1 minute read
2 Omstandigheden seizoen
Het jaar 2020 brak het één na het andere weerrecord. Het begon al op 15 januari, toen de warmste nacht sinds de start van de weermeting werd gemeten. Vervolgens richtte storm Ciara in februari de nodige ravage aan werd het een zeer natte maand. In maart begonnen we alweer te merken dat het een droog voorjaar zou worden en begin april klommen de temperaturen naar een recordhoogte van 26,6 graden. Maart, april en mei waren zeer droge maanden waarin voor het derde jaar op rij de grondwaterstand tot een zeer laag peil daalde. In juni en juli viel er weer een gemiddelde hoeveelheid neerslag, maar dat was voor de weidevogel
Veldmedewerker Marco Renes van het Coördinatiepunt Landschapsbeheer wist na een meting te vertellen dat de scheuren in de kleigrond in Noord-Brabant tot wel ruim een meter diep waren. Ook op de zandgronden hadden de weidevogels het zwaar. We hoorden verhalen van kievitkuikens die door een stevige, zinderende oostenwind ‘gezandstraald’ werden. “Ook waren er veel meer meldingen van kuikens, die stierven bij het uitkomen omdat het eivlies door de droogte en de schrale wind te snel opdroogde en de kuikens niet los konden komen van de eischaal,” vertelt Marco Renes.
Advertisement
Vrijwilliger Ton Hannink van WVG De Duinboeren schreef over de weersomstandigheden en de bijkomende resultaten op 30 april het volgende: “Helaas waren er slechts op twee percelen jongen. Van de gevonden eieren is maar een enkel jong overgebleven. Er lagen zelfs pullen dood in het mandje; door de droogte was er geen eten.”
Toch was het niet overal kommer en kwel. Toon van der Steen van WVG Gestel meldde: “Er waren nog nooit zoveel kuikens te zien als dit jaar. De kuikens die we zagen, waren tussen de twee en vier tot zes weken oud.”
De droogtescheuren in de klei worden dit kievietlegsel bijna fataal.
De droogte en harde wind zorgde voor stofwolken boven de akkers.
Droge en warme wind zorgt voor vroege sterfte bij kievitkuikens.