Jacobien Buurman
Wie ben jij online? Een online identiteit, iedereen heeft er een. De een uitbundig en heeft op internet ook een extravagante identiteit. De ander is wat meer ingetogen en laat online ook minder van zichzelf zien. Sommige mensen kiezen ervoor alles of juist niets op internet te zetten, anderen hebben niet in de gaten wat allemaal bekend is van hen. Veel mensen die bezig zijn in de wereld van de nieuwe media en nadenken over de privacy googlen zichzelf. Wanneer je jezelf googled, kom je te weten wat bijvoorbeeld een nieuwe werkgever over jou op internet kan vinden. Een ander motief om jezelf te googlen kan volgens een onderzoek door een team met Zwitserse en Australische sociale wetenschappers toegeschreven worden aan een stijging van narcismei. De wereld kijkt steeds meer naar het individu, de mensheid krijgt steeds minder inlevingsvermogen en wordt egoïstischer. In dit essay ga ik op onderzoek uit naar het wie, wat, waar, hoe en waarom rond het profileren van jezelf op internet.
Narcisme De term narcisme is als eerste gebruikt door de grondlegger van de psychoanalyse: Sigmund Freud. De term narcisme komt van een figuur uit de Griekse mythologie: Narcissus. Volgens een verhaal wees Narcissus alle romantische avances af. Voor straf werd hij verliefd op zijn eigen spiegelbeeld. Volgens Wikipedia heeft een narcist op het eerste gezicht een sterk gevoel voor eigenwaarde en straalt hij zelfvertrouwen uit. Een gevoel van eigenwaarde en zelfrespect is het beeld dat een mens op emotioneel niveau van zichzelf heeft, zonder daarbij ‘echt’ na te denken. Een positieve eigenwaarde betekend dat je tevreden bent met jezelf. Je eigenwaarde hoeft niet overeen te komen met de visie die anderen op je hebben. Een narcist heeft (vaak niet bewust) weinig zelfrespect. Dit compenseert hij door zich beter voor te doen of door zichzelf belangrijker dan anderen te beschouwen. Een narcist beschermt zichzelf tegen kritiek van anderen, hij heeft niet veel inlevingsvermogen. Echt aandacht voor de mening of de gevoelens van anderen heeft hij niet. In de volksmond is narcisme een negatieve benaming. Eigenlijk heeft ieder mens een gezonde dosis narcisme nodig. Er is
alleen een probleem als iemands gedrag daar te sterk door wordt bepaald en er problemen ontstaan in de omgeving. Dan kan er sprake zijn van een psychische aandoening: een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Bij een ijdeltuit verwijst het narcisme naar de uitstraling, het uiterlijk. Een studie aan de Canadese York University in Toronto heeft onderzocht dat egoïsme en een laag zelfbeeld gerelateerd zijn aan een drukkere online activiteit. Zij hebben de Facebookprofielen van 18-‐ tot 25-‐jarigen onderzocht. Uit hun onderzoek blijkt dat wanneer je obsessief bezig bent met bijvoorbeeld je Facebookprofiel, je een online narcist kunt worden. Bij de San Diego State University hebben onderzoekers geconcludeerd dat 60% van de studenten sociale netwerksites gebruiken omwille van zelfpromotie, narcisme en om aandacht te zoeken.ii De Australische Julian Cole doet onderzoek naar Facebook. Hij denkt dat de narcotische gebruikers van Facebook deze trekjes ook in het echte leven hebben. Volgens hem laten ze lijken of ze een heel interessant leven hebben door geregeld online updates te geven over waar ze zijn en met wie. In het onderzoek van de Canadese York University in Toronto hebben studenten tussen 18-‐ en 25 jaar een persoonlijkheidstest ingevuld. Daaruit werd de mate van narcisme gemeten. De studenten beantwoordden ook vragen over hun gedrag op sociale netwerksites. De conclusie van het onderzoek is dat mensen die meer narcistische persoonlijkheids-‐ kenmerken hebben, meer tijd besteden aan het bewerken van hun profiel op sociale netwerksites. Zij plaatsen volgens het onderzoek vaker foto’s op hun profiel waarop niet per se goede herinneringen met vrienden opgehaald worden. Het zijn foto’s waar zij zelf ‘aantrekkelijk’ op staan.iii Een opvallende uitkomst van dit onderzoek vind ik dat mannen online hun intelligentie en gevoel voor humor (in tekst) willen benadrukken en dat vrouwen zichzelf fysiek zo aantrekkelijk mogelijk (in foto’s) willen presenteren. Dit betekend dus dat vrouwen online als aantrekkelijk gezien willen worden. Wat is er gebeurd met de emancipatie? Zo komen we nooit af van mannen die de vrouw als lustobject zien.
