7 minute read

Hans Hegs column

HANS HEG

Als – áls ik in dat comité had gezeten, zou ik dan ook zo negatief hebben geadviseerd? Wie thuis is in het wereldje van de klassieke muziek zal meteen begrijpen om wie het gaat: celliste Ella van Poucke. Ze kreeg in november te horen dat ze, vlak voor de eindstreep, na bijna drie jaar vervolgstudie, niet in aanmerking komt voor de Nederlandse Muziekprijs. Een staatsprijs, hier het hoogst haalbare. Vergelijkbaar met een promotie in de wetenschap, las ik ergens.

Advertisement

Van Poucke was verbijsterd. En woedend! Daarom koos ze voor de vlucht naar voren en trok op 7 december van leer in de Volkskrant. Leuke primeur. En voor Ella een mooi podium om haar onvrede kenbaar te maken. Was dat wel verstandig, vraag ik me in alle ernst af. Het bijzondere van deze prijs is juist dat het niet om een regulier concours gaat. Het is een gesubsidieerd studieproject dat uiteindelijk naar een internationale carrière moet leiden.

Daarom moeten alle kandidaten eerst een tentamen afleggen om überhaupt te worden toegelaten. Met hoeveel ‘lof’ je ook bent afgestudeerd aan een Nederlands conservatorium. Om reputatieschade te voorkomen wordt een afwijzing bewust niet bekend gemaakt. Ook niet aan het eind van de rit. Alles wordt gefinancierd door het rijk. Dat is de prijs! Bij Van Poucke gaat het om bijna dertigduizend euro. Degenen die worden uitverkoren, door een strenge en regelmatig van samenstelling wisselende jury, worden gehuldigd tijdens een prestigieus slotconcert. Meestal in aanwezigheid van de minister of staatssecretaris van cultuur. Mezzo Jard van Nes en pianist Ronald Brautigam behoorden tot de eerste winnaars. Later volgden onder anderen Janine Jansen en Lavinia Meijer, en de cellisten Pieter Wispelwey en Quirine Viersen. Pianist en componist Thomas Beijer is de laatste in de rij. Deze muzikale duizendpoot kreeg hem onlangs in Groningen. Doordat Ella van Poucke zo pontificaal naar buiten trad met haar ongezouten kritiek op de Muziekprijs zal ze voortaan als die afgewezen celliste te boek staan. Was dat wel haar bedoeling? Had ze daarvoor niet behoed moeten worden? Al heeft ze natuurlijk het volste recht om aan de bel te trekken. Toch heb ik mijn twijfels. De afgelopen veertig jaar waren er veel goeie en soms ook matige winnaars. Zoals gezegd: de verliezers blijven in principe anoniem.

Daarom spijt het me des te meer dat ik me bijna gedwongen voel ook de artistieke kant van deze affaire te belichten. Om alle schijn van partijdigheid te vermijden heb ik Van Pouckes Schumann-cd eind vorig jaar – na haar publicitaire klacht – anoniem bij Concerto gekocht. En heb ik niet, zoals gebruikelijk, een (gratis) recensie-exemplaar aangevraagd. Pijnlijke conclusie: eigenlijk heb ik een beetje spijt van die investering.

Met de opzet – alles van Schumann voor cello en piano of orkest op één cd – is niets mis. Aan de uitvoeringen ontbreekt echter het een en ander. Zoals technisch raffinement, een dwingende visie en levendige articulatie. Ik kan zo twee andere, oudere opnamen met dit repertoire uit mijn platenkast halen die meer boeien. Ik vrees dat de adviescommissie daar ook over is gevallen. Maar dat haar afwijzing het gevolg is van een vermeende gebrekkige organisatie, lijkt me sterk.

Dat het te maken kan hebben met het altijd wat hooghartige, ironische toontje van voorzitter Ad ’s-Gravesande (die Van

STRIJDBARE WEL GOED

Edgar Moreau

VAN POUCKE GENOEG?

Poucke het slechte nieuws bracht), daar kan ik me wél iets bij voorstellen. Dat is zijn handelsmerk. Hoe dan ook, voor de gekwetste Ella is niettemin mooi meegenomen dat ze haar cd met financiële steun van het Fonds Podiumkunsten (waar de Nederlandse Muziekprijs tegenwoordig onder valt), heeft kunnen realiseren.

Voor een beter begrip: eerst nog wat historisch perspectief. Vóór 1980 was er alleen een Prix d’Excellence. Ieder conservatorium kon hem naar eigen inzicht aan zijn beste leerlingen toekennen. Doordat men numeriek tegen elkaar ging opbieden (welk conservatorium heeft de meeste P’s!), devalueerde de muzikale waarde van de Prix drastisch. Bovendien kwam er veel kritiek. Geen wonder dat het ministerie daarop het prijzenbeleid voor toptalent in eigen hand nam. Goed idee. Al komen er ook nog wel eens aanvechtbare beslissingen uit de bus. Genoeg hierover, want er is ander goed nieuws. Verrassend mooi nieuws zelfs. Afkomstig van een Franse collega en leeftijdgenoot van Ella van Poucke. Edgar Moreau (27) maakte in september 2020, samen met soulmate Michael Sanderling, in Luzern een buitengewoon inspirerende cd met louter joods georiënteerde muziek. Het geraffineerd samengestelde programma en de indringende uitvoeringen roepen zowel bewondering, ontroering als emoties op.

