Congresbundel Kerk en Werk in de 19e eeuw

Page 1


WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


COLOFON

VGST Postbus 2223 7500CE Enschede http://www.vgst.nl Inhoudelijke commissie Tjark Post Voorzitter Julia Verkade Fiscus Lydia den Otter Daan Pranger proco@vgst.nl Deze congresbundel is een uitgave van de Programma Commissie van de Vereniging van Gereformeerde Studenten in Twente. Betaling Als u lid bent wordt het bedrag automatisch van uw rekening afgeschreven. Bent u geen lid, dan vragen we voor studenten â‚Ź12,50 en voor niet-studenten â‚Ź16,50. Wij vragen u dit over te maken naar: 5434194 tnv VGST ENSCHEDE o.v.v. uw naam en congres 2012. Congreslocatie Greijdanus College Enschede Deppenbroekstraat 4 7523 PB Enschede

Huishoudelijke commissie A. Wieringa Praeses R. Grimmerink Abactis P.H. Hamming Fiscus M.B. Appelman Assessor congres@vgst.nl Senaat der VGST L.A. den Otter Praeses I.R. Timmer Abactis E.D. Huizing Fiscus H.C. Maan Assessor abactis@vgst.nl Druk Ricoh Document Center Enschede Oplage: 130


INHOUDSOPGAVE

Vélocipède................................................................................................................ 4 Voorwoord ProCo.................................................................................................... 6 (Engelse) Literatuur van de 19e eeuw..................................................................... 8 Hygiëne in de 19e eeuw........................................................................................... 12 Een kleinere wereld................................................................................................ 17 Een leven vol Verkade............................................................................................ 19 Hoofdpunten kerkelijke geschiedenis 19e en 20e eeuw....................................... 22 Wetenschap vraagt om een oordeel...................................................................... 24 Nihilisme, typisch gereformeerd?........................................................................ 26 Twitter..................................................................................................................... 30 Workshops............................................................................................................. 32

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

3


VÉLOCIPÈDE

Vélocipède Lydia den Otter - Praeses der VGST Het is vroeg in de morgen en de arbeiders gaan op pad. Al samen wandelend naar de grote textielfabriek midden in de stad geniet men nog van het ochtendzonnetje. Straks zullen ze weer een lange dag moeten zitten achter de weefgetouwen. Tegemoet komend over de hobbelige en mulle weg komt een bijzonder type rijwiel. Hoog op het grote voorwiel zit iemand behendig te trappen. Het kleine wiel erachter zorgt voor enige stabiliteit, maar de arbeiders kunnen wel zien dat het de bestuurder veel moeite kost om overeind te blijven met de fiets. Ze gniffelen als ze de man bijna zien vallen, wanneer een kat vlak voor de fiets oversteekt. Waarom zoveel moeite doen om sneller vooruit te komen? Die rijkelui kunnen beter ergens anders hun geld aan besteden. Bijvoorbeeld aan de verbetering van de werkomstandigheden in de fabriek. Zo discussiëren ze nog wat na als de fietser al geruime tijd uit het oog verdwenen is. Tijdens de 19e eeuw zijn er veel ontdekkingen gedaan en technologieën ontwikkeld. Het hoge bi, van het vélocipède model, is daar één van. Vélocipède is het klassieke woord voor fiets, wat ik persoonlijk mooier vind klinken dan de afkorting voor bicycle. Na 1971 zijn deze rijwielen gemaakt, enige tijd voordat de eerste auto’s te zien waren op de wegen. De karakteristieke hoge wiel was bedacht om zo met één trap meer afstand te kunnen maken. Maar het wiel was zo hoog dat het voor vrouwen al niet mogelijk was om dit rijwiel te berijden. Opstappen moest via een krukje of steuntje achter het voorwiel en remmen moest met een touwtje. Er werden speciale fietsscholen opgericht om te leren fietsen en nog bleef het een hele kunst. De fiets is niet enkel praktisch, maar het oogt ook wat. Met de hoge zitting geeft de fiets enige status aan de berijder. Mits het goed bereden wordt uiteraard. Als ProCo hebben we dit rijwiel gekozen als logo, vanwege de herkenbare vorm en de directe link met de 19e eeuw. Komend jaar gaan we veel verschillende aspecten van deze eeuw behandelen. Van de Franse revolutie tot aan de eerste wereldoorlog is er historisch gezien veel gebeurd wat zeer interessant en relevant is. Dit congres zullen kerk en werk aan bod komen. Daarbij hopen we u nieuwe inzichten te geven als het gaat om de kerkgeschiedenis in deze eeuw en de textielindustrie van het Twentse land. Het hoogtepunt van het jaar meteen aan het begin. Met workshops om praktisch bezig te gaan het thema of nog meer te verdiepen in onderwerpen gerelateerd aan de 4

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


VÉLOCIPĂˆDE

lezingen. Later in het komend verenigingsseizoen komen nog een aantal lezingen, die ik ook van harte bij u aanbeveel. Om u voor dit alles alvast warm te maken, hebben we voor u deze bundel gemaakt. Een voorstudie- ĂŠn congresbundel samengevoegd, met alle praktische informatie en verschillende uiteenlopende artikelen over het jaarthema en de congreslezingen. Ik hoop dat u deze bundel en het congres ziet als een voorrecht om u meer te kunnen verbreden en verdiepen, een geschenk gekregen van God. Trots ben ik dat we dit kunnen organiseren binnen de VGST, dat er altijd genoeg leden en externen willen meehelpen om dit alles voor elkaar te krijgen. Ik hoop dan ook dat u ervan zult genieten. Tot op het VGST-congres!

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

5


VOORWOORD PROCO

Voorwoord ProCo Tjark Post - Voorzitter ProCo We leven vandaag in de 21e eeuw en waarschijnlijk bent u geboren in de 20e eeuw. Wat er gebeurd is in deze twee eeuwen is grotendeels wel bij u bekend. Flevoland en de afsluitdijk werden gebouwd. De opkomst van televisie en internet. Er waren twee wereldoorlogen en een koude oorlog. Luchtvaart en zelfs ruimtevaart werden mogelijk. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. De 20e eeuw volgt logischerwijs op de 19e eeuw en veel gebeurtenissen hebben hun wortels in de 19e eeuw liggen. Toch weten we van die eeuw een stuk minder, terwijl veel van die gebeurtenissen nog steeds invloed hebben op het hedendaagse leven en denken. Daarom gaan we ons dit jaar verdiepen in de 19e eeuw. En dat begint direct al op het congres. ‘Werk en Kerk in de 19e eeuw’ is de titel van het congres geworden. Kerk in de 19e eeuw Bij dit deel van het thema willen we gaan kijken naar wat de kerkelijke ontwikkelingen in deze eeuw vlak na de verlichting waren. Hiervoor hebben we dr. H. Veldman gevonden. Hij is promovendus en kerkhistoricus en wilde na zijn studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveren aan de Theologische universiteit Kampen. In 2009 promoveerde Veldman op een proefschrift over Hendrik de Cock (1801-1842). De Cock was een van de leiders van de Afscheiding (1834). Veldman gaat tijdens het congres een betoog houden waarin hij de drie leidende figuren uit de kerkgeschiedenis van de 19e eeuw met elkaar in verbinding brengt. Dit zijn Hendrik de Cock, Guillaume Groen van Prinsterer en Abraham Kuyper. Hij bespreekt de ontwikkelingen van de kerk in de 19e eeuw en de invloeden van de staat en politiek. Verderop in deze bundel kunt u een overzicht zien van de belangrijke kerkhistorische gebeurtenissen. Deze is vooral handig om tijdens de lezing bij de hand te hebben. Werk in de 19e eeuw De 19e eeuw staat natuurlijk vooral bekend om de industriële revolutie. En deze industriële revolutie is in Nederland heel dichtbij begonnen, namelijk in Twente. Daarom zullen we ons tijdens het congres hier op gaan richten. Historicus dr. Bastiaan Willink, de spreker, is zelf een telg uit een Winterswijks industrieel geslacht en heeft ook diverse boeken geschreven over de textielindustrie. Op het congres gaat hij het hebben over de oorzaken die Enschede tot de grootste 6

