4 minute read

Advies over zoetstoffen

Op 13 juli 2021 hebben we op lijfblad.nl een artikel geplaatst met informatie van het Kenniscentrum Zoetstoffen over de vraag of je lichaam insuline aanmaakt, als je zoetstoffen gebruikt. In dit artikel gaan we verder in op zoetstoffen en wat je hierover kunt adviseren aan je klanten.

Zoetstoffen

Advertisement

Zoetstoffen zijn een vervanger van suiker, omdat ze vaak geen calorieën bevatten, maar wel een zoete smaak geven. Alle zoetstoffen hebben een E-nummer. De algemene veiligheid van zoetstoffen is bewezen, als je je houdt aan de maximale hoeveelheden per dag. Kunstmatige zoetstoffen kunnen worden gebruikt als je niet te veel koolhydraten binnen wilt krijgen, zoals bij suiker. Want van koolhydraten gaat de bloedsuikerspiegel omhoog. Echter, ook in sommige suikervervangers zitten koolhydraten als vulstof.

Combinaties

De zoetstoffen verschillen onderling niet alleen in zoetkracht, maar ook in smaak en chemische eigenschappen. Zo kunnen sommige zoetstoffen niet gebruikt worden om mee te koken of te bakken, omdat ze niet bestand zijn tegen hoge temperaturen. Er worden dan bij bereidingen vaak combinaties van zoetstoffen gebruikt. Gewone suiker en zoetstof worden dan ook dikwijls in één product gecombineerd, bijvoorbeeld in frisdrank of melkdranken. Hiermee wordt het caloriegehalte verlaagd, maar wordt de smaak van suiker zoveel mogelijk bewaard.

Europese wetgeving

De Europese wetgeving – Europese verordening nr. 1169/2011 – stelt verplicht, dat op het etiket van elk voorverpakt voedingsproduct een aantal voedingsgegevens moet worden vermeld, zoals het suikergehalte. Het gaat om de totale suikers, dat wil zeggen zowel de van nature aanwezige suikers, als de toegevoegde suikers, zonder onderscheid.¹

Claims over suikers

We geven hier enkele voorbeelden² van claims over suikers en de criteria waaraan de levensmiddelen moeten voldoen om ze te mogen vermelden: • Verlaagd gehalte aan suikers: het suikergehalte van het product is met minstens 30 procent verlaagd in

vergelijking met een gelijkaardig product. • Light/zero: de voorwaarden zijn dezelfde als die voor het ‘verlaagd gehalte aan suikers’, maar de eigenschappen voor deze claim moeten bovendien expliciet zijn: de consument moet begrijpen van welke stof precies het product een lagere hoeveelheid bevat: suikers, calorieën, vetstof en dergelijke. • Suikerarm: het product bevat niet meer dan 5 g suikers per 100 g voor een vast product en 2,5 g suikers per 100 ml voor vloeistoffen. • Suikervrij: het product bevat niet meer dan 0,5 g suiker per 100 g of 100 ml product. • Zonder toegevoegde suikers: het product bevat geen monosachariden, disachariden of andere vanwege hun zoetkracht gebruikte voedingsproducten. Deze claim heeft alleen betrekking op toegevoegde suikers en niet op suikers die van nature aanwezig zijn in het product.³

Intensieve zoetstoffen

Intensieve zoetstoffen – zoetstoffen die wel 35 tot 8000 keer zo zoet zijn als suiker – zitten in zoetjes, vloeistof of poeder en vaak ook in light frisdrank, zuivelproducten en suikervrije kauwgom. Deze zoetstoffen hebben geen invloed op de bloedsuikerwaarde en zijn dus geschikt voor diabetici. Voorbeelden van intensieve zoetstoffen zijn acesulfaam-K, cyclamaat, saccharine, stevia en aspartaam. Let op: voedingswaren met specifiek aspartaam zijn niet geschikt voor mensen met de zeldzame erfelijke stofwisselingsziekte fenylketonurie (PKU). Deze mensen kunnen het bestanddeel fenylalanine niet afbreken en lopen daarom gevaar op negatieve effecten in de hersenen.

Kenmerken van intensieve zoetstoffen

• Ze bevatten (vrijwel) geen calorieën. • Ze beïnvloeden de bloedsuikerspiegel niet. • Ze zijn goed in te passen in het dieet van mensen met diabetes, of als je wilt afvallen.

Extensieve zoetstoffen hebben, in tegenstelling tot de intensieve, ongeveer hetzelfde volume als suiker. Ze beïnvloeden niet of nauwelijks de bloedsuikerspiegel, bevatten de helft minder calorieën als suiker en zitten vaak in suikervrije producten met de claim ‘geschikt voor mensen met diabetes’. Vaak worden deze zoetstoffen gebruikt voor het bereiden van suikervrije kauwgom, gebak en koekjes. Voorbeelden zijn isomalt, lactitol, mannitol, sorbitol, xylitol en maltitol.

Kenmerken van extensieve zoetstoffen

• Ze bevatten wel calorieën, maar de helft minder dan suiker. • Ze worden nauwelijks opgenomen in het bloed en laten de bloedsuikerspiegel niet of nauwelijks stijgen. • Zoetstoffen waarvan de naam eindigt op ‘-ol’ kunnen diarree veroorzaken.

Stevia

Stevia kennen we als een intensieve natuurlijke zoetstof. Het wordt uitsluitend als stof in voedsel gebruikt en niet als plant. Net als andere zoetstoffen wordt het gemaakt in de fabriek. Het kan veilig gebruikt worden tot een maximale hoeveelheid. Stevia zit in frisdranken, snoepgoed, drop en tafelzoetjes.

Jouw advies

Klanten met diabetes kun je adviseren producten met suiker te vervangen door producten met extensieve of intensieve kunstmatige zoetstoffen. Intensieve zoetstoffen bevatten bovendien geen calorieën. Als je klant een natuurlijke zoetstof wilt, kun je producten met stevia adviseren. Producten met zoetstoffen kunnen overigens nog wel koolhydraten bevatten. Koolhydraten beïnvloeden de suikerspiegel in het bloed, dus daar moet iemand met diabetes ook op letten, als hij of zij het etiket leest. Op www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/ eten-met-diabetes/over-zoetstoffen-en-diabetes kun je de tabellen voor intensieve en extensieve zoetstoffen voor Aanvaardbare Dagelijkse Inname (ADI) raadplegen.

Bronnen: ¹ Europees Parlement en de Raad (25 oktober 2011).

Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. ² www.zoetstoffen.eu/zoetstoffen/suikers/etikettering. ³ Europees Parlement en de Raad (20 december 2006).

Verordening (EU) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen.

www.mmv.nl

Doe de test

Op www.zoetstoffen.eu/doe-de-test kun je je veiligheidsniveau berekenen op basis van de levensmiddelen die je dagelijks consumeert. Kies de producten die je consumeert, vermeld de gebruikte hoeveelheid en evalueer vervolgens jouw zoetstofinname.

This article is from: