IFKS Skûtsje Magazine 2021

Page 1

Skûtsje magazine

www.ifks.frl

AR A J 0 4 2021

HOOFDSPONSOR

4 0 JA A R

SUBSPONSOR


WIJ FELICITEREN DE IFKS MET HAAR 40 JARIG JUBILEUM!

ADVERTENTIE PAGINA

www.kromhout.com


VOORWOORD

Onmacht

We hebben er met z’n allen keihard voor gewerkt, maar kort voor de start was corona ons opnieuw de baas. Ik wil alle vrijwilligers, wedstrijdcommissie, schippers, bemanningsleden en plaatselijke commissies van de IFKS hartelijk dank zeggen voor al die moeite. Vanzelfsprekend is iedereen teleurgesteld en voelen we ons onmachtig. Dat geldt ook voor de betrokken gemeenten die zich hebben ingespannen om het skûtsjesilen wel mogelijk te maken. De IFKS bestaat dit jaar 40 jaar. In die veertig jaar is de IFKS een geweldige organisatie geworden. Als er geen corona was geweest, waren er dit seizoen 62 skûtsjes van start gegaan. Een prachtige grote groep schitterende skûtsjes. We willen die veertig jaar toch graag met u meebeleven. Via dit IFKS-magazine, waarmee we dicht op het skûtsjesilen hadden willen uitkomen om de realiteit te kunnen beschrijven. Het komt na de IFKS week naar u toe. Dan heeft iedereen toch een beetje het gevoel van skûtsjesilen. De geïnterviewde skûtsjesilers spraken hun verwachtingen uit voor een kampioenschap wat niet doorging. Dit IFKS magazine heeft die verwachtingen zonder meer doorgezet naar het jaar 2022. In het vertrouwen dat we volgend jaar echt van start kunnen gaan. Dan is het 41ste jaar van de IFKS een feestelijke gebeurtenis.

COLOFON

Sicko Heldoorn voorzitter IFKS

Het IFKS skûtsjemagazine 2021 is een uitgave van Ying Media i.s.m. IFKS Stichting IFKS www.ifks.frl Uitgeverij Ying Media B.V. Zwarteweg 4, 8603 AA Sneek Tel. 0515 745005 E. info@yingmedia.nl

Bladmanagement Irma Lok - IFKS Marianne Bouwman - Ying Media Redactie Irma Lok, Eelke Lok

Fotografie ThomasVaer Fotografie Advertenties Ying Media (0515 745005) Ying Mellema, Henjo van der Klok Marianne Bouwman

Vormgeving Frans van Dam (bliidd.nl)

De uitgevers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade als gevolg van niet of onjuiste vermelding van gegevens in deze uitgave. De uitgevers achten zich slechts gehouden tot verbetering in de eerstvolgende editie. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.

4 0 JA A R IFKS skûtsje magazine 2021

3


4

IFKS.frl

4 0 JA A R


Klein is

FIJN HET MOTTO VAN IFKS KONING TONY BRUNDEL

De veertig jaar van de IFKS heeft vele schippers opgeleverd die soms enkele jaren de boventoon voerden in de wedstrijden. Velen daarvan verlieten na een aantal succesvolle jaren met kampioenschappen toch weer de IFKS. Zo niet Tony Brundel uit Gaastmeer. Zodoende werd hij de absolute koning van de organisatie. Onbewust onderstreept hij dat indringend door, als we het over die 40 jaar hebben, te wijzen op twee grote bekers. Die hij won in de speciale wedstrijden ter gelegenheid van de vorige jubileumjaren van de IFKS, het 25- en 30-jarig bestaan. “Die wedstrijden hebben we ook gewonnen.”

Belangrijker was dat Tony Brundel met zijn skûtsje de Lytse Lies zes keer kampioen in de A-klasse werd. Dat is niet zo snel maar weer ingehaald. Sterker, Tony wil voor de zevende keer nog een keer die koningsvlag in top hebben. En als je er van de buitenkant tegenaan kijkt, zou dat best kunnen gebeuren. Want zeker met een ‘koeltsje’ is het skûtsje altijd voorin te vinden. En als je dat roept dan kijkt hij je ietwat meewarig aan en wijst, tikkend met z’n vinger op tafel, wedstrijden met harde wind aan die hij toch ook gewonnen heeft.

Lytse Lies Eigenlijk wil hij helemaal niet toegeven dat hij een ietwat ander (of beter) skûtsje heeft dan de andere deelnemers. Zo op het oog ziet de Lytse Lies er inderdaad hetzelfde uit als de andere skûtsjes. Maar als je in de papieren van de IFKS grasduint, zie je dat het skûtsje wel heel ‘vlot’ ligt. En als je nog een keer goed kijkt, zie je dat de ‘riiswarings’ (vrijboorden) van de Lytse Lies het laagste van de hele vloot zijn. Dan komt het water, maar ook de gang sneller aan boord. XX

IFKS skûtsje magazine 2021

5


X

En dan kijkt hij even nadenkend, en heeft dan een kleine kritische opmerking over de formule waar de IFKS-skûtsjes aan moeten voldoen. Want daar hoort voor hem een ladinkje lood bij. Hij bagatelliseert zichzelf, want daardoor zijn de skûtsjes dichter bij elkaar gekomen. Dat is dus eerlijker. En toch aan de andere kant, elke keer dat hij die 1500 kilo aan boord brengt, doet zijn hart een beetje pijn. Het steeds gelijkwaardiger worden van de skûtsjes maakt een nieuw kampioenschap ook veel twijfelachtiger dan ‘vroeger”. Bovendien stript Tony Brundel op z’n vingers alle schippers af die allemaal vooruit zijn gegaan. Hij vertelt hoe sterk die A-klasse in die 40 jaar is geworden, ook en vooral in de breedte. En nog steeds sterker wordt. Hij kijkt dus met respect naar al die anderen. Dan komt na ons gesprek ineens de ‘Slach by Heech’ en wie staat daar, een paar weken voordat de echte silerij nog zou worden gehouden, zonder geoefend te hebben toch weer als eerste op de eindlijst? Inderdaad, Tony Brundel met de Lytse Lies!

Historie Brundel kwam als twintigjarige al elk weekend uit het westen naar Fryslân om er te varen op een klein skûtsje. Hij heeft het nooit weer losgelaten. Verhuisde naar Gaastmeer en richtte daar, naast camping en jachthaven, een werkplaats in, om

6

IFKS.frl

4 0 JA A R

alle soorten houtwerk voor platbodems te maken: masten, zwaarden, gieken en gaffels. En ook al is hij gepensioneerd, dat doet hij nog steeds. Brundel zag in het eerste IFKS-jaar Nico Hoek kampioen worden. Voor Age Bandstra (“die had toen nog dat vlekkerige zeil, weet je nog?”). Hij wilde meedoen en stapte, in het tweede IFKS-jaar, als bemanningslid aan boord bij Allard Syperda. Eerst met die grote tjalk Boppelâns, later met de Friesland. Kocht later, samen met een aantal anderen de Striidber, waarmee de Zijslings nu varen.