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


VOORWOORD PROCO

stad van Twente hebben gemaakt, deels gebaseerd op zijn boek ‘De Textielbaronnen’. Een lezing dus over internationale ontwikkelingen zoals industrialisatie en urbanisatie in uw eigen achtertuin (of die van uw kind). In deze congresbundel kunt u ook diverse artikelen lezen over de 19e eeuw. Eline Huizing geeft u een inkijkje in de 19e eeuwse literatuur, Lydia den Otter leert u dat hygiëne helemaal niet vanzelfsprekend is, Tjark Post vertelt u over de opkomst van de telegraaf, Daniël Bijvank schrijft over de noodzaak om een oordeel te kunnen hebben in de wetenschap, Tom van Dijk wil u prikkelen om na te denken over nihilisme in het gereformeerde denken, Julia Verkade vertelt over de Verkadefabriek en Daan Pranger laat u Twitter uit de 19e eeuw zien. Achterin de bundel kunt u de diverse workshops vinden die u tijdens het congres kunt volgen en vindt u ook het programma van de dag. Het belooft een mooie dag te worden. De ProCo en de CoCoHu kijken er naar uit om u te ontmoeten op het congres. Tot dan!

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

7


(ENGELSE) LITERATUUR VAN DE 19E EEUW

(Engelse) Literatuur van de 19e eeuw Eline Huizing

The person, be it gentleman or lady, who has not pleasure in a good novel, must be intolerably stupid. Uit Northanger Abbey - Jane Austen U hebt mij vast wel eens zien zitten op een DIGF-weekend, afsluitend weekend of februariweekend, ergens in een hoekje met een boek of e-reader in de hand. Blijkbaar heeft dit mij de reputatie literatuur-kenner gegeven, want de ProCo vroeg me om een stuk over literatuur van de 19e eeuw te schrijven. Ik ben inderdaad een groot liefhebber van Engelse literatuur1, maar of dat mij een kenner maakt? Ik ben bang dat ik veel grote schrijvers oversla, omdat ik ze (nog) niet ken. Toch heb ik mij met plezier verder in dit onderwerp verdiept, en wil ik u meenemen in een ontdekkingsreis door deze fascinerende wereld, beginnende bij een stukje historie. Historie Het begin van de 19e eeuw wordt ook wel de Romantische periode genoemd. U hebt dit vast al vaker gehoord, maar voor de volledigheid zal ik een korte samenvatting geven. De Romantici waren tegen een rationele benadering van zaken: schilderachtige taferelen en de ongetemde natuur inspireerden tot ontzag, en sterke emoties werden als een bron van estethische beleving gezien. Emoties als verwachting, horror, schok, fantasie, gevoel, het onderbewuste en onverklaarbare werden op een voetstuk geplaatst. De natuur was nog niet door ratio bezoedeld en werd bezongen, in het bijzonder door de ‘Lake Poets’: William Wordsworth, Samuel Taylor Coleridge en Robert Southey. Ze woonden in het Lake District, een uitzonderlijk mooi gebied in Engeland. Veel van hun poëzie is dan ook door hun omgeving beïnvloed. Een van de bekendste schrijfsters (novelists) van die tijd was Jane Austen (1775-1817). Ze voldeed juist niet aan de Romantische verwachtingen dat een roman krachtige emoties moet opwekken door veel uitbundigheid in de stijl, maar ze had een conservatief wereldbeeld en haar schrijfstijl was realistisch, komisch, hier en daar sarcastisch, en bevatte scherpe kritiek op de maatschappij. Hierdoor werd ze niet zo populair als andere schrijvers en werden haar boeken in die tijd geen 8

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


(ENGELSE) LITERATUUR VAN DE 19E EEUW

bestsellers. Haar publiek beschouwde zichzelf als de literaire elite, en ze werd pas algemeen bekend toen er halverwege de 19e eeuw een biografie over haar verscheen. Een tegenpool van Austen, echte Romanticus en bekendste poëet van de 19e eeuw was Lord (George Gordon) Byron (1788-1824). Lord Byron schreef over exotische en historische oorden, poëzie vol drama en geweld. Hij schreef er niet alleen over, maar leefde er ook naar en stond bekend door zijn losbandige leven. Naar hem is de ‘Byronic Hero’ genoemd, in zijn eigen gedichten als volgt omschreven: ‘That man of loneliness and mystery, Scarce seen to smile, and seldom heard to sigh’ en ‘He knew himself a villain — but he deem’d The rest no better than the thing he seem’d; And scorn’d the best as hypocrites who hid Those deeds the bolder spirit plainly did. He knew himself detested, but he knew The hearts that loath’d him, crouch’d and dreaded too. Lone, wild, and strange, he stood alike exempt From all affection and from all contempt:’ Uit The Corsair2 (1814) - Lord Byron Andere Byronic Heroes door latere Romantische schrijvers zijn onder andere Rochester, uit Charlotte Brontë’s Jane Eyre3, Edmond Dantes, uit Alexander Dumas’ The Count of Monte Cristo4, en Heathcliff, uit Emily Brontë’s Wuthering Heights5. Dit laatste boek bevat ook Gothische elementen uit de periode waarin de Romantische elementen van spanning, horror en schok terugkwamen in een veel langer durende Gothische literaire periode die al in 1764 begon. In Gothische literatuur komt veel drama, horror, stereotypen en absurditeit voor en het was dan ook een makkelijk doelwit van parodiën. Het bekendste werk dat de Gothische literatuur parodiëert is Jane Austens Northanger Abbey6, over een naïef meisje dat, na teveel Gothische boeken te hebben gelezen, overal moord en intriges ontdekt, hoewel de waarheid uiteindelijk een stuk gewoner blijkt te zijn. WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

9


(ENGELSE) LITERATUUR VAN DE 19E EEUW

Andere 19e eeuwse schrijvers die beroemd zijn geworden met Gothische literatuur zijn Mary Wollstonecraft Shelley (getrouwd met Percy Bishe Shelley) die Frankenstein; or, the modern Promotheus7 (1818) schreef. Ook The Strange Case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde8 (1886) door Robert Louis Stevenson is een klassiek Gothisch werk. Veel later, aan het einde van de 19e eeuw kwam Bram Stoker met Dracula9 (1897). Al deze boeken (in ieder geval de titulaire karakters) zijn nu nog steeds bekend. Wie kent niet het monster van Frankenstein, of Dracula? Weten we eigenlijk nog wel dat deze karakters niet uit tekenfilms komen, maar uit literatuur van lang geleden? Ik vind het heel bijzonder dat verhalen die toen geschreven zijn, zo’n impact hebben gehad dat er nu nog regelmatig naar wordt verwezen. En dit bruggetje brengt ons bij het volgende deel. Relevantie Hebt u wel eens van de volgende Engelse uitspraak gehoord? ‘Water, water every where, nor any drop to drink.’ Dit is een zin uit The Rime of the Ancient Mariner10 door Samuel Taylor Coleridge (17721834). Er wordt nu nog vaak gerefereerd naar zijn gedichten. Een metaforische Albatros is een psychologische last die men met zich meedraagt als een vloek, en komt ook uit hetzelfde gedicht. Een spel als World of Warcraft en films als Men Who Stare at Goats en Pirates of the Caribbean refereren naar albatrossen of water. Op een of andere manier is deze oude literatuur in het dagelijks referentiekader geslopen, en worden er dagelijks verwijzingen gemaakt naar teksten die lang geleden geschreven zijn. Teksten die voor een compleet andere wereld geschreven zijn, maar toch nog aanspreken. Elegantie Over smaak valt niet te twisten. Ik vind het Engels een mooie taal. Uitdrukkingen die het Nederlands mist, woorden die net een extra dimensie hebben, het maakt dat ik met plezier Engelse teksten lees.

