10 13 1 juli 2011
Pensioen PPI Product Struikelblokken
Innovatie Het ultieme PPI-product laat nog Worsteling met vormgeving van pensioeninstelling Vanuit Brussel is enkele jaren terug de aanzet gegeven tot een nieuwe pensioenaanbieder, die in de tweede pijler een plek moet gaan krijgen naast verzekeraars en pensioenfondsen. Aanbieders worstelen nog met de manier waarop ze deze zogeheten premiepensioeninstelling (PPI) vorm moeten geven, zo blijkt uit ervaringen van Welten. Er zijn inmiddels zeker twaalf partijen serieus bezig met de oprichting van een PPI. De helft daarvan heeft dat al publiekelijk aangekondigd: BeFrank (Delta Lloyd en BinckBank), Brand New Day (samen met ASR), Aegon, Robeco, De Goudse en Nationale-Nederlanden. Geen van de PPI’s is al actief; het afhandelen van de vergunningaanvraag bij DNB is een lang traject, zegt Ivo van Riel, business-unitmanager bij Welten Pensioen Professionals. “Het is een traject van vraag en wedervraag. DNB is vermoedelijk zelf ook nog zoekende naar wat allemaal wel
en niet kan bij PPI’s.” Welten ziet bij de aanbieders in het algemeen een grote tijdsdruk. “Dat heeft te maken met de grote complexiteit en de trage besluitvorming traag gaat. Vaak is de wens om de PPI in de bestaande organisatie te hangen.” Een ander knelpunt is ICT, zegt Van Riel. “Aanbieders staan voor de keuze een nieuw systeem te bouwen, het eigen systeem aan te passen of bestaande softwaresystemen aan te kopen. Wordt er geconcludeerd dat er een nieuw pakket moet komen, dan gooit de trage besluitvorming vaak roet in het eten. Maar daar is geen tijd voor: de tijdsdruk is hoog. Omwille van de tijd en de kosten gaat bij veel partijen de voorkeur uit naar het aankopen van een bestaand softwarepakket. Ook dan kost het echter al gauw zes tot negen maanden voordat het geheel klaar staat. Het pakket moet immers onder meer het product, de ‘pricing’ en de distributie kunnen ondersteunen. Ook deze trajecten leggen een flink beslag op de interne capaciteit.” Tweede versie Behalve besluitvorming, vergunning en ICT bezorgt ook het aan te bieden product de
PPI’s in oprichting hoofdbrekens. “Er moet nogal wat gerekend worden, voordat je een propositie klaar hebt. Wat mij opvalt, is dat vrijwel geen enkele partij al aan een tweede versie van het product denkt. Wanneer je de huidige productproposities bekijkt, heeft elke aanbieder wel iets moois bedacht. De combinatie van al dat moois hebben we echter nergens gezien. Als de PPI’s dus eenmaal de markt op komen, zal het aanbod van de concurrentie bekend worden en dat zal ongetwijfeld leiden tot productaanpassingen. Dan moet je dus snel kunnen schakelen.” Struikelblokken De verwachte uitdagingen verschillen nogal per uitvoerder. Van Riel ziet bij pensioenfondsen als groot struikelblok de omschakeling van ‘defined benefit’- naar ‘defined contribution’-producten. “Pensioenfondsen zijn daar niet aan gewend en slechts enkele denken buiten bestaande kaders.” Pensioenverzekeraars hebben meer ervaring met het bieden van beschikbarepremieregelingen, maar zijn volgens Van Riel nog wat te veel gericht op het bieden van producten uit
Ivo van Riel: “Bij verzekeraars heerst nog de gedachte dat de eigen verzekeringsproducten aan het PPI-product gekoppeld moeten worden.”
eigen huis. “Daar heerst nog de gedachte dat de eigen verzekeringsproducten aan het PPI-product gekoppeld moeten worden, terwijl een PPI juist tot doel heeft op elk vlak de ‘best in class’ aan te bieden. Zo zou het wel eens zo kunnen zijn dat het vermogensbeheerproduct van verzekeraar X minder goed is dan dat van een bestaande vermogensbeheerder.” Omgekeerd leggen vermogensbeheerders die een PPI oprichten veelal de focus op de vermogensbeheerpropositie. “Het runnen van de administratie, het inkopen van de juiste verzekeringsproducten en het realiseren van de distributie wordt echter door hen veelal onderschat.” Daarnaast vindt Van Riel de distributievisie vaak nog te beperkt. “Wanneer je de PPI-gedachte doortrekt, zou je ook hier kritisch moeten kijken hoe je dit effectiever en efficienter gaat doen.” Volgens Van Riel zou dat bijvoorbeeld kunnen door enerzijds het intermediair, maar anderzijds ook de werkgever (en werknemer) nog veel beter (geautomatiseerd) te ondersteunen bij de verkoop. “Daarbij kunnen ook social media gericht worden ingezet.” De aanpak Het aanbod loopt uiteen van traditioneel tot vernieuwend. Zo worden onder meer de ‘waaiers’ geïntroduceerd en producten met twee maanden opzeggingstermijn. “Bij de waaiers kun je afhankelijk van hoe je insteek is – hoog of laag rendement – meer of minder risico lopen. Dat wordt vernieuwend ingericht: er zijn bij pensioenproducten nog niet eerder dergelijke uitgebreide keuzes geweest. Dat was typisch iets van vermogensbeheerders. Daarnaast zie je het aanbod van eenvoudig tot complex. Brand New Day is een voorbeeld van een aanbieder die kiest voor een eenvoudig en transparant product waarmee de kosten laag blijven.” Andere partijen bieden veel flexibiliteit (en com-