EDITIE MEISE-LONDERZEEL, GRIMBERGEN & KAPELLE O/D BOS
APRIL 2016 ADVERTEREN? JAN MOENS: 0479/70 07 59 VOLGENDE VERSCHIJNING: 10 MEI
G E ZO N D &W E L
Daarom werken vitaminesupplementen niet SOCIO
Digibesitas: de stress van het scherm EUREK A
Tips voor groene vingers DOSSIER
Waarom onderbevolking het echte probleem van de toekomst wordt H U I S &T U I N
WWW.WIEPER.BE | JAARGANG 9 | NUMMER 87
Zo krijg je een vooraanstaande voortuin H OT E LT E S T:
Dag én nacht thermen: het kan!
GROENE JONGEN
BARTEL VAN RIET “Mensen beseffen dat de tijd die ze doorbrengen in hun tuin veel fijner is dan de momenten in hun dikke auto.”
Be e ss tt e e ll e e zz e e rr ,, B
WELKOM
Beste lezer, Met de lente definitief in het land, wordt alles groen; onze vingers in Eureka, maar ook onze interviewee van deze maand, groene jongen Bartel Van Riet. Na zijn passages in o.a. Groenland was het tijd om Vlaanderens bekendste tuinman eens aan de tand te voelen over waar dat groen in zijn vingers nu vandaan komt. Maar ook wie fan is van een voortuin als glanzend visitekaartje, vindt in dit april-nummer wat hij zoekt. En dat het tussen al dat natuurgeweld op de grond krioelt van het leven is logisch, even logisch als de overbevolking die op ons afkomt van al het krioelende mensenleven wat hogerop. Of was
het nu onderbevolking? We zouden online de mist rond onze geest kunnen afschudden bij deze interessante vraag, ware het niet dat digibesitas als nieuwe welvaartsziekte om de hoek loert. En wie zich daarbij vragen stelt rond zijn gezondheid, neemt beter ook nog een kijkje bij Gezond&Wel, want vitamines, zo onschuldig blijken ze niet. Veel leesplezier! Jan Moens Opmerkingen of suggesties? jan@wieper.be
INHOUD Interview.......................................................................................
04
Ontspanning................................................................................... ++ Dag ĂŠn nacht thermen: het kan!
10
Eureka................................................................................................ ++ Tips voor groene vingers
14
Gezond & Wel................................................................................... ++ daarom werken vitaminesupplementen niet
18
Dossier............................................................................................. ++ Waarom onderbevolking het echte probleem van de toekomst wordt
22
Socio........................................................................................... ++ Digibesitas: de stress van het scherm
24
Huis&Tuin....................................................................................... ++ Zo krijg je een vooraanstaande voortuin
28
++ Groene jongen Bartel Van Riet
Verschijning: maandelijks Editie: Meise-Londerzeel, Grimbergen & Kapelle o/d Bos Andere editie: Klein-Brabant Totale oplage: 47 000 ex. April 2016 Volgende verschijning: 10 mei 2
4 18 04 22
Aan huis bezorgd bij ieder gezin in de streek door Bpost Hebt u een exemplaartje gemist? Spreek uw postbode aan of meld het ons, dan doen wij het nodige.
Coverfoto & foto's interview: Š Lies Willaert Ontwerp en realistatie:
Om in Wieper Magazine te adverteren, contacteer Jan Moens / ++ 0479/700759 / janmoens@medijan.be. Dasmusweg 5a / 1980 Zemst ++ Fax: 015/61 63 72 ++ info@wiepermagazine.be
++ www.wiepermagazine.be Een uitgave van Wieper BVBA Verantwoordelijke uitgever: Jan Moens Wieper is niet verantwoordelijk voor de advertenties van haar adverteerders. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
© Lies Willaert
BARTEL VAN RIET
Wanneer we denken aan de lente en tuinieren, dan komt het beeld van Bartel Van Riet meteen voor ogen. De 33-jarige tuinliefhebber zet niet alleen bloemen, maar ook harten in bloei met zijn imago. Maar wat bloeit er in de geest van Vlaanderens bekendste natuurliefhebber? En wat vindt hij van de groene vingers van de modale Vlaming? Na zijn programma Groenland en zijn boeken, is het tijd om terug te keren naar zijn roots: ‘den buiten’. Wij zijn alvast benieuwd of hij ook ons kan aanzetten om te ploeteren in de tuin. WIEPER: HOE IS HET GESTELD MET DE GROENE VINGERS VAN VLAANDEREN? BARTEL VAN RIET: “Net als gezond eten krijgt tuinieren weer een belangrijke plaats in het leven van veel mensen, ook jonge mensen. En ergens is dat ook logisch, omdat we vaker beginnen na te denken over de groenten en het fruit dat in onze koelkast ligt. Wat is de oorsprong? Waarom hebben sommige stukken weinig smaak? Hoe ver moeten die producten getransporteerd worden voordat ze in mijn ijskast belanden? Dan lijkt het niet zo’n gek idee om zelf aan de slag te gaan in de tuin. Moeilijk is dat bovendien ook niet, hoewel het begin natuurlijk altijd gepaard gaat met wat frustratie. Voor je het weet, heb je zelfgekweekte sla, radijsjes, wortelen, kruiden en tomaten. En ik garandeer het je dat die stuk voor stuk beter smaken dan in de winkel. Terwijl de generatie van onze grootouders vooral tuinierden om economische redenen, is het voor ons eerder een nieuw ontdekte hobby die zowel leuk als nuttig is. Het biedt enorm veel voldoening om zelf voor je eten te kunnen zorgen. Bovendien mag je het psychische aspect niet vergeten, je
“Je wordt bijzonder rustig van tuinieren. Het is een moment waarop alles wat ons opjaagt in het dagelijkse leven even wegvalt.”
