Gí
^)
.lcê r\r
( .
Alles op het spel!
J'\-
2. SpE'Lí<ENME'f{-í<EN De groepen voerevl
2.1.'Tueu* Natuur in de eigen omgeving
2.2. Doec ontdekken en beleven op een leuke en natuur in hun eigen omgeving. Alle zintuigenkomen daarblj aan bod.
De spelers
speelse manier de
2.3.
DoeceÈoep
Groeneversie: spelers van 10 totl2 jaar
kinderen enjongeren met een licht mentale handicap (met mentale leeftijd van een lagereschoolkind) spelers van 7 tot 9 jaar zonder handicap
2.tí. SoeLEÀs Groene versie en Rode versie:
minimum
B-
2.ó.
maximum32
Duurr
Groeneversie: Het volledige spel duurt ongeveer 3 uur. Je kan de 3 onderdelen van het spel echter ooklos van elkaar spelen' . het opdrachtenspel: ongeveer 1 tot 1,5 uur . het kwartetspel: ongeveer 3 kwartier .
Rodeversie:
elkeen aantal opdrachten uit.
Voorzie indien nodig nog 1 extra begeleider per gYoep van 3 spelers. . spelers van 7 tot 9 iaar zonder handicap: zie Groene versie.
hetverhaal van de appel: ongeveer een halfuur
Rode versie:
Het volledige spel duurt ongeveer 1, 5 tot2uur. Je kan de 3 onderdelen van het spel echter ooklos van elkaar spelen. .
het opdrachtenspel: ongeveer
3
kwartier tot 1 uur
2.5. SeeLèEeELEíDEp-s
. hetkwartetspel:ongeveer een half uur . puzzelem:l kwartier (zonder estafette), een
Groeneversie: minimum I spelbegeleider.Als ernleer dan25 spelers zljn,begeleidje het spel het best met 2 begeleiders.
De
half uur
(met estafette)
de
verplaatsingstljd van en naar het bos wordt niet in duurvan het spel meegerekend.
Rodeversie: .
kinderen enjongeren met een mentale handicap: het aantal spelbegeleiders is sterk afhankelijkvan de mogelijkheden van de groep. Vo orzie minimuml à2 spelbegeleiders voor de centrale spelleiding. Tljdens het spel worden de spelers in groepen van 3 verdeeld.
6
7
2.7. AccoMMoDAÍÍe
3. M*rEÈíAAL
Groene versie en Rode versie: .
het opdrachtenspel:een bos waarinje een hepaalde ruimte afbakent (bv. niet over de greppel, niet voorbij lret pad, enz.).Een loofbos is geschiktèi dan "ennaalá_ b9s J-e kan het spel ook spelen in een bomenrijk park. . het kwartetspel:je speelt het kwartetspel bij voorkeur in het bos zelf. Je kan het ook op een speelteruein of binnen spelen. . het verhaal van de appel (Groene versie) / puzzelen (Rode versie):bij voorkeur doeje deze activiteiten in het bos zelf.Jekanze ookop een spc,elterrein of binnen doen.
3.í.
ír..1
DE
Doos víNo cE
. een spelhandleidirTg -
de Groene versie van het'Natuurspel': 48 kaarten met aan de voorkant c'c't'l opdracht en aan de achterkant cen stukvan eenpuzzel
.
de Rode versie van het'N atuurspel': 48 kaarten met aan de voorkant c'en opdracht en aan de achterkant een
. een A3-poster
uit
stukvan eenpuzzel met aan de voorkant het
2 delen
verhaal van de appc'l (voor dc Groene versie) en aavl de achterkant een tekc'ning van het bos (voor de Rode versic).
3.2. 2orr.e zELtr
voorl
Groeneversie:
kopie van het lege invulschema pergroel, (zie het origineel achter aan het boekje) .l balpen of potlood perélroep . rnateriaal voor de opdrachtcn:1 vuilniszak, t paraplu, event ueel wat kladpapier. . een appel en een mesje. . Zorgeventuec'lvoor stickers of Iintjes in verschillende kleuren om de spelers in kleine Ílroepen in te delen. .
1
Rodeversie: .
materiaalvoor de opdrachten:1 vuilniszak, t paraplu, 4 bosverrekijkers (een bosverrekijker bestaat uit 2 aaneengeplakte WC-rolletjes), touw. . Zorgvoor stickers of lintjes in verschillende kleurc'n om de spelers in kleine groepen in te delen. Zo zien de spelers duidehjk wie er bij hun Él,roep hoort.
B
s
+. vooÈèE'ÈEíDíNe VAN HET SPEL Lees vooraf de opdrachtkaarten. Ga na of de opdrachten haalbaar
zrjnvoorjouwgroep Kijkookna ofje de opdrachten kan uitvoeren in het bos of park waar je het spel wilt spelen. Haal de opdrachten dieje mindergeschiktvindt, uit het spel. Zorgervoor datje het volgende materiaal zeker mee-
5, SPELUíÍLEG Het'Natuurspel' bestaat uit 3 clelen: het opdrachtenspel, het kwartetspel en hetverhaal van de appel (voor de Groene versie) of depuzzel (voor cle Rode versie). Is ervoldoende tijd, dan speelje het spel het best inzijn volledige vorm. Je kan cle 3 delen echter ook volledig los van elkaar spelen. Hieronder vind je per ondercleel de speluitleg voor de Groene versie en de speluitleg voor cle Rodc versie.
neemt: Groene versie: - de 48 opdrachtenkaarten voor de Groene versie . de spelhandleiding . de poster . het materiaal voor de opdrachten . de balpennen of potloden en de invulschemas . de appel en het mesje . eventueel gekleurde stickers of lintjes.
Rodeversie: . de 48 opdrachtenkaarten voor de Rode versie . de spelhandleiding . de poster . het materiaal voor de opdrachten . gekleurde stickers of lintjes.
