Natuur%20en%20milieu%202012%20winter

Page 1

Winternummer 2012


Natuur & Milieu

Milieu-informatie

Natuur & Milieu is het tijdschrift van Werkgroep Isis en verschijnt driemaandelijks op 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december.

NME—Centrum Dorpsstraat 8 bus 1 3990 Peer (Grote-Brogel) maandag tot vrijdag: 08.00u -12.00u In de namiddag: op afspraak

Zetel en administratie Werkgroep Isis vzw (secretariaat) Dorpsstraat 8 bus 1 3990 Peer tel. 011/63.37.05 werkgroep.isis@scarlet.be www.werkgroepisis.be

Erkenning Werkgroep Isis vzw is een regionale natuur- en milieuvereniging erkend door de Vlaamse Overheid en aangesloten bij de Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen en de Limburgse Milieukoepel. Werkgroep Isis is werkzaam in Noord-Limburg in de gemeenten Peer, Hechtel-Eksel, Bree, Meeuwen-Gruitrode, Kinrooi, Neerpelt, Overpelt, Hamont-Achel, Lommel en Bocholt en is actief op het vlak van natuurbeheer, natuurbehoud en natuureducatie.

Lidmaatschap en giften Alleen door het uitbouwen van een voldoende brede basis zijn we bij machte de strijd tegen de continue achteruitgang van ons leefmilieu verder te zetten. Wij rekenen daarom op u, en danken u van harte voor uw trouwe steun. Lidmaatschap wordt verkregen door storting van een vrije bijdrage (minimaal 3 € per lid) op rekening BE40 4542 0739 5163 ten name van Werkgroep Isis vzw. Giften vanaf 40 € zijn fiscaal aftrekbaar. Een fiscaal attest wordt u in het begin van 2013 toegestuurd. De storting van de giften en van het lidmaatschap mogen tezamen gebeuren, mits vermelding op het overschrijvingsbewijs. Leden die bovendien het tijdschrift van Orchis en Limburgs Landschap wensen te ontvangen, betalen 25 € lidgeld.

Foto voorpagina : © Theo Van Vlierden www.theovanvlierden.be Standpunten en meningen met naamvermelding in dit nummer zijn niet noodzakelijk die van Werkgroep Isis vzw. Gehele of gedeeltelijke overname van artikels uit dit tijdschrift is toegelaten mits bronvermelding.

2


Inhoudsopgave Colofon

02

Inhoud

03

Editoriaal

04

Educatie

05

Zuiddag Gespot : vzw Tracing Nature Het Hobos, De Grooten Hof, de kogel en de kerk Het Herent : Waar men gaat langs trage wegen Paddenstoelentocht ‘In den Brand’

Likona Jaarboek 2012

13

Documentatiecentrum

15

Van de Prinsenloop geen kwaad !

18

Likona Contactdag

26

Kindernatuuratelier

27

Activiteitenkalender

30

Open deur tentoonstelling : Vogels in vogelvlucht Workshop : Help de vogels de winter door Aanbod voor groepen

3


Editoriaal De nieuwste klimaatconferentie van de Verenigde Naties was op het einde van november van start gegaan in Doha, de hoofdstad van Qatar. Het was voor de eerste keer dat een klimaatconferentie werd gehouden in een OPEC-land. De CO2-uitstoot per inwoner ligt er drie keer hoger dan in de Verenigde Staten, die zelf ook al geen uitblinker zijn op dat gebied. Een recente studie van de Verenigde Naties voorspelt dat de stijging van de broeikasgassen zal leiden tot een gemiddelde temperatuurstijging van drie tot vijf graden tegen het jaar 2100. De verwachting is dat dit al op korte termijn zal leiden tot meer overstromingen, periodes van droogte, hittegolven en een stijging van het zeeniveau. Twee jaar geleden werd op een VN-conferentie nog afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal twee graden boven de pre-industriĂŤle tijd. Maar ondanks de wereldwijde recessie bereikten de broeikasgassen vorig jaar toch weer een nieuwe piek. En dat klinkt dan ook echt hopeloos. Rusland, Japan en Canada hebben zich al uit dat akkoord teruggetrokken, zodat eigenlijk vooral Europa en AustraliĂŤ overblijven als belangrijkste verdedigers. Maar zij zijn maar verantwoordelijk voor 14 procent van de totale CO2-uitstoot. Volgens Rusland, Japan en Canada heeft het weinig zin om strengere beperkingen in te voeren als nieuwe supermachten zoals China, India, BraziliĂŤ en Zuid-Afrika helemaal geen uitstootbeperkingen hanteren. Het is een van de redenen waarom ook de VS het Kyoto-akkoord nooit ratificeerden. Wie beweerde ook weer dat een gemeenschappelijke vijand de volkeren zou verenigen? En is de opwarming van het klimaat dan niet de grootste vijand van de mens? Nochtans is het perfect mogelijk om alvast een aantal afdoende maatregelen te nemen. De wereldwijde luchtvloot betaalt nog steeds geen belasting op kerosine en dat terwijl er wel belasting wordt geheven op de brandstof voor alle andere transportmiddelen, waarvan de meeste veel milieuvriendelijker zijn. Dat kan dus zeker als valse concurrentie worden bestempeld. Daarnaast zou het verstrekken van subsidies voor vervuilende energiebronnen zoals voor de winning van kolen en aardolie - moeten worden afgebouwd. Er wordt steeds geroepen dat de alternatieve energiebronnen te veel zouden worden gesubsidieerd, maar het wordt verzwegen dat de winning van fossiele brandstoffen wereldwijd een veelvoud daarvan krijgen. Uiteraard zitten machtige lobbygroepen daar voor alles tussen. Zowel op het einde van de 18e eeuw als ook op het einde van de 19e eeuw waren er in Europa grote maatschappelijke tegenstellingen ontstaan, die kort daarna tot revoluties en oorlogen hebben geleid. Wie een beetje kennis heeft van geschiedenis, kan dan ook het verband leggen met de huidige tijd en ziet maar al te duidelijk het belang in van de klimaatonderhandelingen die er op dit moment worden gevoerd. Het is zeker niet de tijd om de geest weer uit de fles te laten en om opnieuw verwerpelijke extreem rechtse of extreem linkse regimes te laten ontstaan die dit voor ons zouden kunnen oplossen. Wat dat betreft, wordt elke ideologie uiteindelijk misbruikt door autoritaire heersers om aan de macht te komen. Om dat te voorkomen is ieders betrokkenheid en engagement vereist, om samen en in alle openheid ontwrichtende zaken zoals de klimaatproblemen te bespreken, om politici te kiezen die maatregelen willen nemen en om hen te blijven aanmoedigen. De tijd dat we met het milieu omgaan alsof het een grote afvalbak zou zijn, dienen we dringend achter ons te laten. Indien we ons als consumenten van de natuur beschouwen en telkens een ander gebied vervuilen, het achterlaten en het volgende aanspreken, blijven we uiteindelijk met lege handen achter. En dan is het zeker weer tijd voor de volgende wereldwijde razernij, zoals tijdens de vorige twee eeuwen. J.-P. Sleurs

4


Educatie Lieselotte Braekers, leerlinge 6e jaar Kunstschool Genk, werkte op 18 oktober op het secretariaat van Werkgroep Isis : Mijn taak bij Werkgroep Isis vzw bestond uit het maken van foto’ s van een klasactiviteit “Wat schimmelt in het bos?”, een power-point fotoreportage maken over natuureducatie met kinderen en het schrijven van dit artikel .Het was eens wat anders dan op de schoolbanken zitten. Voor mij was deze Zuiddag een heel leuke en leerrijke ervaring.

Zuiddag is een organisatie die jongeren tussen 15 en 25 jaar aanspoort om voor één dag te gaan werken. De jongeren moeten een job zoeken om deze op donderdag 18 oktober 2012 uit te oefenen. Die dag krijgen ze vrij van school om te gaan werken. De jongeren kunnen kiezen uit een waaier van jobs, The sky is the limit, niets in onmogelijk. Ze kunnen zowel bij de lokale bakker als voor tv gaan werken. Zelfs werken als politieagent of piloot is mogelijk. Ongeveer 10.000 Vlaamse jongeren werken mee aan dit project. In heel Europa zijn dit zelfs ongeveer 250.000 jongeren. De werkgever betaalt hiervoor minstens 40 euro. Dit geld gaat elk jaar naar een andere organisatie. Dit jaar werkt Zuiddag samen met een project in Caracas, de hoofdstad Venezuela, namelijk Bello Belga en hun Venezolaanse partner Embajadores Comunitarios. Caracas is berucht als één van de armste en gevaarlijkste steden ter wereld met de grootste misdaadactiviteit. De stad heeft maar liefst zes miljoen inwoners, waarvan 60 procent leeft in sloppenwijken en er worden gemiddeld zo een 53 moorden per dag gepleegd. Bello Belga werkt voor meer onderwijskansen en probeert de jongeren van de straat te houden waardoor ze niet in de criminaliteit terecht komen. Dit doen ze door sport- en vrijetijdscomplexen voor de jongeren in te rich-

ten, de jongeren van daar de kans te geven hun toekomst in handen te nemen en kwaliteitsonderwijs te creëren. Ze kunnen deelnemen aan een buitenschools studieprogramma. Ze krijgen lessen in actualiteit en leren debatteren, onderhandelen en probleemoplossend denken. Om hun eigen wijk te verbeteren krijgen ze bovendien de kans gemeenschapsprojecten op te zetten. Hun zelfbeeld wordt positief, net als hun toekomstperspectief. Via Zuiddag kan elke Europese jongere hiertoe zijn steentje bijdragen op een leerrijke en leuke manier. Zuiddag heeft als slagzin Work for Change. Dit staat voor het laten werken van de jongeren van hier (Work), om zo een verschil te maken voor de jongeren van daar (Change). Zuiddag wil dat jongeren zich opstellen als bewuste en actieve burger. Het wordt ook door jongeren georganiseerd. Het is dus een organisatie door en voor jongeren. Zuiddag stuurde in juli ook enkele Zuiddagambassadeurs van hier naar Caracas. Zij konden de problemen van daar zelf waarnemen. Het zijn ook zij die rond gaan in de scholen om uitleg te geven aan andere jongeren. Zij delen hun ervaringen en sporen zo de andere jongeren aan om mee te werken met dit project. Zo maken zij ook de andere jongeren bewust van de armoede en criminaliteit van daar. Het is tijd voor verandering.

