File 1389704807

Page 1

De Krim. Goud en geheimen van de Zwarte Zee biedt een prachtige introductie tot de Zwarte Zee in de Oudheid, van de Grieken en de Scythen via de Romeinen tot aan de Goten. Met dit rijk geïllustreerde boek maakt u kennis met de geschiedenis van de regio die Europa met Rusland en Azië verbindt. Laat u verleiden door het goud en de geheimen van de Krim!

www.allardpiersonmuseum.nl

Goud en geheimen van de Zwarte Zee

Maak in dit boek kennis met een onbekend deel van Europa. De echte lief­hebbers van de Oudheid en andere geïnteresseerden in geschiedenis en archeologie komen volop aan hun trekken. Lees over de Krim als kruispunt tussen de westerse wereld en Azië en over handelscontacten via de Zijderoute met China. Geniet van het landschap en de kleur­rijke reconstructies van steden aan de kust. Archeologische vondsten zorgen voor een herwaardering van de Scythen, Goten en Hunnen, die eeuwenlang ten onrechte tot ‘barbaren’ zijn bestempeld.

de krim

E

en intrigerende smeltkroes van culturen uit oost en west. Dat is de Krim, het Oekraïense schiereiland in de Zwarte Zee. In de zevende eeuw voor Christus werd de Krim gekoloniseerd door de Grieken. In de daaropvolgende meer dan duizend jaar zorgde het contact tussen de Griekse steden aan de kust en de nomadische volkeren van de Centraal-Aziatische steppe tot een bijzondere versmelting van culturen. Stedenbouw, beeldhouwwerk, kunstschatten, luxe gebruiksvoorwerpen en gouden sieraden: het prachtige erfgoed van de Krim.

Goud en geheimen van de Zwarte Zee

de

kr krim

allard pierson museum


4


Inhoud

7

Voorwoord

94

Wim Hupperetz 8

22

Barbaarse elites in het noordelijke Zwarte Zeegebied De relatie met Grieken en Romeinen van de 3de eeuw v.Chr. tot midden 3de eeuw n.Chr. Valentina Mordvintseva

54

106

112

Kostbare fibula, 1ste eeuw v.Chr.1ste eeuw n.Chr., gevonden in het pronkgraf van Nogajtsjik op de Krim (zie ook pagina 142). Een dunne gouden plaat is versierd met goud filigrein, gouden kegeltjes – waarvan een aantal ingelegd met granaat – en een gouden rozet in het midden, ingelegd met groen glas. Deze polychrome stijl vond zijn oorsprong in het oosten en is door de Sarmaten op de Krim geïntroduceerd. In het Bosporusrijk lag een van de belangrijkste productiecentra voor dit soort sieraden.

Pantikapaion Hoofdstad van het Bosporusrijk Vladimir Tolstikov

126

Het stratenplan van Chersonèsos Alla Boejskich

138

Mithridates VI Eupator Koning van Pontus en ‘Hannibal van het Oosten’ (132-63 v.Chr.) Michael Schmauder

De Zijderoute in de Oudheid Uitwisseling en communi­c atie over de Euraziatische steppe rond het begin van onze jaartelling

De Griekse steden van het Bosporusrijk Viktor Zin’ko

Marek Jan Olbrycht 76

Het Bosporusrijk Graanschuur van Athene en voorpost van Rome Michael Schmauder

Neapolis Skythikè Joery Zajtsev

58

100

Grieken en barbaren Het noordelijke Zwarte Zeegebied van de 7de eeuw v.Chr. tot het midden van de 3de eeuw n.Chr. Askold Ivantchik

36

Margarete Prüch

Inleiding Neal Ascherson

Op zoek naar de herkomst van de lakkistjes van Oest’-Al’ma

146

De Goten en de Zwarte Zee Michael Schmauder

166

Literatuur beeldverantwoording

168

colofon

Ursula Brosseder

5



voorwoord

E

Zuilen van een vroegByzan­tijnse kerk in Chersonèsos, in de 6de eeuw n.Chr. gebouwd op de ruïnes van de antieke stad.

uropa is geen gebied maar een idee, kent al eeuwenlang een grote dynamiek die wordt gevoed door culturele, economische en politieke veranderingen, en kan nooit als vanzelfsprekend worden aangenomen. Waar begint en waar eindigt dit Europa? Deze zeer actuele vraag kunnen we alleen beantwoorden door naar de oorsprong van onze cultuurgeschie­ denis te kijken – reden voor tentoonstelling en publicatie De Krim. Goud en geheimen van de Zwarte Zee. Oekraïne en meer specifiek de Krim spelen daarbij een cruciale rol. In deze tentoonstelling staan de identiteit en cultuur van de Krim centraal. De cultuurgeschiedenis van de Krim laat ons kennismaken met een onbekend stukje Europa, een regio die Europa met Rusland en Azië verbindt en zelfs via de zijderoute verbonden was met China. Voor het eerst krijgen we een goed beeld van de smeltkroes die de Krim en de Zwarte Zee duizend jaar lang waren, vanaf de periode van de Griekse kolonisatie tot het begin van de vroege Middeleeuwen. Nooit eerder waren de bijzondere kunstschatten en gebruiksvoorwerpen uit de belangrijkste archeologische musea van Oekraïne in Nederland te zien. Onze speciale dank gaat uit naar dr. Valentina Mordvintseva van het Archeologisch Instituut van de Oekraïense Academie van Wetenschappen – Krim, Simferopol. Daarnaast willen we de erfgoedinstellingen en musea op de Krim en uit Kiev hartelijk danken dat zij met vertrouwen hun unieke schatten in bruikleen geven aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Ook onze gewaardeerde en langjarige samenwerking met het LVR-LandesMuseum Bonn komt tot uitdrukking in dit project. We willen directeur dr. Gabriele Uelsberg en adjunct-directeur Lothar Altringer bedanken voor hun steun en vertrouwen. De tentoonstelling werd samengesteld door Lothar Altringer, Valentina Mordvintseva, Stephanie Müller en Michael Schmauder. Voor dit project zijn de meest recente inzichten rondom de Krim gepresenteerd, waarbij dankbaar gebruik werd gemaakt van de onderzoekresultaten van de opgravingen die op de Krim plaatsvinden onder auspiciën van het Archeologisch Instituut van de Oekraïense Academie van Wetenschappen van de Krim in samenwerking met prof. dr. Jan Bemmann van de universiteit van Bonn. De publicatie De Krim. Goud en geheimen van de Zwarte Zee is het vierde deel in een reeks publieksboeken van het Allard Pierson Museum, uitgegeven in samenwerking met wbooks in Zwolle, en is gebaseerd op de Duitstalige publicatie van het LVR-LandesMuseum. Grote dank gaat uit naar de uitgever en de auteurs voor hun toestemming om hun bijdrage te laten overnemen en bewerken. De projectleiding van de tentoonstelling, die werd vormgegeven door Conita Vermeulen (M3 bouwkunst), was in handen van Marian Schilder. De grafische vormgeving van tentoonstelling en publicatie werd verzorgd door Miriam Schlick (Extrablond). De begeleidende stuurgroep stond onder voorzitterschap van Steph Scholten, directeur UvA Erfgoed. Door het noemen van hun namen willen we iedereen bedanken die aan de totstandkoming van deze publicatie en tentoonstelling heeft bijgedragen. Dit project kon alleen maar gerealiseerd worden dankzij de genereuze steun van het Mondriaan Fonds, het VSBfonds, Stichting Charema – Fonds voor Geschiedenis en Kunst, en de Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum. De Vrienden trekken samen met het museum op bij het vergroten en realiseren van de ambities van het museum, en daarvan zijn deze tentoonstelling en publicatie tastbaar bewijs. De Krim. Goud en geheimen van de Zwarte Zee inspireert ons en zal hopelijk ook u inspireren. Dit project laat zien dat de Europese cultuurgeschiedenis onlosmakelijk verbonden is met het belangrijke erfgoed van Oekraïne. dr. Wim Hupperetz directeur Allard Pierson Museum 7


de krim goud en geheimen van de zwarte zee

8


INLEIDING Neal Ascherson

E

Deel van een reliëf dat gevonden is in Pantikapaion op de Krim, met afbeelding van een jonge vrouw. Ze draagt een kleed van dunne stof, bij de schouders vastgeknoopt en de taille ingesnoerd. Haar lange haar heeft ze achter haar hoofd in een staart gebonden. Marmer, hoogte 27,6 cm, 4de eeuw v.Chr.

