11 mei 2015 , pag. 44
erkman in ‘zijn’ jaar eer aan Waark doet oet Werkman RECENSIE IK GOA NOAR TAHITI 앲앲앲앲앱 Gebeurtenis: toneelvoorstelling Ik goa noar Tahiti door Waark Tekst: Ger Beukenkamp Groningse vertaling: Jan Glas Regie: Ben Smit Met: Erik Bulthuis, Riemke Bakker, Nico van der Wijk, Gerard Hilbrants, Tanja Delken, Janneke Pietersma, Sytze Doornbos, Ger Westra Vormgeving: Hadewych ten Berge Video/projecties: Dinanda Luttikhedde Muziek: Niels Smit Duyzentkunst Gezien 8/5: Der Aa-theater Groningen Publiek: uitverkocht Nog te zien: t/m april 2016 (zie www.waark.nl).
ERIC NEDERKOORN
aten we voor de verandering eens beginnen met de entourage. Hadewych ten Berge, Dinanda Luttikhedde en Niels Smit Duyzentkunst hebben voor Ik goa noar Tahiti een prachtige speelomgeving gecreëerd, een subtiele omlijsting van de laatste levensfase van Hendrik Werkman. De druksels van de Groningse kunstenaar worden mooi broos opgebouwd en weergegeven op de licht bewegende doeken die als achterwand dienen. De projecties vormen een wonderschone eenheid met de muziek annex geluidsdruppels, die de scènes en hun stemmingen begeleiden. De Groningstalige Theatergroep Waark komt met dit stuk in het Werkmanjaar, zeventig jaar na de
L
dood van de drukker. Zoiets is niet zonder risico. Werkman mag je immers niet anders dan eer aandoen. Kort en goed: Waark is, met Ben Smit als regisseur, glansrijk geslaagd. We zien overduidelijk geen documentaire, maar een interpretatie. Hoofdrolspeler Erik Bulthuis houdt ‘zijn’ Werkman mooi klein en ingehouden. Een tikje zonderling. Hij is in deze versie een wat naïeve kunstenaar die de SD’ers, als ze hem in hun klauwen hebben, alsnog wil overtuigen van de schoonheid van zijn – ‘entartete’ – kunst. Daarbij doet hij een beroep op een geweten dat ze niet hebben of op cruciale momenten weten te verstoppen. Ger Beukenkamp bewerkte het filmscript dat hij in 1992 al schreef. Net als in die film worden Werkmans gedachten, zijn achtervolgings- en
ondergangsangst, vertaald in geprojecteerde scènes uit Chaplin-films. Vreemd, zou je denken, want grappig, dat mannetje, maar de tragiek grijpt toch geleidelijk steeds meer de macht. Gelijk op met het verhaal. Nico van der Wijk en Gerard Hilbrants zijn overtuigend smerig als de SD’ers Schaap en Kaper; Schaap als aanvoerder, Kaper als meeheulende engerd. Met Bulthuis zetten ze spannende scènes neer. Zo is ook het slot geloofwaardig en beklemmend, als Werkman en fietsenmaker Glaudé (Sytze Doornbos) in hun cel op het einde wachten: het einde van de oorlog is nabij, maar Werkman voelt al aan dat hij dat niet zal meemaken. De spelers stellen bij aanvang hun personages voor en nemen afscheid met de mededeling hoe het hun personages later is vergaan. Dan zie je
ook dat sommige dubbelrollen zo natuurlijk zijn gespeeld dat het niet eens opvalt dat het dubbelrollen waren (Ger Westra als zowel jood als de Scholtenhuis-nazi Lehnhoff). Niks mis? Als zo’n beetje de hele club tegelijk op de speelvloer staat, is het tempo wat eenvormig. Een (joden)mop minder had ook wel gemogen. En de scène met het roddelende echtpaar, nadat Werkman is opgepakt, oogt wat te veel als parodie, door de lijzigheid waarmee het Gronings wordt gesproken, vanzulf. Het zijn slechts details. De Groningse vertaling van Jan Glas is mooi en intens, waarbij Waark voor het eerst ook ABN laat spreken – door de Amsterdammer Schaap vooral, en dus geregeld ook door de antwoordende Werkman. Hier komt dat de kracht van het verhaal ten goede.