Voor meer informatie over Zuiddag kan u steeds terecht op www.zuiddag.be

5


Educatie Gespot : vzw Tracing Nature Wat meer te weten komen over die zwaluw die eigenlijk geen zwaluw is… Dat is het idee achter het prachtige initiatief van drie vrienden: Eddy Ulenaers, Ruben Evens en Silvie Claes. Ze werden alle drie gebeten door deze mysterieuze vogel die in de dagen van Aristoteles en nadien in de volksmond ‘Geitenmelker’ werd genoemd. Dat deze bedreigde vogel, de Nachtzwaluw, ook de adoptiesoort is die de stad HechtelEksel onder haar vleugels heeft genomen is geen louter toeval. De VZW die door onze drie vrienden werd opgericht met de klinkende naam TRACING NATURE kent haar thuisbasis in… Hechtel-Eksel. Met het gebruik van radiotelemetrie (het plaatsen van minuscule zendertjes) en de hulp van vrijwilligers en studenten onderzoekt Tracing Nature het leefgebied en de gewoontes van de Nachtzwaluw. Stukje bij beetje geeft deze vogel zijn geheimen prijs.

Op woensdag 10 oktober 2012 werd de website van Tracing Nature gelanceerd. Ook werd het zoektocht-boek officieel overhandigd. De Burgemeester, de heer Raf Truyens , Gedeputeerde voor Leefmilieu, de heer Frank Smeets en alle aanwezigen zagen dat het goed was. Ook werd er teruggeblikt op 3 jaar intensief onderzoek. Er werd vooruitgeblikt naar de toekomst. En wat een toekomst staat onze vrienden te wachten... Wij willen hen alvast van harte feliciteren met dit initiatief en wensen hen en de Nachtzwaluw een mooie toekomst. www.tracingnature.com

Het Hobos, De Grooten Hof, de kogel en de kerk Of de kogel door de kerk was, met die vraag vertrokken zo’n kleine 60 wandelaars op zondag 7 oktober richting Het Hobos en De Grooten Hof. Onder leiding van gids Theo Gielen maakten ze kennis met de geschiedenis en de anekdotes van dit prachtige, 147 hectare grote natuurgebied. De geschiedenis van het Hobos gaat terug tot 1516. Het Hobos werd toen omschreven als: ‘op gheen Hoboss’, ‘den hoijbosch’ (1524), ‘Hoochbos’ (1560), ‘op het hoebos’ in 1632. Er werd telkens bedoeld: ‘het hooggelegen bos’. Het Hobos is inderdaad één van de hoogste punten van Overpelt, gelegen aan de rand van de Lindelse Heide, de Hoeverheide en de Heide achter de steenweg. Al snel ging alle aandacht van de wandelaars naar de centraal gelegen boerderij met boomgaard en bijgebouwen dat, sinds het overlijden van mevrouw Marie-Anne Wilsens in 2010, eigendom is van de familie Wilsens.

6


Educatie In 1769 werd het landgoed gekocht door J.M. Clercx. Zijn zoon, de heer J.M. Clercx junior, beter bekend als Drossaard Clercx, ging de geschiedenis in als de rechter die de laatste Limburgse bokkenrijders inrekende. De tocht ging verder langs prachtige natuur en bracht de wandelaars naar de site van Den Grooten Hof, sinds juni 2012 eigendom van Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). De Grooten Hof is binnen de gemeente Overpelt één van drie voormalige abdijhoeves van de Norbertijner abdij van Floreffe. Het was indertijd één van de grootste hoeve in de toenmalige landbouwkolonie en de hoeve speelde een belangrijke rol voor ontginningen in de streek. Vanuit de landbouwkolonie ontstond het gehucht Hoeven in Overpelt en eveneens het gehucht Winner in het aangrenzende HechtelEksel. Sinds de jaren '70 is de site in gebruik geweest als dancing en horecazaak en vonden er verscheidene verbouwingen plaats. Enkel het woonstalhuis is momenteel nog in zekere mate authentiek te noemen. Ook in de directe omgeving van de gebouwen zijn nog enkele waardevolle landschapselementen terug te vinden die wijzen op een rijke voorgeschiedenis. Het meest in het oog springend zijn de monumentale dreef waarlangs men de site binnenrijdt, een restant van een eeuwenoude kastanjeboomgaard en een solitaire linde waarvan de leeftijd op 400 jaar wordt geschat. De wandelaars konden even op adem komen op deze prachtige plek en toen ging het terug richting vertrekpunt. Na ongeveer 3 uur, zo’n 30.000 stappen oftewel 8 kilometer wandelen, bereikten de dappere stappers (sommige zelfs met hakken) het eindpunt. Spijtig genoeg bleven de deelnemers op hun honger zitten wat die kogel en die kerk betrof. Bedankt gids Theo voor deze prachtige en leerrijke namiddag. …

Uiteindelijk bleek uit een publicatie van Het Belang van Limburg van 5 oktober dat de gemeente Overpelt en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Het Hobos kochten voor een bedrag van 2,8 miljoen euro en het dus niet langer privé-eigendom is. Het Hobos wordt nu, samen met het domein De Grooten Hof, opgenomen in Bosland. Bronnen : www.werkgroepisis.be www.overpelt.be

7


Educatie Het Herent : Waar men gaat langs trage wegen Cultuurhistorische landschapswandeling in de vallei van de Prinsenloop te Herent Neerpelt De gemeente Neerpelt won Het Gouden Spoor voor haar inspanningen ter herwaardering van de “Trage wegen”. Deze vergeten wegeltjes en paden vind je veelvuldig terug in Het Herent, één van de oudste kernen uit de gemeente. Hier ademt geschiedenis. De bedoeling van deze landschapswandeling te Herent en Kolis was om eens stil te staan bij de geschiedenis van de streek en om er “sporen” van terug te vinden. Wij waren dan ook verheugd dat er een grote opkomst was van de mensen van OKRA Herent. Het woord Herent komt van Heilenteir, het oude woord voor haagbeuk. Het is het oudste gehucht van Neerpelt en heeft tevens de oudste Kerk, de Willebrorduskapel in de Breugelstraat. Startplaats van de wandeling is de Kerk van Herent. Na 100m verlaten we de grote weg. “Hier begon vroeger het heidelandschap”, vertelt gids Jaak Weltens. De “Hei”, een landschap met de plant heide, met gagel, brem en de typische flora en fauna, was van groot belang voor de toenmalige landbouw. Het was het graasgebied voor de schapen en een mestbron. Elke avond moesten de schapen naar de stal om mest te hebben voor de schaarse akkers. De heide werd afgeplagd en de plaggen werden in de stal toegevoegd om de mesthoeveelheid te vergroten. Zo ontstond het fenomeen van de potstallen waar de plaggen en mest “opgepot” werden en de dieren steeds hoger in de stal stonden. Op het einde van het seizoen had men een stal vol mest. Het evenwicht tussen het aantal hectaren graasweiden, het aantal hectaren akker en de hoeveelheid mest was zeer broos. Wij wandelen de Vrundenweg in. De straatnaam komt van “De Vroente”, wat openbaar gemeenschapsgebied betekende. Het waren gronden die van en voor de hele bevolking van die gemeenschap waren. Ieder mocht er zijn schapen hoeden. De dieren liepen vrij rond onder toezicht van een herder of heel soms op een perceel (“parre”, “perre”) omzoomd door een dichte haag, zodat de dieren niet konden ontsnappen. Op de lager gelegen gebieden kende men wel

privé-akkers. De grenzen van deze stukken werden meestal aangegeven door hagen en bomenrijen van toen veelal haagbeuk. Even verder komen we aan de Herenter Schans. De schans is er natuurlijk nu niet meer. De schansen zijn een typisch kenmerk uit een bepaalde periode uit onze streek. Het situeert zich tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1648) tussen de Hollanders en de Spanjaarden. Oorlog voerde men destijds vooral ’s zomers. Het prinsbisdom Luik was destijds min of meer neutraal gebied in die zin dat hier de veldslagen niet werden uitgevochten. Maar ’s winters kwamen zowel de huurlingen van de Hollanders als de Spanjaarden hier “overwinteren”, m.a.w. plunderen en het volk terroriseren. De mensen moesten zich “verschansen” in een veiliger plek. Zulke schansen waren kleine dorpen, leefgemeenschappen met een slotgracht, een schansmeester, enz…

Mijmeren aan de Herenter Schans De schansen lagen op de gemeenschappelijke hei en was ook van de gemeenschap. Meestal had iedere welgestelde zijn eigen huisje binnen de schans. Verwarmen deed men destijds met turf, die men ging steken op de natte hei. De “hees” was een plaats met struiken (heesters) waar men ook turf kon steken. Plaatsnamen die eindigen op “hees”

8


Educatie of “is”, zoals het hier aansluitende “Kolis”, verwijzen naar deze turfsteekplaatsen. Door het wegvallen van de oude boerderijen raakten ook de verbindingswegen en wegen naar veld en weide in verval. Deze onverharde landwegen verdwenen doordat ze niet meer gebruikt werden of mee omgeploegd werden voor moderne landbouwdoeleinden. Dit is jammer. Deze “Trage wegen” hebben immers niets dan voordelen. Ze worden heel vaak gebruikt voor recreatie dicht bij huis. Bijna alle trage wegen hebben historische roots. De geschiedenis van sommige veld- of kerkwegels gaat terug tot in de Romeinse tijd! Het zijn relicten die getuigen van oude verbindingen tussen dorpskernen (kerkwegels) of van vroegere doorgangen voor landbouwers (karrensporen). Ze vertellen heel wat over de eigenheid van een dorp of streek. Ze zijn vaak “levend erfgoed” waarover heel wat anekdotes en legendes bestaan (o.a. smokkelpaadjes).

