Er kan nog een trein komen

Page 1

Carel van Gestel (Zeist, 1946) is een van de beste spoorwegfotografen van Nederland. Sinds zijn jeugd is hij geboeid door het reilen en zeilen op het spoor. Bijzonder aan zijn foto’s is dat hij niet alleen oog heeft voor het rollend materieel, maar ook voor de veranderende omgeving. Een selectie van de vele foto’s die hij de afgelopen veertig jaar maakte, is in dit boek opgenomen. De grote variatie aan onderwerpen, de bijzondere invalshoeken en de opmerkelijke contrasten maken dit boek uniek in zijn soort.

Carel van Gestel

Het spoor in nederland verbeeld

Er kan nog een trein komen

Er kan nog een trein komen

De fascinerende wereld van de spoorwegen, vol techniek en romantiek, spreekt bij jong en oud tot de verbeelding. Daarbij is het niet alleen het rollend materieel dat de beeldvorming bepaalt. Alles op en rond het spoor draagt er een steentje aan bij. Geen wonder dat de spoorwegen een geliefd onderwerp zijn voor fotografen. De sfeer van de foto’s is daarbij afhankelijk van het spel van licht en donker, het moment van de dag, de mensen, het weer en het seizoen.

Er kan nog een trein komen Het spoor in nederland verbeeld Carel van Gestel





Er kan nog een trein komen Het spoor in nederland verbeeld

40 jaar spoorwegfotografie Carel van gestel


2


woord vooraf

Spoorwegfotografie is een aparte richting in de beeldende kunst. Het onderwerp kan documentair worden benaderd: een foto van een (spoorweg)object ten voeten uit waarop dan ook weinige of geen andere zaken te zien zijn. De tweede mogelijkheid die zeker geldt voor een puur fotoboek is om het object te tonen met een zo groot mogelijk deel van de omgeving waarin het rijdt of staat. Dan is er nog een derde soort foto: de kunstzinnige. Dat kan bijvoorbeeld een hoop zand zijn van een opgebroken spoor waar nog een tot niets meer dienend rood/wit overweghek staat. Of een deel van een stoomlocomotief waar bij wijze van spreken het vet van de foto druipt. Het is niet elke fotograaf gegeven de spoorwegfotografie naar deze maatstaven te beoefenen. Gelukkig echter zijn er in verleden en heden gevestigde namen van fotografen gekomen die hebben gezorgd en ongetwijfeld nog zullen zorgen voor steeds maar weer nieuwe spoor- en tramgerelateerde boeken. Carel van Gestel is één van hen. Hij heeft in de afgelopen decennia vastgelegd hoe de railbedrijven zijn veranderd en daarbij zijn kunstzinnige inslag niet verloochend. Vaak zijn spoorweghobbyisten niet gelukkig met al die veranderingen, meestal op materieelgebied. Maar er is een Spoorwegmuseum met rijdende ‘stukken’ en er zijn museumlijnen die je makkelijk kunt bezoeken en waar je zomaar tientallen jaren terugstapt in de tijd. En er is dit fraaie en zeker leerzaam te noemen fotoboek waarin veel verdwenen zaken voor de toekomst zijn vastgelegd. Aangenomen mag worden dat een grote schare lezers er vele plezierige uren aan zal beleven. L.J.P. Albers, Heiloo, april 2014

3



inhoud woord vooraf 3 Inleiding 6 GEEL En GRIJS 8 Overzicht 10 op Jacht 20 Grens 26 Volop 28 Huisstijl 30 OUD En nIEUw 32 Komen en gaan 34 Halfuurtje 36 Regie 40 Klassiek 44 Platen 48 neuzen 50 Twaalfhonderd 52 nog één keer 56 Duizend 58 Afgebroken 64 Gevleugeld 66 Opgeheven 72 Stuiven 74 Loodsen 76 Reclame 78 Benelux 80 Elf-veertien 82 Over de brug 84 weerspiegeling 86 Contrasten 88 Jubileum 90