5.'1. H
er opDÀAc+tÍENspGc
5.'1.í. GrroENE vgr{síE De spelers worden in groepen van 3 of 4 spelers vercleeld. Elke groep krijgt een balpen.of potlood en een invulschema.Voor de groepsindeling kanje eventueel gekleurde stickers of lintjes gebruikert. Het doel van hct opclrachti:nspel is ot'n zoveel mogelijk opdrachten goed uit te voeren. Als de spelers een opdrachtgoed hebben uitgevoerd, dan mogemze de opdrachtkaart bijhor.rden. De spelers hebben de kaarten in de restvan het spel (kwartetspel en verhaal van de appel)nog nodig.Als de spelers een opdracht goed hebben uitgevoerd, dan mogerl ze ook een letter uithetinvulschema raden. Op die manier proberenze zo snel mogelijk eenzinte ontcijferen. Je kan het opdrachtenspel op 3 verschillende manieren
spelen.
'í0
1'l
Spelmogelijkheid l: blijft steeds op dezelfde plaats in het bos. Bij de start van het spel trekt elke groep een opdrachtkaart.
Je
speler leest de opdracht hardop voor,zodatde andere spelers goed weten watze moeten doen.Als de spelers de opdracht hebben uitgevoerd, komen zeterugnaar jou om het antwoord te geven of het resultaat van hun opdrachtte tonen. De groepen moeten niet op elkaar wachten en kunnen steeds nieuwe opdrachten uitvoeren, los van de andere groepen. 1
Spelmogelljkheid
2:
Samen met de spelers maakje een wandeling door het bos. Op vaste plaatsen stopje. De groepen trekken elk een opdrachtkaart en voeren de opdracht uit. Iedereen wacht tot alle groepen hun opdracht hebben uitgevoerd. Pas daarna gaje verder het bos in, naar de
volgende stopplaats.
Spelmogelljkheid
3:
verstopt de opdrachtkaarten in het bos. Per opdrachtkaart maakje vooraf een klein briefje met daarop het nummer en het zintuigvan de kaart (bv.I - oog, 9 -hand,enz.).Yii de startvan het spel trekt elke groep een briefie. De spelers zoeken de overeenkomstige opdrachtkaart in hetbos en voeren de opdracht uit. Daarna komen zeterugnaar jouom het antwoord te geven ofhet resultaatvanhun opdracht te tonen, en een nieuwbriefje te trekken. Je
Ookwat de invulschemas betreft, zljn erverschillende mogelijkheden. Ofwel zoektelke groep naar dezelfde zin, ofwel zoekt elke groep een verschlllende zin. Een 3de mogelijkheid is datje een groot invulschema maakt en alle groepen samen naar een zinlaatzoeken.
'[,2
De zinnen die de spelers zoeken,komen later in het verhaal van de appel terug. Is een opdracht goed uitgevo erd, danmag een groep 1 of 2 letter(s) uit het invulschem araden.ts de opdraรณht niet goed uitgevoerd , danmageen groep geen of I letter
uit heL schema raden. Komt de geraden letter in het invulschema voor, dan geeft de begeleiderlpaar coรณrdinaten van die letter en vullen de spelers de letter in het schema in. Je vindt een overzichtvan de ingevulde schema's als bijlage bij deze speluitleg (zie bijlage 2). Voorbeeld Een groep moet de zin de vervuilde aarde'raden. De groep heeft een opdracht goed uitgevoerd en raadt de letter'a'. De spelbegeleider geeftt paarcoรณrdinaten van de letter a'uit het schema, bv.'cl'.De spelers vullen in het vakje 'c1' een letter a'in.
Wilje het spelverloop versnellen, dan kan.je ervoor kiezen om alle coรณrdinatenvaneen gekozen letterte geven. In het bovenstaande voorbeeld krijgen de spelers dan niet alleen de coรณrdinaten'cl' maay ook'c2'. ln'c2' staatook een letter'a'. Onder aan het schema vindje het alfabet. Daarop kan je de letters die de gyoep heeftgenoemd en die niet meer in het schema voorkomen, doorstrepen. Heeft een groep de zinin het invulschema geraden, dan blljven de spelers verder opdrachten uitvoeren. Ze proberen zoveel mogelljk kaarten te veyzamelen, want die hebben ze in de restvan het spel nog nodig.
Let er wel op dat dc spelers dc opdrachten zo goed mogelijk uitvoeren en niet te snel te werkgaan. Het opdracl,rtenspel eincligt als alle clpdrachtc.n zijn uitgevoercl of als de voorziene tijd om is. Als bijlage bij de'ze spc.luitleg vindjc. een overzicl,t rmet clc. antwoorclen en rneer achtergrondirTfornratie bij de opdrachten (zic bUlage 3).
AIs de spelers bv een opdracht overvogels moeten doen, dan staat er een vogel op hetpuzzelstuk. Als de spelers de opdrachthebben uitgevoerd, komen
zeterugnaarjou om hetantwoord te geven ofhet resultaatvan hun opdrachtte tonen. De groepen moeten niet op elkaar wachten en kunnen steeds nieuwe opdrachten uitvoeren,losvan de andere groepen.
Spelmogellikheid
5,'1.2.
f{ooe vEÀsíE
groepen van 2 of 3 spelers verdeeld. Elke spelc-r krr.lgt ec'n gekleurde stickc.r of een gekleurd Iint. Spelers nret een stickc.r of'lint in dezelfde kleur vormerl sarmeÍr een groep. Indicn nodig speelt er in elke groep ook1 bcgeleider mee. De spef ers vvorclen in
LIet cloel van hct opdrachtenspel is om zoveel nrogelijk opclraclrtcn goed uit te voeren. Als cle spelers een opdracht goecl lrebben uitg,evoercl, dan mogcn ze cle opdraclrtkaart bijhouiic.n. De spc.Iers proberen zoveel nrogc'lijk kaarten te vcrzamclen, want ze hebben dle in dc.
rest van het spel nog nodig.
Je kan hct opdrachtenspel op 2 verschillende manieren spclc-n.
2:
Samen met de spelers maakje een wandeling door het bos. Op vaste plaatsen stopje. De groepen trekken elk een opdrachtkaart en voeren de opdracht uit. Iedereen wacht tot alle groepen huvt opdracht hebben uitgevoerd. Pas daarna gaje verder het bos in, naar de
volgende stopplaats. Sommige opdrachten zitten2keer in het spel.AIs de spelers een opdracht trekken die ze al gedaan hebben, dan mogen ze eenandere opdrachttrekken. Het opdrachtenspel eindigt als alle opdrachtemzlin uitgevoerd of als de voorziene tijd verstreken is' Als bljlage bli deze speluitleg vindje een overzicht met de antwoorden en meer achtergrondinformatie blj de opdrachten (zie bijlage 3).
Spelnrogelijkheid 1: Je blgft steecls op dezelfde plaats in lret bos. Bij de start van het spel trekt elke groep een opdrachtkaart. 1 speler of de begeleider van de groep leest de opdracht hardop rzoor zodat de spelers goed weten wat'ze nroeten doen. Aan dc achterkantvan cle opclrachtkaartvinden de spelers een stukvan eenpuzzel. De tekcning op het puzzelstukverwijst naar de opdracht op de voorkant.
'l+
15
5.
2,
11
er í<ÍruAÈrEÍspEL
5.2.1. Gcloerue ver{-síE Op de voorkantvan een opdrachtkaart staat de opdrachten rechts in de hoek een symbool van 1 van de 5 zintuigen. Op elke opdrachtkaart staat ook ec.n nummer. Op de achterkantvan een opdrachtkaart staat een dt'cl van een puzzel. Na het opdrachtenspel heeft iedere Éaroep een aantrrl kaarten. De opdrachtkaarten dieje vooraf uit het spcl hebtgehaald of die tijdens hetopdrachtenspc'l nict werden uitgevoerd, verdeelje over de g(oe()en z<tclaI alle kaarten terug in het spel zitten. Het doel van het kwartetspel is om metje groep zovc'cl mogelijk kwartetten teveyzamelen. Elk kwartet (12 in
totaal) bestaat uit 4 kaarten met hetzelfde nummer. Op de kaarten staat ook een symbool van een zintuig. Kaarten van hetzelfde kwartet (met hetzelfde nummer) hebben nietaltud hetzelfde symbool.ln kwartet2 zitten bv. 2 kaarten met het symbool Oog', 1 kaart met het symbool'Hand'en 1 kaart met het symbool Oor'.
zintuig wordt een geluid/gebaar ingeoefend. Ruiken: regelmatig en diep door de neus inademen. . Voelen: met de vingers over elkaar wrijven. . Zien: met de handen een bril vormen en die op de ogenzetten. . Smaken: met de mond op en neerbewegen. . Horen: de handen rond de ovenzettenen fluiten. Per .
groep zo-ekt Daarna gaan de Éaroepen apart zitten'Elke á." pf.f.i" (hun áulsbasis)en de spelers spreken af dat de welke kwartetten ze willen verzamelen 'zonder andere groepen het horen. een geVanaf nu is er absolute stilte' Niemand mag nog hoort luid maken behalve het geluid dat by een zintuig De groepen staan als
volgt in een cirkel: 1
+
+ x
+
+++
7 +++ x+ X
6
X X
3
X -È
+
x
4
5
Elke groep gaat op
1
rij staan' De lste speler in de rij zal
metóen á^á.tu groep gaan onderhandelen' Hír..n*ag".r,r Èuu.i"á *""' De andere spelers houden de kaarten bij en blijven staan' groep naar Opjouw signaal mag de lste spelervan elke vragen' te kaart eón andere groep gaan om er een Datgebeurt oP de volgende manier: - Stap 1: de speler stapt naar een arrclere groep' UU tutt zljn tegenspeler recht in de ogen' Si"pi' de spelàr toónt het kwartetnummer dat hij te wilïerzamàlen door een aantal vingers in de lucht dat steken. Daarna maakthij hetgeluid of hetgebaar hoort bij het zintuig van de kaart die hlj nodig heeft'
'17
Voorbeeld flen groep heeftvan kwartet 2 al de kaart met de'Hand' en de kaartmethet'Oor'.De lste spelergaatbij een andere groep een kaartvragen. Hij steekt 2 vingers in de lucht en beweegt met zijn ntond op en neer.Op die maniervraagthii aan de andere groep of ze een kaart'2 Mond'hebben.
Er zijn 2 mogelljkheden: l)e andere groep heeft de gevraagde kaart: - Stap 3: de groep knikt uitbundig'ja" met het hoofd en legt de kaart op de grond neer. - Stap 4: de speler die de kaart heeft gevraagd, knielt, neemt de kaart van de grond en gaat terugnaar zljn thuisbasis. De speler sluit achter aan de rij aan. De andere groep heeft de gevraagde kaart niet: - Stap 3: de groep schudt uitbundig "nee" met het -
hoofd. Stap 4: de speler die de kaart heeft gevraagd, haalt met een triestig gezichtde schouders op en gaat terug naar zljnthuisbasis. De speler sluit achter aan de
rij
aan.
Let op: er wordt niet gesproken! Als alle spelers terug blj hun groep zijn, geef je weer een signaal en mogen de volgende spelers vertrekken. Er magtelkens maar I speler bij een andere groep ee?l
kaartgaan vragen. Als een groep 3 kaarten van een
kwartet heeft verzameld,danmoetze die kaarten niet meerafgeven als een andere speler erom komtvragen. De groep toont dan de 3 kaarten als bewljs. Als een groep een volledig kwartetheeftverzameld, dan roepen de spelers heel hard'kwartet'.
