03 maart 2018 , pag. 20
GESPREK VAN DE WEEK
De Golden Aaiw van het Grunnegs Meertmoand is streektoalmoand. Een gesprek met beroepsgroninger Henk Scholte over de Golden Aaiw van het Grunnegs. ,,Die taal zit in elke vezel van mijn lichaam.’’
gangspunt. Het zingen in het Gronings is niet langer doel op zich. Tegelijkertijd zijn de kwaliteit van de taal en van het taalgebruik, hoger. Teksten zijn niet meer eendimensionaal, plat, maar meer gelaagd. Kijk naar tekstschrijvers als Hans van der Lijke en wat Jan Siebo Uffen schrijft voor Arnold Veeman. Alex Lutjeboer maakt Sodom rock & roll met Jiddisch sausje, Marlene Bakker independent Grunneger meziek, Rik Baptist en Teun Heuvel, van het rappersduo Wat Aans, hebben een heel eigen publiek. Het mooie is dat Groningers hun eigenzinnigheid verweven in hun muziek. In een voorstelling als Hoes en Heerd, wordt het Gronings als voertuig van de geest gebruikt. Dat is ongekend.’’ Het was die andere Knoalster, Simon van Wattum (Stadskanaal, 1930), met wiens werk Scholte zich erg verwant zegt te voelen, die hem voorhield dat de Groningse streektaal: n boare stuk grond was, dat nog ontgind mout worden, doar kinst nog hail wat mit ompulen. In het Nederlands: streektaal was een braakliggend gebied, waar nog heel wat te halen viel. Eenmaal zanger van Törf ging Scholte, zoals hij dat noemt, ‘muziek sparen’. Hij spitte oude liedboeken door, maar ging ook zelf de boer op met een bandrecorder. Diep op het Groninger platteland nam hij liedjes op die van generatie op generatie waren doorgeven. ,,Het idee van de traditional bearer, de doorgever van de traditie, heeft mij altijd enorm aangesproken. Wij zijn hier maar tijdelijk. Het is een menselijke plicht door te geven wat je aantreft.’’
LOUIS VAN KELCKHOVEN
T
oen RTV Noord zijn (met geluidsman Rolf Schreuder gemaakte) radioprogramma Twij deuntjes veur ain cent wilde wegbezuinigen, was Groningen te klein. De reactie van het publiek maakt niet alleen duidelijk dat de Groningse streektaal populair is, het zegt ook: het Gronings is van ons en daar blijf je van af. Henk Scholte wordt wel eens verweten dat zijn Gronings archaïsch, onnodig ouderwets is. ,,Ik ben sikkom 60, mag ik ouderwets praten?! Mijn woordenschat is groot doordat ik ontzettend veel Groningstalig werk lees en gelezen heb. Dat heet taalontwikkeling. En ja; het gaat mij aan het hart dat een woord als sikkom wordt vervangen door bienoa, dat je geen affeer meer hebt, maar een beroep en vaker steeds dan aal hoort. Dat mensen het niet over een koare hebben, maar over een kruuwoagen.’’ ,,Het is mijn omgangstaal; ik proat altied Grunnegs. Mijn ouders spraken alleen maar Gronings, ook met mij. Het Gronings is mijn eerste taal’’, zegt Scholte. ,,Op school waren er kinderen die Nederlands spraken, maar daar werd een beetje raar tegenaan gekeken.’’ School, dat was in Stadskanaal. Scholte werd in 1959 geboren in het ziekenhuis in Emmen. ,,In mijn paspoort ben ik een Drent.’’ Hij bracht zijn eerste levensjaren door in Musselkanaal, maar groeide op in Stadskanaal. Hij studeerde geschiedenis, maakte de lerarenopleiding Ubbo Emmius niet af en vestigde zich in Stad. ,,Ik had in de jaren zeventig een machtig mooie tijd in Stadskanaal. Jongerencentrum Rajakimoes programmeerde allerhande artiesten. Er waren jongerenwerkers die ons in de vaart der volkeren opstootten. Alles waar ik nu nog elke dag van profiteer, kwam toen al voorbij. Wij hadden een alternatief programma in Geert Teis, waar Tim Kuik, zelf een artiest en erg van de streektaal, de scepter zwaaide.’’ Scholtes vader werkte bij Philips. ,,Stadskanaal had voor de komst van Philips geen bovenlaag. Burgemeester, notaris, dokter en de middenstand hadden hun cultuur in Hotel Dopper. Philips veranderde alles.
N
Duizendpoot Henk Scholte maakt met recht aanspraak op de titel beroepsgroninger.
Nieuwbouwwijken werden uit de grond gestampt. De bevolkingssamenstelling veranderde. Theater Geert Teis werd gebouwd, het Refajaziekenhuis.’’
F
olkband Törf begon in 1976 en bestaat inmiddels meer dan veertig jaar. Alex Vissering was korte tijd zanger voordat Henk Scholte zijn plaats innam. En in het Gronings ging zingen. ,,Het is nooit in mij opgekomen om dat in het Engels of Nederlands te doen. Ik denk in het Gronings, die taal zit in elke vezel van mijn lichaam.’’ ,,Folk was destijds een populaire muziekstroming. Het was de tijd van terug naar de natuur, van protest,
‘Het is een menselijke plicht door te geven wat je aantreft’ ‘geen kernafval onder de grond bij Onstwedde’, en daar hoorde een stem bij. Wij traden waanzinnig veel op, ook in Duitsland.’’ Scholtes kennis van de Groningse streektaal is encyclopedisch. Zonder daarbij te haperen schetst hij een beeld van de Groningstalige cultuur van voor de Tweede Wereldoorlog tot voorbij de eeuwwisseling.
FOTO CORNÉ SPARIDAENS
,,Door de economische crisis in 2008 was het gedaan met de grote streektaalshows in theaters. Daarvoor kwamen huiskamerconcerten, optredens in schuren en kerken in de plaats. Er ontstond een heel bijzondere underground-sfeer. Artiesten die toen tegen de stroom in roeiden zijn nu establishment. Ik vind dat heel fascinerend. Veel jongeren, het singletje is terug en er worden vinylplaten gemaakt.’’ ,,Voor 2000 was streektaalmuziek in Groningen heel erg geënt op de taal. Er was tekst, over hoe mooi Groningen wel niet is, waarin de plattelandscultuur werd verheerlijkt, en daar werd muziek bij gezocht. Nu is het andersom; de muziek is het uit-
a Limburg is Groningen de provincie met de hoogste productie in de streektaalmuziek. Scholte denkt dat een hang naar identiteit de verklaring is van het succes van het Gronings. ,,De globalisering, de wereld als dorp zorgt ervoor dat mensen behoefte hebben aan een vast punt. Ze gaan op zoek naar identiteit en het eerste wat daarbij opvalt, is de taal die uit hun mond komt.’’ ,,Groningers zijn een troebadoervolk. De populariteit van Americana hier, komt doordat het van oorsprong Europees is. Nashville kan niet bestaan zonder Ierland. Emigranten namen hun muziek mee naar het land van de onbegrensde mogelijkheden. In de Appalachen staat de bundel van Johannes de Heer soms nog op het psaalmörgel (harmonium, red.).’’ ,,De streektaalpagina in Dagblad van het Noorden, Grunnegs Goud, wordt goed gelezen. De rubriek Levend Erfgoed van Martin Hillenga is populair. Op het Grunneger Gedicht, met een verwijzing naar onze website Webloug, wordt veel gereageerd. De agenda op Webloug van het Centrum voor Groninger Taal en Cultuur loopt iedere keer maar weer vol. Kijk naar de agenda in het weekend in het Dagblad, hoeveel Groningstalige activiteiten daarin staan. Het aanbod is fantastisch. Streektaal is weer helemaal terug in de theaters. Er kan met recht gesproken worden van een Golden Aaiw van het Grunnegs, maar ik denk dat we nog maar net beginnen. Er komt nog veel meer aan.’’