Rotterdam Hier, dat is Rotterdam. Een oude stad met een jong hart. Een hart dat na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog verzwakt is, maar niet gebro ken. Met overtuiging bouwt Rotterdam aan het herstel van een stad die nooit af is. Vijfentwintig jaar zal het duren. In die periode, ruwweg van 1945 tot 1970, verrijzen een grootstedelijk cen trum en moderne woonwijken. De nieuwe stad krijgt een vierkant van verkeerswegen, een nieuw centraal station, markante bedrijfsverzamelge bouwen en een geheel autovrij half overdekt winkelcentrum, uniek voor Europa. De meeste aandacht vraagt echter de economische kurk waar Rot terdam op drijft: de havens en fabrieksinstallaties, die geleidelijk steeds ver der buiten de stad komen te liggen. In dit dynamische decor zoeken de Rot terdammers hun weg. In het begin nog wat beschroomd, maar allengs met meer zelfvertrouwen.
Rotterdam in de Wederopbouw
Hier bonkt het hart van de stad
in de Wederopbouw
De gehele periode van de wederopbouw is vastgelegd door fotografen, waar van het werk is vertegenwoordigd in de verzamelingen van het Stadsarchief Rotterdam. Anne Jongstra en Arie van der Schoor, medewerkers van het ar chief, hebben de mooiste foto’s uitgezocht voor het boek Rotterdam in de Wederopbouw. Veel ervan zijn niet eerder vertoond. Beeld en woord samen geven een indruk van de dynamische periode die Rotterdam heeft gemaakt tot wat het nu is: een vitale en veerkrachtige stad.
in samenwerking met stadsarchief rotterdam
www.wbooks.com
anne jongstra
arie van der schoor
Rotterdam in de Wederopbouw
anne jongstra arie van der schoor
wbooks
Rotterdam in de Wederopbouw ‘Door de stad van noodwinkels en betonnen paleizen’, zo begint het gedicht Rotterdam 1952 van Alfred Kossmann (1922-1998). We zitten meteen volop in de wederopbouw, de naoorlogse periode van herstel van economie, infrastructuur, architectuur en aarzelend kunst en cultuur. Doelmatig, sober, efficiënt…, voor vrolijk, uitgelaten en uitbundig is direct na de oorlog geen plaats. Het leed moet worden verwerkt, de stad moet worden opgebouwd. Daar is een plan voor, een heus wederopbouwplan. Al op 18 mei 1940, vier dagen na het bombardement, gaf het gemeentebestuur aan stadsarchitect W.G. Witteveen de opdracht voor het opstellen van het wederopbouwplan. Zes dagen later werd het getroffen gebied in één keer onteigend. De verwoeste panden werden gesloopt. Hier en daar bleven panden staan, eenzaam tussen het puin. Door gebrek aan bouwmaterialen is tijdens de oorlog haast niets van het plan gerealiseerd. Bovendien kwam er kritiek op het plan dat te zeer gericht zou zijn op herstel en te weinig op vernieuwing. Zo werd Witteveen opgevolgd door Cornelis van Traa die in 1944 startte met de herziening van het Plan Witteveen. Het aldus ontstane Basisplan Herbouw Binnenstad Rotterdam (vastgesteld in 1946) betekende een ingrijpende breuk met het verleden, waarbij van de vooroorlogse plattegrond alleen de stadsdriehoek van Coolsingel, Goudsesingel en Boompjes nog herkenbaar is. Het Basisplan heeft de ontwikkeling van het centrum van Rotterdam tot zeker 1970 bepaald. Het als gevolg van de Duitse aanval van 14 mei 1940 – en daarop volgende branden – verwoeste gebied staat in Rotterdam bekend als ‘de brandgrens’. Het oude centrum is verdwenen. Rotterdam is een oude stad met een jong hart. Eerst was er de behoefte om te vergeten, om niet al te lang stil te staan bij de ellende die Rotterdam – zoals de mythe wil – heldhaftig (sterker door strijd) heeft doorstaan. Handen uit de mouwen. De wederopbouw moest worden gevierd (18 mei wederopbouwdag) en de economische betrekkingen moesten worden hersteld. Elke steen die op de andere werd gestapeld getuigde van het doorzettingsvermogen en de veerkracht van Rotterdam en de Rotterdammers, bouwen aan een stad die nooit af is.