Je kan zelf bepalc'n \^/atlltt:er hc't kwartc'tspel c.incligt, bv. als een groc'p erin geslaagd is oli,r ),,3, . ..kwartettcn
te vc.rzalïelen oí'als ccn bepaalcle tijcl orrr
5.2.2.
is.
f{ooe vEÀsíE
Op de voorkant van een opdrachtkaart staat de opdracht en de tekening van een clier. Op de achterkant van een opclrachtkaart staat ec.n
tekening die verwljst naar clc' opclracht op clc. voorkant. l)e tekening maakt ook clc'c.l uit van een grote puz'zel Na het opclrachtenspel lTeeft ic'clcre grocrll c.r-lt aallt.tl kaarten. l)e opclrachtkaarten clic'.je vooraÍ'Llit lret spel hebtgehaalcl of clie tijdens lret opolrachtenslrcl nict werclen uitgevoercl, vercleeljt over clc- groeÍlell zotlat alle kaarten terug in het spel zitten.
Het doel van he't kwartetspel is onr nrel.jc g,r()op zovec.l mogelijk kwartetteu te verzaure'lcn. l.lk kwaytett (12 in totaal)bestaat uit 4 kaartt,n nret l,retzc'lflle clic.r. Om het kwartetspelte kunnen spclen, lrroeten clc spelc.rs dc dieren goed kunnc.n uitbcelclen. Ocf'crr St,tuI('l.t r.r, et de spelers hoe ze cle dierc'n kunnen uitbeelclen: .
mier: een mier draagt een last o1t zijn rug vogel: een vogel flr"lit en fladdert in hc.t roucl . kikker: een kikker kwaakt en springt . uil: een uil roeptbehoe' . worm: een worm kronkelt over cle groucl . vos: eer,t vos sluipt over de grond . eekhoorn: een eekhoorn knabbelt aan een noot . konijn: een konijn springt iu hct roncl en ílappert met .
zijn oren
.
muis: een muis piept vlinder: een vlinder fladdertmetzijn vleugels (= met de handen wapperen) . mug: een mug Zoemten prikt . egel: een egel roltzich in een bolletje .
Daarnagaan de groepen even apart zitten.De spelers spreken af welke kwartetten ze willen verzamelen, zonder dat de andere groepen het horen. Je kan het
kwartetspel op 2manieyem spelen.
Spelmogelijkheid De groepen stellen
aรกn. 1:
zich
als
volgt op:
Als alle spelers terug bij hun groep z!jn, geefje weer een signaal en mogen de volgende spelers vertrekken. Ermagtelkens maarT spelerbij een andere groep een
1
x
+ + +
7 +++
kaartgaan vragen. X
+++3 + +
x
I 4
5
Elke groep gaat op I rij staan. De lste speler in de rij staat klaar ombtl een andere groep een kaart te gaan vragen. Hij heeft geen kaarten bij. De andere spelers zittenop de grond.Zijhoudende kaarten blj zodat een speler van een andere gyoep bij hen een kaart kan vragen.
20
jouw signaal mag de lste speler van elke gYoep naar een andere groep gaan om er een kaart te vragen. De speler loopt naar een andere gYoep en beeldt het dier uit waarvan hlj graag een kaart wil hebben. Hij mag niet praten, alleen uitbeelden en geluiden maken. Als de groep een kaart van dat dier heeft, dan moethet die kaart aan de spelergeven.Daarnakeert de speler naar zijngroep terug. Hij gaat achter aan de rlj op de grond zitten.Heeft de groep geen kaart met het dier dat de speler zoekt, dan keert hlj ook onmiddellijknaarzijngroep terug en sluithij achter aan de rlj Op
Als een gyoep 3 kaarten van een kwartet heeft verzameld, dan moet ze die kaarten niet meer afgeven als een andere speler erom komtvragen. De groep toont dan de 3 kaarten als bewljs.Als een groep een volle dig kwartet h eeft v er zameld, dan roept ze he el hard'kwartet'en beelden de spelers samen het dier uit
dat ze hebben ver zameld.
Spelmogelljkheid
2:
wilt het kwartetspel sneller laten vooruitgaan, dan kanje het spel ook op deze manier spelen.
Als elke groep een extra begeleider heeft enje
Als de spelers de grote puzzelhebben gelegd,vertelje hen hetverhaal van de appel. Maak daarbij gebruikvan de tekeningen die op de puzzels staan en van de appel die je l,rebt meegebracht. In het verhaal komen ook de zimncnvoor die de spelers tijdens het opdrachtenspel
De groepen hebben elk een'thuisbasis', bv. bij een boom. De thuisbasissen liggen ongeveer in een cirkel.
hebben ontcijferd.
Opjouw signaal vertrekt ervan elke groep 1 speler naar een andere gyoep om er een kaart te vragen. De speler Ioopt (eventueel samen met de begeleider) naar een andere gyoep en beeldt het dier uit waarva nhij graag een kaart wil hebben. Hij mag niet praten, alleen uitbeelden en geluiden maken. Heeft de groep geen kaart met het clier dat de speler zoekt, dan probeert de speler het bij een andere groep. Heeft de groep wel een kaartvan dat dier, dan moet het die kaart aan de speler geven. Daarna keert de speler maar zljn groep terug en is het de beurt aan een volgende speler om een kaart te gaan vragen. Verder gelden dezelfde regels als in Spelmogelijkheid 1.
tekening I
5.3.
Fu--ELEN 5.3.í. Gcloerus vgn-síE:
De appel
en2
stelt de aarde voor.Watkomt er allemaal op deze
aarde voor? Waa ruit
b
e
sta at de
a
ard e?
Waarwonenwii? (Laat de spelers zelf enkele natuurelementen opsommen, zo als b o ss en, ze e e n en b erg en. Om aan de sp elers duídeliik te maken hoe die elementen zich tot elkaar verhouden, gebruik je de appel en het mesie.)
tekening3
en4
+JEÍ VETT-+JAAL VAN DE APPEL Na het kwartetspel maakt elke groep eenpuzzelmet de v erzamelde kwartetten. Elk kwartet bestaat uit 4 kaarten die samen l geheel (l kleine puzzel) vormen.
Als de groepen de kleine puzzels in elkaar hebben
gepuzzeld,dan kunnenzehetverhaal van de appel in elkaar puzzelen. De spelers moeten daarvoor de kleine puzzels in dejuiste volgorde leggen zodatze samen 1 grote tekening vormen. Geef de spelers als voorbeeld de A3-poster met hetverhaal van de appel.
Snijd de appelin4 delen. Op de aarde vind ie heel wat water: beken, rivieren, meren maarook'grote oceanen'.3 delenvan de aarde ziinwater, 1 deel is aarde (grond). AIs we de 3 delen waterwegnemen, houdenwe dus nog 1 deelvan de aarde (envan onze appel) over.
22
23
tekening5
en6
Sniid het kwartje appel in 2. We hebben nog 1 deel aarde over. De helftvan dat deel bestaat
tekening 9
Er
bliift nu
en
1O
een heel klein stuki e app el (1 82) over.
uit'droge woestiin' waar niets groeit.
daarvan de schil en een deel van hetvruchtvlees nemen, dan hebben we het vruchtbare deel van de aarde (de
appel) over.
kunnen leven (de'bewoonde wereld') en waarop'bomen en
Als we de woestĂ?in wegnemen,danhoudenwe nog 1/Bvan onze aarde (envan de
Als we
vruchtb are st
tekeningT
ruiken' e n
g ro
bl
nd ). D at i s h et stuki e w a arop m en s en en di ere n
oemen
g
roei en.
enB tekening
We delen het stukie aarde datwe nog over hebben, nog eens in 4. Op 3 van die 4 delen staan'rotsen en bergen'. Er kan niets
op groeien.Alswe de 3 delenwegnemen,danhoudenwe nog een heel klein stukje aarde (en appel) over.
ll
en12
Maar ditkleine stukie aarde (appel)waaropwe samenmet dieren en plantenleven,wordt jammer genoeg ontzettend vervuild.
Welke vormen van vervuiling kennen de spelers? Wat kunnenze zelf doen om vervuiling tegen te gaan Qietekeningtz)? De spelers zoekensamen een antwooydop dezevragen. Eventueel zoekenze eerst een antwoord met de spelers uithun groep.Daarnavertellen de groepen hun antwoorden aan elkaar.
2+
Voorbeelden van vervuiling4:afval in het bos, luchtver vuiling (uitlaatgassen vall autos, rookvan fabrieken), lawaaihinder, geurhin der, . . Voorbeelden van oplossingen:afval in de vuilnisbak gooien, afval sorteren, afvalvoorkomen, met de fiets naar school of naar het bos komen in plaats van met de auto, ...
. Horen afval, een paraplu,... in hetbos thuis?
Waar horen die dingen wel?
.
5.3.2.
f{ooe vef{sÍE:
DE.ÍE:I<E:NíNG VAN gET Je kan oyt 2 tnanieren trtuzzelen.
603
Spelmogelljkheid l: Na het kwartetspel maakt elke groep eemytuzzelmet deverzamelde kwartetten. Elk kwartet bestaat uit 4
kaarten die samen l geheel (l kleine puzzel) vorll1en. Als de groepen de kleine puzzels in elkaarhebbevt gepuzzeld, dan kunnenze de grote tekening van hc't bos in elkaar puzzelen.De spelers moeten daarvoor de kleine puzzels op dejuiste manier aan elkaar puzzelen. Geef de spelers als voorbeeld de A3-poster met de tekening van het bos. Help de spelers eventueel bij het
puzzelen. Als de spelers de grote puzze) hebben gelegd, verzamel .je alle spelers rond de tekening. De tekening biedtje de mogelijkheid om het spel en het thema van het spel kort met cle spelers te bespreken:
Spelnrogelljkheid
2:
kan hetpuzzelspel actiever maken door een estafette te spelen. Voor de estafette verdeelje de spelers in2 groepen. Maak daarvoor gebruikvan de groepsindeling voor het opdrachten- en kwarte tspel. Zetenkele kleurgroepjes samen om een nieuwe gyoep te vormen. Op de voorkantvan de kaarten staat de tekeningvan een dier. Op de helftvan de kaarten staat het dier boven aan de kaart, op de andere helft onder aan de kaart. Sorteer de kaarten op 2 aparte stapels. De groepen stellen zich naast elkaar achter de startlljn op. De spelers van elke gyoep gaan achter elkaar op eeÍl rlj op de grond zitten.Op een afstand van de startlijn liggen de 2 stapels kaarten op de grond,l stapel per groep. Naast elke groep maakje een ple$e bosgrond vrij. Daar kunnen de spelers de kaarten die ze tljdens het spel hebben veyzameld, neerleggen. Op die manier voorkomje dat er tijdens het spel kaarten verloren Je
gaan.
o
o
L
+ + + +
+ + +
Watzieje allemaal in hetbos op de tekening? . Hebjlj een opdracht metbladeren, een boomstam, beestjes, ...gedaan? Vertel daareens over. . Staan er dingen op de tekening die eigenlijkniet in een bos thuishoren? Welke?