GROOT En KLEIn 92 Ruggegraat 94 Op straat 96 Avondzon 98 Bui 102 Survival 104 mis 108 BERmEn 110 Vrijheid 112 Doorkijkje 114 Ontmoeting 116 mens-beelden 118 nIEUwE wEGEn 120 Kleurrijk 122 Hard 124 Vitaal 126 Hoog en laag 130 Hopen 132 Zand erover 134 Bok 136 Hoogstandjes 138 winterkleed 140 Verheven 142 Lijnenspel 144 Levend verleden 146 Decor 148 IJzer 150 Hoofdrol 152 Herfst 154 Kleurloos 156 Reünie 158 nieuw leven 160 Koppen 164 Voorbij 166

< Twee treinstellen Plan V te Wolfheze, 2 januari 2008.

5


InLEIDInG

Met het Agfa-boxje is het eigenlijk allemaal begonnen. Ik mocht het lenen van mijn moeder en ik weet nog goed dat ik er dankbaar gebruik van heb gemaakt. Vooral familieportretjes natuurlijk. Mijn oude schoolvriend Kees mocht op een dag het toestel van zijn vader lenen en samen spoedden we ons per tweewieler van Zeist naar Utrecht. Het Centraal Station, daar moest je zijn! We zullen een jaar of elf zijn geweest en we hadden besloten er een fotowedstrijd van te maken. Wie de mooiste treinenfoto maakte, die had gewonnen. Helaas was er bij het toestel van Kees iets niet helemaal goed gegaan, zodat ik automatisch de winnaar was. Maar een onvergetelijke dag was het wél. Een paar van de plaatjes die ik toen, in 1957,

6

gemaakt heb, vindt u hier op deze pagina’s. Het perronkaartje heb ik niet meer... Later mocht ik het dure toestel van mijn vader lenen en gebruikte ik dat tijdens vakanties, allerlei evenementen en voor de fotoclub van het lyceum. En dan had ik nog een opa die de nodige raadgevingen voor me had. Hij was rechercheur en fotograaf bij de politie. “Als je een foto maakt van een huis en je kunt de steentjes niet tellen, dan is het een slechte foto.” Nou, die kon ik in m’n oren knopen! Ik hoor het hem nóg zeggen. Later in mijn tienerjaren en tijdens mijn studietijd is het van foto’s maken niet echt meer gekomen. Maar eenmaal getrouwd en met een vaste baan laaide het vuur begin jaren zeventig weer op, het was niet te blussen. Vooral de trolley- en dieselbussen van het GVA in Arnhem moesten het in eerste instantie ontgelden, tussendoor een enkele trein. In 1974 kwam ik de trein pas goed op het spoor en sindsdien is daar geen verandering in gekomen. Nu, veertig jaar later, veertig jaar ouder, is het tijd om terug te kijken... Dit boek heb ik niet samengesteld met het doel er een naslagwerk van te maken, een geschiedenisboek of een compleet overzicht van materieel of infrastructuur. Het is mijn opzet geweest om met mijn foto’s te laten zien hoe het spoor in Nederland zich de afgelopen veertig jaar heeft ontwikkeld, hoe de aanblik ervan is veranderd. Maar bovenal om te laten zien hoe mijn fotografische blik op het spoor zich heeft ontwikkeld in die tijd. Was het in het begin de


bedoeling om gewoon een trein op de foto te zetten, net zolang tot ik alles compleet had, al gauw zocht ik mogelijkheden om het net even wat anders te doen, om het platgetreden pad te verlaten. Bij het doorbladeren van het boek zult u zien wat ik daarmee bedoel. De teksten bij de foto’s zijn in de meeste gevallen informatief, maar gaandeweg worden ze soms wat meditatief of poëtisch van aard. Waarom? Omdat ik zelf in die veertig jaar óók een ontwikkeling heb doorgemaakt. Als dat in de foto’s en teksten tot uiting komt, dan is mijn opzet geslaagd. Het leek me een goed idee om naast de terugblik op de laatste veertig jaar ook verder terug te gaan in de tijd door middel van een aantal flashbacks, foto’s van Jan Bonthuis uit mijn archief. Want in

de veertig jaar vóór 1974 was er ook al het een en ander gebeurd! Daarnaast wilde ik ook ruim aandacht schenken aan het materieel uit die tijd dat nog bewaard is gebleven. Wie kon ik daar beter voor inschakelen dan machinist BerndJan Kraan? Zijn kijk op de dingen sluit namelijk prachtig aan op die van mij. Ik wens u menig aangenaam uurtje met dit boek. Hopelijk is het niet mijn laatste boek, want het spoor blijft mateloos fascinerend, in al zijn aspecten. Ook tegenwoordig. En de camera aan de wilgen of spoorbomen hangen zie ik mezelf ook nog niet zo gauw doen. Ik kijk wel uit. Er kan immers nóg een trein komen! Carel van Gestel, Driel, april 2014

7


op jacht Zaterdag 31 januari 1976 was een mooie dag om per trein naar het zuiden des lands te reizen, daartoe aangemoedigd door een artikel in Op de rails, het maandblad van de NVBS, over de ‘jacht’ op Duizenden. Want hoofdzakelijk in het zuiden kon je toen die machtig mooie machines vinden,

tussen Roosendaal en Venlo. En ongetwijfeld zou er nog wel meer voor de lens komen! Het was in de tijd dat je, na je netjes aangemeld te hebben, vrijwel ongestoord over emplacementen kon lopen. Kom daar nu eens om! Op deze en volgende pagina’s een kort fotoverslag van die dag.

a. Tweewagenstel 351 te Nijmegen, een van de weinige groene Hondekoppen die er nog waren. b. Een ongekende locomotievenshow in Venlo, met van rechts naar links de 1005, 1505, 1139 en 1135. > De viertjes 686 (Mat ‘46) en 754 (Mat ‘54) onder de seinbrug te Nijmegen, waar de reis begon.

a

b

20


21


halfuurtje Alles op de foto zetten wat voorbijkomt. Een boeiende bezigheid, zeker op de drukker bereden lijnen. Op deze en volgende bladzijden is te zien

a

wat er op 8 juni 1982 passeerde aan de zuidzijde van de Rijnbrug bij Arnhem tussen zeven uur en half acht ‘s avonds. Variatie genoeg in ieder geval.

b

a. Mat ‘54 tweewagenstel 359. b. Eloc 1132 met Plan E uit Vlissingen. c. D iesel-twee 166 uit Tiel. > Mat ‘46, met voorop tweewagenstel 297.

c

36


37


regie post genoemd) de seinen en wissels bediend. De post van de treindienstleider werd aangeduid als post T, de andere posten hadden een Romeins cijfer of een letter, stammend uit respectievelijk de tijd van de HSM en SS, de voorlopers van de NS. De meeste van deze posten zijn inmiddels verleden tijd, slechts een enkele bestaat nog.

Waar tegenwoordig de regie gevoerd wordt vanuit de centrale verkeersleidingspost, daar was vroeger het hele land bezaaid met seinhuizen. Vanuit deze in vorm en omvang zeer verschillende bouwwerken werd het treinverkeer ter plaatste geregeld. Met behulp van hendels en trekdraden werden vanuit zo’n seinhuis (ook wel

a

b

c

d

40

e

a. Post I Kesteren, 1983

f. Post I Elst, 1980

k. Post IV Alkmaar, 1984

b. Post I Lochem, 1983

g. Post I Simpelveld, 1984

l. Post T Valkenburg, 1984

c. Post T Oss, 1981

h. Post I Apeldoorn, 1986

m. Post T Winschoten, 1988

d. Post II Nieuweschans, 1988

i. Post I Wijlre, 1984

n. Post II Zuidbroek, 1988

e. Post I Amsterdam Muiderpoort, 1981

j. Post T Maastricht, 1986

o. Post I Nieuweschans, 1988


f

g

h

i

k

j

m

l

n

o

41


GEVLEUGELD De tussen 1953 en 1955 door Allan in Rotterdam gebouwde dieseltreinstellen en -motorwagens werden in dienst gesteld in een fraaie, blauwe kleur met onder de frontruiten het gevleugelde NS/Allan-logo. De bijnaam Blauwe Engel was snel

bedacht, daarbij wellicht geïnspireerd door de succesfilm ‘Der Blaue Engel’, met in de hoofdrol Marlene Dietrich. Het kon slechter... Hoewel in de jaren zestig de kleur veranderde in rood, bleef de bijnaam dezelfde. Een ode aan de Blauwe Engel.