Ernest Bloch (From Jewish life en Rhapsodie hébraïque), Erich Wolfgang Korngold (Celloconcert), Max Bruch (Kol Nidrei) en Maurice Ravel (2 Mélodies hébraïques) staan daardoor postuum alsnog gezamenlijk op één podium. En het werkt. Vanaf de eerste maten van Blochs ‘Gebed, Smeekbede en Joods gezang’ slepen Moreau en Sanderling junior je mee naar een wereld en een tijd waarin de nazi’s het nog niet voor het zeggen hadden.

Korngold schreef zijn Celloconcert, net als zijn Vioolconcert, weliswaar pas na 1945 in Amerika, maar het past perfect in het profiel dat Moreau voor ogen heeft. Een hele cd vol composities die op de een of andere manier, en in welke instrumentatie dan ook, verwijzen naar de muzikale aspecten van het aloude Joodse geloof. En daartoe reken ik ook de muzikale bouwstenen die Korngold gebruikte als filmcomponist. Slim van hem dat hij van de grote bazen in Hollywood eiste dat hij het materiaal voor zijn filmscores later ook in ‘eigen’ composities mocht verwerken.

Vergelijkbaar met een promotie in de wetenschap

SCHUMANN COMPLETE WORKS FOR CELLO

ELLA VAN POUCKE, JEAN-CLAUDE VANDENEYNDEN PHION O.L.V. GÜNTER NEUHOLD CHALLENGE CLASSICS 0608917287127 VKZ.NL/22150 € 23,99

KORNGOLD, BRUCH e.a. TRANSMISSION

EDGAR MOREAU, LUZERNER SINFONIEORCHESTER O.L.V. MICHAEL SANDERLING ERATO 0190295105105 VKZ.NL/22134 € 22,99

CONCERTZENDER

FELIX BLUMENFELD HERONTDEKT

De muziekgeschiedenis is wreed. De ene componist wordt wereldberoemd, terwijl de ander na zijn dood compleet in de vergetelheid raakt. Bij de Concertzender draaien we alle componisten, de bekende maar zeker ook de onbekende. Hebt u bijvoorbeeld al eens gehoord van Felix Blumenfeld?

In ons programma Onbekend is Onbemind? halen we elke twee weken vergeten muziekstukken onder het stof vandaan. Dat kan onbekend werk van een bekende componist zijn. Kent u bijvoorbeeld de kamermuziek van operettekeizer Jacques Offenbach? Maar vaker introduceren we een naam die de meeste mensen niets zegt. Hjalmar Borgström, bijvoorbeeld. Of Felix Blumenfeld.

Felix Blumenfeld (1863-1931) werd geboren in wat nu het midden van Oekraïne is. Als jongeman ging hij in Sint-Petersburg studeren (bij Rimski-Korsakov). Nadat hij was uitgeleerd, werd hij zelf leraar aan het conservatorium: eerst in Sint-Petersburg, later in Kiev en Moskou. Maar hij hield het niet bij het leslokaal. Het grote publiek leerde hem kennen als componist, als dirigent maar vooral als pianovirtuoos. Hij vierde grote triomfen met muziek van vele Russische componisten, niet in de laatste plaats van hemzelf.

Net als Chopin had Blumenfeld een Poolse moeder. Dat is niet de enige overeenkomst die hij met de Poolse pianogigant had. Zijn lijst met werken puilt uit van de etudes, nocturnes en mazurka’s. Misschien is dat de reden waarom we Blumenfeld niet meer kennen: heel origineel was deze componist niet.

Maar dat wil niet zeggen dat zijn werk kwaliteit mist. Hoor maar eens hoe de ene hand zich parelend over de toetsen slingert, terwijl de andere hand lyrische melodielijnen per strekkende meter laat vloeien. Virtuositeit is bij Blumenfeld altijd meer dan vingervlugheid en goedkoop effectbejag. Die loopjes, die kan iedereen wel spelen na zoveel jaar les. Maar om de melodie mooi te laten uitkomen binnen die wirwar van noten, daarvoor moet je echt een volbloedmusicus zijn.

Tijdens zijn leven heeft Blumenfeld veel volbloedmusici opgeleid. In zijn jaren in Kiev had hij zijn beroemdste leerling: Vladimir Horowitz. Horowitz had een groot voordeel dat voor Blumenfeld net

te laat kwam: de opkomst van de grammofoonplaten. Wie Blumenfeld bij leven niet had horen pianospelen, wist niet hoe hij geklonken had. Een eeuw lang stond Blumenfeld uitsluitend bekend als de leermeester van Horowitz. Zijn muziek hield geen repertoire en werd vergeten. Pas de laatste jaren hebben pianisten zijn moeilijke, maar lyrische werken herontdekt. Wij van de Concertzender vinden hem nog lang niet bekend genoeg. De komende weken gaan we veel van hem laten horen: pianomuziek, maar ook kamermuziek en orkestmuziek. Wij geloven in alle goede muziek, niet alleen

de allerbekendste. Bij ons kunt elke dag weer genieten van uitdagende klassieke muziek, oude muziek, nieuwe muziek, wereldmuziek en jazz. Uit alle hoeken en gaten voor u opgediept!

Felix Blumenfeld

Onbekend is onbemind?

Tekst Wouter Steenbeek

This article is from: