentra als ’de taalvrouw’. Ik voel me een zendeling in mijn eigen land.” Er is nu een Nahuatlgemeente in dat gebied. Maricela, die ook fulltime predikt, doet veel ´ moeite om Nahuatl te leren. Ze gaf Felix, een man van zeventig, eerst in het Spaans Bijbelles. Toen ze beter Nahuatl sprak, ging ze hem dingen in zijn eigen taal uitleggen. Dat had goede resultaten. Ze vond het heel ontroerend ´ dat Felix vroeg: „Luistert Jehovah naar me als ´ ik in het Nahuatl tegen hem praat?” Felix was blij te horen dat Jehovah alle talen begrijpt. Hij komt regelmatig naar de vergaderingen, ook al moet hij daar anderhalf uur voor lopen, en hij heeft zich laten dopen. Maricela zegt: „Ik ben zo blij dat ik mag samenwerken met de engel die goed nieuws heeft om aan alle volken bekend te maken!” — Openbaring 14:6, 7. Het Nahuatl-veld is inderdaad ’wit om geoogst te worden’ (Johannes 4:35). We bidden dat mensen uit alle volken, ook de hedendaagse Azteken, naar Jehovah’s „berg” zullen blijven komen om door hem onderwezen te worden (Jesaja 2:2, 3). 15
WAT ZEGT GODS WOORD?
Hoe moeten we Jezus’ dood herdenken?
Dit artikel gaat in op vragen waar u misschien ook weleens over nagedacht hebt. Het laat zien waar u de antwoorden in uw bijbel kunt vinden. Jehovah’s Getuigen zouden die antwoorden graag met u bespreken.
1. Hoe moet Jezus’ dood herdacht worden? Jezus zei tegen zijn volgelingen dat ze zijn dood moesten herdenken met een symbolische maaltijd van brood en wijn. Het brood stelt Jezus’ lichaam voor en de wijn zijn bloed. (Lees Lukas 22:19, 20.) Het brood dat Jezus gebruikte was ongedesemd, zonder gist. In de Bijbel wordt gist vaak gebruikt als symbool van zonde. Het brood was dus een goed symbool van Jezus’ volmaakte lichaam. Hij gaf zijn lichaam als een offer, waardoor er een eind kwam aan de dierenoffers die de wet van Mozes voorschreef ¨ (Hebreeen 10:5, 9, 10). De wijn was een symbool van Jezus’ kostbare bloed dat vergoten werd als offer voor onze zonden. (Lees 1 Petrus 1:19; 2:24; 3:18.)
2. Wanneer moeten we Jezus’ dood herdenken? Jezus stierf op 14 Nisan, tijdens het Pascha. Een Joodse dag begint met zonsondergang. De avond voordat Jezus stierf, at hij de paschamaaltijd met zijn apostelen. Daarna voerde hij een nieuwe gedachtenismaaltijd in om zijn dood te herdenken. (Lees Lukas 22:14, 15.) In deze tijd herdenken Gods aanbidders dat God er via Jezus voor heeft gezorgd dat de hele wereld van zonde en dood bevrijd kan worden (Exodus 12:5-7, ´ ´ 13, 17). Net zoals het Pascha een keer per jaar werd ´ ´ gevierd, zo moet ook Jezus’ dood een keer per jaar herdacht worden op 14 Nisan, na zonsondergang, volgens de Bijbelse maankalender. (Lees Johannes 1:29.)
3. Wie mogen van het brood eten en van de wijn drinken? Toen Jezus de wijn aan zijn volgelingen gaf, zei hij: „Deze beker betekent het nieuwe verbond” (1 Ko¨ rinthiers 11:25). Het nieuwe verbond kwam in de ¨ plaats van het mozaısche wetsverbond, waarin Je¨ hovah God de Israelieten had beloofd dat ze zijn volk zouden worden als ze hem in alles zouden ge¨ hoorzamen (Exodus 19:5, 6). Maar Israel gehoorzaamde hem niet. Daarom trof hij regelingen voor een nieuw verbond. (Lees Jeremia 31:31.) Met het nieuwe verbond zorgt Jehovah ervoor dat een grote groep mensen gezegend wordt via een kleine groep. De groep waarmee hij dat verbond heeft gesloten, bestaat uit maar 144.000 personen. Via hen zullen miljoenen mensen uit alle volken eeuwig leven krijgen in een paradijs op aarde. Sommigen van die 144.000 dienen Jehovah in deze tijd op aarde. Alleen zij mogen gebruiken van het brood en de wijn, want de beker „betekent het nieuwe verbond”. (Lees Lukas 12:32; Openbaring 14:1, 3.)
4. Welke voordelen heeft het Jezus’ dood te herdenken? De jaarlijkse herdenking van Jezus’ dood vergroot onze waardering voor Jehovah’s geweldige liefde. Hij heeft zijn Zoon gestuurd om voor onze zonden te sterven. Dus als we naar het Avondmaal gaan, moeten we stilstaan bij wat Jezus’ dood voor ons betekent. We moeten erover nadenken hoe we waardering kunnen tonen voor wat Jehovah en Jezus voor ons hebben gedaan. (Lees Johannes 3:16; 2 Korin¨ thiers 5:14, 15.)
Zie voor meer informatie bladzijde 206-208 van dit boek, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
WAT LEERT DE BIJBEL ECHT?
17
WIST U DIT?