wordt er bijzonder rustig van. Het is een moment waarop alles wat ons opjaagt in het dagelijkse leven even wegvalt. En dat kan tellen de dag van vandaag.” WIEPER: KAN JIJ NOG OVER STRAAT LOPEN ZONDER DAT JOU VRAGEN GESTELD WORDEN OVER TUINIEREN? VAN RIET: “(lacht) Zelden. Mensen vragen me dikwijls om raad, en soms zijn dat dingen waarop ik totaal geen antwoord weet. Mijn kennis is natuurlijk niet oneindig, maar als ik hen kan helpen, doe ik dat. Het is vooral leuk als ik die mensen dan voor een tweede keer tegenkom, omdat ze me dan kunnen zeggen of mijn raad hen al dan niet geholpen heeft. Hoe cliché het ook mag klinken: tuinieren is echt niet alleen mijn job, maar ook mijn passie. Ik heb mijn eerste wortels al op jonge leeftijd gezaaid, samen met mijn vader. Maar ook mijn moeder heeft die liefde voor de natuur gevoed. Ze is leerkracht wetenschappen en wist dus altijd veel te vertellen als we in de natuur kwamen. Bovendien is het moeilijk niet van ‘den buiten’ te houden als je opgegroeid bent in de Kempen. Het is een grote rustige streek waar alles zijn eigen gangetje gaat. Misschien ook daarom dat ik er nooit aan zal wennen dat mensen me herkennen van op tv. Soms zou ik die bekendheid even van me af willen zetten. Zeker wanneer ik met vrienden op café een pintje ga drinken. Dan wil ik gewoon even op mijn gemak genieten van hun gezelschap en dan wil ik dus liever met rust gelaten worden. Ik vind het trouwens ook vreselijk om selfies of foto’s te nemen, laat dat een algemene oproep zijn (lacht). Maar kinderen mogen me wel altijd aanspreken.” WIEPER: KINDEREN EN TUINIEREN, IS DAT EEN MATCH?
© Lies Willaert
4
VAN RIET: “Ik heb het gevoel dat steeds meer ouders hun kinderen stimuleren om in de tuin te werken. Als je dat goed aanpakt, zijn ze daar onmiddellijk mee weg. Ik heb in ‘Groenland’ al
“We zouden onze kroost veel vaker naar buiten moeten sturen om de natuur te ontdekken. Laat ze wat ravotten en zichzelf vuil maken, dat is goed voor hun ontwikkeling.” eens in de tuin gewerkt met kinderen en het is heel dankbaar om te zien hoe gelukkig het tuinieren hen maakt. Tegenwoordig hebben kinderen teveel binnenspeelgoed. We zouden onze kroost veel vaker naar buiten moeten sturen om de natuur te ontdekken. Geef ze een stok en ze kunnen zich gerust een half uur amuseren. En laat ze wat ravotten en zichzelf vuil maken, dat is goed voor hun ontwikkeling. Ik denk zelf nog niet meteen aan kinderen, maar ik wil wel zeker vader worden. Zo eentje die net zo lang kind kan blijven als zijn eigen kinderen. Ik vind het heerlijk om me in hun leefwereld te verliezen. Maar dat neemt niet weg dat ik ook streng zou zijn wanneer dat nodig is. Kinderen moeten tenslotte opgevoed worden en begrijpen waarom bepaalde dingen niet door de beugel kunnen.” WIEPER: RAAK JIJ HET TUINIEREN NOOIT BEU? VAN RIET: “Helemaal niet, want het voelt niet als een opgave. Integendeel, het is pure ontspanning. Ik steek daar heel wat tijd en liefde in, dus als ik een plant zie groeien, kan ik daar enorm van genieten. Hoewel ik nooit voorzien had om er mijn hoofdberoep van te maken, zou ik me niet echt een leven zonder tuinieren kunnen voorstellen. Ik kan het gewoonweg niet volledig loskoppelen van wie ik ben. En te denken dat ik eigenlijk leerkracht lichamelijke opvoeding ben. Zodra ik verhuisde, werd de afstand tussen woning en werk te groot. Ik tuinierde uiteraard al in bijberoep en ben er dan maar volledig voor gegaan. Maar wie weet, pagina 8
Bartel
Van Riet
Ik heb respect voor mensen die maar voor één ding leven, maar zo zit ik persoonlijk niet in elkaar. Er zijn veel dingen die naast mij gebeuren waar ik aandacht aan wil besteden. Ik hou van veel verandering. Werken en vakantie mogen elkaar dus vaak afwisselen.” WIEPER: ZIJN DAT GROENE VAKANTIES OF HOU JE MEER VAN EEN CITYTRIP ALS JE MET VERLOF BENT?
