110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 1
Het
Liberalen boek
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 2
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 3
Het
Liberalen boek Fleur de Beaufort Patrick van Schie
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 4
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 5
Inhoudsopgave
Woord vooraf 7
1 Wegbereiding 10 2 Economisch liberalisme 64 3 Partij en Staten-Generaal 100 4 Verkiezingen 164 5 Wetgeving en andere resultaten 218 6 Liberalisme in de samenleving 262 7 Kopstukken 318 8 Liberalisme in omringende landen 378 – Groot-Brittannië – België – Duitsland Literatuursuggesties 439 Personen- en plaatsnamenregister 441 Beeldverantwoording 445
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 6
6
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 7
Woord vooraf
In de reeks fraai geïllustreerde Het-boekjes van wbooks waren al verschenen Het Gereformeerdenboek, Het Katholiekenboek en Het Socialistenboek. Drie van de vier oude ‘zuilen’ werden zo bestreken; een Het-boekje gewijd aan de liberalen ontbrak. Daarom benaderden wij vanuit de Prof. Mr. B.M. Teldersstichting – het onafhankelijke wetenschappelijk bureau ten behoeve van het liberalisme, gelieerd aan de vvd – de uitgeverij om haar te wijzen op deze omissie en haar aan te bieden Het Liberalenboek te maken. De uitgever reageerde enthousiast, maar liet ook doorschemeren te twijfelen of er wel voldoende materiaal over het liberalisme aanwezig zou zijn. De liberalen vormden immers ook geen echte eigen zuil; de vierde zuil was meer een algemene zuil waarin de liberalen tegen wil en dank waren ondergebracht. Dat neemt niet weg dat er naast een liberale stroming in meer strikt politieke zin – als een beweging met politieke partijen die zich als eigen organisaties manifesteren, bovenal tijdens verkiezingen en in het parlement – ook verwante organisaties waren en zijn waarin, zo zij al geen uitgesproken liberaal stempel droegen, liberalen een hoofdrol vervulden. Liberalen vormden weliswaar geen zuil als onderdeel van een strategie ter zelfgekozen segmentering van een eigen ‘volksdeel’, maar er waren naast politieke partijen wel degelijk andere organisaties waarin het liberalisme zich manifesteerde. De drie andere zuilenboekjes concentreerden zich op Nederland. Wij hebben er daarentegen bewust voor gekozen om het liberalisme in Nederland, waarop wel de nadruk ligt, te presenteren als deel van een veel bredere Europese stroming. Het liberalisme manifesteert zich niet alleen, het staat ook voor iets. Aan het liberalisme als ideologie is bijgedragen door een grote hoeveelheid merendeels niet-Nederlandse denkers: filosofen, sociologen, geschiedkundigen, economen, et cetera. De belangrijkste daarvan passeren in de eerste twee hoofdstukken de revue, waarbij wij steeds hebben getracht de kern van hun vernieuwende bijdrage te destilleren uit hun vaak rijke oeuvre. In die eerste twee hoofdstukken laten wij ook enkele van de belangrijkste documenten en momenten zien uit (de aanloop naar) het liberalisme als bredere Europese beweging. Die bredere context komt in het laatste hoofdstuk wederom aan bod. In kort bestek belichten wij daar het liberalisme in de landen om Nederland heen – Groot-Brittannië, België en Duitsland – om te laten zien wat voor bijzondere ontwikkeling het liberalisme vlakbij soms doormaakte, en opdat aldus ook het ‘eigene’ van het Nederlandse liberalisme duidelijk wordt. Over de vraag welke personen en partijen vervolgens als liberaal zijn aan te merken, wordt door politici en historici getwist. Wij hebben in dit boekje het begrip ruim genomen. Zo wilden de Vrijzinnig-Democratische Bond (vdb) en D66 (tot 1998) niet voor liberaal doorgaan – en valt er naar onze mening ook wel het nodige op hun liberale gehalte 7
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 8
af te dingen – maar wij hebben deze beide partijen toch ‘meegenomen’ omdat zij in ieder geval tot de brede omgeving van het liberalisme (vroeger wel aangeduid als ‘de vrijzinnigheid’) kunnen worden gerekend. Niet elke claim op liberale gezindheid valt echter serieus te nemen; GroenLinks met zijn neiging tot verregaande staatsinterventies en zijn historische wortels in communisme en pacifistisch-socialisme hoort bijvoorbeeld in een boek over liberalen in geen geval thuis. Tot de directe omgeving (niet altijd vrijzinnig) hoorden in het verleden bijvoorbeeld wel weer de Christelijk-Historische Unie (chu) en de Nationale Unie, en tegenwoordig Wilders’ Partij voor de Vrijheid (pvv) waarvan de leider als ex-vvd’er zeker liberale wortels heeft. Sinds een jaar heeft Nederland weer een liberale premier, voor het eerst sinds 1918. In de zeventig jaar daarvoor telde ons land maar liefst tien liberale premiers. Wat voor een politieke stroming uiteindelijk natuurlijk telt is wat zij voor elkaar krijgt, in hoeverre zij een land voor de inwoners beter, aangenamer weet te maken. Prestatie is in feite de bij uitstek gewenste manifestatie. In een land van coalities zijn resultaten niet altijd goed aan één partij toe te schrijven, in bepaalde gevallen overigens wel als uit zo’n partij het initiatief kwam. Relatief krijgen daardoor resultaten uit de periode dat de liberalen de Nederlandse politiek domineerden de meeste aandacht. Wie weet zal ooit een heruitgave van Het Liberalenboek kunnen verschijnen waarin hedendaagse kabinetten onder liberale leiding extra onmiskenbaar liberale wetgeving blijken te hebben opgeleverd. Fleur de Beaufort Patrick van Schie Augustus 2011
8
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 9
9
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 10
1 Wegbereiding
10
John Stuart Mill
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 11
D
e term ‘liberalisme’ wordt pas sinds de eerste helft van de negentiende eeuw gebruikt, doch reeds lang voor die tijd zijn elementen van liberaal gedachtengoed terug te vinden bij verschillende filosofen, alsmede in (politieke) gebeurtenissen op cruciale momenten – veelal momenten van vrijheidsstrijd – in de geschiedenis. Zelf waren denkers als John Locke, Bernard Mandeville of Charles de Montesquieu zich er niet bewust van dat bepaalde aspecten in hun denken later zouden opgaan in de liberale traditie, zoals acteurs op het wereldtoneel, bijvoorbeeld de opstandige edelen die zich tegen de overheersing van Filips ii keerden, ook geen notie hadden van de bewondering die liberalen later voor hun strijd zouden hebben. Pas met het ontstaan van het liberalisme als politieke stroming ontdekten negentiende en twintigste-eeuwse denkers de liberale elementen in het gedachtengoed en de daden van hun voorgangers, de liberalen avant la lettre. De bijdrage van zovelen maakt het liberalisme meer tot een (intellectuele) traditie dan een vastomlijnde ideologie, gebaseerd op één of enkele belangrijke werken, zoals het socialisme wel is. Hoewel de traditie van het liberalisme rijk geschakeerd is, mede door de bijdrage van zoveel verschillende denkers, kennen liberalen wel degelijk een grote gemene deler waar alle discussies en bijdragen op terug te voeren zijn. De liberale traditie moet vooral gezien worden als een doorlopende discussie over het begrip vrijheid in het algemeen en de individuele vrijheid in het bijzonder. Deze kern wordt, ondanks felle meningsverschillen, nooit verlaten door filosofen van het liberalisme. Discussies in liberale kring gaan altijd over de invulling van de individuele vrijheid. Welke grenzen kunnen of moeten er aan de vrijheid van het individu worden gesteld om het samenleven van mensen mogelijk te maken? Hoe ver moet de rol van de staat in deze gaan? Waar moet een absolute begrenzing aan de staatsmacht worden gesteld om aan individuen en het vrije spel der krachten recht te kunnen (blijven) doen? Is het toelaatbaar dat, en op welke wijze kunnen dan schaarse goederen worden (her)verdeeld, zonder te veel inbreuk op de individuele vrijheid te maken? Welke onvervreemdbare rechten moet een staat erkennen? Welke rol komt aan religie toe binnen de liberale filosofie? Deze en andere vragen passeren de revue bij de behandeling van ruim dertig denkers en bijna twintig historische gebeurtenissen of documenten. De chronologie maakt direct duidelijk dat iedere denker zijn of haar steentje heeft bijgedragen aan wat wij heden ten dage het liberalisme noemen, zoals ook de verschillende gebeurtenissen of cruciale documenten praktijkvoorbeelden zijn die ons brachten tot waar wij nu zijn. Dikwijls bouwden filosofen voort op de basis die voorgangers reeds (ten dele) legden, doch bij tijd en wijle waren forse amenderingen van eerdere ideeën noodzakelijk in de zoektocht op het liberale pad. 1 wegbereiding
11
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 12
Magna Carta
1215
In 1215 kwam de Engelse adel in opstand tegen de koning, Jan zonder Land. Die had ter bekostiging van zijn oorlogen, waarin hij onder andere NormandiĂŤ had verloren en vergeefs had getracht te heroveren, steeds nieuwe belastingen aan de edelen opgelegd. In Runnymede, bij Windsor, troffen de koning en de edelen elkaar op 15 juni. Zij sloten een overeenkomst waarin de koning toezegde allerlei vrijheden van adel, burgers, steden en de kerk te respecteren. Zo mocht een vrij man voortaan niet meer willekeurig maar uitsluitend op grond van een wet worden gearresteerd. Al snel schonden beide partijen de overeenkomst. Maar voor de langere termijn was de betekenis van deze Magna Carta groot: een vroeg basisdocument vol burgerlijke vrijheden. 12
1 wegbereiding
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 13
1469-1527
Niccolò Machiavelli
De Italiaanse Renaissancedenker Niccolò Machiavelli (1469-1527) werd beroemd met zijn publicatie Il principe (De vorst), geschreven in 1513 maar pas zo’n vijf jaar na zijn dood gepubliceerd. Hierin verdedigde hij dat voor een vorst het doel meer dan eens de middelen heiligt. Daarnaast geniet de Italiaan bekendheid als auteur van de Discorsi (Gesprekken). In dit werk legde hij de grondslag voor de politieke theorie van het ‘republicanisme’(burgerschap). Machiavelli individualiseert de mensen door te stellen dat iedereen eigen verlangens en behoeftes nastreeft en daarbij het individuele belang voorop stelt. Wetten zijn nodig om mensen tegen elkaars handelen te beschermen. Het grafschrift van Machiavelli luidt ‘Tanto nomini nullum par elogium’ (geen lof is toereikend voor zo een naam). 1 wegbereiding
13
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 14
Desiderius Erasmus van Rotterdam
1466-1536
Tussen 1466 en 1469 kwam Desiderius Erasmus (1466-1536), hier afgebeeld op een euromuntstuk, ter wereld als bastaardzoon van een priester, waarmee een leven als monnik voor de hand lag. Het strenge monnikenbestaan benauwde hem echter zo dat hij het klooster verliet en als zelfstandig geleerde door Europa trok. Erasmus, die zou uitgroeien tot een van de belangrijkste humanisten, paste als eerste de kritische humanistische tekstinterpretatie toe op christelijke teksten en verdedigde het recht de bijbel kritisch te benaderen, mede ter versterking van het individuele geloof. In het satirische Lof der Zotheid stelde hij misstanden en dwaasheden binnen en buiten de kerk ter discussie. Hoewel vaak wordt gezegd dat Erasmus de weg voor het protestantisme effende, bleef hij zelf altijd katholiek. Hij stierf in 1536 te Basel. 14
1 wegbereiding
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 15
1566-1648
Onderdrukking der Nederlanden
De Nederlandse gewesten vielen begin zestiende eeuw onder de Habsburger keizer Karel v die meebewoog in de Europese neiging tot centralisatie en absolutisme. De weerstand hiertegen was in de Nederlanden verhoudingsgewijs groot en nam verder toe toen Filips ii de vorstelijke verantwoordelijkheid van zijn vader overnam. Anders dan zijn vader bestuurde Filips ii de Nederlandse gewesten vanuit Spanje, veelal via een landvoogd, waarbij hij weinig begrip toonde voor bestaande tradities. Het verzet van de gewesten richtte zich vooral tegen de katholieke inquisitie en tegen nieuw ingevoerde belastingen. Waar de vorst voorheen via steeds nieuwe bedes om speciďŹ eke geldbedragen vroeg, voerde Filips ii de tiende, twintigste en honderdste penning in als vaste percentages belasting op handel en vermogen. De oorsprong van de Nederlandse natie ligt in de grote vrijheidsdrang gedurende de Spaanse onderdrukking. 1 wegbereiding
15
110265_p001_448 11-10-11 09:54 Pagina 16
Unie van Utrecht
1579
Op 23 januari 1579 ondertekenden de gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre en Groningen ‘de Nadere Unie’, ofwel de Unie van Utrecht. Later sloten enkele Brabantse en Vlaamse steden zich bij het verbond aan. De bondgenoten verklaarden zich solidair in hun strijd tegen de Spaanse onderdrukking en kwamen overeen dat ieder gewest zelf de godsdienstkwestie mocht regelen. Daarnaast werd de bestuurlijke, financiële en militaire samenwerking tussen de bondgenoten geregeld in de unie. Deze samenwerking zorgde voor een formalisering van de Nederlandse vrijheidsstrijd en verleende de opstandige gewesten de nodige veiligheidspolitieke rugdekking. Eerder diezelfde maand hadden de zuidelijke provincies zich verbonden in de Unie van Atrecht en trouw aan de Spaanse koning beloofd. 16
1 wegbereiding