ALTAAR VOOR EEN ONBEKENDE GOD ¨ (RUINES VAN PERGAMUM, TURKIJE)
¨ ROMEINS RELIEF MET EEN BELASTINGINNER (2DE OF 3DE EEUW N.CHR.) Erich Lessing/Art Resource, NY
18
Wat was het altaar voor „een onbekende God” dat de apostel Paulus in Athene zag? — Handelingen 17:23. ˇ Een aantal Griekse schrijvers uit de menides] nam schapen (...) en bracht oudheid maakten melding van zulke ze naar de Areopagus. Daarvandaan liet altaren. De historicus en aardrijkskun- hij ze lopen waarheen ze maar wilden dige Pausanias uit de tweede eeuw en hij gaf de begeleiders opdracht om n.Chr. zei bijvoorbeeld dat er in Olym- elk schaap daar waar het ging liggen pia „een altaar van Onbekende goden” aan de plaatselijke godheid te offeren. was. En de redenaar en filosoof Philo- Zo maakte hij een eind aan de ramp. stratus zei dat er in Athene „altaren op- Vandaar dat er ook nu nog in de vergericht [waren] ter ere van onbekende schillende districten van Athene anonieme altaren te vinden zijn.” goden”. ¨ De schrijver Diogenes Laertius uit de Een andere mogelijke reden waarom derde eeuw n.Chr. vertelt een verhaal altaren voor onbekende goden werden dat verklaart hoe zulke „anonieme alta- gebouwd, was „de angst dat men verren” zijn ontstaan. De overlevering, die zuimde een onbekende god of godin uit de zesde of zevende eeuw v.Chr. te eren en zo de hulp van die godheid stamt, gaat over een zekere Epimeni- misliep of zich zijn of haar woede op de des die Athene reinigde van een pest- hals haalde” (The Anchor Bible Dictioepidemie. Diogenes schrijft: „Hij [Epi- nary). Waarom keken de Joden in de eerste eeuw neer op belastinginners? ˇ Mensen hebben het nooit leuk ge- en afvalligen beschouwd, verontreinigd vonden om belasting te betalen. Maar door hun veelvuldige contact met de in de eerste eeuw werden belastingin- heidenen”, zegt de encyclopedie van ¨ ners in Israel als de meest verachtelijke McClintock en Strong. Belastinginners stonden erom been corrupte mensen bezien. De Romeinse overheersers legden het kend oneerlijk te zijn, en ze verrijkten volk zware belastingen op. Romeinse zich ten koste van hun landgenoten. Ze ambtenaren inden grondbelasting en taxeerden bijvoorbeeld de belastbare hoofdgeld (hoofdelijke belasting), maar goederen te hoog en staken de winst in het innen van in- en uitvoerrechten, eigen zak of gebruikten valse beschulen ook van doorvoerrechten, werd ver- digingen om de armen af te persen (Lupacht aan de hoogste bieder. Plaatse- kas 3:13; 19:8). Als gevolg daarvan wer´ ´ lijke zakenmannen kochten zo het recht den belastinginners op een lijn gesteld om in een bepaald gebied belastingen met zondaars en, zo zegt The Jewish Ente innen. Hun vrijwillige samenwerking cyclopedia, „ongeschikt geacht om als met de gehate Romeinen werd ze door rechter of zelfs maar als getuige op te ¨ andere Joden bijzonder kwalijk geno- treden” (Mattheus 9:10, 11). men. Ze werden door hen „als verraders
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
NADER DICHT TOT GOD
„De vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen”
H
ERINNERINGEN kunnen iets geweldigs zijn. Het kan hartverwarmend zijn om terug te denken aan mooie momenten met familie en vrienden. Maar sommige herinneringen kunnen eerder een straf lijken. Als u geplaagd wordt door pijnlijke ervaringen uit het verleden, vraagt u zich misschien af of die verdrietige herinneringen ooit zullen vervagen. De woorden van de profeet Jesaja bevatten een heel geruststellend antwoord. (Lees Jesaja 65:17.) Jehovah is van plan pijnlijke herinneringen bij de oorzaak aan te pakken. Hoe gaat hij dat doen? Door deze slechte wereld met alle ellende te vervangen door iets oneindig veel beters. Jehovah belooft via Jesaja: „Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde.” Als we begrijpen wat dit betekent, kan dat ons hoop geven. Wat zijn die nieuwe hemelen? De Bijbel geeft ons twee aanwijzingen. Ten eerste wordt de gedachte van nieuwe hemelen door nog twee Bijbelschrijvers genoemd. In beide gevallen wordt de term in verband gebracht met ingrijpende veranderingen op aarde (2 Petrus 3:13; Openbaring 21:1-4). Ten tweede kan de term hemelen in de Bijbel op regeringsmacht slaan (Jesaja ¨ 14:4, 12; Daniel 4:25, 26). De nieuwe hemelen zijn dus een nieuwe regering, die voor rechtvaardige omstandigheden op aarde kan zorgen. ´ ´ Er is maar een regering die dat allemaal kan realiseren: Gods koninkrijk, de hemelse regering waar Jezus ons om leerde bidden. Dat koninkrijk zal ervoor zorgen dat Gods rechtvaardige wil ¨ wereldwijd gedaan wordt (Mattheus 6:9, 10). Wat is die nieuwe aarde? Weer vinden we in de Bijbel twee aanwijzingen. Om te beginnen slaat de term aarde in de Bijbel soms op mensen en niet op de planeet (Psalm 96:1). Verder voor-
spelde de Bijbel dat gelovige mensen onder Gods bestuur rechtvaardigheid zouden leren, en die rechtvaardigheid zou zich over de hele aarde verspreiden (Jesaja 26:9). De nieuwe aarde is dus een maatschappij van mensen die zich aan Gods bestuur onderwerpen en naar zijn rechtvaardige normen leven. Hoe gaat Jehovah pijnlijke herinneringen dus bij de oorzaak aanpakken? Binnenkort zal hij zijn belofte van nieuwe hemelen en een nieuwe aarde waarmaken en een rechtvaardige nieuwe ¨ wereld creeren.1 In die nieuwe wereld zullen de
Jehovah gaat pijnlijke herinneringen bij de oorzaak aanpakken oorzaken van pijnlijke herinneringen — fysiek, mentaal en emotioneel leed — verdwenen zijn. Mensen die God trouw dienen, zullen echt van het leven genieten en aan elke dag mooie herinneringen overhouden. Maar hoe zit het met de pijn die we nu misschien hebben? Jehovah belooft verder via Jesaja: „De vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen, noch zullen ze in het hart opkomen.”Alle pijn die we in deze oude wereld ervaren, zal geleidelijk wegebben. Als dat iets is wat u aanspreekt, probeer dan te weten te komen hoe u een betere band kunt krijgen met de God die zo’n mooie toekomst belooft. 1 Zie voor meer informatie over Gods koninkrijk en wat het binnenkort zal doen hoofdstuk 3, 8 en 9 van het boek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
BIJBELLEESGEDEELTE VOOR MAART: ˛ Jesaja 63–Jeremia 16
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
19
IS ER IETS MIS MET
spiritisme? Barbara1 had al van jongs af aan visioenen, hoorde stemmen en was ervan overtuigd dat ze contact had met overleden familieleden. Zij en haar man, Joachim, lazen boeken over het occulte en werden goed in tarotkaarten lezen. Die maakten duidelijk dat ze veel geld zouden verdienen, en dat gebeurde ook. Op een dag lazen ze in de kaarten dat er gevaarlijke mensen naar ze toe zouden komen en hoe ze zich moesten beschermen.