2
Rotterdam in de Wederopbouw
Voorwoord
Hoor hier bonkt het nieuwe hart van Rotterdam. Pas geleidelijk komt er aandacht voor de slachtoffers van de oorlog die in het beroemde beeldhouwwerk van Zadkine, onthuld in 1953, hun wanhoop zien verbeeld. De heldhaftige oorlog wordt zo bezien gevolgd door een even heldhaftige wederopbouwperiode. De wederopbouw vond plaats onder drie opeenvolgende burgemeesters: mr. P.J. Oud (1945-1952), mr. G.E. van Walsum (1952-1965) en W. Thomassen (1965-1974). Uit de puin hopen verrees een nieuwe stad met een vierkant van verkeerswegen, een nieuw centraal station, een aantal grote kantoorblokken, markante bedrijfsverzamelgebouwen en een geheel autovrij half overdekt winkelcentrum, een primeur voor Europa. De gemeente schafte bussen aan voor wederopbouwritten door de stad, zodat alle Rotterdammers de stad in wording konden bewonderen:
‘Tegenwoordigheid van geest en realisme in’t kwadraat vieren onverstoorbaar feest in een opgebroken straat.’ (J.A. Deelder, Stadsgezicht)
Waren de Rotterdammers nu tevreden? Enige bezinning op de bouwdrift boden cineast Jan Schaper en p rofessor Rob Wentholt, hoogleraar sociale psychologie. In zijn film Stad zonder hart (1966), is Schaper kritisch over de kille stad waarin de menselijke maat ontbreekt. In 1968 verscheen van de hand van prof. Wentholt De Binnen stadsbeleving en Rotterdam, een studie gedaan in opdracht van het jubilerende (75 jaar) warenhuis V&D. Het boek schokte architecten, stedenbouwkundigen en politici. De stad werd door veel voor het boek ondervraagde Rotterdammers als kaal, tochtig en unheimlich ervaren. Wat nu? Met stadsvernieuwing, geen sloop maar herstel, probeerden gemeente en bewoners de menselijke schaal weer terug te brengen. Zo kwam in 1970 de Aktiegroep het Oude Westen op voor sociale woningbouw.
De wederopbouwperiode kende naast bouwactiviteiten ook vermaak. Met Rotterdam Ahoy’ (1950) belanden we in de periode van de wederopbouw-manifestaties. Tentoonstellingen en manifestaties vroegen aandacht voor het herstel van de Rotterdamse havens, voor Rotterdam als wereldhaven en als metropool. Het ging om het tonen van de vitaliteit en de veerkracht van de havenstad. De E55, de Floriade (1960) en de C70 waren daar uitingen van en de bevolking vergaapte zich en vermaakte zich, bijvoorbeeld in een kabelbaan boven de Coolsingel. Niet iedereen vond het leuk. Zo liet de protestgeneratie van zich horen in pamfletten tegen de ‘door grootheidswaan verblinde regenten.’ Het slotjaar 1970, vijfentwintig jaar na de bevrijding. Feyenoord wint als eerste Nederlandse voetbalclub de Europacup en de Wereldbeker. Kralingen wedijvert drie dagen lang met het popfestival Woodstock. Ondanks de regen kwamen tijdens het driedaags popfestival in het Kralingse Bos naar schatting 100.000 mensen af op groepen als Jefferson Airplane, Santana, Canned Heat, The Byrds, Pink Floyd en Dr. John. Nederlandse groepen waren er ook, zoals Supersister, CCC inc, Focus, Ekseption en Oscar Benton. Die hele periode is vastgelegd door fotografen waarvan het werk is vertegenwoordigd in de rijke verzamelingen van het Stadsarchief Rotterdam. In het bijzonder is door de auteurs van dit boek gebruik gemaakt van de persfoto’s van Ary Groeneveld en de fotoverzameling van de Fototechnische dienst van Gemeentewerken. De kleurenfoto’s (dia’s) van Han Goederen en Jan Jesse zijn dankzij bemiddeling van Digitup (Evan van der Most) in de verzameling van het Stadsarchief en in dit boek opgenomen. Veel foto’s zijn niet eerder vertoond.
Na nog een tijdje voor het Utrechts Katholiek Dagblad te hebben gewerkt en assistent te zijn geweest bij fotograaf Eric Hof, vestigde hij zich in 1956 als zelfstandig pers fotograaf in Rotterdam, eerst aan de Pleinweg en later aan de Beukelsdijk. In de jaren zestig gold Ary Groeneveld als een van de belangrijkste persfotografen van de stad. Van 1956 tot 1978, toen hij overstapte naar de Rijksvoorlichtingsdienst, legde hij een veelheid aan onderwerpen vast op de gevoelige plaat. Eind jaren zeventig verwierf het Stadsarchief Rotterdam de collectie van Groeneveld. In totaal gaat het om ongeveer 80.000 negatieven. De Fototechnische dienst van Gemeentewerken werd opgericht in 1945. Gefotografeerd werden bouwwerken, installaties en dergelijke. Het fotograferen van bouw- en herstelwerkzaamheden leverde schitterende weder opbouwfoto’s op van een bijzonder goede kwaliteit. Anders dan de naam van de dienst doet vermoeden geen saaie maar sprankelende foto’s van een stad in ontwikkeling. Na opheffing van de dienst in 1995 kwam de collectie van duizenden foto’s bij het Stadsarchief. Dankzij het werk van deze fotografen is er nu een prachtig fotoboek van Anne Jongstra en Arie van der Schoor, medewerkers van het Stadsarchief, tot stand gekomen in nauwe samenwerking met WBooks.
Mw. Drs. Jantje Steenhuis, Stadsarchivaris, Rotterdam
Ary Groeneveld (1926-1992) was de zoon van huisarts J. Groeneveld, die een grote praktijk had aan de Provenierssingel. Na de oorlog verbleef hij vier jaar als militair in Indonesië. Terug in Nederland volgde hij een opleiding tot reclametekenaar, maar die zou hij niet afmaken.
Voorwoord
Rotterdam in de Wederopbouw
3
Inhoud
Het eerste wat opvalt in het naoorlogse Rotterdam is de leegte. ‘De puin’ als gevolg van het bombardement en de brand van mei 1940 wordt snel opgeruimd. Daarna blijven lange tijd veel grote gebieden braak liggen. Het geeft die delen van de zwaar getroffen stad een akelig gehavende, soms ook vervreemdende aanblik.
d
de
n ve ha
1
6
sta
In de oorlogsjaren komt van wederopbouw, volgens het plan uit 1940 van stadsarchitect Witteveen, in elk geval weinig terecht. Na de bevrijding wordt het herstel waar mogelijk voortvarend ter hand genomen. Er moet, uitgaand van het Basisplan van de assistent van Witteveen Van Traa, een nieuwe stad met een nieuw centrum rond de Coolsingel ontstaan. Voor de Rotterdammers breekt een spannende tijd aan waarin havens, bedrijven, huizen, woonomgeving en wegen worden hersteld of nieuw gebouwd. De jaarlijkse opbouwdag in mei markeert vanaf 1947 de voortgang die met de wederopbouw is geboekt en fungeert als start voor weer een nieuwe fase van projecten. De stad verandert met het jaar, maar door de voorrang die vooral het havenherstel krijgt, blijft het centrum van Rotterdam nog lang leeg. Panoramafoto’s uit de jaren vijftig maken dit overduidelijk en tonen een hoofdstructuur die nog moet worden ingevuld. Soms gebeurt dat door middel van noodwinkels en noodwoningen, tijdelijke oplossingen voor grote praktische problemen die vanwege de schaarste vaak langer dienst doen dan oorspronkelijk de bedoeling is. Sommigen wachten de wederopbouw niet af en zoeken hun heil elders. Pas na verloop van jaren, zo rond het midden van de jaren ’50, als de wederopbouw wat overtuigender van de grond komt, is er ruimte voor terugblikken en reflecteren op het traumatische verleden van De Verwoeste Stad.
m
a rd tte Ro d n jze d rri sta He de 2 en v ha Ge 1
d
ta es
Ge
1
Rotterdam in de Wederopbouw
Vanaf 1950 beginnen de gaten van het centrum van de stad zich langzaam te vullen. Gadegeslagen door de ambtenaren in het nieuwe Stadstimmerhuis, verrijzen rond het Beursplein (dan nog Spinhuisstraat geheten) en de Hoogstraat de nieuwe winkels van onder andere Vroom & Dreesmann, C&A, HEMA en Huf. Langs de Coolsingel vestigen zich banken en verzekeraars. De Kruiskade wordt met de komst van twee nieuwe bioscopen een heus uitgaanscentrum. En in Overschie, Kralingen, op de zuidelijke Maasoever en ten oosten van de Kralingse Plas wordt, in het voortdurende gevecht tegen de huizennood, het ene na het andere woningbouwproject opgeleverd.
n Ee
leg
Inhoud
Gehavende Inhoud stad
7
Rotterdam in de Wederopbouw
1 Gehavende stad
26
6
De Verwoeste Stad van Zadkine tegen de achtergrond van het oude Rotterdam als symbool voor de in mei 1940 zwaar gehavende stad. Herstel en nieuwbouw moeten tot een nieuw centrum leiden, maar de motor van Rotterdam, de haven, krijgt voorrang.
k
ng
ffi he
5 4 3 2 1
110
r Te Na
r ve
de
n ke
rr
He
eid
ad
st
de
n ve ha
m
a rd te
ot dR
en ijz
h
rb
ea
an
d ge
er W
n va
l vo et
d
sta
Ge
Rotterdam in de Wederopbouw
5 Ter verheffing van het volk
Rotterdam in de Wederopbouw
Inhoud
am
ha
6 5 4 3 2 1
110
Als het aan de stedelijke elite ligt worden alle Rotterdammers omgevormd tot beschaafde burgers. Onderwijs en kunst moeten daarbij helpen.
4
t es
111
Rotterdam in de Wederopbouw
Herrijzend Rotterdam Inhoud
27
Rotterdam in de Wederopbouw
26
De gaten in de stad worden gedicht, voor de bewoners wordt het leven geleidelijk wat makkelijker. Tegelijkertijd kondigen zich ingrijpende sociale veranderingen aan.
Het duidelijkst zichtbaar is dat beschavingsstreven in het Brabants Dorp dat vlak na de oorlog door de gemeente wordt aangewezen voor de heropvoeding van sociaal-zwakke gezinnen. Het komt ook tot uitdrukking in de steun voor de kunst en dan vooral de gebonden kunst: de plastieken, mozaïeken en sculpturen waarmee in deze jaren nieuwe bouwwerken worden opgesierd, expliciet bedoeld om de gemeenschapszin te bevorderen. En dan zijn er natuurlijk nog de instellingen die het beschavingsstreven als sinds hun oprichting in hun statuten hebben staan, zoals de Volkshuizen en de Volksbond tegen Drankmisbruik. In hoeverre al die organisaties erin slagen modelburgers te kweken is de vraag. Simpelweg overeind blijven in een snel veranderende samenleving blijkt al lastig genoeg. Neem bijvoorbeeld het verheffingsinstrument bij uitstek: het onderwijs. Dat heeft zo zijn eigen problemen, zoals het in goede banen leiden van de groeiende stroom leerlingen, het aanpassen aan de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt en, in de jaren ’60, de naderende verandering van het onderwijsbestel door de Mammoetwet.
Ter verheffing van het Inhoud volk
Inhoud
2 Herrijzend Rotterdam
In naoorlogs Rotterdam is het ideaal van volksverheffing nog springlevend. Het stadsbestuur, de zakenelite en de leiding van kerken en maatschappelijke organisaties vinden dat de gewone Rotterdammer bij de hand genomen moet worden om zijn talenten te ontplooien en iets van zijn leven te maken. De stadsburger die hen daarbij voor ogen staat, is iemand die hard werkt, zich inzet voor zijn buurt en zijn stad, de wet eerbiedigt, zich niet te buiten gaat aan allerlei uitspattingen en – ook niet onbelangrijk – weet wat zijn plaats is op de maatschappelijke ladder.
Inhoud
Rotterdam in de Wederopbouw
Voor de bewoners van de oude plattelandskernen die hun bezittingen moeten afstaan aan de oprukkende stad ziet de winst- en verliesrekening van deze jaren er misschien anders uit, maar wie een huis krijgt toegewezen in een van die nieuwe wijken gaat er flink op vooruit. De woningen zijn er ruimer en gerieflijker dan menig Rotterdammer gewend is. Maar ook andere ontwikkelingen maken het leven in deze jaren steeds makkelijker. Dankzij de oplevende economie krijgen veel Rotterdammers geleidelijk meer te besteden. Meer en meer gezinnen kunnen zich een auto veroorloven. In steeds meer huizen verschijnen telefoon en televisietoestel. Wijk na wijk wordt aangesloten op het aardgasnet, waardoor het gesjouw met de kolenkit en asemmer tot het verleden gaat behoren. Maar tegelijkertijd kondigen zich sociale veranderingen aan die de stad op termijn ingrijpend zullen veranderen: gehuwde vrouwen begeven zich op de arbeidsmarkt en vanuit de landen rond de Middellandse Zee arriveren de eerste ‘gastarbeiders’.
124
Lic
r Te Na
e
ng
ffi he
r ve
de
n va
k
l vo et
h
eid
rb
ea
an
d ge
st
ad
m
a rd te ot dR d ta es nd
n ke
er W
en ijz
rr
He
e ng
ve ha
Ge
Rotterdam in de Wederopbouw
Inhoud
6 Lichaam en geest
Een gezonde geest in een gezond lichaam: daarvoor moet een mens bidden, stelde Juvenalis al. Voor de Rotterdammer in een stad in wederopbouw is dat niet zo eenvoudig. De geloofsinfrastructuur van kerken in de oude stad is grotendeels verdwenen en ontbreekt nog in nieuwe stadswijken. Door decentralisatie, inkrimping, (ver)bouw en vooral veel samenwerking lost men dit op. Dan nog is een gezond lichaam niet vanzelfsprekend als onveilige of risicovolle situaties tot ongevallen leiden, wat in een verkeersdrukke havenstad regelmatig voorkomt. Afgezien daarvan dreigt ziekte en dat is reden voor preventief optreden bij jong en oud om erger, zoals ziekenhuisopname, te voorkomen. Met het oog op de groei van de bevolking worden de bestaande en verouderde instellingen uitgebreid en gemoderniseerd en krijgt het in de oorlog getroffen centrale, gemeentelijke ziekenhuis een nog grotere opvolger. Over het verband tussen lichamelijke en geestelijke gezondheid en sport valt genoeg te zeggen, maar feit is dat veel mensen plezier beleven aan sport of kijken naar sport. In deze tijd zijn de buitensporten populair en vooral voetbalwedstrijden trekken tienduizenden fans, zeker wanneer de ploeg van Zuid de stadseer landelijk hoog houdt. Met het verstrijken van de jaren komen lichaam en geest in een ander perspectief te staan. Afgezien van kwalen en gebreken dreigt voor de meeste bejaarden de weinig aanlokkelijke, traditionele gestichtsverzorging in verouderde tehuizen. Maar nieuwe inzichten breken door in de vorm van moderne hoogbouw-bejaardencentra, waar het groeiend aantal naoorlogse bejaarden zelfstandiger en aangenamer de laatste jaren kan slijten.
Lichaam enInhoud geest
Rotterdam in de Wederopbouw
125
124
Gezondheid, in allerlei opzicht, beheerst het leven van de mens in alle levensfasen. Aan de randvoorwaarden in het snel groeiende Rotterdam moet dan wel worden voldaan, en dat vereist de nodige aanpassingen.
Als er een stad in Nederland is met een werkethos, dan moet dat Rotterdam zijn. De Rotterdammer doet, al dan niet met opgestroopte hemdsmouwen, zonder morren zijn plicht en pakt aan. Nu valt er in het naoorlogse, deels verwoeste Rotterdam natuurlijk genoeg te herstellen en wederopbouwen, maar ook het gewone, dagelijkse leven komt weer op gang. De werkende mens als consument met basisbehoeften is aan de beurt, die eindelijk weer kan winkelen en daarbij te maken krijgt met nieuwe verkooptechnieken en -locaties zoals doorzichtwinkels, winkelcentra en met op Amerikaanse leest geschoeide warenhuizen en zelfbedieningszaken. Tegenover dit moderne winkelgeweld vormen de markten op straat, de visvrouw die met haar kar door de wijk trekt en de melkboer die nog aan huis komt, populaire, maar grotendeels verdwijnende tradities. Een ander modern fenomeen van de naoorlogse periode is de zeer sterk toegenomen mobiliteit, waarop de stad niet berekend is en die grote verkeersproblemen veroorzaakt. Nieuwe verbindingen over en onder het water zijn nodig om de dagelijkse stromen mensen en vooral auto’s in goede, vlotte en veilige banen te leiden. Klapstuk in deze ontwikkeling is wel de metroverbinding die in de jaren ’60 tot stand komt en noord en zuid verbindt. Met al deze nieuwigheden ontkomt tenslotte ook het werken zelf niet aan modernisering. Ambachtelijk (hand)werk, zware handarbeid, routineus kantoorwerk – op alle terreinen doen mechanisatie en de eerste automatisering hun intrede, waardoor soms hele bedrijfstakken op de schop gaan. Grootschaligheid in werk en industrie geeft problemen wanneer werkgelegenheid verdwijnt of voor milieuoverlast zorgt, maar de nog steeds stijgende welvaart schept ook weer mogelijkheden op de arbeidsmarkt, vooral voor jongeren en vrouwen.
d ta es am rd nd ke tte o er R W d n 3 jze d rri sta He de 2 en v ha Ge 1
54
Rotterdam in de Wederopbouw
Inhoud
Werkende Inhoud stad
ne
55
Rotterdam in de Wederopbouw
54
Rotterdam als werkstad is een begrip, en dat geldt bij uitstek voor de wederopbouwperiode waar traditionele arbeid en nieuw werk elkaar afwisselen.
en
ijd
et er
7 6 5 4 3 2 1
144
am
ha
Lic
r Te Na
e
r ve
de
n va
k
l vo et
h
eid
rb
ea
an
st
ad
m
a rd te ot dR d ta es nd
n ke
er W
en ijz
rr
He
ng
ffi he
d ge
t es
e ng
ve ha
Ge
Rotterdam in de Wederopbouw
Inhoud
id
be
ar
Met het gewone vertier in de stad is het minder goed gesteld. Weliswaar is er al vrij snel na de bevrijding weer een schouwburg, maar daar gaat de gewone Rotterdammer niet zo snel naar toe. Die bezoekt liever een bioscoop of dancing. Juist de terugkeer van dat soort uitgaansgelegen heden laat lang op zich wachten. Pas in de loop van de jaren ’50 is het aantal bioscopen in het centrum weer enigszins op peil. Gelukkig kent de stad in die jaren een bloeiend verenigingsleven. Sport en hobbyclubs, toneelgezelschappen, volkstuindersverenigingen, verzamelaars zijn stuk voor stuk erg actief. Ze organiseren beurzen, tentoonstellingen, wedstrijden, gezellige bijeenkomsten en ga zo maar door. Bovendien zijn er geregeld grote evenementen, zoals de haven tentoonstelling Rotterdam Ahoy’ in 1950, de Nationale Energie Mani festatie E55 of de Floriade in 1960. Bij deze evenementen is er van alles te doen in de stad. Vandaar dat ze veel mensen op de been brengen. Ook als de werkdag erop zit, hoeft niemand zich te vervelen in herrijzend Rotterdam.
d ta es am rd 4 nd ke tte o er R W d n 3 jze d rri sta He de 2 en v ha Ge 1 Na
3 Werkende stad
d An
a ed
De wederopbouw van het centrum is in de jaren ’50 en ’60 ongetwijfeld de belangrijkste attractie van de stad. Niet alleen voor toeristen, maar zeker ook voor Rotter dammers zelf. Begrijpelijk, want de stad verandert in deze jaren voortdurend van aanzicht. Ook de haven is een geliefde bestemming voor wie er even uit wil. De drukte op het water en het werk op de kade zijn altijd leuk om naar te kijken. Op mooie dagen is een uitstapje naar Hoek van Holland of de diergaarde populair.
90
Rotterdam in de Wederopbouw
g
Inhoud
Na gedaneInhoud arbeid
4 Na gedane arbeid
Rotterdam in de Wederopbouw
91
90
Het uitgaansleven in herrijzend Rotterdam laat veel te wensen over. Toch valt er nog genoeg te beleven. De wederopbouw is een attractie op zich, die geregeld veel mensen naar het centrum trekt. Bovendien kent de stad een bloeiende verenigingscultuur.
Halverwege de jaren ’50 is de wereld overzichtelijk: onze vijand, dat is de Sovjet-Unie met haar bondgenoten; de Amerikanen, dat zijn onze vrienden. Zij beschermen ons tegen de dreiging uit het oosten. In eigen land is het ook simpel: we gaan één keer in de vier jaar naar de stembus en verder stellen we niet te veel vragen. Het is natuurlijk een karikatuur, maar zo ongeveer bekijken Rotterdammers – op enkele onverbeterlijke dwarsliggers na – de politiek. Zo zien de zittende bestuurders het ook het liefst. Al te veel bemoeienis van de gewone burger met het politieke bedrijf stellen ze niet op prijs. Wie de straat opgaat om te protesteren, kan rekenen op een tik met de gummiknuppel. In de loop van de jaren ’60 blijkt dat die houding zijn beste tijd heeft gehad. Nu de welvaart zulke indrukwekkende proporties aanneemt, bekruipt veel burgers het gevoel dat het hebben van een baan en geld om van te leven niet langer het enige is dat telt. Dat gevoel vertaalt zich bij vooral jongeren in een nieuw maatschappelijk engagement. In de hoofdstad zorgt dat engagement voor flink wat herrie, bijvoorbeeld in 1966 bij de maandelijkse Vietnamdemonstraties of als tijdens het huwelijk van prinses Beatrix met Claus von Amsberg een rookbom wordt gegooid naar de gouden koets. Echo’s van het Amsterdamse rumoer klinken ook in Rotterdam. Maar Rotterdamse actievoerders lijken zich vooral druk te maken over kwesties die dicht bij huis spelen: de kilte van de binnenstad, het allesoverheersende verkeer of de verwaarlozing van de oude wijken.
AndereInhoud tijden
Rotterdam in de Wederopbouw
7 Andere tijden
145
144
Net als elders klinkt in Rotterdam in de jaren ’60 protest tegen het onrecht in de wereld. Maar meer nog winden Rotterdammers zich op over de tekort komingen van hun eigen stad.
Inhoud
Rotterdam in de Wederopbouw
5
d
ta s e
d n e v ha
1
6
Ge
Rotterdam in de Wederopbouw
Inhoud
Het eerste wat opvalt in het naoorlogse Rotterdam is de leegte. ‘De puin’ als gevolg van het bombardement en de brand van mei 1940 wordt snel opgeruimd. Daarna blijven lange tijd veel grote gebieden braak l iggen. Het geeft die delen van de zwaar getroffen stad een akelig gehavende, soms ook vervreemdende aanblik. In de oorlogsjaren komt van wederopbouw, volgens het plan uit 1940 van stadsarchitect Witteveen, in elk geval weinig terecht. Na de bevrijding wordt het herstel waar mogelijk voortvarend ter hand genomen. Er moet, uitgaand van het Basisplan van de assistent van Witteveen Van Traa, een nieuwe stad met een nieuw centrum rond de Coolsingel ontstaan. Voor de Rotterdammers breekt een spannende tijd aan waarin havens, bedrijven, huizen, woonomgeving en wegen worden hersteld of nieuw gebouwd. De jaarlijkse opbouwdag in mei markeert vanaf 1947 de voortgang die met de wederopbouw is geboekt en fungeert als start voor weer een nieuwe fase van projecten. De stad verandert met het jaar, maar door de voorrang die vooral het havenherstel krijgt, blijft het centrum van Rotterdam nog lang leeg. Panoramafoto’s uit de jaren vijftig maken dit overduidelijk en tonen een hoofdstructuur die nog moet worden ingevuld. Soms gebeurt dat door middel van noodwinkels en noodwoningen, tijdelijke oplossingen voor grote praktische problemen die vanwege de schaarste vaak langer dienst doen dan oorspronkelijk de bedoeling is. Sommigen wachten de wederopbouw niet af en zoeken hun heil elders. Pas na verloop van jaren, zo rond het midden van de jaren ’50, als de wederopbouw wat overtuigender van de grond komt, is er ruimte voor terugblikken en reflecteren op het traumatische verleden van De Verwoeste Stad.
d
ta s e
eg l n
1
Ee
Gehavende Inhoud stad
Rotterdam in de Wederopbouw
7
8
Rotterdam in de Wederopbouw
Gehavende stad
Herstel Nieuw huizenbouwsysteem De arbeiders die in november van 1946 in de Talmastraat in Bergpolder een blok van 24 huizen bouwen, doen dat volgens een nieuwe, snelle en goedkope methode. Gedwongen door gebrek aan geschoold personeel en grondstoffen gebruikt architect Welschen standaard bouw elementen. De hele ruwbouw kan zonder steigers en vakkrachten worden opgericht. Buitenmuren en vloeren zijn van gewapend beton, de binnenmuren bestaan uit holle stenen van sintelbeton in raamwerken van balken en kolommen. Die gelukkige Rotterdammers die er voor 40 gulden huur per maand komen te wonen krijgen een woonkamer, keuken, een grote en twee k leine slaapkamers, een badkamer en kelderruimte. Aannemings bedrijf Dura bouwt de woningen voor 10.000 gulden en dat is goedkoper dan baksteenbouw.