Mijn visie Het verschijnsel van narcisme zie ik terug in de sociale netwerken die ik gebruik. Op Hyves ben ik geen actief lid, in de zin dat ik contact onderhoud met mijn netwerk. De laatste maanden gebruik ik het alleen om bij te houden wat er in mijn netwerk gebeurd, een soort van entertainment. Want stiekem gniffelen om foto’s en WieWatWaars van oude bekenden, vind ik een aangename bezigheid. Met Facebook en Twitter ben ik net begonnen, daar ben ik nog niet heel actief in. Ik wil ook niet dat iedereen alles van mij weet. Dat ik iedere week op donderdag in Nijmegen of Arnhem ben, is niet relevant voor vrienden/kennissen in Eindhoven? Wat mijn moeder voor mij gekookt heeft, net zoals waar ik de hele week uithang hoeft ook niet iedereen te weten. Ik probeer selectief te zijn in de dingen die ik deel.
Wanneer ik de homepage van Hyves check wanneer ik net ingelogd ben, zie ik altijd updates van dezelfde mensen. Zij delen alles: dat ze deze week lekker vrij zijn (luie varkens!), dat ze weer vastzitten met de trein tussen Winterswijk en Arnhem (ga dichter bij je werk wonen). Zij hebben ook nooit gehoord van hoofdletters of interpunctie. De kroon spant mijn (gelukkig aangetrouwde) tante met in haar WieWatWaar: “ff chillen nu op de bank met een putje koffie natuurlijk van af de raalt iedereen een fijne week”. Hartstikke bedankt denk ik dan, hier kan ik niets mee. Ik heb haar Facebook uitnodiging, hoe niet vriendelijk het ook is, geweigerd. Ik ben niet alleen in deze irritaties. De koopjessite Eversave heeft onderzoek gedaan naar de ware gevoelens van vrouwen over hun Facebookvriendeniv. Daaruit komt dat 83% wel eens geïrriteerd raakt door posts van hun vrienden. 63% van de vrouwen vond een klacht het meest irritant, gevolgd door 41% die zich irriteert aan politieke praat en 32% aan opschepperij. Andere irritaties zijn: het overmatig delen van alledaagse dingen (65%), “liken” van te veel posts (46%), het te vaak en ongepaste promotie (40%) en het laten zien van valse informatie of foto’s van een perfect leven (40%). Lauerl Papworth brengt nuance aan in mijn visie op alle narcistische uitingen op sociale netwerken. Zij snapt het narcistische label dat aan het profiel van een YouTube of MySpace gebruiker gehangen kan wordt. Maar zij ziet Facebook als communicatiemiddel met een meer intieme vriendengroep. Op Facebook laat jij jouw vrienden weten wat je bezighoudt in het dagelijkse leven. Je laat daar zien dat je geliefd bent door het commentaar van vrienden op je statussen of foto’s. Dit vind ik een goede omschrijving van het gebruik van Facebook. Het is aan jezelf wat je wilt delen en wat niet op het internet. Ieder sociaal netwerk is anders. Zo wordt LinkedIn met een zakelijk doel gebruikt en Hyves echt entertainend en sociaal. Het posten van iets om bij anderen expres een verkeerd beeld op te wekken vind ik niet oké. Maar iedereen moet zich wel bewust zijn welke identiteit ze op internet achterlaten. Het internet onthoudt alles. Het lijkt alsof ik het Hyvestijdperk ontgroei. Ik vind de profielen op Hyves lelijk worden, dat blauw met geel en de springerige emoticons. Terwijl wij met vriendinnen op de middelbare school daar veel slappe lach buien mee hebben gehad. Nu zie ik op het profiel van mijn jongere nichtje van 15 jaar dat zij dat nu heeft met haar vriendinnen. Hyves groeit volgens de cijfers nog wel. Hieraan tegengesteld zie ik in mijn omgeving iedereen Facebook aanmaken en zijn/haar Hyves profiel verwijderen. Onze doelgroep krimpt, dat betekend dat andere gebruikersgroepen groeien.
Identiteit en privacy We leven in een postmoderne cultuur. Een belangrijk kenmerk van deze cultuur is dat het aantal activiteiten waarin personen hun identiteit vorm kunnen geven, sterk is toegenomen.
Professor J. Van Mul zegt dat deze postmoderne samenleving veel weg heeft van een supermarkt van lifestyles. Iedereen shopt zijn eigen identiteit bij elkaar. Studente Anneke schrijft op haar blogv dat haar online identiteit geen (waarheidsgetrouwe) afspiegeling is van haar offline identiteit. Ze licht bewust alleen haar positieve kanten uit. Ze zegt dat we op internet misschien wel de persoon zijn die we graag zouden willen zijn. Hier sluit ik mij bij aan, maar ik krijg wel mijn vraagtekens bij personen die zich op een verkeerde manier als iemand anders voor doen. Denk maar aan pedofielen. Het is gemakkelijk om via fora e-‐mailadressen van jonge, onzekere kinderen te vinden. Met een online identiteit bespelen zij die kinderen, ze zorgen ervoor dat de kinderen vertrouwen krijgen in het online ‘(kinder)vriend alter ego’ en zo kunnen deze ‘kindervrienden’ alles gedaan krijgen van hun slachtoffers. Als aanvulling heeft Anneke dan ook: “die persoon is ook aanwezig in onze offline identiteit, maar wordt dan af en toe overschaduwd door onze minder fijne kanten. Op internet kunnen we die heel makkelijk verbergen.”. Zelf zou ik het niet beter kunnen verwoorden. De laatste tijd heb ik het met verschillende mensen gehad over of zij zichzelf bewust zijn van hun online identiteit, en of ze weten welke identiteit ze hebben. Bijvoorbeeld bij een vriend die veel stapfoto’s op zijn profiel plaatst. Hij ziet er belabberd uit op de foto’s, hij plaatst ze omdat het goede herinneringen zijn en stappen is op dit moment een passie van ‘m. Akkoord, maar wat als hij solliciteert en dat serieuze bedrijf ziet zijn stapfoto’s? Een artikel op Elsevier.nl van 9 maart heeft als titel: “Google uw beoogde werkgever, hij googlet u ook”. Uit een onderzoek van Creyf’s Uitzendbureau blijkt dat 42% van de werkgevers zijn kandidaten eerst via Google opzoekt. Ze vinden de zoekmachine onmisbaar bij het selecteren van nieuwe werknemers.vi Die vriend zegt over zijn stapfoto’s dat ze bij hem horen en dat zijn toekomstige werkgever ook wel weet dat hij jong is en ’s avonds niet op de bank uit zijn neus zit te peuteren. Daar kan ik goed inkomen. Maar is jouw stapleven iets wat een toekomstige werkgever van jou moet zien? Wanneer hij ouder is en serieus moet en/of wil gaan werken, dan moeten die foto’s wel veranderen. Het artikel van Elsevier zegt ook dat uitbundige feestfoto’s toekomstige werkgevers af kunnen stoten. Het advies daarvoor is: het afschermen van je profiel voor onbekenden. Google jezelf eens. Wat vind deze zoekgigant allemaal over jou? Uiteraard heb ik speciaal voor dit essay mijzelf googlet. Ik schrok eigenlijk van de site www.wiezoekje.com/photos, daarop zag ik gewoon mijn profielfoto’s van Hyves en Facebook. Ook heb ik lang geleden een web-‐log aangemaakt, een hobby die ik toen had was: “leujke dinge doen met vriendinnuh”. Uhm, dat is niet bepaald meer van toepassing. Na een korte mail conversatie hebben de mensen van weblog mij prima geholpen met het verwijderen van mijn account. Het punt wat ik wil maken is: wanneer we praten over online identiteit, hoort daar ook het begrip privacy bij. Niet iedereen zal direct tussen deze twee begrippen een link leggen. Volgens Paul Ricoeur is onze identiteit vervat in ons levensverhaal. Dat verhaal wordt
vormgegeven door het handelen en de reflectie op het handelen van de betreffende persoon. Verhalen kun je verzinnen, op veel sociale netwerken is niet te achterhalen of iedereen de persoon is die hij/zij zegt dat hij is.
Is internet een theater? Op het internet is het gemakkelijk om jezelf anders voor te doen, anders te profileren. Er zijn twee soorten anders: jezelf online positioneren in gezonde maat door een zakelijke/ professionele identiteit aan te nemen, zoals Anneke op haar blog. Duivels vind ik het wanneer iemand zich als iemand anders voordoet en daar mensen mee misleidt. Let dus goed op hoe jij over wilt komen en hoe jij overkomt op het internet. Verandering begint bij jezelf en internet onthoudt en achterhaalt met de nieuwe technologieën steeds meer. i
http://marcomeerman.blogspot.com/, geraadpleegd op 14 februari. “Google jezelf”
ii
http://www.hln.be/hln/nl/4125/Internet/article/detail/1151075/2010/08/30/Actieve-‐Facebookers-‐ zijn-‐online-‐narcisten.dhtml, geraadpleegd op 14 februari . “Actieve Facebookers zijn online narcisten” iii
http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Wetenschap/275514/Narcistische-‐mensen-‐actiever-‐op-‐ sociale-‐netwerksites.htm?rss=true, geraadpleegd op 9 maart. “Narcistische mensen actiever op sociale netwerksites” iv
http://www.dutchcowgirls.nl/social/4842, geraadpleegd op 30 maart. “Wat vinden vrouwen echt van hun Facebook vrienden?” v
http://hetlevenvanann.wordpress.com/2010/11/30/identiteit-‐2-‐0/, geraadpleegd op 10 maart
vi
http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Carriere/291422/Google-‐uw-‐beoogde-‐werkgever-‐hij-‐googlet-‐ u-‐ook.htm, geraadpleegd op 10 maart. “Google uw beoogde werkgever, hij googlet u ook”