/File-1325592740

Page 1

110376_p001_184 21-09-11 13:44 Pagina 1

etrusken


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 2


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 3

Hoofdredactie Patricia S. Lulof Iefke van Kampen

Redactie René van Beek, Ruurd Halbertsma, L. Bouke van der Meer, Tanja van der Zon

Met bijdragen van Martijn Akkerman, Gilda Bartoloni, René van Beek, Francesca Boitani, Francesca Ceci, Joost H. Crouwel, Silvia Goggioli, Ruurd Halbertsma, Wim Hupperetz, Iefke van Kampen, Patricia S. Lulof, L. Bouke van der Meer, Eva Pietroni, Daniël Pletinckx, Maurizio Sannibale, Anna Mura Sommella, Mario Torelli, Tanja van der Zon


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 4

Deze uitgave is gepubliceerd aansluitend bij de dubbeltentoonstelling Etrusken. Vrouwen van aanzien – Mannen met macht, van 14 oktober 2011 tot en met 18 maart 2012 in het Allard Pierson Museum te Amsterdam en het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

Sponsors Tentoonstelling en boek kwamen mede tot stand dankzij het Italiaans Cultureel Instituut, de Ambassade van Italië, Koninklijk Nederlands Instituut Rome, de Mondriaan Stichting, het Prins Bernhard Cultuurfonds, het SNS REAAL Fonds, het Directoraat-Generaal Onderwijs en Cultuur van de Europese Unie, de Stichting Charema – Fonds voor Geschiedenis en Kunst, de Vereniging Vrienden van het Allard Pierson Museum, RoMeO Vriendenvereniging Rijksmuseum van Oudheden en de BankGiro Loterij. Met de bijzondere steun van Franco Giordano, ambassadeur van Italië in Nederland Luigi Malnati, directeur-generaal Ministero per i Beni e le Attività Culturali, Italië Anna Maria Moretti Sgubini, Soprintendente per i Beni Archeologici dell’ Etruria meridionale Met speciale dank aan Patrizia Aureli Francesca Boitani Jette Christiansen Carlotta Cianferoni Cécile Evers Paola Giovetti Anne Marie Nielsen Daniela Picchi Claudio Parisi Presicce Maurizio Sannibale Judith Swaddling Bruikleengevers British Museum, Londen Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel Musei Capitolini, Rome Museo Civico Archeologico, Bologna Museo Gregoriano Etrusco, Musei Vaticani, Vaticaanstad Museo Nazionale Archeologico, Florence Museo Nazionale Etrusco di Villa Giulia, Rome Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 5

inhoud

Voorwoord Ministerio per i Beni e le Attività Culturale, Italië – Luigi Malnati 7 Voorwoord Ambassade van Italië in Nederland – Franco Giordano 8 Voorwoord Allard Pierson Museum, Rijksmuseum van Oudheden – Wim Hupperetz, Wim Weijland 9 1 De Etrusken – Patricia S. Lulof 11 Een bijzondere cultuur – Patricia S. Lulof, Anna Mura Sommella 12 Herkomst, etniciteit en geschiedenis – Patricia S. Lulof, Anna Mura Sommella 16 De Etruskische taal – L. Bouke van der Meer 22 Vrouwen van aanzien, mannen met macht – Patricia S. Lulof 30 2 Ontstaan en manifestatie – Iefke van Kampen 43 De vroegste Etruskische aristocratie – Gilda Bartoloni 44 Thema – Van zwart glanzend tot rood-op-wit aardewerk – René van Beek 48 De krijger en zijn symbolen – Gilda Bartoloni 52 Thema – Karren en wagens bij de Etrusken – Joost H. Crouwel 54 De vrouw en haar rol – Gilda Bartoloni 59 Thema – Waren de Etrusken strijdlustig? – René van Beek 68 Een krijgersgraf: Monte Michele Graf 5 – Francesca Boitani, Iefke van Kampen 70 3 Prinsen, prinsessen en paleizen – Iefke van Kampen 77 Het paleis en de vorst – Silvia Goggioli 78 Thema – Brons – René van Beek 82 Symposium, banket en grafritueel – Francesca Ceci 85 Tekenen van macht en rijkdom – Maurizio Sannibale 90 Thema – Verfijnd en elegant: sieraden van de Etrusken – Tanja van der Zon 92 De tomba Regolini-Galassi – Maurizio Sannibale 97 Thema – Graven en hun decoratie – Tanja van der Zon 101 4 Godinnen, priesters en tempels – Patricia S. Lulof 109 Tempels en terracotta beelden – Patricia S. Lulof 110 Thema – De Etruskische godenwereld – Tanja van der Zon 116 Etruskische religie en de haruspex – L. Bouke van der Meer 122 Thema – Etruskische stenen sculptuur – René van Beek 130 De voorouders – Iefke van Kampen 133 Thema – Terracotta votiefgiften – Tanja van der Zon 136 Een priestergraf: Cinque Sedie – Patricia S. Lulof 141 5 De Etrusken en de anderen – Patricia S. Lulof 145 Rome en de Etruskische steden – Mario Torelli 146