10

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


(ENGELSE) LITERATUUR VAN DE 19E EEUW

Een prachtig voorbeeld van hoe mooi de taal kan zijn, zonder dat u zelfs maar Engels hoeft te kennen is de Jabberwocky. ‘‘Twas brillig, and the slithy toves Did gyre and gimble in the wabe; All mimsy were the borogoves, And the mome raths outgrabe.’ Uit Jabberwocky From Through the Looking-Glass and What Alice Found There11 (1872) - Lewis Carroll Volgens kenners is dit een van de mooiste ‘nonsense’ gedichten van de 19e eeuw. Ziet u die Jabberwocky al glibberend tussen de bladeren in een stil, mistig en verlaten bos? Ik wel. Maar het staat er niet. Het is een verzameling niet-bestaande woorden die toch bij veel mensen hetzelfde beeld oproept. Een knap staaltje fantasie en woord-kunst. Ik zou hier nog ontelbare andere voorbeelden willen plaatsen. Ik heb bij het schrijven van dit artikel pagina’s vol met quotes en verzen van prachtige gedichten moeten verwijderen, omdat ik anders nog veel verder over het limiet heen ging dan ik nu al doe. Maar als u meer wilt weten, zoek dan eens op Charles Dickens, Elizabeth Gaskell, William Makepeace Thackeray, Mark Twain (The Innocents Abroad12), Edgar Allan Poe of Robert Frost. Ook al zijn de laatste drie Amerikaan, ze mogen er zeker zijn. 1. Het állermooiste van literatuur uit de 19e eeuw is dat u het gratis kunt lezen. De auteursrechten zijn namelijk verlopen, en alles staat op The Gutenberg Project. Zie onderstaande links. 2. http://www.gutenberg.org/ebooks/21811 3. http://www.gutenberg.org/ebooks/1260 4. http://www.gutenberg.org/ebooks/1184 5. http://www.gutenberg.org/ebooks/768 6. http://www.gutenberg.org/ebooks/121 7. http://www.gutenberg.org/ebooks/84 8. http://www.gutenberg.org/ebooks/42 9. http://www.gutenberg.org/ebooks/345 10. http://www.gutenberg.org/ebooks/151 11. http://www.gutenberg.org/ebooks/12 12. http://www.gutenberg.org/ebooks/3176

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

11


HYGIËNE IN DE 19E EEUW

Hygiëne in de 19e eeuw Lydia den Otter De 19e eeuw staat bekend om de ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. Daarbij kunt u denken aan ontwikkelingen op het gebied van wetenschap, economie, maatschappij en gezondheid. Op het gebied van hygiëne is ook veel ontdekt en veranderd. Openbare hygiëne begin 19e eeuw Als het gaat om het weggooien van afval en ontlasting werd dat nog gewoon op straat of in de grachten gedaan1. In sommige achtertuinen werden wel sinds kort toilethuisjes gebouwd, die eens per week werden geleegd. Maar hygiënisch was het niet. Op het platteland waren de hygiënische omstandigheden nog het best, want daar was genoeg ruimte om afval te begraven en het water nog het meest schoon. In ieder geval stierven er in 1800 meer mensen op het platteland aan kou en honger, dan aan slechte hygiëne en de bijbehorende ziektes. Grachten en singels waren simpelweg open riolen met stilstaand water waarin bacteriën konden groeien en grote epidemieën konden veroorzaken. Men was zich niet bewust dat juist deze bacteriën allerlei ziekten konden veroorzaken. Ziekten en hygiëne De bekendste ziekten veroorzaakt door slechte hygiëne: Cholera (de klere)2: van 1826 tot 1837 telde de cholera epidemie in Frankrijk ruim 600.000 doden. Uit Azië kwam deze dodelijke ziekte die via het riool verspreid werd. De ziekte trof vooral de armen van de bevolking. Symptomen van cholera waren een vreemde, blauwe gelaatskleur, uitpuilende ogen, hevige diarree en overgeven. Het kwam wel voor dat mensen, die de vorige avond nog gezond naar bed waren gegaan, ‘s nachts ziek werden en de volgende dag stierven. Tyfus5: Tyfus is een darminfectie die via ontlasting wordt verspreid. Schilderij van Alfred Rethel, Ongeveer 10% van iedereen die besmet raakte, overleed eraan. 1851, Eerste invasie Cholera Tuberculose (tering)5: De tering was een veel voorkomende in Parijs2. 12

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


HYGIËNE IN DE 19E EEUW

besmettelijke ziekte. Longtuberculose is de meest bekende vorm. Hoewel tbc na 1875 niet zoveel meer voorkwam als daarvoor, leed in 1910 nog steeds 15% van de Nederlanders aan deze ziekte. Een deel van hen stierf er ook aan. Pokken5: Dit is een besmettelijke huidziekte die etterpuisten veroorzaakt die het gehele lichaam kunnen bedekken. Vooral bij kinderen kwam het veel voor. Als je het eenmaal overleefd had, kreeg je het niet nog een keer. Vanaf 1800 werd gebruik gemaakt van deze kennis: de mensen konden zich laten inenten met koepokken. In 1858 werd in Utrecht een commissie voor koepok-enting opgericht, maar lang niet iedereen deed mee. Dat bleek in 1870 en 1971, toen er weer een pokkenepidemie heerste. In Utrecht stierven toen 734 mensen aan de pokken. Pas aan het eind van de 19e eeuw gingen de mensen zich massaal inenten tegen de pokken. Voor de 19e eeuw werden de ziekten en epidemieën als een straf gezien van God. Er was daarnaast de miastheorie, dat is de theorie dat de ziekten veroorzaakt werden door slechte dampen. Deze dampen ontstaan weer door plotselinge hitte of kou. Malaria bijvoorbeeld betekent letterlijk slechte (mal) lucht (aria). Maar tijdens de 19e eeuw kwam dankzij verschillende ontdekkingen en onderzoeken het besef dat de slechte hygiëne de oorzaak was van het ontstaan van veel ziekten. Door verschillende dingen uit te proberen ontdekten ze dat het bleken van wasgoed en bijvoorbeeld het mijden van contact met uitwerpselen, hielp bij het tegengaan van het verspreiden van ziekten. In 1880 werd ontdekt dat bacteriën sommige ziekten konden veroorzaken. Zo ontdekte de Duitse hoogleraar Robert Koch in 1882 de bacterie die tuberculose veroorzaakte en in 1884 de bacterie waardoor cholera ontstond. Om het uitbreken van besmettelijke ziektes te voorkomen werden door de stadsbestuurders mensen aangesteld die de straten desinfecteerden. Riolering en toiletpotten De Staat ging op een gegeven moment maatregelen nemen om de openbare hygiëne te verbeteren. De grachten werden overdekt en het drinkwatervoorziening van de riolering gescheiden. In Amsterdam werd in 1872 een rioolstelsel aangelegd en daardoor werden afvalwater en ontlasting afgevoerd. In het buitenland werkten Engelse fabrikanten als Thomas Crapper en John Doulton aan nieuwe, verbeterde afvoersystemen en spoeltoiletten in woningen1. Ze maakten een combinatie van kleppen en een sifon, wat nog steeds in het moderne toilet terug te vinden is. Wc (water closet) WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

13


HYGIテ起E IN DE 19E EEUW

stamt dan ook uit het Engels. Londen was de eerste grote stad in de meer ontwikkelde landen waar vanaf 1859 een stelsel van rioolbuizen werd aangelegd. Een beroemd riool is dat van Parijs, dat al vanaf 1867 een toeristische attractie is. Dit riool kan met reinigingskarren en boottochten gedeeltelijk doorkruist worden. Hier is ook een rioolmuseum gevestigd. De elite kon toiletpotten bestellen van geglazuurd aardewerk die ook nog eens rijkelijk versierd waren. De aanleg van rioleringen is uiteindelijk maar een van de factoren die ervoor gezorgd hebben dat epidemieテォn als tyfus en cholera konden uitsterven. Verbetering van voedsel- en drinksituatie, en verbetering van medische technieken waren ook belangrijk. Badkamers Rond 1800 v. Chr. waren er al badruimtes in het paleis van koning Minos op Kreta3. Toch werden er in veel Europese koninklijke paleizen pas in de 19e eeuw badkamers geテッnstalleerd. Voor die tijd wasten koninklijke en adellijke personen zich in kuipen die in hun slaapkamer werden geplaatst. Het enige alternatief was een bezoek aan het badhuis of kuuroord. Aparte badkamers kostten veel geld en namen waardevolle ruimte in beslag. Dit verklaart waarschijnlijk waarom ze nooit in huizen van gewone mensen werden aangetroffen. Badkamer waren prijzig, aangezien er zowel een waterleiding en afvoer als een kant- en klare warmtebron gemaakt moest worden3. Pas tussen 1850 en 1900 vonden uitvinders en loodgieters methoden om deze drie zaken te combineren en badkamers te bouwen in huizen van welgestelden. De armen konden alleen teilen en ketels aanschaffen waarin ze water konden verwarmen. Daarnaast waren er gemeentelijke badhuizen. Aan het eind van de 19e eeuw had slechts 10% van de arbeiders een badkamer en minder dan de helft had stromend water. Badkamer in Frankrijk waar de

Douchen was een heel ander verhaal3. Dat werd ontwikkelingen sneller gingen dan in alleen gedaan als therapie en dan was het een harde Nederland in de 19e eeuw6. koude douche in een kuuroord.De Duitse arts Kneipp (1821-1897) was de grote voorstander van dergelijke heilzame koude baden. Hij is ook de ontwikkelaar van de Kneippkuur, een hydrotherapie waarbij er gebruik gemaakt werd van water, 14

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


HYGIËNE IN DE 19E EEUW

temperatuur en druk. In Frankrijk is in 1882 de rondom douche uitgevonden. Dit was een kooi van heetwaterbuizen bevestigd aan een grote heetwaterketel. Ziekenzorg Tot slot nog wat over de ziekenhuizen uit die tijd. Deze werden vroeger gasthuizen genoemd. Doktoren kwamen toen aan het bed, maar konden nog niet veel doen4. Rijke mensen konden zich thuis laten verzorgen en dat was een voorrecht. Thuis liep je niet de kans een besmettelijke ziekte op te doen. Zieke armen in het ziekenhuis werden dan meestal ook niet beter. Dit veranderde vanaf het midden van de 19e eeuw. Uitvinden werden gedaan, zoals narcose, medicijnen en röntgenapparaten. Daardoor konden de doktoren veel meer en gingen rijken ook naar het ziekenhuis toe. Er waren toen nog aparte afdelingen voor rijke en arme mensen. Ziekenhuizen werden al snel te klein voor alle patiënten. Ongedierte liep er rond en operatiekamers bestonden nog niet. Er werden daarom Tweede klasse zaal in het academisch verschillende ziekenhuizen gebouwd voor militairen, ziekenhuis te Leiden, eind 19e eeuw4. katholieken en protestanten. Dokters gingen zich op een gegeven moment specialiseren5. Het dolhuis werd bijvoorbeeld helemaal gereorganiseerd door Schroeder van der Kolk tussen 1830 en 1860. Niet langer was het een plek waar krankzinnigen werden “opgeborgen”, maar de patiënten waren daar om te worden genezen. Sinds deze ontwikkelingen konden artsen gerichter en effectiever werken en werden ziekenhuizen geneeshuizen in plaats van gasthuizen. Tot slot Aan het begin van de 19e eeuw had men geen flauw benul wat hygiëne was. Pas na de eerste ontwikkelingen op wetenschappelijk, maar ook industrieel gebied, werd men bewust van de situatie en konden ze maatregelen nemen. Grote stappen werden genomen en na honderd jaar is een riolering ontstaan, zijn er toiletten en badkamers en worden mensen genezen in het ziekenhuis in plaats van verzorgd of opgeborgen. Een aardige prestatie van onze voorouders!

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

15


HYGIテ起E IN DE 19E EEUW

1. www.20eeuwennederland.nl 2. http://www.betula-alba.nl/lavoir/hygiene.html 3. www. kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/84185-hygiene-en-sanitaire-voorzieningen-vanaf-de-18eeeuw.html 4. http://www.jenneken.nl/bekijk/1900Ziekenhuis.htm 5. http://www.hetutrechtsarchief.nl/werkstukken/onderwerpen/ziekenzorg 6. http://www.affairedeau.com/over-affairedeau/de-geschiedenis-van-sanitair.html

16

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


EEN KLEINERE WERELD

Een kleinere wereld Tjark Post Vroeger was alles anders. Deze zin is voor elke tijd wel te gebruiken. Toch lijkt het dat de wereld de laatste eeuwen een grote metamorfose heeft ondergaan. In de 19e eeuw was er sprake van veel verandering. Het was de tijd van de industriële revolutie en ook de tijd van grote wetenschappers als Tesla, Edison, Faraday, Maxwell en Ampère. In de 18e eeuw kwam de ontdekking van het natuurkundige fenomeen elektriciteit op gang. Men leerde dat niet alle materialen geleidden en het was Volta gelukt om een batterij te maken zodat er een constante stroom geleverd kon worden. Nu men steeds meer begon te begrijpen van elektriciteit werd er ook op zoek gegaan naar de praktische toepassingen ervan. Er was al ontdekt dat elektriciteit zich met hoge snelheden voortbeweegt. En dus werd er veel gekeken naar communicatie over lange afstanden. Samuel Thomas van Sömmering is in 1809 de eerste die een werkend telegraafsysteem maakt. Maar omdat zijn telegraaf te complex is wordt het geen succes. Het onderzoek naar elektromagnetisme en de ontwikkeling van de telegraaf lopen dan gelijk op. Er worden nieuwe ontdekkingen gedaan en die worden dan weer toegepast in nieuwe systemen. In 1833 weten Carl Friedrich Gauss en Wilhelm Weber met hun telegraaf een afstand van 1200 meter te behalen. Aanvankelijk met twee woorden per minuut en later met zeven woorden per minuut. De eerste commerciële telegraaf werd gebouwd in Londen langs een treinspoor. Het eerste bericht dat gestuurd werd was om een vluchtende moordenaar te kunnen oppakken en daarmee was John Tawell de eerste moordenaar die met behulp van telegrafie opgepakt kon worden. Ondertussen werd er in Amerika ook gewerkt aan een telegraaf. Samuel Morse en Alfred Vail wisten met hun ontwerp grote afstanden te overbruggen. Ook ontwikkelden ze samen de inmiddels welbekende morse-code. Waar men eerst nog gebruik maakt van meerdere draden om de verschillende letters van het alfabet over te brengen konden Morse en Vail het af met één draad. Op 5 april 1843 kwam bij de maandelijkse vergadering tussen de directeuren van de Baltimore en Ohio Spoorwegmaatschappij het verzoek van Morse binnen om naast het spoor zijn telegraafdraden op te hangen. Het nut van de telegraaf werd toen nog niet ingezien maar men zag het als hun plicht om de uitvinder te helpen en daarom gaven ze hem toestemming onder WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

17


EEN KLEINERE WERELD

voorwaarde dat zij er zelf geen nadeel aan ondervonden altijd het recht hielden om de vergunning in te trekken mocht het hun in de toekomst nadeel brengen. Op 24 mei 1944 werd de eerste boodschap verstuurd. Het was een groot succes en in de twee volgende decennia werden er veel meer telegraaflijnen aangelegd. Met deze nieuwe technologie kon het versturen van boodschappen veel sneller gaan dan men gewend was. Duurde het eerst nog een paar dagen voordat de boodschap op bestemming was. Nu kon het in enkele minuten verstuurd worden. Deze voordelen hielden echter op toen men bij de oceaan kwam. Berichten van Amerika naar Engeland moesten nog steeds met de boot naar de andere kant gebracht worden. Dus men ging kijken naar de mogelijkheid om kabels onder water aan te leggen. In 1850 slaagde men erin om het Kanaal te overbruggen en slechts acht jaar later wist men ook de 3400km brede Atlantische oceaan te overbruggen. Het eerste contact tussen Amerika en Engeland was tussen Queen Victoria en President Buchanan: “Glory to God in the highest; on earth, peace and good will toward men.� Deze boodschap kostte ongeveer 17 uur om te verzenden. Na ongeveer een maand was de kabel alweer kapot. De spanning op de kabel was te hoog opgevoerd waardoor de isolatie gesmolten was en de kabel onbruikbaar werd. Sommige kranten zeiden zelfs dat de hele kabel een verzinsel was geweest. Pas in 1866, acht jaar na de grote teleurstelling van de eerste kabel, was er weer een verbinding tussen Engeland en Amerika. Naarmate de tijd vorderde raakte telegrafie steeds verder ingeburgerd. In elk land ontstonden telegraafkantoren die binnen de kortste tijd alweer uitgebouwd moesten worden of naar een grotere locatie moesten verhuizen. De kosten voor telegrafie daalden ook zozeer dat het voor gewone burgers ook mogelijk werd om telegrammen te versturen. De wereld werd een stuk kleiner doordat grote afstanden snel overbrugbaar waren. Naast de telegraaf hebben ook de spoorwegen hier aan meegeholpen en later ook telefonie als opvolger van de telegraaf. Tegenwoordig kunnen we ons al geen wereld meer indenken zonder het gebruik van telecommunicatie. Maar ja, vroeger was alles anders. Bronnen: http://www.houwie.net/telegrafie00.html http://www.atlantic-cable.com/Article/1858Leslies/index.htm http://en.wikipedia.org/wiki/Transatlantic_telegraph_cable

18

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


EEN LEVEN VOL VERKADE

Een leven vol Verkade Julia Verkade Het hoogtepunt van de 19e eeuw was niet het ontstaan van de evolutietheorie. Nee, iets veel belangrijkers, zo allesomvattend, spectaculair, revolutionair. Het was op 2 mei 1886 toen de firma ‘Verkade & Comp.’ de Stoom Brood & Beschuitbakkerij “De Ruyter” oprichtte. Ontwikkeling van Verkade Ericus Gerhardus Verkade is de grondlegger van de welbekende Verkadekoekjes. In 1886 begint hij in Zaandam een fabriek voor brood en beschuit. Dit was een vernieuwing. Voorheen werd brood alleen door plaatselijke bakkerijen gebakken. Ericus probeerde de broodmarkt van Amsterdam en de Zaanstreek te veroveren met goedkoper maar kwalitatief goed brood. De naam ‘De Ruyter’ komt van de korenmolen die op hetzelfde erf stond, en de oudste molen was van de Zaanstreek. Zo was Verkade de eerste die zijn beschuit in blikken ging verkopen in een blik met etiket, zodat het beschuit langer vers werd. Er werden speciaal extra personeel aangesteld om de gehuurde blikken schoon te maken. Verkade vervulde een grote rol in de sociale voorzieningen van die tijd. Zo werd er in 1888 een ziekenfonds opgericht waarbij de uitkering werd aangevuld tot een volledig loon. De Verkade-familie was een hechte familie. Zo had bijna elk lid wel een toevoeging aan het bedrijf. In 1898 werd de eerste waxine-nachtlichtjes ontwikkeld en geproduceerd. Anton Verkade had de naam zelf bedacht van het Engelse woord ‘wax’ en het Nederlandse woord ‘paraffine’. Hij had nooit verwacht dat dit product zo’n grote rol zou spelen in zowel Nederland als daarbuiten. In 1991 werd de waxinefabriek door Verkade verkocht aan Bolsius. Ook in de reclame had Verkade een grote rol. Verkade was de eerste in Nederland die advertenties in dagbladen plaatste. Door de kleine oplage had dit niet veel resultaat. Een meer succesvolle manier was gezinnen met een inkomen van 1500 gulden of meer brieven te sturen met reclame WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

19


EEN LEVEN VOL VERKADE

voor de koek en beschuit. De resultaten waren boven verwachting. Aan het begin van 1900 kwam Ericus op een lumineus idee. Als reclamestunt werd er bij elk pak koeken of beschuitbussen een plaatje bij gedaan. Albums werden voor een kwartje erbij gekocht. Elk boek had een thema, en als het album compleet was, was het een informatief boek over een jaargetijde, waterdieren, zangvogels en nog meer. Hier was voor gekozen zodat de liefde voor de natuur van de verzamelaar, vaak kinderen, zou vergroten. Toen was het ‘Verkade-album’ geboren. Voor goede illustraties werd in eigen kring Jan Voerman jr. gevonden (Dit was een kleinzoon van Ericus) en voor de verzorging van het album de vermaarde Jac. P. Thijsse. Nu, in de 21e eeuw, zijn Verkadealbums een collectors-item. Tot 1909 produceerde Verkade brood, beschuit ontbijtkoek, nacht- en theelichten. Door nieuwe wetsvoorstellen mocht de broodbakker alleen nog maar overdag werken. Omdat Verkade brood verkocht, moest het hele bedrijf zich aan deze wet houden. Deze problematiek gaf een extra impuls aan het voornemen om in 1912 een biscuitfabriek op te zetten. Tijdens de eerste wereldoorlog kwam er een tekort aan blik. Verkade kon het hoofd boven water houden. Wel werden de biscuits en theebeschuitjes in een papieren noodverpakking verkocht. Dit beviel zo goed, dat het nooit meer is veranderd. Rond die tijd waren Mariabiscuit, Nizza, Petit Beurre, Croquette, Boudoir (lange vingers) en Café Noir op de markt. In 1920 werd het broodbedrijf opgeheven. De broodfabriek werd ingericht voor de productie van suikerwerk, chocolade en bonbons. Suiker en cacao waren de hoofdgrondstoffen en die waren in de Zaanstreken ruim voorhanden. Later werden er nog toffees en andere producten aan toegevoegd. In het logo van Verkade is de ‘Ruyter’ nog herkenbaar, een verwijzing naar de eerste fabriek. 20

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


EEN LEVEN VOL VERKADE

Meisjes van Verkade Deze meisjes waren en zijn nog steeds beroemd! Eind 19e eeuw was Verkade een van de eerste bedrijven die vrouwen aannam. ‘De meisjes van Verkade’ waren honderden jonge Amsterdamse meisjes die elke dag met de trein naar Zaandam gingen om te werken in de Verkadefabriek. Verkade was het eerste bedrijf dat kinderopvang aanbood voor de vrouwen met kinderen. Nu zijn de ‘meisjes van Verkade’ in de reclame zelfbewuste Nederlandse vrouwen, kritisch op het leven, liefde én Verkade koekjes. Verkade nu in 1936 werd Verkade 40 jaar en mocht van H.K.H. Wilhelmina zich hofleverancier noemen. In 1950 kreeg Verkade het predikaat ‘koninklijk’. Vanaf toen werd het Koninklijke Verkade. In 1990 werd Koninklijke Verkade onderdeel van United Biscuits. In 2008 werd Verkade verkozen tot ‘merk van het jaar’. Momenteel heeft Verkade rond de 500 werknemers en is de Verkadefabriek gevestigd aan de Westzijde in Zaandam. In de directie zit momenteel geen Verkades. In 2009 is museum ‘het Verkade Paviljoen’ door H.K.H. de koningin geopend, waar authentieke machines nog draaien en de hele geschiedenis van Verkade te zien is. Ook de rol van de Verkade-meisjes is daar te zien, o.a. op film. Fairtrade Vanaf 2008 ging Verkade over op fairtrade chocolade. Het was het eerste A-merk dat op zo’n grote schaal fairtrade chocolade met Max Havelaar keurmerk op de markt bracht. Verkade voegt hiermee in één klap 20% toe aan de totale wereldmarkt van verkochte Fairtrade cacao, 1.500 ton cacao op jaarbasis. Als meisje van Verkade wens ik u een fijn congres!

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

21


HOOFDPUNTEN KERKELIJKE GESCHIEDENIS 19E EN 20E EEUW

Hoofdpunten kerkelijke geschiedenis 19e en 20e eeuw H. Veldman - voor bij de lezing

22

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


HOOFDPUNTEN KERKELIJKE GESCHIEDENIS 19E EN 20E EEUW

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

23


WETENSCHAP VRAAGT OM EEN OORDEEL

Wetenschap vraagt om een oordeel Daniël Bijvank

Charles Darwin is een bekende naam in de wetenschap en ver daar buiten. Als we de spanning tussen geloof en wetenschap proberen te typeren zoals die er was in de 19e eeuw dan is hij een uitstekende ingang. Zeker omdat, zoals we zullen zien, het interessant consequenties met zich meebrengt. Dit artikel is toegespitst op de relevantie van het bezig zijn met wetenschap met daarin Darwin als voorbeeld. Het bekende verhaal wat in de overlevering het liefst geromantiseerd wordt zal u nu bespaard blijven, maar Darwin ontdekte op zijn reis met de beroemde Beagle wat hij later typeerde als evolutiebiologie. Hij ontwikkelde een visie op het leven waarin slechts oorzaak en gevolg bestaan, met bekende termen als natural selection en struggle for existence. Volgens A.L. Smilde is natuurlijke selectie een belangrijke metafoor in het geheel dat de lading niet dekt en zeker voor misinterpretatie kan zorgen: “Het werk van selecterende duivenfokkers, een vorm van doelgericht mensenwerk, had hem [Darwin] op het idee gebracht van een ‘selecterende’ natuur, een doelloze keten van oorzaak en gevolg. Maar dit idee, of liever gezegd dit woord: selection, wekte onvermijdelijk ideeën over een proces waarin bedoelingen een rol spelen.”1 Dat is iets wat juist Darwin in zijn theorie, de evolutiebiologie met haar principiële richtingsloosheid, verwerpt. Darwin heeft dit in een herdruk van zijn On the origin of species proberen recht te zetten door de bekende term survival of the fittest van Herbert Spencer te gebruiken. Die term komt dus niet van Darwin zelf zoals vaak verondersteld word. Sociaal darwinisme De effecten van Darwins theorie bleven niet uit. Men probeerde aan het einde van de 19e eeuw deze begrippen uit Darwins theorie zelfs toe te passen in de maatschappij en dat staat bekend als sociaal darwinisme. Het is een bijzondere ontwikkeling dat men aan een wetenschappelijke theorie een moraal voor de mensheid probeert te ontlenen en wellicht valt dit deels toe te schrijven aan misinterpretatie? 24

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


WETENSCHAP VRAAGT OM EEN OORDEEL

De theorie van Darwin over evolutie heeft zijn wetenschappelijke waarde bewezen, maar hoe kan zo’n wetenschappelijk theorie toegepast worden in de maatschappij? Het uitgangspunt van het sociaal darwinisme is dat individuen, groepen mensen (families, populaties, sociale klassen) en rassen onderhevig zijn aan selectieprocessen die zo niet identiek, dan toch vergelijkbaar zijn met natuurlijke selectie zoals Darwin dat heeft beschreven voor planten en dieren.2 Het idee is dan om de zwakken van de samenleving aan hun lot over te laten en de sterken die overleven verdienen ook te overleven. Overigens was het sociaal darwinisme niet zozeer gebaseerd op de visie van Darwin, maar meer op die van bepaalde darwinisten. De mislukking van deze maatschappelijke uitwerking kan ik echter niet verder toelichten, maar in de eerste referentie is er meer over te lezen. Geloof en wetenschap Het is van alle tijden dat het snijvlak tussen geloof en wetenschap vraagstukken oplevert. Er zijn vakgebieden waarin geen problemen zijn, maar iets als de evolutiebiologie gaf in de 19e eeuw veel open vragen aan de denkende gelovigen. De secularisatie kwam wereldwijd steeds verder op, wetenschap en ‘vrij’ denken kwamen de huiskamers binnen. Ik ben van mening dat het goed en belangrijk is om als christen bezig te zijn met het bedrijven van wetenschap en standpuntbepaling in de wetenschappelijke wereld. Juist iets als het sociaal darwinisme, misschien met enig gezag omdat het ‘voortvloeide’ uit de baanbrekende theorie van Darwin vroeg om een oordeel in de maatschappij van toen. Wij kunnen verschillende houdingen aannemen, maar een afwachtende houding is in ieder geval de onjuiste. De evolutiebiologie die Darwin bracht dwong christenen in de 19e eeuw om traditionele standpunten te heroverwegen. Hij was niet de eerste, denk bijvoorbeeld aan bioloog Jean-Bapiste de Lamarck in Frankrijk, maar wel een van de vooraanstaande wetenschappers die de Bijbel niet meer als uitgangspunt namen voor het leven. Christenen moeten mijns inziens bezig gaan met wetenschap, ook op de plekken waar het lijkt te botsen. Daarvoor hebben we elkaar hard nodig. N.B. Er is nog veel te lezen over dit onderwerp. Geschikt materiaal om u verder te verdiepen is onder andere te vinden via ForumC en via de bekende zoekmachines.

1. Drs. A.L. Smilde, Onvoltooibare revolutie, Radix 38.3 2012 2. bit.ly/VNwRb8 WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

25


NIHILISME, TYPISCH GEREFORMEERD?

Nihilisme, typisch gereformeerd? Tom van Dijk Een van de bekendste en meest spraakmakende filosofen van de 19e eeuw moet wel Nietzsche zijn. Nietzsche staat bekend om allerlei controversiële uitspraken en om zijn pakkende manier van schrijven. Zijn denken is niet altijd even duidelijk, wat wel geïllustreerd wordt door het feit dat vrijwel elke stroming na hem beweert op de een of andere manier door hem geïnspireerd te zijn. Nietzsche is natuurlijk berucht om de uitspraak dat God dóód is – helaas, volgens Nietzsche, want daarmee vallen ook allerlei claims op een objectieve werkelijkheid, een objectieve waarheid en een objectieve universele moraal weg. Vooral door de wijze waarop Nietzsche werd geïnterpreteerd door Heidegger zijn we bekend met het begrip ‘nihilisme’, een begrip dat in de latere aantekeningen van Nietzsche naar voren kwam. Nihilisme is een vrij algemeen begrip en houdt in dat er over een bepaald gebied eigenlijk niets te zeggen is. Moreel nihilisme wil bijvoorbeeld zeggen dat er uiteindelijk geen universele of objectieve normen en waarden zijn. Dat betekent dat een daad die de één afschuwelijk vindt, zoals een moord, voor de ander acceptabel of zelfs moreel gewenst kan zijn, en dat er uiteindelijk geen doorslaggevende reden gevonden kan worden dat de één gelijk heeft en de ander niet. Het gaat verder dan ethisch relativisme, waarbinnen enkel beweerd wordt dat verschillende ethische systemen even waardevol zijn. Nihilisme wil zeggen dat er geen enkele uitspraak gedaan kan worden over de waarde van een ethisch systeem, bij gebrek aan objectieve basis. Nihilisme kan ook betekenen dat wij uiteindelijk niets kunnen weten, zelfs niet of de wereld bestaat en of er ook maar iets is dat echt waar is. Een voorbeeld van hoe diep dit nihilisme kan gaan, is het simpele feit dat we in een wereld leven waarin mensen met dezelfde kennis en dezelfde intellectuele vermogens totaal verschillende conclusies kunnen trekken. De lezer zij bekend met de ontelbaar vele christelijke stromingen, die allerlei onderling tegenstrijdige uitspraken doen, maar zich allemaal baseren op ruwweg dezelfde teksten, dezelfde voorgeschiedenis, en soortgelijke rationele vermogens. Het enige dat nog rest is om dan maar de rede te wantrouwen, die blijkbaar 26

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


NIHILISME, TYPISCH GEREFORMEERD?

niet in staat is om orde te scheppen in deze chaos. Maar als de rede al onbetrouwbaar is, is het dan nog mogelijk om iets zinnigs te zeggen? Elke redenering is bij voorbaat in het verdachtenbankje geplaatst! Men kan natuurlijk simpelweg de rede van tafel zwiepen en zich beroepen op ‘openbaring’ of ‘mysterieuze inspiratie’ of ‘intuïtie’ maar in feite is dit het einde van elk denkbaar gesprek – wie een dergelijke bewering doet geeft impliciet aan dat het onmogelijk is om er verder over te praten, omdat taal nu eenmaal bestaat bij de gratie van de gedachte dat zinnen zinnig zijn, dat uitspraken begrijpelijk en redelijk zijn en dat een gesprekspartner eventueel van standpunt zou kunnen veranderen of tot een nieuw inzicht zou kunnen komen – iets dat onmogelijk is wanneer je al van tevoren aangeeft dat eventuele argumenten vóór of tegen per definitie ongeldig en onbetrouwbaar zijn. Het valt me op dat in discussies tussen een christen en een atheïst de middle ground vaak gevonden wordt op het punt dat er geen objectieve waarheid is. Het is nu eenmaal onmogelijk om te bewijzen dat er helemaal geen god bestaat, net zo goed als het klaarblijkelijk onmogelijk is om aan te tonen dat er wel een god bestaat. In feite zijn beiden nihilist: uiteindelijk weten we gans niets. Voor beiden geldt dat hun wereldbeeld niets meer is dan een verhaal dat zij aannemelijk vinden. De christen vindt om bepaalde redenen het christelijke wereldbeeld aannemelijker, en de atheïst het wereldbeeld waarin er waarschijnlijk géén god bestaat. Overigens zullen zowel de christen als de atheïst niet lang in dit grijze gebied van vermeende consensus blijven hangen. De christen is vanwege de waarheidsclaims van het christelijke geloof verplicht om te beweren dat er wel degelijk een kenbare objectieve wereld is, en de atheïst zal eisen dat als er dan een god is die iets met de wereld wil, dit dan ook op de een of andere manier aanwijsbaar moet zijn in de wereld – er kunnen wel duizenden godheden bestaan, maar als het een god betreft die enige impact op de wereld heeft, dan moet er een aantoonbaar verschil zijn tussen een wereld mét zo’n god en een wereld zónder zo’n god. Ik vind het zelf erg curieus dat op dit punt in een discussie tussen een christen en een atheïst dikwijls toch de rede ter discussie komt te staan en de redeloze nihilist weer om de hoek komt kijken. De menselijke rede is plotseling te beperkt om uitspraken te doen over de mysterieuze wereld! Nu is het niet alleen bij de vraag wat we kunnen weten dat christenen in feite nihilistische trekjes vertonen. De troefkaart van veel christelijke apologeten is uiteraard de vraag of er nog wel een bron voor moraliteit is bij gebrek aan christelijke waarheden. Staan we echter wat dieper stil bij de consequenties van daden binnen het christelijk geloof, en met name de gereformeerde variant, dan WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

27


NIHILISME, TYPISCH GEREFORMEERD?

blijkt ook daar een koppig nihilisme om de hoek te kijken. Opvallend in met name de gereformeerde versie van het christelijke geloof is namelijk dat de morele zin maar heel beperkt is. Natuurlijk beweert men van alles over wat goed en wat kwaad is, maar er zijn totaal geen echte consequenties! Immers, volgens de gereformeerde belijdenis dragen goede werken niets1 bij tot de redding. Wanneer we bovendien nadenken over gevolgen in de verre toekomst, dan wordt alles dat wij nu doen gereduceerd tot de consequentie van ofwel een eindeloze gelukzaligheid ofwel een eindeloze ellende, niet op grond van daden, maar op grond van een gedachte of bewering. Uiteindelijk maakt het dus niets uit wat je doet, want het enige dat uiteindelijk uitmaakt is of je een bepaalde gedachte hebt, namelijk het geloof. Weliswaar bevat dit geloof ook allerlei uitspraken over goed en kwaad – alhoewel de geschiedenis laat merken dat er enige flexibiliteit is op dit punt, de meeste christenen geloven intussen dat slavernij iets verkeerds is, dit was eeuwen geleden wel anders! – het maakt niet uit wat je precies uitspookt, want alleen die ene gedachte of belijdenis maakt uiteindelijk uit. Elk kwaad dat je doet wordt toch wel ten goede gekeerd, zelfs de ergste misdaden zijn slechts relatief en ook de dood is niet permanent. Het goede dat je doet maakt uiteindelijk ook maar weinig verschil, zeker niet in de gereformeerde interpretatie waarbinnen alles dat zal gebeuren al lang is vastgesteld, of in elk geval dat al is vastgesteld wie gered zullen worden. Als al is vastgesteld wie gered worden, dan is al van tevoren bepaald in welke toestand men zich uiteindelijk zal bevinden en is er in feite geen absolute zin in de christelijke moraal. Het maakt niet uit wat je doet! Het is al vastgesteld! Om twee redenen verschuilt zich in de gereformeerde belijdenis dus in feite een moreel nihilisme: in de eerste plaats omdat goede werken geen enkele echte consequentie hebben en in de tweede plaats omdat het enige dat uiteindelijk verschillend is – de bestemming ten hemel of ter helle – geen gevolg is van goede of slechte daden of keuzes, maar enkel afhangt van de uitverkiezing vooraf. Nietzsche waarschuwde voor het nihilisme en stelde dat dit een groot opkomend probleem is. Sommige latere schrijvers zoals Heidegger hebben gesuggereerd dat het nihilisme al sinds Plato bestond. Ik heb wel eens gelezen dat een kern van het menselijk denken en van de religie de confrontatie met de eigen sterfelijkheid is, dus met de zekerheid dat er ooit een moment zal zijn 1. Overigens is dit volgens mij nogal in strijd met de bijbel, zie bijvoorbeeld 2 Korintiërs 5:10, Openbaring 22:12, Matteüs 25:31-46, Romeinen 2:6, 1 Petrus 1:17, waarin toch duidelijk en ondubbelzinnig staat dat geoordeeld wordt op grond van werken en niet op grond van gedachten, intenties of getuigenissen.

28

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


NIHILISME, TYPISCH GEREFORMEERD?

van absoluut Niets. Maar is dit dan het antwoord, dat er niets is, geen moraal, geen uiteindelijke zin? Misschien wel, en ik heb in dit artikel geprobeerd te laten zien dat deze gedachte ook schuilt in het gereformeerde denken. Het lijkt me echter niet verstandig of zinvol om te leven in de verre toekomst en te verdwalen in absoluutheden. In het hier en nu hebben we te maken met relatieve, beperkte waarheden, waarover we beperkt kunnen communiceren, met een beperkte rede, maar als we aannemen dat relatieve betrouwbaarheid in praktijk voldoende is, dan komen we een heel eind. Niemand kan zich beroepen op een absolute moraal, maar dat geeft niet: als we allemaal onze eigen relatieve moraal hebben, dan hebben we tenminste iets om over in gesprek te gaan! Tom van Dijk is oud-lid van de VGST en kent de discussie tussen christenen en atheïsten zowel als christen en als atheïst. Dit artikel is bedoeld om de lezer op een prikkelende manier in aanraking te brengen met nihilisme. Intellectuele VGST’ers worden in staat geacht hierop te kunnen reageren.

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

29


TWITTER

Twitter Daan Pranger Jan Jansen @Janmetdepet Hoezo maximaal 140 tekens? Ik kan niet eens schrijven.

212 jaar geleden

Ludwig van Beethoven @dropthebeethoven 210 jaar geleden Eerste uitvoering moonlight sonata ging goed! Wat vond jij ervan @JGuicciardi? ;) Napoleon Bonaparte @kleinegeneraal 200 jaar geleden Vanochtend half uur bezig geweest met ijsvrij maken van paard. Moeilijk koud hiero. Jane Austen @writergirl75 199 jaar geleden Morgen signeersessie Pride & Prejudice bij de boekhandel. Zal wel weer geen hond op afkomen. #waardoeikhetvoor Toen.nl @Toen.nl 192 jaar geleden Wereldbevolking telt vanaf vandaag meer dan 1 miljard mensen. Lees meer op Toen.nl Charles Darwin @CharlieD 181 jaar geleden Komende vijf jaar vaar ik rond op de Beagle, dus zal waarschijnlijk niet veel online zijn. #twexit Kwelspel.nl @Kwelspel 170 jaar geleden Gijs den Bakker Nerderlands Kampioen katknuppelen. Vrouwencompetitie ganstrekken afgelast. Johan Thorbecke @DeThor Nieuwe grondwet is vanaf vandaag rechtsgeldig. Even goed lezen, iedereen!

164 jaar geleden

Ignaz Semmelweis @Semmie Sterftecijfer <1% in mijn ziekenhuis. Waar handen wassen al niet goed voor is...

156 jaar geleden

30

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


TWITTER

Abraham Lincoln @HonestAbe 147 jaar geleden Vanavond eindelijk weer eens naar het theater. Beetje ontspanning is nog nooit iemand dood aan gegaan! Thomas Edison @EdisPwn 133 jaar geleden Wij gaan electriciteit zo goedkoop maken dat alleen de rijken nog kaarsen kopen. Karl Benz @Benzboy Jeuj! Eerste automobiel verkocht. Zit misschien toch nog geld in dit idee.

126 jaar geleden

James Starley @JayStar Retweet en maak kans op een splinternieuwe Hoge Bi, model Ariel.

125 jaar geleden

Vincent van Gogh @VGVince 122 jaar geleden Uit pure verveling maar zonnebloemen aan’t schilderen. Wel aardig om de slaapkamer mee te versieren.

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

31


WORKSHOPS

Workshops Etiquette in de 19e eeuw Hoe spreek je vrouwen en mannen op straat aan? Hoe behandel je je partner tijdens een bal en hoe gedraag je je aan tafel? Allemaal vragen waar ze in de 19e eeuw een duidelijk antwoord voor hebben. handschoenen dragen, hoed afnemen, ‘na u’ en nog meer manieren komen allemaal terug in deze workshop.

Klassieke muziek Muziek in de 19e eeuw, dat is vooral de Romantiek. Beethoven bracht stapje voor stapje emotie in de zakelijke muziek van het classisisme; een eeuw later zweepte Rachmaninov complete orkesten op met zijn concerten. Aan de hand van luisterfragmenten gaan we de romantiek bij langs: Beethoven, Schubert, Strauss, Chopin, Wagner, Brahms, Rachmaninov en nog wel anderen zullen de revue passeren. Maar vooral proberen we de volgende vraag te beantwoorden: Wat maakt 19e eeuwse muziek nu 19e eeuws?

Schoolstrijd In 1848 werd onder leiding van Johan Rudolph Thorbecke de grondwet van het Konkrijk der Nederlanden op grondige wijze herzien. Een van de grondrechten voor burgers was de vrijheid om zelf scholen te stichten. In de jaren na 1848 waren er grote meningsverschillen tussen de liberalen en de confessionelen onder leiding van Abraham Kuyper over wat de vrijheid van onderwijs nou inhield. De liberalen betoogden dat de overheid geen religieus onderwijs zou mogen subsidiëren, maar Kuyper betoogde dat onderwijs pas vrij zou zijn als bijzonder en openbaar onderwijs precies dezelfde rechten hadden. In deze workshop zal er gediscussieerd worden over de relevantie van het bijzonder onderwijs in de 19e eeuw en in de 21e eeuw.

32

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


WORKSHOPS

Schilderkunst in de 19e eeuw Jugendstil, romantiek, impressionisme, realisme. De 19e eeuw was rijk aan kunst en getalenteerde schilders. Eén van de meest invloedrijke schilders van de 19e eeuw is wel Van Gogh, ook al werd hij later pas erkend. Iedereen kent zijn bekende schilderij ‘Zonnebloemen’ die we na zullen gaan schilderen op de manier die bij u past. Het maakt niet of u wel of niet kunt schilderen – want het gaat om hoe u ‘Zonnebloemen’ schildert!

Geschiedenisquiz Weet u waarom Isaac da Costa bezwaren had tegen de geest der eeuw? En wie was toch die ‘Groen van Prinsterer’ waar al die scholen naar genoemd zijn? Wij wisten dat dus allemaal niet. En hoe zat dat nou ook al weer met de Doleantie? U komt het allemaal te weten in de grote interactieve quiz, waarin u erachter komt dat het leven ingewikkelder was dan het leek. En waarin u er achterkomt dat u maar bar weinig weet, maar soms ook verrassend veel.

Historische fietstocht door Enschede In deze workshop gaan we een fietstocht maken waarbij u de plekjes uit de Twentse textielindustrie zelf te zien krijgt. Onder leiding van een geboren en getogen Enschedeër krijgt u enige uitleg over de stad en de textielhistorie hier. Zo zult u zien dat deze stad zeker historie bevat alhoewel deze niet altijd zichtbaar is. Deze workshop wordt gegeven door Alex ter Horst.

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

33


WORKSHOPS

Verwerking lezing 1 Geschiedenis is niet alleen interessant omdat het zulke mooie verhalen oplevert. Zeker de geschiedenis van de 19e eeuw vertelt veel over de manier waarop we nu denken en leven. In deze workshop wordt vanuit dat oogpunt de eerste lezing nabesproken. Hoe verhoudt de manier waarop christenen kerk en samenleving nu willen vormgeven zich tot de verschillende ideeĂŤn en manieren die hierover zijn ontwikkeld in die tijd? Deze workshop is dus een stukje eigentijdse verwerking van de lezing, om het niet te laten hangen in de bedompte lucht van vergane geschiedenis.

Entertainment in de 19e eeuw Hadden de mensen 150 jaar geleden naast al het werken en kerken nog wel tijd voor vermaak? Dat een filmpje pakken niet ging mag duidelijk zijn, maar ook muziek of een concertbezoek was voor iedereen behalve de upperclass vaak net zo onbereikbaar. Welke dingen deed de gewone man in de 19e eeuw ter ontspanning? In deze workshop gaan we verschillende voorbeelden bekijken en uiteindelijk op uiteenlopende manieren zelf creatief aan de slag.

34

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW


ADVERTENTIE

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW

35


NOTITIES

36

WERK EN KERK IN DE 19E EEUW



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.