4 minute read
Hans Hegs column
HANS HEG
KLAUS NU AL EEN
Advertisement
Wordt hij het nu wel of niet? Hoe lang laat het jawoord nog op zich wachten? De geruchtenmachine draait al maanden op volle toeren: hij gaat het worden! Mäkelä de nieuwe chef! Maar tot op heden – half mei – houdt het Concertgebouworkest de lippen stijf op elkaar. Een officiële benoeming wordt later bekend gemaakt, heet het. Er zal toch niet iets aan de hand zijn...? De reputatie van Klaus Mäkelä is inmiddels torenhoog. Alle grote orkesten zitten achter hem aan. Zelfs het Concertgebouworkest moet aansluiten in de rij. Hoe succesvol de incidentele samenwerking met de jonge Fin ook is verlopen, sinds september 2020. Maar de concurrentie is enorm. En zijn positie is sterk. Hij is Vasily Petrenko opgevolgd als chef-dirigent van de Oslo Philharmonic. Sinds kort is hij daarnaast ook ‘muzikaal directeur’ van het Orchestre de Paris. Overal waar hij komt valt men voor hem. Wat een talent, wat een techniek en wat een muzikant. Ook in Chicago waren ze verkocht toen hij daar onlangs zijn debuut maakte. En als klap op de vuurpijl kwam Decca met het nieuws dat ze een exclusief contract met Mäkelä hebben afgesloten. Na Solti en Chailly is hij de derde dirigent die deze eer te beurt valt. Het recente album met de Sibeliussymfonieën onderstreept hoe juist dat besluit is geweest. Weltklasse!
Wat begin 2021 in Oslo begon als een coronaproject is uitgegroeid tot een uitgave die overal de aandacht trekt. Het doet denken aan wat Mariss Jansons daar in de jaren zeventig voor elkaar kreeg met zijn toen spraakmakende Tsjaikovski-serie. Dankzij en met ‘Oslo’ gaf ook Jansons zijn internationale visitekaartje af. Voordat hij in München en Amsterdam vaste grond onder de voeten kreeg en zijn carrière een grote vlucht zou nemen.
Mäkelä is de zoveelste Fin die in ‘eigen huis’ is klaargestoomd voor het grote werk. De rij is imposant. En dat hebben we vooral te danken aan één man: Jorma Panula. Een gerenommeerde pedagoog (hij is inmiddels 91), die zijn leerlingen niet alleen de technische kneepjes van het vak bijbrengt. Hij leert ze ook dat het om veel meer gaat. Waarvan muzikaal intellect uiteraard als vanzelfsprekend onderdeel wordt gezien.
Hoe benader je een orkest, hoe repeteer je met ze en hoe overtuigend is je visie op een componist of een bepaald stuk?
MÄKELÄ (26) WERELDSTER
Heb je wel voldoende repertoirekennis paraat? Daar draait het om. Mäkelä citeert zijn leermeester graag: “Je moet een orkest bij de hand nemen, je moet ze helpen en vooral niet in de weg zitten.” Hij heeft de wijze lessen van Panula goed ter harte genomen. Hij kent de uitvoeringstraditie rond Sibelius op zijn duimpje. Alle historische opnamen heeft hij in zijn kop.
Te beginnen bij Robert Kajanus en zelfs Herbert von Karajan (“die wist precies waarom het gaat bij Sibelius”, aldus Mäkelä). Zijn eigen voorkeur? Leif Segerstam. Geen speld tussen te krijgen, al zullen er kenners en liefhebbers zijn die andere keuzes maken. Colin Davis, Paavo Berglund of Osmo Vänskä. Niettemin: de nieuwe set van Mäkelä kan die concurrentie met gemak aan. Zijn doordachte, gedetailleerde en ongelofelijk spannende interpretaties dwingen je gewoon tot luisteren.
Bovendien: de Oslo Philharmonic bewijst weer eens zijn klasse. En last but not least: de Decca-opnamen zijn subliem. Dit rijkgeschakeerde Sibeliusalbum (4 cd’s) gaat, volgens mij, een van de grote winnaars van 2022 worden. Het statement van Mäkelä én Decca is duidelijk. Rest de vraag: is het Concertgebouworkest ook bereid en in staat om ook zo’n ferm standpunt in te nemen? Wordt Klaus Mäkelä inderdaad de achtste chef? Dat zou een ongelofelijke stunt zijn.
Curieus is overigens wel dat zijn naam ontbreekt in de verrassend grote, tiende editie van de door het Royal Concertgebouw Orchestra zelfgeproduceerde Horizon-serie. Met louter liveopnamen. Aflevering 10 bestrijkt de periode mei 2017 tot juni 2021. Deze box van 3 cd’s biedt een riante blik op talrijke nieuwe composities uit binnen- en buitenland. Groots en minimaal, rijp en groen pal naast elkaar. Een wisselvallig panorama dat begint met Glanert en Padding en eindigt bij Wigglesworth en Dirksen. Te veel om hier op in te gaan. Maar één ding wordt wel duidelijk: het Concertgebouworkest heeft in die moeilijke tijd niet stilgezeten. En ook dat is een statement.
Maar vreemd blijft het dat Mäkelä ontbreekt en zijn landgenoot Rouvali wel op de lijst staat. Ik hoop dat het te maken heeft met Mäkelä’s exclusieve Decca-contract. Want hij heeft in Amsterdam ook werk van Unsuk Chin, Lopez en Messiaen op de lessenaar gehad. Mäkelä is veelzijdig. Kijk maar eens (op YouTube) naar dat grandioze concert dat het Concertgebouworkest vorig jaar met hem in Hamburg gaf. Met zowel de Zesde van Sjostakovitsj als die van Tsjaikovski. En Klaus Mäkelä gewoon als ‘invaller’, doordat een tournee naar het Verre Oosten (met een andere dirigent) vanwege de pandemie niet door kon gaan. Het is een verbijsterend concert.
Doordacht, gedetailleerd en ongelofelijk spannend
VERBEY, SWART e.a. HORIZON 10
ROYAL CONCERTGEBOUW ORCHESTRA O.L.V. DIVERSE DIRIGENTEN RCO LIVE 190296307669 (3CD) VKZ.NL/222349 € 48,99
SIBELIUS SYMFONIEËN
OSLO PHILHARMONIC O.L.V. KLAUS MÄKELÄ DECCA 0028948522569 (4CD) VKZ.NL/222348 € 38,99