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 6

Het einde van de Etruskische macht – Patricia S. Lulof 154 Van Etrusk naar etruscologie – René van Beek 161 De invloed van de Etrusken op 19de-eeuwse en latere juwelenontwerpers – Martijn Akkerman 163 Appendix ‘Iets nuttigs zoowel als roemryks’: de Etruskische collectie in Leiden – Ruurd Halbertsma 167 De Amsterdamse Etruskische collectie René van Beek 170 Het Regolini-Galassi graf revisited; 3D-reconstructie als onderzoeksinstrument – Wim Hupperetz, Eva Pietroni, Daniël Pletinckx, Maurizio Sannibale 172 Een korte chronologie van de Etrusken 178 Verder lezen over de Etrusken 180 Verantwoording teksten 182 Verantwoording afbeeldingen 183 Colofon 184


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 7

Voorwoord Ministerio per i Beni e le Attività Culturale, Italië

De tentoonstelling over de Etrusken die plaatsvindt in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en in het Allard Pierson Museum in Amsterdam, bestrijkt de periode van de grootste bloei van deze beschaving tussen 750 en 500 v. Chr. en toont de resultaten van de laatste ontdekkingen en studies. De geschiedenis en het wonderbaarlijke avontuur van de Etrusken wordt aan het publiek getoond met een thematische opstelling, verrijkt met bruiklenen uit Italië, GrootBrittannië, België en Denemarken. We zien hoe de Etrusken als volk zijn ontstaan en zich hebben gevestigd als een machtige en invloedrijke aristocratische gemeenschap die een groot deel van het Italiaanse schiereiland heeft gedomineerd. De Etrusken onderhielden contacten met andere volkeren en ontwikkelden een nieuw model van bestuur door grote en machtige steden. De macht van de heersende klassen tekent zich duidelijk af door de enorme rijkdom en het vertoon van macht, ook bij de vrouwen, in een rol die zeer afwijkt van die van de Griekse vrouw in dezelfde periode. We hebben veel te danken aan de Etrusken. Niet alleen hun grote aandeel bij het ontstaan van de tempelarchitectuur, maar ook hun cultusbeelden, die het bewijs leveren voor de speciale relatie die zij hadden met religie en ritueel. Voor de Romeinen waren de Etrusken het ‘meest religieus van alle mensen’ en ‘excellent in het uitoefenen van de godsdienst’ (Livius, V, 1, 6). Aan de Etrusken danken de Romeinen alle kennis over de voorspellingskunst en de interpretatie van voortekenen. In de laatste dertig jaar heeft archeologisch onderzoek de kennis over dit volk in belangrijke mate verrijkt, vooral wat betreft de urbanisatie, met een ontwikkeling die zich scherp onderscheidt van die van het grootste deel van de oorspron-

kelijke gemeenschappen in Zuid-Italië, die door de Griekse kolonisten vanuit zee werden weggevaagd. Verenigd in de stedenbond van de duodecim populi (twaalf volkeren, dodekapoli voor de Grieken), stichtten zij tussen de 6de en 5de eeuw v.Chr. echte steden, met inrichting van de openbare ruimte, ook voor de doden, zowel in de Po-vlakte (aan Marzabotto kunnen de laatste jaren nieuwe voorbeelden worden toegevoegd, zoals de nederzetting van SpinaValle di Mezzano), als in Etrurië zelf (bijvoorbeeld Pyrgi) en in Campanië (Capua). Het Romeinse stichtingsritueel van een stad, waarmee deze een urbs iusta werd (een op goede ‘basis’ gestichte stad) is toe te schrijven aan de Etrusken. In dit model lag de mundus, het ideale centrum van de stad, binnen het pomerium (de grenzen, die een heilige waarde hadden). Deze theorie is nu door recent onderzoek naar de stichting van Rome bevestigd. Memorabel zijn ook de enorme openbare werken voor de drooglegging van stukken land, waaraan de Etrusken hun naam als ‘meesters der waterwerken’ hebben te danken. De investeringen in land van de stedelijke aristocratieën uit de oriëntaliserende periode, ten slotte, hebben de productie van wijn en olie echt in gang gezet, op een zo grote schaal dat wijn in enorme hoeveelheden naar het westelijk mediterrane gebied kon worden geëxporteerd. De talloze Etruskische transportamforen voor handel over zee die in recente opgravingen zijn aangetro^en tonen aan dat de Etrusken op zee oppermachtig waren in de periode tussen de 7de en 6de eeuw v.Chr. Luigi Malnati, directeur-generaal Ministero per i Beni e le Attività Culturali, Italië

7


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 8

voorwoord Ambassade van Italië in Nederland

De dubbeltentoonstelling Etrusken, die deels in Leiden en deels in Amsterdam te zien is, vormt een prachtige gelegenheid om het duizenden jaren oude, maar nog immer fascinerende en mysterieuze Europa te bewonderen, en tegelijkertijd de 150ste verjaardag van de Italiaanse eenheid te vieren die, veelzeggend genoeg, ook dit jaar plaatsvindt. Deze bijzondere expositie toont wat is overgebleven van de Etrusken, een raadselachtig volk dat werd geassimileerd en ingelijfd door de Romeinen aan het begin van een historisch proces dat heeft geleid tot het hedendaagse Italië. De door de Etrusken nagelaten sociaal-culturele erfenis kent nog vele open vragen. Hun beschaving behoort tot de meest mysterieuze van ons oude continent; dit geldt om te beginnen voor de taal, die men slechts met veel moeite ten dele heeft weten te reconstrueren en die heel ver afstaat niet alleen van het Latijn – de taal van de overheerser die het Etruskisch volkomen overvleugelde en zelfs deed verdwijnen – maar ook van de andere talen die werden gesproken in de 8ste eeuw voor Christus, beginperiode van de Etruskische expansie. De Etruskische beschaving en cultuur hebben ons grafzuilen, gedenkstenen, inscripties en schilderingen nagelaten, maar geen boeken noch de oneindige vertellingen – van Romeins recht tot Titus Livius of Apuleius – die de LatijnsRomaanse cultuur kenmerken. Om die reden kunnen wij ook nu nog niet met zekerheid zeggen of de Etrusken, zoals tegenwoordig algemeen wordt aangenomen, echt een Europees volk waren, de zogenaamde ‘Villanovabeschaving’ die zijn oorsprong had in Italië, of dat zij afkomstig waren uit Klein-Azië, zoals Herodotus en andere geschiedschrijvers uit de Oudheid en de modernere tijd beweren. Het DNAonderzoek van objecten uit graven en resten van inwoners van de in de Oudheid door dit volk bewoonde gebieden is hoe dan ook bijzonder intigrerend: uit deze analyses is immers een soort verwantschap gebleken tussen de genetische codes van de Etrusken en die van de hedendaagse Italianen en volkeren in het Midden-Oosten. De Etruskische cultuur, die werd uitgewist zonder ons vrijwel een woord na te laten, die samensmolt met de cultuur van het oude Rome, maar die ons toch blijft fascineren door

haar zo unieke kunstuitingen, kan ons helpen om elkaar beter te begrijpen als Europeanen, dit wil zeggen als een geheel van, vaak volkomen verschillende, volkeren, gevormd en geevolueerd in een constante zoektocht naar een mythische synthese, in een lange, lange geschiedenis van conflicten tussen verscheidenheden, en van voortdurende verplaatsing, vermenging en emigratie, van verrijking en verarming. Dit proces van vermenging van volkeren en beschavingen is, na duizenden jaren, nog steeds volop aan de gang: eigenlijk gaat het hier om de geschiedenis van de vorming van Italië en van heel Europa, vanaf de Oudheid tot nu. We zullen ons er natuurlijk over blijven verbazen hoe modern de Etrusken waren – zoals bijvoorbeeld blijkt uit hun voor die tijd uiterst geavanceerde wetenschap, uit hun verfijnde bouwkunst die, zoveel is zeker, is overgenomen en verder ontwikkeld door de Romeinen, op hun beurt grote architecten en bouwers; we zullen echter ook blijven betreuren dat daarbij niet meteen ook navolging is gegeven aan de Etruskische opvattingen over de verhoudingen tussen de seksen en de gelijkstelling van de rol van vrouw en man, maar pas veel later, misschien te laat in onze geschiedenis, met alle schadelijke gevolgen van dien voor onze gezamenlijke Europese vooruitgang. Hoe het ook zij, we zullen in ieder geval gefascineerd blijven kijken naar de kunst en voorwerpen uit het dagelijkse leven van de Etrusken, die immers zo origineel zijn en zozeer verschillen van de andere Europese culturen – daarbij beseffend dat alleen de fantasie de vele open plekken kan vullen. Lof, derhalve, voor het Rijksmuseum van Oudheden en voor het Allard Pierson Museum voor het verwezenlijken van deze geweldige culturele onderneming, die de bekoring van deze verloren beschaving doet herleven; lof natuurlijk ook voor alle Europese musea die deze tentoonstelling mogelijk hebben gemaakt, met name een aantal Italiaanse musea waaronder het Museo Nazionale Archeologico in Florence, het Museo Civico Archeologico in Bologna en de Musei Capitolini, Musei Vaticani en Villa Giulia in Rome. Franco Giordano, Ambassadeur van Italië in Nederland

8


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 9

voorwoord Allard Pierson Museum Rijksmuseum van Oudheden

Etrusken. Vrouwen van aanzien – Mannen met macht is een samenwerkingsproject op bilateraal, nationaal en Europees niveau. Dat mag ook wel, want het is ruim twintig jaar geleden dat er voor het laatst een grote Etrusken-tentoonstelling in Nederland te zien was. Het internationale onderzoek heeft daarna niet stilgestaan en heeft nieuwe vondsten en inzichten opgeleverd. Het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) en het Allard Pierson Museum (APM) hebben deze resultaten verwerkt in hun eerste gezamenlijke tentoonstelling, die op twee locaties te zien is, in zowel Leiden als Amsterdam. De dubbeltentoonstelling is tot stand gekomen onder de inhoudelijke verantwoordelijkheid van drs. René van Beek, conservator van het Allard Pierson Museum, in samenwerking met dr. Patricia S. Lulof en drs. Tanja van der Zon; de projectleiding was in handen van drs. Marian Schilder (APM) en drs. Tanja van der Zon (RMO), begeleid door een stuurgroep onder voorzitterschap van drs. Steph Scholten (Universiteit van Amsterdam). Voor de begeleidende publicatie was een keur aan (inter)nationale auteurs bereid hun kennis en de laatste stand van onderzoek met u te delen. De hoofdredactie was in handen van dr. Patricia S. Lulof en dr. Iefke van Kampen, bijgestaan door een redactie bestaande uit dr. L. Bouke van der Meer, drs. René van Beek, drs. Tanja van der Zon en prof.dr. Ruurd Halbertsma. De productiebegeleiding was in handen van drs. Paulien Retèl. In het noemen van hun namen spreken wij onze bijzondere waardering uit voor al diegenen die een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van dit project. We konden een collegiaal beroep doen op vele buitenlandse musea om bruiklenen te verstrekken. Wij zijn de navolgende museumcollega’s daar zeer erkentelijk voor: dott.ssa Francesca Boitani, voormalig directeur en dott.ssa Patrizia Aureli, Museo Nazionale Etrusco di Villa Giulia,

Rome; dr. Claudio Parisi Presicce, directeur van de Capitolijnse Musea, Rome; dott. Maurizio Sannibale, Museo Gregoriano Etrusco, Vaticaanse musea, Vaticaanstad; dott.ssa Paola Giovetti, directeur en dott.ssa Daniela Picchi, conservator Museo Civico Archeologico, Bologna; dott.ssa Carlotta Cianferoni, directeur Museo Nazionale Archeologico, Florence; dr. Judith Swaddling, senior curator British Museum, Londen; dr. Anne Marie Nielsen, directeur en dr. Jette Christiansen, wetenschappelijk medewerker Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen; prof.dr. Cécile Evers, Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel. Met name voor de Italiaanse bruiklenen waren de contacten van dr. Patricia S. Lulof en dr. Iefke van Kampen onontbeerlijk. Een dergelijk prestigieus internationaal project is onmogelijk te realiseren zonder de steun van fondsen en subsidiënten. Voor het digitale onderdeel Etruscanning ontvingen we ruimhartig subsidie van het Europese Cultuur Programma; de tentoonstelling wordt in gelijke mate ondersteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds, de Mondriaan Stichting en het SNS Reaal Fonds. De publicatie is financieel mede mogelijk gemaakt dankzij de Stichting Charema – Fonds voor Geschiedenis en Kunst, de Vereniging Vrienden van het Allard Pierson Museum, RoMeO (Vriendenvereniging RMO) en de Italiaanse ambassade. De tentoonstelling zal eind 2012 doorreizen naar het Gallo-Romeins Museum in Tongeren, België. U bent van harte welkom om de tentoonstelling in beide steden te bezoeken. Mannen met macht in Amsterdam en Vrouwen van aanzien in Leiden. Voor een goed huwelijk tussen twee partijen is evenwicht immers van groot belang. Wim Hupperetz, directeur Allard Pierson Museum, Amsterdam Wim Weijland, directeur Rijksmuseum van Oudheden, Leiden

9


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 10

10


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 11

1 De Etrusken spreken al eeuwenlang tot de verbeelding van het grote publiek en van archeologen. Men is gefascineerd door en verbaast zich over de rijkdom, de religie en de aard van deze cultuur die bijna duizend jaar lang het Italië van voor de Romeinse overheersing domineerde. In die duizend jaar hebben de Etrusken het hart van Italië tussen de Arno en de Tiber tot hun leefgebied gemaakt. Van daaruit beheersten ze de Middellandse Zee en dreven ze te land en ter zee handel in alle windrichtingen. Ze vereerden hun naamloze natuur- en vruchtbaarheidsgoden die zouden huizen op bergen en in meren; ze exploiteerden de bodemschatten die hen zo rijk maakten. Ze bouwden hun steden op hoge plaatsen in het landschap: plateaus omgeven door diepe kloven, met elkaar verbonden door holle wegen, bruggen en rivieren. Tempels en paleizen waren zichtbaar van verre, met kleurrijke versieringen en beelden van goden en voorouders. Om de steden heen verschenen hun dodensteden, met duizenden onderaardse grafkamers uitgehakt in de gestolde lava van het vulkanische landschap. De grafkamers reflecteren het Etruskische leven: de huizen waarin ze leefden, de zetels en bedden waarop ze zaten en sliepen, met de feesten en drinkgelagen zichtbaar op bonte schilderingen op de wanden, mannen en vrouwen gelijkwaardig aan elkaar. De talloze grafgiften laten hun persoonlijke bezittingen zien, de voorwerpen van waarde die macht, bezit en rijkdom toonden. Goud, zilver, brons, barnsteen, het glanzende zwarte bucchero aardewerk, de tienduizenden importen uit Griekenland en het Nabije Oosten. Het meesterschap van de Etrusken was overal zichtbaar: in hun giften aan de goden, in metaalbewerking en schilderkunst, in sculptuur en architectuur. Ze leken uitverkoren een belangrijke hegemonie te verwerven, maar hun laatste haruspex voorspelde bij een leverschouw het einde van de Etrusken kort voor het begin van de jaartelling. Deze enorme rijkdom aan informatie maakt het mogelijk de Etruskische samenleving te bestuderen en te reconstrueren. De Etrusken zijn niet meer ‘mysterieus’. We lezen hun

taal, we begrijpen hun profetische religie, we ontdekken het antieke landschap waarin ze leefden. De archeologie stelt ons bovendien in staat nieuwe informatie te achterhalen over de oorsprong, formatie en manifestatie van hun culturele identiteit. De Etruskische samenleving blijkt steeds meer een ‘open’ en multiculturele maatschappij te zijn geweest, waarbij de zee niet de grens aangaf maar juist een verbindende rol speelde. Met andere culturen werd handel gedreven, groepen ambachtslieden en buitenlandse meesters in de kunsten werden binnengehaald en versmolten met de Etruskische gemeenschappen. Wel bleven de belangrijkste Etruskische families de elite vormen die de macht uitoefende in de stad en op het platteland, volgens strikte rituele wetten. De Etrusken waren onderdeel van een bruisende, creatieve en zich snel vernieuwende aristocratische wereld rondom de Middellandse Zee. De centrale ligging van Italië – met de langste kustlijn van Europa – gaf de Etrusken de mogelijkheid in die wereld, al was het tijdelijk, een belangrijke rol te spelen. De eeuwenlange fascinatie voor dit volk ligt besloten in de controverse tussen wat we wel en wat we niet weten over de Etrusken. Enerzijds werd hun cultuur, vanwege de afwijkende taal, religie en gebruiken, als ‘anders’ beschouwd in vergelijking met de Griekse en de Romeinse. Anderzijds heeft de schat aan archeologische, taalkundige en godsdiensthistorische gegevens die de Etrusken ons hebben nagelaten, veel informatie opgeleverd waarmee we hun samenleving kunnen begrijpen en beschrijven. Archeologische opgravingen vullen die gegevens aan of veranderen het beeld dat we van dit volk hebben. De Etrusken blijven tot de verbeelding spreken, omdat er steeds iets nieuws te vertellen is. Het is daarom een uitdaging om deze cultuur te tonen aan de hand van de nieuwste resultaten van archeologisch onderzoek en de pracht en praal van oude en nieuwe schatten uit de Etruskische tombes, tempels en steden. Patricia S. Lulof