“Jammer”. Een ander woord weet de 70-jarige schipper eigenlijk niet voor die (corona)situatie. Hij heeft in het skûtsjesilen alle tegenslagen kunnen verwerken en met elke wind kunnen zeilen. Hiertegen kunnen hij, en al die anderen die skûtsjesilen tot hun hobby kozen, zich niet verweren. Voor hun gevoel zitten ze allemaal op het water, maar in realiteit zit Brundel in eigen tuin en kijkt enkel maar naar die lokkend wapperende vleugel van de Lytse Lies.

Toekomst

Begin negentiger jaren kocht hij voor zichzelf een tot woonboot omgebouwd skûtsje. De bij de Piip in Drachten gebouwde ‘Ziet op U zelven’. Een klein skûtsje, 14 meter 78. Brundel maakte er 18.85 van en zeilt sinds 1994 mee in de IFKS. Creëerde een eigen bemanning, uit z’n vaste campingbezoekers en met zeilers uit de omgeving. Sommigen van hen zeilen al langer dan 25 jaar bij Brundel. Hij heeft een vaste bemanning. Dat heeft natuurlijk ook invloed op de goede prestaties, je kunt op elkaar rekenen. Bovendien zegt Tony: “het is altijd zo verrekte gezellig”.

Fantastisch Niet dat hij zo’n verschrikkelijk groot trainingsbeest is. Maar donderdagsavonds is het niet alleen gezellig met z’n eigen bemanning maar ook met zo’n 14, 15 skûtsjes op het

Heegermeer, die daar aan het oefenen zijn. Dan doen ze vaak mee. En dan, laat in de avond, wordt het windstil en varen ze terug naar Gaastmeer. “En weet je, dan vaar je door de Yntemasloot terug. Dan staat er eigenlijk geen wind meer. Maar toch loopt de Lytse Lies nog als een speer. Dat gevoel is fantastisch, dat is pas echt relaxen”.

Hij weet dat er straks een eind aan zijn bestaan als schipper komt, “want fysiek wordt het niet beter, ik ben soms zo verrekte stijf”. Eens moet hij dan het roer van het schip waar hij ooit verliefd op werd en nog is, toch overgeven. Maar dat doet hij nóg niet. Hij wil eigenlijk die zevende titel. De ervaring van schipper, bemanning en skûtsje moet hem daar brengen. Eeuwig kampioen van de IFKS. Een organisatie die hem na aan het hart ligt, ongeacht hoeveel er altijd in gediscussieerd is. Tony Brundel haalt de schouders op: “als je 60 schippers hebt, heb je ook 60 meningen”. Zíjn mening is enkel gebaseerd op Lies. Je weet wel.

Die Lytse.

Dat skûtsje heeft de winter 2019-2020 bij het stralings- en coatingbedrijf van Gerard Boltjes in Bakhuizen een opknapbeurt gehad. Van binnen en van buiten. De Lytse Lies is daarna geverfd. Ze ligt er nu prústich bij. Ton Brundel had de prachtig in de lak gezette zwaarden er vorig jaar al aangehangen. Toen de corona kwam overwaaien, moesten daar de hoezen zorgvuldig overheen. Ze blijven ook dit jaar hangen.

IFKS skûtsje magazine 2021

7


De Munniksplaat 4, 8754 HG Makkum +31 6 20302147 De Munniksplaat 4,info@kbalubouw.nl 8754 HG Makkum www.kbalubouw.nl +31 6 20302147 info@kbalubouw.nl www.kbalubouw.nl

Aluminium casco’s en secties tot 25 meter Aluminium casco’s en secties tot 25 meter Gezocht! Cascobouwers en lassers KB Alubouw isGezocht! op korte termijn op zoek naar Cascobouwers ervaren lassers enen cascobouwers lassers van

aluminium Neem contact met KB Alubouwcasco’s. is op korte termijn opop zoek Klaas Kuperus, info@kbalubouw.nl naar ervaren lassers en cascobouwers van aluminium casco’s. Neem contact op met Klaas Kuperus, info@kbalubouw.nl

Frezen, vormen en zetten van Aluminium bouwpakketten en onderdelen Frezen, vormen en zetten van voor de jacht- en scheepsbouw Aluminium bouwpakketten en onderdelen voor de jacht- en scheepsbouw De Munniksplaat 3, 8754 HG Makkum 0515 227 038 verkoop@kbalufrees.nl De Munniksplaat 3, 8754 HG Makkum www.kbalufrees.nl 0515 227 038 verkoop@kbalufrees.nl www.kbalufrees.nl

www.kbalubouw.nl • www.kbalufrees.nl


SKÛTSJEFOTO op behang, aluminium of canvas Wat is er nu mooier dan zo’n schitterende skûtsjefoto aan de muur in je woonkamer, slaapkamer of op kantoor zodat je elke dag kunt genieten van deze prachtige sport!

FOTOBEHANG groots aan de muur! Creëer een statement van formaat in je huis of kantoor en voorzie je muur van een wandvullende skûtsjefoto op naadloos fotobehang. Het fotobehang is een fijn geweven polyester-doek met een PVC coating. Het doek is krasbestendig, waterafstotend en kan gemakkelijk afgenomen worden.

ALUMINIUM kunst met museumkwaliteit Fine-art print gelijmd op stevige aluminum panelen. Door het zwevende effect en hoge kwaliteit print creëer je een kunstgalerij bij je thuis of op kantoor. De foto wordt in fine-art kwaliteit geprint op hoogwaardig fotopapier en wordt verlijmd op stevige aluminium panelen. Je kunt kiezen uit een matte of glanzende afwerking.

CANVAS een klassiek en tijdloos materiaal Een print op canvas doet het goed aan elke wand en komt helemaal tot zijn recht in een klassieke inrichting. De foto wordt in een Fine-art giclée afdrukkwaliteit geprint op spierwit polykatoen canvas van de hoogste kwaliteit en vervolgens strak opgespannen op duurzaam, goedgekeurd hout.

ANDERE MOGELIJKHEDEN

Uiteraard is dit slechts een greep uit de vele mogelijkheden. Wat dacht je van een skûtsjefoto op acrylglas, Xpozer, staal, hout of op fotopapier. Ook kun je er een mooie lijst bij bestellen.

MEER WETEN?

Ga naar www.thomasvaerfotografie.nl ‘Foto kopen’ of scan deze QR-code


VAN ROERIGHEID NAAR STABILISATIE

4 0 JA A R

IFKS na 40 jaar hec

Op 19 december 1981 werd de IFKS geboren. Dat is aan het eind van dit jaar precies 40 jaar geleden. Daarom in dit magazine natuurlijk aandacht voor die gedenkwaardige periode. Niet compleet, dat is ook weer logisch. Bovendien: elk skûtsje, elke schipper, elk bemanningslid, elke plaatselijke commissie heeft zijn eigen historie. Die vinden we hier niet terug. Het gaat om de IFKS als totale organisatie. Of hoe die baby van 1981 een stormachtige jeugd had en nu volwassen is geworden.

