Deze geheel herziene en geactualiseerde uitgave nodigt uit tot een ontdekkingstocht naar uw eigen familie, uw eigen voorouders! Ook komen de verhalen van een aantal bekende Nederlanders aan bod; onder meer Jack van Gelder, Waldemar Torenstra, Ruben Nicolai en Aaf Brandt Corstius gingen voor de tv-uitzendingen op zoek naar soms onbekende voorouders. Met verrassende resultaten – want wiens zoektocht leidt naar Nederlands-Indië? En wie blijkt af te stammen van Karel de Grote?
verborgen verleden
Wie zich in de geschiedenis van zijn familie verdiept raakt in de ban van een boeiende bezigheid. Al zoekende in de archieven komt de een na de andere voorouder tot leven. ‘Verborgen Verleden’, de officiële uitgave bij het gelijknamige tv-programma van de NTR, is hét handboek voor iedereen die zich met genealogie wil bezighouden. Stap voor stap leidt de auteur u door archieven, langs documenten en over websites, en vertelt hij wat er nodig is om een goede familiegeschiedenis samen te stellen.
Drs. Rob van Drie (1956) is plaatsvervangend directeur van het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag. Hij is auteur van verschillende standaardwerken over stamboomonderzoek in Nederland.
verborgen
verleden Het Stamboomboek
centraal bureau voor
genealogie
Inhoud 4
Woord vooraf 6 1. Stamboomonderzoek 8 Op zoek naar de feiten 10 Genealogie en afstamming 10 Genealogie en DNA 12 Vormen van onderzoek 14 Uit de uitzending: Ruben Nicolai 16 Nummering en symbolen 20 Kritische genealogische methode 22 2. Archieven, verenigingen, instellingen 24 Archieven 26 Centraal Bureau voor Genealogie 29 Uit de uitzending: Aaf Brandt Corstius 32 Genealogische verenigingen 35 Andere instellingen en verenigingen 36 Op de hoogte blijven: nieuwsbrief, RSS-feed en Twitter 37 3. Begin van het onderzoek 38 De eerste gegevens 40 Oral history 41 Eerder onderzoek 41 Uit de uitzending: Cornald Maas 42 Genealogische computerprogramma’s 45 De Mormonen hebben alles toch al uitgezocht? 47 Topografische informatie 48 4. De weg vinden op internet 50 Algemene zoekmachines 52 Gespecialiseerde zoeksites 53 Webwijzers: startpagina’s en links-pagina’s binnen websites 53 Webwijzers: naar genealogische homepages 55 Educatieve informatie op internet 55 Archiefbronnen vinden op internet 56
Verborgen verleden
5. Burgerlijke stand 58 Invoering van de burgerlijke stand 60 Registers van de burgerlijke stand 60 Geboorte 61 Kind van een ongehuwde moeder 64 Huwelijk en partnerschap 65 Overlijden 67 Beschikbaarheid burgerlijke stand voor onderzoek 69 Indexen, toegangen en bronbewerkingen 70 Uit de uitzending: Gerdi Verbeet 72 6. Methodiek van het onderzoek nader bekeken 74 Genealogisch onderzoeksproces 76 Onderzoeksdoelen 76 Bronnenonderzoek 77 Bronverantwoording 79 Informatieanalyse en bewijsvoering 82 Verwantschap 84 Transcriptie 86 7. Bevolkingsregister 88 Régistres civiques 89 Volkstellingen 89 Vastbladige bevolkingsregisters (1850-1920) 90 Uit de uitzending: Jack van Gelder 92 Gezinskaarten (1920-1938) 94 Persoonskaart (1939-1994) en persoonslijst (1994-) 95 Informatie uit het Nationaal register van Overledenen 97 8. Doop-, trouw- en begraafregisters 98 Bevolkingsregistratie door de overheid 100 Bij welk kerkgenootschap hoorden zij? 100 Geboorte, doop en besnijdenis 100 Trouwen 101 Overlijden-begraven 103
Waar worden dtb-registers bewaard? 104 Repertorium DTB: overzicht van dtb-registers 105 Toegangen en bronbewerkingen 106 Begraafplaatsonderzoek 106 Oud schrift lezen 107 9. Online contact met andere onderzoekers 108 Elektronische mailinglijsten 109 Nieuwsgroepen 109 Forums 110 Netiquette 111 10. Namen 112 Voornamen 114 Uit de uitzending: Joost Prinsen 116 Familienamen 121 11. NotariĂŤle archieven 126 Minuut, grosse en repertoire 127 Enkele soorten akten 127 Bewaarplaats en openbaarheid van de akten 129 Overzicht van notarissen 130 Centraal Testamentenregister 130 Onderzoek in de notariĂŤle archieven 131 12. Rechterlijke archieven 132 Rechterlijke organisatie na 1811 134 Nieuw-rechterlijke archieven 135 Onderzoek in het nieuw-rechterlijke archief 136 Rechterlijke organisatie voor 1811 137 Oud-rechterlijke archieven 138 Onderzoek in het oud-rechterlijke archief 140 13. Publiceren van gegevens 142 Publicatie van boek tot e-book 144 Online publiceren 145 StamboomNederland 147 Privacy 147 Auteursrecht 148
14. Belastingregistratie 150 Belastingen in de negentiende eeuw 151 Successiebelasting: memories van successie 151 Kadaster 153 Belastingen ten tijde van de Republiek 155 Uit de uitzending: Tania Kross 156 15. Verhuizen 158 Bronnen voor vestiging en vertrek 160 Emigrantenlijsten 160 Passagierslijsten in vertrekhavens 162 Lidmatenregisters 164 Akten van indemniteit 165 Poorterboeken 167 Uit de uitzending: Waldemar Torenstra 168 Voorouders van verre 170 16. Beroepen 172 Beroepen in bronnen 174 Patentregisters 175 Militairen: militieregisters en stamboeken 176 17. Familiewapen 178 Is er een familiewapen? 180 Ontstaan en ontwikkeling 180 Op zoek naar een familiewapen 182 Betekenis van een familiewapen 183 Een wapen ontwerpen 183 Literatuur 186 Index 188 Beeldverantwoording 190 Colofon 192
5
Verborgen verleden
Mattenvlechters verkopen hun waar op de markt op het Hofplein te Alkmaar, 1902.
10
Met aanvullende gegevens kan de onderzoeker zich een beeld van het leven van een voorouder vormen. Advertentie van de suikerraffinaderij van B. Warnsinck te Amsterdam.
Op zoek naar de feiten Wat is stamboomonderzoek precies? Iemand die zijn stamboom uitzoekt maakt als het ware een reis terug in de tijd op zoek naar informatie over ‘mensen van vroeger’ die door familielijnen met elkaar verbonden zijn. Over allerlei facetten van het leven van deze mensen is informatie bewaard gebleven. Stamboomonderzoek begint met de naam en de informatie over drie markeerpunten in het leven van een persoon: plaats en datum van geboorte, huwelijk en overlijden. Dit zijn de basisgegevens. Ze heten in het vakjargon ook wel primaire gegevens. Met de basisgegevens is een persoon in een kader van tijd en ruimte geplaatst. We weten wanneer hij of zij leefde. Personen zijn de bouwstenen voor een netwerk van familierelaties. Het leggen van die lijnen, het koppelen van personen, is een kernactiviteit van stamboomonderzoek. Je stelt daarbij de familieverwantschap vast tussen twee personen: dat iemand bijvoorbeeld het kind is van een bepaald ouderpaar, of dat twee personen getrouwd zijn met elkaar. Dit gebeurt aan de hand van bronnen die familierelaties bewijzen. Meestal zijn dat documenten. Naast de basisgegevens is allerhande informatie over onze voorouders en hun familie te vinden: waar en hoe zij woonden, hoe zij opgroeiden, de scholing die zij kregen, het werk dat zij deden, hun bezittingen, enzovoort. We noemen dit de aanvullende gegevens. In het genealogische jargon heten ze ook wel secundaire gegevens. Dat zou kunnen suggereren dat ze minder belangrijk zijn dan de basisgegevens. Maar juist uit de aanvullende informatie kan de onderzoeker zich een beeld van het leven van zijn voorouders en hun familie vormen. Ze kleuren het kader van de basisgegevens in. Die aanvullende informatie is niet alleen van vooraanstaande of rijke mensen terug te vinden maar ook van de ‘gewone’ man of vrouw. Mensen met bezit hebben over het algemeen wel meer sporen nagelaten.
Genealogie en afstamming
Verborgen verleden
Wie aan vrienden of bekenden vertelt over het onderzoek dat hij naar zijn familiegeschiedenis doet, heeft het meestal over ‘stamboomonderzoek’. Onderling gebruiken stamboomonderzoekers eerder het begrip ‘genealogie’. Ze doen ‘genealogisch onderzoek’. Genealogie komt uit het Latijn en is samengesteld uit twee woorden: genus, wat geslacht betekent en logos, wat staat voor kunde of leer. Het inmiddels verouderde woord ‘geslachtkunde’ is een directe vertaling hiervan. We zien het terug in de naam van de oudste genealogische vereniging in ons land, het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde (opgericht in 1883). In Nederland omschrijven we ‘genealogie’ als de ‘wetenschap der op afstamming berustende betrekkingen tussen mensen’. Deze omschrijving gaat terug op het werk
11
Kaart met verwantschapsbanden van de familie Pieremont, zeventiende eeuw.
Wissenschaftliche Genealogie (1948) van de Oostenrijkse historicus en diplomaat Otto Forst de Battaglia (1889-1965). Aan het begrip ‘afstamming’ geven de beoefenaren van de genealogie in ons land traditioneel een juridische inhoud. Zij plaatsen stamboomonderzoek in het kader van het personen- en familierecht, dat verankerd is in het Burgerlijk Wetboek. Boek 1 van dit wetboek behandelt onderwerpen als naam, burgerlijke stand, huwelijk, echtscheiding, voogdij, alimentatie, enzovoorts. Een juridische familierelatie ofwel ‘familierechtelijke betrekking’ ontstaat tussen ouder en kind door geboorte (c.q. adoptie) en wordt geformaliseerd in de geboorteakte. Door huwelijk of partnerschapsregistratie – vastgelegd in een officiële akte – ontstaat een familierechtelijke betrekking tussen twee gehuwden c.q. geregistreerden. Die familierechtelijke betrekking tussen mensen staat centraal in genealogisch onderzoek. Tijdens het onderzoek leggen we relaties tussen personen, we brengen de familierechtelijke betrekkingen tussen hen in beeld. De driehoek ouder 1 – ouder 2 – kind vormt daarbij de kern. In het genealogische jargon heet die ouder-kindrelatie ‘filiatie’ (afgeleid van het Latijnse filiatio, dat dezelfde betekenis heeft). Twee andere begrippen die het familierecht gebruikt – en daarmee ook de genealogie – zijn ‘bloedverwanten’ en ‘aanverwanten’. Bloedverwantschap loopt langs lijnen van geboorte. Aanverwantschap komt door huwelijk tot stand. Bloedverwanten zijn bijvoorbeeld je ouders, kinderen, broers en zussen, neven en nichten, grootouders,
Verborgen verleden
1 xx xx xx xx xx
4
De weg vinden op internet Internet heeft zich snel ontwikkeld tot een veel gebruikt informatiemedium voor genealogen. Er is veel te vinden en er komt dagelijks een grote hoeveelheid informatie bij. Hoe vind je de weg in dit uitdijende wereldwijde web? Daarvoor is een heel scala aan zoekmogelijkheden beschikbaar. Dit hoofdstuk reikt de stamboomonderzoeker een aantal gereedschappen aan. Vervolgens is het een kwestie van experimenteren, vergelijken van zoekresultaten en ervaring opdoen. Dit alles gecombineerd met een stukje inventiviteit vergroot de kans dat ‘zoeken’ ook leidt tot ‘vinden’. Via internet is het mogelijk om historische geografische kaarten te bestuderen van de regio waar uw voorouders destijds woonden. xxxxx
Strandgezicht met vissersschepen. Schilderijen vormen een belangrijke bron met betrekking tot de beroepen die in vroeger eeuwen werden uitgeoefend.
82
Informatieanalyse en bewijsvoering De volgende stappen in het onderzoeksproces zijn het analyseren van de informatie en de bewijzen (groen), het oplossen van tegenstrijdigheden (rood) en de uiteindelijke bewijsvoering (paars). Basisbegrippen Ter ondersteuning van de analyse van de informatie en de bewijzen, een beoordeling van de betrouwbaarheid en juistheid, gebruikt het onderzoeksmodel enkele nuttige begrippen. Zo maakt het een onderscheid tussen primaire en secundaire informatie. Primaire informatie is ‘informatie uit de eerste hand’, van iemand die ooggetuige van een feit was. Bij de aangifte van de geboorte van een kind door de vader kunnen we de geboorteplaats en datum als primaire informatie beschouwen. De vermelding van de geboorteplaats en -datum van een bejaarde man in diens overlijdensakte, bij aangifte van zijn overlijden door een buurman, moeten we als secundaire informatie beschouwen. Bij de analyse van het bewijs worden de begrippen direct, indirect en negatief bewijs gebruikt. Het directe bewijs geeft de relevante informatie en beantwoordt daarmee zelfstandig de onderzoeksvraag. Het indirecte bewijs is een bouwsteen voor bewijs, maar kan de gestelde vraag niet op zichzelf staand beantwoorden. In geval van negatief bewijs trekken we een conclusie uit het ontbreken van informatie die we logischerwijs in een bron zouden moeten aantreffen. Tijdens de analyse van de verschillende bewijzen moeten we schijnbare tegenstrijdigheden oplossen. Als we uit de ene bron concluderen dat iemand overleden is en volgens een andere bron zou dezelfde persoon een paar jaar later nog in leven zijn, dan is er sprake van zo’n tegenstrijdigheid. Een van de bronnen moet onjuist zijn, tenzij er bij nader onderzoek bijvoorbeeld sprake blijkt te zijn van twee verschillende, maar wel gelijknamige personen. Tijdens de uiteindelijke bewijsvoering formuleren we nog eens de vraag, geven we een opsomming van de bronnen die in aanmerking komen voor beantwoording van de vraag, doen we verslag van de daarin gevonden informatie en verantwoorden we de vindplaats, geven een analyse en komen tot een conclusie. Daarmee is het onderzoeksproces afgerond. Als onderzoeker moeten we altijd open blijven staan voor informatie of argumenten van andere onderzoekers die onze conclusie kunnen aantasten of omver werpen.
Verborgen verleden
Samenvatting of regest Om overzicht te houden van de geraadpleegde bronnen en hun informatie is het verstandig per bron een samenvatting van de inhoud te maken. In het jargon van de historicus heet zo’n samenvatting een ‘regest’. Bij het maken van samenvattingen van akten houdt u zoveel mogelijk dezelfde volgorde aan. Ook afkortingen gebruikt u consequent.
Instructie voor de juiste bronvermelding op de website van het Nationaal Archief. www.gahetna.nl
Dan zijn de samenvattingen gemakkelijker te herlezen. De akten van de burgerlijke stand bevatten allerlei informatie die voor uw onderzoek van belang is. Kern vormen de namen, plaatsnamen, datums en familierelaties die uit de bronnen blijken. Daar omheen zijn nog andere gegevens uit de bronnen te halen. Welke gegevens neemt u over in de familieadministratie en hoe doet u dat? We volgen bij het overnemen van informatie de exacte spelling van de naam in zo’n bron. Fouten en onzorgvuldigheden in de burgerlijke stand zijn van alle tijden. We kunnen in zijn algemeenheid wel zeggen dat in de loop van de negentiende eeuw ambtenaren van de burgerlijke stand steeds accurater worden, geholpen door ‘professionalisering’ van hun vak, het gebruik van standaardakten en standaardspelling, enzovoorts. Een voorbeeld van een regest van een geboorteakte (met bronverantwoording) 20 april 1897 Tilburg. Aangifte Henricus Petrus Stofmeel, geb. 19 april 1897, 01.00 uur, in wijk Hasselt, zn. van Johannes Cornelis Stofmeel (aangever), 34 jr., wever, won. Tilburg, en Cornelia Johanna van der Mierden. Getuigen: Johannes Cornelis Tinnebroek, 27 jr., wever, en Arnoldus Mommers, 41 jaar, wever. Ondertekening: C Stofmeel, J C Tinnebroek, Arn. Mommers. (Regionaal Archief Tilburg, website (www.regionaalarchieftilburg.nl), Geboorteregister Tilburg 1897, akte 456; scan origineel gezien 12 mei 2010) Regest van een huwelijksakte (met bronverantwoording) 27 april 1892 Tilburg. Johannes Cornelis Stofmeel, 29 jr., geb. Tilburg 1 maart 1863, wever, won. Tilburg, zn. van Johannes Stofmeel, ovl., en Petronella Uijdjes, ovl., tr. Cornelia Johanna van der Mierden, 25 jr., geb. Loon op Zand 24 aug. 1866, dienstbode, won. Tilburg, dr. van Cornelis van der Mierden, ovl., en Johanna de Beer, zonder beroep, won. Kaatsheuvel. Getuigen Johannes Baptist van Doesburg, 40 jr., wever, won. Tilburg, zwager van de bruidegom, Antonius van der Mierden, 35 jr, fabriekwerker, won. Tilburg, neef van de bruid, Hendrikus Maas, 25 jr., dienstknecht, won. Tilburg, niet verwant, Franciscus van der Mierden, 70 jr., metselaar, won. Tilburg, oom van de bruid. Ondertekening (moeder bruid en vierde getuige kunnen niet schrijven): C Stofmeel, C van Mierden, J.P. v Doesburg, A. v.d. Mierden, H Maas. (Regionaal Archief Tilburg, website (www.regionaalarchieftilburg.nl), Huwelijksregister Tilburg 1892, akte 38; scan origineel gezien 12 mei 2010). Geschatte geboortejaren Op basis van de leeftijdvermelding in de akte is het mogelijk het geboortejaar te schatten. Door hier ‘omstreeks’ aan toe te voegen, laat u zien dat het om een schatting gaat. Wees erop berekend dat leeftijdvermeldingen er ver naast kunnen zitten, zeker als betrokkene niet aanwezig was bij het opmaken van de akte en/of een hoge leeftijd had.
83
Aanslagbiljet voor de ordinaris (gewone) verponding (belasting) te Brielle. Dit is een originele bron met primaire informatie over de belastbare omvang van het landbezit: gegeven in de oude oppervlaktematen 1 gemet en 231 roeden.
Verborgen verleden
Jack van Gelder Joodse roots
92
S
portjournalist en verslaggever Jack van Gelder heeft Joodse roots. Hij heeft niet zo’n binding met het Joodse geloof, maar in de geschiedenis van zijn familie spiegelt zich die van de Joden in Nederland en daarbuiten. Zijn ouders leerden elkaar kennen op hun onderduikadres, zijn vier grootouders overleefden de Tweede Wereldoorlog, maar van de zes overgrootouders die in 1941 nog in leven waren stierven er in de oorlogsjaren twee in Nederland en vier in Sobibor of Auschwitz. Over dit pijnlijke verleden werd nauwelijks gesproken in de familie. Een van hen was overgrootmoeder Reintje Bloemhof (Maassluis 1865 – Auschwitz 1943), de moeder van oma Alida Kogel. Jack bezoekt kamp Westerbork, vanwaar ze naar Auschwitz gedeporteerd werd, en doet onderzoek naar de oudere geschiedenis van de familie Bloemhof. Reintje trouwde in 1888 in Amsterdam met Salomon Kogel (Amsterdam 1863 – Amsterdam 1931), die net als een aantal andere voorouders van Jack in de diamantnijverheid werkte. Verder onderzoek brengt Jack bij het Regionaal Archief Eindhoven. Daar komt hij te weten dat zijn voorvader Meijer Samuel zich in een akte van naamsaanneming (1811) liet registreren als Abraham Bloemhof. Hij nam bij die gelegenheid dus niet alleen een familienaam aan, maar veranderde ook zijn voornaam. Meijer Samuel was
slager en kocht met zijn broer Jonas Samuel in 1805 grond in Eersel waarop een Joodse begraafplaats werd gevestigd. Abraham is geboren in het Duitse Wetterau (boven Frankfurt), zo blijkt uit zijn overlijdensakte (Eersel 1828). Jack bezoekt de begraafplaats in de bossen van Eersel. Jack onderzoekt ook de lijn van zijn moeder, de familie Gobes. Die naam oogt Zuid-Europees. Stamt hij misschien af van Portugese (Sefardische) Joden? De familie Gobes woont al zeker drie eeuwen in Amsterdam, zo blijkt uit onderzoek bij het Stadsarchief Amsterdam. De oudst bekende voorvader Emanuel Abraham Gobes overleed daar in 1733 en zal zo rond 1710 getrouwd zijn met voormoeder Rachel Moses Pels. De naam kan heel goed een verbastering zijn van ‘Gaubitsch’, de naam van een plaatsje in Oostenrijk, bij de Tsjechische grens, in een regio waar vroeger veel Joden woonden.
Voornamen
114
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) houdt op zijn website (www.svb.nl) bij wat de twintig meest populaire voornamen zijn. Dat doen ze op basis van de aanvragen voor kinderbijslag. De SVB heeft daarnaast de meest populaire voornamen van Nederlanders geboren in 1942 gezet. Die zijn ontleend aan de aanvragen voor AOW. Zetten we daarbij de top tien uit 1993, op basis van een NIPO-enquête, dan kunnen we een aantal ontwikkelingen in het geven van voornamen hierin terugzien.
* 1942
* 1993
* 2013
1 Johannes Stefan Sem 2 Jan Michael Levi 3 Cornelis Mark Bram 4 Hendrik Tim Daan 5 Willem Peter Finn 6 Wilhelmus Tom Milan 7 Pieter Jeroen Lucas
Namen van heiligen op de kalender in de Staatsalmanak van 1809. Na de kerstening van Nederland werden kinderen ook vernoemd naar heiligen.
8 Petrus Martijn Luuk 9 Antonius Patrick Jesse 10 Gerrit Robin Jayden
* 1942
* 1993
* 2013
1 Maria Anna Tess 2 Johanna Stefanie Sophie 3 Anna Laura Julia 4 Cornelia Lisa Emma 5
Wilhelmina
Susan
Lisa
6 Elisabeth Lisanne Fenna 7 Catharina Lotte Mila 8 Hendrika Nicole Sara 9 Adriana Linda Lotte 10 Petronella Manon Zoë
Verborgen verleden
Als we het moderne patroon van voornamen geven vergelijken met dat van voor de Tweede Wereldoorlog, dan valt op dat er veel voornamen uit vreemde talen bijgekomen zijn. Daarnaast zijn namen populair geworden die al wel gebruikt werden, maar dan sporadisch, zoals Thijs of Julia. Deze ontwikkeling hangt samen met het loslaten van het traditionele vernoemingspatroon, waarbij kinderen de voornamen van familieleden kregen, en de internationalisering van de samenleving, de invloed van media. Vergelijking van de namen in de verschillende rijtjes laat nog een verschijnsel zien: het verschil tussen de officiële eerste voornaam en de roepnaam is in belangrijke mate verdwenen. Achter Johannes gaan roepnamen schuil als Johan, Hans, Joop of Jan. Elisabeth kan staan voor Lies, Liesbeth of Bets. Het verschil tussen officiële naam en roepnaam gaf ruimte aan een ander verschijnsel dat we in de twintigste eeuw kunnen waarnemen: terwijl kinderen vernoemd bleven worden met hun officiële naam, was er ruimte om te moderniseren door de roepnaam aan te passen. Bij vernoeming werd officieel, in geboorteakte en bij doop, de volledige voornaam gehandhaafd, maar de roepnaam werd gemoderniseerd. Een naam die als ‘ouderwets’ ervaren werd, verving men door een moderne variant. De volgende voorbeelden van meisjes- en jongensnamen laten zien hoe zo’n modernisering van de roepnaam zich in de loop van de twintigste eeuw kon voltrekken. meisjes
jongens
Engeltje > Leentje > Engelien > Angelle
Dorus > Theo > Diederik
Mijntje > Mien > Wil > Willemijn
Bertus > Bart > Gijs
Dirkje > Dora > Thea > Dorien
Hannes > Johan > Willem-Jan
De modernisering van het bestaande namenbestand en aanvulling van buitenaf is een verschijnsel dat zich door de eeuwen heen voordoet. Het is dus niets nieuws. Alleen de snelheid van de verandering is ongekend. Daarbij is het loslaten van het vernoemen naar familieleden een radicale breuk met het verleden. Kinderen werden vernoemd naar de ouders, grootouders, broers en zussen van hun ouders. Zo kunnen we voornamen teruggaand in de tijd in de geschiedenis van een familie volgen, een ‘voornaamreeks’ maken. Het Meertens Instituut, een instelling die de Nederlandse taal en cultuur bestudeert, heeft de Nederlandse Voornamenbank (www.meertens.knaw.nl/vnb), met een half miljoen voornamen. De databank geeft ondermeer de grondvorm van een voornaam, een verklaring van herkomst en gebruik en een overzicht van de populariteit vanaf 1880. Veel wetenswaardigheden over voornamen (en familienamen) zijn ook te vinden op de website Vernoeming (www.vernoeming.nl).
115
Monnie Herman, 7 maanden oud, januari 1907. De voornaam ‘Monnie’ is in Nederland erg zeldzaam. Volgens de Nederlandse Voornamenbank kwam de naam in Nederland in 2006 minder dan vijf keer voor.
Verborgen verleden
Zegelafdruk van admiraal Van Kinsbergen.
Is er een familiewapen?
180
Riddertoernooi, vijftiende eeuw.
Een familiewapen is het erfelijke symbool van één bepaald geslacht. Om een bepaald wapen te kunnen voeren moet men dus tot de familie behoren die dat wapen voert. De vraag of er een wapen van uw familie bestaat kan daarom meestal pas beantwoord worden nadat onderzoek is gedaan naar de geschiedenis van de familie. Commerciële aanbieders van familiewapens nemen het hiermee vaak niet zo nauw. Zonder dat zij weten tot welke familie u behoort bieden zij ‘uw familiewapen’ aan, geschilderd op perkament, gegraveerd in glas, enzovoorts. Bij nader onderzoek blijkt dit wapen in veel gevallen toe te behoren aan een andere, gelijknamige familie. Het gebruiken van zo’n wapen is zoiets als het pronken met andermans veren. Sommige wapenverkopers – of beter gezegd wapenzwendelaars – gaan nog verder. Zij nemen een willekeurig wapen en plaatsen uw naam eronder. Om het betrouwbaar te laten lijken doen zij een aantal genealogische gegevens erbij die, als u ze natrekt, onjuist blijken te zijn. Daarmee wordt de heraldiek in diskrediet gebracht. Het gebruik van familiewapens dateert uit de middeleeuwen. Het voeren van een wapen was in Nederland, in tegenstelling tot wat wel eens wordt gedacht, niet voorbehouden aan de adel. Ook vele burger- of boerenfamilies zijn in het verleden een familiewapen gaan voeren. Daar was dan wel vaak een aanleiding voor, bijvoorbeeld omdat men een bepaalde openbare functie kreeg. Of men vond dat het bij de maatschappelijke positie hoorde. Zo’n wapen kan vervolgens in onbruik geraakt zijn. Daarom is het goed na te gaan, als u al wat genealogisch onderzoek gedaan heeft, of een van uw familieleden in het verleden een wapen gevoerd heeft. Is dat niet het geval en wilt u een familiewapen dan kunt u er een (laten) ontwerpen volgens de regels van de heraldiek. Want wat in het verleden gold gaat nog steeds op. Iedereen die dit wil kan een familiewapen gaan voeren, als het maar niet het wapen van een andere familie is.
Ontstaan en ontwikkeling
Verborgen verleden
De oorsprong van het familiewapen ligt in de middeleeuwen, bij de wapenuitrusting van de ridder. Om in het krijgsbedrijf, een veldtocht of een toernooi, herkend te worden brachten ridders hierop herkenningstekens aan. Deden zij dit niet dan was de kans aanwezig dat zij werden aangevallen door een medestander. De gesloten helm die zij droegen maakte hen namelijk onherkenbaar. In de loop van de twaalfde en dertiende eeuw worden deze herkenningstekens erfelijk. Een familie ging zich van een bepaald symbool bedienen.
181
xxxx xxxx
Het schild ontwikkelde zich tot het basiselement van de heraldische voorstelling. Met de heraldische symbolen werd het onder meer gebruikt als herkenbaar onderdeel van het zegelstempel dat een vooraanstaande middeleeuwer gebruikte om officiële stukken (oorkonden) te bezegelen. Niet alleen edelen, maar ook niet-edele burgers, geestelijken en vrouwen gingen dergelijke symbolen gebruiken. Aanvankelijk deden zij dit, bijvoorbeeld op het zegel waarmee zij akten waarmerkten, zonder schild. Al snel raakte ook onder burgers het schild in gebruik. Andere elementen kwamen hierbij, waarvan de helm met zijn toebehoren (wrong, helmteken en dekkleden) het belangrijkste is. In enkele eeuwen tijd ontwikkelde wat een herkenningsteken in het krijgsbedrijf was zich tot een erfelijk familiesymbool dat door verschillende bevolkingsgroepen werd gebruikt, niet alleen door edelen en vooraanstaande burgers of boeren, maar ook wel door ambachtslieden. Na de middeleeuwen ontwikkelde de wapenkunde of heraldiek zich verder. Dit gebeurde wel binnen bepaalde grenzen, de regels die al in de eerste eeuwen waren ontstaan. Een daarvan is bijvoorbeeld de ‘kleurregel’: geen kleur op kleur of metaal op metaal. Een rode leeuw op een blauw veld en een zilveren leeuw op een gouden veld zijn dus uit den boze. Dit geheel van regels werd in de loop der eeuwen verder uitgebouwd. Er kwamen ook regels voor het ‘blazoeneren’, het beschrijven van wapens. Bij het lezen van zo’n beschrijving is het goed te weten dat links en rechts in de heraldiek vergeleken met het dagelijkse gebruik spiegelbeeldig zijn. Als men het heeft over de heraldische linkerhelft van het schild dan bedoelt men de rechterhelft. Het schild wordt gezien vanuit het perspectief van degene die erachter staat. Dit laat zich vergelijken met het gebruik van woorden als rechterlong en linkerlong, die voor de ‘toeschouwer’ respectievelijk aan de linker- en rechterzijde van het lichaam zit.
Zoekvoorbeeld naar het familiewapen Van Kinsbergen op de website van het CBG.
Verborgen verleden
Colofon Deze publicatie verschijnt bij de tv-serie Verborgen Verleden van NTR. Uitgave WBOOKS, Zwolle info@wbooks.com www.wbooks.com
192
in samenwerking met: Centraal Bureau voor de Genealogie www.cbg.nl NTR www.ntr.nl Tekst Rob van Drie Beeldredactie Maarten van Bourgondiën Ontwerp & vormgeving Marinka Reuten
© 2014 WBOOKS / CBG, Rob van Drie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto kopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © c/o Pictoright Amsterdam 2014. ISBN 978 94 625 8056 5 NUR 900
Deze geheel herziene en geactualiseerde uitgave nodigt uit tot een ontdekkingstocht naar uw eigen familie, uw eigen voorouders! Ook komen de verhalen van een aantal bekende Nederlanders aan bod; onder meer Jack van Gelder, Waldemar Torenstra, Ruben Nicolai en Aaf Brandt Corstius gingen voor de tv-uitzendingen op zoek naar soms onbekende voorouders. Met verrassende resultaten – want wiens zoektocht leidt naar Nederlands-Indië? En wie blijkt af te stammen van Karel de Grote?
verborgen verleden
Wie zich in de geschiedenis van zijn familie verdiept raakt in de ban van een boeiende bezigheid. Al zoekende in de archieven komt de een na de andere voorouder tot leven. ‘Verborgen Verleden’, de officiële uitgave bij het gelijknamige tv-programma van de NTR, is hét handboek voor iedereen die zich met genealogie wil bezighouden. Stap voor stap leidt de auteur u door archieven, langs documenten en over websites, en vertelt hij wat er nodig is om een goede familiegeschiedenis samen te stellen.
Drs. Rob van Drie (1956) is plaatsvervangend directeur van het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag. Hij is auteur van verschillende standaardwerken over stamboomonderzoek in Nederland.
verborgen
verleden Het Stamboomboek
centraal bureau voor
genealogie