Witteveen+Bos Maatschappelijk jaarverslag 2014

Page 1

Ingenieurswerk mensenwerk Maatschappelijk jaarverslag 2014



Ingenieurswerk mensenwerk Maatschappelijk jaarverslag 2014


VERSLAG VAN DE DIRECTIE Witteveen+Bos N.V. heeft in 2014 wereldwijd met uitdagende projecten bijgedragen aan grote hedendaagse opgaven rond leefbaarheid, gezondheid, veiligheid en bereikbaarheid. De organisatie is gegroeid naar 977 medewerkers, de omzet naar 119 miljoen euro en het nettoresultaat van 15,3 miljoen euro is gezond. De directie, bestaande uit algemeen directeur Karin Sluis en directeur Henk Nieboer, kijkt terug op een succesvol jaar. De wereldeconomie en de Nederlandse economie herstellen licht. De meeste markten waarin Witteveen+Bos opereert lijken in Nederland stabiel, terwijl internationaal groeikansen zijn. Karin: ‘Naar verwachting groeit de wereldbevolking naar negen à tien miljard mensen in 2050, waarbij de groei met name in Azië en Afrika plaatsvindt. De vraag naar water en voedsel neemt toe en sterke verstedelijking leidt tot andere opgaven op het gebied van leefbaarheid en bereikbaarheid. Tel bij deze ontwikkelingen de effecten van wereldwijde trends als klimaatverandering en snelle technologische ontwikkelingen op en de groeimarkten voor ingenieursbureaus tekenen zich af.’ Witteveen+Bos werkt toegewijd aan het leveren van betrouwbare oplossingen voor deze technische en sociale opgaven van onze stakeholders, waaronder klanten, medewerkers, leveranciers, burgers en milieu- en maatschappelijke organisaties. Henk: ‘Wij willen ons daarbij opstellen als ‘verantwoordelijke burger’, die betrouwbaar en betrokken is en haar deskundigheid benut om bij te dragen aan het oplossen van de problemen van nu en later. Zo hebben wij in antwoord op de toenemende vraag naar energie in 2014 extra aandacht geschonken aan onze expertise op het gebied van hernieuwbare energie.’ ‘Om in te spelen op de wereldwijde ontwikkelingen, zijn we 2014 gestart met een aanpassing van onze organisatie. We hebben vier sectoren gevormd waarin mensen op basis van hun inhoudelijke expertise zijn samengebracht. Op deze manier kunnen we altijd het beste team inzetten voor onze projecten’, aldus Henk. ‘Tevens openden we in 2014 nieuwe kantoren in Singapore en Dubai. We zijn trots op de ingezette ontwikkelingen. Echter, Nederland is en blijft voor ons het thuisland waar we graag in 4

grote en kleinere projecten werken en steeds weer nieuwe kennis en ervaring opdoen’. Ook in 2014 heeft Witteveen+Bos uitdagende projecten verworven, zoals Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, renovatie van het stadion van Go Ahead Eagles in Deventer, het tracébesluit voor de verbreding en verdieping van de A9 bij Amstelveen en het ontwerp van een afvalwaterzuivering bij Azomures in Roemenië. Karin benadrukt de samenwerking met andere partijen. ‘Bij elke offerte vragen we ons af met wie we het project het beste kunnen aanpakken. Het oplossen van ingewikkelde vraagstukken vraagt dat we topkennis bij elkaar brengen, altijd op zoek gaan naar een topteam.’ ‘Door integraal, waarde- en functiegericht te ontwerpen kunnen wij met onze projecten maximaal bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Het inbedden van duurzame ontwerpprincipes en daadwerkelijk integraal ontwerpen blijft in onze projecten een belangrijke prioriteit’, volgens Henk. ‘Daarnaast gaan we door met het ontwikkelen en toepassen van verschillende duurzaamheidsinstrumenten, zoals Duurzaam GWW en CO2-vriendelijk ontwerpen en blijven we de tien principes van United Nations Global Compact omtrent mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anticorruptie onderschrijven.’ De projecten waaraan Witteveen+Bos werkt worden steeds groter, waardoor het risicoprofiel verandert. Karin: ‘Om zowel de klanttevredenheid als het werkplezier en het financiële resultaat op niveau te houden, besteedden we in 2014 extra aandacht aan projecten met grotere risico’s, onder meer door het organiseren van een masterclass Contractmanagement. Samen met opdrachtgevers en externe partijen hebben vier projectteams van grote projecten onderzocht wat zij kunnen verbeteren.’ ‘Om het werken in projecten beter te faciliteren, ontwikkelden we in 2014 een nieuw kantoorconcept: PLUSwerken. Afhankelijk van het soort werk kunnen medewerkers ervoor kiezen om samen in een projectruimte of juist afgezonderd te werken. Ook al maken nieuwe ICTfaciliteiten veel mogelijk, we vinden het belangrijk dat mensen elkaar opzoeken omdat juist in toevallige ontmoetingen nieuwe ideeën ontstaan. Mooi om te

zien dat veel projectteams, inclusief opdrachtgever en samenwerkingspartners, graag gebruik maken van ons nieuwe kantoor in Amsterdam’, aldus Henk. ‘Ook buiten projecten dragen wij bij aan duurzame ontwikkeling’, vervolgt Karin. ‘Via gastlessen op opleidingen en scholen, en activiteiten zoals het Weekend van de Wetenschap brengen we jonge mensen met techniek in aanraking. Relaties met opdrachtgevers en samenwerkingspartners versterken we door ontmoetingen in een setting met kunst en cultuur. Daarom organiseren we een festivalterras tijdens Deventer op Stelten en reiken we jaarlijks de Witteveen+Bos-prijs voor Kunst+Techniek uit.’ Kortom, zowel in als buiten projecten wil Witteveen+Bos maatschappelijk verantwoord ondernemen. Onderdeel daarvan is het transparant zijn over andere bedrijfsprestaties dan de financiële. ‘In 2014 hebben we nietfinanciële kritische prestatie-indicatoren benoemd waarmee wij onder meer de duurzaamheid in onze projecten monitoren. Dit is een belangrijke volgende stap. We streven naar een geïntegreerde rapportage, waarin financiële en nietfinanciële indicatoren naast elkaar zijn opgenomen’, vertelt Henk. Over 2014 rapporteren we nog in een separaat financieel en maatschappelijk jaarverslag. Dit maatschappelijk jaarverslag geeft een overzicht van de nietfinanciële doelen en prestaties in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2014. Het verslag is gebaseerd op de GRI G3-richtlijn van het Global Reporting Initiative (GRI) op niveau B+ en werd geëvalueerd door een stakeholderpanel met externe deskundigen. Karin sluit af: ‘In onze jaarverslagen delen we ons werk en de resultaten van 2014 graag met u. Van twee etalageprojecten vertellen de mensen achter het project enthousiast over hun bijdrage. Want ingenieurswerk is mensenwerk. Ook de komende jaren is er veel ingenieurswerk te doen in de wereld. We hebben dan ook de ambitie verder te groeien om zo onze bijdrage te vergroten.’ Deventer, 12 maart 2015 Directie Witteveen+Bos N.V. Karin Sluis Henk Nieboer


5


INHOUD 8 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 10 Duurzame ontwerpprincipes 12 Interview met Jochem Schut en Richard Sedafor 16 Leven in een veranderend klimaat 18 Duurzaam gebruik van bronnen 20 Bescherming van het milieu 22 Ontwikkelen en delen van kennis 24 Interview met Steven Delfgaauw en RenĂŠe van Dorst 28 Betrokkenheid 31 Rapportage volgens GRI-richtlijn 37 CO2-footprint 40 Ontwikkeling niet-financiĂŤle prestatie-indicatoren 42 United Nations Global Compact 44 Stakeholderpanel