11


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 12

Een bijzondere cultuur De Etrusken noemden zichzelf Rasenna of Rasna. Door de Grieken werden ze Tyrsenoi of Tyrrhenoi genoemd, naar de Tyrrheense zee die hun territorium in het westen begrensde. En de Latijnen – hun buren – gaven hen de naam Tusci of Etrusci. Daarin vinden we de naam Toscane terug, zoals we tegenwoordig de streek in Italië noemen die het centrum was van hun woongebied. De geschiedenis van de Etrusken bestrijkt een periode van duizend jaar: tussen het einde van de bronstijd (10de eeuw v.Chr.) en de 1ste eeuw v.Chr. Maar al in de loop van de 3de eeuw v.Chr. kwamen alle Etruskische centra onder Romeins bewind en werden de Etrusken opgenomen in het Romeinse Rijk. Daarmee zette het einde van de Etruskische cultuur in, en ook het gebruik van de Etruskische taal verdween.

ke vondsten uit Populonia en Vetulonia. In Rome verwierf het Museo Gregoriano Etrusco (een van de Vaticaanse Musea) het materiaal dat was opgegraven in de territoria van de Pauselijke Staat in Toscane. En het net opgerichte Etruskische museum de Villa Giulia kreeg de resultaten van onderzoek en opgravingen in de steden en dodensteden van ZuidEtrurië en het gebied ten oosten hiervan (Veii, Tarquinia, Vulci, Cerveteri en Falerii). De onderzoeksactiviteiten werden in de 20ste en 21ste eeuw voortgezet, maar nu richtte de interesse van opgravers en wetenschappers zich steeds meer op de grote centra, de stedelijke nederzettingen en de architectuur – zowel de sacrale (de heiligdommen) als de huiselijke – en minder op de necropolissen. In deze periode ontstonden in snel tempo veel kleine regionale musea in het Etruskische gebied zelf, zoals in Tarquinia, Cerveteri en Vulci. Buiten Italië leidde de groeiende belangstelling voor de Etruskische cultuur tot het oprichten van speciale afdelingen in bijvoorbeeld het Louvre in Parijs, het British Museum in Londen en de Ny Carlsberg Glyptotek in Kopenhagen. De publieke belangstelling voor de Etruskische cultuur nam een hoge vlucht, wat resulteerde in romantische literatuur, toerisme en ontdekkingstochten door het Toscaanse landschap. Door deze aandacht laaide ook de discussie weer op over het Etruskische ‘mysterie’: het vraagstuk over herkomst (de etnische formatie) en de historische gegevens zoals we die kennen van de schrijvers uit de Oudheid.

In de Renaissance ontstond grote belangstelling voor de geschiedenis en cultuur van de Etrusken door de vele bijzondere archeologische ontdekkingen in die tijd. Die hielden niet alleen wetenschappers bezig, maar wekten ook de nieuwsgierigheid van het grote publiek. De talrijke indrukwekkende overblijfselen van deze antieke beschaving bezorgden de Etrusken faam als een van de machtigste bevolkingsgroepen van het pre-Romeinse Italië, de periode vóór de overheersing van de Romeinen. Er werden ook grote necropolissen ontdekt. Deze dodensteden met hun grafkamers met rijke grafinhoud en geschilderde wandversieringen wekten de suggestie dat de Etrusken gefascineerd waren door de magische en duistere wereld van de dood en het hiernamaals. Dat zorgde ervoor dat de Etrusken de naam kregen ‘vreemd’ te zijn en ‘anders’ dan alle andere gemeenschappen die Italië bevolkten voordat de Romeinen aan de macht kwamen. Vooral in de 19de eeuw volgden nieuwe ontdekkingen. De pasgevormde Italiaanse staat hield zich op alle fronten bezig met opgravingen, en immense archeologische schatten kwamen aan het licht in Etruskische centra als Veii, Tarquinia, Vulci, Cerveteri, Perugia en Chiusi. Deze constante stroom van vondsten leidde tot het ontstaan van de eerste grote collecties Etruskische antiquiteiten, zowel privé als openbaar, en uiteindelijk aan het einde van de 19de eeuw tot het oprichten van de grote staatsmusea in Italië. Zo kreeg het Archeologisch Museum van Toscane in Florence de erfenis van de collecties van het Museo Granducale in die plaats, met talrij-