© Lies Willaert
geef ik het morgen allemaal op om beenhouwer te worden (lacht). Het buitenleven wordt alsmaar belangrijker, heb ik gemerkt in mijn job als landschapsarchitect. Mensen beseffen dat de tijd die ze doorbrengen in hun tuin veel fijner is dan de momenten in hun dikke auto. Ik ken er zelfs al die de aankoop van een wagen of een verbouwing van de badkamer hebben uitgesteld om meer te investeren in de tuin. Een mooie evolutie vind ik dat. Al is een grote investering niet altijd nodig, je kan veel doen met materiaal dat je anders zou weggooien. Voor mij is het een manier van leven geworden, om zoveel mogelijk buiten te vertoeven. Met mijn bedrijf de ‘Tree Musketiers’ ontwerpen we tuinen en doen we aan boomzorg. Daarbij is de afwisseling vooral belangrijk. Ik zou niet de hele dag achter een bureau kunnen zitten. Daarmee zeg ik niet dat je elke dag tot aan je knieën in de modder moet staan, maar een fijne tuin is wel voor iedereen weggelegd. Mensen hebben er ook meer oog voor. Over sociale media kan je veel zeggen, maar er zijn ook mooie dingen op te zien. Hoeveel mensen maken er geen foto van een regenboog of boeket bloemen en delen die vervolgens met vrienden?” WIEPER: IN VLAANDEREN BLIJFT ER NOG MAAR WEINIG GROEN OVER, WAT VIND JIJ DAARVAN? VAN RIET: “Dat is natuurlijk vreselijk. Ik heb met mijn programma en mijn boeken ook zoveel mogelijk aandacht proberen te vestigen op het belang van de natuur. Als mensen de natuur weer gaan appreciëren, zullen ze er ook weer moeite voor doen om deze te behouden en te beschermen. Een boom is namelijk niet iets dat enkel voor rommel zorgt in een dakgoot, iets waar overigens teveel mensen over klagen. Zo mogen we het echt niet bekijken. Ik doe dan ook alles dat in mijn macht ligt om de natuur en het buitenleven te promoten. Het is wel niet zo dat ik maniakaal bezig ben met tuinieren. 8
VAN RIET: “De bestemming maakt me niet echt uit. Ik ben een enorme fan van Europa, maar durf ook wel eens verdere oorden op te zoeken. Zo ben ik bijvoorbeeld al eens voor een maand naar Thailand getrokken om er een duikcursus te volgen. Al kan je me met een verblijf in Italië ook heel blij maken. Het is ook zo gevarieerd: elke honderd kilometer heb je een ander landschap. Als ik één plek moet uitkiezen, dan is het de Golfo di Baratti, aan de zee in Zuid-Toscane. Het is een natuurreservaat vol Etruskische ruï-
“We beginnen vaker na te denken over de groenten en het fruit dat in onze koelkast ligt. Wat is de oorsprong, waarom hebben sommige stukken weinig smaak?” nes. Ik probeer er eigenlijk zelfs jaarlijks naartoe te gaan, maar dan mijd ik wel het massatoerisme. Gelukkig zijn er in Italië in de zomer ook nog weinig betreden paadjes. Umbrië is bijvoorbeeld een topper, dat stadje is even authentiek en charmant als Toscane, maar dan zonder die gruwelijke drukte. In Italië gebeurt alles oprecht en eerlijk. Neem bijvoorbeeld een simpele tomaat, daar worden in de Italiaanse keuken helemaal geen ingewikkelde dingen mee gedaan. De tomaat op zich is tenslotte al perfect. De Franse keuken is op dat vlak veel gecompliceerder. Die Italiaanse simpliciteit probeer ik ook in de tuin te promoten. Eerlijke producten, zelf gekweekt, smaken veel beter dan wat de aquacultuur te bieden heeft. Een tomaat heeft volle grond en veel zon nodig, geen serre waar water doorsijpelt om die plant snel te doen groeien. Je merkt het misschien al, maar ik kook ook heel graag. In mijn tuin is er een plekje voorzien om vuur te maken waar iedereen gezellig rond kan zitten. Het is een soort van kachel met een loungebank, gemaakt van materiaal dat ik op zolder heb gevonden. Of ik ook talent heb ik de keuken? Geen idee, maar mijn vrienden en familie komen toch graag bij me eten, dus zo slecht kan het niet zijn (lacht). Buiten koken doe ik wel niet zo heel veel
in het huishouden, moet ik toegeven. Gelukkig heb ik wel een heel goede poetsvrouw die me ook helpt bij mijn strijk. Maar mijn was laat ik niet op een ander doen, ook moeilijk met al die vuile kleren van het werken.” WIEPER: VOOR WELK SOORT TUINONTWERP MOGEN KLANTEN BIJ JOU AANKLOPPEN? VAN RIET: “Natuurlijke tuinen, niet te complex of afgelikt. Ik hou ervan volumes te creëren met meerdere soorten planten, dat geeft rust om naar te kijken. Verder let ik ook altijd goed op de omgeving. Zo lijkt het me niet logisch om een strak kader te trekken in een bosrijke omgeving.” WIEPER: WAT VIND JE VAN JE SEXY IMAGO, VERVELEND OF EGOSTRELEND? VAN RIET: “Het is flatterend, uiteraard. Maar ik ben eerlijk gezegd amper bezig met mijn uiterlijk. Als ik op een dag al vijf minuten voor de spiegel sta, zal het veel zijn. Misschien dat ik daar wat meer aandacht aan zou moeten besteden, want mijn haar ziet er dikwijls maar een warboel uit. Al is dat misschien wat vrouwen aanspreekt aan mijn looks? En mijn bruine tint is enkel en alleen te danken aan het feit dat ik voortdurend buiten werk. Maar het is natuurlijk mooi meegenomen om er een beetje gebruind uit te zien. Pas op, als de zon heel fel schijnt, dan is dat serieus afzien. En voor alle duidelijkheid: ik vind mezelf totaal geen sekssymbool. Tuinieren heeft trouwens ook niets erotiserend, tenzij er een tuin bestaat vol mooie vrouwen. In dat geval wil ik mijn vorige antwoord misschien wel aanpassen (lacht).” WIEPER: JE HOUDT VAN DE NATUUR, MAAR LEEF JE OOK GEZOND? VAN RIET: “Goh. Af en toe drink ik wel eens een pintje, maar daarnaast beweeg ik toch wel regelmatig. Mijn gezondheid is heel belangrijk voor mij. Ik hoop dat ik nog gemakkelijk door mijn knieën kan gaan en dat mijn rug goed plooit als ik oud ben. Gelukkig ben ik gezegend met een goede rug. Ik hoop dat ik nooit ziek word en alles kan blijven doen. Ik kan me niet inbeelden wat ik in slechte gezondheid zou doen. Naast mijn arbeidsintensieve job doe ik ook regelmatig aan sport. Ik loop, fiets, zwem en doe ook aan squash. Het is een uitlaatklep waar ik echt behoefte aan heb, want ik ben nogal een hevig manneke (lacht). Mijn agenda mag nog zo vol staan, ik maak er altijd tijd voor. Soms sta ik er dan gewoon wat vroeger voor op, zodat ik zeker kan sporten. Achteraf voel ik me altijd beter, dus een echte opoffering is het niet.” WIEPER: BEDANKT VOOR HET GESPREK!
10
Eureka PRAKTISCHE TIPS VOOR PRAKTISCHE VRAGEN Het huishouden runnen is niet altijd even gemakkelijk. Van de ene dag op de andere hoor je plots dé expert te zijn op vlak van onderhoud, knopen doorhakken (én aanzetten), veiligheid, energiebesparing, gezondheid, koken, kuisen, tuinieren, … Maar geen nood, want WIEPER helpt je maandelijks met praktische oplossingen voor al je huiselijke vragen en problemen. Deze maand helpen we jou bij het kweken van groene vingers.
① HOE HOUD IK MOLLEN UIT DE TUIN? Ze zijn dé nachtmerrie van iedere tuinliefhebber: mollen die te pas – en vooral – te onpas opduiken. Je kan vallen plaatsen, maar er zijn gelukkig ook diervriendelijke edoch effectieve methodes om de ongewenste gasten uit je tuin te verjagen. De diertjes zijn gevoelig voor geur én geluid. De geur van de keizerskroon of de kruisbladwolfsmelk werkt perfect om mollen weg te jagen. Als je je tuin niet vol wil zetten met die grote planten, dan kan je ook een geurmiddel in het tuincentrum kopen dat speciaal bedoeld is voor de verdrijving van mollen. Gezien ze ook niet tegen geluid bestand zijn, kan je ook op verschillende plaatsen in de mollengang een fles zonder bodem ingraven. Als je ervoor zorgt dat de flessenhals boven de grond uitsteekt, dan waait de wind hier doorheen en dus ook door de mollengang. Als je ze iedere meter of twee plaatst, kan je er zeker van zijn dat het de mollen bereikt, en vervolgens gek maakt. Geen zin om zelf aan het werk te gaan? Schaf dan een mollenverdrijver aan, dat is een apparaatje dat geluidsgolven uitzendt. Afhankelijk van de sterkte van het apparaat kan je met één exemplaar een tuin van 800 vierkante meter mol-vrij maken.
② HOE KWEEK IK EETBARE PADDENSTOELEN? In België kan je niet zomaar paddenstoelen plukken. Maar goed ook, want niet alle soorten zijn eetbaar. Shittakes, oesterzwammen, goudkopjes en pioppino’s zijn niet alleen gezond, maar ook erg lekker en gemakkelijk te kweken. Let wel: je kan niet meer dan één soort op dezelfde voedingsbodem planten. Je mag het proberen, maar het resultaat blijft hetzelfde: er blijft slechts één – namelijk de sterkste – over. Koop een klant-en-klare kweekset, bestaande uit een substraatzak met beukenzaagsel en paddenstoelenmycelium, van de soort die jij wil hebben. Vanaf acht graden buitentemperatuur kan je het groeibaaltje buiten zetten, waar je het substraat twee keer per dag nat spuit. Het duurt gemiddeld twee weken voordat paddenstoelen gaan groeien.
③ HOE VERWIJDER IK DRAADALGEN UIT MIJN VIJVER? In de eerste plaats is het van belang om de waterwaarden op punt te zetten alvorens de algen aan te pakken. Voor het bestrijden van de algen zelf vind je in elk tuincentra wel producten die beloven het water van je vijver glashelder te houden. En hoewel die het water helder zullen maken, is dat slechts van tijdelijke aard. Een ander nadeel van die chemische producten is dat ze het water verzuren. Daardoor bestrijd je niet alleen de algen, maar ook de zuurstofplanten en de dieren die in het water leven. Kies daarom voor 100% biologische algenbestrijders die op een natuurlijke wijze de algen verdrijven én geen risico betekenen voor uw vissen of plantengroei. • Investeer in zuurstofplanten. Ze vormen hét middel tegen algen. Ze hebben niet alleen een reinigende functie, maar nemen ook fosfaten, nitraten, mineralen en zouten op waar algen ook van leven. Bovendien scheiden de zuurstofplanten een remmende stof af waardoor algen niet kunnen groeien. Omgekeerd kunnen algen ook zuurstofplanten afremmen, zet daarom binnen de 24 uur na het vullen van de vijver goede en voldoende zuurstofplanten in de vijver. Per 1000 liter water heb je minstens vier zuurstofplanten nodig. Een ideale keuze is fonteinkruid, wat groeit van maart tot oktober, de warmste periode van het jaar. • Creëer schaduw. Algen vermenigvuldigen zich in het zonlicht. Indien je vijver in de zon staat, verplaats je die best of plant je waterlelies. In de zomer zijn de bladeren groot genoeg om voor voldoende schaduw te zorgen. • Beperk de voedingsstoffen in het water. Gebruik bij het oppotten van de vijverplanten geen turf, compost, oplosbare kunstmest of koemest. En voer je vissen op maat, teveel is sowieso slecht voor de vissen en voedt onnodig het water. • Koop watervlooien. Deze insecten komen van nature in het water voor en kunnen grote hoeveelheden algen eten. Maar doe dit niet als je vissen hebt, want die peuzelen de vlooien maar al te graag op.
Dirk Verdoodt – Koi&Co Vijvercentrum Meise
14
17
Gezond & Wel Daarom werken vitaminesupplementen niet Vitamines, zijn ze nu gezond of schaden ze net onze gezondheid? Gezien de kwaliteit van ons voedsel verminderd is door massaproductie, wordt vaak aangeraden om aanvullende vitamines te slikken om zo toch aan het aanbevolen aantal te komen. Maar uit recent onderzoek zou blijken dat ons lichaam deze vitaminepillen helemaal niet opneemt. Als we sommige bronnen moeten geloven, zou het slikken van vitaminen zelfs tot een vroegtijdige dood leiden. Vitamineproducenten waren niet blij toen een onderzoek uitwees dat het gebruik van vitaminetabletten niet levensverlengend werkte. Sterker nog, het leek erop dat het risico op sterfte zelfs verhoogd wordt. De onderzoekers van het academisch ziekenhuis van de Universiteit van Kopenhagen en de Universiteit van Nis analyseerden veertien onderzoeken waarin het effect van antioxidanten – vitaminen die de schadelijke werking van de vrije radicalen beperken - op kanker in maag, lever, alvleesklier en dikke darm werd vergeleken met een placebo. Ze vonden dat mensen die veel antioxidanten slikken, geen lager risico op kanker in die organen hebben, maar dat de sterfte wel licht wordt verhoogd. De reden hiervoor zou zijn dat de vitaminen niet wateroplosbaar zijn en zich daarom in het lichaam opstapelen. Een beangstigende conclusie die we uiteraard niet zomaar als waarheid moeten aannemen. Risicogroepen Moeten vitamines dan verboden worden? Neen. Sommige supplementen zouden wel nuttig zijn voor zwangere vrouwen en ouderen, twee categorieën mensen die veelal niet genoeg vitamines uit hun dagelijks voedsel putten. Maar er is dus geen sprake van dat vitaminegebruik voor de grote massa een opstapje betekent naar een betere gezondheid. Voedingssupplementen komen sowieso al nooit voordelig naar voor in studies, gezien de dosissen van deze stoffen vaak veel te laag liggen om werkzaam te zijn. Soms bevat een supplement zelfs maar tien procent van wat minimum nodig is voor een werkzaam effect. En ook al bevat het voedingssupplement voldoende van deze bepaalde stof, dan kunnen er nog problemen optreden. Zo bevatten veel supplementen slechts één vorm van een stof, wat er dan weer voor zorgt dat de andere vormen veel minder worden geabsorbeerd door het lichaam. De eiwitten die de vitaminen opnemen raken namelijk verzadigd met slechts één vorm. Hetzelfde geldt voor bèta-caroteen. Supplementen die dit bevatten, verhinderen de opname van andere carotenen, zodat je risico op kanker zelfs kan toenemen. Niet al18
leen de opname maar ook de werkzaamheid kan afhangen van de stof of soort. Zo kan de ene vorm de kans op kanker niet verlagen, terwijl een andere vorm van dezelfde vitamine het risico op kanker wél en zelfs met de helft vermindert. Voor de grote meerderheid van de mensen met een uitgebalanceerd dieet is er nochtans geen enkele reden om extra vitaminesupplementen te nemen. Daarnaast is dat de nood aan antioxidanten ook niet bij ieder individu even groot. Mensen die bij de omzetting van energie in hun lichaam veel vrije radi-
“Soms bevat een supplement zelfs maar tien procent van wat minimum nodig is om werkzaam te zijn.” calen creëren, hebben extra vitamines nodig om deze te neutraliseren. Terwijl het bij mensen die minder vrije radicalen produceren, de kankercellen net kan beschermen, wat kwalijke gevolgen heeft. Kwaliteitscontrole Een gezonde voeding met veel groenten en fruit zou daarom nog steeds de beste garantie bieden tegen vrije radicalen. Besef immers ook dat vitamines niet alleen individueel werken, maar veelal in combinatie met andere voedingsstoffen zoals mineralen, spoorelementen, enzymen, water en vetten. Zoals een fiets ook nooit zal rijden zonder wielen, hoeveel fietskaders je ook koopt. Wil je zeker zijn van voldoende inname van vitamines, eet dan vooral producten met flavonoïden. Die zitten in rijke mate in groenten, knollen, noten en
“Vitamines werken vaak enkel in combinatie met andere moleculen. Zoals een fiets ook nooit zal rijden zonder wielen, hoeveel fietskaders je ook koopt.” fruit. Flavonoïden vormen een belangrijk wapen in de strijd tegen allerlei aantastingen, variërend van kanker, infecties, zenuw- en hersenaantasting, botontkalking, tot overgewicht en suikerziekte. Als je toch beslist voor pillen te gaan, hou je best in de gaten wat je slikt, zowel op vlak van kwaliteit als van hoeveelheid. Neem geen pillen met anorganische en/of synthetische stoffen zoals oxiden, hydroxiden, sulfaten, selenaten, carbonaten, selenieten en fosfaten. Die worden namelijk slecht door je lichaam opgenomen en de formules zijn niet compleet voor een werkzaam effect. Kies dus voor pillen met organische en opneembare verbindingen. Als je bijvoorbeeld naar ijzer kijkt, is het alleen goed als het staat vermeld als ‘ijzeraminochelaat of ijzergluconaat’. IJzeroxide is daarentegen anorganisch. De pillen mogen geen vulmiddelen of geïsoleerde vitamines bevatten. Een goed multivitaminesupplement bevat geen suiker, gist, lactose, conserveermiddelen en synthetische geur-, kleur- en smaakstoffen, en moet hypoallergeen zijn. Het antwoord op de vraag of vitaminepillen gezond of slecht zijn, ligt dus ergens in het midden en is afhankelijk van de vitamine en pil in kwestie, alsook je eigen specifieke gezondheidssituatie. Onthoud bovendien dat vitaminesupplementen een nadelige invloed kunnen hebben op de werking van medicijnen. Overleg dus altijd eerst met je arts indien je medicatie gebruikt en daar extra vitamines bij wenst te slikken. Net zoals het onschadelijk lijkt om vervallen medicatie te slikken terwijl die uiteindelijk leverschade kan veroorzaken is ook hier de kans niet onbestaande dat de supplementen die je op eigen houtje begint te slikken meer kwaad dan goed doen.