lk kind dat je op een landkaart de Zwarte Zee laat zien, zal instinctief zijn vinger op de Krim leggen. De regelmatige blauwe ovaal van de zee wordt doorbroken door dit hoekige stuk land. Het schiereiland de Krim strekt zich uit naar het vasteland aan de overkant, de noordkust van Turkije, en deelt de Zwarte Zee bijna in tweeën. De ovaal krijgt daardoor een niervorm. Al op de landkaart ziet de Krim er spectaculair uit. In de geschiedenis was het schiereiland een voortoneel waarop zich het ene drama na het andere afspeelde, dat de toeschouwers op de omringende kusten gespannen of angstig volgden. Van de 6de eeuw v.Chr. tot in onze tijd was de Krim dé plek voor fraaie architectuur, voor poëzie en verhalen in vele talen. Er werden wereldmachten opgericht en heersers uit het noorden hadden er hun zomerresidentie. Het was een plek om uit te rusten en weg te dromen, maar ook het toneel van afschuwelijke moordpartijen. Maar het belangrijkste is misschien wel dat de volken die zich op de Krim en aan de Zwarte Zeekusten vestigden en het schrift kenden, daar op nomaden stuitten die een volledig andere cultuur hadden – op de Krim werden de begrippen ‘beschaving’ en ‘barbarendom’ uitgevonden. Bijna drieduizend jaar geleden werd de Krim het trefpunt van Eurazië. Al kort nadat de eerste buitenlandse kooplieden waren binnengetrokken en handel gingen drijven met het Verre Oosten en het Middellandse Zeegebied, waren er op het schiereiland vele talen, godsdiensten en uiteenlopende levenswijzen te vinden. Voor een deel kwam dat voort uit de geografische om-

standigheden. Migranten uit Azië – eerst vanuit de woeste gebieden bij de Gobiwoestijn en de grensregio’s van het vroege Chinese Rijk, vervolgens vanuit de vlakten van de Indus en uit wat later Afghanistan en Perzië zou worden – trokken langs de zuidrand van de wouden en door de ‘corridor’ van de Pontische steppen naar het westen, tot ze ontdekten dat ze niet verder konden. Ze hadden iets onbekends ontdekt: een zee. En boven de kust van die zee torende het Krimgebergte uit, waarachter dichte wouden en vruchtbare weiden schuilgingen. Omdat ze niet meer verder konden trekken, vestigden de migranten zich daar. De bergweiden waren perfect voor paarden, schapen en geiten; de zee bleek rijk aan vis. In de loop der tijd kwamen er groepen uit andere culturen aan – soms hele stammen, soms alleen familiegroepen op een paar karren. Ze kwamen van de oostelijke steppe en richtten hun eigen leefgebieden in op de Krim. Zo werd het schiereiland, ongeveer zoals de hellingen van de noordelijke Kaukasus, tot een soort etnische ‘eindmorene’: een reeks als bij een gletsjer op elkaar gestapelde afzettingen van verschillende talen en culturen als gevolg van de ene na de andere migratiegolf die hier tot stilstand kwam. Deze groepen blijken de banden met hun verre landen van herkomst niet volledig te zijn kwijtgeraakt. Veel immigranten, vooral degenen die een taal spraken met Indo-Iraanse wortels (Scythen, Sarmaten), stonden nog in contact met veel grotere populaties die cultureel aan hen verwant waren en die hun nomadische herdersbestaan op de Euraziatische steppen voortzetten. Zij hadden op hun beurt contact met 9


de krim goud en geheimen van de zwarte zee

samenlevingen ver naar het oosten en zuidoosten. Om een voorbeeld te geven: het diadeem dat in een graf van een Sarmatische ‘prinses’ bij Kobjakovo in de buurt van Rostov is gevonden, is volgens sommige archeologen afkomstig uit een schatkamer in Centraal-Azië (misschien Bactrië); zijn raadselachtige voorkomen lijkt van Iraanse oorsprong. Nog bijzonderder is de ontdekking van Chinese lakkistjes uit de 1ste eeuw n.Chr. in graven van de laat-Scythische dodenstad Oest’-Al’ma. Uit deze voorbeelden kunnen we twee dingen afleiden. Ten eerste hebben de sedentair geworden nomaden nooit de band met hun tradities en religies verloren, zelfs niet na eeuwenlang nauw contact met stedelijke culturen zoals de Griekse en later door de Romeinen overheerste kolonies langs de Krimkust. Zo dateert het graf bij Kobjakovo uit de 2de eeuw n.Chr. Ten tweede strekte de handel zich uit over de enorme gebieden tussen de Chinese en Perzische rijken tot aan de Zwarte Zee, met als uiteindelijke bestemming meestal de Krim zelf of de nabijgelegen delta van de Don. In haar bijdrage (zie p. 76 e.v.) draagt Ursula Brosseder overtuigende argumenten aan voor haar opvattin­g dat de term ‘Zijde­route’ misleidend is. Er was geen unieke, erkende route, laat staan een transcontinentale handelsweg. En het beeld van lange kameelkaravanen die met een escorte door heel Azië trokken moet waarschijnlijk worden vervangen door het beeld van kleine groepen kooplieden die slechts korte afstanden aflegden. Handelsproducten als lakwerk, zijde en Chinese spiegels werden op deze manier tijdens hun trage reis naar de Krim vele malen doorverhandeld. Deze hypothese van korte handelswegen en frequente goederenoverslag helpt bij de beantwoording van een moeilijke vraag: welke goederen vonden in ruil voor de luxegoederen zoals die in de Sarmatische graven van Oest’-Al’ma zijn gevonden, hun weg van de Krim en de Zwarte Zeekust terug naar het oosten? Wat produceerden de bewoners van de Zwarte Zeekust, dat een veeleisende Chinese edelman zou willen hebben? Eigenlijk is dat de verkeerde vraag. De theorie van de uitruil in etappes biedt een verklaring. De Chinezen verkochten hun lakwerk misschien aan kooplieden uit het huidige Xinjiang in ruil voor huiden, zeldzame houtsoorten 10

en halfedelstenen, terwijl de Sarmatische aristocraten het lakwerk weer van naburige steppenomaden kochten in ruil voor aardewerken en metalen voorwerpen, die zij op hun beurt hadden verkregen van de Grieken die aan de kust leefden. Intussen was de zogenaamde Zijderoute niet de enige handelsroute naar de Krim. De Krim verbond het Verre Oosten al met de randgebieden van Europa en zou nog diepgaande veranderingen doormaken als gevolg van de handel met de westelijke wereld van de Egeïsche en Middellandse Zee. Toen de eerste Grieken rond de 8ste eeuw v.Chr. de noordkust van de Krim bereikten, waren er in Italië en op Sicilië al Helleense kolonies gesticht. De kolonisatie had demografische en geografische oorzaken. Griekenland zelf, het kleine rotsachtige schiereiland in de Egeïsche Zee, kende een groot aantal stadstaten waarvan de groeiende bevolking moeite had om van het beperkte vruchtbare land eromheen voldoende voedsel te halen. De Griekse stadstaten in Klein-Azië maakten een soortgelijke crisis door, vooral die aan de Egeïsche kust. Uit dit gebied, vooral uit Milete, kwamen de eerste Griekse kolonisten die aan de noordelijke kust van de Zwarte Zee handelsposten vestigden, ook op de Krim. Hun belangrijkste nering was de visserij. De grote rivieren – Donau, Dnjestr, Boeg, Dnjepr en Don – spoelden veel voedingsstoffen uit naar de Zwarte Zee, die daardoor rijke visgronden had. De kolonisten bouwden hutten om de vangst te verwerken aan de monding van de rivieren: Tyras en Nikoneia bij de Dnjestr, Olbia op de plaats waar de Boeg en de Dnjepr samen in de Zwarte Zee uitkomen. In zeevisserij waren zij niet geïnteresseerd; het rivierwater kwam uit in reusachtige lagunes (limans), waar riviervissen en anadrome trekvissen als steur, zalm, snoekbaars en elft zich gemakkelijk lieten vangen. De vis werd op grote rekken in de zomerwind gedroogd en vervolgens per schip door de Bosporus naar de hongerige inwoners van de stadstaten van Zuid-Europa en Noord-Afrika gebracht. Al snel ontwikkelden zich uit de wirwar van hutten en droogrekken dorpen; daarna ontstonden havencomplexen en uiteindelijk steden van kalksteen en marmer.


inleiding

De Zwarte Zee ligt ingeklemd tussen het oosten van Europa en Klein-Azië. De zee dankt zijn naam aan de zeer donkere, bijna zwarte kleur van het water en waarschijnlijk ook aan de slechte weersomstandigheden in herfst en winter waar hij in de Oudheid berucht om was.

Aan de Krimkust waren de kolonies Kerkinitis, Chersonèsos (het tegenwoordige Sebas­ topol), Theodosia en Soedak te vinden, evenals Pantikapaion (het huidige Kertsj) op de berg Mithridates, die de zee-engte beheerste naar de Zee van Azov. En dat waren slechts de grotere havensteden van de Krim. In de 4de eeuw v.Chr. waren ze kosmopolitisch geworden. De handel met de kolonies aan de Zwarte Zee had flink bijgedragen aan de bloei van de Helleense cultuur; nu vloeiden sommige verworvenheden terug richting Zwarte Zee. De vishandelaren waren nu rijke en goedopgeleide mensen, die hoogstwaarschijnlijk lokale, ‘barbaarse’ arbeiders in dienst hadden om de vis voor de export schoon te maken, te drogen en te roken, een vies en stinkend werk. In cultureel opzicht was de Krim een internationale ontmoetingsplaats waar vele oosterse en westerse talen werden gesproken en veel geloofsovertuigingen werden getolereerd. Herodotus – de befaamde Griekse geschiedschrijver uit de 5de eeuw v.Chr. – heeft de kolonies aan de Zwarte Zee misschien zelf bezocht; in ieder geval heeft hij een aantal Griekse kolonisten ontmoet en ondervraagd. Zijn verslagen laten zien dat zij een levendige belangstelling hadden voor de culturen van de oorspronkelijke bevolking om hen heen. Misschien kwam Herodotus’ beroemde opmerking over etnische tolerantie en cultureel relativisme wel voort uit zijn kennismaking met