De vragen over de herkomst van de Etrusken en over hun taal, schrift en religie zijn hoofdzakelijk ontstaan door het verlies van de Etruskische literatuur en het verdwijnen van vrijwel alle werken in de Griekse en Latijnse taal die hun geschiedenis en tradities hebben beschreven. We weten dat er een zoekgeraakt historisch werk over de Etrusken heeft bestaan van de hand van Valerius Flaccus in de tijd van keizer Augustus, die rond het begin van onze jaartelling regeerde. En het twintigdelige iets later in het Grieks geschreven werk Tyrrhenika van keizer Claudius is bij een brand verloren gegaan. Ondanks Claudius’ interesse voor de Etrusken – zijn vrouw Plautia Urgulanilla kwam uit een oud Etruskisch geslacht – heeft hij zijn boeken niet in het Etruskisch geschreven. Die taal werd in de Keizertijd namelijk niet meer gebruikt, ondanks de aanwezigheid aan het Romeinse hof van

12


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 13

keizer Augustus van beroemde en machtige Etruskische mannen als Maecenas, die afstamde van een Etruskisch geslacht uit Arezzo. Er zijn slechts enkele verwijzingen naar de Etrusken overgeleverd. De Romeinse politicus, militair en schrijver Cato de Oudere onderstreept in de 2de eeuw v.Chr. in zijn geschiedkundige werk over de oorsprong van de Romeinen dat bijna heel Italië ooit onder bewind van de Etrusken stond. En Titus Livius, de befaamde Latijnse historicus uit de tijd van

keizer Augustus, benadrukt de macht, rijkdom en roem van de Etrusken en omschrijft hun rol in pre-Romeins Italië als: ‘De macht van de Etrusken was prominent aanwezig te land en ter zee.’ Het kerngebied van de Etrusken bestreek een groot deel van Midden-Italië: het huidige Toscane, een deel van Umbrië en Latium. In het westen lag de Tyrrheense zee, in het noorden werd het begrensd door de rivier de Arno, in het zuiden en oosten was de Tiber de grensrivier.

13


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 14

De Etrusken respecteerden de grenzen met andere Italische volkeren, zoals de Liguriërs, de Umbriërs, de Sabijnen en de Latijnen. Maar volgens de literaire bronnen uit de Oudheid reikte de Etruskische invloed wel tot over de grenzen van hun kerngebied. Omvangrijke archeologische vondsten en inscripties bevestigen dit. Etruskische aanwezigheid is aangetoond in de Marche, bij Verucchio aan de Adriatische kust, in het noorden in de Povlakte en aan de kust van de Veneto, en in Latium en Campanië in het zuiden. Hier waren echter geen Etruskische machtscentra, mogelijk ging het uitsluitend om handelsnederzettingen. Tussen het einde van de 7de en het laatste decennium van de 6de eeuw v.Chr. heeft Rome – toen een belangrijke Latijnse stad, maar zeker nog niet de allergrootste – een periode van Etruskische politieke en culturele invloed gekend, toen koningen van Etruskische herkomst (Tarquinius Priscus, Servius Tullius en Tarquinius Superbus) heersten over de stad.

In de 20ste eeuw startte systematisch archeologisch onderzoek in de Etruskische steden, en vond onderzoek niet meer uitsluitend in de necropolissen plaats. Dat maakte het mogelijk op een andere manier dan vroeger de aard en organisatie van de leefgemeenschappen, de sociale gelaagdheid en de dagelijkse cultusrituelen van de Etrusken te bekijken en vragen daarover te beantwoorden.

14


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 15

Maar niet alleen opgravingen, ook de vele bureau- en veldonderzoeken en analyses van het oorspronkelijke landschap en de verspreiding van de kleinere nederzettingen leverden veel nieuwe gegevens op. Zo weten we nu dat EtruriĂŤ een levendig en afwisselend schouwspel bood. De grote steden als Veii, Vulci, Cerveteri en Tarquinia, rijk geworden in de 7de en 6de eeuw voor Christus, waren gesticht op grote tufstenen plateaus, omgeven door diepe kloven en rivieren. Deze steden beheersten hun wijde omgeving en ook de klei-

nere ‘vazal’-steden in hun buurt. Bruggen, kanalen en in de tufsteen uitgehakte wegen verbonden de verschillende bevolkingscentra met elkaar. Tussen de grote stadscentra bevonden zich kleine dorpen en boerderijen die door een dicht wegennet met elkaar waren verbonden. Dit recente onderzoek heeft ook nieuwe informatie opgeleverd over de herkomst, ontwikkeling en bloei van de Etruskische samenleving, vragen waar al sinds de Oudheid een antwoord op gegeven moet worden.