Dossier Waarom onderbevolking het echte probleem van de toekomst wordt “De mens zal honderden jaren oud worden”, aan het woord is dokter Kris Verburgh, auteur van het veelbesproken boek ‘De Voedselzandloper’. Zijn laatste boek ‘Veroudering vertragen’ heeft hij vorig jaar uitvoerig besproken in ons blad. Maar zelfs wanneer we meegaan in zijn meesterplan om de Magere Hein voorgoed werkloos te maken, rijst de vrees voor overbevolking. Of niet? Want nu blijkt dat eerder onderbevolking onze ondergang zou betekenen. Qué? Overbevolking is een feit waar we niet rond kunnen. Het wordt inderdaad een probleem in de komende honderd jaar. We zullen van zeven naar elf miljard mensen gaan, maar op langere termijn dreigt het omgekeerde: onderbevolking. Mensen krijgen steeds minder kinderen. Het geboortecijfer lag nooit eerder zo laag als nu. Dat zal ervoor zorgen dat de bevolking krimpt, wat in de meeste geïndustrialiseerde landen nu al gebeurt. Daar schommelt het geboortecijfer rond de twee. Wereldwijd - ontwikkelingslanden inbegrepen - bedraagt het aantal geboortes 2,36 per vrouw. Dat komt gevaarlijk dicht bij de grens die nodig is om de populatiegroei in stand te houden. Afrika zou het enige continent zijn waar de komende jaren nog een flinke groei te verwachten is. Maar zodra dat welvarend genoeg is, zal ook daar het geboortecijfer drastisch dalen, zoals reeds gebeurd is in landen als Iran en Brazilië. De wereldwijde daling is al tientallen jaren aan de gang. De oorzaken zijn: de gestegen welvaart, waardoor je geen nood hebt aan kinderen als verzekering om je te helpen en te onderhouden tijdens je oude dag; de afschaffing van kinderarbeid, want hoe meer kinderen je had, hoe meer helpende handen; onderwijs, het kost namelijk veel en duurt lang om kinderen naar school te sturen, voorbehoedsmiddelen en het feit dat vrouwen langer studeren en werken, waardoor ze later en dus minder kinderen krijgen. Dat zijn elk positieve evoluties, maar daardoor krijgt de mensheid wel minder kinderen dan vroeger, met als resultaat dat we afstevenen op een demografisch keerpunt. Volgens sommige berekeningen zou het aantal Europeanen te-
22
gen het jaar 2300 dalen van 455 miljoen tot 59 miljoen. In landen als Rusland en Italië zou de bevolking zelfs met een factor van tien verminderen. Hongersnood Onderbevolking zou dus een heuse bedreiging voor de mensheid kunnen betekenen, al is het niet onafwendbaar. Die bevolkingsimplosie zou volgens experts namelijk afgeremd kunnen worden door de levensduur te verlengen. En daarbij hoeven we geen schrik te hebben
“Volgens sommige berekeningen zou het aantal Europeanen tegen het jaar 2300 dalen van 455 miljoen tot 59 miljoen. In landen als Rusland en Italië zou de bevolking zelfs met een factor van tien verminderen.” voor overbevolking. Het is pas als iedereen duizend jaar of ouder zou worden dat er op zeer lange termijn een risico is op overbevolking. Maar zelfs al wordt iedereen plots onsterfelijk, dan nog zou dat niet leiden tot een bevolkingsexplosie. Onze samenleving zou namelijk tijd genoeg krijgen om voor een geschikte oplossing te zorgen. Eén van de opties is een betere controle op het aantal sterfgevallen en geboortes, om de populatie in evenwicht te houden. En indien er toch op lange termijn overbevolking optreedt, zien wetenschappers een redding in nieuwe landbouwmethodes, voedselbereidingen, recyclagemethodes en milieuvriendelijke technologieën. Maar hoe die stok precies in de steel zit, werd uiteraard nog niet uitgedokterd. Het feit is dat we nooit eerder in het 200.000-jarige bestaan van de mensheid een beschaving hebben kunnen opbouwen die zo welvarend en veilig is. Bijna de
“Studies tonen aan dat met pensioen gaan zowel geestelijk als fysiek niet bepaald gezond is.” gehele bevolking heeft voor het eerst de kans om te sterven aan ouderdom, in plaats van externe oorzaken. Een luxe die onze voorvaderen niet kregen: ze werden opgegeten, door een infectie geveld of verdwaalden in grote lege vlaktes en stierven vervolgens aan een hongersnood. We mogen dus eigenlijk dankbaar zijn dat we oud genoeg kunnen worden om Alzheimer of een hartaanval te krijgen. Al ziet de overheid het natuurlijk anders, gezien 86 procent van de ziektekosten naar veroudering gerelateerde ziektes gaat. Hoe ouder we worden, hoe meer die kost stijgt en hoe zwaarder de druk op het overheidsbudget. We stevenen af op een wereld waarin mensen veel langer zullen leven, maar daardoor rijst de vraag of onze maatschappij wel klaar is voor die revolutie. Het staat in elk geval vast dat er heel wat drastische veranderingen zullen moeten gebeuren, zoals de aanpassing van de pensioenleeftijd. Of we nu willen of niet, we zullen dus steeds langer moeten werken. Maar dat is daarom geen nadeel voor onze gezondheid. Studies tonen namelijk aan dat met pensioen gaan zowel geestelijk als fysiek niet bepaald gezond is. We zijn sociale wezens, willen ons nuttig voelen en een routine hebben. Artsen weten al langer dat patiënten die blijven werken na hun pensioenleeftijd langer blijven leven. Maar lang niet iedereen wil om die redenen zijn baan blijven uitoefenen. Daarom zou het helpen om pensioenen veel flexibeler te maken en dus mensen te laten kiezen of ze volledig, gedeeltelijk of meerdere malen met pensioen gaan. Maar ook het systeem van een basisinkomen kan toegepast worden, wat nogmaals bewijst dat er geen reden hoeft te zijn om de Magere Hein werk te geven door ongezond te gaan leven.