De geschiedenis van de IFKS kun je het best beschrijven als je even de voorzitters, die de organisatie heeft gekend, doorloopt. Negen in totaal. Vier ervan waren in hun normale bestaan burgemeester. Maar wie nu dacht dat de IFKS-leden als volgzame schapen achter zulk soort bestuurlijke herders aanliepen, die dacht echt verkeerd. Voorzichtig geschreven: de IFKS heeft een redelijk woelig bestaan gehad. We treden niet in details.

G

Het begon eigenlijk allemaal al voordat de IFKS bestond. De historie van het Iepen Fryske Kampioenskip Skûtsjesilen begint voordat het eind 1981 werd opgericht. De eerste voorzitter was RR IT Gerrit Roosjen uit Franeker. Hij had RO O S JE N een skûtsje gekocht en meldde zich aan bij de enige organisatie die tot dan toe skûtsjesilen organiseerde, de SKS (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen). Die organisatie was in 1945 ontstaan uit de wereld van de Friese beroeps(skûtsje)schippers.

Zij waren deelnemers op persoonlijke titel in de eerste jaren van het bestaan van de SKS. Ze hadden hun eigen skûtsje. Later werden er stichtingen opgericht om de skûtsjes te bewaren, want die schippers gingen over op motorscheepjes. Zo kreeg de SKS 14 skûtsjes, en dat vonden ze de limit. In 1954 waren er nog maar zeven en het skûtsjesilen leek te kapseizen. Daarna sloten steeds meer stichtingen aan en toen Roosjen zichzelf aanbood, was 14 het uiterste, omdat men wilde vasthouden aan skûtsjesilen in Earnewâld en Veenhoop waar de SKS was geboren.

Onrecht

E

Gerrit Roosjen beschouwde het echter als een onrecht dat hij niet werd binnengelaten. Vooral omdat hij oud-SKS schipper Hylke de Vries had aangesteld als schipper op zijn skûtsje. Waarvan hij de naam, toen de SKS nee tegen hem bleef zeggen, veranderde in ‘Ut de striid’. Die strijd was voor hem niet verloren. Hij schreef een advertentie in de krant: wie wil er mee doen aan een iepen skûtsje-kampioenschap. Twaalf schippers meldden zich aan. Ze kwamen bijeen op 19 december 1981, waarbij ook een soort persconferentie was. Het werd een zeer chaotische bijeenkomst, maar aan het eind van de dag was de IFKS opgericht en was Gerrit Roosjen er de voorzitter van. De schippers zeilden in 1982 voor de kust van Hindeloopen en Makkum tegen elkaar. Nico Hoek won. Dat vond Roosjen eigenlijk wat lullig, want hij dacht ook dat Friezen beter met skûtsjes konden omgaan. Veel later werd duidelijk dat Hoek het vlak van zijn skûtsje enigszins had gekield. Roosjen predikte intussen steeds maar weer: wij regelen als IFKS de belangrijkste skûtsje-wedstrijd die

IFKS wedstrijd in 1982.

10

IFKS.frl

4 0 JA A R


4 0 JA A R

hte organisatie

Of zoals de woordvoerder het zei: in het verleden zijn op bestuurlijk niveau wel eens uitspraken gedaan die onzorgvuldig waren en daardoor negatief voor de IFKS. FR

N

A

er in de wereld is, en wij nodigen de eerste drie van de SKS ook uit, dan ‘mogen’ die ook wel meedoen om te proberen echt kampioen te worden. Dat was de sfeer. De SKS’ers kwamen niet. Ze stonden wel massaal op de kant te kijken naar de strijd van een zestien skûtsjes. En ze hoorden dan over dezelfde startproblemen die hun SKS in het begin ook had gehad.

KE

Die opmerking maakte het logisch dat woordvoerder Franke Hoekstra eind 1986 de voorzitter werd. Hij was directeur van een nautisch keuringsbedrijf in Lemmer. Was echt heel druk om de organisatie als eenheid naar buiten te brengen, maar kon niet van zijn succesjes daarin genieten, want in 1989 was hij alweer weg.

HOE

Interne verdeeldheid In het IFKS-orgaan uit 1986 vinden we de volgende tekst: De IFKS had moeite het hoofd boven water te houden. Bestuursleden zaten niet altijd op dezelfde golflengte en de interne verdeeldheid was soms voor schippers en verslaggevers reden tot het uitspelen van personen. Intriges dus. Alle bestuursleden smeten steeds tegelijkertijd tegenstrijdige verhalen de wereld in.

KST R A

Grond daarvan was misschien wel dat twee andere bestuursleden, Klaas Adema en Berend Hof, het Nederlands Kampioenschap skûtsjesilen in Hindeloopen organiseerden. Dat werd door de IFKS, die hun kampioenschap nog steeds eerden als hét kampioenschap, niet in dank afgenomen. Sterker, beide mannen werden later door de IFKS-leden geroyeerd.

De kurk waarop de organisatie, die tot mislukken gedoemd leek, gelukkig toch bleef drijven was de grote betrokkenheid van personen die met eigen handen een zelf gekocht skûtsje opknapten en vaak ook met die schepen de kost verdienden.

De nieuwe voorzitter van de IFKS was de eerste burgemeester. Wiebe Pitlo van W IE Gaasterland-Sloten. Hij constateert in het BE P IT L O orgaan, wat toen slechts zo nu en dan uitkwam, in 1993 dat de harmonie in de organisatie groeit. De IFKS zelf groeit ook, want dan zijn er al 46 skûtsjes. Pitlo spreekt ook voor het eerst over samenwerking met de SKS, zonder aan te geven wie een stapje terug of op zij heeft gedaan. De veiligheid op skûtsjes tijdens wedstrijden is voor beide organisaties belangrijk. Daar vinden ze elkaar.

In 1986 lagen er al 31 skûtsjes aan de start, en de IFKS bestond toen al uit twee klassen. Een vrij vaste ploeg skûtsjeschippers en liefhebbers, druk met elkaar discussiërend over de authenticiteit van de skûtsjes en over wel of geen smeerreef. Achter de bestuurstafel was het ook nog lang niet rustig. Anne Speerstra, een overenthousiaste skûtsjesupporter uit Akkrum volgde Roosjen op. Hij wilde iedereen, die wat zei, gelijk geven en dat werkte niet. Hij was de kortst zittende voorzitter. Een half jaartje.

Gemeentehuis Dat wordt het jaar daarop nog beter, want Jo Bosma, burgemeester van Lemsterland wordt de opvolger van Pitlo. Want op zijn gemeentehuis zit ook directeur gemeentewerken en dat is Jack Cramer, de voorzitter van de SKS. Beide mannen spraken dus veel met elkaar en daar werd alles wat “soepeler” van.

