Naam: _______________________
Datum: __ / __ / __
Nr: ___
Herhaling toets 8 1. Welk getal staat hier afgebeeld?
…….
…….
…….
2. Spring mee per 10. (Maak het rijtje verder) 100
110
120
…
…
…
…
…
350
360
370
…
…
…
…
…
740
750
760
…
…
…
…
…
820
830
…
…
…
…
…
…
3. Rangschik de getallen 920
440
680
....... < ….... < ……. 540
450
500
....... < ….... < …….
Zo gezegd zo gerekend 3B: Herhaling toets 8
390
100
710
……. > ……. > ……. 550
800
480
……. > ……. > …….
Naam: _______________________
Datum: __ / __ / __
Nr: ___
4. Vul de getallenassen verder aan . 120
130
140
….
….
510
511
0
100
200
….
….
….
512
….
….
….
….
….
….
….
….
5. Wat is de waarde van het cijfer? Wat is de waarde van het cijfer 5 in het getal 356?
……
Wat is de waarde van het cijfer 6 in het getal 356?
……
Wat is de waarde van het cijfer 3 in het getal 356?
……
Wat is de waarde van het cijfer 5 in het getal 598?
……
6. Noteer het getal (Je mag de positietabel hiernaast gebruiken) 6H 7T 3E
….
5T 6E 8H
….
0E 9T 9H
….
6H 3E 9T
….
4H 2T
….
8H 3T 4E
….
2E 3T 4H
….
1H 1E 1T
….
7. Steek met de juiste stappen het zebrapad over. ….
….
994
….
….
993
….
….
….
….
….
….
940
988
….
930
986
….
Zo gezegd zo gerekend 3B: Herhaling toets 8
Naam: _______________________
Datum: __ / __ / __
Nr: ___
8. Kan jij de rij vervolledigen? 225 – 226 - …... - …… - …... - …… 502 – 504 - …... - …… - …... - …… 715 – 725 - …... - …… - …... - …… …… – ….. - …... - …… - 545 - 550 9. Tussen welke opeenvolgende tientallen liggen deze getallen? Omkring nadien het dichtstbijzijnde tiental. ……
587
……
……
923
……
……
364
……
……
251
……
……
277
……
10. Tussen welke opeenvolgende honderdtallen liggen deze getallen? Omkring nadien het dichtstbijzijnde honderdtal. ……
587
……
……
923
……
……
364
……
……
251
……
……
277
……
11. Los op (je mag je getallenas gebruiken) 100 + 17 = …..
200 – 20 = ……
200 + 65 = …..
400 – 30 = ……
100 + 30 = …..
500 – 60 = ……
100 + ….. = 125
200 – 23 = ……
200 + ….. = 265
200 - …… = 165
Zo gezegd zo gerekend 3B: Herhaling toets 8
Naam: _______________________
Datum: __ / __ / __
Nr: ___
12. Omkring het geheel met blauw en kleur daarna ½ geel.
13. Vang ½ in een gele kring. Los daarna de formules op.
½ van ….. = 6:2=
½ van ….. = 10 : 2 =
½ van ….. = 16 : 2 =
14. Omkring het geheel met blauw en kleur daarna ¼ groen.
Zo gezegd zo gerekend 3B: Herhaling toets 8
Naam: _______________________
Datum: __ / __ / __
Nr: ___
15. Vang ¼ in een groene kring. Los daarna de formules op. ¼ van ….. = 4:4=
¼ van ….. = 12 : 4 =
¼ van ….. = 20 : 4 =
16. ½ is getekend. Vul aan tot het geheel. Vul nadien de formules aan. ½ van …... = .….. ….. : 2 = …….
½ van …... = .….. ….. : 2 = …….
½ van …... = .….. ….. : 2 = …….
Zo gezegd zo gerekend 3B: Herhaling toets 8
Naam: _______________________
Datum: __ / __ / __
Nr: ___
17. ¼ is getekend. Vul aan tot het geheel. Vul nadien de formules aan. ¼ van …... = .….. ….. : 4 = …….
¼ van …... = .….. ….. : 4 = …….
¼ van …... = .….. ….. : 4 = …….
Kijk alles nog eens grondig na!
Zo gezegd zo gerekend 3B: Herhaling toets 8