15


110376_p001_184 21-09-11 13:45 Pagina 16

ven tonen een actieve en bloeiende maatschappij. De Etruskische dodensteden kopieerden de steden van de levenden. De monumentale kamergraven langs wegen en kruispunten reproduceerden als het ware de indeling van de huizen en de stadsplattegrond van de antieke steden in Etrurië, zoals we kunnen zien in de blootgelegde necropo-lissen in Cerveteri, Orvieto en andere Etruskische steden. We hebben daardoor een tamelijk nauwkeurig beeld van de huizen en de Etruskische gemeenschap tussen de 7de en 5de eeuw voor Christus. Omdat we de architectuur en het elegante exterieur kennen van de kamergraven in de zogenoemde rotsnecropolissen Norchia, Blera en Sovana. En ook vanwege het aan de binnenkant van de kamergraven uitgehouwen meubilair in Cerveteri en de kleurrijke grafschilderingen in Tarquinia. De daar afgebeelde scènes van drinkgelagen en eetfestijnen, begeleid door muziek, dans en spelen, tonen in detail de wereld van de levenden. Patricia S. Lulof, Anna Mura Sommella

Originele geschriften in de Etruskische taal kennen we nauwelijks of niet. Het aantal inscripties is gering – weliswaar kennen we er meer dan elfduizend, maar dat zijn voornamelijk graf- en votiefinscripties. Toch kunnen we een redelijk acceptabele reconstructie maken van de cultuur, de kunst en het dagelijks leven van de Etrusken. Op basis van die enkele vermelding bij auteurs uit de Oudheid, en vooral vanwege de enorme rijkdom aan monumentale Etruskische overblijfselen en artistieke prestaties. De meest volledige en rijke overlevering uit de Etruskische tijd komt zonder twijfel tot ons via de grafcultuur. De talloze vaak zeer kostbare grafgiften die Etruskische doden in de grafrituelen vergezelden, laten niet alleen hun dodencultus zien. Ze weerspiegelen ook de wereld van de levenden in hun economische, culturele, sociale, artistieke en religieuze leefomstandigheden. De weelderige voorwerpen uit de gra-

Herkomst, etniciteit en geschiedenis Door het ‘mysterie’ rond herkomst, taal en tradities van de Etrusken, en het feit dat ze als een autonoom volk in zeer korte tijd compleet van het Italische toneel verdwenen, ontstond grote belangstelling voor de Etrusken. Vanaf de Renaissance hielden zij de gemoederen bezig bij zowel wetenschappers als het grote publiek, die zich beide echter vaak baseerden op foutieve of onvoldoende informatie. Al in de Romeinse tijd was duidelijk dat dit volk in ieder geval wat betreft cultuur en taal ‘anders’ was in vergelijking met de andere bevolkingsgroepen die vanaf het einde van de bronstijd het Italiaanse schiereiland bewoonden. Dit had tot gevolg dat in tal van publicaties verschillende interpretaties verschenen over bijvoorbeeld hun herkomst: zo zouden de Etrusken naar Italië zijn geëmigreerd in de tijd volgend op de Trojaanse oorlog in de 12de eeuw v.Chr., of juist veel later aan het einde van de 8ste eeuw v.Chr.

van de Etrusken noch onbekend noch onleesbaar, dankzij het diepgaande onderzoek van de vele inscripties die bij recente opgravingen tevoorschijn kwamen. Tegenwoordig zijn we goed in staat die te lezen en te begrijpen. Wel is het grootste deel van de inscripties heel kort, en hebben ze doorgaans te maken met begrafenis of religie; het betreft meestal familienamen, wijdingen en eenvoudige beschrijvingen, die niet veel woordenschat opleveren en daarom niet veel informatie geven over de Etruskische wereld in zijn geheel, zoals we die wel hebben van de Griekse en Romeinse gemeenschappen. In ieder geval heeft de discussie over het Etruskisch als een niet-Indo-Europese taal een directe invloed gehad op het debat over de herkomst van de Etrusken, en dat heeft de studie naar hun cultuur eeuwenlang gedomineerd en in die zin tekortgedaan. De archeologie en het reconstrueren van de Etruskische samenleving met behulp van andere disciplines bleef lange tijd achter omdat men alle aandacht schonk aan het taalkundige aspect van hun herkomst. Tot voor kort was de meest succesvolle en hardnekkige theorie over de origine van de Etrusken dat zij uit het Nabije Oosten kwamen, met name Lydië en Klein-Azië. Deze is afkomstig van de Griekse historicus Herodotus en dateert al

De meest recente studies en ontdekkingen geven een beter beeld van de geschiedenis van de Etrusken. Ze spreken ook de onjuiste opvatting tegen dat de Etruskische taal niet door ons begrepen kan worden. Want in tegenstelling tot wat algemeen werd aangenomen is de (niet-Indo-Europese) taal

16


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.