09 januari 2017 , pag. 26
‘Ik ben niet altijd ik’ Jan Nomden uit Oostwold (Oldambt) schreef het begunstegersbouk voor de abonnees van Toal en Taiken. ,,Soms lijkt iets verzonnen, maar is het toch echt gebeurd.’’
Jan Nomden: ,,Een boekje blijft.’’
FOTO HUISMAN MEDIA
LOUIS VAN KELCKHOVEN
I
n het verhaal Caféterras bie nacht verdwijnt een amateurschilder in de kopie die hij maakt van het gelijknamige schilderij. Wat volgt is een ontmoeting met Vincent van Gogh. Bij Jan Nomden uit Oostwold (Oldambt) is niets wat het lijkt. Nomden (Wieringermeer, 1948) schrijft al 30 jaar verhalen en publiceerde die in Krödde en Toal en Taiken. In Old en Nij, het begunstegersbouk 2016 van stichting t Grunneger Bouk voor abonnees van Toal en Taiken, zijn 35 van zijn verhalen gebundeld. ,,Een tijdschrift wordt vaak weggegooid, maar een boekje blijft.’’ Als niet-geboren Groninger denkt hij in het Nederlands. ,,Ik schrijf het Gronings ook gemakkelijker dan dat ik het spreek. Mijn moeder komt uit Winschoten, mijn vader uit Oude Pekela. Met mij spraken ze Nederlands, onder elkaar ging het in het Gronings. Moeite met het schrijven
‘Het is toch jammer dat steeds minder kinderen Gronings spreken’ van het Gronings heb ik niet. Schrijf het zoals je het zegt en gebruik in twijfelgevallen het Zakwoordenboek van Reker, dan kom je al een heel eind.’’ De verhalen van Nomden zijn, zoals hij het zelf noemt, ‘niet traditioneel’. ,,Het wordt nooit wat je zou verwachten. Soms lijkt een verhaal verzonnen, maar is het toch echt gebeurd. In het titelverhaal Old en Nij probeert een man zijn vrouw en vijf kinderen te vermoorden. Hij belandt in de gevangenis, maar zijn vrouw zegt dat ze hem zo weer terug wil. Waar gebeurd. Anderzijds betekent ik niet altijd dat ik het zelf heb meegemaakt. Ik ben niet altijd ik.’’ Op zijn vijftiende verhuisde het
gezin Nomden vanuit de Wieringermeer naar Veendam. Jan bezocht de ‘kweekschool’ in Winschoten en na zes jaar in de Betuwe voor de klas te hebben gestaan, volgden 36 jaar aan De Tichel in de Havenstraat in Oostwold. Aan de groepen 7 en 8 gaf hij, naast het gewone lesprogramma, wekelijks een uurtje Groningse les aan de kinderen. ,,Het is toch jammer dat steeds minder kinderen Gronings praten. Ouders spreken Nederlands tegen hun kinderen, onder elkaar gaat het in het Gronings.’’ Het valt Nomden wel op dat eenmaal op het voortgezet onderwijs kinderen weer Gronings spreken. ,,Mijn zoon is muzikant en woont in Amsterdam. Ik hoorde hem tot mijn stomme verbazing op een bepaald moment Gronings praten. Geen idee waar hij dat vandaan heeft. Niet van mij, want hij is Nederlandstalig opgevoed, maar schijnbaar pikken kinderen dat op straat toch op. Heel bijzonder.’’