3 minute read
De verzamelaar
from GrootSneek 3-2023
by GrootMedia
Gerrit Kan
Heeft Bijna De Grootste Verzameling Balhoofdplaatjes Van Ons Land
Advertisement
Uit nood geboren, want door omstandigheden moest hij zijn verzameling oude fietsen, brommers en motoren, ondergebracht in een heus museum, van de hand doen. Wat hij overhield was klein spul, zoals balhoofdplaatjes. Een kleine honderd. Nú zijn dat er 5300. Gerrit Kan uit Sneek heeft daarmee de één na grootste verzameling balhoofdplaatjes van ons land. Maar er is meer. In huize Kan, verdeeld over twee ruimtes, staat een flinke verzameling carbidlampen, bougies, spatbordplaatjes, boeken en verder geëmailleerde reclameborden, Dinky Toys, motoren en fietsen.
AANGESTOKEN
‘Balhoofdplaatje’. Een leuk Scrabble-woord, denk je in eerste instantie. Het blijkt dat het vooral in het verleden op alle fietsen zat. En daar zijn er door de jaren heen nogal wat van gemaakt. Niet zo gek dat Kan er zoveel heeft, maar er zijn er nog veel meer. Voor de goede orde: het balhoofd is de staande buis tussen de voorvork en het stuur. Daar zitten aan beide zijden kogellagers waaraan het onderdeel de naam dankt. Balhoofdplaatjes zijn eigenlijk merkplaatjes zoals van Gazelle, Batavus, Sparta. Vaak van metaal, maar er zijn ook plastic varianten of transfers, een plakplaatje in goed Nederlands.
“Ik vind zelf dat, als je trots bent op je merk, je er dan een beetje fatsoenlijk balhoofdplaatje op moet zetten”, vindt de 69-jarige Gerrit Kan. “Er is een Amerikaans merk dat er heel veel werk van maakt, maar díé plaatjes zijn dan ook weer erg duur.”
DOORGESNEDEN ISOLATIEBUIS
Postzegels, suikerzakjes en sigarenbandjes kun je leuk in boeken plakken, maar hoe doe je dat met - veelal metalen - balhoofdplaatjes? Vrij eenvoudig: je snijdt in het geval van Kan isolatiebuis in de lengte door, plakte deze op multiplex platen en hangt de balhoofdplaatjes er met spelden op. Het geheel hang je aan een scharnierend systeem en zo kun je ze mooi allemaal naast elkaar kwijt.
Nederland is een land vol verzamelaars. Spaarden we vroeger als kind vooral speldjes, postzegels, sigarenbandjes, modelautootjes en stripboeken, tegenwoordig kun je het zo gek niet bedenken, of het wordt wel verzameld. Er is zelfs een website met alle mogelijke verzamelingen opgericht: lastdodo.nl. Daarnaast zijn er de echte groten, voor wie het huis soms te klein is om alle items te herbergen. Deze maand: Gerrit Kan en zijn verzameling balhoofdplaatjes, carbidlampen, oude fietsen en meer.
Kan: “Ik kijk er vaak naar. Dan haal ik er eens een bord af en zet die op de stoel. Ik had ze al op alfabetische volgorde, maar ik heb ze er laatst allemaal af gehaald en de Nederlandse bij de Nederlandse, de buitenlandse bij de buitenlandse gedaan. Veel werk, maar acht, ik ben gepensioneerd.”
TWEEWIELERMUSEUM
Over hoe het zover is gekomen, zegt Kan: “Ik ben al van jongs af aan geïnteresseerd in alles wat oud is. En helemaal als het dan ook nog met techniek te maken heeft. Ik heb vijftien jaar lang een tweewielermuseum gehad in Workum en organiseerde elk jaar de ‘Made in Holland’-rit voor tweewielers van Nederlandse bodem. Door mijn scheiding heb ik de boel moeten verkopen. Jammer? Ach, dat valt mee, hoor. Je hebt het toch niet voor het eeuwige leven. Maar ik mis nog wel dingen zo af en toe. Zoals een houten fiets. Die had ik niet weg moeten doen. Ik heb wel wat klein spul bewaard en ben toen wat fanatieker die balhoofdplaatjes gaan verzamelen.” Hij zegt het met gevoel voor understatement.
VAN HET ÉÉN KOMT HET ANDER
“Als je een verzameling balhoofdplaatjes van iemand overneemt, blijken er soms ook spatbordplaatjes bij te zitten en wordt dat ook weer een verzameling. Van het één komt het ander. Om het niet uit de klauwen te laten lopen, probeer ik wel een scheidslijn aan te houden, maar (lachend) dat lukt niet altijd. Qua fietsen heb ik er nu nog maar acht. Ik heb niet meer ruimte. En ik heb ook maar weer een oud motorfietsje aangeschaft en vorig jaar van een Engelse kennis een Sacoche motorblok gekocht. ‘Sacoche’ is het Franse woord voor tas. Die motor kon bij wijze van spreken zo in het frame worden geschoven en zo maakte je van een fiets een motor. Daar ben ik mee aan het sleutelen; dat is een meerjarig project in het schuurtje.”
HOE OUDER, HOE MOOIER
“In het begin kocht ik soms hele verzamelingen op. Zomaar twee- of driehonderd tegelijk. Als ik dat nu zou doen, zijn er misschien maar twintig die ik nog niet heb. Dan moet je de rest dus weer kwijt zien te raken en dat lukt niet want in zo’n verzameling zit tachtig procent wat de doorsnee verzamelaar ook heeft.” Dubbele exemplaren ruilt hij vooral met verzamelaars uit Amerika, Letland, Zweden. “Maar de plaatjes uit Nederland vind ik het leukst. Soms staat er alleen een merknaam op de balhoofdplaatjes. Dan zoek ik de gegevens erbij. Vaak via internet in het krantenarchief van Delpher. Dan weet je wie de fiets heeft gemaakt, wie de eigenaar was, waar ze zaten, hoe lang ze geproduceerd hebben of hoeveel balhoofdplaatjes ze hebben gehad.
En je ziet ook vaak de ontwikkeling van het eerste plaatje van messing met ingedrukte tekst, met later plat met alleen een opdruk en nog weer later op aluminium gedaan. Het werd steeds simpeler. Juist die oudste zijn het mooist. En daar zitten altijd een paar tussen die iedereen wil hebben. De heilige graal. Daar ben je eigenlijk altijd naar op zoek. Prijzen varieren van één tot honderd euro. Verzame-
Ook carbidlampen is weer een aparte verzameling in de uitpuilende slaapkamer van Gerrit Kan.