11 12 20

28 34

6


16 18 24 40

42

44

7


8


MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Wereldwijde overstromingsrisico’s, dichtslibbende steden, energiebronnen die opraken. Voorbeelden van opgaven waarvoor we staan in deze tijd. Als ingenieursbureau kunnen en willen wij met onze expertise een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van uitdagingen op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, gezondheid en bereikbaarheid van onze maatschappij. Onze missie luidt letterlijk: ‘Witteveen+Bos levert adviezen en ontwerpen op het gebied van water, infrastructuur, milieu en bouw. Wij zetten onze topexpertise in om complexe vraagstukken op te lossen en zijn een betrokken partner voor onze opdrachtgevers. Wij hechten aan onze onafhankelijkheid en de bedrijfscultuur waarin elke medewerker het beste uit zichzelf haalt, de talenten ten volle benut en maximale klantwaarde biedt.’ Visie Witteveen+Bos wil een advies- en ingenieursbureau van topklasse zijn. Dit betekent voor ons dat wij zelf heel goed zijn in ons vak en ons blijven ontwikkelen, dat wij samenwerken met goede partners en dat wij werken in een cultuur van ondernemerschap en vertrouwen. Goed zijn in wat we doen, begint bij liefde voor de inhoud: werken aan interessante projecten waarbij we waardevolle oplossingen creëren. Het ontwikkelen van kennis en talenten is essentieel om te excelleren, evenals het ontplooien van vaardigheden als professioneel projectmanagement. In de samenwerking met andere partijen brengen we topkennis van binnen en buiten de organisatie bijeen door voor al onze projecten op zoek te gaan naar het beste team, omdat dit ons advies versterkt. We geloven dat iedere Witteveen+Bos’er moet kunnen doen waar hij of zij goed in is. Daarom bieden we ruimte en vertrouwen en leggen we verantwoordelijkheden laag in de organisatie. Duurzame ontwerpprincipes De core business van een ingenieur is het op een verantwoorde manier plannen, vormgeven en ontwerpen van de fysieke omgeving. Dit betekent bewust omgaan met de gevolgen van de te maken keuzes voor mens en maatschappij. Witteveen+Bos heeft duurzame ontwerpprincipes uitgewerkt op basis van de benadering van duurzame ontwikkeling van de Commissie Brundtland uit 1987. Deze principes worden door ons toegepast binnen de begrenzingen van onze praktijk. Onze ontwerpen houden rekening met het ‘hier en nu’. Wij creëren ontwerpen voor de mensen die in de huidige maatschappij leven en die er direct profijt van hebben. Wij denken daarnaast ook aan het ‘daar en later’. Wij streven ernaar deze principes bedrijfsbreed toe te passen. Hierdoor ontstaat een krachtige drive om duurzaamheid daadwerkelijk vorm te geven. MVO-team Het beleid van Witteveen+Bos op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) wordt bewaakt en uitgevoerd door het MVO-team. Het team, bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende sectoren, vergadert zes keer per jaar en ziet er onder meer op toe dat Witteveen+Bos tweemaal per jaar de CO2-footprint uitbrengt. Daarnaast stuurt het team op MVO in de bedrijfsvoering via het milieumanagementsysteem (milieuzorg) en heeft het een loketfunctie voor duurzaamheidsvraagstukken. Jaarlijks organiseert het team een MVO-event voor de ingenieurs- en architectenbranche.

MVO in projecten Wij vinden input van en naar medewerkers een voorwaarde om duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen in projecten te borgen. De rol van de directie en het MVO-team is enerzijds visiebepalend en anderzijds ondersteunend aan de medewerkers. Door enthousiaste collega’s actief bij het MVOteam te betrekken, blijven we continu in beweging. In 2014 is tijdens de training integraal ontwerpen bepaald op welke manier onze zes duurzame ontwerpprincipes nog beter kunnen worden toegepast in projecten. Kritische prestatie-indicatoren Witteveen+Bos wil in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen ook gaan sturen op niet-financiële kritische prestatie-indicatoren (KPI’s). In 2014 is gewerkt aan een introductie van de eerste niet-financiële parameters met als doel om over 2016 een geïntegreerd jaarverslag te kunnen maken. Een KPI wordt gebruikt om bedrijfsprocessen te meten en te kunnen bijsturen. KPI’s zijn belangrijk voor het langetermijnperspectief van Witteveen+Bos en moeten daarom aansluiten op onze missie en visie. Het gaat om zaken die voor Witteveen+Bos belangrijk zijn (impact), maar ook van belang zijn voor de stakeholders in de keten (materialiteit). We hebben twee niet-financiële doelen benoemd: - l everen van maatschappelijke waarde -o ntwikkelen van toptalent. Op pagina 40 staan deze doelen verder uitgewerkt in KPI’s. Uitgangspunten Bij het opstellen van niet-financiële KPI’s hanteerden wij een aantal uitgangspunten. Zo vinden wij dat KPI’s enigszins flexibel moeten zijn en te allen tijde moeten aansluiten bij het invloedsgebied van Witteveen+Bos. Daarnaast worden de KPI’s opgesteld op organisatieniveau, sectorniveau en op het niveau van de verschillende productmarkt-combinaties (PMC’s). Het MVO-team is verantwoordelijk voor de KPI’s op organisatieniveau. De KPI’s op sectorniveau en op PMC-niveau zijn de verantwoordelijkheid van de betreffende leidinggevenden. Onderling vindt interactie plaats en worden ervaringen uitgewisseld. Geleidelijke implementatie Het aantal KPI’s is overzichtelijk gehouden om gedragsverandering soepel te laten verlopen. KPI’s worden gepresenteerd in de vorm van een actiegericht dashboard om vooruitgang te stimuleren. De KPI’s moeten eenvoudig meetbaar en communiceerbaar zijn, zowel intern als extern met de markt. Het sturen op nietfinanciële KPI’s betekent voor leidinggevenden een gedragsverandering. Daarom kiezen we voor een geleidelijke implementatie. De eerste niet-financiële KPI’s worden in 2015 geïntroduceerd en zullen op basis van jaarlijkse metingen evolueren.

9


DUURZAME ONTWERPPRINCIPES 1. Natuur en klimaat Wij streven er naar dat onze ontwerpen natuurgerelateerd en klimaatbestendig zijn. De natuur en het klimaat zijn niet statisch, maar dynamisch en onderhevig aan veranderingen in de tijd. Onze ontwerpen houden zo veel mogelijk rekening met de natuur, waarbij we uitgaan van het ecosysteem en gebruik maken van natuurlijke processen waardoor de biodiversiteit gewaarborgd blijft of verbeterd kan worden. 2. Trias-principe Wij hanteren het principe van de Trias-gedachte voor duurzame oplossingen. Hierbij wordt de Trias-gedachte op tal van onderwerpen toegepast, waaronder energie, grondstoffen, afvalstoffen, water, bodem, uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen, mobiliteit en beheer. Het principe van de Trias-gedachte is: • beperk de vraag en voorkom onnodig gebruik • gebruik oneindige bronnen • gebruik eindige bronnen verstandig en efficiënt. 3. Keten Wij volgen bij onze ontwerpen de ketenbenadering vanuit het streven om de gehele keten van processen en producten zo veel mogelijk in hun onderlinge samenhang te beschouwen. Ons doel is om duurzame oplossingen te bieden, die over alle schakels van de keten bezien het optimale resultaat geven, zoals bij een levenscyclus-benadering of Cradle to Cradle®-aanpak. 4. Optimalisatie van functies Wij streven bij ontwikkel- en (her)inrichtingsvraagstukken voor zowel de boven- als de ondergrond naar de juiste functie op de juiste plaats en de juiste combinatie van functionaliteiten. Functiemenging van wonen, werken en recreëren zal veelal versterkend werken, waarbij multifunctionaliteit en flexibiliteit vereisten zijn. In de bestaande gebouwde omgeving streven we naar doelmatige revitalisering. 5. Participatie Wij onderschrijven het belang van participatie van stakeholders en gebruikers in de besluitvorming binnen het ontwikkel- en ontwerpproces. Hierbij hechten we groot belang aan goede communicatie omdat duurzaam ontwerpen breed gedragen moeten worden. 6. Welzijn Volksgezondheid, veiligheid, sociale cohesie, cultuurhistorie, beleving en andere onderdelen van sociale duurzaamheid zijn voor ons bij het ontwerpproces een leidend principe (sociaal adaptief).

10


11


INTERVIEW

Jochem Schut + Richard Sedafor Ghana Het grootste gedeelte van de bevolking van Ghana heeft nauwelijks toegang tot sanitaire voorzieningen. De sanitaire voorzieningen ontbreken of zijn van laag niveau en ook schoon drinkwater wordt vaak beperkt geleverd. Hetzelfde geldt voor drainage en afvalverwerking. Dit heeft een nadelig effect op de gezondheid van de bevolking, het belemmert de economie en het schaadt een gezonde woonomgeving. Het doel van het Ghana Netherlands WASH Programme (GNWP) is om samen met pri12

vate partijen een duurzame ontwikkeling op het gebied van water, sanitatie en hygiëne te bewerkstelligen in vijf gemeenten. Dit programma wordt gefinancierd door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking met de Ghanese overheid. Simavi is als ngo een expert op het gebied van de implementatie van duurzame Water Sanitation and Hygiene (WASH)-programma’s. Met haar kennis van de lokale context draagt ze zorg voor de betrokkenheid van de lokale bevolking, zodat mensen zelf initiatieven nemen die aansluiten bij hun behoeften.

Samen met de kennis van Berenschot en Witteveen+Bos over het organiseren van projecten in complexe omgevingen, heeft dit consortium de regie om de problemen in Ghana op een pragmatische manier te benaderen en op te lossen. ‘Door de toegang tot sanitaire voorzieningen in 100 scholen te verbeteren leveren we een concrete bijdrage aan het welzijn van de inwoners van Ghana’, vertelt Jochem Schut, hoofd van het Witteveen+Boskantoor in Ghana. ‘We leren mensen ook hoe ze met de nieuw gebouwde voorzieningen zoals toiletgebouwen moeten omgaan. Het


Richard: ‘Schoon drinkwater en toiletten voor steeds meer kinderen. Daar doen we het voor. Dat maakt me blij’ onderhouden van deze voorzieningen is vaak nog een hele uitdaging, en mede daardoor komen bijvoorbeeld ziektes zoals cholera hier nog veel voor.’ Naast het aanleggen van sanitaire voorzieningen in scholen is het doel om de totale infrastructuur op het gebied van water en sanitatie te verbeteren. ‘In de eerste fase van het project zijn we vooral actief met het opstellen van masterplannen, waarbij we gemeenten helpen om beleid te formuleren op het gebied van water, sanitatie en hygiëne. Inmiddels zijn we ook bezig met de voorbereiding en implementatie van concrete projecten.

Door overstromingen ontstaan bijvoorbeeld verkeersopstoppingen op wegen. Met de voorbereiding van drainagevoorzieningen in Accra zorgen we ervoor dat wegen weer begaanbaar worden. Het voorkomt bovendien dat huizen onderlopen met water. Je kunt je voorstellen dat dit ook gezondheidsrisico’s met zich meebrengt’, vertelt Jochem. Een deel van de ontwerpwerkzaamheden wordt in samenwerking met lokale ingenieursbureaus gedaan. Witteveen+Bos ondersteunt bij het maken van de juiste keuzes op het gebied van bijvoorbeeld planning en onderhoud. Uitein-

delijk is het de bedoeling dat lokale partijen zelf de faciliteiten gaan bouwen en beheren. ‘Het informeren en meekrijgen van stakeholders zoals gemeenten en omwonenden is hier belangrijk. Je moet wel weten hoe je een vergadering moet openen en welke formaliteiten voorafgaan aan een overleg of veldbezoek’, licht Jochem toe. ‘Ik ben blij dat we inmiddels zeven Ghanese collega’s een leuke baan kunnen bieden, waarmee zij hun gezin kunnen onderhouden. Daarnaast willen we mensen ook een inspirerende werkomgeving bieden waar zij hun talenten kunnen ontwikkelen. 13


14


Voor onze Ghanese collega’s is het heel leerzaam om voor een internationaal bedrijf als Witteveen+Bos te werken.’ Richard Sedafor uit Ghana, die sinds 2013 als ingenieur bij Witteveen+Bos werkt, vond vooral de beginfase van het ontwikkelen van het masterplan bijzonder. ‘Door samen te werken met Nederlandse collega’s heb ik geleerd out-of-the-box te denken. Hierdoor hebben we in de gesprekken met lokale Ghanese partners echt een mooi toekomstplaatje voor mijn land kunnen schetsen’, vertelt hij. ‘En uiteindelijk maken die lachende kinderen op scholen waar we

al drinkwater- en toiletvoorzieningen hebben aangelegd me enorm blij.’ Jochem: ‘Andersom leren wij ook ontzettend veel van hen, onze collega’s hebben bijvoorbeeld een ongeëvenaard enthousiasme en zijn vaak optimistischer over de aanpak. Deze ervaringen combineren we met onze Nederlandse kennis. Zo zien we het op kantoor ook als een uitdaging om zo duurzaam mogelijk te handelen. We hebben hier weinig stroom: het komt wekelijks voor dat we ineens 24 uur zonder zitten. Met een generator zorgen we ervoor dat we toch altijd kunnen werken en we zetten de stroom

na werktijd weer uit. Momenteel bekijken we de mogelijkheden om stroomonderbrekingen met zonnepanelen op te vangen. Ook zamelen we plastic flessen apart in en wordt ons afval netjes opgehaald. Dat is in Ghana niet vanzelfsprekend!’

15


LEVEN IN EEN VERANDEREND KLIMAAT Ingenieurs maken in hun advieswerk fundamentele keuzes die van invloed zijn op onze omgeving. Een leefbaar gebied is een aantrekkelijk gebied om te wonen, te werken of te recreëren. De wereldbevolking groeit sterk en het aantal mensen dat in een stedelijke omgeving woont neemt toe. Hierdoor vermindert de leefbaarheid in steden. In combinatie met klimaatverandering leidt dit tot problemen als wateroverlast, verminderde luchtkwaliteit en hittestress. Witteveen+Bos draagt bij aan het oplossen van deze vraagstukken door rekening te houden met deze trends en adaptieve maatregelen op te nemen in haar ontwerpen. Door deze maatregelen blijven gebieden leefbaar, nu en in de toekomst. Hittebestendige stad Hittegolven leiden tot verhoogde gezondheidsrisico’s. In steden worden deze risico’s nog eens versterkt. De stedelijke inrichting is van invloed op de hittebestendigheid van de stad. Juist in steden is dus aandacht nodig voor hitte en de effecten van hittestress. Het ontbreekt echter aan een eenduidige methode om deze effecten in beeld te brengen en te beoordelen. Het directe gevolg is dat maatregelen nog nauwelijks worden toegepast. Witteveen+Bos heeft in samenwerking met Wageningen University & Research centre en KNMI de UCAMmethode ontwikkeld: Urban Climate Assessment & Management. Deze methode is gericht op het in beeld brengen en beoordelen van de hittegevoeligheid van een wijk, zowel in bestaande als toekomstige situaties. De uitkomsten van de UCAM-methode geven een objectief en reëel beeld van de hittebestendigheid van een wijk en van de eventuele verbeteropgave. Het effect van projecten en maatregelen wordt inzichtelijk gemaakt. De meerwaarde van de UCAM-methode is dat de methode objectief en wetenschappelijk gefundeerd is, maar toch laagdrempelig en eenvoudig kan worden toegepast. Veerkrachtig watersysteem Valkenburg Voor de stedelijke ontwikkeling van de locatie Valkenburg bij Leiden heeft Witteveen+Bos een levenscyclusanalyse (LCA) gemaakt voor een veerkrachtig watersysteem van het nieuwe gebied. De LCA was gericht op de centrale ontwerpvraag voor het watersysteem, namelijk: welk toekomstig waterpeil en maaiveldniveau dient te worden gehanteerd om zowel vanuit een economisch, technisch als ecologisch oogpunt duurzaam te zijn? Aspecten als klimaatverandering en bodemdaling stonden bij deze vraag centraal. Op basis van de uitkomsten van het LCA-model van Witteveen+Bos, werd voorgesteld om het maaiveldniveau en het waterpeil tot boven polderniveau te verhogen. Het bestaande poldersysteem, waaronder een pompstation, is niet meer nodig om het overtollige water af te voeren omdat het water door de zwaartekracht kan worden afgevoerd. Bovendien zijn dijken niet meer nodig om de polder te beschermen. Ook kan een groter watersysteem worden gecreëerd, waardoor het mogelijk wordt voor boten om naar het nieuwe stedelijk gebied te varen.

16


Valkenburg Nederland

Hittebestendige stad

17


Watergebruik energiesector

Watervoorziening glastuinbouw

18


DUURZAAM GEBRUIK VAN BRONNEN In onze projecten letten wij op verantwoord en veilig gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Door groei van de wereldbevolking en stijging van de welvaart wordt op wereldwijde schaal steeds meer gebruik gemaakt van natuurlijke grondstoffen als gas, aardolie, water en hout. Deze grondstoffen raken in een hoog tempo uitgeput. Ook dragen sommige bouwmaterialen overmatig bij aan wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Daarom is het van essentieel belang om in onze ontwerpen duurzame bronnen en duurzame energie te gebruiken. Hergebruik afvalwater in glastuinbouw In het glastuinbouwgebied Nieuw Prinsenland in de provincie NoordBrabant wordt een kas gerealiseerd met een totale glasoppervlakte van 220 hectare. Het gebied is uniek om zijn centrale watervoorziening en collectieve behandeling van afvalwater van omliggende woningen. De watervoorziening van de kassen is een combinatie van regenwater van de daken van de kassen en hergebruikt afvalwater van de nabijgelegen suikerfabriek van de Suiker Unie. Op jaarbasis wordt ongeveer 200.000 m³ gedemineraliseerd zuiver water gemaakt van 270.000 m³ behandeld afvalwater van de suikerfabriek. Tijdens de bietencampagne (september-januari) wordt industrieel afvalwater omgezet in een hoge kwaliteit water, wat vervolgens ondergronds wordt opgeslagen voor gebruik tijdens het groeiseizoen (april-oktober). Witteveen+Bos is betrokken bij de inkoop en het projectmanagement voor het ontwerp, de bouw en de exploitatie van de waterproductie-installatie, de ontwerpbeoordelingen en (een deel van) de licentieaspecten. Onderzoek watergebruik energiesector Witteveen+Bos voert een studie uit in opdracht van Greenpeace International naar de verwachte groei van het watergebruik in de energiesector en de gevolgen daarvan voor de beschikbare grondwater- en oppervlaktewatervoorraden op wereldwijde schaal. Groei van de energiesector en toename van het watergebruik kunnen regionaal tot watertekorten leiden. Hierdoor kan de leveringszekerheid van de energieproductie in gevaar komen, maar het kan ook effecten hebben op andere watergebruikers, zoals landbouw, industrie of drinkwater. Ook kunnen rivieren plaatselijk droogvallen. De studie richt zich met name op het watergebruik in op kolen gebaseerde energieproductie, waarbij zowel het watergebruik in de mijnbouw (steenkool, bruinkool) als in kolen gestookte energiecentrales wordt meegenomen. De studie onderzoekt het watergebruik in de periode 2012-2050, waarbij drie verschillende ontwikkelingsscenario’s zijn beschouwd.

19


De Alde Feanen Nederland

Naardermeer Nederland

20


BESCHERMING VAN HET MILIEU Het besef dat de gezondheid van mensen direct gekoppeld is aan de gezondheid van de aarde, groeit. Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om hieraan een bijdrage te leveren. Witteveen+Bos richt zich met haar activiteiten ook op de bescherming van het milieu, biodiversiteit en het herstel van natuurlijke habitats. Met onderzoek naar ecosysteemdiensten en biodiversiteit impact assesments proberen we ecologie als belangrijke drager van duurzaamheid in projecten te verankeren. Herstel natuurlijke habitats Naardermeer Het Naardermeer is het oudste beschermde natuurgebied van Nederland. Het bestaat uit kleine meren met riet, moerassen en moerasbossen. Het reservaat dient als leefgebied voor vele planten en vogelsoorten. Door veranderingen in hydrologie en waterkwaliteit in de 20e eeuw, is het kienhout in dit gebied gaan degraderen. In een poging om de natuurlijke habitats te herstellen, heeft Waternet onderzoek gedaan naar de effecten van de invoering van een soepeler waterpeil. De resultaten van deze studie toonden aan dat flexibel peilbeheer positief bijdraagt aan de ecologische kwaliteit van de moerasbossen. Samen met aanvullende maatregelen kan dit soort beheer een ecosysteem creëren dat grote overeenkomsten vertoont met de natuurlijke omstandigheden waaronder een moerasbos zich ontwikkelt. Witteveen+Bos heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de integratie van dit grootschalige onderzoek dat samen met de partners B-Ware, Scirpus Ecologisch Advies, Nederland Instituut voor Ecologie en Deltares, werd uitgevoerd. Verbetering biodiversiteit De Alde Feanen Midden in de provincie Friesland ligt het laagveengebied De Alde Feanen. Dit natuurgebied is rijk aan uiteenlopende landschapstypen variërend van open water en rietvelden tot moerasbossen. Hierdoor is De Alde Feanen een gebied van internationaal belang voor talloze planten diersoorten en is aangewezen als Natura 2000-gebied. De biodiversiteit in De Alde Feanen staat echter onder druk. In het kader van het EU LIFE+ project ‘Booming Business’ werden uitgebreide herstelmaatregelen gepland om de milieuomstandigheden te verbeteren en daarmee de verschillende landschaptypen en bijbehorende biodiversiteit te beschermen en herstellen. Witteveen+Bos heeft actief deelgenomen aan het gehele verbeteringstraject. In eerste instantie hebben we een watersysteemanalyse uitgevoerd om de belangrijkste knelpunten te vinden voor een goede ecologische toestand. Op basis van deze analyse hebben we geadviseerd welke maatregelen wel of niet effectief zullen zijn. Vervolgens ondersteunde Witteveen+Bos bij de vormgeving van de maatregelen en uiteindelijk zijn we ook verantwoordelijk geweest voor de daadwerkelijke uitvoering van de maatregelen.

21


ONTWIKKELEN EN DELEN VAN KENNIS Het bereikbaar maken en ontwikkelen van innovatieve technologie is een belangrijk onderdeel van ons werk. In gebieden waar grote overstromingen voorkomen is soms weinig kennis van watermanagement aanwezig. Het delen van kennis is een voorwaarde om dit soort vraagstukken op te lossen. Witteveen+Bos werkt met lokale onderzoeksinstellingen, lokale ingenieurs en lokale gemeenschappen om technologische ontwikkeling te bevorderen en kennis te delen. Aanpak stedelijk drainagesysteem Dhaka Met een geschat aantal inwoners van meer dan 12 miljoen mensen is de hoofdstad van Bangladesh, Dhaka, een grote stad. Gelegen in de delta van zowel de Ganges- en de Brahmaputrarivieren en met een moessonklimaat, wordt de stad geconfronteerd met problemen van wateroverlast en overstromingen. Het stedelijke drainagesysteem wordt uitgedaagd door het grootschalig dumpen van afval, de snelle groei van drijvende vegetatie en aantasting door illegale bouw. In combinatie met een gebrek aan onderhoud heeft dit geleid tot een verminderde capaciteit van het afvoersysteem, wat resulteert in overstromingen die effect hebben op inwoners en economische ontwikkeling. Om deze uitdaging op te pakken, is de Dhaka Water and Sanitation Authority (DWASA) gestart met het Urban Dredging Demonstration Project (UDDP) in samenwerking met Vitens Evides International en de Nederlandse ambassade in Bangladesh. Binnen dit project levert Witteveen+Bos technische ondersteuning en trainingen, waardoor de capaciteit van DWASA om stedelijke baggerprojecten uit te voeren met de door het project geleverde apparatuur wordt vergroot. De training omvat alle lagen van de organisatie, van projectbestuurders tot de bedieners van apparatuur in het veld. Via dit project draagt Witteveen+Bos bij aan de distributie en verspreiding van kennis en technologie, om de uitdagingen van de moderne megasteden aan te gaan. Duurzaamheid in de praktijk Witteveen+Bos participeert in het platform D-Tool.nl. D-Tool is het platform voor het meetbaar en tastbaar maken van duurzaamheid. Het omvat een grote lijst met aan duurzaamheid gerelateerde tools en apps. Belangrijkste kenmerk is dat bezoekers zelf hun meetinstrument kunnen delen met anderen. Tevens kunnen gebruikers hun ervaringen met elkaar delen en kunnen tools worden beoordeeld. Het toevoegen van tools is gratis, waardoor er een objectieve lijst met meetinstrumenten wordt getoond. Met D-Tool hoopt Witteveen+Bos een bijdrage te leveren aan het toegankelijk maken van kennis over verduurzaming van de gebouwde omgeving en van infrastructuur.

22


Duurzaamheidstools

Dhaka Bangladesh

23


INTERVIEW

Steven Delfgaauw + Renée van Dorst Nederland De verwachte forse toename van verkeer en OV-reizigers in de Amsterdamse Zuidas zal leiden tot slechte bereikbaarheid, verminderde luchtkwaliteit en grote geluidsoverlast voor omwonenden. In het financiële hart van de Nederlandse hoofdstad worden daarom de komende jaren diverse werkzaamheden uitgevoerd om de bereikbaarheid zowel met het openbaar vervoer als over de weg in de toekomst maximaal te faciliteren. 24

De capaciteit tussen de knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel wordt uitgebreid over een lengte van ruim vijf kilometer en de A10 ter hoogte van de Zuidas wordt ondergronds gebracht. Station Amsterdam Zuid wordt uitgebreid, waarbij stedelijk en regionaal openbaar vervoer worden ingepast. Het station krijgt een grotere transfercapaciteit, een betere overstapkwaliteit en nieuwe voorzieningen. Ook worden de trein- en metroperrons uitgebreid. De combinatie van advies- en ingeni-

eursbureaus ARCADIS en Witteveen+Bos, ondersteund door adviesbureau AT Osborne, werken samen aan de planuitwerking en de voorbereiding van de realisatie van dit project. De impact van het project op de omgeving is groot, zowel tijdens de uitvoering als bij het beoogde resultaat. Het maken van een slim referentieontwerp waarbij rekening wordt gehouden met de juiste functies op de juiste plaats was een grote uitdaging. ‘In het gebied staan kantoren, woningen, ziekenhuizen en


Renée: ‘Het complexe project Zuidasdok biedt mij een geweldige kans om me te ontwikkelen.’ andere publieke gebouwen. Iedere partij heeft eigen wensen en behoeften die zorgvuldig afgewogen moeten worden. Het is soms een gevecht op de vierkante meter’, vertelt Steven Delfgaauw, projectleider namens Witteveen+Bos. ‘Om de beste oplossing te kunnen vinden, moeten we soms out-of-thebox denken. De oplossing voor het ene probleem doet ergens anders weer pijn. Om het woonplezier voor de inwoners van het gebied te verbeteren wordt bijvoorbeeld een deel

van de A10 ondergronds gelegd. Daarnaast is besloten om hogere geluidsschermen te plaatsen dan wettelijk nodig, zodat mensen ook lekker hun ramen open kunnen zetten.’ Nu de fase van planuitwerking ver gevorderd is en de voorbereiding van de aanbesteding nagenoeg is afgerond, wordt binnenkort de aanbesteding gestart. Het is een hele uitdaging om tijdens de uitvoering van het project alles gewoon door te laten gaan: mensen reizen naar hun werk, bezoeken openbare

gebouwen en willen een fijne omgeving om in te wonen. ‘Samen met het team omgevingsmanagement is geanalyseerd welke locaties trillings- en geluidgevoelig zijn voor bouwactiviteiten en op welk tijdstip. Je kunt je voorstellen dat mensen op kantoor het liefst willen dat bouwwerkzaamheden in het weekend worden uitgevoerd, maar dat omwonenden hier minder blij mee zijn’, vertelt Steven. ‘Daarnaast worden aannemers uitgedaagd om mee te denken over beperking van hinder voor weg25


26


gebruikers en OV-reizigers.’ Renée van Dorst studeerde in 2013 af bij Witteveen+Bos en ging daarna aan de slag met de grondonderzoeken voor Zuidasdok. Al vrij snel werd ze door Steven Delfgaauw uitgenodigd om hem te assisteren in zijn rol als projectleider. ‘Het is ontzettend leerzaam om de processen met de opdrachtgever te mogen volgen’, vertelt Renée. ‘Ineens zat ik bij allerlei belangrijke overleggen, waardoor ik veel beter begreep hoe mijn inhoudelijke bijdrage paste in het

grote geheel. Op een dag moest ik mee op de trucks die de grondonderzoeken uitvoeren. ’s Ochtends om vijf uur zat ik klaar om ook eens ‘live’ te zien hoe de resultaten waar ik dagelijks mee werk tot stand komen. Heel gaaf.’ In oktober 2014 viel Renée in de prijzen. Haar afstudeeronderzoek naar mogelijkheden om met tijdelijke grondbevriezing ondergrondse ruimtes te realiseren kreeg een eervolle vermelding bij de uitreiking van de Schreudersstudieprijs tijdens het congres van het COB

(Kenniscentrum voor ondergronds bouwen en ondergronds ruimtegebruik). Steven: ‘Werken aan een complex project als Zuidasdok is voor jong talent zoals Renée een geweldige kans om zich te ontwikkelen.’

27


BETROKKENHEID Eigendomsstructuur Witteveen+Bos N.V. vormt de holding van de gehele Witteveen+Bos-groep. Sinds 1992 zijn de aandelen volledig in handen van eigen medewerkers. Dit participatiesysteem is een essentieel onderdeel van onze identiteit en vormt een belangrijke stimulans voor betrokkenheid en ondernemerschap. Deelname aan het participatiesysteem betekent commitment voor een lange termijn, met continuïteit van de onderneming als belangrijkste doel. Het systeem bestaat uit vier categorieën aandeelhouders: senior partners, premium partners, partners en participanten. De seniorpartners en premiumpartners vormen het senior management van het bedrijf. Zij zijn door de directie voorgedragen en worden met goedkeuring van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders aangesteld. De partners zijn belangrijke medewerkers van het bedrijf. Ze zijn voorgedragen en benoemd door de directie. De categorie participanten is open voor medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De mate waarin medewerkers kunnen deelnemen in deze categorie is afhankelijk van hun positie (salaris), het aantal jaren dat ze werken bij het bedrijf en de werkmaatschappij waarmee zij een arbeidscontract hebben. Op 1 juli 2014 is de participatiegraad 78,5 %. De seniorpartners (19) en de premiumpartners (9) houden 62,5 % van de aandelen, de partners (79) 22,0 % en de participanten (487) 15,5 %. De interne koers van het aandeel Witteveen+Bos N.V. was op 1 juli 2014 EUR 5,59 (1 juli 2013 EUR 5,36). De Ondernemingsraad In 2014 is de Ondernemingsraad (OR) actief betrokken geweest bij verschillende ontwikkelingen in de organisatie van Witteveen+Bos. Zo heeft de OR overleg gevoerd met de directie en de betrokken medewerkers over de overgang van de groep Gevelsanering en de bodem-veldploeg naar andere bedrijven. Beide overgangen zijn in de loop van 2014 afgerond. Daarnaast heeft in 2014 de verhuizing van de kantoren Almere en Maastricht naar respectievelijk Amsterdam en Breda plaatsgevonden. De OR is met de directie een set aanvullende regelingen overeengekomen, waarmee betrokken medewerkers voor een periode van twee jaar tegemoetgekomen worden voor de toegenomen reistijd. De OR werkt samen met de directie aan een privacy- en internetprotocol. Hierin worden de kaders vastgelegd van de manier waarop binnen Witteveen+Bos omgegaan wordt met privacygevoelige informatie. De invoering van de werkkostenregeling, het PLUSwerken en arbozaken zijn andere (deels al langer lopende) thema’s waar de OR zich in 2014 over heeft gebogen.

28

Om een goed beeld te krijgen van de belangen en standpunten van de achterban heeft de OR in 2014 een enquête gehouden. De uitkomsten van de enquête worden in het eerste kwartaal van 2015 door middel van een roadshow langs de kantoren gepresenteerd aan de medewerkers. De uitkomsten vormen ook input voor het overwegen van nieuwe speerpunten voor de nieuwe OR, die aantreedt na de verkiezingen in het voorjaar van 2015. Maatschappelijke betrokkenheid Wij hechten veel waarde aan onze maatschappelijke betrokkenheid. Om te kunnen sturen op maatschappelijke factoren is betrokkenheid en kennis van de keten van essentieel belang. Enkele initiatieven in 2014: - De training integraal ontwerpen, die in 2013 voor het eerst werd gehouden, werd in 2014 opnieuw gegeven. Bij deze training staat het integrale karakter van ontwerpen centraal, waarbij vroegtijdig alle disciplines en de externe omgeving worden betrokken. - Witteveen+Bos heeft in oktober 2014 samen met 33 andere partijen het regionaal actieprogramma ‘Klimaat Actieve Stad’ IJssel-Vechtdelta ondertekend. De partijen onderschrijven het belang van klimaatbestendig ontwikkelen en zien hierin een kans om waarde toe te voegen aan de IJssel-Vechtdelta door slim samen te werken, te investeren, te realiseren en te beheren. - Witteveen+Bos was medeorganisator van het congres Cleantech Tomorrow 2014 in Deventer waarin ondernemers, onderwijs en overheid ervaringen en reisverhalen uitwisselden over hun reis naar de schone en circulaire toekomst. Witteveen+Bos organiseerde als onderdeel van dit congres een workshop ‘BREEAM’. - Witteveen+Bos is initiatiefnemer van het Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere (OSA) en organiseert in dit verband diverse activiteiten. - In oktober 2014 startte Het WaterLab, waarbij leerlingen van vier Delftse basisscholen samen met de TU Delft, het Science Centre Delft en Witteveen+Bos hun eigen klimaatonderzoek uitvoeren. - Witteveen+Bos is initiatiefnemer van ‘De Nieuwe Hanze’ dat zich richt op de intensivering van de handel en samenwerking met Duitsland op het gebied van technologie, energie en grondstoffen. Een inspirerend perspectief waarin samenwerking van internationale Hanzesteden leidt tot een duurzame economie en nieuwe werkgelegenheid. - Van 2011 tot en met 2015 is ons maatschappelijk jaarverslag voorzien van feedback door een panel van (onze) stakeholders.


29


Rotterdam Nederland


RAPPORTAGE VOLGENS GRI-RICHTLIJN Energieverbruik (Nederland) Stadverwarming (heet water in GJ)

2014 2013 355

874

Gasverbruik kantoren (m3)

236.100 290.849

Woon/werkverkeer met bedrijfsauto’s (km)*

292.883

Zakelijk autoverkeer met bedrijfsauto’s (liters)

203.305

219.310

288.034

Elektriciteit (kWh)

1.597.084

Zakelijk autoverkeer met privéauto’s (km)*

3.152.086

4.029.135

Woon/werkverkeer met privéauto’s (km)*

2.251.995

2.100.539

Vliegreizen (km)

Papierverbruik (kg)**

Openbaar vervoer (km)

1.711.573

7.159.934

7.245.532

36.971

46.208

6.254.426

5.957.059

* Voor het inventariseren van onze CO2-emissie gebruiken we de volgende eenheden: liters brandstof voor het gebruik van bedrijfsauto’s voor

zakelijke doeleinden, kilometers voor het gebruik van hybride auto’s voor zakelijke doeleinden en kilometers voor het gebruik van de eigen auto voor zakelijk en woon-werkverkeer.

** Deze categorie omvat uitsluitend kantoorpapier; gedrukte boeken en folders zijn uitgesloten.

Personeelsbestand onderverdeeld in tijdelijke/vaste contracten, fulltime/parttime contracten en land (31 december 2014) Fulltime (Nederland)

Parttime (Nederland) Bepaalde tijd of tijdelijk contract (Nederland)

2014 2013 529

583

91

118

325

276

Onbepaalde tijd of vast contract (Nederland)

763

Nederland

854 859

Indonesië

Kazachstan Rusland Letland België

Vietnam

Singapore Dubai

741

28 29 67 55 2 2 8 8

13 12 2 2 2 0

1 0

Totaal aantal medewerkers wereldwijd

977

967

Totaal personeelsbestand in Nederland (fte)

780

789

Totaal personeelsbestand wereldwijd (fte)

899

892

31


RAPPORTAGE VOLGENS GRI-RICHTLIJN Opleidingsniveau (Nederland) 2014 2013

46 % wo

34 % hbo

45 % wo

33 % hbo

20 % mbo/administratief

22 % mbo/administratief

Interne opleidingen/trainingen en stagiairs/afstudeerders (Nederland)

2014 2013

Aantal medewerkers dat een interne opleiding/training heeft gevolgd

457

Bedrag dat is besteed aan opleiding/training per medewerker

â‚Ź 544

Aantal stagiairs/afstudeerders

112

437

â‚Ź 598 113

Personeelsverloop per leeftijdsgroep en geslacht (Nederland)

2014 2013

Totaal aantal medewerkers uit dienst

77

Mannen

47

Vrouwen

30

Jonger dan 30 jaar

17

Tussen 30 en 45 jaar

48

69

53

16 16

38

Ouder dan 45 jaar

12

15

Gemiddeld aantal dienstjaren medewerkers uit dienst

8,7

10,1

Uitkeringen voor medewerkers (Nederland) Uitkeringen

Fulltime/parttime medewerkers

Ongevallenverzekering met levens- en arbeidsongeschiktheid

Alle medewerkers

Collectieve zorgverzekering

Alle medewerkers kunnen participeren

Bedrijfspensioen

Alle medewerkers

/invaliditeitsdekking

Zwangerschapsverlof/vaderschapsverlof/ouderschapsverlof Aandelenbezit

32

Alle medewerkers

Fulltime en parttime medewerkers met een vast contract


+ Energiezuinig kantoorgebouw APM Terminals

Voor APM Terminals heeft Witteveen+Bos een kantoorgebouw ontworpen volgens de BREEAM duurzaamheidsrichtlijnen.

Energiebesparing en duurzame energietechnieken spelen voor

dit nieuwe kantoor op de Tweede Maasvlakte een belangrijke rol. In het ontwerpproces is gewerkt volgens de Trias-gedachte: ver-

minder het energiegebruik, gebruik duurzame energie en gebruik niet-duurzame energie spaarzaam en efficiĂŤnt.


RAPPORTAGE VOLGENS GRI-RICHTLIJN Dit maatschappelijk jaarverslag is gebaseerd op de G3richtlijn van het Global Reporting Initiative (GRI) op niveau B+. Om te laten zien wat we in 2014 hebben gepresteerd en hoe we dit hebben gedaan, behandelen we in dit hoofdstuk de vijf belangrijkste indicatoren uit deze richtlijn. De cijfers staan weergegeven op pagina 31/32 en 37/38. De volledige ‘GRI index’ is te vinden op onze website www.witteveenbos.nl/mvo. De tabel geeft een overzicht van alle GRI indicatoren die wij hebben gekozen. Economie Cijfers over onze financiële prestaties zijn te vinden in het financiële jaarverslag 2014. In 2014 heeft Witteveen+Bos 130.976 euro geïnvesteerd in diverse projecten op het gebied van sport, educatie, gezondheid, duurzame energie, cultuur en de Witteveen+Bos-prijs voor Kunst+Techniek. Daarnaast hebben we een belangrijke bijdrage in natura geleverd aan maatschappelijk relevante projecten. Milieu Bescherming van het milieu houdt meer in dan het voldoen aan de wet- en regelgeving. Het behandelt ook alle aspecten van duurzaamheid. Witteveen+Bos probeert milieueffecten zorgvuldig te beheersen in alle stadia van onze projecten, van bedrijfsvoering tot de impact van onze ontwerpen. Om een systematische aanpak in onze bedrijfsvoering te garanderen, passen wij een milieumanagementsysteem toe op basis van internationale richtlijnen en normen. We passen duurzame ontwerpprincipes toe in onze producten en diensten. Materialen In 2014 gebruikte Witteveen+Bos 36.971 kilogram printpapier (zonder recyclede materialen) in de Nederlandse kantoren. Dit papier is FSC gecertificeerd en wordt CO2neutraal geproduceerd in een geïntegreerde pulp- en papierfabriek, waar geen fossiele maar uitsluitend natuurlijke brandstoffen worden ingezet voor de resterende energiebehoefte. Het materiaal is gemaakt van hout, afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Daarnaast is het papier voorzien van het EU Ecolabel en het Nordic Swan-certificaat. Wij stimuleren digitaal werken om het papierverbruik verder te verminderen. Energie We maken gebruik van aardgas voor verwarming van onze Nederlandse kantoren. Het resterende directe energieverbruik komt voort uit de brandstof van ons wagenpark. Op pagina 16 tot en met 23 staan onze initiatieven om energie-efficiënte of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten te ontwikkelen. CO2-footprint In absolute getallen is de carbon footprint over 2014 gedaald ten opzichte van onze footprint over 2013. Het aantal medewerkers is toegenomen, waardoor de footprint per persoon ook een daling laat zien. Het meest in het oog springend is de afname van gasverbruik als gevolg van een overwegend warm jaar. Het verbruik van zakelijk autoverkeer is gedaald door het stimuleren van videoconferencing, openbaar vervoer en gebruik van leaseauto’s bij lange termijnprojecten en grote afstanden. 34

Onze carbon footprint voldoet aan de ISO 14064 norm. De juistheid van deze carbon footprint is gebaseerd op de verstrekte gegevens voor de emissiefactoren van de SKAO CO2Prestatieladder. Aangezien grotere bedrijven naar verwachting ook hogere emissies hebben, geven we ter vergelijking de emissie per persoon weer. In 2014 is de totale emissie van Witteveen+Bos 3.689 ton aan CO2 met een personeelsbestand van 899 fte. De CO2-emissie per persoon is gedaald van 5,41 ton in 2007 naar 4,10 ton in 2014. Dit heeft geleid tot een totale reductie van 24 % ten opzichte van het referentiejaar 2007. Witteveen+Bos heeft een reductieschema opgesteld voor de periode tot 2020. Werk Ons personeelsbestand (gemiddeld 899 fte in 2014) vormt de basis voor ons aanhoudende succes. Op 31 december 2014 had Witteveen+Bos 977 medewerkers in dienst. In totaal hadden acht medewerkers een contract op oproepbasis. Het personeelsbestand kan worden onderverdeeld in tijdelijke en vaste contracten, fulltime en parttime contracten en per land. Deze verdeling laat zien dat een grote meerderheid (89 %) van het personeelsbestand van Witteveen+Bos in Nederland werkzaam is onder een vast contract. Het vrijwillig personeelsverloop als percentage van het totale personeelsbestand bedroeg 9,7 % in het jaar eindigend op 31 december 2014. De gemiddelde duur van een dienstverband was 8,7 jaar. We publiceren geen personeelsverloop per regio. De verdeling van het totale personeelsbestand naar geslacht was 71 % man en 29 % vrouw. Van de medewerkers in Nederland is 46 % wo, 34 % hbo en 20 % mbo en administratief opgeleid. Witteveen+Bos registreert geen samenstelling van bestuurslichamen volgens geslacht of leeftijdsgroep. Witteveen+Bos registreert ook geen lidmaatschappen van minderheidsgroepen. Bij Witteveen+Bos krijgen medewerkers met een tijdelijk contract en reguliere deeltijdmedewerkers dezelfde voordelen als fulltime medewerkers. Het aandelenbezit vormt hierop een uitzondering, dat is alleen mogelijk voor medewerkers met een vast contract. Witteveen+Bos heeft een systeem van interne opleidingen en trainingen voor haar medewerkers. Daarnaast leveren wij een financiële bijdrage aan relevante particuliere opleidingen die personeelsleden volgen en aan externe seminars, workshops en trainingen. Omdat de verschillende sectoren specifieke behoeften hebben op het gebied van opleidingen en trainingen die niet centraal worden beheerd, kunnen wij niet bedrijfsbreed het gemiddeld aantal opleidingsuren per jaar rapporteren. In 2014 heeft Witteveen+Bos 464.686 euro besteed aan leiderschap en ontwikkeling van medewerkers.


35


De Alde Feanen Nederland


CO2-FOOTPRINT Emissies per scope in ton CO2* (Nederland)

2014 2013 2007

Scope 1 Zakelijk verkeer met bedrijfsauto’s Gasverbruik

611

643

620

1.042

1.174

878

431 531 258

Subtotaal scope 1

Scope 2 Elektra

24 26 849

Vliegreizen

1.125 1.117 606

Stadsverwarming

4 10 -

Zakelijk autoverkeer met privéauto’s

626

Subtotaal voor scope 2

1.779

786

1.939

655

2.110

Scope 3 Papierverbruik

4 4 4

Woon-werkverkeer met privéauto’s Gebruik openbaar vervoer

451

420

57

58

356

Woon-werkverkeer met bedrijfsauto’s Subtotaal voor scope 3

Totaal voor scope 1, 2, 3

328

778 362 90

868

810

1.234

3.689

3.923

4.222

* Volgens de SKAO CO2-Prestatieladder scope classificaties

Emissie per fte in ton CO2 (Nederland) 2014

899

2013

875

2007

708

4,10 4,48 5,41

Aantal medewerkers (jaarlijks gemiddelde in fte)

Emissie per fte

CO2-reductieschema tot 2020 9,5 %

17 %

25 %

-

-

11 %

22 %

30 %

17 %

24 %

2010

2011

2012

2013

2014

Geplande reductie t.o.v. 2007

29 %

30 %

2015

2020

Behaalde reductie t.o.v. 2007

37


CO2-FOOTPRINT Emissie per activiteit en/of bron in ton CO2 (Nederland) 2014 10 % openbaar vervoer <1 % papier

34 % zakelijk verkeer met auto

12 % verwarming

<1 % elektriciteit 14 % woon-werkverkeer met auto

30 % vliegreizen

2013 8 % openbaar vervoer

<1 % papier

36 % zakelijk verkeer met auto

14 % verwarming

<1 % elektriciteit 12 % woon-werkverkeer met auto

28 % vliegreizen

2007 9 % openbaar vervoer

<1 % papier

33 % zakelijk verkeer met auto

7 % verwarming

22 % elektriciteit

12 % woon-werkverkeer met auto

38

16 % vliegreizen


+ Verbetering biodiversiteit De Alde Feanen

Midden in de provincie Friesland ligt het laagveengebied De Alde Feanen. Dit natuurgebied is rijk aan uiteenlopende landschaptypen variĂŤrend van open water en rietvelden tot moerasbos-

sen. Hierdoor is De Alde Feanen een gebied van internationaal

belang voor talloze plant- en diersoorten. De biodiversiteit in dit

Natura 2000-gebied staat echter onder druk. Witteveen+Bos was

betrokken bij het verbeteringstraject om milieuomstandigheden te herstellen en de biodiversiteit te verbeteren.


ONTWIKKELING NIET-FINANCIËLE PRESTATIE-INDICATOREN Met ingang van 2015 wordt gestart met het meten van niet-financiële doelen aan de hand van KPI’s. In 2014 is gewerkt aan de uitwerking van deze niet-financiële KPI’s. In 2015 werken wij aan het vormgeven van deze niet-financiële KPI’s onder begeleiding van een externe partij. Leveren van maatschappelijke waarde Wij willen bijdragen aan het oplossen van de grote problemen in de wereld, zoals klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en vervuiling en (zo) bijdragen aan een gezonde economische en sociale ontwikkeling. Door toepassing van onze zes duurzame ontwerpprincipes in al onze ontwerpen kunnen wij een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen en verzachten van negatieve effecten. Het zal een grote inspanning vergen dit voor elkaar te krijgen. We zijn reeds op niveau 5 van de CO2-Prestatieladder, maar het vraagt steeds veel inzet om hieraan te voldoen. Dit geeft aan dat we ook op dit vlak nog een weg hebben te gaan. Zowel door CO2-bewust te ontwerpen als door een CO2-bewuste bedrijfsvoering.

doel

subdoel

middel KPI

2015

bijdragen aan klimaat-

duurzame

- nulmeting

bestendigheid,

Maatschappelijke waarde leveren

biodiversiteit en

ontwerpen

milieubescherming

klimaatbestendigheid

- aantal projecten waarin

zes duurzame ontwerp-

principes zijn toegepast

- niveau 5 van de CO2-

- behoud

- niveau 5 van de CO2-

- behoud

Prestatieladder

duurzame

bedrijfsvoering

Prestatieladder

niveau 5

niveau 5

Ontwikkelen van toptalent Toptalent is altijd op zoek naar een inspirerende omgeving om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de wereld. Witteveen+Bos wil toptalent ook deze kans bieden om zich te ontwikkelen via haar projecten. We willen daarbij gelijke kansen bieden aan al onze medewerkers, zowel qua geslacht als qua nationaliteit. Van belang is dat er voldoende toestroom is naar relevante (technische) opleidingen om instroom naar Witteveen+Bos mogelijk te maken. We willen jonge generaties dan ook bij ons werk betrekken.

doel

subdoel

middel

KPI

2015

opleiden en

gelijke kansen

- % m/v

- nulmeting

toptalent

medewerkers

- % internationaal

- nulmeting

betrekken van

- aantal stagiairs/

- nulmeting

bij ons werk

- aantal bijdragen in

ontwikkelen

op doorstroming qua geslacht en nationaliteit

Ontwikkelen van toptalent

borgen toestroom techniek

jonge generaties

instroom = doorstroom instroom = doorstroom

afstudeerders

onderwijs

- aantal business courses - aantal events op onze

kantoren voor jongeren

40


RWZI Halsteren

41


42


UNITED NATIONS GLOBAL COMPACT De UN Global Compact bindt bedrijven aan tien principes op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anticorruptie. De principes zijn afgeleid van de Universele verklaring van de rechten van de mens, internationaal erkende verklaringen, zoals bijvoorbeeld van de International Labour Organisation en conventies van de Verenigde Naties. Witteveen+Bos onderschrijft de principes en beschrijft per principe haar voortgang.