Socio Digibesitas: de stress van het scherm Experts waarschuwen voor de nieuwe welvaartziekte digibesitas, oftewel een indigestie aan informatie. De smartphone hangt de klok rond aan de hand, maar ook tablet, tv en laptop worden teveel gebruikt per dag. Volgens onderzoekers botsen we stilaan op de grenzen van ons vermogen om informatie te verwerken. Maar wat moeten we verstaan onder teveel tijd doorbrengen op digitale platformen? En meer nog: hoe ontsnappen we er in hemelsnaam aan? Eén op drie Vlamingen geeft toe meer dan drie uur aan zijn smartphone te besteden. Maar ook het gebruik van andere schermen – zoals televisie, tablet, laptop en desktop – neemt toe. Zo heeft één op vier Vlaamse gezinnen een huishouden met maar liefst vijf verschillende beeldschermen, blijkt uit de Digimeter, een jaarlijkse rondvraag van het digitale onderzoekcentrum van iMinds over het mediagebruik bij 2.000 Vlamingen. Volgens Lieven De Marez, professor communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent leidt dat 'multiscreenfenomeen' tot een probleem van digibesitas, een indigestie aan informatie. Vooral de millennials of digital natives, mensen die in een digitale omgeving zijn opgegroeid, zouden hier het kwetsbaarst voor zijn. Zij hebben zich de laatste jaren namelijk erg tijdrovende gewoonten eigen gemaakt. Uit onderzoek aan de Universiteit Gent blijkt ook dat mannen opvallend gevoeliger zijn voor extreem gebruik dan vrouwen. En ook mensen uit lagere sociale klassen zouden kwetsbaarder zijn voor digibesitas. Als het niet goed gaat, zijn mensen namelijk sneller geneigd om ongeremd online te gaan.
“Als het niet goed gaat, zijn mensen sneller geneigd om ongeremd online te gaan.” Multitasken Er kan geen algemene grens getrokken worden wanneer het digitaal gebruik te veel wordt en wanneer we aan de noodrem moeten trekken. Dat hangt af van individu tot individu en van mediasoort tot mediasoort. Voor sommige beroepen heb je nu eenmaal vaker je gsm of computer nodig dan voor andere jobs. En wat voor de ene te veel is, staat voor de ander gelijk aan een basishoeveelheid aan tijd. Het komt er volgens verslavingsexpert dr. Tony Van Rooij van iMinds-MICT-Universiteit Gent vooral op aan om balans te houden in je leven en niet boven een bepaald punt te gaan. “Sociale media of spelletjes mogen je dagelijkse functioneren niet belemmeren. Als je tijdens een gesprek of 24
vergadering voortdurend op het internet zit of zelfs een spel zit te spelen, ben je niet goed bezig. Het probleem stelt zich dat de meeste mensen niet altijd beseffen dat ze zelf – al is het maar een beetje – geprogrammeerd zijn door al die apps”, aldus dr. Van Rooij. Hoe dat zo onbewust gebeurt, komt omdat we 'multitasken'. Sociale media checken steekt daar met kop en schouders bovenuit, maar ook mobiel shoppen en mobiel bankieren gebeurt vaak terwijl we met iets anders bezig zijn. Een interessante vaststelling is dat zeven op de tien Vlamingen vandaag tv-kijken met een tweede scherm, zoals een smartphone of tablet, in de schoot. Het mobiele scherm wordt dan in de eerste plaats gebruikt als verstrooiing. Al gebruikt een aanzienlijk deel het ook als interactie met programma's door er bijvoorbeeld over te tweeten of informatie op te zoeken over een commercial. En toch neemt het gebruik van de 'oude diensten' zoals sms'en en het klassieke tv-kijken niet af. Die combinatie zorgt vooral voor de verhoogde aanslag op onze tijdsbesteding. De slachtoffers van digibesitas zijn vooral twintigers en jonge dertigers die in een nieuwe levensfase zijn aanbeland. De voorbije jaren konden zij - tijdens hun studiejaren - ongebreideld gebruik maken van alle digitale content en apps die - vaak gratis - online beschikbaar waren. Terwijl ze vandaag een fulltime job en een gezin hebben waardoor ze voor het eerst echt geconfronteerd worden
“Na de hype lijken we stilaan ook de nadelen van de nieuwe technologie te ontdekken.” met tijdsbeperkingen. En daardoor komt natuurlijk behoorlijk wat druk op de schouders te liggen. Overgangsfase Die 'technostress' resulteert in een afkeer van nieuwe technologie. Anderhalf procent van de ondervraagden verklaarde dit jaar zijn smartphone al te hebben ingeruild voor een 'dumb phone', een klassieke gsm zonder toeters en bellen. Twee en een half procent van de ondervraagden heeft dit jaar zijn Facebook-account stopgezet. Dat zijn uiteraard de meest drastische oplossingen, daarnaast zijn ook andere vormen van zelfregulering mogelijk. Zoals ouders die de 'schermtijd' van hun kroost beperken of studenten die in een bibliotheek blokken om digitale afleiding tegen te gaan. De rode draad is dat ze vinden dat digitale media te veel tijd opeisen. Al heeft het fenomeen van digitale overconsumptie ook positieve gevolgen, toch voor de krantensector. Uit het onderzoek van iMinds blijkt dat de krant opnieuw de belangrijkste nieuwsbron is voor zestigers én dertigers. Die terugkeer naar authenticiteit is te danken aan het feit dat dertigers tegen de grenzen van hun beschikbare tijd gestoten zijn en dus terugkeren naar merken die ze vertrouwen, althans toch voor hun nieuwsgaring. We kunnen hierin een kiem van verandering zien. “We zitten in een overgangsfase. De komende jaren gaan we keuzes maken: ofwel Netflix, ofwel gewone tv. Ofwel Instagram, ofwel Facebook. Sommigen nemen nu al hun leven meer in handen. Zo zullen studenten alsmaar meer hun telefoon wegsteken wanneer ze op café gaan, zodat ze weer écht kunnen praten”, aldus professor De Marez. Na de hype lijken we dus stilaan ook de nadelen van de nieuwe technologie te ontdekken. Wat de toekomst brengt, weet niemand, maar de kans is groot dat we toch op zoek zullen gaan naar een nieuw evenwicht in ons leven. Zeker ook op digitaal vlak.
