File-1371726456

Page 1

de kat van mondriaan

In De kat van Mondriaan leer je de beroemde schilder Piet Mondriaan kennen. Iedereen kent hem van de schilderijen met rode, gele en blauwe lijnen. Maar wie is hij eigenlijk en wat schildert hij nog meer? In dit boek zie je hoe hij zijn schilderijen maakt en ga je met hem mee op reis naar Parijs en New York. Als je goed kijkt zie je ook zijn kat die altijd bij hem in de buurt is.

de kat van mondriaan coen bouwstra





1

coen bouwstra

de kat van mondriaan


2


het landschap

Buiten is het bewolkt en de zon is niet te zien. In de verte fietst een man. Wat doet hij buiten met dit sombere weer? Achterop zijn fiets heeft hij een kistje. Bij het water stopt hij, kijkt om zich heen en pakt spullen uit zijn kistje. Wat zou hij van plan zijn?

3


De man is een kunstenaar en hij heet Piet Mondriaan. In het gras zit een kat, die hoort bij hem. Op zijn stuur zet hij een doos met kwasten en papier. Daaruit pakt hij een plankje met een gat erin. ‘Kijk’, zegt Piet tegen de kat, ‘dit plankje is een palet. Daar kan ik mooi mijn verf op doen tijdens het schilderen!’

4


Samen kijken ze naar de bomen en het water. Wat is er veel te zien! En het is zo lekker rustig buiten. ‘Niemand weet hoe stil het buiten is,’ denkt hij, ‘niemand ziet nu de zon achter de wolken vandaan komen.’ Kat draait haar kopje naar de zon toe. Wat is het toch fijn om de warme zon te voelen.

5


Het is al bijna avond en de zon gaat langzaam onder. De paarse schaduwen worden steeds langer. Piet kijkt naar de overkant van het water. ‘Wat zijn dat daar voor gekke vormen? Ze lijken wel te bewegen!’ ‘Dat is een molen’, zegt Kat, ‘zou je die voor mij willen schilderen?’

6


Terwijl Piet de molen schildert wordt het steeds donkerder. ‘Kijk eens wat er gebeurt Kat!’, zegt Piet. De hele horizon kleurt rood en ook de molen. De lucht achter de molen wordt langzaam donkerblauw. ‘Dit is het mooiste dat ik ooit heb gezien…’, stamelt Kat.

7


8

vriend simon

Op een middag neemt Piet zijn vriend Simon Maris mee naar buiten. Hij wil hem laten zien wat hij heeft ontdekt. ‘Simon! Kom vlug! Nee, kom nou mee!’ Piet kan haast niet wachten tot de avond valt en de zon verdwijnt. Bij een grote boom blijven ze staan.


9

‘Zo’n boom… Prachtig... En die rode takken!’, zegt Piet. Rode takken? Simon ziet geen rode takken. Ze zijn toch gewoon groen? De zon gaat langzaam onder en dan ziet Simon het ook. Hij slaat steil achterover en wordt er stil van...


10


11


12

naar parijs

Samen met Simon kijkt Piet naar zijn nieuwste schilderij. ‘Grappig’, zegt Simon, ‘als ik naar deze strepen kijk dan zie ik de mooie rode boom van laatst. ‘Ja’, zegt Piet, ‘zie je dat je maar een paar lijnen nodig hebt om iets te kunnen schilderen?’


13

‘Maar Simon, ik moet je iets vertellen. Ik wil ook graag andere dingen schilderen dan de natuur. Daarom ga ik verhuizen naar een grote stad. Ik ga naar Parijs!’ Piet is erg benieuwd wat hij gaat beleven in de grote stad die hij niet kent.


14

Parijs is toch wel heel anders dan de bomen en de molen bij het water. Piet moet er wel aan wennen. Het is zo druk in de stad en er is zoveel te zien! Samen met Kat kijkt hij zijn ogen uit. Ook hier groeien dingen, maar niet zoals in de natuur. Hier groeien huizen van baksteen.


15

Tegen een huis staat een steiger. Bouwvakkers zijn bezig het huis te repareren. Kat klimt naar boven en al snel vindt ze een plekje om te liggen. Fijn, zo in de zon, net zoals in de bomen thuis! Ook Piet vindt dat de steigers wel een beetje lijken op de bomen die hij tekent.


16

lily komt op bezoek

Piet zit voor het raam en leest zijn krant. Hij woont al weer een tijdje in Parijs en vindt het er fijn. Hij heeft ook al nieuwe vrienden gemaakt. Vandaag komt Lily bij hem op bezoek.


Lily is heel excentriek en Piet heeft haar gevraagd hem te helpen. Ook Kat is blij haar te zien en geeft haar kopjes als ze binnenkomt. ‘Hé Lily! Fijn dat je er bent’, zegt Piet, ‘ik zal je laten zien wat ik van plan ben!’

17


‘Ik vind de witte muren in mijn huis zo saai’, zegt Piet, ‘daar wil ik iets aan doen. Zie je die grote stukken gekleurd karton? Die wil ik aan de muren hangen. Wat denk jij daarvan?’ Lily vindt het wel een goed idee, maar Kat vindt het maar vreemd en sluit haar ogen om een tukje te gaan doen.

18


Samen met Lily probeert Piet van alles uit. ‘Zal ik dat gele karton hier hangen? Of toch bij het raam? En dat blauwe vierkant?’ Als Kat wakker wordt hebben Piet en Lily al heel veel stukken karton opgehangen. Er is bijna geen stukje wit meer over op de muur.

19


20

Als ze klaar zijn kijkt Piet naar het resultaat. ‘Het lijkt wel een schilderij’, zegt hij tevreden. Ook Lily vindt het mooi. Enthousiast springt ze op een stoel die voor de muur staat. ‘Tadaaa!’, roept ze en ze strekt haar armen uit, ‘nu ben ik ook een stukje schilderij!’


21


naar new york

‘Lily’, zegt Piet op een dag, ‘ik moet je wat vertellen. Ik heb gehoord van een nog grotere stad waar nog meer te zien is. Die stad heet New York en New York ligt aan de overkant van de oceaan. Daar wil ik naar toe. Ik ben nog nooit de oceaan over geweest!’

22


23

Na een lange reis komt Piet in New York aan. Wat is dit een grote stad! Wat zijn de gebouwen hoog! Kat vindt het geweldig om over de daken te lopen. En het ziet er zo gek uit als ze naar beneden kijkt. Ver beneden ziet ze Piet op straat lopen. ‘Wel raar dat bijna alle auto’s hier geel zijn’, denkt ze.


24

Die gele auto’s zijn de taxi’s van New York. Piet wil niet met de auto, hij loopt liever. Met de kaart in zijn hand wandelt hij rond. ‘Vreemd’, denkt hij wanneer hij op de kaart kijkt. De kaart bestaat helemaal uit vierkantjes! Alle straten zijn recht, er is geen bocht te zien. Heel anders dan in Parijs!


Bijna botst Piet tegen iemand op. ‘Hallo!’, zegt de man. ‘Ben je nieuw in deze stad? Kom anders met mij mee’, zegt hij vriendelijk, ‘dan zal ik jou laten zien wat het echte New York is! Ik ben met mijn vrienden verderop muziek aan het maken. Kom je luisteren?’ Dat lijkt Piet wel wat en nieuwsgierig loopt hij mee.

25


26

boogiewoogie

Daar, midden op de stoep, zijn muzikanten aan het spelen. ‘Wat een geweldige muziek!’, denkt Piet. Overal om hem heen, op de stoep en op straat, zijn mensen aan het dansen. Ook Kat zwiept haar staart heen en weer op de maat van de muziek.


27

Piet weet niet waar hij moet kijken, zoveel is er te zien en te horen. Al die kleuren! Zelfs de piano en de contrabas zijn gekleurd. Een meisje komt op hem af en pakt hem bij zijn hand. ‘Kom je mee?’, vraagt ze, ‘zullen we samen de boogiewoogie dansen?’ Ze swingen door de straat. ‘Ja!’, roept Piet, ‘in deze stad wil ik wonen!’


De volgende dag begint Piet aan een nieuw schilderij. Hij zet een leeg doek op zijn schildersezel en denkt aan alles wat hij op straat heeft gezien. De hoge gebouwen, de kaarsrechte straten, de ontmoeting met de muzikanten, de dansende mensen op straat. Dan begint hij te schilderen.

28


29

Met verf, plakband en papier maakt Piet gekleurde vlakken en lijnen op het doek. Rood, geel en blauw zijn zijn favoriete kleuren. Niemand mag nog zien wat hij aan het maken is. Piet wordt steeds blijer van zijn schilderij. Hij zet muziek op om samen met Kat te vieren dat het zo mooi wordt. Het is nu net alsof de muzikanten van de straat bij hem in de kamer staan!


30


31


32

Kat vindt het schilderij erg mooi geworden. ‘Het lijkt wel een beetje op de stad, met al die vierkantjes en kleuren. Ik weet ook een naam voor het schilderij: De Boogie Woogie!’ Piet neemt er zijn brilletje voor af en roept enthousiast: ‘Dat wordt het! Ik noem het Victory Boogie Woogie om te vieren dat ik in deze mooie stad blijf wonen!’


Colofon

uitgave

© 2012 WBOOKS

WBOOKS | Zwolle

Alle rechten voorbehouden.

info@wbooks.com

Niets uit deze uitgave mag

www.wbooks.com

worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto­-

concept | tekst | fotografie

matiseerd gegevensbestand,

Coen Bouwstra

of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

vormgeving | typografie

elektronisch, mechanisch, door

BUROGRAPHIC | Erlend Schenk

fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder

lithografie

voorafgaande schriftelijke

PRDigitaal | Pieter Reinink

toestemming van de uitgever.

druk

ISBN 978 90 400 0786 6

Printer Trento

NUR 217




de kat van mondriaan

In De kat van Mondriaan leer je de beroemde schilder Piet Mondriaan kennen. Iedereen kent hem van de schilderijen met rode, gele en blauwe lijnen. Maar wie is hij eigenlijk en wat schildert hij nog meer? In dit boek zie je hoe hij zijn schilderijen maakt en ga je met hem mee op reis naar Parijs en New York. Als je goed kijkt zie je ook zijn kat die altijd bij hem in de buurt is.

de kat van mondriaan coen bouwstra


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.