H
OEWEL geloof in het occulte misschien uit de tijd lijkt, is er veel belangstelling voor het paranormale. Mensen over de hele wereld dragen amuletten, gebruiken ouijaborden en gaan naar mediums om hun toekomst te laten voorspellen of zich tegen kwaad te beschermen. In het Duitse tijdschrift Focus stond in het artikel „Laptop en Lucifer”: „Door internet leeft hekserij weer helemaal op.” Wist u dat de Bijbel over spiritisme spreekt? Wat erover gezegd wordt, zal u misschien verbazen.
Wat de Bijbel over spiritisme zegt In de Wet die God in de oudheid aan ¨ zijn volk Israel gaf, stond: „Er dient onder u niemand te worden gevonden (...) die aan waarzeggerij doet, geen beoefenaar van ma1 De namen zijn veranderd.
20
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
gie, noch iemand die voortekens zoekt, noch een tovenaar, noch iemand die anderen door een banspreuk bindt, noch iemand die een geestenmedium of beroepsvoorzegger van gebeurtenissen raadpleegt, noch iemand die de doden ondervraagt. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah” (Deuteronomium 18:10-12). Vanwaar deze strenge wet tegen spiritisme? Zoals uit het verhaal aan het begin blijkt, geloven velen dat mensen kunnen communiceren met de doden en dat informatie die via occulte praktijken is verkregen, van de doden komt. Dat geloof is gebaseerd op iets wat veel religies leren: dat mensen als ze sterven verder leven in het geestenrijk. Maar in tegenstelling daarmee zegt de Bijbel duidelijk: „Wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust” (Prediker 9:5). De Bijbel beschrijft de
dood als een diepe slaap waarin iemand geen enkel idee heeft van wat er om hem heen ge¨ beurt (Mattheus 9:18, 24; Johannes 11:11-14).1 Maar hoe zijn de paranormale ervaringen die mensen hebben dan te verklaren? Met wie communiceren ze dan wel?
Communicatie met het geestenrijk ¨ Uit de evangelien blijkt dat Jezus toen hij op aarde was met geesten sprak. In Markus 1:23, 24 staat dat „een onreine geest” tegen hem zei: „Ik weet precies wie gij zijt.” De geesten weten natuurlijk ook wie u bent. Maar weet u wie zij zijn? Voordat God de mensen schiep, maakte hij een groot aantal geesten of engelen (Job 38:4-7). Engelen zijn een hogere levensvorm ¨ dan mensen (Hebreeen 2:6, 7). Ze zijn machtig en heel intelligent, en werden geschapen om Gods wil te doen. De psalmist zong: „Zegent Jehovah, o gij zijn engelen, geweldig in kracht, die zijn woord volbrengt” (Psalm 103:20). De Bijbel laat zien dat sommige engelen contact met mensen begonnen te zoeken zonder dat God dat had goedgekeurd. De eerste die dat deed gebruikte bedrog om de eerste mensen, Adam en Eva, van hun God en Schepper af te keren. Daardoor maakte hij zichzelf tot Satan de Duivel, een lasteraar en tegenstander van God (Genesis 3:1-6). Later verlieten andere engelen „hun eigen juiste woonplaats” in de hemel, namen een menselijk lichaam aan en gingen met mooie vrouwen op aarde samenleven (Judas 6; Genesis 6:1, 2). Deze opstandige engelen en hun bastaardkinderen terroriseerden de mensen. Het was zo erg dat de aarde „vol van geweldpleging” werd. U kent misschien het Bijbelverhaal over Noach wel. Toen maakte God met de zondvloed een eind aan die gewelddadige en slechte generatie (Genesis 6:3, 4, 11-13).
Door de Vloed waren de geesten gedwongen hun menselijke lichaam achter te laten en naar het geestenrijk terug te gaan. Maar de Schepper stond niet toe dat ze naar hun oorspronkelijke „woonplaats” teruggingen. Ze werden veroordeeld tot een toestand van vernedering die vergeleken wordt met „afgronden van dikke duisternis” (2 Petrus 2:4, 5). De Bijbel noemt opstandige engelen „demonen” (Jakobus 2:19). Zij zijn de kracht achter spiritisme.
Wat de demonen willen Het doel van de boze geesten die met mensen communiceren is allereerst ze af te leiden van het aanbidden van de ware God, Jehovah. De gaven of krachten die veel occultisten beweren te hebben, zijn niets anders dan afleidingen om te voorkomen dat mensen de waarheid over God leren en een band met hem krijgen. Het tweede doel van de demonen blijkt uit wat Satan, hun leider, bij Jezus probeerde. Hij bood Jezus „alle koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid” aan. Wat wilde hij in ruil daarvoor? „Al deze dingen zal ik u geven indien gij neervalt en een daad van aanbidding jegens mij verricht.” Satan en de demonen willen dus aanbeden worden. Maar Jezus was niet van plan God en de ware aanbidding de rug ¨ toe te keren (Mattheus 4:8-10). In deze tijd communiceren boze geesten zelden zo
1 Zie voor een gedetailleerde bespreking van wat er bij de dood gebeurt hoofdstuk 6, „Waar zijn de doden?”, van het boek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
Occulte praktijken staan een goede band met God in de weg
openlijk met mensen. In plaats daarvan proberen ze onoplettende personen in de val te laten lopen met schijnbaar onschuldige dingen, zoals kristallen bollen, theebladeren, tarotkaarten, pendels en horoscopen. Laat u niet misleiden: het gaat hierbij niet om mysterieuze natuurkrachten die toegang geven tot het onbekende. Boze geesten gebruiken het fascinerende van het occulte om mensen te lokken en te verstrikken zodat ze afgeleid worden van het aanbidden van Jehovah. Als ze daar hun doel niet mee bereiken, gaan ze mensen die in hun web gevangen zijn vaak lastigvallen en ze het leven zuur maken. Als dat bij u zo is, wat kunt u dan doen?