Huis & tuin Zo krijg je een vooraanstaande voortuin Het is zonde om de ruimte voor je woning te degraderen tot resttuin. Maak er liever een rode loper van die je woning aankondigt. De buitenruimte voor je huis is zoveel meer dan een parking voor je fiets of auto. En met onze tips zal je het ook veel meer gebruiken dan enkel om je woning te betreden of te verlaten. Het is alsof in steen gegrift staat: een voortuin moet open en bloot naar de straat liggen, te kijk voor alles en iedereen met als enige functie de voorgrond te vormen van de woning. Voor de inwoners vormt het geen doorn in het oog gezien de woonst nu eenmaal vaker gericht is op de private gezinstuin. In de achtertuin leven we, verzorgen we onze planten en maken we het gezellig om te tafelen met vrienden en familie. Pakweg honderd jaar geleden werd vooral de voortuin gezien als een symbool van welstand. Het toonde namelijk dat de eigenaars de ruimte niet nodig hadden als moes- of fruittuin, of om kippen en varkens te laten scharrelen. Aanvankelijk werd een voortuin ingedeeld in afzonderlijke perken met als centraal punt een boerenhortensia of buxusstruik. Volgens die blauwdruk zijn voortuinen lange tijd verder aangelegd. Wandelpad Bij het toegangspad is het belangrijk dat het zoveel mogelijk een logische looplijn volgt. Zo dwing je je bezoekers niet tot nodeloos slalomwerk. Daarnaast kan de weg naar de voordeur een sterk accent zijn in de tuin, zich bescheiden inpassen in de beplanting of deel uitmaken van de oprit. Qua breedte is het voldoende om één meter vrij te houden, dat is ruimte genoeg om twee personen naast elkaar te laten stappen zonder te alom aanwezig te zijn in het geheel. Bij de voordeur wordt dan weer de voorkeur gegeven aan een breder vlak, zodat verwelkomen en afscheid nemen soepel verlopen. Als het tuinpad verder de achtertuin in-
“Honderd jaar geleden werd vooral de voortuin gezien als een symbool van welstand.” loopt en je verkiest dat je bezoek aanbelt aan de voordeur, beperk het pad dan door links en rechts planten over het tuinpad te leiden en/of het qua breedte te versmallen. Je kan eventueel een andere kleur of volharding kiezen, zodat de bedoelde entree duidelijk wordt. Blauwe steen en natuursteen kunnen hier in heel wat variaties voor extra stijl zorgen. De oprit Hoewel de inrit vaak flink wat ruimte in beslag neemt, is het aangeraden die niet teveel te laten opvallen. Houd hem smal: niet breder dan twee meter en een half. Een andere mogelijkheid is om alleen de banden van de wagen echt stevigheid te bieden en de stappaden links en rechts van de auto uit te voeren met een weerresistente en gesloten verharding. Als je toch liever voor een steentapijt kiest ter breedte van je wagen, kies dan voor een materiaal in een sobere kleur. Grijstinten of met de gevel corresponderende kleuren zijn hierbij het minst opvallend. Geef je de voorkeur aan een meer trendy alternatief? Dan zijn gravelverhardingen, gefixeerd in stabilisatietapijten en -matten een mooie keuze. Bovendien zijn ze waterdoorlatend, wat waterslokkers of goten en afvoerleidingen overbodig maakt. Licht in het duister In wijken waar straatverlichting niet prominent aanwezig is, wordt aangeraden het tuinpad zelf te verlichten. Bij trappen is dat vaak zelfs een noodzaak. Laag uitwaaierende verlichting toont waar je kan stappen en kan aangestuurd worden door een bewegingssensor, terwijl een wat hogere lamp de juiste sfeer creëert aan het begin van het tuinpad. Je kan er ook voor kiezen om de verlichting aan te sturen door een tijd- of dag/nachtschakelaar, zodat die niet steeds handmatig ingeschakeld
28
hoeft te worden. De eigenlijke inrit of verharding waarop een auto of fiets geparkeerd wordt, moet uiteraard ook te allen tijde verlicht zijn. Beplanting Om een grasgazon toonbaar te houden, zijn minstens tweewekelijkse maaibeurten en twee- tot driemaal afranden per jaar nodig. En daarbij is het optionele verticuteren, bemesten en kalk strooien niet bijgerekend. Een tuin gevuld met planten is daarom gemakkelijker te onderhouden. In het voorjaar verwijder je alle afgestorven plantendelen en strooi je compost of mest om de planten een goede start te gunnen. Tussendoor heb je de occasionele opschikbeurt, maar verder staat alles meestal mooi in groei en bloei. Wel belangrijk is dat het plantenassortiment aangepast is aan de ondergrond en de hoeveelheid zon of schaduw. Vraag hiervoor zeker raad in het plantencentrum of aan een tuinarchitect. Een gevarieerd plantenaanbod – eventueel aangevuld met voorjaarsbloembollen zoals krokus of narcis – kleurt je voortuin zo goed als het hele jaar door. En in volle winter geven dauw en rijm dan weer extra bekoorlijkheid aan verdroogde bloemhoofden en zaaddozen, terwijl een solitairheester – zoals een Japanse esdoorn – op dat moment charmeert met zijn takkenspel. Werk de tuin eventueel af met enkele wintergroene planten om een kleurrijk geheel te behouden. Hoe meer je de voortuin inricht, hoe meer je er natuurlijk van zal willen genieten. En dat liefst niet enkel van achter het raam. De voortuin is zelfs de uitgelezen plek om te profiteren van een streepje avondzon of een vleugje schaduw op warme zomerdagen. Een miniterras, muurtje of trap zijn daarom geen overbodige luxe. Als je niet graag te kijk zit, kan je de zithoek inkapselen met een scherm of haag. Geen zin in veel onderhoud? Kies dan voor een haag van taxus, die heeft slechts één scheerbeurt per jaar nodig. Hoger dan 150 cm hoeft dat niet te zijn om nieuwsgierige buren buiten te houden.
30