Workshop bal noordwijkerhout 2013

Page 1


Gegevens BAL-vloeistofanalyse bij patiĂŤnten met diffuse interstitiele longafwijkingen Patient A Patient B

Patient C

Patient D

Patient E

Leeftijd Geslacht Roken

45 man nee

32 man ja

47 man nee

23 vrouw ja

26 vrouw ja

Opbrengst (uit/in) % Cellen x 106 AM % PMN % Lym % PC % Eos % MC % CD4/CD8 ratio

33

50

50

44

60

10.5 30.5 5.5 57.5 0.3 5.3 0.9 1.1

76 34.4 5.3 55.6 3.9 0.5 0.3 0.45

40.4 60 14.3 5.6 0 20 0 1.0

26 42 29.5 4.3 0 23.9 0 1.5

32.6 24.5 2.1 71 0 1.1 1.3 7.5


Predicting program.exe


Gegevens BAL-vloeistofanalyse bij patiĂŤnten met diffuse interstitiele longafwijkingen Patient A

Patient B

Patient C

Patient D

Patient E

Leeftijd Geslacht Roken

45 man nee

32 man ja

47 man nee

23 vrouw ja

26 vrouw ja

Opbrengst (uit/in) % Cellen x 106 AM % PMN % Lym % PC % Eos % MC % CD4/CD8 ratio

33

50

50

44

60

10.5 30.5 5.5 57.5 0.3 5.3 0.9 1.1

76 34.4 5.3 55.6 3.9 0.5 0.3 0.45

40.4 60 14.3 5.6 0 20 0 1.0

26 42 29.5 4.3 0 23.9 0 1.5

32.6 24.5 2.1 71 0 1.1 1.3 7.5


 Wat

is de meest waarschijnlijke diagnose bij patient A ?

 1. sarcoidose  2. allergische

extrinsieke alveolitis / hp  3. idiopathische longfibrose  4. anders



Gegevens BAL-vloeistofanalyse bij patiĂŤnten met diffuse interstitiele longafwijkingen Patient A

Patient B

Patient C

Patient D

Patient E

Leeftijd Geslacht Roken

45 man nee

32 man ja

47 man nee

23 vrouw ja

26 vrouw ja

Opbrengst (uit/in) % Cellen x 106 AM % PMN % Lym % PC % Eos % MC % CD4/CD8 ratio

33

50

50

44

60

10.5 30.5 5.5 57.5 0.3 5.3 0.9 1.1

76 34.4 5.3 55.6 3.9 0.5 0.3 0.45

40.4 60 14.3 5.6 0 20 0 1.0

26 42 29.5 4.3 0 23.9 0 1.5

32.6 24.5 2.1 71 0 1.1 1.3 7.5


 Wat

is de meest waarschijnlijke diagnose bij patient B ?

 1. sarcoidose  2. allergische

extrinsieke alveolitis / hp  3. idiopathische longfibrose  4. anders



 Welke

overige gegevens uit o.a. de BALanalyse maken sarcoidose nog minder waarschijnlijk ?

 1. hoog

percentage plasmacellen en/of verlaagde CD4/CD8 ratio  2. hilusklier vergroting op de X-thorax  3. littekenvorming op de HRCT  4. erythema nodosum


Gegevens BAL-vloeistofanalyse bij patiĂŤnten met diffuse interstitiele longafwijkingen Patient A

Patient B

Patient C

Patient D

Patient E

Leeftijd Geslacht Roken

45 man nee

32 man ja

47 man nee

23 vrouw ja

26 vrouw ja

Opbrengst (uit/in) % Cellen x 106 AM % PMN % Lym % PC % Eos % MC % CD4/CD8 ratio

33

50

50

44

60

10.5 30.5 5.5 57.5 0.3 5.3 0.9 1.1

76 34.4 5.3 55.6 3.9 0.5 0.3 0.45

40.4 60 14.3 5.6 0 20 0 1.0

26 42 29.5 4.3 0 23.9 0 1.5

32.6 24.5 2.1 71 0 1.1 1.3 7.5


 Wat

is de meest waarschijnlijke diagnose bij patient C ?

 1. sarcoidose  2. allergische

extrinsieke alveolitis / hp  3. idiopathische longfibrose  4. anders



 Wat

draagt bij aan de diagnose IPF ?

 1. lymfocytose  2. een

lage (CD103+CD4+)/CD4+ ratio  3. het HRCT beeld  4. geen van de bovenstaande drie


Gegevens BAL-vloeistofanalyse bij patiĂŤnten met diffuse interstitiele longafwijkingen Patient A

Patient B

Patient C

Patient D

Patient E

Leeftijd Geslacht Roken

45 man nee

32 man ja

47 man nee

23 vrouw ja

26 vrouw ja

Opbrengst (uit/in) % Cellen x 106 AM % PMN % Lym % PC % Eos % MC % CD4/CD8 ratio

33

50

50

44

60

10.5 30.5 5.5 57.5 0.3 5.3 0.9 1.1

76 34.4 5.3 55.6 3.9 0.5 0.3 0.45

40.4 60 14.3 5.6 0 20 0 1.0

26 42 29.5 4.3 0 23.9 0 1.5

32.6 24.5 2.1 71 0 1.1 1.3 7.5


 Wat

is de meest waarschijnlijke diagnose bij patient D ?

 1. sarcoidose  2. allergische

extrinsieke alveolitis / hp  3. idiopathische longfibrose  4. anders



Gegevens BAL-vloeistofanalyse bij patiĂŤnten met diffuse interstitiele longafwijkingen Patient A

Patient B

Patient C

Patient D

Patient E

Leeftijd Geslacht Roken

45 man nee

32 man ja

47 man nee

23 vrouw ja

26 vrouw ja

Opbrengst (uit/in) % Cellen x 106 AM % PMN % Lym % PC % Eos % MC % CD4/CD8 ratio

33

50

50

44

60

10.5 30.5 5.5 57.5 0.3 5.3 0.9 1.1

76 34.4 5.3 55.6 3.9 0.5 0.3 0.45

40.4 60 14.3 5.6 0 20 0 1.0

26 42 29.5 4.3 0 23.9 0 1.5

32.6 24.5 2.1 71 0 1.1 1.3 7.5


 Wat

is de meest waarschijnlijke diagnose bij patient E ?

 1. sarcoidose  2. allergische

extrinsieke alveolitis / hp  3. idiopathische longfibrose  4. anders



 De

diagnose sarcoidose lijkt het meest waarschijnlijk ? Welke omstandigheden pleiten ook voor deze diagnose ?

 1. (CD103+CD4+)/CD4+

ratio < 0.2

 2. uveitis  3. hilusklier

vergroting  4. alle drie bovenstaande feiten


 Welke

van de volgende stellingen is juist? Bij het bevestigen van de diagnose sarcoidose, stadium I, is de diagnostische accuratesse van de BAL (CD4/CD8-ratio > 3.5 incl.);  1. hoger dan die van de TBLB  2. lager dan die van de EBUS-TBNA  3. intermediair tussen bovenstaande technieken  4. alle drie bovenstaande feiten zijn juist


 Welke

van de onderstaande stellingen is onjuist ? Een (CD103+CD4+)/CD4+ ratio < 0.2 naast de CD4/CD8ratio > 3 in de BAL bij verdenking op sarcoidose;  1.verhoogt de specificiteit ten koste van de sensitiviteit  2. daardoor neemt het aantal vals positieve uitslagen af  3. Dit is van belang waarvoor je de test gebruikt; aantonen of uitsluiten  4. alle drie bovenstaande feiten zijn juist


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.