Spitten in het park Het Rotterdamse groen heeft in de oorlog zwaar te l ijden gehad. ‘Plantsoenmensen’ doen vaak tevergeefs hun best om in hun buurt puinvelden te beplanten. Veel puinboompjes en andere sierbeplanting blijken niet bestand tegen vandalisme, terwijl op de rechter Maasoever bovendien de schrale veenbodem en steenresten niet bevorderlijk zijn voor snelle groei. In de tweede winter na de bevrijding moet ook het verzakkende Park Rozenburg in Kralingen worden opgeknapt (waar in 1945 nog Canadezen bivakkeren). Dit gebeurt door het opbrengen en inwerken van goede grond uit de omgeving van Pernis en de Spaansepolder.
Gehavende stad
Rotterdam in de Wederopbouw
9
Kapotte kades Op 25, 27, 28 en 29 september 1944 blazen de Duitsers, uit angst voor de geallieerde opmars, in het havengebied op de linker Maasoever pakhuizen, loodsen, laadbruggen en kranen op. Ook kilometers kademuur van Rijnhaven, Maashaven, Waalhaven en Merwehaven moeten er aan geloven. In voorgaande jaren is er door oorlogshandelingen, waaronder geallieerde b ombardementen, al veel vernield. De voor de havenstad Rotterdam essentiële haveninstallaties worden na de oorlog met de grootste spoed hersteld. Na opruiming van ijzer en betonpuin volgt reparatie of nieuwbouw, want soms kan er op bestaande funderingen een nieuwe muur worden gezet, terwijl elders de kademuur op een andere plaats terecht komt en fundering, verankering en versteviging vernieuwd moeten worden. Meestal slaan havenwerkers op meters afstand aan weerszijden van de oude kade-
10
Rotterdam in de Wederopbouw
Gehavende stad
muur stalen damwanden, met stutten ertussen om de druk op te vangen. Zo ontstaat, zoals hier bij de Waalhaven in 1947, een bouwput, waaruit oude muren en restanten verwijderd kunnen worden alvorens daar de nieuwe kademuur verrijst. Bij deze werkzaamheden maakt de stad van de nood een deugd door de gehele kade-infrastructuur te moderniseren met ingebouwde stroomleidingen voor kranen en aansluitingen voor tele foon, water en elektriciteit ten behoeve van de schepen die de Rotterdamse haven aandoen.
Haventerreinen in opbouw De Rotterdamse Opbouwdag op 18 mei 1948 staat in het teken van grote spoorwegwerken zoals de opheffing van het Maasstation, uitbreiding van station Delftse Poort en een nieuw goederenemplacement ten noorden van
Vliegveld Schieveen het Kralingse Bos. In de haven vindt op die dag, met toespraken, de overdracht aan de gemeente plaats van de herstelde kademuur van de Rijnhaven. Aan de bedrijvigheid in de haven komt voorlopig geen einde, want er zijn bijvoorbeeld in de Waalhaven, met slechts een paar scheepswerven en restanten van het gemeentedok en van de Duitse onderzeebootbunker, nog veel op te vullen plekken. Een grote garage voor de RET is hier al wel gerealiseerd, terwijl voor de firma Reesink op pier elf een nieuw, omvangrijk handelscomplex wordt opgetrokken van 76 meter breed en 59 meter diep. Betonnen luifels aan de voorkant maken het lossen van goederen onder alle weersomstandigheden mogelijk. Stalen deuren en raamkozijnen en centrale verwarming completeren het moderne bedrijfspand dat grotendeels uit beton is opgetrokken.
Minister In ’t Veld hijst op Opbouwdag 1948 bij de kruising van de Doenkade en de Rijksweg naar Den Haag de groenwitte stadsvlag ter gelegenheid van het begin van de werkzaamheden aan ‘luchthaven Rotterdam’, toen ook wel aangeduid als vliegveld Schieveen. Burgemeester Oud memoreert voorafgaand aan de plechtigheid het vooroorlogse plan voor de aanleg van een vliegveld in de polder Zestienhoven. Vliegveld Zestienhoven wordt uiteindelijk jaren later, op 1 oktober 1956, geopend.
Gehavende stad
Rotterdam in de Wederopbouw
11
Begin restauratie Laurenskerk Op een prachtige zesde Opbouwdag, 19 mei 1952, legt koningin Juliana om elf uur met een zilveren troffel plechtig de eerste steen die het begin markeert van de restauratie van de Grote- of St. Laurenskerk. De tekst op de steen luidt: ‘Geschonden door oorlogsgeweld. God geve in vrede herstel’. Zij doet dat te midden van de restanten van het in de oorlog zwaar getroffen godshuis en
12
Rotterdam in de Wederopbouw
Gehavende stad
in aanwezigheid van een groot aantal genodigden, onder wie dominee Oberman, haar commissaris in ZuidHolland Mr. Kesper en natuurlijk burgemeester Oud. De kosten zijn geraamd op zeven miljoen gulden, waarvan een miljoen door de stad zelf zal moeten worden betaald. De verwachting is dat de kerk over drie jaar weer klaar is voor kerkdiensten.
Stadsbeeld Opslag oude stijl Het panorama op de Wijnhaven met links nog juist zichtbaar een stukje Scheepmakershaven, vanaf het Witte Huis in 1950, toont op de voorgrond het spoorwegviaduct dat achter Bank R. Mees en Zonen lijkt te verdwijnen. De Grote Wijnbrug en de Regentessebrug overspannen de Wijnhaven waarvan de 1000 meter kademuren, in 1946 aanbesteed, in 1948 gereedkomen. Het uitbaggeren van de haven en de straataanleg zijn dan eveneens voltooid.
In die tijd verrijzen er ook enkele bedrijfspanden, voor het merendeel omvangrijke pakhuizen. Een van de eerste gebouwen is het pakhuis van de tabaksfirma Koch & Co op een grondstuk van 1600 vierkante meter. Het bestaat eigenlijk uit vier panden; drie pakhuizen en een kantoor opgetrokken in een traditionele stijl, door sommigen aangeduid als nep.
Gehavende stad
Rotterdam in de Wederopbouw
13
Fotoverantwoording Fototechnische Dienst Gemeentewerken Rotterdam: pagina 6, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 22, 24, 25 (onder), 28, 29, 30, 31, 32, 33, 36, 38-39, 40, 41, 42, 43, 46 (rechts), 48, 49, 50, 51, 57, 58, 59, 60-61, 63, 64 (rechts), 66, 67, 68, 70, 74, 77, 78 (onder), 79, 81, 84, 87, 90, 95 (boven), 96, 97, 101, 103, 104, 107, 109, 110, 114, 115, 116, 119 (onder), 120, 122, 123, 124, 126, 131, 132 (boven), 133, 134, 135, 137, 140, 141 (links), 142 (onder), 143, 150, 151, 152, 153 en 154 Ary Groeneveld: pagina 23, 25 (boven), 26, 34, 35 (onder), 44, 45, 46 (links), 47, 52, 53, 64 (links), 65, 69, 73, 75, 76, 80 (rechts), 82, 83, 85, 86, 89, 92, 93, 94, 98, 99, 102, 105, 108, 112, 113, 117, 118, 119 (boven), 121, 127, 128, 129, 130, 132 (onder), 136, 141 (rechts), 142 (boven), 144, 146, 148, 149, 155, 156, 157, 158 en 158
Fotoarchief ad: pagina 54, 80 (links), 88, 138-139 en 147 (Lex de Herder) Jan Jesse: pagina 20-21, 35 (boven), 37 en 62 (onder). Han Goederen: pagina 72, 95 (onder), 100 en 106 Lex de Herder: pagina 62 (boven), 71 en 78 (boven) Stadsarchief Rotterdam: pagina 56 Met dank aan René Spork en de vrijwilligers en medewerkers van de afdelingen Collecties en Beeld & Geluid van het Stadsarchief Rotterdam
Colofon Uitgave WBOOKS, Zwolle info@wbooks.com www.wbooks.com i.s.m. Stadsarchief Rotterdam www.stadsarchief.rotterdam.nl
© 2015 WBOOKS / Stadsarchief Rotterdam
Tekst en samenstelling Anne Jongstra en Arie van der Schoor
De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Vormgeving Riesenkind, ’s-Hertogenbosch
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een genereuze bijdrage van: G.Ph. Verhagen-Stichting Stichting tot Bevordering van Volkskracht
160
Rotterdam in de Wederopbouw
Colofon
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISACorganisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © c/o Pictoright Amsterdam 2015. ISBN 978 94 625 8107 4 NUR 693
Rotterdam Hier, dat is Rotterdam. Een oude stad met een jong hart. Een hart dat na de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog verzwakt is, maar niet gebro ken. Met overtuiging bouwt Rotterdam aan het herstel van een stad die nooit af is. Vijfentwintig jaar zal het duren. In die periode, ruwweg van 1945 tot 1970, verrijzen een grootstedelijk cen trum en moderne woonwijken. De nieuwe stad krijgt een vierkant van verkeerswegen, een nieuw centraal station, markante bedrijfsverzamelge bouwen en een geheel autovrij half overdekt winkelcentrum, uniek voor Europa. De meeste aandacht vraagt echter de economische kurk waar Rot terdam op drijft: de havens en fabrieksinstallaties, die geleidelijk steeds ver der buiten de stad komen te liggen. In dit dynamische decor zoeken de Rot terdammers hun weg. In het begin nog wat beschroomd, maar allengs met meer zelfvertrouwen.
Rotterdam in de Wederopbouw
Hier bonkt het hart van de stad
in de Wederopbouw
De gehele periode van de wederopbouw is vastgelegd door fotografen, waar van het werk is vertegenwoordigd in de verzamelingen van het Stadsarchief Rotterdam. Anne Jongstra en Arie van der Schoor, medewerkers van het ar chief, hebben de mooiste foto’s uitgezocht voor het boek Rotterdam in de Wederopbouw. Veel ervan zijn niet eerder vertoond. Beeld en woord samen geven een indruk van de dynamische periode die Rotterdam heeft gemaakt tot wat het nu is: een vitale en veerkrachtige stad.
in samenwerking met stadsarchief rotterdam
www.wbooks.com
anne jongstra
arie van der schoor