DE1 21 (TielNijmegen) op de zuidboog van de Betuwelijn ten zuiden van Elst, 19 november 1981. DE2 78 (EnschedeZutphen) komt binnen in station Zutphen, 6 april 1982.

> DE1 25 (Arnhem-Tiel) op de Rijnbrug bij Arnhem, 15 januari 1982.

66


67


colofon

Uitgave WBOOKS, Zwolle info@wbooks.com www.wbooks.com Tekst en fotografie Carel van Gestel Foto achterzijde: Mieke Hoekstra, 2014. Met bijdragen van L.J.P. Albers (woord vooraf), J.A. Bonthuis (historische flashbacks) en Bernd-Jan Kraan (museummaterieel) Vormgeving Frank de Wit, Zwolle

Over de auteur Carol Jan van Gestel (Zeist 1946), vanaf 1968 leraar Engels in achtereenvolgens Utrecht, Den Haag en Arnhem en sinds enkele jaren met pensioen, is reeds vanaf zijn jeugd geïnteresseerd in fotografie, kerken, orgels en spoorwegen. Over dit laatste onderwerp staan talrijke artikelen en boeken op zijn naam, terwijl Van Gestel ook de auteur is van twee forse boeken over kerkorgels, waaronder het alom geroemde Orgelrijk. Van zijn hand verscheen in 2006 het eerste deel van de serie Van kerk naar kerk, waarvan inmiddels het vijfde deel in voorbereiding is. Samen met Jeroen Jeroense publiceerde hij in 2012 de bundel Open boek, een spirituele ontdekkingsreis door het jaar. Er kan nog een trein komen verschijnt ter gelegenheid van 40 jaar spoorwegfotografie van de auteur, en bij het 175-jarig bestaan van de spoorwegen in Nederland.

© 2014 WBOOKS / Carel van Gestel Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Op deze pagina: Blauwe Engel 76 op de Betuwelijn nabij Herveld, 16 september 1981.

Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © c/o Pictoright Amsterdam 2014.

Schutblad: Sporen op de Amsterdamse Rietlanden, gezien vanaf post I, juli 1981.

ISBN 978 94 625 8006 0 NUR 464, 688

Op het omslag: Diesel-tweetjes 162 en 183 bij het voormalige station Markelo, 5 juli 1997.



Carel van Gestel (Zeist, 1946) is een van de beste spoorwegfotografen van Nederland. Sinds zijn jeugd is hij geboeid door het reilen en zeilen op het spoor. Bijzonder aan zijn foto’s is dat hij niet alleen oog heeft voor het rollend materieel, maar ook voor de veranderende omgeving. Een selectie van de vele foto’s die hij de afgelopen veertig jaar maakte, is in dit boek opgenomen. De grote variatie aan onderwerpen, de bijzondere invalshoeken en de opmerkelijke contrasten maken dit boek uniek in zijn soort.

Carel van Gestel

Het spoor in nederland verbeeld

Er kan nog een trein komen

Er kan nog een trein komen

De fascinerende wereld van de spoorwegen, vol techniek en romantiek, spreekt bij jong en oud tot de verbeelding. Daarbij is het niet alleen het rollend materieel dat de beeldvorming bepaalt. Alles op en rond het spoor draagt er een steentje aan bij. Geen wonder dat de spoorwegen een geliefd onderwerp zijn voor fotografen. De sfeer van de foto’s is daarbij afhankelijk van het spel van licht en donker, het moment van de dag, de mensen, het weer en het seizoen.

Er kan nog een trein komen Het spoor in nederland verbeeld Carel van Gestel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.