Veel volk op de trage weg Trage wegen zijn ook van belang voor natuurontwikkeling. In onze dichtbebouwde contreien zijn de overblijvende natuurgebieden klein en sterk versnipperd. Trage wegen zorgen voor een ecologische verbinding tussen natuurgebieden, waardoor tal van planten en dieren zich kunnen verspreiden over een groter gebied. Daarnaast zijn trage wegen een specifieke biotoop voor verschillende planten en insecten. Trage wegen zijn ook veilige verbindingen voor zachte weggebruikers. Ze bieden, zeker voor korte afstanden, een alternatieve en verkeersvei-

lige route voor bijvoorbeeld schoolgaande kinderen. In dit gebied zijn er ook beekvalleien. De Prinsenloop vormt de hoofdvallei. Daarnaast hebben we meerdere kleine stroompjes met zijvalleien. We komen nu aan grondwaterwinningsgebied “Op de Roosen”. Hier wordt drinkwater gewonnen uit grondwaterlagen. Dit zijn watervoerende lagen die bestaan uit een substantie van water en zand, een soort drijfzand zeg maar. Er liggen in dit gebied 8 putten, duidelijk zichtbaar door de witte constructies in het landschap en men haalt water tussen 163 en 203 meter diepte. Er wordt water gewonnen uit 3 watervoerende lagen. De diepere lagen ondervinden geen invloed van impact van bovengrondse activiteiten, zoals vervuiling en dit door de tussenliggende ondoordringbare lagen. Toch mogen de landbouwers in dit gebied nog minder mesten dan normaal. Niets is zo goed beschermd en gecontroleerd als ons kraantjeswater. Op dat vlak mogen we dus gerust zijn. We zien dat de Prinsenloop droog staat. “Vroeger stonden zelfs de weiden onder water omdat de “loeep” overstroomde”, horen we vanuit het plaatselijke publiek. Verdroging door rechttrekking. We komen weer op een verharde weg, de Romeinse Dijk. Deze verwijst naar het “Romeins Kerkhof”. Hier zijn inderdaad destijds Romeinse munten gevonden, het kerkhof bleek echter veel en veel ouder. Het dateert van de periode vijf tot acht eeuwen voor Christus. Typisch voor NoordLimburg. Opgravingen in de streek hebben immers op meerdere plaatsen restanten van grafurnen naar boven gebracht. Op sommige plaatsen zoals hier hebben ze de “grafheuvels” van destijds gereconstrueerd. De potten met crematieresten werden destijds immers ook in grafheuvels begraven. Zo, we hebben fijn gewandeld en veel bijgeleerd van de geschiedenis van Het Herent en de hele Noord-Limburgse streek. We hebben iets opgestoken van oude plaatsnamen en trage wegen. Merci gids Jaak. Merci de mede-organisatoren van Okra Herent

9


Educatie Paddenstoelentocht ‘In den Brand’ Paddenstoelen spreken tot de verbeelding. Het zijn geen dieren of planten en toch leven ze. Ze komen plots vanuit het niets en op een morgen staan ze er. Als natuurbeschermers willen we in de eerste plaats het belang van paddenstoelen voor onze natuur benadrukken. Wist u dat zonder de zwammen er na een aantal jaar een berg aan natuurlijk afval zou liggen in het bos? Wist je dat bomen en planten geen “eten” zouden hebben zonder de paddenstoelen? Op het gazonnetje aan de parking vinden we al tal van soorten, zoals het HAZEPOOTJE, een van de inktzwammen. De RODE BEKERZWAM is een typische soort voor op de zandgronden. De eetbare WEIDEKRINGZWAM en de dodelijk giftige WEIDETRECHTERZWAM vinden we hier naast elkaar. Paddenstoelen koop je best in de winkel. Elk jaar zijn er dodelijke ongevallen met particuliere plukkers. En dan hebben we het nog niet over die gevallen waarvan niet geweten is dat het eten van zwammen de oorzaak is. Bent u toch roekeloos, waag u dan zeker niet aan uw gazon. Want naast de weidetrechterzwam vind je ook BEURSZWAMMEN op uw grasveldje en deze zijn ook giftig. Nu starten we echt de wandeling en trekken we het bos in. Daar zien we massaal DENNENVLAMHOED, een prachtige soort met bruinoranje kleur. De VALSE CANTHAREL (of valse hanekam) vind je massaal in dennenbossen, ook in De Brand. Deze is niet giftig, maar smaakt naar niks en je hebt het gevoel een stuk rubber in je mond te hebben. Toch durven goedkope restaurants deze te serveren als of te mengen met de echte cantharel, een gekende delicatesse. Dan zien we de SIERLIJKE FRANJEHOED. Franjehoeden hebben franjes op de rand van de hoed. De ROODSTELIGE FLUWEELBOLEET is eetbaar, net zoals de meeste andere van zijn familie. We zien massaal GEWONE ZWAVELKOPjes op dood hout. Deze soort heeft zwarte sporen. De onderkant van de hoed is fluorescerend geel. De meeste zwammen zijn saprofyten, opruimers.

Zij hebben een cruciale rol in de natuur, zoals eerder gemeld. Andere soorten leven in symbiose met (meestal) een boomsoort. De meest bekende is de vliegenzwam die samenleeft met de berk. Er vindt een uitwisseling van levensnoodzakelijke stoffen plaats. De kleinste groep is die van de parasieten. Deze soorten vallen als het ware de gezonde bomen aan

Boleten zijn de meest gegeten paddenstoelen. Toch maar uitkijken Foto : Bart Raemen We zien de witte vloeistof tussen de sporen van de RIMPELENDE MELKZWAM. De RODEKOOLZWAM (of amethistzwam) dankt zijn naam aan zijn kleur. Dan zien we een paar trechterzwammen met de typerende aflopende plaatjes. De KNOTSVOETTRECHTERZWAM houdt water vast in zijn voet, net zoals veenmos. De andere blijkt de TWEEKLEURIGE TRECHTERZWAM te zijn. De relatief meest veilige paddenstoelen om te eten zijn de boleten, die je in het bos vindt. Boleten kunnen in principe nooit kwaad zolang de buisjes niet rood of roos zijn. Het EEKHOORNTJESBROOD is zo’n eetbare, zeer lekkere boleet. Je herkent hem aan het witte netwerk, dat je enkel door een loep kan zien. De KASTANJEBOLEET kleurt, net als een aantal andere boleten, blauw als je aan de onderkant van de hoed

10


Educatie drukt. Hij dankt zijn naam aan zijn kleur en is zeer lekker. De FOPZWAM neemt menig kenner beet. Hij kan allerlei vormen en kleuren aannemen. Russula’s zijn teer doordat ze rondcellig zijn. De steel breekt als een krijtje. Russula’s zijn mooi door hun pastelkleuren (rood, grijs, groen, paars, geel, …) De eerste russula die we mogen ontmoeten is een mooie rode. De gids proeft een miniem stukje om de soort te determineren en spuwt het meteen uit. Het is de BRAAKRUSSULA. De RADIJSVAALHOED heeft een typische geur van bieten of rapen. De HELMMYCENA groeit op hout en dankt zijn naam aan de vorm van zijn hoed die het model heeft van een Engelse legerhelm uit de wereldoorlog. Op een takje zien we het GEZONEERD ELFENBANKJE. Eén van de wandelaars neemt ons mee naar zijn huis vlakbij en daar aanschouwen we enkele prachtige VLIEGENZWAMmen (natuurlijk bij berken), niet allen de mooiste paddestoel uit onze streken, maar ook eentje die tot de verbeelding spreekt. Zijn naam dankt hij omdat hij in vorige eeuwen dienst deed als vliegenvanger. De vliegenzwam is zeer giftig in die zin dat hij uiterst hallucinerend en extreem gemoedsversterkend werkt. Ben je opgewekt en je eet ervan, dan denk je dat je alles kan, er is niets meer dat je niet durft. Dat kan levensgevaarlijk zijn. Ben je een beetje down en je eet ervan, dan wordt je zwaar depressief De Vikingen aten ervan om nog heldhaftiger te worden Nu we het toch over giftigheid hebben, de KRULZOOM (licht gekrulde hoed in jonge toestand) is het beste voorbeeld om aan te tonen dat je beter voorzichtig bent. In de goede paddenstoelenboeken stond hij tot ongeveer 1990 ook geboekstaafd als zeer lekker en niet giftig. Nu lees je: “dodelijk giftig”. Het heeft lang geduurd eer men er achter was dat het gif zich opstapelt in je lichaam. In eerste instantie wordt je niks gewaar. Maar bij een bepaalde dosis zet zich een onomkeerbaar proces in gang en het is fataal. Bij het huis zien we ook een GELE TRILZWAM

op een tak. Trilzwammen zijn bijzonder. Het lijken rubberen dingen, die trillen als je er tegen tikt. Op een dode tak zien we SCHERPE SCHELPZWAM. Als je deze schijfjes van nabij bekijkt blijken ze voetjes te hebben. En de paddenstoelen blijven op ons afkomen, EIKENBLADCOLLYBIA, BOTERCOLLYBIA (vettige hoed) en de mooie PLOOIVOETSTUIFZWAM. Bij stuifzwammen (= buikzwammen) zitten de sporen niet verzameld onder de hoed in buisjes of plaatjes, maar binnenin de zwam. Bij rijpheid stuiven ze naar buiten, de zogenaamde “ploffers”. Meest bekende onder de stuifzwammen is de GELE AARDAPPELBOVIST. De TWEEKLEURIGE VAALHOED is bruingrijs. Op een boom zien we de BERKENZWAM. In de oudheid werd deze gebruikt om het vuur brandend te houden. De PARELSTUIFZWAM is niet giftig en genietbaar in zeer jonge toestand. De REUZENPARASOLZWAM is zeer mooi en één van de grootste paddestoelen van bij ons. De mooie groene REGENBOOGRUSSULA is eetbaar.

Vliegenzwam

Foto : Bart Raemen Achter een reeks huizen zien we naast de STINKPARASOLZWAM ook enkele leden van de strofaria-familie die men altijd vindt op hakselhout. We zien de ORANJE STROFHARIA en de prachtige KOPERGROENE STROPHARIA, ook wel kopergroenzwam genoemd. De BERIJPTE RUSSULA heeft een grijze kleur. We zien ook de NEVELZWAM die normaal het einde van het

11


Educatie zwammenseizoen aankondigt. En dan zien we het prachtige JUDASOOR. Niet giftig, maar ook niet smakelijk, al schijnt het dat de Chinezen er gek op zijn. WITTE VLIERSCHORS is een echte schimmel in de meest gebruikte betekenis van het woord. Dan zien we (weer) iets zeer mooi. Een bundeltje zwammen in de vorm van witte oortjes. Het is het PLOOIVLIESWAAIERTJE. Onder de loep zien we dat de plaatjes geplooid zijn. De ROODPORIENHOUTZWAM vind je enkel op liggend hout. Als je op de onderkant van de hoed drukt wordt deze rood. Het oranje KLEVERIG KORAALZWAMMETJE heeft de vorm van een koraal. De GELE KNOLAMANIET heeft een aardappelgeur en is eetbaar, maar …. de aandachtige lezer weet het al. Nu komen we in een zone met prachtige russula-pastel-kleuren: BERKENRUSSULA, ZWARTPURPEREN RUSSULA, SCHOTELRUSSULA, GEELWITTE RUSSULA.

Kleverig Koraalzwammetje

Foto : Bart Raemen Ook de ZANDPADVEZELKOP is dodelijk giftig. Bij de jonge MELKSTEELMYCENA komt er een witte vloeistof uit de steel. Oost-Europeanen wagen zich aan de PARELAMANIET. Inderdaad eetbaar, maar makkelijk verwisselbaar met dodelijke broertjes. De KOEIENBOLEET heeft grote, gerokken gaatjes (neus koe) en is minder lekker dan de meeste van zijn familieleden. De ANIJSTRECHTERZWAM heeft een overduidelijke anijsgeur. En daar is ie dan, de meest giftige van onze streken, de GROENE KNOLAMANIET. Eén exemplaar is voldoende om onze hele groep (ongeveer 15) naar de eeuwige jachtvelden te

sturen. De HEKSENBOLEET is de enige boleet met een rode onderkant van de hoed, die ook blauwt als je er op drukt. De DENNENZWAVELKOP lijkt op de gewone zwavelkop, maar mengt het fluorescerende geel met grijs. Waar de mooie doorschijnend groene GRASKLEEFSTEELMYCENA zijn naam aan dankt lijkt me vanzelfsprekend. Ook vinden we hier het uiters giftig ELFENSCHERMPJE, dat fel lijkt op de rodekoolzwam. Het GEWEIZWAMMETJE is uiterst mooi, maar onopvallend omdat het klein is. De BIEFSTUKZWAM lijkt op een sappig stukje rundervlees, is ook eetbaar en smaakt zurig. Hij groeit op de eik en is een parasiet. En daar is de volgende parasiet. De HONINGZWAM (hoeden zijn eetbaar) is erg agressief en gevreesd bij de bosbouwers. Dan komen we de GELE KORSTZWAM tegen. De HERTENZWAM is ook zeer mooi met zijn zwartbruine hoed. Het woord mooi is al vaak gebruikt maar ook van toepassing op de BLAUWE KAASZWAM. Na de groene en de gele zien we nu ook de WITTE KNOLAMANIET. En ja hoor, weer een eetbaar lid uit een uiterst gevaarlijke familie. Zeer mooi zijn de kleine paddestoeltjes die groeien op een dennenappel (we zien het MUIZENSTAARTJE, een mycena). Helemaal speciaal is de RUPSENDODER. Deze parasiet ontwikkelt zich op de pop van de rups en voedt zich in eerste instantie met de minst vitale delen van de pop, kwestie om zelf lang van het dier te kunnen eten en zelf lang in leven te blijven. Op het einde zien we nog 2 zeldzame soorten.. De POTLOODRUSSULA is herkenbaar door rood onder aan de steel en heeft gele plaatjes. Hij ruikt naar beknabbeld potlood. En dan is er de ZEEDENMYCENA op de grote dennenkegel van deze naaldboom. Onderweg naar onze auto’s zagen we ook nog de SPEKZWOERDZWAM. Het ECHT ELFENBANKJE met zijn donkere zonering aan de onderzijde is altijd mooi. De DOOLHOFZWAM staat altijd op eik en de schijfjes werden vroeger gebruikt om gevoelige paarden te roskammen. Weer heel boeiend, dankzij de zwammen, dankzij gids Jean, dankzij OKRA Hechtel en de en-

12


Likona Jaarboek 2011

Naar jaarlijkse gewoonte publiceert het provinciebestuur het LIKONA-jaarboek. In de huidige uitgave zijn acht uitgebreide artikels opgenomen die een aantal wetenschappelijke onderzoeken uit 2011 weergeven. Waarom is het orchideeënrijke grasland in Opleeuw zo uitzonderlijk soortenrijk? In 2000 werd de groene nachtorchis gevonden in een weiland in Gors-Opleeuw. Dit is momenteel nog de enige vindplaats in Vlaanderen. Tot rond 1900 kwam de soort verspreid voor in Vlaanderen, vooral in Vlaams Brabant, Haspengouw en Voeren waren er vindplaatsen. Dit was het moment om met de beheerder een provinciale ondersteuningsovereenkomst af te sluiten. Hierbij waren er afspraken over het beheer van het weiland met de pachter. Vooral de afwisseling van het aantal pony’s bepaalde of er in het weiland hoge of lage planten aanwezig waren. De provinciale ondersteuningsovereenkomsten zijn maar een tijdelijke oplossing. Het weiland ging enkele jaren later over in de ruilverkaveling Jesseren . De vondst van de groene nachtorchis was het startsein voor een uitgebreid onderzoek van dit weiland. Vooreerst onderzocht de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en de Limburgse Plantenwerkgroep gedetailleerd de vegetatie. Momenteel zijn er op amper 56 are 222 soorten hogere planten bekend, dit is een record voor Vlaanderen. Het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) plaatste in 2003 enkele peilbuizen in het perceel. In datzelfde jaar stelden

de bodemdeskundigen van de V.L.M. een gedetailleerde bodemkaart op en in 2008 bekeek de geologische werkgroep van LIKONA in detail de bodemsamenstelling. Tot slot analyseerde het INBO in 2009 het hydrologisch systeem. Vooral de vraag hoe kunnen we het grasland en de nabije omgeving beter beschermen was het uitgangspunt. De voornaamste resultaten van al die onderzoeken worden in dit artikel gepresenteerd. De bodemverschuivingen hebben er voor gezorgd dat het grasland bestaat uit verschillende lagen: zowel kalk, klei, zand als veen komen aan de oppervlakte. Vanuit ecologisch perspectief is het behoud van het unieke grasland in Opleeuw dé hoofddoelstelling van de ruilverkaveling Jesseren. Het weiland en ruimere omgeving, vermoedelijk een 25 tal ha, zullen in het kader van die ruilverkaveling in eigendom en beheer overgedragen worden aan de provincie Limburg. Daarbuiten zijn er nog 7 artikels over de Limburgse natuur in al haar facetten: -Bescherming van de Limburgse natuurwaarden. Limburg is met 40 871 ha of 17 % van de totaaloppervlakte het rijkst aan hoge natuurwaarden in Vlaanderen. 83 % van deze hoge natuurwaarden wordt beschermd als planologisch groengebied en/of speciale beschermingszone, 17 % van de hoogste natuurwaarden loopt evenwel het risico te verdwijnen.Meer dan de helft (52 %) van de oppervlakte historisch permanent grasland is niet beschermd als groengebied of speciale beschermingszone en loopt het risico te verdwijnen. -Duivelsstenen in Limburg: zwerfstenen, megalieten of getuigenstenen? Tijdens wandelingen of fietstochten in het gevarieerde Limburgse landschap bots je bij gelegenheid op bleekgrijze tot roodbruine harde zandsteenblokken, die aanzienlijke proporties kunnen aannemen. Hoe zijn deze reusachtige blokken in

13


Likona Jaarboek 2011 het landschap beland, waar kan je ze vinden en waarom verdienen ze -Een lichtgroene sabelsprinkhaan Metrioptera bicolor op de terril van Zolder Sprinkhanen zijn vaak warmteminnende soorten. Diverse soorten blijken erop vooruit te gaan. Vooral de toename van zuidelijke soorten, zowel in aantal, als in areaal is opvallend. Deze nieuwe soort werd voor de eerste maal in 2011 gevonden. -Wat ruist er door de akkerrand? Resultaten van recent loopkeveronderzoek in akkers en akkerranden te Limburg De afgelopen jaren zijn er in Limburg veel akkerranden aangelegd. Een belangrijk aspect hierbij is dat deze randen zouden bijdragen tot natuurlijke bestrijding van plaaginsecten en een gunstig resultaat hebben op de bodemfauna en biodiversiteit. Dit blijkt inderdaad zo te zijn voor loopkevers -Verborgen snuitkevers. Acalles en Kyklioacalles in Limburg Deze bijzondere en kleine snuitkevers zijn kenmerkend voor historische landschapselementen waarin gedurende honderden jaren heen ononderbroken houterige gewassen zijn geweest. Ondanks de sterke druk van menselijke activiteiten weten ze zich vast te klampen aan de kleinste restanten van historische vegetatie. -Bechsteins vleermuis in Limburg, indicator van oude bossen en boomgaarden In de zomer van 2011 werden negen nieuwe kolonies gevonden, waarvan acht gelegen zijn in historisch, oud bos (continu bos vanaf minstens 1775) en één verblijfplaats in een boomgaard. Verder werden waardevolle verspreidingsgegevens van andere vleermuissoorten verzameld, waaronder de vondst van de eerste kolonie bosvleermuizen voor Vlaanderen. -De grauwe gors in Limburg – De Ortolaan achterna? Of net niet! De grauwe gors dreigt op termijn uit te sterven in Limburg, mogelijk zelfs in heel Vlaanderen. Gelukkig zijn er heel wat initiatieven die de achteruitgang van de grauwe gors en eigenlijk de hele akkervogelgemeenschap trachten tegen te gaan.