Principe 6: de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep Al jaren levert Witteveen+Bos een actieve bijdrage om meer vrouwen op belangrijke posities te benoemen. In 2013 werd een vrouwelijke algemeen directeur benoemd. Deze lijn is in 2014 doorgezet waarbij bijvoorbeeld voor de product-marktcombinatie Industrie en energie een vrouwelijke PMC-leider is aangesteld.

Principe 1: bedrijven dienen binnen de grenzen van hun invloedssfeer de internationaal uitgevaardigde mensenrechten te eerbiedigen In de gedragscode van Witteveen+Bos staat dat ‘opdrachten in strijd met nationale en internationale wetgeving en regels niet worden geaccepteerd’. Wij ondersteunen en respecteren de bescherming van de internationaal uitgevaardigde mensenrechten. Veilige en goede arbeidsomstandigheden voor medewerkers in Nederland en daar buiten zijn ook van belang voor Witteveen+Bos.

Principe 7, 8 en 9: bedrijven dienen voorzorg te betrachten bij hun benadering van milieuuitdagingen, initiatieven te ondernemen om een groter milieubesef te bevorderen en de ontwikkeling en de verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren Het vinden van oplossingen voor milieu-uitdagingen is één van de kernactiviteiten van ons bedrijf. Wij bevorderen innovatieve technologieën en versterken partnerschappen. Wij bieden onze klanten ongevraagd advies over duurzame alternatieven in investeringsprojecten. In 2014 hebben wij de duurzame ontwerpprincipes gepromoot en verzorgden wij opleidingen voor onze ontwerpers bij de uitvoering van de principes in al onze projecten. Meer informatie is te vinden in het hoofdstuk ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ en de projecten op pagina 16 tot en met 23.

Principe 2: bedrijven dienen zich er steeds van te vergewissen dat zij niet medeplichtig worden aan schending van de mensenrechten Geen gevallen van medeplichtigheid aan schendingen van de mensenrechten werden gemeld in 2014. Principe 3: bedrijven dienen de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven Witteveen+Bos is volledig in handen van de medewerkers. Door middel van aandeelhoudersvergaderingen kunnen medewerkers het beleid van de organisatie beïnvloeden. Bovendien is de betrokkenheid van medewerkers in Nederland gegarandeerd door de Ondernemingsraad (OR). De OR behartigt de belangen van alle medewerkers. Witteveen+Bos is niet gebonden aan formele overeenkomsten met vakbonden; Witteveen+Bos heeft eigen afspraken met medewerkers. Deze afspraken zijn goedgekeurd door de OR en in de Regelingen en het kwaliteitshandboek vastgelegd. Principe 4: de uitbanning van iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid Witteveen+Bos gelooft dat medewerkers zich het beste inzetten voor werk waar zij achter staan. Medewerkers worden gestimuleerd zich te ontwikkelen in de richting waar hun krachten en ambities liggen. De medewerker is daarmee gelukkig en productief. Onze gedragscode verbiedt gedwongen en verplichte arbeid.

Principe 10: bedrijven moeten elke vorm van corruptie tegengaan, inclusief afpersing en omkoping Witteveen+Bos zal nooit deelnemen aan omkoping en wij zullen elke activiteit die aan ons op dubieuze wijze wordt toegewezen of aangeboden niet accepteren. Wij accepteren geen betalingen die onze objectieve en maatschappelijk verantwoorde aanpak kunnen beïnvloeden. Het hoofdstuk over normen en waarden van de Witteveen+Bos Regelingen biedt medewerkers duidelijkheid over waar de grenzen liggen. Door onze arbeidsovereenkomst te ondertekenen, verklaart elke medewerker te voldoen aan deze waarden. Een integriteitcommissie houdt zich bezig met de naleving van onze bedrijfscode en medewerkers kunnen contact opnemen met een vertrouwenspersoon (benoemd door de directie) om de integriteit van problemen of dilemma’s te melden. In 2014 werden geen incidenten gemeld.

Principe 5: de effectieve afschaffing van kinderarbeid Onze gedragscode verbiedt gedwongen en verplichte arbeid in onze activiteiten. Witteveen+Bos onderschrijft de ILO Declaration on Fundamental Principles and Rights at Work.

43


STAKEHOLDERPANEL Voor het vierde jaar heeft Witteveen+Bos een extern panel van stakeholders gevraagd om feedback. De rol van het stakeholderpanel is om evenwichtige en onpartijdige feedback te geven op de wijze waarop Witteveen+Bos met duurzaamheid en de rapportage over maatschappelijk verantwoord ondernemen omgaat. Daarnaast geeft het panel Witteveen+Bos passende aanbevelingen voor verbetering. Kernpunten Het panel geeft Witteveen+Bos een compliment voor de keuze om op nietfinanciële KPI’s te willen gaan sturen. Het is spannend om te monitoren op welke manier het leveren van maatschappelijke waarde (KPI 1) en het ontwikkelen van toptalent (KPI 2) daadwerkelijk een bijdrage zullen leveren aan de vier belangrijkste thema’s voor Witteveen+Bos: leefbaarheid, veiligheid, gezondheid en bereikbaarheid. Daarnaast is het goed dat Witteveen+Bos op basis van haar internationale ambitie bekijkt welke kansen er internationaal zijn op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Inzicht in het werkveld van de wereld Witteveen+Bos heeft een groeiende internationale ambitie. Probeer daarom ook op internationaal niveau inzicht te krijgen in het eigen werkveld. Op dit moment doet Witteveen+Bos al wel veel op dit gebied, maar zijn de resultaten nog beperkt inzichtelijk. Geadviseerd wordt om de kansen en risico’s in kaart te brengen en te kijken wat er op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen kan worden bereikt. Betekenis internationale ambitie voor ontwikkeling van toptalent Blijf je als Witteveen+Bos afvragen wat de toegevoegde waarde is voor de maatschappij. Als de wereld het speelveld is, wat heeft Witteveen+Bos dan nodig om te kunnen blijven bestaan? Sluit je aan bij de belevingswereld van de (lokale) mens om de waarde voor Witteveen+Bos te verstevigen. Meetbaarheid van doelen en resultaten Doelen en resultaten kunnen nog scherper worden omschreven. Op deze manier wordt nog duidelijker op welke manier Witteveen+Bos heeft gewerkt aan het behalen van haar (MVO)doelstellingen. Rode draad in het verslag Bouw het maatschappelijk verslag op vanuit missie, visie en strategie van de organisatie. Vermijd teveel vakjargon, verwerk verplichte referenties (zoals voortgang op UNGC principes) in je eigen verhaal, gebruik een actieve schrijfwijze en blijf dicht bij jezelf. Hiermee wordt het verslag leesbaarder voor de belangrijkste doelgroep: de eigen medewerkers. Deventer, 20 februari 2015 Stakeholderpanel 2015 Jessica van den Bosch (Innovation & Sustainability Project Manager, ProRail) Sander Dekker (Manager Sustainability, Van Oord) Frank Hoekemeijer (Sustainability Manager, Heijmans Wegen en Civiel) Ruud Sprock (Senior Consultant Sustainability, C2N)

44


45


COLOFON

Redactie Witteveen+Bos Concept en vormgeving Houdbaar Druk Te Sligte-Olijdam Fotografie APM Terminals Maasvlakte II Cynthia Boll Dinesh Dhawan Renske Diek Gerard Dubois Hans Engbers Geert-Jan Hobijn Paul Kavanagh Astrid van Loo Tom van der Put Rijkswaterstaat Beeldbank Shutterstock Femke Teusink Hilko Visser Fonger de Vlas Sander van der Werf Witteveen+Bos Witteveen+Bos N.V Van Twickelostraat 2 Postbus 233 7400 AE Deventer t 0570 69 79 11 f 0570 69 73 44 e info@witteveenbos.com i www.witteveenbos.nl Handelsregisternummer 55094503 46




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.