26
n
Het doel van de estafette is om zo snel mogelijk alle
kaarten voorjouw groep te v erzamelen. Met de kaarten kunnen de spelers na de estafette een puzzelmaken. Blj het startsein staat de lste spelervan elke groep op, hU loopt naar de stapel kaarten vanzijngroep en neemt een kaart. De speler loopt terug naar zrjn gyoep, legt de kaart naast de rij op de grond en gaat achter aan de rij op de grondzitten.Pas dan mag de volgende
spelervan de groep vertrekken. De groep die er als lste in slaagt om op die manier al zljnkaarten over te brengen,wint de estafette. Na de estafette maakt elke groep zo snelmogelljk een puzzel met de verzamelde kaarten. Elke groep krijgt daavvoorhet voorbeel dvan zljnpuzzel.De poster met de tekening van het bos is in 2 gesneden zodatje elke groep zljnhelftvan de tekening kan geven. De groep die de kaarten met het diertje bovenaan heeftverzameld, maakt de linkerhelft van de tekening, de andere gyoep maakt de rechterhelft.
Als elke gyoep zijnpuzzelheeftgemaakt, dan kanje de puzzels nog naast elkaar legge n om zo de grote tekening van hetbos te maken. Daarna verzamelje alle spelers
rond de tekening. De tekening biedtje de mogelijkheid om het spel en het thema van het spel kort met de spelers te bespreken (zie Spelmogelljkheid 1). bespreking ook doen met lpuzzel,zonder de2puzzels nog aan elkaarte puzzelen.Een andere mogelijkheid is datje met de spelers eerst de puzzel van de ene groep, en dan die van andere groep bekijkt en bespreekt. Je kan de
2B
Je kan de estafette en het puzzelenookcombineren. Terwfjl sommige spelers de kaarten halen, proberen andere de puzzel al te maken. De groep die als lste zijn puzzel heeftgelegd, wint dan het spel.
6.r.tc,s voof{DE het'Natuurspel'afsluiten met een vieruurtje in het bos of met een versnaperingvoor elke speler (een koek of een snoepje of . . .). Voorje het lekkers uitdeelt, vraagje aan de spelers wat we met de verpakkingen van de koeken en snoepjes doen. Die horen niet thuis in het bos, maar wel in de vuilnisbak. Je kan de verpakkingen verzamelen in de vuilniszak dieje voor de op' drachten meenam, ofje kan samen met de spelers op zoekgaannaareenvuilnisbakin (of aan de rand van) het bos. Op die manier wordt de link met het spcl or met het thema voor de spelers heel concreet gcnr.r.rkt. Door de Rode versie op een toffe manic.r in tc. klcclor, kan je het spel voor de spelers nog leuker maken.
Je kan
Enkele ideeèn voor een inkleding: - Je kan een verhaal rond het spel verzinnen. De verschillende speldelen passen dan birrnen hetzelfde verhaal. Bijvoorbeeld:alle dieren in het bos makevr zich op voor een groot feest. De spelers zijn ook uitgenodigd, maay moeten eerst nog een aantal dingen doen voor ze aan het feest kunnen deelnemen.Zo moeten zebv. eerst het feestbos leren kennen (opdrachtenspel). Zemoetenleren dansen als de dieren (kwartetspel met het uitbeelden van dieren) en ze moeten toegangskaarten voor het feest bemachtigen (estafette).
schattenjacht aan het spel vastknopen. Voorafverstopje een schat in het bos. Als verstopplaats zoekje een plekje dat ook op de tekening van het bos staat (bv achter afgezaagde boomstammen, onderhet mos, achter een boomstronk, ...). Uet een stickertje duidje die plekop hetjuiste puzzelstukaan. Door het spel te spelen, verzamelen de spelers alle puzzelstukken.Aan het einde kunnen ze de hele tekening van hetbos in elkaar trluzzelen en ontdekkenzewaay de schat verborgen ligt. -
Je kan een
7. c'ENÍf{uM íNFor{MAÍÍEVE
SPELEN V2-Í^'
8.oícLAcEN
Centrum Informatieve Spelen vzw (C.l.S.) is een vormingsdienst met meer dan 3Ojaar ervaring in het ontwerpen, verspreiden en begeleiden van informatieve spelen.
ètcc.*eg'Í: het lege invulschema (Groene versie) 6tccRee. 2t eenoverzichtvan de ingevulde schemas
informatief spel combineert leren en spelen. Het doelvan een informatief spel isjonÉleren en volwassenen te sensibiliseren over een maatschappelijk thema zoals wereldhandel, democratie, verslaving, relaties en seksualiteit, enzovoort. Een
(Groene versie)
ètcu*eg.
3: antwoorden en achtergrondinformatie bij de oPdrachten
Wlj kiezen bewustvoor spel als vormingsnrethodc omdat uit onze ervaringblijkt dat infonnatie, opgedaan door spel, beterbegrepen wordt en betc'r bUblUÍt.
Het C.I.S. heefft drie kernactiviteiten: Spelontwikkeling. U vraagt, wij werken uitl Het C.l.S. heeft heel wat ervaring in het ontwikkclen van informatieve spelen voor verschillende doelgroepen. Door dejaren heen hebben we ook heel wat ervaring in de productie van informatieve spelen 1)
opgebouwd. 2) Spelservice. U speelt, wlj begeleiden! Een team van spelbegeleiders begeleidt alle
informatieve
spelen uit ons aanbod. Op de afgesproken tijd en plaats leidt een spelbegeleider het spel en de nabesprekir,g in goede banen.
Daarnaast geeft het
C.l.S.
vormingen-op-maat over
informatief spel. 3)
Speldistributie.
U
zoekt, wij helpen u!
Het C.l.S.verspreidt informatieve spelen en spelenboeken.