De toename van percelen met ‘akkervogelbeheer’ zijn hiervoor noodzakelijk voor de sterk achteruit boerende akkervogelgemeenschap. En verder… Daarbuiten bevat het 21ste LIKONA-jaarboek een literatuuroverzicht met verschillende nieuwe meldingen van soorten uit Limburg van kleine paddenstoelen, spinnen, kevers, mieren en wespen maar ook twee nieuwe exotische soorten eekhoorntjes. . Veel aandacht gaat in het becommentarieerde literatuuroverzicht ook naar de vertaling van veldwaarnemingen naar beschermingsvoorstellen en acties voor soorten als de gladde slang, de lentevuurspin of de hazelmuis. Van elke LIKONA-werkgroep is er een jaarverslag opgenomen waarin de resultaten van de werking van het afgelopen jaar worden voorgesteld. Een schat aan informatie voor iedereen die met de Limburgse natuur begaan is. Het jaarboek (100p.) is op een prachtige manier vormgegeven met talrijke mooie kleurenfoto's en duidelijke, overzichtelijke schema's en tabellen. Bestellen? De kostprijs is €10 en je kan het jaarboek afhalen of aanvragen bij het Provinciaal Natuurcentrum in Het Groene Huis te Bokrijk. Na het betalen van de factuur krijg je het boek toegestuurd. Een aantal vorige jaarboeken zijn nog in voorraad voor wie zijn/haar reeks wil vervolledigen. LIKONA-secretariaat Provinciaal Natuurcentrum, Het Groene Huis Domein Bokrijk, 3600 Genk tel. 011 26 54 62, fax 011 26 54 55 e-mail: likona@limburg.be

14


Documentatiecentrum Recente aanwinsten De publicaties die hieronder worden besproken, kunnen worden uitgeleend of ter plaatse geraadpleegd. De wonderlijke avonturen van een kleine bij / Auteur en Uitg.: WWF – lesmap + 16 vertelplaten – 80 p. Kamishibaï is een vorm van Japans verteltheater met vertelplaten. Deze ‘kamischibaï’ werd door WWF ontwikkeld en vertelt het verhaal van een kleine bij die op zoek gaat naar haar zussen. Tijdens haar spannende tocht ontmoet ze vele andere dieren en wordt ze geconfronteerd met heel wat bedreigingen voor de biodiversiteit op onze planeet. Een begeleidend pedagogisch dossier maakt de problemen en oplossingen voor de biodiversiteit begrijpbaar voor 6- tot 9-jarigen. More / Auteur en Uitg.: Mobiel 21, Vlaamse overheid – Bordspel Leerlingen van de tweede en derde graad van de basisschool gaan als mobiele reporters aan de slag met het bordspel. Ze leggen een parcours af langs vier thema’s: milieu en gezondheid, centen en cijfers, alternatief vervoer en verkeersveiligheid. Ze leren over verschillende aspecten van duurzame mobiliteit (milieueffecten, alternatief vervoer, verkeersveiligheid en kosten). De leerlingen werken aan tal van eindtermen, o.a. verkeer en mobiliteit. Speel je mee in de natuur / Auteur: NEC De Vroente / Uitg.: LNE – 17 p. Kinderen spelen graag in de natuur, ondanks computerspelletjes, ipods en verleidelijke televisieprogramma’s. Dit natuurspelenboek bevat 16 natuurspelen voor kleine en grote groepen, in alle seizoenen, met een actief of rustig verloop, met weinig of geen materiaal.

Argus Fotojaarboek 2012 / Auteur en Uitg.: Argus – 145 p. Argus, het milieupunt van KBC en Cera, wil mensen inspireren en aanzetten tot actie voor natuur, milieu en duurzame ontwikkeling. De jaarlijkse fotowedstrijd maakt hier onderdeel van uit en is vertaald in dit boek. Jaarrapport Water 2008 / Auteur en Uitg.: VMM— 62p. Dit zakboekje biedt een beknopt overzicht van de belangrijkste resultaten en trends in 2008 met betrekking tot de kwaliteit van het oppervlaktewater in Vlaanderen. Milieurapport Vlaanderen: Indicatorenrapport 2010 / Auteur en Uitg: VMM – 169 p. Dit rapport geeft een selectie van milieu-indicatoren met de meest actuele data die het volledige milieudomein omvatten. Het is bedoeld als een handig naslagwerk voor zowel de milieuprofessional als de geïnteresseerde burger. Al 20 jaar voor het milieu van morgen / Auteurs: Erik Buyst, Kristof Lowyck, Antoon Soete / Uitg. VMM – 187 p. Geschiedenis van 20 jaar Vlaamse Milieumaatschappij. Terugblik met een ruimer perspectief. De groei en de evolutie van de VMM worden getoetst aan de evolutie van het milieubeleid en van het maatschappelijk milieubesef.

15


Documentatiecentrum Het Groot Werkvormenboek / Auteurs: Sasja DirkseHulscher, Angela Talen / Uitg. Academic Service – 300 p. De inspiratiebron voor resultaatgerichte trainingen, vergaderingen en andere bijeenkomsten. Je vindt er 120 werkvormen, geclusterd naar doelstelling. Elke werkvorm is, zeker met enige creativiteit, toepasbaar in verschillende situaties en geschikt voor verschillende doeleinden.

De Dommel – Stroom door tijd, natuur en landschap / Auteurs: Buskens, Van Der Straaten, Braam, Oonk, Poelmans en Voorn / Uitg. Pictures Publishers – 296 p. Dit Dommelboek beschrijft wat er nu zo bijzonder is, hoe het er nu uitziet en wat de toekomst zou kunnen zijn voor natuur, landschap en water in een altijd maar veranderend stroomgebied.

De Abeek, levensader van beide Limburgen / Auteurs: P Capals, J Corstjens, R Neyens, J Paredis, H Peeters / Uit. RLKM – 246 p. De Abeek is een belangrijke levensader voor het GrensPark. Zij ontspringt op het Kempens plateau en vloeit in noordoostelijke richting naar de Maas, waar zij uitmondt. Een team van heem- en natuurkundigen volgde (zelfs letterlijk) de loop van de Abeek en maakte een boeiend naslagwerk. Voor het eerst krijgt de lezer een volledig geïntegreerd beeld van de relatie tussen mens en natuur, in dit geval de Abeek, in het verleden, nu en in de toekomst.

Hagen met knoteiken in historisch en ecologisch perspectief / Auteur: Joël Burny / Uitg. St. Natuurpublicatie Limburg – 72 p. Op tal van plaatsen in het boerenland komen en kwamen hagen voor. Omdat informatie over rol, oorsprong en beheer van deze landschapselementen ontbrak, zijn oudere inwoners hierover ondervraagd. Naast hakhout op lage posten, stonden in hagen en houtkanten overal te lande ook knotbomen. In de Kempen ging het vaak om knoteiken. Dit boek geeft een treffend beeld van het bocage of hagenlandschap in de Kempen.

Jaarboek Abeek 2011 / Auteur en Uitg.: Natuurpunt – 76 p. Verslag van de activiteiten van natuurbeheer, natuureducatie en natuurbeleid in de Abeekvallei in Meeuwen-Gruitrode en Peer.

Hoe Limburg klimaatneutraal maken in 2020? Aanpak van het Limburgse klimaatbeleid – Auteur en Uitg.: Provincie Limburg – 66 p. Internationale klimaatconferenties brachten weinig zoden aan de dijk. Het probleem van de opwarming en alle gevolgen van dien moeten bottom-up aangepakt worden. Daarom hebben we in Limburg één allesomvattende ambitie geformuleerd: Limburg gaat klimaatneutraal.

16


Documentatiecentrum De Hongerige Stad / Auteur: Carolyn Steel / Uitg.: NAi Uitgevers – 33 p. Een geheel nieuwe benadering van allerlei actuele problemen rond de manier waarop we eten. We volgen het spoor van ons voedsel, van het platteland tot de stad, via markten en supermarkten, keukens en eettafels, afvalverwerking en terug. Een helder beeld van de impact van de moderne voedselproductie op onze planeet en op ons leven, een inzicht hoe het zo gekomen is en hoe we verder moeten. De Kracht van je Gemeente / Auteur en Uitg: Tandem vzw – 109 p. Ideeën voor een krachtdadig lokaal milieu- en natuurbeleid. Dit voorbeeldenboek is voor iedereen die zich graag wil inzetten voor een vooruitstrevend lokaal milieubeleid. Dus zowel als lokale politicus, milieu- of duurzaamheidsambtenaar, vrijwilliger bij een lokale natuur- en milieuvereniging of lid van de milieuraad kun je hier mee aan de slag. Natuur- en Milieuvormingswerkers duurzaam aan het werk / Auteur en Uitg.: CVN – 173 p. Een educatief kompas richting duurzame ontwikkeling. Educatie is geen manipulatie maar stelt mensen in staat zelf de nodige keuzes te maken om hun leven verder richting te geven, in dit geval naar meer duurzaamheid. Horen en zien, ruiken, voelen, proeven / Auteur: Annet Weterings / Uitg.: SWP – 139 p. Natuur is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Bij het aanbieden van groene opvang

voor kinderen nemen pedagogische medewerkers een centrale plaats in. Een breed scala van activiteiten kan natuurbeleving stimuleren. En wie denkt dat je daarvoor een bos of boerderij moet bezoeken heeft het mis. In de directe omgeving van de kinderopvang is genoeg te beleven. Straffe Koffie / Auteur en Uitg.: De Verenigde Verenigingen – 73 p. Een jury van deskundige fijnproevers nomineerde de voorbije drie jaar 30 organisaties voor de Prijs voor het Vrijwilligerswerk. Deze 30 organisaties kregen een forum om te vertellen waarom ze zo uniek zijn. Je vindt het resultaat in een receptenboek van voortreffelijke vrijwilligersorganisaties! Wat motiveert vrijwilligers om in hun vrije tijd te werken? En waarom net in die organisatie? Zeg kleine bever wat bouw jij knap / Auteurs: Vera de Backker en Sabine Wisman / Uitg.: KNNV - 26 p. Dit is het vijfde deel in de informatieve prentenboekenserie 'Zeg kleine...' voor kinderen van 3-8 jaar. Deze boeken laten jonge kinderen op een speelse manier kennismaken met het leven van zoogdieren. Met CD: Zing mee met 'Een kleine bever' en luister naar het verhaal. Bevers / Auteurs: Jasja Dekker en Stefan Vreugdenhil / Uitg. KNNV—108 p. Het boek Bevers vertelt het verhaal van deze indrukwekkende landschapsarchitecten. Hoe is het de bevers vergaan sinds de eerste herintroducties in de jaren 80? Hoe leven ze, hoe drukken ze hun stempel op het landschap, en wie zijn daar minder blij mee? Dit boek biedt veel verrassende feitjes en interviews met experts uit allerlei hoeken.