Van spiritisme loskomen Besef dus goed dat geesten die met mensen communiceren vijanden van God zijn, gedoemd om vernietigd te worden (Judas 6). Het zijn bedriegers en leugenaars, die zich voordoen als overleden personen. Hoe zou u het vinden als u merkt dat een vriend van u een ¨ bedrieger is en er alleen maar in geınteresseerd is u af te brengen van wat goed voor u is? Of hoe zou u reageren als u erachter kwam dat u op internet zonder het te weten contact heeft met een verkrachter? Zich inlaten met demonen is nog veel gevaarlijker. U moet alles doen wat u kunt om het contact te verbreken. Maar hoe? Toen in de oudheid inwoners van Efeze te weten kwamen wat de Schriften over spiritisme leerden, beseften ze dat het nodig was hun boeken over magische kunsten te vernietigen, ook al waren ze heel kostbaar. Ze „verbrandden ze ten aanschouwen van iedereen” (Handelingen 19:19, 20). Het is dus goed om alles te vermijden wat naar spiritisme neigt. Dat kunnen voorwerpen zijn die met occultisme te maken hebben, zoals boeken, amuletten en ouijaborden, maar het kan ook elektronisch materiaal zijn. Denk nog eens aan het stel dat in het begin werd genoemd. Uit hun tarotkaarten maakten 22
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
ze op dat er gevaarlijke mensen zouden komen maar dat ze niet naar ze moesten luisteren en niets van ze moesten aannemen. Toen Connie en Gudrun, twee Getuigen van Jehovah, bij ze aan de deur kwamen en zeiden dat ze goed nieuws over God hadden, besloten Joachim en Barbara om wel te luisteren. Het gesprek kwam op spiritisme, en Connie en Gudrun lieten duidelijk zien wat de Bijbel daarover zegt. Daarna volgden nog veel meer gesprekken over de Bijbel. Al gauw besloten Joachim en Barbara alle contact met de demonen te verbreken. De Getuigen legden uit dat de geesten daar waarschijnlijk niet blij mee zouden zijn. Er volgde
„Nadert tot God en hij zal tot u naderen.” — JAKOBUS 4:8 inderdaad een zware tijd voor Joachim en Barbara. Ze kregen te maken met beangstigende aanvallen van de demonen. Een tijdlang waren ze ’s nachts altijd doodsbang, maar toen ze verhuisden ging het iets beter. Die hele periode bleven ze vertrouwen op wat er in Filippenzen 4:13 staat: „Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem die mij kracht verleent.” Jehovah zegende hun vastberadenheid, en uiteindelijk lieten de geesten ze met rust. Nu zijn Joachim en Barbara gelukkige aanbidders van de ware God, Jehovah. De Bijbel geeft iedereen die Jehovah’s goedkeuring wil de dringende raad: „Onderwerpt u daarom aan God; maar weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten. Nadert tot God en hij zal tot u naderen” (Jakobus 4:7, 8). Als u wilt loskomen van de invloed van demonen, kan en zal Jehovah God u daarbij helpen. Wanneer Joachim en Barbara terugdenken aan hun bevrijding van spiritisme zijn ze het helemaal eens met de woorden in Psalm 121:2: „Mijn hulp komt van Jehovah.”
VEELGESTELDE VRAGEN Is de Drie-eenheid een Bijbelse leer?
´ Musee du Louvre, Paris
ˇ De Drie-eenheidsleer is weleens als volgt omschreven: „Drie goddelijke Personen (de Vader, de Zoon en de Heilige Geest), van wie wordt gezegd dat elk eeuwig is, elk almachtig is, geen groter of kleiner is dan de ander, elk God is, en ´ ´ ze toch tezamen slechts een God zijn.” Is dat een Bijbelse leer? ¨ Vaak wordt Mattheus 28:19 geciteerd om deze leerstelling te ondersteunen. Jezus zegt daar: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen ¨ uit alle natien, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest.” Het is waar dat de Vader, de Zoon en de heilige geest alle drie in deze tekst worden genoemd. ´ ´ Maar er wordt niet gezegd dat ze een zijn. Jezus gaf zijn Joodse volgelingen hier de opdracht om mensen te onderwijzen en in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige geest te dopen. Wat geloofden de Joden als volk? ¨ Toen het volk Israel de Wet kreeg, die een deel van de Bijbel is, kregen ze het gebod: „Gij moogt nooit enige andere goden tegen mijn persoon in hebben” (Deuteronomium 5:7). Hoeveel personen waren hier aan het woord? Deuteronomium 6:4 zegt duidelijk: „Luister, o Is¨ ´ ´ rael: Jehovah, onze God, is een Jehovah” — niet ´ ´ ¨ drie in een. Israel was net bevrijd uit Egypte, waar triaden van goden aanbeden werden, zoals Osiris, Isis en Horus (links afgebeeld). Daar¨ om kreeg Israel het gebod ´ ´ maar een God te aanbidden. Hoe belangrijk was het om dit te gehoorzamen? Rabbijn J.H. Hertz zegt: „Deze sublieme verklaring van absoluut ¨ monotheısme was een oorlogsverklaring aan al het po-
¨ lytheısme (...) Het sjema verwerpt de Drie-eenheid van de christelijke geloofsbelijdenis als een schending van de Eenheid van God.”1 Omdat Jezus van geboorte Joods was, gold dat gebod ook voor hem. Toen hij na zijn doop door de Duivel werd beproefd, zei hij: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen hei¨ lige dienst verrichten’ ” (Mattheus 4:10; Deuteronomium 6:13). We kunnen hier minstens twee dingen uit leren. Ten eerste probeerde Satan Jezus ertoe te brengen iemand anders dan Jehovah te aanbidden, wat een absurd voorstel geweest zou zijn als Jezus een deel was van die God. Ten tweede maakte Jezus duidelijk dat er ´ ´ maar een God is die aanbeden moet worden, want hij zei „hem alleen”, en niet „ons”, wat hij gezegd zou hebben als hij een deel was van een drie-eenheid. Wanneer mensen de waarheid over God te weten komen en hem willen dienen, worden ze gedoopt „in de naam van de Vader en van ¨ de Zoon en van de heilige geest” (Mattheus 28:19). Ze begrijpen en accepteren de autoriteit van Jehovah en de rol die Jezus Christus heeft bij de realisatie van Jehovah’s wil (Psalm 83:18; ¨ Mattheus 28:18). Ze begrijpen ook de rol en werking van Gods heilige geest, zijn kracht in actie (Genesis 1:2; Galaten 5:22, 23; 2 Petrus 1:21). De Drie-eenheid heeft mensen eeuwenlang in verwarring gebracht. Maar Jezus heeft zijn volgelingen altijd alles heel duidelijk uitgelegd en ze naar „de enige ware God”, Jehovah, geleid (Johannes 17:3). 1 De belijdenis van de eenheid van God wordt onder woorden gebracht in het sjema, een gebed gebaseerd op Deuteronomium 6:4, en is een centraal onderdeel van de aanbidding in de synagoge. DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
23
EEN BRIEF UIT
RUSLAND
Op zoek naar schatten in het gouden Altajgebergte
H
ET is een schitterende dag in mei in de deelrepubliek Altaj, een adembenemend ¨ mooie streek in het zuidwesten van Siberie. Vanuit de auto zien we stroken donkere naaldbossen, en daarachter verrijzen prachtige lichtblauwe bergen met besneeuwde toppen. Dit is het ruige en afgelegen gebied van de Altaj, een Aziatisch volk met een eigen taal. Ze voelen zich helemaal thuis in het Altajgebergte. Deze naam is afgeleid van een Turks-Mongools woord dat „gouden” betekent. Een paar jaar geleden hebben mijn vrouw en ik Russische Gebarentaal geleerd en sinds die tijd bezoeken we gebarentaalgemeenten en kleine groepen van Jehovah’s Getuigen die doof zijn. De ongeveer 170 volken en etnische ´ ´ groepen in dit land hebben een gemeenschappelijke taal, het Russisch. De doven onder ons gebruiken weer een andere taal, de Russische Gebarentaal. De dovengemeenschap is heel hecht, en veel doven die we ontmoeten zijn gastvrij en vertellen ons graag hun verhaal. Ook hier in Altaj is dat het geval. In de stad Gorno-Altajsk horen we dat er in een dorpje 250 kilometer verderop een paar doven wonen. We weten dat daar ook een aantal Getuigen wonen, maar niemand van hen kent gebarentaal. We kunnen die dove personen 24
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
maar niet uit ons hoofd zetten en besluiten naar het dorpje te rijden. Joeri en Tatjana, een doof echtpaar, worden aangestoken door ons enthousiasme en willen graag met ons mee. We gaan met een busje en nemen gebarentaalpublicaties op dvd en een dvd-speler mee. Verder hebben we bij ons: een grote thermoskan, roggebrood met gerookte worst en versgebakken pirosjki’s (heerlijke Russische pasteitjes met kool en aardappel). Tenslotte spuiten we een afweermiddel tegen teken op onze huid, kleding en schoenen, want in dit gebied komt tekenencefalitis (een vorm van hersenontsteking) veel voor. De weg slingert door een spectaculair berglandschap. Overal ruikt het naar jasmijn en seringen. We krijgen er volop energie van! We vinden het geweldig een roedel edelherten te zien die rustig aan het grazen is. De Altaj wonen in houten huizen met metalen daken die in groepjes bij elkaar staan. Vaak staat er naast het huis nog een houten woning die ajyl genoemd wordt, gewoonlijk zeshoekig met een kegel-
vormig dak. Sommige lijken op een tipi die bedekt is met boomschors. Veel Altaj-gezinnen wonen van mei tot september in de ajyl en in de herfst en winter in het huis. De plaatselijke Getuigen in het dorp ontvangen ons hartelijk en brengen ons naar het huis van een doof Altaj-echtpaar. Ze zijn heel blij ons te zien en willen weten waar we vandaan komen en wat we komen doen. Ze blijken een computer te hebben, dus als we een dvd tevoorschijn halen, willen ze die meteen bekijken. Ineens wordt er niet meer gepraat, alsof we er niet zijn. Ze zijn helemaal aan het scherm gekluisterd en af en toe doen ze de gebaren na of knikken ze instemmend. Het lukt ons met moeite om hun aandacht te krijgen, zodat we de film kunnen onderbreken en terug kunnen ` gaan naar de beginscene, waarin een prachtig paradijs op aarde te zien is. Hier zetten we de film stil. We praten over wat God voor de mensheid zal doen en wie voor eeuwig onder die omstandigheden zullen leven. We zijn aangemoedigd door hun belangstelling, en aan het eind van ons bezoek vertellen ze dat er in een ander dorp een paar uur verderop nog een doof echtpaar woont. We gaan weer op pad. We rijden over een spectaculaire bergpas die tussen steile hellingen ligt en volgen de kronkelweg naar een veel kleiner dorp. Daar vinden we het dove gezin: een echtpaar met hun zoontje en de moeder van de vrouw. Ze zijn heel blij met het onverwachte bezoek. We gaan naar binnen door de
kleine deur van hun ajyl. Er hangt een aangename geur van hout en karnemelk. Boven in het kegelvormige dak zit een rond gat, waar het licht door naar binnen valt. In een hoek staat een witte stenen oven, en aan de muren hangen vrolijke rode kleden. Het ¨ echtpaar zet ons iets typisch Altaısch voor: een soort oliebollen en thee in kleine Aziatische kommetjes. We vragen of het mogelijk is een vriend van God te zijn. Daar weten ze niet meteen een antwoord op. De moeder van de vrouw vertelt dat ze als kind ooit wat voedsel naar een plek in de bergen heeft gebracht als offer voor de goden. „Wat dat precies betekende, weet ik niet”, en ze haalt haar schouders op en glimlacht. „Het was de traditie.” Als we een dvd over dat onderwerp laten zien, begint hun gezicht te stralen. Ze willen graag meer over de Bijbel leren, maar hoe? Meestal is het handig om via sms’jes contact te hebben met doven, maar er is geen enkele gsm-mast in de omgeving. Dus beloven we om per brief contact te houden. De zon gaat al onder als we afscheid nemen, en moe maar tevreden beginnen we aan de lange rit terug naar Gorno-Altajsk. Een tijdje later vragen we plaatselijke Getuigen hoe het met het gezin gaat. Die vertellen ons dat de man om de week naar een grotere plaats gaat, waar hij Bijbelles krijgt en een vergadering bezoekt. Een plaatselijke zuster die gebarentaal kent, helpt hem daarbij. We zijn heel blij dat onze inspanningen effect hebben gehad! Onze zoektocht naar oprechte, dove mensen is te vergelijken met het zoeken naar schatten die diep in de bergen verborgen liggen. Vele uren zoeken worden beloond als we op een verdwaalde schat stuiten. De gouden bergen van Altaj zullen ons altijd doen denken aan de oprechte mensen die we daar hebben ontmoet.
Kleuren en stoffen IN BIJBELSE TIJDEN
I
N DE Bijbel wordt vaak melding gemaakt van de stijlen, kleuren en materialen van de kleding die mensen duizenden jaren geleden droegen. Natuurlijk is de Bijbel geen boek over mode en stijl. Maar zulke details kunnen Bijbelverhalen voor de lezer tot leven laten komen. ¨ Zo wordt er gesproken over de geımproviseerde kleding die Adam en Eva maakten om hun naakte lichaam te bedekken. Ze naaiden vijgenbladeren aan elkaar en bonden die om hun heupen. Later gaf God ze kleren die langer meegingen, namelijk „lange kleren van vel” (Genesis 3:7, 21). We hebben ook de gedetailleerde beschrijving in ¨ Exodus hoofdstuk 28 en 39 van de kleding voor Israels hogepriester. Hij droeg een linnen onderkleed, een wit gewaad, een geweven sjerp, een blauwe schoudermantel, een efod en een borststuk van borduurwerk, en een tulband met een blinkende gouden plaat. Als we lezen hoe de vele kostbare materialen verwerkt werden om die kleding te maken, wordt meteen duidelijk hoe indrukwekkend hij eruit moet hebben gezien (Exodus 39:1-5, 22-29). De kleding van de profeet Elia was zo kenmerkend dat mensen meteen wisten wie hij was toen zijn uiterlijk beschreven werd: „Een man in het bezit van een haren kleed, met een leren gordel om zijn lendenen gegord.” Honderden jaren later dachten sommigen dat Johannes de Doper Elia was, misschien deels omdat hij zich ongeveer hetzelfde kleedde (2 Koningen ¨ 1:8; Mattheus 3:4; Johannes 1:21). 26
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
Wol en linnen In Bijbelse tijden werden schapen voornamelijk gehouden voor hun melk en wol. Van een paar schapen had een boer al genoeg wol voor de kleding van zijn gezin. Als hij veel schapen hield, kon hij de extra wol aan plaatselijke textielmakers verkopen. Sommige steden en dorpen hadden hun eigen textielgilden. Schapenscheren was een karwei dat elk jaar weer terugkwam (Genesis ¨ 31:19; 38:13; 1 Samuel 25:4, 11).
„BLAUW DRAAD EN ROODPURPERGEVERFDE WOL.” — EXODUS 26:1
Spinnen Stoffen en kleuren In de Bijbel wordt vaak gesproken over materialen voor kleren, over kleuren en verfstoffen, en ook over spinnen, weven en naaien.1 De voornaamste stoffen die worden genoemd, zijn linnen van de vlasplant en wol. Van Abel werd gezegd dat hij een „schaapherder” was (Genesis 4:2). Of hij schapen hield voor hun wol wordt niet gezegd. De eerste keer dat de Bijbel over fijn linnen spreekt, is in verband met de kleding die Farao in de achttiende eeuw v.Chr. aan Jozef gaf (Genesis 41:42). De Bijbel zegt eigenlijk nergens dat de Joden katoen gebruikten voor hun kleding, maar het wordt wel al heel lang in landen van het Midden-Oosten gebruikt. Vlas en wol leverden fijne vezels die tot draden van verschillende diktes gesponnen werden. Van de draden werden dan lappen stof geweven. Draden en geweven stoffen werden in allerlei kleuren geverfd. De stof werd daarna op de juiste maat gesneden. Kledingstukken werden vaak versierd met kleurrijk borduursel, wat 1 Zie kaders voor meer details.
GEDROOGDE ´ ´ VLASPLANT VOOR HET WEKEN
Linnen was een geliefde stof voor kleding. Het werd gemaakt van vezels van de vlasplant (Exodus 9:31). De plant werd geoogst wanneer hij bijna volgroeid was. De stengel werd in de zon te drogen gelegd en werd daarna geweekt om de houtachtige delen zachter te maken. De stengel werd weer gedroogd en daarna geklopt. De vezels werden van elkaar gescheiden en tot draden gesponnen die geweven werden. Leden van het koninklijk huis en hoge beambten droegen het liefst linnen kleding.
Losse vezels — vlas, wol, geitenhaar, enzovoorts — zijn te broos en te kort om te gebruiken. Daarom worden ze gesponnen (in elkaar gedraaid) om draad of garen te maken van een gewenste lengte en dikte. De Bijbel zegt over de „bekwame vrouw”: „Haar handen heeft zij uitgestoken naar het spinrokken, en haar eigen handen grijpen de spil vast” (Spreuken 31:10, 19). Hier wordt gesproken over het spinnen met gebruik van het spinrokken en de spil, eigenlijk gewoon twee stokken. In de ene hand wordt het spinrokken gehouden, waar de vezels losjes omheen zijn gewonden. Met de andere hand worden hier wat vezels van afgeplukt, in elkaar gedraaid tot een draad en bevestigd aan een haak of inkeping aan een uiteinde van de spil. Verder naar beneden zit een zware schijf die als vliegwiel dient. Door de spil verticaal te houden en te laten draaien, worden de vezels tot een draad van een bepaalde dikte gesponnen. De gesponnen draad wordt om de steel van de spil gewonden. Dit proces gaat net zolang door tot ´ ´ alle vezels op het spinrokken tot een lange draad zijn verwerkt, klaar om geverfd of geweven te worden.
27
ze een stuk mooier en kostbaarder maakte (Rechters 5:30). Blauw, purper en karmozijn worden in de Bijbel vaak ¨ genoemd als kleuren van stoffen. De Israelieten moesten „boven de van franje voorziene rand” van hun kleding „een blauw snoer” aanbrengen als herinnering aan hun speciale band met hun God, Jehovah (Numeri 15:38-40). De Hebreeuwse woorden tekheleth (een blauwtint) en ’argaman (gewoonlijk vertaald met purper) worden gebruikt voor de kleding van de hogepriester en decoratieve voorwerpen in de tabernakel en de tempel. Tabernakel- en tempeluitrusting De tabernakel in de wildernis (en later de tempel in Jeruzalem) was ¨ voor de Israelieten het centrum van aanbidding. Het is dan ook logisch dat de Bijbel een groot aantal details noemt in verband met de opbouw en de uitrusting van de tabernakel en van Salomo’s tempel. Er worden niet alleen details gegeven over de materialen en kleuren, maar ook over het weven, verven, naaien en borduren van de tentkleden en de gordijnen. Onder leiding van God en op zijn aanwijzingen de¨ den de ervaren kunsthandwerkers Bezaleel en Oholiab, en ook andere mannen en vrouwen, een uniek werk: ze maakten een waardige tent voor de aanbidding van Jehovah (Exodus 35:30-35). In hoofdstuk 26 van Exodus worden de materialen en de constructie van alle onderdelen van de tabernakel tot in het kleinste detail beschreven. De enorme, kleurrijke tentkleden bijvoorbeeld werden geweven van „getwijnd fijn linnen en blauw draad en roodpurpergeverfde wol en karmozijnen stof”. Veel van dat materiaal was waarschijnlijk bij de uittocht uit Egypte meegenomen. Er werd extra aandacht besteed aan het dikke, kleurrijke gordijn met geborduurde cherubs dat „het Heilige en het Allerheiligste” in de tabernakel van elkaar scheidde (Exodus 26:1, 31-33). Degenen die onder leiding van koning Salomo met de stoffen voor de tempel in Jeruzalem werkten, kregen soortgelijke details (2 Kronieken 2:1, 7). Uit de details die in de Bijbel bewaard zijn, komen ¨ we te weten dat de Hebreeen uit de oudheid veel ini28
DE WACHT TOREN ˙ 1 MAART 2012
Verven Na het spinnen en reinigen worden de wol- en vlasdraden of de geweven stof in verschillende kleuren geverfd. Meerdere verfbaden geven een diepere kleur. Daarna wordt het materiaal uitgeperst zodat het teveel aan kostbare verf hergebruikt kan worden. De geverfde draad of stof wordt dan uitgespreid om te drogen. In de oudheid was er geen synthetische verf, dus werden er duurzame verfstoffen uit planten en dieren gewonnen voor een verrassend aantal nuances en tinten. Zo werd gele verfstof gemaakt van amandelbladeren en vermalen granaatappelschillen, en zwarte verf van de bast van de granaatappelboom. Rode verf werd gewonnen uit de wortels van de meekrap of uit de kermesschildluis. Blauwe verfstof kwam van de indigoplant. De combinatie van pigmenten uit verschillende purperslakken lever-
tiatief en vindingrijkheid toonden bij het gebruik van de beschikbare materialen. We krijgen niet de indruk van een arm volk dat er saai bij liep in onopvallende kleding van eenvoudige materialen, maar van een volk dat van verschillende kleurrijke stijlen hield, afhankelijk van de gelegenheid, het seizoen en de middelen van een gezin. ¨ De Bijbel vertelt dat de Israelieten een goed land, „een land vloeiende van melk en honing”, kregen (Exodus 3:8; Deuteronomium 26:9, 15). Als ze de ware aanbidding van Jehovah centraal stelden, werden ze door hem gezegend. Het leven was goed, en de mensen waren gelukkig en tevreden. De Bijbel zegt dan ook: ¨ „Juda en Israel bleven in zekerheid wonen, ieder onder zijn eigen wijnstok en onder zijn eigen vijgenboom, van Dan tot Berseba, al de dagen van [koning] Salomo” (1 Koningen 4:25).
The Tel Dor Project
¨ de nuances en kleuren op varierend van koninklijk purper tot blauw en karmozijnrood. Hoeveel slakken waren er nodig om een kledingstuk te verven? Elke slak produceert zo’n kleine hoeveelheid pigment dat er volgens een onderzoek wel tienduizend slakken ´ ´ nodig waren om een gewaad of mantel te verven in de donkere kleur die heel passend koninklijk purper werd genoemd. Tijdens de regering van koning Nabonidus van Babylon was purpergeverfde wol naar verluidt veertig keer duurder dan andere kleuren wol. Omdat het oude Tyrus beroemd was om het produceren van deze dure verfstof, kwam de kleur bekend te staan als Tyrisch purper.
Weven
SCHELP VAN EEN ZEESLAK
VERFKUIP VOOR PURPERVERF UIT DE 2DE OF 3DE EEUW V.CHR., GEVONDEN IN ¨ TEL DOR (ISRAEL)
Met een weefgetouw worden gesponnen draden tot lappen stof van een gewenst formaat geweven om er kleding of iets anders van te maken. Hierbij worden twee groepen draden, de schering (in de lengte) en de inslag (dwars), dooreengevlochten. De inslagdraden worden afwisselend over de scheringdraden heen en er onderdoor geleid. Het weefgetouw dat in Bijbelse tijden werd gebruikt, was een raamwerk dat plat op de grond werd gelegd of een groot rechtopstaand raamwerk. Bij sommige staande weefgetouwen werden er gewichtjes onder aan de scheringdraden bevestigd. Zulke gewichtjes zijn op veel plaatsen ¨ in Israel gevonden. Weven hoorde vaak bij het huishoudelijke werk, maar in sommige gebieden legden hele dorpen zich collectief toe op het ambacht. Zo wordt er in 1 Kronieken 4:21 gesproken over „het huis van de vervaardigers van fijn weefsel”, blijkbaar een vereniging van mensen met dat beroep.
OM MET UW KINDEREN TE LEZEN
„Hij bleef aan Jehovah gehecht”
W
EET je wat het betekent om aan iemand gehecht te zijn? 1 Het betekent dat je hem belangrijk vindt, heel veel van hem houdt en respect voor hem hebt. De Bijbel heeft het over een man die ’gehecht bleef aan Jehovah’, de ware God. Die man heette Hizkia. Laten we eens kijken wat we van zijn voorbeeld kunnen leren. Hizkia was de zoon van Achaz, die koning van Juda was. Hizkia had geen gelukkige kindertijd. Zijn vader stopte ermee Jehovah te dienen. Hij gaf anderen een slecht voorbeeld door valse goden te aanbidden. Hizkia was ´ ´ toen nog maar klein. Achaz liet zelfs een of meer broers van Hizkia doden om als offer te geven aan een van die goden! Achaz deed alsmaar slechte dingen, maar Hizkia bleef naar Jehovah luisteren. Denk je dat dat moeilijk voor hem was? Vast wel. Maar Hizkia gaf het niet op! Laten we eens kijken wat hem hielp om aan Jehovah gehecht te blijven, en hoe wij dat ook kunnen. Hizkia leerde over anderen die aan Jehovah gehecht waren gebleven. Bijvoorbeeld over David. David leefde honderden jaren ´ ´ voor Hizkia, maar Hizkia kon over hem lezen in de Bijbel. David had daarin geschreven: ’Als mijn eigen vader en mijn eigen moeder mij in de steek laten, zal Jehovah zelf bij mij blijven.’ Wat hielp David dus om naar Jehovah te luisteren? Dat was zijn geloof! David wist 1 Als u een kind voorleest, kunt u bij het streepje even pauzeren om het kind iets te laten zeggen.
30
zeker dat als hij gehoorzaam was, Jehovah hem zou helpen. Hij twijfelde daar geen seconde aan! Als Hizkia over David nadacht, heeft dat hem vast geholpen om Jehovah te gehoorzamen en aan hem gehecht te blijven. Jij kunt er ook zeker van zijn dat Jehovah je zal helpen als je naar hem luistert en aan hem gehecht blijft. Maar wat als je vader of moeder Jehovah niet dient? God zegt dat kinderen naar hun ouders moeten luisteren. Dus jij moet naar je vader en moeder luisteren. Maar als ze zeggen dat je iets moet doen wat God niet wil, kun je uitleggen waarom je dat niet kunt doen. Je mag niet liegen, stelen of iets anders doen wat God slecht vindt, ook niet als iemand anders zegt dat je dat wel moet doen. Je moet altijd God gehoorzamen! Er zijn veel goede voorbeelden die we kunnen nadoen. Hizkia had niet alleen het voorbeeld van David maar ook van zijn eigen opa Jotham. Die leefde niet meer toen Hizkia geboren werd, maar Hizkia kon wel over hem lezen. Dat kunnen wij nu ook in de Bijbel. Weet je nog andere goede voorbeelden? In de Bijbel lees je ook dat Hizkia, David, Jotham en andere mensen fouten maakten. Dat komt omdat ze niet volmaakt waren. Maar ze hielden van Jehovah, hadden spijt van hun fouten en probeerden te doen wat goed was. Alleen de zoon van God, Jezus, was volmaakt. Daarom moeten we vooral over hem leren en proberen hem na te doen.
ZOEK HET OP IN DE BIJBEL:
2 Koningen 18:6; 2 Kronieken 28:1-3 ¨ Psalm 27:10; Efeziers 6:1; Kolossenzen 3:20 2 Kronieken 27:1, 2; 1 Petrus 2:21
HOE ZIET U JEZUS?
Ziet u Jezus als een pasgeboren baby, een stervende man of een machtige koning?
De Bijbel laat zien dat Jezus een machtige koning is. Maar wat betekent dat voor u? Veel mensen geloven dat Jezus voor ze is gestorven. ´ ´ Maar hoe kan de dood van een mens bijna tweeduizend jaar geleden, leven betekenen voor mensen in deze tijd? U wordt van harte uitgenodigd om te komen luisteren naar de Bijbelse antwoorden op die vragen. Deze informatie wordt besproken tijdens een bijeenkomst van Jehovah’s Getuigen ter herdenking van Jezus’ dood. Dit jaar valt die herdenking op donderdag 5 april, na zonsondergang. Neem voor de exacte tijd en plaats contact op met Jehovah’s Getuigen. Het weekend na de herdenking van Jezus’ dood wordt er nog een interessante Bijbelse lezing gehouden, met als titel „Is het later dan u denkt?” Die lezing zal een van de hoogtepunten zijn van een wereldwijde actie om iedereen te bereiken die van waarheid houdt en meer over Jezus wil weten. U bent van harte welkom.
www.watchtower.org
wp12 03/01-O