Over het wat en het hoe Rob Lambrichs de Bruin Peter Noordhoek
Inleiding: over het wat en het hoe
Het Nederlandse staatsbestel is een levend geheel. Op
ons na doet denken over het bestaansrecht van de over-
het internet komen er elke dag ‘groepen’ bij waarin de
heid in haar geheel. Dat fascineert.
laatste inzichten en kreten worden uitgewisseld over de overheid. Bijna dagelijks is er sprake van nieuwe
De twee reden is als het ware de harde kant van dit
samenwerkingsvormen, niet zelden in het overgangsge-
boek. Heel veel van de uitspraken over de provincie gaat
bied van markt en overheid. Het evolueert met de dag.
over de ‘wat?’ vraag. Wat moet de provincie worden?
Eén van de laatste vormen waarin overheden ketens en
Wat zijn dan nog de taken? Wat moet er anders worden
netwerken vormen is die rondom ‘levensgebeurtenissen’
georganiseerd?
als geboorte, op de arbeidsmarkt komen, verhuizing,
Wij zijn meer gefascineerd door de ‘hoe?’ vraag. De
e.d. Overheid 2.0 is vast al aan versie 3.0 toe. Deze
taaiheid van instellingen als de provincies is inmid-
dynamiek is per saldo goed voor Nederland. Een levend
dels genoegzaam bewezen – er hebben meer stormen
staatsbestel is er een die vele verschijningsvormen kent.
in de polder gewoed. Er kunnen allerlei verstrekkende voorstellen worden gedaan over wat de provincies in de
En wat komt de provincie dan kennelijk als oud, om
toekomst zouden moeten doe of zijn: van niets tot iets
niet te zeggen verouderd over. Hoewel de provincies
meer. Maar daarbij lijkt het alsof al de opstellers van
aantoonbaar meedoen aan allerlei spannende vormen
deze visies het liefst over de bezwaren van tegenstan-
van vernieuwing, levert dat geen kanteling in het beeld
ders heen zouden willen springen om er maar van af
op. Sommige dingen gaan kennelijk dieper. Al jaren
te kunnen zijn. Dat werkt niet. Papier is geduldig, het
sleept de discussie over het middenbestuur en de plaats
woord vluchtig. Met dit boek willen we de confrontatie
van de provincies daarin. Het aantal voorstellen, boeken
aangaan over de veranderopgave waarvoor de overheid
en rapporten lijkt eindeloos. Steeds weer opnieuw wordt
in de komende periode komt te staan: hoe gaan we
er gekeken naar wat er met de provincies moet gebeu-
die te lijf en welke opgave is daarin besloten voor de
ren.
provincie? Als startpunt voor die hoe-vraag nemen we
Waarom er dan nog een boek aan toevoegen?
de optiek van personen die eerder hebben laten zien dat ze daar een visie op hebben. Het gaat om personen die
Om twee redenen. In de eerste plaats om dat de discus-
vanuit meerdere rollen spreken: politicus, bestuurder,
sie blijft fascineren, zeker nu die op het scherp van de
ambtenaar – of ze spreken vanuit een vrije rol. Het gaat
snede wordt gevoerd als we de berichten mogen geloven.
ook om personen die verbindingen kunnen leggen over
De provincies zijn organen die hun bestaan met gemak
bestuurslagen en partijen heen.
honderden jaren terug kunnen traceren en er zijn provin-
2|
cies en hun voorgangers die er in het jaar 1010 al waren.
Wij willen hen in de rol van veranderaar zetten: wat
Dat is 1000 jaar. Dat zijn vele, vele generaties. Onze
zou u doen als u voor de opgave staat om uw visie op
voorouders hebben hun hele leven in hun schaduw
de provincie waar te maken? Welke stappen zou u dan
geleefd. En nu zouden we ze gaan opheffen? Er mee stop-
zetten, welke methoden werpt u dan in de strijd? Wij
pen? Ze niet meer laten bestaan? Het zou niet verbazen
doen dat in de verwachting dat dit geen stoffig bestuurs-
als ook dit keer de soep niet zo heet wordt gegeten als
kundig essay gaat opleveren, maar een spannend beeld
die wordt opgediend, maar in die strijd om het bestaans-
van complexe processen vol onzekerheden. Wij doen
recht van de provincies komt toch heel veel aan bod dat
dat overigens ook in de verwachting dat de betrokken
personen daarin laten zien wat hun motivatie is, wat ze
is onze ogen voor de lezer meer waard dan een opsom-
meebrengen bij zo’n opgave. Dat doen we omdat we ver-
ming van partijen met wie gesproken moet worden. Het
wachten dat de lezers zelf ook hun rol te spelen hebben
gaat ons vooral om de hefbomen, wiggen en omke-
in de toekomst van de provincies en daardoor worden
ringen waarmee verandering in gang wordt gezet en
uitgedaagd om over hun eigen rol na te denken.
momentum wordt behouden. Zoals gezegd gaat het bij provincies om taaie instellingen. In het licht van de tijd
Vanzelfsprekend gaat het om personen die zelf een
zijn we allemaal passanten. Hoe kunnen we dan toch
helder beeld van het ‘wat’ kunnen formuleren. Ze zullen
beweging maken?
visies hebben die uiteenlopen van het nieuwe betekenis geven aan de provincie tot en met het langzaam oplos-
In de praktijk van de gesprekken kan het best zo zijn,
sen van diezelfde provincies in andere vormen en be-
is het zelfs waarschijnlijk – dat het wat en het hoe door
stuurslagen. We laten het wat afhangen van het feitelijk
elkaar heen gaan lopen. Daarom is het aan ons, als
verloop van de gesprekken, maar ons staat voor ogen dat
auteurs, om de inzichtelijkheid zo groot mogelijk te ma-
we de interviews ordenen naar de mate van verstrek-
ken. Dat doen wij uiteraard in onze in- en uitleidende
kendheid van de voorstellen over het ‘wat’. Stel dat er
hoofdstukken. Ook onszelf zullen we daarbij in de strijd
een aantal gesprekken zijn die neerkomen op het herstel
werpen. Op basis van alle interviews zullen wij niet
van de leidinggevende rol van provincies in een republi-
schromen een eigen visie te geven.
keins verband – er is immers een historisch precedent – dan groepen we die bij elkaar. Hoe zou dat gereali-
Tegelijk vinden we het ook belangrijk om goed recht
seerd kunnen worden? Stel dat er ook gesprekspartners
te doen aan de interviews en er met dit boek niet als
zijn die zeggen dat de taken van de provincies binnen
het ware alleen maar een nietje doorheen te slaan. Wij
vier jaar naar de gemeenten kunnen worden overgehe-
doen dat door reflecties te schrijven op elk interview en
veld, dan zetten we die ook bij elkaar. Hoe vangend e
daarin de verbanden te leggen met de uitkomsten van
gemeenten dat op? Wat doen we met de deskundigheid,
andere interviews. Niet zozeer om ze tegen over elkaar
hoe gaan we geschillen beslechten? Etc.. En stel dat er
te zetten, maar door onze verwondering uit te spreken of
gesprekspartners zijn die zeggen dat we het helemaal
om de lezer te wijzen op bijzondere uitspraken en obser-
niet over structuren moeten hebben, maar dat er totaal
vaties. Aan het einde van het boek zal de lezer dan het
andere zaken aan de orde zijn, ja dan zetten we die ook
gevoel hebben dat recht is gedaan aan de veranderopgave
bij elkaar. Welke zaken zijn er dan wel aan de orde? Is
van de provincies. Niet alles zal aan bod zijn gekomen,
cultuur, gedrag wel te veranderen en hoe dan? Wat gaan
maar wel het wezenlijke. Iedereen die plannen met de
we met de volgende reorganisatie doen? Etc.
provincie heeft doet er daarom erg verstandig aan kennis te nemen van het boek.
Het ‘wat?’ blijft dus wel degelijk richtinggevend voor de ‘hoe?’ vraag. Tegelijk hebben wij de verwachting dat
Rob Lambrichs de Bruin
er ook patronen zullen schuilen in de beantwoording
Peter Noordhoek
van de verschillende ‘hoe?’ vragen. Daar willen we op doorprikken. Een pregnante observatie over een thema als het verschil tussen ‘gelijk hebben en gelijk krijgen’
|3
Samen met onze opdrachtgevers komen tot nieuwe antwoorden op vragen, tot het creĂŤren van kansen. Dat betekent goed luisteren, durven doorvragen en kritisch blijven. Eigenschappen die onze adviseurs en managers kenmerken. Zodat u de juiste strategische keuzes kunt maken. Resultaat: een andere, verfrissende kijk op uw vraagstuk, met oplossingen die echt werken. Onze mensen staan u terzijde. Twynstra Gudde staat erachter.
Twynstra Gudde
Tel 033 4677777
Stationsplein 1
Fax 033 4677666
3818 LE Amersfoort
info@tg.nl
Postbus 907
www.twynstragudde.nl
3800 AX Amersfoort
www.northedge.nl Twitter: @PeterNoordhoek
2182