17


Van de Prinsenloop geen kwaad ! 1.

Algemene situering De Prinsenloop en de Dorperloop zijn zowat de enige betekenisvolle zijrivieren van de Warmbeek, samen met deze laatste behoren ze tot het Dommelsysteem. Dit is een deelnet van het hydrografisch bekken van de Maas. Dommel en zijrivieren ontwateren het noordelijk deel van het Kempens plateau; de geleidelijk naar het noordwesten uitwaaierende puinkegel van de Maas, die ontstaan is tijdens de ijstijden; zij kenmerkten grotendeels de huidige geologische periode,het kwartair.

2. De identiteitskaart van het riviertje

Vermits in ieder van ons, die een beetje aan een beek geïnteresseerd is, een stukje Stanley of Livingstone schuilt, zijn we op zoek gegaan naar de exacte oorsprong, het ultieme begin, de bron van onze beek. Die ligt in Kleine-Brogel, in de trechter gevormd door de de Herisstraat en de Mortelkensstraat aan de oostelijke, en de Breugelstraat en de Heereindeweg aan de westelijke kant. Heris: ( ‘opt Heijeris’) ( naam voor ‘gemene’ weideplaats – 1570 he(e)rnesse of kudde, uitgestrekt weiland) Mortel (wat op mortelspecie gelijkt , aanduiding voor een nat en slijkerig gebied; ook in Achel is er een ‘Mortel’, verder in Lommel ‘De Mortels’ enz.

Prinsenloop: deelstroomgebieden en hoogtepunten (GIS)

18


Van de Prinsenloop geen kwaad ! De nauwelijks uitgesproken vallei verloopt parallel met de Breugelstraat en de Willebrordusstraat. Nabij het dalhoofd is de hoogte 48,66 m. Opmerkelijk is dat het dalhoofd zich slechts op een goede 120 m van de Dommel bevindt. Ze bereikt het kanaal Bocholt-Herentals na 卤 6,4 km, hier is de hoogte 38,57 m. De Prinsenloop heeft geen eigen sifon en wordt v贸贸r het kanaal oostwaarts, naar de door SintHuibrechts -Lille stromende Warmbeek, afgeleid. Van op het jaagpad krijg je hier het opmerkelijk verschijnsel dat twee waterlopen; het kanaal enerzijds en de afgeleide Prinsenloop anderzijds, vlak naast elkaar in tegengestelde zin stromen. ( Dat het kanaal een stroming kent kan je best vaststellen tijdens een strenge winter, wanneer de ijsbreker gepasseerd is, je ziet het ijs dan zachtjes kruien richting stroomafwaartse sluis.) Begrijpelijk dat de onthoofde Prinsenloop ten noorden van het kanaal een quasi droge bedding achterliet, hetgeen ten nadele was van de landbouwgronden aldaar. Daarom werd hier een aftapinstallatie op het kanaal voorzien, zodat het gemiste water uit de bovenloop, middels de aftap uit het kanaal, gecompenseerd kan worden. Aldus herbegint de Prinsenloop,da capo ,als onooglijk waterloopje van derde categorie ten noorden van het kanaal. Ze stroomt, conform de topografie, vrij consequent naar het noorden tot ze uiteindelijk parallel met de grens naar het NO afgeleid wordt en net voorbij de Achelse Kluis de Warmbeek vervoegt op 29,35m hoogte ;ze heeft dan nog 9,6 km afgelegd. Onnodig te zeggen dat het verval hier slechts de helft is van dat in de bovenloop.

Aftapinstallatie op het kanaal

Herbegin Prinsenloop ten N. van kanaal

Een aantal indrukken dringen zich op. Je kan de Prinsenloop beschouwen als een beek met twee bronnen, of een onthoofde beek zonder bovenloop, of een bovenloop zonder benedenloop. (Het zou bij de aanleg van het kanaal zonder meer onmogelijk geweest zijn alle waterlopen en -loopjes apart te sifoneren.) Opvallend bij alle beken uit de Kempen is het sloot-/ grachtkarakter in de bovenloop, onze beken zijn regenbeken; ze voeren uiteindelijke enkel het surplus van het oppervlaktewater af; dat deel van het neerslagwater dat niet infiltreert in de zandige bodem, verdampt en of geconsumeerd wordt door de vegetatie. Even opvallend is de snelle aangroei van het debiet in de midden- en benedenloop; zo is de Prinsenloop al aan de Witteberg in Achel een flink riviertje en doet ze het debiet van de Warmbeek na de samenvloeiing aanzienlijk stijgen.

19


Van de Prinsenloop geen kwaad ! Lengte van de zijlopen : Damsheideloop 2,153 km Tieselrieterloop 1,383 km Voortloop 2,591 km Rodenrijtloop 1,550 km Haagbroekerloop (deelbeek) 1,672 km De Vliet 3,314 km Stokkenloop 2,820 km

3. De ‘Rijt’ in adelstand verheven ( ‘rei ‘mnl -. Stromen, vloeien Rij(n)) Waterlopen die hiërarchisch lager staan dan een echte beek zoals:de Dommel, de Warmbeek, de Abeek e.d., worden in dit deel van de Kempen vaak ‘Rijt’ of ‘Loop’ genoemd;ze kunnen zowel natuurlijk als gegraven zijn. Meestal zijn de natuurlijke waterloopjes door de mens bewerkt; uitgediept, verlegd (perceelsgrens) e.d. Het uitvergrote kaartbeeld van de waterloop vertoont nabij de oorsprong, niet zozeer een gebogen dan wel een gebroken lijn. Om een vergelijking te gebruiken; onze beken zijn getemde en gedomesticeerde natuurlijke waterlopen geworden. Zo werd in de jaren ’80 de bovenloop van de Prinsenloop naar het westen verlegd. De naam Prinsenloop klinkt en is eigenlijk ook wel grotesk voor zo een kort en vrij obscuur riviertje. Rijt werd gemakkelijk tot ‘Riet’ vervormd, en werd een veelvoorkomende naam voor beekje of loopje en tevens voor het aangrenzend gebied. Gebiedsnaam ‘Riet’ tref je in verschillende dorpen aan. Zo is er een ‘Riet’ in Sint.-Huibrechtslille, verder op de Prinsenloop is er de Tieselrieterloop. ( plaats met veel distels(distelriet), waarschijnlijk Moerasdistel bedoeld) Verder is er een Riet in: Kaulille, Overpelt, Kattenbos (Kattenrijt) (Katte – opgehoogde, ingedijkte waterloop), Gruitrode (De Rieten), Opoeteren e.d. Even voorbij het Herent en de Vrundenweg bevindt zich het gebied ‘Wijer’ (vivarium (lat.) –vivier (fra.) =viskweekvijver); daar waar vennen zich meestal in de ‘gemene’ heide bevonden, werden de Wijers gegraven. Ze waren vaak privé bezit van de meestal wat kapitaalkrachtigere en meer visionaire geestelijke overheid, kloosters of abdijen: (Pastoorswijer- Bergeijk, Begijnenvijvers – klooster Agnetendal Peer). Zo behoorden de visvijvers op het Herent (Grote Prinsenwijer) en de verder stroomafwaarts gelegen wijers te Achel toe aan de Prinsbisschop.( Den Herwijer- sheeren wijers – des prince wijers) Het graafschap Loon en later het prinsbisdom Luik waren in onze contreien de geestelijke en bestuurlijke entiteiten ten tijde van het ‘ancien régime’. Op deze wijze geraakte de Rijt aan de prestigieuze naam ‘Prinsenloop’.

4. Noblesse oblige Als een heer van stand snoert de Prinsenloop in zijn bovenloop een aantal landschappelijke, cultuurhistorische en artificiële elementen aan elkaar die de moeite lonen vermeld te worden.

20


Van de Prinsenloop geen kwaad !

De Vrundenweg op ‘Hent

- Doorheen het gouden spoor op het Herent t Hent’ ( Heern: plaats begroeid met haagbeuken): de Heereindeweg , het Gubbelspad en Stimmen zijn een aantal bewegwijzerde voorbeelden van de vele trage wegen die in dit kleinschalig akker- en weilandgebied herontdekt, heropend, en geherwaardeerd werden op initiatief van de gemengde werkgroep “De Trage weg” en waarmee de gemeente Neerpelt de erkenning “Het Gouden Spoor” in de wacht wist te slepen. Ze zijn prachtig ontsloten en er zijn meerdere bewegwijzerde wandelwegen uitgezet Zo kruist de Pr. Loop ook de Vrundenweg ( de weg van het gehucht, de heerdgang, naar de gemene (gemeenschappelijke) heide(Vroente), waarover de herder dagelijks de schapen en het andere vee van de stal naar de graasweide(heide) en omgekeerd) dreef.)