Meer info over het
32
C.l.S.
vindje op www.spelinfo.be 33
ètcc-r\eg í: het lege invulschema (Groene versie) (zie origineel achter aan het boe$e!)
(Groene versie)
11213
l(í.l5ló l718 Íe
A- è- c'-D- E - tr -e -{-t - í -c - (<-L- M N-O -Fj - a--fr--s-Í-u-vÍ^,-K-y-2
A-è-c- D-e--tr- e-H-Í-c -(<- L-M N - O - p- a_- È- s -.Í - u -v - h, - K -y - 2
3(í
35
èrcc-*eg 3: ANÍí{toof{-DEN op EN Ac'ÍJÍ-Ef{Gf{ONDíNFOT{-MAÍíE èíC DE OPDÀACÍJÍEN GROENEVERSIE
lMond Leterop datde spelers de uitwerpselen nietvastnemen. Ze kunnenbesmet zijn metde vossenlintworm. (Zie debrochure van de Vlaamse overheid op www.wvc. vlaanderen .b e /buitenrecreatie/vossenlintwo rm.p df) Eventueel kanje de spelers eenpaaypotjes meegeven. Om de uitwerpselen te determineren kanje de Veldgids Dierensporen gebruiken (tcNruV ISBN 9050111149). I Oog Om de sporen te determineren
kanje gebruikmaken
VóllÍt:
. de Veldgids Dierensporen (fNNv ISBN 9050111149) . de Zoekkaarten van JNM en Stichting Veldwerk
Nederland. 2Oog Voer met de spelers een gesprek over de zin en onzin vanjagen. Vroegerging de mens opjacht om voorvoedsel te zorgen.Tegenwoordig jagen de meeste mensen alleen vo or hun plezier. Natuurvri e nden zijn daav niet zo v o oy te vinden. In de natuur wordt natuurlljk ook gejaagd. Een vos jaagt bv. op konljnen om aan eten te raken.Als mensen jagen, dan grljpen ze in datnatuurlijke proces in.
2Hand
oi het mos duwt, komt er water uit. Mossen kunnen met hun blaadjes vocht opnemen en vasthouden, net zoals een spotls. Na een regenbui wordthetwater door het mos vastgehouden. Bij droog weer geeft het mos
Alsje
36
het water I angzaam af .Zokrljgen de andere planten en bomen voortdurend water.
3Hand Materiaal:een paraplu 4 Oor 'De appel
valt nietvervan de boom':hU lukt ergop ztln vader enlof moeder. 'Hoge bomen vangen veel wind':wie een hoge post bekleedt, krijgt veel kritiek te hoyen. Andere spreekwoorden: ergens een boom over opzetten (ergens over praten en praten);een boom van een kerel;hij kan de boom in; kleine boompjes worden groot;oude bomen moet men nietverplanten;de kat uit de boom kljken (een afwachtende houding aannemen);.. .
4Oog Om de insecten en spinnetjes te determineren, kanje gebruik maken van: . de Zoekkaart Bodemdieren, KBS . de Zoekkaart Bodemdieren, Stichting Veldwerk Nederland . Zoekkaart bodemdieren, Field Studies Council. Je kan ookeen
loepenpotje mee naarhetbos nemen.
5 Neus
Giftige planten en paddestoelen verraden zich meestal door hun smaak of geur. De meeste dieren zullen een slecht of bitter smakende brok gauw laten vallen, en nooitmeer proberenom ervan te eten. Dieren hebben een instinct waardoor ze' w eten' w at ze wel of nietmogen eten.
37
6Mond
BOor
Ëetbare bosvruchten: bosbessen, braambessen,
De bosvogel die we zoeken, is cle uil.
kastanjes en verschillende soorten noten. Let wel op voor de vossenlintworm! Onthoud alvast volgende elementaire hygiêneregels: . Bosvruchten, paddestoelen, planten, . .. grondig wassen voor consumptie. . Handen grondigwassen na het bosspel. . Dode dieren niet met blote handen aanraken.
B
Oog
kruinen van cle bomen aan de rand van het bos hebben een andere vorm dan de kruinen van de bomen in het midden van het bos. De bomen aan de rand krijgen licht van boven en van opzij, en ze v angen veel meer wind op. De bomen in het midden van het bos krijgen enkel lichtvan bovenaf en worden cloor de andere De
gebruiken.
bomen tegen de wind beschut. Ookde leeftud van cle boom lrcpaalt de vorm van kruin.
6 Oor
9 Oog
Mensen wandelen en fietsen over het bospad. De grond wordt daardoor samengedrukt en is hard. De gaatjes metlucht en waterin de bodem worden kleiner. De lucht wordt eruit geperst en het regenwater kan er moeilijker indringen. Planten krijgen op het bospad minder de kans om te groeien en de bodemdiertjes kunnen ermindergoed bewegen. Op hetbospad zieje andere plantensoorten dan in hetbos. Naast het bospad is het zacht door een laag bladeren en luchtige humus.
Zeldzame bosbewoners: eekhoorns, reeên, everzwljnen, padclen,vossen,... In sommige bossen komen veel c.ekhoorns, reeën en padden voor. Het hangt afvan cle streek en de grootte van het bos. Vossen leven ook in onze bossen, maarje zal ze nietzo snel zien. Everzwijnen komen vooral in Waalse bossen, in de Ardennen,voor.
Om planten te determineren kanje de Zoekkaart bloeiende planten beschrijven (Field Studies Council)
9 Hsrtd Materiaal: een vuilniszak
6Hand Om bomen te determineren kanje de Zoekkaart bomengebruiken. 7
c]e
I0 Oor De vogel die we zoeken, is de koekoek.
Oog I0 Hand
Zie 4 Oog.
Let bij deze opdracht op voor teken.