de Krim: ‘Als men de mensheid zou opdragen de beste gedragsregels ter wereld te kiezen, dan zou iedere groep, na lang nadenken, zijn eigen gebruiken kiezen; iedere groep vindt zijn eigen cultuur toch veruit de beste’. In de loop van de twee millennia na de aankomst van de eerste Griekse kolonisten werd de samenstelling van de bevolking van de Krim steeds diverser. Steeds kwamen er nieuwe etnische groepen bij op het schiereiland en werden weer nieuwe lagen cultuur als geologische sedimenten afgezet. Enkele hadden hun herkomst in de grenslanden van China. Sommige groepen (Venetianen, Genuezen, Joden, Poolse landeigenaren uit de westelijke Oekraïne) waren, net als de Grieken vóór hen, op zoek naar handelswaar voor het Middellandse Zeegebied of NoordEuropa. Andere, zoals de Kozakken, waren op de vlucht voor de wet of voor vervolging. Of ze kwamen als plunderende veroveraars die verwoestingen aanrichtten en daarna doortrokken (zoals de Hunnen) of in het land bleven en zich door zijn schoonheid en rijkdom lieten temmen (zoals de Goten en de Tataren van de Gouden Horde). Veel later in de geschiedenis brachten de Russische tsaren Zwitserse, Zwabische en Nederlandse gemeenschappen naar de Krim om te profiteren van hun expertise op landbouw­ gebied. Maar in vroeger tijden, toen Olbia en Tyras nog vissersdorpen waren en hun tempels voor 11


de krim goud en geheimen van de zwarte zee

Zeus en Hera en hun verdedigingsmuren en torens nog niet waren gebouwd, was er minder diversiteit op de Krim. De Grieken en hun schepen bleven aan de kust. Landinwaarts, tussen de enorme kustgebergten, leefde een inheemse bevolking: de Tauriërs, over wie weinig bekend is. Veel talrijker waren de Scythen, die op de hoge graslanden van de Krim en de eindeloze open steppen van het vasteland leefden. Zij waren lang na de Tauriërs op de Krim beland, waarschijnlijk ergens aan het begin van het eerste millennium v.Chr., als de voorhoede van veel grotere horden die op de steppen achterbleven. De Scythen, een los verband van nomadische herders, spraken een Indo-Iraanse taal. Ze waren de boomloze woestenijen van Centraal-Azië over getrokken – wellicht in een paar generaties –, waarbij ze vermoedelijk de steppe van de Wolga ten noorden van de Kaspische Zee waren overgestoken naar de graslanden ten oosten en westen van de rivier de Don. In de eeuwen daarna kwamen uit Azië meer en meer groepen met deze etnische achtergrond, door de Grieken losjes als ‘Scythisch’ aangeduid. Ze namen weidegronden in die al door eerder aangekomen groepen 12

werden gebruikt en er ontstonden conflicten op de steppen die het handelsverkeer een tijdlang onderbraken. Vroeger gold het nomadisch herdersbestaan als een vroeg, primitief stadium van de mens. Het werd gezien als een evolutionair stadium in de menselijke ontwikkeling dat door sedentaire landbouw werd opgevolgd. Maar we weten nu dat dit niet het geval was. Integendeel, uit archeologische vondsten kan worden afgeleid dat het nomadisch herdersbestaan, waarbij men het landschap doorkruist met kudden gedomesticeerde dieren op zoek naar gras en water, als een hoogontwikkeld specialisme ontstond in samenlevingen die eerst sedentaire landbouw bedreven. Mogelijk was het een aanpassing aan verwoestijning door klimaatverandering en droogte, die het op akkerbouw gebaseerde leven in dorpen onmogelijk maakte in het oosten van Centraal-Azië – de regio waar veel van de nomadische herders vandaan kwamen. De Scythen trokken rond over de steppe in konvooien van houten wagens met ossen ervoor; in die wagens woonden ze ook. De seizoenen volgend trokken ze met hun enorme kudden vee en

Reconstructie van de Griekse stad Chersonèsos op de Krim in de 4de-3de eeuw v.Chr. Graven lagen langs de straten buiten de muren.


inleiding

paarden in de zomer over de steppegraslanden naar het noorden, als ze op zoek gingen naar nieuwe weidegronden. De Scythen waren geducht in oorlogstijd, want ze waren uitstekende ruiters en vanaf de paardenrug meesters met pijl en boog. Nog verontrustender voor de bevelhebbers van conventionele legers was hun gewoonte de vijand mee te lokken naar de onherbergzame woestenij en dan te verdwijnen. De eerste van wie bekend is dat hij met deze tactiek te maken kreeg, was Darius I van Perzië. Met zijn leger trok hij in 512 v.Chr. Europa binnen door achtereenvolgens de Bosporus en de Donau over te steken; volgens Herodotus vervolgde Darius zijn offensief met een mars langs de noordoever van de Zwarte Zee tot aan de monding van de Don, in een vergeefse poging slag te leveren met de Scythen. De Scythische boogschutters te paard voerden echter diverse bliksemaanvallen uit op het Perzische leger en verdwenen dan in de steppe, waar de invallers verdwaalden en uiteindelijk verhongerden. Een veldslag op een conventioneel ‘slagveld’ was niet de stijl van de steppenomaden. Darius was de eerste van vele bevelhebbers die deze bittere ervaring opdeden. Romeinse, Byzantijnse, zelfs kruisridderlegers, allemaal zwaarbewapende troepen die de ruiters achtervolgden door de woeste streken van West-Azië, raakten volledig van slag door deze vijand die geen ommuurde hoofdstad leek te hebben, geen forten of legerbases en geen vaste woonplaats. In de eeuwen die volgden, lang nadat de Scythen het toneel der geschiedenis hadden verlaten, kwamen er andere golven nomadische herders naar de Pontische steppen en de gras­ landen van de Krim: Sarmaten, Hunnen, Kiptsjaken en Koemanen, Mongoolse Tataren. In de 13de eeuw n.Chr. konden Venetiaanse handelaren in Tana, hun handelspost aan de Don, iedere herfst zien hoe Mongolen van de Gouden Horde hun wagens en kudden verzamelden voor hun jaarlijkse trektocht op zoek naar verse weidegronden in het noorden. Maar de Krim en de Zwarte Zee waren meer dan alleen het eindstation van een lange reis van oost naar west. In de geschiedenis van de beschaving hadden ze een veel grotere betekenis. Hier kwamen sedentaire, geletterde mensen in aanraking met rondtrekkende herders met een volle-

dig andere cultuur. Het was niet voor het eerst dat deze twee samenlevingen botsten en het was ook niet voor het laatst. Maar de ontmoeting op de Krim was een van de cruciale momenten in de geschiedenis van de mensheid. Dat kwam doordat het geletterde volk, het Griekse, ging nadenken over het anderszijn van de steppemensen en daar een betekenis in zocht. Het was de eerste ‘koloniale’ confrontatie in de Europese geschiedenis en deze had zowel sociale als filosofische consequenties. Op sociaal gebied was er de beroemde vermenging van culturen op de Krim. Naarmate de tijd verstreek, werden de volkeren die zich daar vestigden – Grieken, Indo-Iraniërs, Italianen, Armeniërs, Joden, Turken en Slaven – opgenomen in een cultureel hybride levenswijze. Deze beschaving had haar zwaartepunt in de oorspronkelijk Griekse havensteden, maar verspreidde zich ook naar de vlakten in het binnenland achter de kustgebergten, waar de Scythen hun mobiele bestaan afzwoeren en akkerbouw gingen bedrijven. Ze leerden ploegen en verbouwden tarwe voor de export naar de Helleense wereld en later het Romeinse Rijk. Zij waren niet het laatste nomadische volk dat zich door de Krim liet temmen en geleidelijk aan zijn paarden inruilde voor een sedentair boerenbestaan. Een millennium later zouden de ‘Krim-Tataren’ in hun voetsporen treden. Vrijwel meteen na de komst van de Grieken ontstond er een pragmatische coëxistentie tussen de Griekse kolonisten en de Scythische heersers. Het kwam geregeld tot conflicten, meestal doordat de Scythische samenleving gedestabiliseerd raakte door politieke beroering op de verre steppen. Maar tijdens de lange perioden van vrede en goede burenrelaties ontstond een echt partnerschap dat de deelnemende partijen transformeerde. Het was niet alleen de spectaculaire rijkdom die zowel de Griekse handelaren en ambachtslieden als de Scythische aristocratie verwierven. Hun kolossale graftomben bevatten immers – naast de beenderen van talloze geofferde vrouwen, slaven en paarden – de prachtigste sieraden van de hele antieke wereld, in de Krimsteden Chersonèsos of Pantikapaion op bestelling gemaakt door goud- en zilversmeden die net zo goed Grieks als Indo-Iraans kunnen zijn geweest. Maar de vermenging was 13


Een roofvogel, een slang en een soort kat belagen samen een hert. Vermoedelijk is deze gouden sierplaat van een zwaardschede gemaakt in een van de Griekse koloniesteden in opdracht van iemand van de Scythische elite. Goud, gevonden in een grafheuvel in Il’itsjevo, 4de eeuw v.Chr.

16


Scythische pronkgraven op de Krim De kolossale Scythische graftomben op de Krim bevatten – naast de beenderen van talloze geofferde vrouwen, slaven en paarden – de prachtigste sieraden van de hele antieke wereld, op bestelling gemaakt door goud- en zilversmeden in de Krimsteden Chersonèsos of Pantikapaion. Dit zijn vondsten uit een vrouwengraf uit de 1ste-2de eeuw n.Chr. in de necropool van Oest’-Al’ma op de Krim. Hangertjes in de vorm van eroten (gevleugde halfgoden), misschien onderdeel van een halsketting of van oorbellen. Goud, lengte 3 cm. Ovaal medaillon met een halfrond geslepen amethist, een in granulatietechniek versierde rand en vijf oogjes, als onderdeel van een halsketting, doorsnede 3 cm. Gouden hanger in de vorm van een dubbele cylinder, versierd met twee rijen van gedraaid draad, cirkels en een soort acht, lengte 1,9 cm. Zilveren handvat in de vorm van een hert, hoogte 3 cm, en een bronzen handvat in de vorm van een vogel (3,7 cm) aan een ketting, lengte 13,4 cm. 17



Grieken en barbaren Het noordelijke Zwarte Zeegebied van de 7de eeuw v.Chr. tot het midden van de 3de eeuw n.Chr. Askold Ivantchik

I

Griekse vazen uit 370-320 v.Chr. zijn beschilderd in de zogenoemde Kertsj-stijl. Kertsj is een stad op de Krim, het oude Pantikapaion, waar zeer veel van deze uit Griekenland geïmporteerde vazen gevonden zijn. Kenmerkend voor de beschildering van deze vazen zijn de uitgerekte figuren en het gebruik van witte en goudkleurige verf. Pelikè (bolle vaas met platte bodem en handvatten) uit Attica, met afbeelding van een gevecht tussen amazones en griffioenen. Hoogte 30 cm, 4de eeuw v.Chr.

n het gebied rond de Zwarte Zee werden de eerste Griekse kolonies pas relatief laat gesticht, waarschijnlijk in het derde kwart van de 7de eeuw v.Chr., tijdens de grote kolonisatie. In Zuid-Italië, dat ongeveer even ver van de Egeïsche Zee verwijderd ligt, waren toen al heel wat Griekse steden verrezen. Het feit dat de kolonisatie aan de Zwarte Zeekust zo laat op gang kwam, heeft waarschijnlijk te maken met de manier waarop de oude Grieken zich de wereld geografisch voorstelden. In het archaïsche wereldbeeld speelde de oceaan een belangrijke rol; deze werd voorgesteld als een zee of rivier die rondom de bewoonde wereld stroomde. De oneindige oceaan belichaamde een zone van chaos, aan de rand waarvan zich het dodenrijk bevond. De Grieken vermoedden dat de Zwarte Zee deel uitmaakte van de oceaan, die voor hen direct voorbij de Bosporus begon. Slechts weinigen hadden de moed tot vlak bij de onderwereld te zeilen, laat staan er een stad te stichten. Toen de Grieken echter tot de conclusie kwamen dat de Zwarte Zee in feite een groot meer was, werden zijn oevers al snel gekoloniseerd.

Confrontatie van culturen Het noordelijke Zwarte Zeegebied verschilde sterk van de gebieden waar de Grieken zich tot dan toe hadden gevestigd. Dat gold zowel voor het landschap als voor de cultuur van de reeds aanwezige bevolking. De noordkust van de Zwarte Zee vormt de westelijke grens van de Eur­ aziatische steppezone, die zich uitstrekt van de benedenloop van de Donau tot in Mongolië en Noord-China. De weidse vlakke steppen, zonder boomgroei en doorsneden met rivieren, waren

niet te vergelijken met de berggebieden van Griekenland en de andere landschappen rond de Middellandse Zee. In de 7de eeuw v.Chr. woonden er vooral nomadische volken waarvan de culturen veel met elkaar gemeen hadden. Door de mobiliteit van de nomaden verspreidden culturele veranderingen zich buitengewoon snel over grote gebieden; dat verklaart niet alleen de opmerkelijke culturele homogeniteit van de Euraziatische steppevolken, het zorgde er ook voor dat de steppen een brug vormden tussen de culturen van de Middellandse Zee en die van het Verre Oosten. De Grieken waren sedentaire boeren, net als de meerderheid van de volken die ze tot dan toe hadden ontmoet – ook in de andere kuststreken van de Zwarte Zee. In het noordelijke Zwarte Zeegebied zouden ze zich echter met een heel andere cultuurvorm geconfronteerd zien: de nomadische vee- en paardenteelt en handel. De interactie tussen nomaden en sedentaire boeren – soms vijandig, soms vreedzaam – werd vanaf dat moment bepalend voor heel Eurazië. De rol die de trektochten van Turkstalige nomaden en Mongolen in de Middeleeuwen speelden, is hiervan een treffend voorbeeld. Aan de noordkant van de Zwarte Zee zien we steeds weer een afwisseling van perioden van vreedzame coëxistentie, bijvoorbeeld als de Grieken en hun buren economisch samenwerkten en cultureel integreerden, en perioden van ontwrichting, die meestal verband hielden met het opduiken van nieuwe steppevolken uit het oosten. De situatie waarin de Grieken in deze regio zich bevonden was dus ongewoon, maar aanvankelijk wel heel gunstig voor de welstand van hun 23


Colofon De Krim. Goud en geheimen van de Zwarte Zee verschijnt ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling in het Allard Pierson Museum, van 6 februari t/m 18 mei 2014. Uitgave wbooks, Zwolle info@wbooks.com www.wbooks.com in samenwerking met Allard Pierson Museum, Amsterdam allard.pierson.museum@uva.nl www.allardpiersonmuseum.nl Coördinatie en beeldredactie Paulien Retèl Vertaling Noctua taal en tekst: Ilia Neudecker en Corinna Vermeulen Tekstredactie Toon Vugts Vormgeving en omslagontwerp Miriam Schlick, Amsterdam www.extrablond.nl

Dit is deel 4 in de Allard Pierson Museum Serie. Eerder verschenen in deze reeks: Etrusken. Vrouwen van aanzien, mannen met macht (isbn 978 90 400 7806 4) Etruscans. Eminent women, powerful men (isbn 978 90 400 7807 1) Troje. Stad, Homerus en Turkije (isbn 978 90 400 0750 7) Troy. City, Homer and Turkey (isbn 978 90 400 0793 4) Troya. Kent, Homeros ve Türkiye (isbn 978 90 663 0001 9) Eeuwig Egypte (isbn 978 90 663 0573 1) Eternal Egypt (isbn 978 90 663 0626 4) © 2014 wbooks/Allard Pierson Museum/ de auteurs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Van werken van beeldende kunstenaars aan­ gesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © c/o Pictoright Amsterdam 2014

isbn 978 94 625 8002 2 nur 682


De Krim. Goud en geheimen van de Zwarte Zee biedt een prachtige introductie tot de Zwarte Zee in de Oudheid, van de Grieken en de Scythen via de Romeinen tot aan de Goten. Met dit rijk geïllustreerde boek maakt u kennis met de geschiedenis van de regio die Europa met Rusland en Azië verbindt. Laat u verleiden door het goud en de geheimen van de Krim!

www.allardpiersonmuseum.nl

Goud en geheimen van de Zwarte Zee

Maak in dit boek kennis met een onbekend deel van Europa. De echte lief­hebbers van de Oudheid en andere geïnteresseerden in geschiedenis en archeologie komen volop aan hun trekken. Lees over de Krim als kruispunt tussen de westerse wereld en Azië en over handelscontacten via de Zijderoute met China. Geniet van het landschap en de kleur­rijke reconstructies van steden aan de kust. Archeologische vondsten zorgen voor een herwaardering van de Scythen, Goten en Hunnen, die eeuwenlang ten onrechte tot ‘barbaren’ zijn bestempeld.

de krim

E

en intrigerende smeltkroes van culturen uit oost en west. Dat is de Krim, het Oekraïense schiereiland in de Zwarte Zee. In de zevende eeuw voor Christus werd de Krim gekoloniseerd door de Grieken. In de daaropvolgende meer dan duizend jaar zorgde het contact tussen de Griekse steden aan de kust en de nomadische volkeren van de Centraal-Aziatische steppe tot een bijzondere versmelting van culturen. Stedenbouw, beeldhouwwerk, kunstschatten, luxe gebruiksvoorwerpen en gouden sieraden: het prachtige erfgoed van de Krim.

Goud en geheimen van de Zwarte Zee

de

kr krim

allard pierson museum


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.