- De Romeinse Dijk: link tussen prehistorie en Oudheid Er is niet alleen het belangrijke grafveld uit de Urnenveldcultuur ( ca 800 v.C. – 450 v.C.; dit is de overgangsperiode tussen de Late Bronstijd en de Vroege Ijzertijd), maar er zijn ook de sporen van de eerste vaste nederzettingen, de oudste landbouwers, in het gebied dat tegenwoordig “Stimmen” genoemd wordt. Romeinse dijk wijst op de Romeinse weg die door de streek liep en het zuiden van onze provincie met Nijmegen verbond. Ter staving kunnen we vermelden dat er in de streek een belangrijke vondst van Romeinse munten vermeld wordt. - Het waterwinnigsgebied ‘ De Rosen’ ( Roos is een (mnl) synoniem van Riet, ook raus of “Rohr” (Dui.) = moeras; de naam roerdomp (moeras-, rietvogel) is er uit afgeleid. Uit voorzorg voor eventuele vervuiling door uitspoeling uit het omringende landbouwgebied in de gemakkelijk infiltreerbare zandgronden, werd het nog altijd obscure grachtje in de beschermingszone volledig ingekokerd. (Zandstraat is de naam van de verbinding tussen de Rosen (Neerpelt) en SintHuibrechts-Lille, en loopt dwars door het waterwinningsgebied ) - Ecologische waterbehandeling aan de Jos Verlindenstraat op de Riet in Sint-Huibrechts-Lille Vlak voor de vernoemde afbuiging zijn er aan weerszijden van de, inmiddels ‘beek’ geworden, Prinsenloop twee infrastuctuurwerken gebouwd met het oog op een ecologisch verantwoorde behandeling van het riool- en hemelwater. Dit deel van de gemeente heeft een gescheiden rioleringssysteem. -Het bergbezinkingsbekken; hier wordt het vervuilde water van het gemengde rioleringsstelsel opgevangen, tot stilstand gebracht; zodat de vuilfractie grotendeels bezinkt. Het aldus geconcentreerde rioolwater wordt verder gepompt naar de RWZI te Overpelt. De klare fractie kan in de beek worden geloosd via de noodoverlaat als het bekken volledig gevuld is. -Hemelwaterberging; aan de overkant van de beek kan een bekken bij zware regens het massaal aangevoerde regenwater van het gescheiden systeem tijdelijk bufferen, stockeren, bergen om vervolgens debietsgecontroleerd in de Prinsenloop geloosd te worden.

21


Van de Prinsenloop geen kwaad ! 5. Draineren + irrigeren = fluviatiel cumuleren (De Prinsenloop ten noorden van het kanaal) - De wateringen De aanleg van het kanaal, het concept ervan door het boven het maaiveld aan te leggen, het levenbrengende Maaswater, de geringe denivellatie van het terrein in de vlakte van Bocholt; de vraag naar hooi voor het grote paardenbestand bij het leger,de Rijkswacht en voor de vele stadspaarden, waren evenveel uitnodigende factoren om wateringen aan te leggen. De wateringen in het stroomgebied van de Maas liggen praktisch altijd aan de benedenloopse zijde van de beken die het kanaal snijdt; zo kan het watertransport in de watering ‘gravitair’ gebeuren en zijn er geen bemalingen nodig. Omstreeks 1820 bedroeg de oppervlakte ‘Gemene heide’ nog ± 50%. Vanaf 1840 werden grote oppervlakten verkocht. Zo werd graaf de Theux de Meyland eigenaar van ongeveer 200 ha heidegrond om er wateringen van te maken met het oog op de hooiproductie. Naderhand werden de meeste wateringen met populieren beplant (de Stekskenswatering te Lommel Kolonie bv.). De hernieuwde Prinsenloop en de Damsheideloop werden aldus d.m.v. een aftapinstallatie (Prise d’eau) ingezet om de wateringen van Maaswater te voorzien. - De Krekelheide (krakeel, ruziën, twisten) In 1400 ontstonden er grenstwisten over de Grote Heide tussen Neerpelt ( Loonse Heerlijkheid; samen met Overpelt, Kaulille en Kleine-Brogel behorende tot het Prinsbisdom Luik) enerzijds en Achel, Lille (samen met Hamont behorende tot het land van Grevenbroek) anderzijds. Het gewapend conflict eindigde met de nederlaag van Grevenbroek en de inlijving of annexatie van het Land van Grevenbroek bij de Prinsbisschoppelijke staten. Geschillen over de graasrechten in de onmetelijke heidegebieden waren tijdens het ancien régime legio en speelden zich begrijpelijkerwijze vooral in de grensgebieden af. Zo liet de Prinsbisschop (de Heer) reeds in de 13de eeuw de ‘Zwarte Beek” uitdiepen en verlengen (“de Heeregracht”) tot praktisch tegen de Bollisserbeek om een duidelijke en onbetwistbare grenslijn te creëren tussen het heidegebied van Hechtel (Averbode) en dat van Helchteren (Trudo-Abdij van Sint-Truiden). De ‘Heerlijkheden’ onderling, waren in die tijden vast en zeker voor elkaar veel meer ‘buitenland’ dan het nu het geval is tussen de huidige provincies en gemeenten in de grensgebieden. In deze omgeving werd zo ook de bovenloop van de Vliet verlengd tot in de Prinsenloop om de verder gelegen gronden, richting Achel, te irrigeren. Hier is ons beekje dus de tweede maal het voorwerp van een voortijdige aderlating van haar water.

22


Van de Prinsenloop geen kwaad ! - De Witteberg

Nabij de Wittenberg : vistrappen

De toename van de bevolking, de daarmee gepaard gaande uitbreiding van de veestapel, het zoeken naar goed weidegebied, de zeer arme en droogtegevoelige zandgronden, leidden meermaals tot overbegrazing, waardoor er zich in de dekzanden verstuivingen voordeden en de zo kenmerkende duincomplexen ontstonden. De kleine ophopingen waren algauw voldoende om het toponiem ‘berg’ uit de kast te halen; voeg daaraan toe de bleke kleur van het droge zand en het plaatje is volledig. Zo bevindt er zich in het grensgebied tussen Helchteren en Hechtel, in het huidige militair oefenterrein, eveneens een gebied de ‘Witte Bergen’ genaamd. Tegenwoordig zijn de stuifzandcomplexen van de Witteberg bebost en aldus gefixeerd.

- Achter de Witteberg begint het Land van Maas en Waal Net voorbij de Witteberg ontvangt de Prinsenloop de Tieselrieterloop als zijriviertje. ( Tisselrijt – Tisselriet is afgeleid van distel, hier wellicht de Moerasdistel bedoeld) Opvallend is de haakse bocht waarmee de Pr. Loop hier naar het noorden wordt afgebogen en verder kaarsrecht richting grens verloopt. Het hele, uitzonderlijk vlakke gebied, met zijn grote percelen, omzoomd met diepe grachten, waarin het ondergronds gedraineerde water zijn weg vindt, rechtlijnige wegen (dijken), is ingericht als grootschalig akDoorloopt de Turfheide en de Platte Heide : kerland. vlak en nat Het heeft alle kenmerken van het ruilverkavelingsland dat je vanaf de Schafterdijk in de ‘Schaftsche Heide’ langsheen de Peedijk in de Nederlandse grensgemeente Borkel en Schaft kan bemerken. De enige bosgebieden die je hier passeert luisteren naar de welluidende namen ‘Hondsbos’ en ‘Kattenbos’ en zijn begrijpelijkerwijze zorgvuldig van elkaar gescheiden. Beide gebieden zijn nu ook in grootschalig akkerland omgevormd. - Zo zit De Vork aan de steel Vanaf de noordelijke dijk van de Buitenheide trekt de Prinsenloop een opvallende diagonaal ( ZW – NO) doorheen het gebied, ingesloten door de grens en de N 748 (Sint-Odilialaan); dit gebied wordt ‘Vork’ genoemd.

23


Van de Prinsenloop geen kwaad ! In dit, eveneens grootschalig landbouwgebied, ontvangt de Prinsenloop nog twee, uit het zuiden komende zijriviertjes; de Voortloop (Voort – doorgang, oversteek, doorsteek door een vochtig gebied, beekvallei) en de Rodenrijtloop ( Rodenrijt – landgoed behorende tot de familie Rodenrijt (Rode – open -, gerooide plek in een bosgebied (Gruitrode, Kinrooi)). En om de vergelijking verder te trekken; de steel van de drietand gevormd door Prinsenloop, Voortloop en Rodenrijtloop, heet vanaf hier Haagbroekerloop. - Belg tegen heug en meug ? Na de doortocht door de Buitenheide en de diagonaal door de Vork, verloopt de Haagbroekerloop, zoals onze beek nu heet, opvallend parallel met de grens. Omdat daar volgens de algemene topografie van de streek weinig reden voor is, ligt het voor de hand dat de beek hier afgeleid werd en zoveel mogelijk op Belgisch grondgebied gehouden is. Weliswaar niet voor 100 %, want de grens vertoont vlak bij de Achelse Kluis een paar grillige knikken. Zo komt de beek nog even in Nederland, dan weer in België om aangerijkt met het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) precies aan de grens haar water in de Warmbeek te deponeren. Net voor de monding wordt de Pr.L. onder de Stokkenloop, een afwateringssloot in de wateringen van de Abdij, doorgevoerd.

6. Synthese Al is onze beek slechts 16 km lang, al heeft haar Prinsdom slechts een oppervlakte van 1352 ha (13,52 km2 ); toch loonde het zeer de moeite er eens bij stil te staan. Aan zijn oevers, in zijn vallei, voltrok zich een fysische en cultuurhistorische landschapsevolutie die exemplarisch is voor onze Kempen.

   

Na het ontstaan zowat 10 000 jaar geleden, trok de beek een vochtig spoor doorheen een met loofbos begroeide streek bestaande uit: eiken, beuken, elzen, hazelaars en haagbeuken. Hierin zwierven vanaf de jongste steentijd jagers, vissers en verzamelaars rond. Aan haar oevers ontwikkelden zich de eerste vormen van landbouw; voor het eerst wijzigt de mens de vegetatie en zet d.m.v. brandculturen het bos hier en daar om in akker- en graasland. Op de spoedig verlaten plaatsen ontstaat de heidevegetatie. De Romeinen doorkruisen haar stroomgebied en leggen er een weg in aan; de eerste grensverleggende infrastructuurwerken ontstaan.

24


Van de Prinsenloop geen kwaad ! 

 

Gedurende ± 1000 jaar heerst er de zg. ‘Potstaleconomie’; het samengaan tussen privébezit (nabij de beekvallei, het houtwallenlandschap) en “gemene” (vroente) (weide-, graas)grond. O.i.v. de groeiende bevolking, verdwijnt het loofbos om plaats te maken voor de oneindige heidevlakten: (Kolisheide ( Kool + hees (struikgewas) – plaats waar kool, bosturf werd gestoken), Damsheide,(gebied eigendom van de familie Daams) -Krekelheide, Buitenheide, Heikant; zijn de grote heidegebieden in haar stroomgebied). Aan haar oevers leidden twisten om de laatste morzel heide tot conflicten die een impact kenden op administratieve herindeling van het gebied. De beek verbindt nu wat ze voorheen scheidde. Door het kanaal, de dubbele ‘dope’ van Maaswater en kunstmest verdwijnt de heide; (Heide is enkel nog terug te vinden in het alom aanwezige heidetoponiem) wateringen, bosaanplantingen, grootschalige bedrijven komen in de plaats; de zandgronden overstijgen zichzelf inzake landbouwopbrengsten.

6. Visstand in de Prinsenloop Op 21-04-2004 werd het visbestand in de Prinsenloop (Witteberg 93167125) en in de Haagbroekerloop ter hoogte van de Vork (93167150) geïnventariseerd en geëvalueerd door het IBW (Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer) van de Vlaamse Gemeenschap. Onderstaande tabel geeft een aantal fysische kenmerken van de beek en het visbestand van de beek op beide meetplaatsen.

Meetpunt

pH

O2 mg/l

T0

V m/s

diepte cm

breedte m

Witteberg 93167125

8,0

12,8

12,3

7,7

11,3

9,4

10 - 20

4-5

0,65

2- 3

Vork 93167150

0,25

soorten Riviergrondel Blankvoorn Am.bergmeerval 3 D. stekelbaars 10 D. stekelbaars Riviergrondel Bermpje 3 D. stekelbaars 10 D. stekelbaars

25


Van de Prinsenloop geen kwaad ! Opmerkingen bij tabel : - Van de 6 gevangen vissoorten waren riviergrondel en bermpje de meest gevangen exemplaren. - Op beide plaatsen scoort de ‘visindex’ een matige kwaliteit. - Op meetpunt Vork werden er in 1998 naast de vermelde soorten voor 2004 eveneens: paling, blankvoorn en Amerikaanse hondsvis aangetroffen. - In tegenstelling tot in de andere Kempense beken, zijn de pH-waarden vrij hoog, de basische waarden wijzen zonder twijfel op de aanwezigheid van een deel ‘allochtoon’ (Maas)water in de Prinsenloop dat via de aftapping uit het kanaal afkomstig is. Geraadpleegde werken en instanties:  Frans Creemers, ontvanger-griffier watering de Vreenebeek, Grote-Brogel

         

Jos Trouwen, Districtsingenieur Maas- en Netebekken, Water & Domeinen - Provincie Limburg Heemkundige kring ‘De Kapetulie’ Achel Plaatsnamen te Overpelt, Neerpelt, Kaulille, Wijchmaal, Kleine-Brogel, Opglabbeek Jos Molemans - Instituut voor Naamkunde Naamgevingsfactoren in de Kempense toponymie – Jos Molemans GIS –Vlaanderen Inventaris bouwkundig erfgoed St.-Huibrechts-Lille (ID:22057) Visbestandsopnamerapport - IWB 2004.124 De Unieke Vloeiweiden - verhandeling natuurgidsen 1980, waaronder ondergetekende. De Dommel: Stroom door tijd, natuur en landschap – Ecologische kring Midden-Brabant De Abeek: Levensader van beide Limburgen – Paul Capals e.a.

Jaak Weltens, gidsengroep Werkgroep Isis

Limburgse Koepel voor Natuurstudie organiseert 22ste contactdag Op zaterdag 19 januari 2013 organiseert de Limburgse Koepel voor Natuurstudie (haar jaarlijkse contactdag in de Universiteit Hasselt, Campus Diepenbeek. LIKONA is het samenwerkingsverband van een aantal werkgroepen, verenigingen en instellingen die actief zijn op het vlak van studie en inventarisatie van planten, dieren, gesteenten en fossielen. Ze inventariseren, brengen veldgegevens samen en voeren beschermingsacties uit. De bedoeling van de contactdag is om alle mensen die geïnteresseerd zijn in natuurstudie samen te brengen en kennis te laten maken met recent natuuronderzoek in Limburg. Voor het volledige programma van de contactdag (details van de korte mededelingen, voordrachten binnen de werkgroepvergaderingen) kan men terecht op www.likona.be. Alle geïnteresseerden worden uitgenodigd om deel te nemen. Deze uitnodiging geldt uiteraard ook buiten de provinciegrenzen. De deelname is gratis, maar inschrijven is noodzakelijk (vóór 10 januari). Voor een warme maaltijd dient u te reserveren en 8 euro op de contactdag bij inschrijving te betalen. Voor inlichtingen en inschrijvingen kan men tijdens de kantooruren terecht bij het Provinciaal Natuurcentrum, tel. 011 26 54 62, fax 011 26 54 55 of via likona@limburg.be, www.likona.be

26


Kindernatuuratelier Wij kunnen ook zorgen dat de vogels in de winter eten hebben door ze te voederen. Heb jij zin om lekkere dingen voor de vogels te maken? Kom jij ook naar onze workshop? Lees snel op de pagina hierna! Kleur jij eerst deze plaatjes mooi in?

27


Kindernatuuratelier Woordzoeker Vogels Alle onderstaande vogels zitten horizontaal, verticaal of diagonaal verstopt in de puzzel. Streep ze door en maak van de overgebleven letters nog een vogel. aalscholver buizerd duif eend ekster

fuut gors goudvink grutto hop

keivit koolmees kraai leeuwerik meeuw

merel mus raaf reiger taling

winterkoning uil wielewaal wulp zwaan

28


Kindernatuuratelier Zoek de 6 verschillen tussen deze kleurplaten

Oplossing pag.28 : kiekendief

29


Kindernatuuratelier Activiteitenkalender

16

Woensdag Januari

Open deur tentoonstelling : Vogels in vogelvlucht

Bezoek onze tentoonstelling ter kennismaking of ter voorbereiding op een klasbezoek. Voor leerkrachten, ouders, grootouders en kinderen ! Doorlopend van 13.00 uur tot 16.00 uur

Workshop : Help de vogels de winter door De winter is een periode waarin voor de vogels weinig voedsel in de natuur te vinden is. Hierbij kunnen wij de vogels helpen door ze bij te voeren. We gaan dit doen door allerhande lekkernijen te bereiden zodat alle vogels aan hun trekken komen. Workshops om : √ 13.30 uur √ 14.30 uur √ 15.30 uur Inschrijven voor 11/01/2013

waar: NME-centrum Dorpsstraat 8, Grote-Brogel  011/633705  educatie@werkgroepisis.be

30


Activiteitenkalender Aanbod voor groepen/verenigingen Vegers voor vlinders Dat vegers of borstels vlinders kunnen helpen klinkt bizar, maar toch is het waar. Op de heide leven diverse vlindersoorten, aangepast aan dit biotoop. Helaas wordt de heide overwoekerd door grassen en bomen. Bij de activiteit ‘Vegers voor vlinders’ geeft een gids je meer uitleg over de heide van toen en van nu, over de heivlinder en diverse andere typische heidebewoners. Daarna steek je de handen uit de mouwen en het pijpenstrootje uit de grond. Met de wortels van het pijpenstrootje maakt iedere deelnemer een veger, net zoals de heideboeren het vroeger deden. Na afloop ben je een duurzame Deze activiteit duurt een ganse dag en kan doorgaan in de periode juli tot en met oktober. Prijs: 90 euro of het aanbrengen van 20 nieuwe leden (lidgeld 2013 = 3 euro pp)

Cultuurhistorische landschapswandeling op het Hobos Het Hobos, gelegen te Lindelhoeven, tussen Overpelt en Eksel, is een uniek gebied van bijna 150 ha landbouwuitbating. Het is ontstaan in de 16de eeuw en werd uitgebouwd in de 18de en 19de eeuw. Misschien wel de bekendste bewoner van het Hobos was drossaard Clercx. Hij liet de laatste bokkenrijders in Noord-Limburg opknopen in het laatste decennium van de 18de eeuw ten tijde van de Franse Revolutie. De gids neemt u gedurende 2,5 u mee doorheen het gebied en doorheen de tijd. Tijdens deze wandeling toont hij aan hoe veranderende sociale en economische verhoudingen in de samenleving dit unieke landschap vorm hebben gegeven. Ook verkenning per fiets is mogelijk ! Prijs : 50 euro of het aanbrengen van 15 nieuwe leden (lidgeld = 3 euro pp)

Stiltebelevingswandeling Wat wordt er mogelijk als er stilte is? Door de stilte te beleven kunnen we onze zintuigen intenser ervaren. Verwondering en bewondering durven uiten. Heerlijk ontspannen ! Deze wandeling duurt ongeveer 2 uur en gaat door op een af te spreken locatie. Prijs : 50 euro of het aanbrengen van 15 nieuwe leden (lidgeld = 3 euro pp)

Voor reservatie : telefonisch op 011/633.705 of via email werkgroep.isis@scarlet.be

31


5.2.0/1-38/837

Socio-cultureel tijdschrift Vzw Werkgroep Isis Dorpsstraat 8 bus 1 3990 Peer

Meer info en contact www.werkgroepisis.be Verschijnt driemaandelijks Jaargang 41 nummer 4 Datum van uitgifte: 31 december 2012 Toelatingsnummer: 5.2.0/1-38/837

V.u. J.-P. Sleurs, Oude weg 24, 3930 Hamont-Achel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.