7 minute read

III: Welbevinden

“We moeten elke betrokkene de kans geven zijn verhaal te vertellen, hoe moeilijk of hoe ongemakkelijk dat gesprek ook is.” ____________

directeur Marjorie Carrein

Advertisement

O.l.v. Raymonda maakte het GO! een grote sprong op VI domeinen.

III

WELBEVINDEN

GO! CLB Vilvoorde werkt aan welbevinden

“Succeservaringen zijn belangrijker dan de hoogst mogelijke opleiding”

Het welbevinden van leerlingen behelst meer dan goede punten en een diploma halen. “Succeservaringen in een studietraject waar ze zich goed bij voelen, dat is belangrijk. Maar daar komen ze niet toe als ze zich niet veilig of verbonden voelen of fysieke of psychische pijn lijden”, zegt directeur Marjorie Carrein van GO! CLB Vilvoorde.

Het GO! Centrum voor Leerlingenbegeleiding in Vilvoorde telt 35 medewerkers. Die begeleiden 28 scholen in Vilvoorde, Tervuren, Grimbergen, Machelen, Overijse, Zaventem, Kortenberg, Hoeilaart en Kampenhout: 20 basisscholen, 6 secundaire scholen en 2 buitengewone scholen.

Onder Raymonda zette het GO! in op maximale ontplooiing van de leerlingen. Daarbij is natuurlijk kennisoverdracht belangrijk, maar ook welbevinden. Wat verstaan jullie onder welbevinden?

Directeur Marjorie Carrein: “Als CLB beperken we het welbevinden niet tot ‘zich goed voelen’ of tot ‘er wel geraken aan het einde van het schooljaar’. Want we gaan er te gemakkelijk van uit dat een kind dat zijn diploma haalt, zich wel oké zal voelen. Dat is niet altijd zo. Dus gaan we een stap verder. Leerprestaties zijn voor ons pas betekenisvol als elke leerling succeservaringen heeft en optimaal voorbereid wordt op een vervolgtraject dat perspectief biedt, in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Als hij zich gemotiveerd en succesvol voelt bij de opleiding die hij volgt en daar autonoom zijn weg in vindt. Je hoort wel eens bij ouders of scholen: ‘hij kan meer dan dat, maar hij wil niet’. Maar als hij moet knokken om met de hakken over de sloot een diploma te halen dat niet strookt met wat hij wil doen met zijn leven, dan is dat geen succeservaring.”

“Zo hebben we een jongen begeleid met een vrij hoog IQ in het buitengewone onderwijs. Hij kon gemakkelijk opleidings- niveau 4 aan, maar hij wilde dat niet. Hij wilde dolgraag schilderen. Waarom zou je die jongen dan in het voor hem hoogst mogelijke niveau forceren als hij dat niet wilt? Door

de leerling grondig te informeren en te motiveren om eigen keuzes te maken en zijn passies te volgen, streven we de échte succeservaring na. Je moet die succeservaringen uiteraard evalueren en bewaken, en doortrekken naar het vervolgonderwijs of de oriëntatie naar de arbeidsmarkt. Ook daarop leggen we onze focus.”

ALTIJD AANSPREEKBAAR

Hoe komen leerlingen bij het CLB terecht?

“In de lagere school is het meestal de school zelf die ons betrekt. Soms ook de ouders. Dat is logisch: het zorgteam van een school merkt een probleem en werkt eraan. Maar als het vastloopt, niet meer weet hoe te helpen en meer ondersteuning nodig heeft, zijn wij de volgende stap.”

“Ook in het secundair onderwijs is het vaak de school die ons contacteert, maar ook de leerlingen zelf vinden de weg naar het CLB. Ze zitten met een probleem dat ze liever niet willen delen met de school. Bij iemand extern voelen ze zich veiliger. Dat is normaal. We willen voor hen zo aanspreekbaar mogelijk zijn. We afficheren in de scholen, onze gegevens staan op Smartschool, er is onze CLBch@t.”

Als een school of een leerling komt aankloppen, hoe gaan jullie dan te werk?

“Elke week of elke twee weken – afhankelijk van de school – hebben we een structureel overleg met elke school in ons werkgebied. Op dat overleg bespreekt het zorgteam met ons de leerlingen waar het zich zorgen over maakt. We gaan dan altijd in gesprek met alle partijen. In eerste instantie de leerling zelf, maar ook met de ouders, de leerkrachten en eventueel andere betrokkenen. Afhankelijk van de problematiek betrekken we onze maatschappelijk werker, onze verpleegkundige, een arts, een psycholoog.”

“Als de situatie acuut is, kunnen we natuurlijk niet wachten op het structureel overleg. Als er sprake is van fysiek misbruik, suïcidedreiging of een andere situatie die de reguliere schoolwerking onder druk zet, dan is onmiddellijke actie vereist. Het gebeurt dat we de school versterken met een heel team medewerkers.”

NEUTRAAL OORDELEN

Wat als er een vermoeden is van een probleemsituatie thuis? Wat doen jullie dan?

“Eerst luisteren we naar de leerling of het kind zelf. Daarna trachten we altijd de ouders te bereiken. We moeten elke betrokkene de kans geven zijn verhaal te vertellen, hoe moeilijk of hoe ongemakkelijk dat gesprek ook is. We stellen natuurlijk wel de veiligheid van het kind voorop en schatten in wanneer en onder welke omstandigheden we het gesprek aangaan. Het is een delicate puzzel die we elke keer opnieuw leggen. We nemen elk verhaal ernstig, maar soms is nuance nodig. Een kind van zeven jaar dat zegt dat zijn papa altijd boos is, daar hoeft niet altijd het ergste aan de hand te zijn.”

“Het CLB staat voor neutraliteit, we luisteren en erkennen alle partners. We respecteren alle standpunten en kijken naar de belangen van elke partij, vooral naar die van het kind. Deze neutraliteit betekent niet dat we geen oordeel vellen, wel dat ons oordeel onafhankelijk en in het belang van het kind is.”

“Onze medewerkers zijn gebonden aan hun beroepsgeheim. Maar dat doorbreken ze na grondig overleg als ze voelen dat de situatie geen andere uitweg meer biedt, als ze iets moeten doen voor de veiligheid van het kind. Dat zeggen ze ook meteen als een +12-jarige op gesprek komt. Ze kunnen dan bijvoorbeeld het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling betrekken, zorgen voor een crisisopname, tijdelijke pleegzorg inschakelen of zelfs het parket.”

“We werken in een grootstedelijke context. In Vilvoorde en omstreken heb je een heel diverse bevolking, met socio-economische achterstand, cultuurverschillen, kansarmoede, anderstaligheid. Die diversiteit is een rijkdom, maar ze draagt er ook toe bij dat er ons elke dag verontrustende verhalen bereiken. Zoals eenzame jongeren, druggebruik, gedachten van zelfdoding, contextproblematieken.”

Hoe kan je voor succeservaringen in het onderwijs zorgen als je elke dag met zware problematieken te kampen krijgt?

“Elk Centrum voor Leerlingenbegeleiding is gespecialiseerd in vier domeinen: het leren en studeren, de onderwijsloopbaan, de preventieve gezondheidszorg en het psychisch en sociaal functioneren. Die interageren met elkaar, maar het fysieke en psychische welbevinden is de allereerste bezorgdheid. Je komt niet tot studeren als je je niet veilig voelt of als je fysieke of psychische pijn hebt. Dus daar focussen we ons in de eerste plaats op. Dat zijn basisvoorwaarden, bij elk traject.”

Komen jullie tot een oplossing? Wordt elk kind geholpen?

“Als de oplossing is dat een kind zich beter voelt? Dan ja. Maar we kunnen niet alle zorgen wegnemen. Een kind uit een onveilige situatie halen en in crisisopvang onderbrengen, daar wordt het niet plots gelukkig van. Je kan aan een context sleutelen, een steen verleggen, maar je kan niet de weg helemaal plaveien. We proberen wel altijd de beste beslissingen te nemen in de moeilijkste situaties.”

“Dé oplossing is niet altijd zomaar te vinden. Bovendien stoten we op wachtlijsten bij de hulpverlening. Het organiseren van de juiste externe hulp is niet altijd vanzelfsprekend.”

“Als een leerling moet knokken om met de hakken over de sloot een diploma te halen dat niet strookt met wat hij wil doen met zijn leven, dan is dat geen succeservaring.” ____________

directeur Marjorie Carrein

SCHOOL ALS VEILIGE HAVEN

Hoe woog de COVID-19-pandemie op jullie werking?

“Het was een bijzonder zwaar jaar. Niet alleen omdat de leerlingen het moeilijk kregen, ook omdat onze hulpverleners de leerlingen niet gemakkelijk van heel nabij konden opvolgen. Je wilt geen afstand tussen jou en een leerling die hulp nodig heeft. We hebben veel stoepbezoeken gebracht en gesprekken in tuinen gevoerd. En met leerlingen waar we ernstige bezorgdheden over hadden, hielden we elke week minstens telefonisch contact.”

“Toen de scholen na de lockdown weer opengingen, kregen we meer aanmeldingen. Voor veel jongeren is de school een veilige haven, weg van de problemen thuis. Afstandsonderwijs neemt die veilige haven weg. Pubers teren op sociale contacten met leeftijdsgenoten, en ook die vielen weg. Alles wat moeilijk ging, werd nog moeilijker gemaakt. Het gevolg? Meer eenzaamheid, spijbelen, druggebruik. Mogelijk zien we hier pas volgend jaar de echte effecten van. Nu zitten we allemaal nog in overlevingsmodus.”

Het welbevinden is de basis

Het GO! heeft de grondwettelijke opdracht om alle kinderen en jongeren maximale kansen tot ontplooiing te geven. Dat is de kern van ons pedagogisch project. Kennisoverdracht is daarbij uiteraard essentieel, maar het beperkt zich daar lang niet toe. Kwaliteit gaat ook over de leerwinst die onze jongeren boeken. Welbevinden is een belangrijke indicator in het nieuwe Referentiekader voor Onderwijskwaliteit.

De Centra voor Leerlingenbegeleiding, kortweg CLB’s, hebben als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van leerlingen nu en in de toekomst. Dat welbevinden is de basis: pas wie zich veilig en goed voelt, kan aan zijn schoolloopbaan werken en competenties verwerven. Om nadien sterker in de wereld te staan.

This article is from: