File-1369809957

Page 1

Ben Kooij is specialist bouw­ historie en Judith Toebast is

H

et Grote Boerderijen Boek geeft een gevarieerd beeld van de

h e t g ro t e

boe k

BOERDERIJEN

BOERDERIJEN

boe k

h e t g ro t e

h e t g ro t e

BOERDERIJEN boe k ben kooij judith toebast

In deze reeks verschenen eerder

­roeger en nu. Alle hoofdtypen ­Nederlandse boerderijen v

boerderijen in Nederland komen aan bod. Ook is er aandacht

Het Grote 40-45 Boek

Zij werken bij de Rijksdienst voor

voor bijgebouwen, interieurs, het werk van de boer en boerin, de

René Kok en Erik Somers

het Cultureel Erfgoed en voerden

bewoners en bezoekers en het dagelijks leven op de boerderij.

in samenwerking met het niod

samen de redactie over Het Grote

Tot slot is er een reeks kunstwerken uit de rijkscollectie over

Boerderijen Boek.

boerderijen in dit boek opgenomen.Verschillende auteurs belichten

Het Grote Jaren 50 Boek

bouwhistorische, historisch-landschappelijke en archeologische

Paul Brood, René Kok en

aspecten van het agrarisch erfgoed. Het Grote Boerderijen Boek is

Erik Somers

een prachtig fotoboek en een must voor iedereen die iets met

in samenwerking met het

boerderijen heeft.

­Nationaal Archief

specialist landelijke bouwkunst.

www.wbooks.com



in h o u d

Woord vooraf

4

Inleiding

6

1

onder z oe k en bronnen

2

c on s t r u c t ie s en m a t eri a l en

3

boer

4

de noorde l ij k e h u i s g roe p

5

de h a l l e h u i s g roe p

boerderijen

6

de z u id w e s t

-

7

de z u id

8

m oderne boerderijen

9

de boer en z ijn w er k

o p

h e t

-

30

s p oor

46

en

70

l a n g g e v e l

106

neder l a nd s e boerderijen

l i m b u r g s e

boerderijen

1 3 boer z oe k t k u n s t

212 240

274

h e t l e v en o p de boerderij

1 2 de boerderijdieren

256

1 0 de boerin en h a a r w er k 11

10

300

316 334 348

Bijlage: De boer op

380

Colofon

384

K l e u r r ij k k l om p e n r e k i n S ta p hor s t jaartal onbekend rce - fotograaf onbekend



w oord

v oor a f

Ruim tachtig procent van de Nederlandse bevolking leeft in ste-

Ondertussen houdt de monumentale boerderij stand. Van tijd tot

den, maar de belangstelling voor de historische boerderij en het

tijd zijn er ingrepen nodig voor nieuwe bedrijvigheid. Zolang deze

boerenleven is onverminderd groot. Een tv-programma als Boer

het wezen van de boerderij geen geweld aandoen is hiervoor ook

zoekt vrouw is ongekend populair. Kamperen op de boerderij

ruimte. Maar het vereist zorgvuldigheid en kennis van zaken om

trekt recreanten van alle leeftijden aan. Hoe laat zich dat verkla-

de cultuurhistorische waarde van gebouwen, erf en omgeving

ren? Oude boerderijen hebben een eigen schoonheid, al kunnen

duurzaam te beschermen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erf-

ze onderling sterk verschillen per landstreek en ouderdom. Het

goed zet zich in voor dit behoud, geeft voorlichting en advies, en

zijn huizen en bedrijven tegelijk, plaatsen die zijn omgeven met

stelt kennis en informatie beschikbaar. We willen het agrarisch

een eigen leef- en werkcultuur. Een cultuur die sterk verschilt

erfgoed genietbaar maken voor bewoners, bezoekers, scholieren

van het stadse leven dat miljoenen landgenoten dagelijks leiden.

en passanten. En u als lezer een blik gunnen in de fascinerende

Oude boerderijen, vaak omgeven door moderne bedrijfsgebou-

landbouwgeschiedenis van ons land. Ik nodig u daarom graag uit

wen en installaties, ingebed in groensingels en uitgedost met

om met ons de boer op te gaan!

weelderige bloementuinen, staan symbool voor waarden die er kennelijk steeds meer toe doen: bestendigheid, aardsheid, ijver en oorspronkelijkheid. Voor aanpassingsvermogen zonder ver-

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

lies van eigenheid. En voor lokale kracht in een globaliserende wereld. Deze monumenten van ons agrarische verleden spreken daarom zeer tot onze verbeelding. Maar sinds een halve eeuw verkeert de historische boerderij in

Dr. Jet Bussemaker

een spanningsveld. De wereldwijde voedselmarkt en agrarische productiewijzen ontwikkelden zich steeds verder. Wetten en regelingen zijn uitgebreid om agrarische, ruimtelijke, ecologische en recreatieve belangen te dienen. En veel boerenbedrijven zijn bedrijfseconomisch een afwijkende route ingeslagen. Konden de boer en boerin met hun gezin in vroeger tijden rondkomen van een middelgroot gemengd bedrijf met veeteelt en akkerbouw, tegenwoordig ligt dit anders. Met veel ondernemingszin worden daarom alternatieve inkomstenbronnen aangeboord. Zo worden nieuwe producten geteeld en zien we de boer terug als winkelier van streekproducten, beheerder van een kleine camping, opzichter van een natuurgebied en ook als producent van duurzame energie.

Si n t n ic ol a a s g a 2003 Paardenstal rce – theo baart

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k

wo or d vo or a f

5


in l eidin g

Monumentale boerderijen staan overal in Nederland.

gevolgen. Wordt niet tijdig een passende functie gevonden,

Trotse herenboerderijen in het noorden, omsloten hoe­

dan treedt verval in en liggen vandalisme, diefstal van on-

ves in het Limburgse, stolpboerderijen in Noord-Holland,

derdelen en brandstichting op de loer.

vakwerkboerderijen in het oosten en zuiden, langgevel-

Gelukkig groeit de maatschappelijke aandacht voor het

boerderijen in Noord-Brabant. Ieder landsdeel heeft zo zijn

agrarische erfgoed. Dat leert ons onder meer het succes van

eigen varianten en elk daarvan past in een specifiek en

de Open Monumentendagen, de boerderijentochten en an-

uitgesproken

landschapstype.

dere evenementen op het histo-

Dat maakt het reizen door agra-

rische platteland. Mensen zijn

risch Nederland zo bijzonder.

zich meer en meer bewust van

Nergens ter wereld wordt zo-

hun gemeenschappelijke verle-

veel verscheidenheid in agra-

den en van hun historische om-

risch erfgoed aangetroffen als

geving. Zij voelen zich door het

in zo’n klein land!

erfgoed, ook dat van boerderij en

Deze cultuurschat wordt goed

landschap, verbonden. Erfgoed

be­waakt. Er zijn ruim 6.400 boer-

verschaft

onze

samenleving

derijen door het Rijk beschermd.

identiteit.

Veel

Neder­ landers

Ook provincies en gemeenten

hebben ergens in hun familie-

wijzen historische boerderijge-

geschiedenis een relatie met het

bouwen aan als monument: het

boerenbestaan. Dat geldt overi-

zijn er inmiddels duizenden.

gens ook voor landgenoten die

Daar staat tegenover dat de

van buitenlandse afkomst zijn.

afgelopen decennia een nog veel hoger aantal boerderijen

Met hun bijzondere verschij-

is verdwenen. Uit een onder-

n i e u w e r b rug 1956 Het cultuurlandschap met zijn

ningsvorm,

zoek uit 2001 van de Stichting

agrarische erfgoed ondervindt steeds meer maatschap-

landschappelijke

Histo­r isch Boerderij Onderzoek

pelijke waardering. Brede lagen van de bevolking onder-

geschiedenis

en

inbedding

kennen de ­betekenis van het erfgoed en ervaren het als

vormen boerderijen een wezen-

bestanddeel van hun identiteit. M ­ onumenten dragen bij

lijk bestanddeel van onze col-

192.000 boerderijen van vóór

een gevoel van ge­borgenheid en fungeren in de lijn van de

lectieve herinnering. Ook om

1940 waren, maar dat dit aan-

geschiedenis als bakens en oriëntatiepunten.

die reden willen steeds meer

(SHBO) blijkt dat er in 1940 nog

tal in 2001 was gedaald naar

rce – S.J. Bouma

circa 91.000. Schaalvergroting,

eigenaren hun karakteristieke boerderij behouden.

­verstedelijking, milieu­wetgeving en aanleg of aanpassing

Het werken en wonen op het platteland is met name in de

van infrastructuur zijn belangrijke factoren. Ook ontvol-

20ste eeuw ingrijpend veranderd. Hand- en paardenkracht

king van het platteland (‘krimp’), aantrekkende regelge-

maakten onder invloed van loonontwikkeling en groeien-

ving voor ruimtelijke ordening en gebrek aan opvolging

de consumptie binnen enkele tientallen jaren plaats voor

binnen het boerenbedrijf leiden tot sluiting van veel agra-

mechanisatie. Daardoor werden de boerenbedrijven niet

rische ondernemingen. Nog altijd zijn bedrijfssluitingen

alleen doelmatiger maar ook groter. Die modernisering

aan de orde van de dag. In 2012 sloten volgens het CBS

van de bedrijfsvoering ging steeds verder, tot aan de hui-

gemiddeld zes boerenbedrijven per dag. Vaak brengt dit

dige digitalisering van de boekhouding en de aansturing

risico’s met zich mee voor de cultuurhistorische waarden

van melk- en voederinstallaties toe. Werden vraag en aan-

van de boerderijcomplexen en het agrarische landschap.

bod in het verleden bepaald door het weer, jaargetijde of

Het buurtschap of het dorp en de regio ondervinden óók de

zelfvoorziening, lokale of regionale markt, in de loop van

6

i n l eidi ng

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k


de 19de eeuw namen de internationale oriëntatie en de

met een apart woongedeelte. Waar een verlaten boerde-

­ loemen daaruit voortvloeiende handelscontacten sterk toe. B

rij p ­ rimair als bedrijf is gebouwd en als zodanig heeft

­komen tegenwoordig niet langer exclusief uit de Bollen-

gefunctioneerd, zijn aanpassingen onontkoombaar als ­

streek, maar kunnen even goed in Afrika zijn gekweekt. As-

functieverandering voor de deur staat. Hoe ‘lenig’ een boer-

perges uit Zuid-Amerika vormen geen uitzondering en in de

derij kan zijn, blijkt uit verschillende voorbeelden van aan-

supermarkt ligt de Opperdoes naast de aardappel uit Malta.

passing en nieuw gebruik. Zorginstellingen, stedelingen die

De consument treft evenzogoed

de rust van het platte­land zoe-

een sperzieboon uit Egypte als

ken, kleine bedrijfjes waarvan

een komkommer uit het West-

een directe stedelijke context

land aan. Anders­om komen ook

niet doorslaggevend is voor het

steeds meer uitheemse dieren

voort­bestaan, idealisten, senio-

en gewassen in Nederland voor,

ren en romantici blijken geïnte-

zoals lama’s en struisvogels. De

resseerd in een boerderij als wo-

snelle dynamiek en de voortdu-

ning of pied à terre. Driehonderd

rende ontwikkelingen van de

jaar na de geboorte van filosoof

agrarische bedrijfstak dwingen

Jean-Jacques

de boer tot aanpassingen van

1778) is zijn motto retournons à la

de bedrijfsvoering, de boerderij

nature (laten we terugkeren naar

en de bijgebouwen niet uitge-

de natuur) voor velen nog steeds

Rousseau

(1712-

zonderd. Meer dan ooit speelt de

van kracht.

wereldeconomie voor de Neder-

Er bestaat gedeeltelijke en alge­

landse boer een grote rol.

hele herbestemming van agrarisch erfgoed. Een boerderij met

nie u w e de

f u n c t ie s

v oor

boerderij

Tegenwoordig ver­ liezen steeds

g i e s se n b u rg 1972 Rietdekkers aan het werk op het dak

een gedeeltelijk agrarische func-

van een historische boerderij. Monumentale boerderijen

tie heeft een n ­ evenfunctie, bij-

zijn meestal gebouwd in een ambachtelijke, traditionele bouwtrant. Materialen als baksteen, hout, leem en riet dra-

voorbeeld als ­ hobbyboerderij,

meer boerderijen hun oorspron-

gen in hoge mate bij aan de identiteit van boerderijen.

kaas- of ijsboerderij, ­ manege,

kelijke functie. Veel monumen-

RCE – G.J. Dukker

mini­camping, stalling of vakan­

tale boerderijen hebben alleen

tie­woning. Volledige herbestem-

toekomst als een nieuwe economische functie wordt ge-

ming van boerderijen komt ook voor: boerderijen worden in

vonden. Veel boeren gaan met de tijd mee en moderni-

gebruik genomen als kantoor, restaurant, woning of zorg-

seren, anderen doen het bedrijf van de hand vanwege de

instelling. Nieuwe functies stellen nieuwe eisen aan een ge-

noodzakelijke en vaak hoge investeringen of bij gebrek aan

bouw. Er is behoefte aan meer comfort of extra daglicht. Met

opvolging. Zelfs als een boer zijn agrarische bedrijf conti-

kennis van zaken en dankzij onderlinge betrokkenheid kan

nueert op een historisch erf, dan nog heeft de historische

aan dit soort veranderingen de helpende hand worden ge-

bebouwing vaak geen functie meer in het agrarische be-

boden. Restauratie staat naast transformatie, bescherming

drijf.

naast gebruik.

Een boerenbedrijf voeren betekent ondernemen en onva n

de

21s t e

dernemen komt neer op risico willen nemen in een ver-

m on u m en t en z or g

anderende wereld. De ondernemingszin van boeren komt

Het Rijk streeft in zijn monumentenbeleid naar kwali-

goed van pas bij het zoeken naar een nieuwe functie van

teit, identiteit en herkenbaarheid van onze leefomgeving.

een boerderij. Een boerderij is in feite een bedrijfsgebouw

Boerderijen niet uitgezonderd. De huidige aanpak is meer

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k

ee u w

i n l eidi ng

7


­gebiedsgericht dan voorheen. Met behulp van een bestem-

zich sterker op herbestemming. Het Rijk stelt dat bij func-

mingsplan legt de gemeente, beter dan in het verleden mo-

tieverandering, ook bij boerderijen, rekening moet worden

gelijk was, de cultuurhistorische waarden van het erfgoed

­assend gegehouden met cultuurhistorische waarden. P

vast, weegt het cultuurhistorisch belang zorgvuldig af bij

bruik is een ­geëigende methode om de essentie van een

besluitvorming en stuurt aan op lokaal draagvlak. Dat is

historisch agrarisch complex in stand te kunnen houden,

goed nieuws, ook voor boerderijen. Ongeacht of die nu wel

ook als daartoe bepaalde ingrepen in de bestaande situatie

of niet op een monumentenlijst voorkomen.

noodzakelijk zijn. De ruimte voor wijzigingen verschilt van

Boerderijen en hun omgeving

geval tot geval, een standaard-

kennen een grote ruimtelijke

recept of oplossing is niet voor-

samenhang. Ter illustratie: his-

handen. De Rijksdienst voor het

torische

verkavelingspatronen

Cultureel Erfgoed gaf in dit ver-

kunnen bij herinrichting van

band aan het eind van 2010 een

een agrarisch gebied niet wor-

publicatie uit met de titel Een

den genegeerd. Een boerderij

toekomst voor boerderijen. Hand-

telt vaak meer dan één gebouw.

reiking voor de herbestemming

De keuterboerderij of het daglo-

en verbouwing van monumentale

nerswoninkje is vaak een alleen-

boerderijen. Het is een prakti-

staand gebouw, maar er is altijd

sche handreiking aan gemeen-

een erf met enkele rondschar-

ten,

relende kippen. Grotere boer-

en beleidsmakers voor een in-

derijcomplexen bestaan uit een

spirerend monumentenbeleid.

monumentencommissies

ensemble van gebouwen als bijo p z e t

voorbeeld bakhuis, hondenhok,

v a n

h e t

boe k

kapberg, kippenren, schaaps-

s ta p hor s t 1996 Tussen oud en nieuw ontstaat wel eens

De diversiteit van dit rijke agra-

kooi, schuren en een waterput.

wrijving en dan raakt de historische maat in conflict met

rische en collectieve verleden is

Het gehele ensemble beslaat een groot perceel met moes- en siertuin en een b ­ oomgaard.

de dynamiek van ‘de moderne tijd’. De mestkar stagneert halverwege de doorrit van de met riet gedekte schuur in

anno 2013 nog steeds herken-

Staphorst en komt muur- en muurvast te zitten.

baar in de verschillende typen

RCE – A.J. van der Wal

boerderijen van ons land, in de

Ook richt het monumentenbeleid

gehanteerde bouwvormen, erfinrichting, ­constructiemethoden

Nederland telt ruim 75.000 boeren waarvan er bijna 44.000 ouder zijn dan vijftig jaar. Circa 32.000 boeren hebben geen opvolger voor hun bedrijf. De komende vijftien jaar komen 17.200 bedrijven vrij. Er is in Neder­land een digitaal meldpunt waar boeren zonder opvolging en boeren zonder bedrijf met elkaar in contact kunnen komen. In 1975 telde Nederland nog 1.855 boeren die jonger waren dan 25 jaar. In 1990 was dat aantal gekrompen tot 881. Tien jaar later bedroeg het aantal jonge boeren slechts 164. In 2006 waren het er met 100 nog minder. bron: LEI en Wageningen UR

en detaillering. De periode die in Het Grote Boerderijen Boek wordt bestreken loopt van de prehistorie tot in de 21ste eeuw, van grondsporen in de vorm van funderingen, muur(restanten), paalsporen, potscherven en vloeren tot en met de ligboxenstal op het platteland. Archeologische vondsten wijzen op langdurig en intensief agrarisch gebruik van de bodem, of het nu de strandwallen of kwelderruggen in westelijk Nederland, de beekdalen in het oosten of de hooggelegen dekzandgronden in oostelijke of zuidelijke streken betreft. Ondergrondse sporen vertellen het oudste verhaal van de boerderij en haar omgeving. In het boek komen de boerderij en haar ­bewoners

8

i n l eidi ng

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k


r uimhartig aan bod. ‘Een boerderij is altijd onderweg’, ­

ons land wordt afgezet. Niet alleen de bodemgesteld-

­noteerde SH B O -directeur John van Zuijlen in 2003, in het

heid, de streek of de ouderdom bepalen de aard en de

Jaar van de Boerderij. Tien jaar later is het niet anders.

opzet van boerderijen: veel meer factoren spelen een rol.­

Het Grote Boerderijen Boek is behalve een overzichtswerk met

Bijgebouwen op en rond het boerenerf zijn niet vergeten

fraaie illustraties en vlotte teksten ook een reisgenoot: het

en worden in samen­hang met de bedrijfsvorm behandeld.

neemt de lezer op gastvrije wijze mee tijdens een tocht

Naast het exterieur, het erf en het landschap komt ook het

door de geschiedenis van het

boerderij­ -interieur

boerenbedrijf. Soms wordt wat

De combinatie van wonen en

langer bij verschijnselen en ge-

werken onder één dak krijgt

beurtenissen stilgestaan. Ups

sociaalhistorisch reliëf tijdens

and downs zijn onvermijdelijk,

de behandeling van kelder en

vergezichten

opkamer, aardappelkelder en

en

beperkingen

aan

bod.

ontbreken niet.

bedstede, grupstal en pronk­

Natuurlijk komen de cultuur­

kamer.

historische kenmerken van de

gaat uit naar tegeltableaus en

boerderijbouw in Nederland

tegelkamers in de woonver-

breed aan bod. Het historische

trekken van de boer en de boe-

Speciale

aandacht

landschap, de archeologie, boer-

rin. Hoe zeer het landschap,

derijtypologie, het erf, het inte-

de boerderij en het boeren-

rieur, de beeldende kunst en de

leven tot artistieke inspira-

toegepaste kunst alsmede de

tie hebben geleid, wordt in

bezigheden van de boer en de

het laatste hoofdstuk beschre-

boerin passeren de revue. Het onderzoek en de historische

w e s t e r l e e 2007 Een boerderij heeft een representatief

ven. Hierin presenteren we

woongedeelte en een utili­tair bedrijfsgedeelte. De status

een bondig en representatief

bronnen zijn het vertrekpunt

van een boer en zijn gezin is niet alleen af te lezen aan het

overzicht uit de Rijkscollectie

van het boek. Met behulp van

aantal dieren of het grondbezit, maar ook aan de inrichting

beeldende kunst. Schilderijen,

bodemvondsten, illustratie- en

en afwerking van het interieur van het woongedeelte. Het wooninterieur van deze boerderij in Westerlee vormt een

potlood­im­pressies,

zwart-wit

stijlvol ensemble. Meubilair, wanden en plafond zijn har-

foto’s en landschappen etaleren

prenten wordt de oudste boer-

monieus op elkaar afgestemd.

op caleidoscopische wijze de

derijgeschiedenis van ons land

RCE – Kris Roderburg

schakering van het boerenbe-

kaartmateriaal, tekeningen en

staan zoals dat door de eeuwen

inzichtelijk gemaakt. De bewoningsgeschiedenis komt in een

heen is geleid en soms, als ware

breed cultuurhistorisch perspec­t ief tot leven.

het betrapt, nog kan worden aan­getroffen.

Ook de bouwkundige en constructieve kenmerken van

Het Grote Boerderijen Boek besluit met een uitnodiging aan de

boerderijen vormen een niet te vergeten hoofdstuk. De inde-

lezer. In de bijlage ‘De boer op’ wordt de lezer aangemoedigd

ling en de structuur van boerderijen, de materiaaltoepas-

om zelf op pad te gaan om de boerderijen te bekijken en ook

singen en de verschijningsvormen passeren de revue. De

te bezoeken. Een korte literatuurlijst biedt daarbij de n ­ odige

kelder en het gebint, deuren, vensters en wanden komen

bagage. [mv/ek]

eveneens voor het voetlicht. ‘De’ boerderij bestaat niet: de boerderijbouw in Nederland kent een rijke regionale variëteit. Dat is opmerkelijk wanneer het tegen het beperkte grondoppervlak van

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k

i n l eidi ng

9



1 onder z oe k en De vroegste geschiedenis van de boerderijbouw ligt in de grond verzonken. langrijkste redenen om zich op een gegeven ogenblik tijdelijk of blijvend op één plek te vestigen. Waar geboerd werd ontstonden boerderijen. Dat wil zeggen, onderkomens voor mens, dier en oogst. Boerderijen behoren daarmee tot de eerste huisvormen die bekend zijn. Het hout, stro en riet waaruit deze gebouwen werden vervaardigd, zijn allang vergaan. Maar uit de schimmen ervan in de bodem, zoals de ‘paalsporen’ van de constructie en de stook­ plaatsen in het huis, kan de archeologie het nodige afleiden over deze ­oudste boerderijen, het leven erin en de bewerking van het land. Zelfs daarvan ­worden soms letterlijk de sporen teruggevonden, zoals op de foto hiernaast O o s t er b ei n t u m Door een prehistorisch eergetouw achtergelaten sporen in de kwelderbodem, gevonden tijdens onderzoek in 2011. erfgoedfoto.nl

is te zien. Een eergetouw, een vroege vorm van een ploeg, heeft krassen in de prehistorische akker achtergelaten bij de terp Oosterbeintum in Friesland. Naast de archeologie is er nog een andere bron voor wat verdwenen is: het schriftelijke materiaal. Uit geschreven bronnen, zelfs uit de vroege middel­ eeuwen, blijkt het belang van de boerderij als de basis van samenleving en economie. Want daar bracht men voedsel voort en allerlei producten en

18de-ee u w s pac h t c on t r ac t ­Vo or n e-P u t t e n Collectie J. Klok

­materialen die de mens droog en warm konden houden, zoals wol en h ­ uiden. Boerderijen zijn verbonden met landerijen en grond heeft alles te maken met eigendom. Het beheer van eigendommen heeft altijd om zorgvuldige administratie gevraagd. Meestal werden om die reden kaarten en t­ ekeningen vervaardigd. Eeuwen later zijn deze ‘rapportages’ opnieuw van grote waarde. Ze geven soms zeer gedetailleerd inzicht in de boerderijen vanaf de middel­ eeuwen. Ook voor kunstenaars vormden boerderijen regelmatig een d ­ ankbaar onderwerp, hetzij als stoffering van het landschap, hetzij in een boeren­ tafereel en soms vanwege het schilderachtige karakter van het g ­ ebouw zelf. Maar de belangrijkste bron voor de kennis van de historische boerderij vormt echter dat wat er nog staat: het gebouw zelf. De fotografie is nog maar 150 jaar oud en de overlevering van hoe iets is geweest, is na één of twee generaties al niet meer exact. Ook tekeningen en schilderijen blijken als hulpmiddelen in dit opzicht echter niet altijd even betrouwbaar. Deze secundaire bronnen hebben dus altijd een bepaalde mate van onzekerheid. Bouwsporen in de boerderij kunnen daarentegen de oplettende kijker een onverwachte hoeveel­heid informatie bieden. Wie let op de gebintconstructie, het materiaal­gebruik, de plaats van ramen en deuren en de indeling van de woning, stal en schuur, zal veel historische bijzonderheden kunnen vergaren en ‘lezen’.

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k

on der z oek e n b ron n e n

11

bronnen

Voor de rondtrekkende groepen jagers vormde de landbouw een van de be-


i

a r c h eo l o g i s c h

onder z oe k

De kennis over prehistorische boerderijen kan uitsluitend worden

Het spreekt vanzelf dat dergelijke onderzoeksresultaten enorm

verkregen door archeologisch onderzoek. Uit deze periode staat

bijdragen aan onze kennis van het vroege boerenbedrijf.

immers niets meer overeind. Dit geldt evenzeer voor de middel-

Soms blijkt ook dat er eeuwenlang op dezelfde plek wordt ge-

eeuwse boerderij. Slechts af en toe zijn middeleeuwse construc-

boerd. De foto toont boerderij Olthof even ten noord­oosten van

ties in jongere gebouwen geïncorporeerd geraakt en bewaard

Epse bij Deventer. De boerderij van het hallehuistype die l­ater

­gebleven. Denk daarbij aan kelders en gebinten en dergelijke.

werd uitgebouwd tot krukhuisboerderij, stamt in zijn ­huidige ge-

Een archeoloog moet een beetje geluk hebben. Meestal treft

daante waarschijnlijk uit het begin van de 19de eeuw, waarbij

hij niet veel meer aan dan verkleuringen in de grond: de gaten

mogelijk resten van eerdere bouwfasen werden geïn­corporeerd.

waarin ooit de zware palen stonden die de constructie van de

Slechts veertig meter ten noordoosten van de boerderij trof men

boerderij droegen. Ook de plek van het haardvuur wordt geregeld

resten aan van een 12de-eeuwse houten voorganger. In het vlak in

aangetroffen, net als lemen vloeren.

de proefsleuf op de voorgrond zijn de plekken waar de palen van

Meer is alleen mogelijk onder optimale bewaaromstandigheden.

de boerderij hebben gestaan duidelijk als donkerbruine verkleu-

In terpen en wierden bijvoorbeeld, de door mensenhanden opge-

ringen zichtbaar. Overigens werden in de latere middel­eeuwen

worpen heuvels in Friesland respectievelijk Groningen, zijn de be-

sommige zeer voorname boerderijen al (deels) in steen opgetrok-

waarcondities dikwijls zodanig dat in paalgaten nog (dateerbaar)

ken. Ook hiervan treft men ondergronds wel resten aan.

hout te vinden is. Soms zijn zelfs de dunne zij- en tussenwanden nog aanwezig. Het wierdedorp Ezinge in Groningen geniet wat het boerderijenonderzoek betreft internationale faam vanwege

B oe r de r ij Olt hof b ij Ep se 2010

de opgravingen die archeoloog A.E. van Giffen hier in de jaren

Archeologisch onderzoek nabij boerderij De Olthof bij Deventer.

1920 en begin jaren 1930 heeft uitgevoerd. Resten van diverse

archeologie deventer

boerderijen en bijgebouwen uit de periode van 600 v. Chr. tot de 5de eeuw na Chr. stonden geregeld nog tot kniehoogte overeind.

12

on der z oek e n b ron n e n

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k


H eem sk er k 2004

Het bodemarchief vormt een onschatbare en voor de oudere pe-

Voetsporen van mens en koe in het stuifzand van Heemskerk.

rioden zelfs de enige bron van kennis over onze voorouders. Het

RCE – Jos Kleijne

werk van de archeologen bestaat uit het ‘lezen’ van het bodemarchief. Door de overblijfselen, de sporen en het vondstmateriaal,

In het voetspoor van de boer

op te graven en te interpreteren, komt belangrijke informatie

Het leven van vroegere generaties boeren heeft vele sporen ach-

over verleden beschikbaar. Dat ‘lezen’, het opgraven, kan maar

tergelaten in de bodem. Of het nu gaat om het stoken van een

een keer. Haal je het eruit, dan is het ook voorgoed verdwenen.

vuurtje, het graven van kuilen of het funderen van een boerderij:

Dat maakt dat het bodemarchief kwetsbaar is. Bovendien is het

als deze grondverkleuringen niet zijn vergraven, dan kunnen ze

onzichtbaar. Het ligt verborgen in de grond, onder onze voeten.

duizenden jaren later nog worden herkend als aanwijzingen voor

Tegenwoordig wordt geprobeerd het bodemarchief zoveel moge-

menselijk handelen. Vaak kozen de boeren dezelfde plekken uit

lijk ter plekke te bewaren, als waardevolle bron voor de toekomst.

om te wonen. Sporen uit verschillende tijden liggen dan door el-

De generaties na ons kunnen het onderzoeken met nieuwe we-

kaar heen. Heel soms zijn door een toevallige gebeurtenis, zoals

tenschappelijke inzichten en technieken, zodat nieuwe informa-

hier bij een door duinzand ingestoven drassig deel, de sporen van

tie beschikbaar komt en een ander licht over onze geschiedenis

één moment bewaard. Als ware het een foto van 3000 jaar gele-

zal schijnen. [LT]

den zien we een boer die – op blote voeten – zijn koe begeleidde.

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k

on der z oek e n b ron n e n

13


Ee r sel-K e r k eb o gt e n 2005

A m e r sf o ort 1989 Veldkeifundering van een boerderij.

collectie M. Lascaris

gemeentelijke Archeologische dienst Amersfoort

Bodemarchief als bron voor vergeten boerderijen De kennis over verdwenen boerderijen wordt vaak verkregen

te leggen tussen de jongste opgegraven boerderijen en de oud-

door archeologisch onderzoek. Tot in de 13de eeuw na Chr. waren

ste nog staande. Op de foto de veldkeifundering zoals die aan

de staanders die dak en de wanden droegen van hout en in kui-

het licht kwam tijdens op de opgravingen op het Mooierplein te

len in de bodem geplaatst. Bij opgravingen worden dan verkleu-

Amersfoort. [JD]

ringen in de grond aangetroffen; paalsporen van de boerderijconstructie. Zeker op de zandgrond is al het hout vergaan, maar de

De ou d s t e k l om p va n N ede r l a n d jaartal onbekend

gegraven kuil en staander tekenen zich nog wel af door subtiele

Nederland wordt in het buitenland vaak geassocieerd met tulpen,

kleurverschillen. In natte omstandigheden, zoals in veenlagen,

molens en klompen. Het verhaal van de introductie van de tulp

klei of water, blijft hout – afgesloten van zuurstof – langer be-

in de vroege 17de eeuw vanuit Turkije in ons land is algemeen

waard. Daar vinden de archeologen wel de houten staanders en

bekend, evenals de uitvinding van de windmolen omstreeks het

resten van de wanden terug. De meeste informatie is beschik-

jaar 1000. Maar hoe zit het met de klomp, het symbool bij uitstek

baar over de ruimtelijke indeling; de lengte en breedte van de

van de boer? Wanneer is deze geïntroduceerd?

boerderij, de ingangen en het woon- en staldeel. Veel minder is

De oudste afbeeldingen waarop een klomp voorkomen, dateren

er bekend over de bovengrondse constructie; de hoogte, de ver-

uit de 15de eeuw, maar vondsten van klompen in opgravingen

bindingen, de aanwezigheid en positie van ramen en de vormen

tonen aan dat dit schoeisel al in de 13de eeuw in ons land voor-

van dakbedekking. [LT]

kwam. Opvallend genoeg zijn de oudste klompen niet gevonden in plattelandsnederzettingen, maar juist in de steden. De oudst

Verdwijnende boerderijen

bekende klomp is gevonden in Amsterdam aan de Nieuwendijk

Vanaf de 13de eeuw werd het gebruikelijk om de houten staan-

(circa 1230), gevolgd door een uit

ders van boerderijen niet meer in kuilen te plaatsen, maar deze

Rotterdam (circa 1270). Het feit

op veldkeien, bakstenen poeren of op het maaiveld geplaatste

dat klompen vrij zelden bij opgra-

houten liggers te plaatsen. Een van de redenen voor deze veran-

vingen tevoorschijn komen, is niet

deringen in bouwtechniek was dat de staanders hierdoor minder

zozeer het gevolg dat het geen po-

snel verrotten en het gebouw langer meeging. Gevolg is even-

pulair schoeisel was, maar komt

wel dat bij opgravingen vrijwel niets van deze constructies wordt

vooral omdat afgedragen klompen, in tegenstelling tot schoenen

teruggevonden, aangezien het oude maaiveld meestal later is

van leer, in de haard werden opgestookt. De meeste oude klom-

verploegd of omgespit. Alle ondiep gefundeerde resten, waaron-

pen kregen een kort, tweede leven als brandhout en zorgden zo

der die van boerderijen, zijn hierbij opgeruimd. Alleen de vondst

voor een beetje warmte. Dat hergebruik is de oudste klomp van

van greppels, sloten, kuilen en waterputten, vaak gevuld met

Nederland bespaard gebleven. [JD]

huishoudelijk afval, verraad dat er een boerderij heeft gestaan.

Particuliere collectie

De boerderijen verdwijnen als het ware uit het blikveld van de archeoloog. Deze ontwikkeling maakt het lastig om verbanden

14

on der z oek e n b ron n e n

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k


Boven de strekken van de huidige ramen zijn duidelijk ontlastingsbogen te zien die boven eerdere ramen hebben gezeten. Door de plek van deze ontlastingsbogen is tevens te zien dat de huidige vensters ten opzichte van de oorspronkelijke iets zijn verschoven. Dit kan weer te maken hebben met wijzigingen aan de indeling van het interieur. Zijn de sporen van een eerdere fase bij deze boerderij duidelijk te zien, de aanwijzingen voor veranderingen aan een gebouw kunnen elders zeer subtiel zijn. Net als een archeoloog moet de bouwhistoricus over veel kennis en inlevingsvermogen beschikken om de sporen op de juiste wijze te kunnen interpreteren.

B oe r de r ij i n H ei- e n B oeic op 2012 erfgoedfoto.nl

Een boerderij ontleed Het gebouw blijkt telkens weer een rijke bron. Tijdens de restauratie van een oude boerderij in Anderen in Drenthe kwam een eeuwenlange bouwgeschiedenis aan het licht, die zelfs tot in de middeleeuwen teruggaat. Aangevuld met allerlei gegevens uit schriftelijke bronnen kon de bouwhistoricus een gedegen reconstructie maken van de totstandkoming van de boerderij. Een deel ii

bo u w h i s t ori s c h

onder z oe k

van de geschiedenis is al af te lezen aan de voorgevel, die diverse littekens laat zien van allerhande grote en kleine wijzingen. Bij

Bouwsporen lezen

elke wijziging werd baksteen van een iets andere soort en maat

Om een beeld te krijgen van de geschiedenis van een boerderij

gebruikt. Maar de grootste verrassing was in de boerderij verbor-

kunnen veel bronnen worden onderzocht, maar de belangrijk-

gen. De draagconstructie bleek in verschillende fasen tot stand

ste bron van informatie blijft de boerderij zelf. De indeling van

te zijn gekomen. De oudste delen dateren zelfs nog uit de 14de

de gevel onthult iets over het boerenbedrijf of de manier van

eeuw. Dat was niet alleen een grote bouwhistorische ontdekking;

wonen. De gebruikte materialen en de toegepaste gebintcon-

het onderzoek toonde ook aan dat op deze plek eeuwenlang is

structies vertellen iets over bouwtradities, terwijl de muren en

geboerd. Een fraaie reconstructietekening maakt de opbouw en

gevels hun eigen ontwikkelingsverhaal uitdragen. Op de foto is

de fasering van de boerderij in een oogopslag duidelijk.

een 18de-eeuwse boerderij in Hei- en Boeicop te zien. Zo op het eerste gezicht lijkt het boerenhuis er nog uit te zien als toen het werd gebouwd. Maar na beter kijken is te zien dat er aan de gevel

B oe r de r ij i n A n der e n 2000

gerommeld is. De gevelindeling is in de loop der tijd vernieuwd.

Geopark De Hondsrug

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k

on der z oek e n b ron n e n

15


iii

s c h ri f t e l ij k e

bronnen

Een lijst met boerderijen Boerderijen komen al zeer vroeg in schriftelijke bronnen voor. De

in ongerede was geraakt. Veel goederen van de Utrechtse kerk

foto toont een passage uit de zogeheten Commemoratio de rebus

­waren in deze chaotische tijd aan de kerk ontfutseld. De lijst was

sancti Martini ecclesiae, que jam olim ibidem a fidelibus tradite sunt

bedoeld om enig overzicht te krijgen van bezittingen waarvan het

(‘lijst van de zaken van de kerk van Sint-Maarten, zoals haar die

eigendom dus ter discussie stond. Op basis van dit overzicht zal

eertijds door gelovigen overgedragen zijn’), een opsomming dus

het makkelijker zijn geworden om de goederen terug te c ­ laimen.

van goederen die aan de Utrechtse kerk toebehoorden. De kerk

Op de lijst staan vele hoeven per locatie genoemd. Van veel loca­

van Utrecht was rond het jaar 700 door Willibrord gesticht en van

ties weten we niet waar ze lagen; andere zijn nog goed herken-

meet af aan begiftigd met grond. De eerste schenkingen werden

baar. Zo had de Utrechtse kerk een viertal hoeven in Holtlant

gedaan door de Frankische koningen, die veel belang hadden bij

(halver­ wege de bladzijde). Vervolgens had men er in Leithon

de kerstening van de Friezen. Om de prille kerk een bestaansba-

­(Leiden) in totaal vier, in Roomburg vijf, in Legihan (­polder Ley-

sis te geven droeg de vorst diverse gronden en allerlei koninklijke

ens bij Zoetermeer) vijf, Loppishem (Lopsen bij Leiden) twee, in

rechten aan de kerk over. Later werden deze schenkingen aan-

Lippinge (Ter Lips) ook twee, in Uuatdinchem (Ter Wadding bij

gevuld met landerijen die door de bekeerde Friese elite aan de

Leiden) drie, in Fore (Veur) ook drie, in Forschate (Voorschoten)

kerk werden overgedragen. Zo’n schenking droeg natuurlijk bij

drie, et cetera. De goederenlijst laat duidelijk zien dat grondbezit

aan het zielenheil van de gulle gever.

en de productie die dat via de hoeven opleverde, de materiële

De landerijen die de kerk in de loop der tijd in bezit kreeg, moest

basis vormden van het bisdom Utrecht.

natuurlijk productief gemaakt worden. Dit gebeurde vanuit vele hoeven, die in de officiële stukken van die tijd met de Latijnse term mansio (mansa, mansi) werden aangeduid.

g oede r e n l ij s t va n om s t r ee k s 9 0 0

De goederenlijst kwam tot stand omstreeks het jaar 900, nadat

Liber Donationum Imperialium

het bisdom Utrecht door invallen van Noormannen vanaf 850

Utrechts Archief

16

on der z oek e n b ron n e n

h e t g r ot e b o e r d e r i j e n b o e k


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.