BHand Let bij deze opdracht op voor teken. (Zie debrochure van de Vlaamse overheid op www.wvc.vla a nderen.b e /buitenrecreatie/teken.pdf 3B
)
33
l0Oog
RODEVERSIE
Bomen groeien naar het licht.Als een boom te weinig
Opdracht3 Materiaal: enkele bosverrekljkers (een bosverrekljker bestaat uit 2 aaneengeplakte WC-rolletjes). Je kan natuurlijk ook een echte verrekljker meenemen.
licht krijgt doordat hU te dicht bij andere bomenstaat, dan zoekthlj een weg naar het licht door bv. scheef te groeien.
lIOog Waarom hakken mensen bomenom? Voor de papierproductie, voor het maken van masten (telefoonpalen), voor energie (om het hout te verbranden), om plaats te makenvoovhuizen, om daken of meubels van te maken,...
ll Hand
Opdracht4 Let bij deze opdracht op voor teken. (zie debyochurevan de Vlaamse overheid op wwwwvc.vl aander en.belbuite nrecreatie/teke n.p df) OpdrachtS Om bomen te determineren kanje de Zoekkaart bornen gebruiken.
Om bomen te determineren kanje de Zoekkaart
bomengebruiken. Hand Hetmateriaal in hetbos is natter. Hetbos is een gesloten biotoop.ln hetbos worden de vochtigheid en de temperatuur langervastgehouden dan buiten het bos. Blj warm weer is het in het bos kouder dan buiten het bos, bij koud weer is hetjuist omgekeerd.
Opdrachtt4 Materiaal: een vuilniszak
12
12Oog
Loofbomen verliezenhun bladeren in de herfst. Ook naal db ome n v eyliezen hun naalden. Naal den zljn eigenlij k bladeren die opger old zijn w aay do or de verdampi ng tot een minimum wordtbeperkt. De naalden vallen echter het helejaar door af en niet enkel in de herfst. Naaldbomen behouden in de winter een deel van hun naalden en dat doen de meeste loofbomen niet. Naaldbomen hebben een bescheymend'waslaagje' dat hen tegen de vrieskou beschermt. Loofbomen hebben een andere 'truc'om de winter door te komen, ze stoten hun bladeren af De bladknoppen bevatten nieuwe bladeren. (Ă.0
Opdracht16 Mensen wandelen en fietsen over het bospad. De grond wordt daardoor samengedrukt en is hard. De gaatjes met lucht en water in de bodem worden kleiner. De lucht wordt eruit geperst en het regenwater kan er moeilljker indringen. Planten krljgen op het bospad minder de kans om te groeien en de bodemdiertjes kunnen er minder goed bewegen. Op het bospad zie je andere plantensoorten dan in hetbos. Naast het bospad is het zacht door een laag bladeren en luchtige humus.
Opdrachtlg Materiaal: een paraplu
aL'l
Opdracht23 en 24 Let erop dat de spelers de uitwerpselen nietvastnemen. Ze kunnen b esmet zljn met de vo ssenlintw or m. (Zie de brochurevan de Vlaamse overheid op www.wvc.vlaanderen.belbuitenrecreatie/vossenlint-
worm.pdf) Eventueel kanje de spelers eenpaaypotjes meegeven. Om de sporen te determineren kanje gebruikmaken van: .de Veldgids Dierensporen (t<ruNV ISBN 9050111149) . de Zoekkaarten van JNM en Stichting Veldwerk
Nederland. Opdracht2T Het is niet gemakkelljk om een nest in een boom te vinden. Vogels maken hun nest vaak onder takken en in struiken. Ook eekhoorns maken hun nest in de bomen. Opdracht33 Voer met de spelers een gesprek over de zin en onzin vanjagen. Hoe zouhet opgejaagde koniin zichvoelen? Vroeger ging de mens op jacht om voor voedsel te zor gen.Tegenwoordigj agen de meeste mensen alleen voor hun plezier. Natuurvrie nden zijn daav niet zo voor te vinden. In de natuur wordt natuurlljk ook gejaagd. Een vos jaagtbv. op konljnen om aan eten te raken.AIs mensen jagen, dan grijpen ze in datnatuurlijke proces in. Opdracht 37 Alsje op het mos duwt, komt er water uit. Mossen kunnen met hun blaadjes vocht opnemen en vasthouden, net zoals een spolls. Na een regenbui wordt het water door het mos vastgehouden. Blj droog weer geeft h et mos h et water I angz aam af . Zo krij gen de andere planten en bomen voortdurend water.
+2
Opdracht3g
Materiaal:touw Vroeger maakten dc m en sen hun b ezems met takken. Met de bezemkan je bladerer, bij elkaar vegen. Misschien kanje er zelfs op vliegen, .. .
opdraght+l In een bos bloemen vinden, is niet altijd gemakkelijk. In hetvoorjaar kanje de meeste bloemen vinden. Dan valt er nog veel licht op de bodem en kunnen typische voorjaa rsbloei ers groeien. Om de bloemen te determineren, kanje deZoekkaart voorjaarsbloeiers of de Zoekkaart bloeiende planten beschrijven (Field Studies Council) gebruiken. Niet alleen het gebrek aan licht op de bodem zorgt ervoor dat er weinig bloemen bloeien. Ook het type bos (boomsoorten, bodemsoorten, . ..) bepaalt of erveel of weinig bloemen bloeien. Sommige boomsoorten maken de bodem zuurderwaardoor de planten niet kunnen groeien.
Opdracht+z Materiaal: een vuilniszak Opdracht 46 en 48 Om de insecten en spinnetjes te determineren, kanje gebruik maken van: . de Zoekkaart Bodemdieren, KBS . de Zo ekkaart Bo dem dieren, Sti chti ng Veldwerk Nederland . Zoekkaart bodemdieren, Field Studies Council. Je kan ookeen
loepenpotje mee naarhetbos Ă?remen.
(Ă3