Structuur Voorzitters waren niet de enigen die de organisatie optuigden. Henk Busman, de uiterst actieve secretaris, bracht wat meer structuur in het bestuur. Daarin ook Franke Hoekstra. Hij werd de woordvoerder van de IFKS om te voorkomen dat ieder bestuurslid zijn eigen aparte mening naar buiten bracht als die van de IFKS.

Bovendien wordt de IFKS steeds meer het opleidingsinstituut voor SKS-schippers en -bemanningsleden JO

BO

XX

SMA

IFKS skûtsje magazine 2021

11


MASTEN ZWAARDEN RONDHOUTEN SCHEEPSBETIMMERING SCHEEPSSERVICE

(De Werf 20)

Rondvaartbedrijf P. Brouwer Geheel verzorgd genieten van Frieslands natuurschoon op het comfortabele passagiersschip Simmerwille. Dag-, middag- of avondtochten met uw vereniging, bejaardensociëteit of familiedagen.

Inlichting: ( T ) 0513 - 41 33 72 ( M ) 06 - 531 543 08

www.rondvaartbedrijfbrouwer.nl

Telefoon 06 5510 4706

De Werf 18 8401 JE Gorredijk

Jachtwerf Joh.van der Meulen & Zoon Bondsjachtwerf Speciaal in ronde en platbodemjachten

Selfhelpweg 11 - 13 a/d Woudvaart 8607 AB Sneek 0515 - 413078 info@johvdmeulen.nl www.johvdmeulen.nl www.facebook.com/ jachtwerfjohvandermeulen

Nieuwbouw en restauratie Reparatie Zwaarden en roeren Rondhouten Gebruikte schepen Grote hellingcapaciteit Binnen en buiten

www.scheepsmakelaardijgoliath.nl


IFKS na 40 jaar hechte organisatie X Ook zij hadden zeiltechniek en ervaring nodig, omdat het zeilend skûtsje sinds 1962 (Jan Brouwer) als beroepsvaartuig was verdwenen. Er zijn dan ook al beroepsschippersfamilies die hun jongste generatie het IFKS-leerproces aan doen, Eldert Meeter is zelfs lang bestuurslid van de IFKS. De beide vloten worden meer en meer één groep met dezelfde doelstelling.

wat meer verandering in aan te brengen. Maar hij overleed twee jaar later alweer, waardoor dat werk op het bord van zijn tijdelijke vervanger Cees Amels kwam C te liggen. De scheepsbouwer uit EE SA M EL S Makkum, al tien jaar vaste waarde in het bestuur. Hij komt in de discussie terecht die de IFKS al jaren teisterde: ‘wat is een skûtsje’. Het gaat over de Nynke. Het duurt enkele jaren voordat het schip aangemerkt wordt als een bolschip. En dat is geen skûtsje.

Bosma weet dan ook al, dat Pitlo de IFKS achter zich heeft gelaten als een evenwichtige organisatie met nieuwe statuten. Bosma bouwt dat langzaam uit. Geen grote stappen in-één-keer, kalm aan. Bovendien heeft hij veel steun aan Lieuwe Bergstra die als voorzitter van de Commissie Generaal de regelateur van de wedstrijden wordt. En aan Sieb Bandstra, die varend en skûtsje-omhoog-takelend materiaal voorhanden heeft. En ook de Pro Sport wedstrijdjes in het voorseizoen op het Slotermeer organiseert. De sponsor van de jongens die met ondernemers wilden zeilen, waardoor die in aanmerking kwamen met de IFKS. En zelf leerden ze wedstrijdervaring in die onderlinge wedstrijdjes.

Reglement

W

PE

LA M

O R NSTRA

Willem Hoornstra (en met hem de andere bestuursleden) stabiliseert de organisatie en geeft op 2014 de zaak over aan de vierde burgemeester, oud-gedeputeerde Sicko Heldoorn. Die als bestuurder weet hoe je mensen kan mee laten doen in zo’n organisatie. Zij zijn het belangrijkste. KO Er zijn nieuwe statuten nodig, maar HE LD O O RN daarna hebben de leden hun volwaardige plaats in de organisatie, zonder dat de schippers invloed op hun eigen skûtsje is ontnomen. Alle emoties die voorheen zo ongereguleerd over tafel kwamen, worden nu per vergadering democratisch besloten. C

S

IP

Het enige wat nog een beetje ontbrak, was wat structuur. Sippe Lamme, schipper en bemanningslid werd IFKSvoorzitter in 2003, om daar

HO

SI

De discussies over de metingen, de authenticiteit van de skûtsjes, de lengte van de opstekers, de wedstrijdplaatsen en -data werden afgerond. De IFKS huisde in een vast schema. De reglementen waren redelijk op orde. Al zijn skûtsjesilers wel zo dat ze binnen een paar jaar zulk soort zaken ook weer willen veranderen. De wind waait wel eens uit een andere hoek. Maar de vier klassen hadden een volwaardige plaats, al zaten de B en C klasse wel eens in elkaars vaarwater. Zo’n kleine 65 skûtsjes namen deel. Dat bleek later wel zo’n beetje een vast aantal. De IFKS was een organisatie met 50 vrijwilligers, 1000 deelnemers en 3000 volgers. Dan ben je rijk.

L

Rijk

Als dat klaar is mag de derde burgemeester de heilige functie van IFKS-voorzitter waarnemen: Willem Hoornstra, de vrolijke burgemeester van Gaasterlân-Sleat. Hij krijgt als erfenis van Amels nieuwe statuten en een nieuw reglement, en de IFKS is lid van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond, waar het qua reglement al een hechte band mee had. EM

IL

Door dat soort zaken kon de IFKS een goede organisatie worden. Ook omdat het tal skûtsjes jaarlijks al maar steeg. Twee klassen werden er drie. Maar toen het aantal B-schepen uitbreidde werden ook nog een C-klasse gemaakt en werd de B-klein klasse in 1999 de klasse A-klein. Om het beste kleine schip ook volwaardig IFKS-kampioen te maken.

4 0 JA A R

Dus zijn er nu per dag vier verschillende wedstrijden. Redelijk dicht op elkaar, dat is niet anders. En in een rubberbootje vaart een (brede) man met een fluitje en vlaggetje tussen de skûtsjes door: scheidsrechter Spijkerman. Het laatste toefje rechtspraak van de IFKS.

4 0 JA A R

ME

IFKS skûtsje magazine 2021

13


“Ik hâld fan de IFKS” CEES RIEZEBOS VAN HET BEJAARDENSKÛTSJE

In Grou achter het huis van de familie Roel Wester ligt het skûtsje de Tajefte. Er ligt een zeil uitgespreid op het grasveld, de Technische Commissie heeft het net gemeten. Drie mannen zijn bezig op het skûtsje, de rakbanden worden vastgezet. Het skûtsje ligt er mooi bij. Aan het woord een 70-plusser die niet kan stoppen met skûtsjesilen, Cees Riezebos.

IFKS Cees komt uit de sportwereld. Heeft het CIOS gedaan. Heeft sportscholen gehad. Ook had hij een surfschool op de Snitsermar en het strandpaviljoen was ook van hem. In 1985 kocht hij zijn eerste skûtsje, de Vrouwe Jellie. Hiermee ging hij charteren. Eerst voor de restaurants Schippershuis in Terhorne en Oudeschouw aan het PM-kanaal. Later nam hij het skûtsje mee naar Hindeloopen. Daar begon hij zijn eigen skûtsjearrangementen. Eén skûtsje was niet genoeg, dus de Jonge Jacob kwam erbij. En later ook nog de Nooit Volmaakt. In de beginjaren ‘90 was het niet aan te slepen. Er was zoveel interesse in het varen met skûtsjes. “Varen, varen, varen, ik had geen tijd meer om te werken in het café. Dit was veel leuker”. 25 jaar heeft Riezebos in de IFKS gezeild. Eerst met de Jonge Jacob, in de kleine klasse. Daarna kocht hij de Nooit Volmaakt. “It wie krekt in grutte blommebak”, aldus de schipper. Dus het skûtsje werd goed aangepakt. Verlengd en gestraald. De mast, giek en gaffel, maar ook het zeil en de

14

IFKS.frl

4 0 JA A R

fok, konden ze overnemen van de Gerben van Manen van Heerenveen. In 2004 was de Nooit Volmaakt mooi afgetimmerd. Ze wonnen zelfs de Originaliteitsprijs. In 2006 werden ze kampioen in de B-klasse. “Dat is wol in pikefel-momint, at je dêr yn de tinte steane mei in grutte krâns om en iederien it Frysk Folksliet sjongt”. Daarna een paar jaar heen en weer. Van A naar B naar A, weer naar B.

Daarna bleven ze mooi meedoen in de B-klasse. Zo nu en dan een dagprijsje. De investeringen om mee te kunnen doen in de A-klasse konden ze niet opbrengen. Ze zeilden zelfs nooit met nieuw spul. De bemanning was een stuk jonger dan de schipper, maar de ploeg was wel heel gezellig. Toch werd het tijd om er af te stappen. Cees verkocht het skûtsje aan zijn bemanning, die het skûtsje omdoopte tot de Brijbek. Zijn vrouw was er blij om.


FOTO: SKYDRONE SLOTEN

Tajefte Maar toch …….Hij kookte eten, kaarsje erbij, flesje wijn op tafel. En zijn vrouw vroeg: “Wat moet je me vertellen?” Tja, toen moest hij toegeven dat hij weer een skûtsje had gekocht. Het spijt me, zei hij. “Het spijt je helemaal niet”, zei zijn vrouw en ze had natuurlijk gelijk. Hij had er nog steeds zin in, ook al was hij al 70 jaar. “It grutste gefaar as je stopje, is dat je dan hurd âld wurde”. Ze kochten een eikenboom en vervoerden deze in delen naar de werkplaats. Alles konden ze daarvan maken. Het skûtsje werd helemaal opgebouwd en het roefje ziet er heel erg mooi uit. “Miskien winne we de originaliteitspriis wol wer”, zegt de trotse schipper. Het idee was om met alleen maar 70-plussers te gaan zeilen. “Ik wol graach mei âlde lullen sile, dy’t jong fan geest binne”. Maar het ploegje krasse knarren kon het niet redden. Hoewel ze erg enthousiast waren, misten ze toch een stukje vitale kracht. In 2019 was er veel harde wind, waardoor ze beseften dat ze toch concessies moesten doen. Dus haalden ze er een paar beste beulen bij in de vorm van wat jonge kerels. De bemanning bestaat nu uit een mix van jonge honden en een stuk ervaring. Als zeilteken wilden ze graag 70+, maar dat mocht niet. De rest van de vloot dacht mee, een rollator werd ook genoemd. Het werd een oud mannetje met een stok. Niet leunend op die stok, maar het mannetje zwaait driest met de stok. Ook achter de naam zit een filosofie. De mannen voelen zich bevoorrecht dat ze als oude mannen nog in staat zijn om met elkaar op pad te gaan. Het is een cadeautje, een toegift. Het is een ‘Tajefte’.

Inspirator Schipper Cees Riezebos geeft toe dat hij wel een skûtsjeschipper is, maar geen wedstrijdzeiler. Gelukkig heeft hij Roel Wester naast zich op het achterdek. Dat is wél een echte wedstrijdzeiler. Die denkt zoveel slagen vooruit, Cees leert nog iedere dag van hem. Roel is een inspirator voor de hele bemanning. Hij neemt zijn taak uitermate serieus.

Roel heeft het team samengesteld en is door Cees als trainer aangesteld. Hij maakt zich ondergeschikt aan de Grouster. Want dat is de man met de ervaring, volgens de schipper. Er wordt nu echt getraind. Tijdens het zeilen gaat het zeil wel tig keer naar beneden. Volgens Roel zit het in de kleine finesses. Hij is erg enthousiast, al moet hij wel eens worden getemperd. “Dan hat er it skûm op’e bek”, lacht Riezebos. Als je niet fanatiek bent, hoef je niet mee te doen aan een wedstrijd, zijn de woorden van Roel. Hun doelstelling is om uit de C-klasse te komen. “Dan ha je die gedrevenheid wol noadich”.

Gouden oerkes De bemanning is een vriendenclub geworden. ’s Avonds na het zeilen zitten ze gezellig met elkaar na. De koelbox in het midden. Ze bespreken het zeilen

even en dan komen de verhalen los. “Dat binne gouden oerkes”. Eigenlijk is het maar een dom spelletje, maar met zijn allen genieten ze daarvan. “De moaie luchten, de protters dy’t troch elkoar fleane, it rûzige waar, we beulichje wat ôf en we wurde stronttrochwiet”. En dat maakt het spelletje juist zo leuk. En de organisatie die dit mogelijk maakt? “De IFKS, ik hâld fan die club”. Het is een bonte verzameling mensen. Advocaten, vrouwen en studenten aan het helmhout en nu ook al bejaarden aan het helmhout. Het brengt in Friesland heel wat teweeg. Duizenden mensen, vele huishoudens, gaan achter het circus aan. Heel Fryslân staat op de kop.

“Skûtsjesilen, dat is pas echt mienskip.” IFKS skûtsje magazine 2021

15


Uw duurzame totaalinstallateur!

b u l c s s e n i s u b e • CV-ketels ls lid van d A n e s n • Airco e w S K F I t van he • Ventilatie n e s r e p p i h c s e l l a wij • Elektra ! e o t s e c c u s l e e • Dak- en nning v bemazinkwerk • Service & onderhoud • Zonnepanelen • Zonneboilers • Warmtepompen • Hout / pelletkachels

VCA *

Roodhemsterweg 20 • IJlst Vakinstallateur

(0515) 41 53 07 • www.gebr-sikma.nl

HEGOSTEEN DRAAGT HAAR “STEENTJE” BIJ AAN HET SKUTSJESILEN IN FRIESLAND.

HEGOSTEEN.NL HEGO | JELTEWEI 244 | 8622 DC HOMMERTS | (0515) 44 25 04


Ploegwerkzaamheden Op- en overslag Transport over water Bergingswerkzaamheden

Grind Grond Tegels en Klinkers Stortsteen

Zijsling en Zonen

Riperwei 3 8623 XR Jutrijp 0515-424603

Kaeidyk 5 8711 HD Workum 0515-542153

info@zijslingbv.nl www.zijslingbv.nl Thús op ‘t Fryske Wetter

Bagger- en Aannemersbedrijf BaggerAannemersbedrijf Zijsling en en Zonen B.V. Zijsling en Zonen B.V. Uw partner in: Uw partner in: Baggerwerkzaamheden Baggerwerkzaamheden Ploegwerkzaamheden Ploegwerkzaamheden Open overslag Op- en overslag Transport over water Transport over water Bergingswerkzaamheden

Bergingswerkzaamheden

info@zijslingbv.nl

www.zijslingbv.nl

Zijsling Zijsling Zand en Grind B.V. Zand en Grind B.V. Handel in: Zand Handel in: Grind Zand Grind Grond Grond Tegels en Klinkers Tegels en Klinkers Stortsteen Stortsteen

Bagger- en Aannemersbedrijf Zijsling en Zonen B.V.

Zijsling Zand en Grind B.V.

Riperwei 3, 8623 XR Jutrijp T: 0515 424 603

Kaeidyk 5, 8711 HD Workum T: 0515 542 153

Riperwei 3 8623 XR Jutrijp 0515-424603

Kaeidyk 5 8711 HD Workum 0515-542153

ALLES OVER SKÛTSJES, info@zijslingbv.nl ZEILEN EN MEER www.zijslingbv.nl

Kleinzand 16 SNEEK • WWW.FRIESSCHEEPVAARTMUSEUM.NL


JAN OVERWIJK

“We sile in kear yn de A-klasse” Dat heerlijke gevoel. Het is een zaterdag in augustus en de vloot is aangekomen in Hindeloopen. Schipper Jan Overwijk is dan al een dag zenuwachtig. Het is bijna zover. Dan mogen ze het water op en gaan ze richting start. Jan heeft overal kippenvel. Het gaat beginnen! De eerste wedstrijd van de IFKS is altijd weer spannend. “Dan gean we wer los”. Top en Twel Een oud tot woonschip verbouwd skûtsje komt voor de verkoop bij de jachtwerf van familie Overwijk in Sneek te liggen. Nog voor de eigenaar aan wal stapt, zegt heit Overwijk al dat het schip verkocht is. Samen met zijn zoon Durk bouwt hij het skûtsje weer terug in zijn originele staat. En vanaf 2000 vaart Durk ermee in de IFKS. Zijn broer Jan gaat mee als bemanningslid. In 2006 neemt Jan het roer over en hij zeilt nog steeds met de Twee Gebroeders uit Top en Twel (Oppenhuizen en Uitwellingerga).

18

IFKS.frl

4 0 JA A R

Doelstelling is dat het skûtsje er moet zijn voor het dorp. Er staat dan ook niet voor niets TT in het zeil. En het leeft zeker in het dorp. Daar doen ze dan ook genoeg voor. Ze organiseren rommelmarkten, laten kinderfilms zien in het ruim van het skûtsje en zijn altijd met een stand aanwezig bij bijvoorbeeld Koningsdag. Ieder jaar geven ze een blaadje uit, de Gaffelgroet. Hierin staan de uitslagen, de plannen en hoe de bemanning er uit ziet.

De mensen uit het dorp zorgen zelfs voor het eten tijdens de IFKS. Geen catering voor de bemanning van het skûtsje uit Top en Twel. Nee, iedere dag komt er iemand uit het dorp die hun eten verzorgt. Zo maakt de vader van Jan stamppot, de kroeg zorgt voor


een schippersmaal, een vrouw uit het dorp brengt oosters eten. Maar de eerste vrijdag in Hindeloopen mag de schipper de keuken in. Hij bakt dan pannenkoeken. De financiën worden geregeld door een stichting. Zij zijn de drijvende kracht achter het skûtsje, samen met de schipper. Een hoofdsponsor, de club van 100 en de vele donateurs zorgen er samen voor dat de stichting geld te besteden heeft. Deze stichting bepaalt in overleg met Jan welke investeringen er gedaan zullen worden. De schipper bepaalt zelf wie welke taak heeft op het skûtsje. Tijdens de wedstrijd heeft hij de leiding, daarna gelijk aan de rest.

Zeilen De eerste jaren als schipper had Jan geen plannen. Hij ging gewoon lekker zeilen. Hij leende ergens een zeil, kreeg wat tips en ging weer verder. “Sylden we wer efteroan”. Langzamerhand begon hij het wat door te krijgen. Begon hij de regels wat te snappen. Hij leerde de mensen van de IFKS kennen, maar ook steeds meer schippers. Die hem weer tips gaven. En zo ging het steeds wat beter. En werd hij steeds wat fanatieker. En werd het steeds wat leuker. Afgelopen jaar heeft Overwijk niet veel gedaan met het skûtsje. De zwaarden zijn gelakt. En een foutje is opgelost. Nadat hij twee jaar geleden het skûtsje heeft ingekort tot net onder de 20 meter, bleek er iets niet goed te zijn. Het zeilen ging best goed, maar toch liep het niet. Het schip lag niet lekker op het roer. Met moeite wist hij in 2019 in de B-klasse te blijven. Later dat jaar liep de schipper over het Drachtster skûtsje en dacht, wat zitten hun zwaardgleuven ver naar achteren. Maar bij hen klopte het wel. Dus bij hem niet. De gleuven zijn naar achteren gezet en nu maar hopen dat het skûtsje beter op het roer zal liggen.

IFKS Jan leerde hoe het skûtsje echt werkte. Zeilen kon hij wel, maar nu leerde hij wat er gebeurde als de fok aangetrokken werd, als de voorstag naar achteren werd gezet of als hij de zwaarden verschoof. Hij is nu zover dat als hij iets verandert, hij het ook merkt in het zeilen. In het begin was de IFKS vooral een feestweek, maar intussen niet meer. Zeker, een biertje hoort er bij, maar de bemanning is wel wat volwassener geworden. “Hoe serieuzer je wurde, hoe better je sile”, lacht Jan. Voorkeur voor wedstrijdwater heeft hij niet. Niet echt, want ze oefenen op de Snitsermar, maar daar worden helaas geen IFKS wedstrijden gezeild. Overwijk heeft liever niet te harde wind. Een mooie windkracht 3,4 staat wel op zijn verlanglijstje. Als het hard waait en hij dan wakker wordt, is zijn eerste gedachte: nee he? Maar éénmaal op het water, vertrouwt hij volledig op zijn bemanning. Gelukkig is hij nog nooit tijdens de wedstrijd omgeslagen. Nou ja, niet tijdens de wedstrijd, maar wel op de reis naar Amsterdam, waar ze met het Nederlands elftal zouden zeilen. Voorbij Lelystad, op het Markermeer, het waaide pittig en een zwaard bleef haken in een net. Toen sloegen ze om en zonk het skûtsje af. Dat was letterlijk een dieptepunt. Maar er zijn méér hoogtepunten te noemen. De eerste wedstrijd ieder jaar, de lol met zijn allen aan boord, de feesten, dagprijzen. Dat zijn de belangrijke dingen. Promoveren naar de B-klasse en daar in blijven. En, al zal het moeilijk worden, het zal één keer gebeuren.

“We sile in kear yn de A-klasse” IFKS skûtsje magazine 2021

19


Age Bandstra zeilt nog geregeld mee op Redbad, het skûtsje van zijn zoon Wietse.

20

IFKS.frl

4 0 JA A R


VAN PI TOT DE WET VAN BERNOULLI

Altijd op het water als zoon van een keuterboer Toen in het najaar van 1981 de IFKS werd opgericht, was Age Bandstra er al bij. Het eerste jaar zeilde hij niet mee, hij was met zijn charterschip de Lytse Hylke in Denemarken. Toch huurde hij de laatste dag een auto en reed naar Makkum om naar de wedstrijd te kijken. Nu zit hij in het bestuur en zorgt voor de wedstrijdzaken en kan op die manier nog steeds het skûtsjesilen van dichtbij bekijken.

Keuterboer Geboren in Stavoren, opgegroeid op Rode Klif met zeven broers en één zusje. Hij was de tweede in de rij. Vader werkte in Stavoren en moeder runde de boerderij. Zes koeien, negen kinderen en als schillenboer er wat bij verdienen. Zo groeiden de Bandstra’s op. Age ging dan ook logischerwijs naar de Hogere Landbouwschool met daarachteraan de lerarenopleiding. Twee jaar ongeveer heeft hij les gegeven. Op een lagere landbouwschool, maar ook op de Hogere Landbouwschool en zelfs aan boeren op Terschelling. Daar gaf hij ook cursussen Tractoronderhoud en Hydrauliek aan jongens van het loonbedrijf die naar de praktijkschool in Epe gingen. Bandstra leerde ze de theorie over stromingen, druk, oppervlaktes en inhoud van cilinders. Maar de studenten wilden alleen maar weten wat Pi was.

Opbouwen Ondanks de boerenachtergrond lonkte het water, de schepen. In Laaksum was Sietse Dijkstra een klipper aan het opbouwen. Zodra de school uit ging, was Age daar te vinden. Na zijn militaire dienstplicht moest hij nog een paar maanden wachten voor

hij kon beginnen met de lerarenopleiding. Dus hij ging naar het charterkantoor Vooruit in IJlst. Op de vraag of hij wel eens op een schip had gezeild, antwoordde hij: “Ja hoor, ik ben wel eens mee geweest op een vissersboot en heb het helmhout ook wel eens vastgehouden”. Maar hij had nog nooit écht gevaren. Hij was echter wel handig en begon met het opknappen en repareren van de schepen. Uiteindelijk heeft hij toch de hele zomer geschipperd op de Verwisseling (waar Bas Krom nu mee zeilt). Dit heeft hij vijf jaar gedaan. ’s Zomers met gasten varen en ’s winters het onderhoud. In 1977 kocht Age de Lytse Hylke als casco. Hij bouwde deze helemaal zelf op en in 1980 was zijn eigen charterschip klaar. Tot en met 2007 is de Lytse Hylke als charterschip ingezet. Nu wordt het schip alleen privé gebruikt en wacht het op onderhoud. Bandstra kreeg van de gebroeders Van der Meulen, Johan en Simon, de vraag of hij voor hen wilde zeilen op een skûtsje. De Hoop op Welvaart werd opgeknapt en Age mocht de Harlingen-Terschelling race zeilen. Toen Johan van der Meulen XX

IFKS skûtsje magazine 2021

21


X

de Jonge Jasper kon kopen, nam Age de helft van de Hoop op Welvaart over. Voor 22.000 gulden en het ijzerwerk aan de Jonge Jasper. Na zes weken gingen ze uit elkaar en via Gerrit Roosjen kreeg hij weer een ander klusje. Op de Ut’e Striid zat een zadeldekroef, die er af moest en daarna moest het skûtsje weer opgebouwd worden. In twee weken tijd maakten Age en broer Jappie het skûtsje bijna zeilklaar. Zodat Gerrit Roosjen zich kon inschrijven voor het eerste IFKS kampioenschap met Hylke de Vries als schipper.

IFKS Het jaar daarop deed Age Bandstra zelf mee als schipper. Met de Hoop op Welvaart. Dat jaar werd hij gelijk derde in het klassement. De wedstrijden werden toen nog gezeild in één klasse. In 1986 kwam er een klasse bij en in 1993 waren er al drie klassen. Tijdens die elf jaar als schipper is Age vier keer kampioen geweest en ook vier keer derde. Hij was altijd met het skûtsje bezig. “Elk dûbeltsje gong der yn”. Tot hij er in 1993 klaar mee was. Niet alleen zeilde hij in de IFKS wedstrijden, maar hij deed ook twaalf keer mee aan de Strontrace. De eerste keer was dat met de Verwisseling, met zijn drieën. Later bouwde hij de Hoop op Welvaart om. Een hoge mastkoker om een hoog draaipunt te krijgen, contragewicht erbij. Zo heeft hij nog vaak meegedaan. Dan belt zijn zoon Wietse hem een jaar of vijf geleden op. Hij had een mooi casco gekocht. “Komst even kieke?”. Tja, dan begint het toch weer te kriebelen. Hij helpt zijn zoon het skûtsje op te bouwen, dit keer meer financieel dan met de handen. En zeilt ook nog een paar jaar met hem mee. Maar hun stijl is heel verschillend. “Wietse sylt mei syn holle en ik mei myn gefoel”, zegt Bandstra. Het sturen gaat hem goed af. Hij kijkt niet eens naar een wimpel. “Ik sjoch nei it wetter en ik fiel oan de wyn en tink, it giet net hurd genôch. Jou him mar even del”. Wietse is meer van de theorie. Dus Age stapt van het skûtsje af.

22

IFKS.frl

4 0 JA A R

Age Bandstra tijdens IFKS 1982

Maar hij wil wel in de buurt blijven. Hij wil het meebeleven. En dus komt de vraag van voorzitter Sicko Heldoorn op het juiste moment. Bandstra krijgt de wedstrijdzaken onder zijn hoede binnen de IFKS. De juiste man op de juiste plek, hij heeft ervaring genoeg. Met Pi heeft hij niks meer te maken, wel met de wet van Bernoulli. Age legt uit dat dit de formule is die zegt dat het schip niet vooruit geblazen wordt door de wind, maar vooruit gezogen. Daar hebben alle skûtsjes mee te maken, want anders kunnen ze niet tegen de wind in varen.

Zee Al zeilt hij dan niet meer op een skûtsje, vaart hij niet meer beroepsmatig met de Lytse Hylke, hij is nog altijd op het water. Meestal op de grote wateren. Bandstra is oproepkracht en vaart schepen van de ene plek naar de andere. Over de zee of zelfs over de oceaan. Al is hij wel wat verstandiger dan vroeger.

De Redbad van zoon Wietse Bandstra


De Avontuur van neef Age Bandstra

Neef Jilles Bandstra zeilt met Lonneke

Ooit bracht hij de tweemaster Anna Christina van Tenerife naar Chicago. Het was een schip van 26 meter en de bemanning bestond uit elf mensen. Age heeft in zijn bevoegdheden staan: Master of all sailingships en ze hadden hem dus nodig. Drie maanden deden ze erover en al na drie dagen was de gasolie op. Dus zeilen. Er zaten houten luikjes achter op de roef. “As wy stoarmwaar hân hienen, dan wienen we fersopen”. Toen ze een paar dagen in Amerika voeren, begaf de generator het. De watermaker, die zout water zoet maakte, deed het dus ook niet meer. Dat had niet onderweg moeten gebeuren, dan was het niet goed gekomen. “It is net in trochtochte aksje west”.

Familie Van de acht boerenzoons zijn er drie op een skûtsje terecht gekomen. Siep, Jappie en Age. Ook op bestuurlijk niveau hebben Siep en Age hun stempel gedrukt. In de ‘reboeljetiid’ was Age vertegenwoordiger van de schippers. Toen Pitlo voorzitter werd, nam Siep dit over. In die tijd werd ook de schippersgeneraal opgericht, wat nu de technische commissie is. Deze generatie Bandstra’s zeilt niet meer actief mee. Maar de naam Bandstra verdwijnt niet uit de IFKS. De zoon van Siep, Age, heeft jaren gezeild op de Avontuur, in de kleine a-klasse. Nu zal hij meezeilen in de C-klasse, met de Frya Fresena. De zoon van Jappie, Jilles, zeilt op de Lonneke en zal proberen weer terug in de A-klasse te komen. In deze A-klasse zit Wietse, de zoon van Age. Hij zeilt met de Redbad. Alleen, zonder hulp van zijn vader. Maar die houdt hem wel in de gaten, van dichtbij.

IFKS skûtsje magazine 2021

23



Tiid foar in oare bank? Stap no oer!

! Wolkom

Geertsma Assurantiën T (0514) - 60 33 60 Balk

Hiemstra Financiële Diensten T (0518) - 41 80 80 Sint Annaparochie

Groenhout Financiële Dienstverlening T (0517) - 531529 Witmarsum

Attentiv A Boskma B.V. T (0515) - 580402 Bolsward

Hiemstra Financiële Diensten T (0517) - 39 00 22 Franeker

AQRaad Verzekeringen & Makelaardij BV T (0514) - 566262 Lemmer

Kootstra Assurantiën & Advies T (0511) - 54 44 42 Buitenpost

Assurantiekantoor M. Kruis

Foppie van Terwisga / ‘

‘t Hasker Assurantiekantoor Foppie van Terwisga

t Hasker Assurantiekantoor HindeloopenSJ OUDEHASKE T (0514) - 52 Hasker Utgongen 216 -20 8465 T (0513) - 67 74 00 Oudehaske Noorder Staete Assurantiën b.v. Veldsink-Ferwerda adviesgroep T (0513) 67 74 00 / E info@foppie.nl T (0511) - 460240 Burgum T (0513) - 41 31 78 Joure Meinema Verzekeren & Bankieren Stellema I www.foppie.nl T (0519) - 57 17 45 Dokkum T (0511) - 451997 Kollum

www.meermast.nl * info@meermast.nl

Jo bank tichtby. sneek

heerenveen

deFryskeMarren

bolsward-ijsselmeerkust

Dé maandbladen

met verhalen uit jouw regio op de bank én... online!

HET LAATSTE (SPORT)NIEUWS LEES JE ONLINE OP: WWW.GROOTSNEEK.NL WWW.GROOTHEERENVEEN.NL WWW.GROOTDEFRYSKEMARREN.NL WWW.GROOTBOLSWARD-IJSSELMEERKUST.NL

VOLG ONS! ADVERTEREN? BEL: 0515 745 005


GROENE WAAS STEUNT ABBEGEASTER SKÛTSJE

klaar voor het KAMPIOENSCHAP Begin juli, als de skûtsjes bij Heeg in ‘slachje’ zeilen om alvast te wennen, keken de mannen van het Abbegeaster Skûtsje trots naar hun eigenlijk nog nieuwe zeil als ze aan het eind van de dag de eerste prijs hebben verdiend. Ze zijn er zo verschrikkelijk zuinig op, nadat ze in 2019 met dat zeil al derde werden in de competitie van de kleine A klasse.

Aan de muur van het kantoor van Henk Frankena, met eigen klanten verbonden aan het accountantskantoor Van der Veen en Kromhout in Joure, hangt een geweldig grote foto van dat het Abbegeaster Skûtsje tijdens de laatste race van 2019. “Ja, doe waaide it eins wat te hurd, mar we woene der noch net yn reve. It liket wol moai hè, mei sa’n knikje yn de skoat”. Henk Frankena is schipper van het Abbegeaster skûtsje, maar hij zegt direct “dat it net oer my gean moat, wy dogge it ommers mei ús allen”. Dertien er sterk uitziende mannen blikken ons van de website toe. En wijzen Henk aan om het verhaal van het Abbegeaster Skûtsje te vertellen.

START In dat gezellige dorp tussen Oosthem en Blauwhuis was er in 2009 weer een of andere gezellige avond, waarop de mannen ineens zeiden “dat it wol moai wêze soe dat we hjir in skûtsje hienen”. Frankena, die in die jaren als

26

IFKS.frl

4 0 JA A R


bemanningslid meezeilde met Sietse Broersma van Oudega, was trouwens wel de animator van dat gezegde. Maar het sloeg aan en toen de mannen de volgende dag weer nuchter waren, gingen ze er mee aan de slag. Henk ging samen met Fonger Osinga op zoek naar een skûtsje.

FOTO: SKYDRONE SLOTEN

Dat was niet zo moeilijk, in de skûtsjewereld is bij iedereen bekend welke skûtsjes te koop zijn. De Abbegeasters kwamen snel uit bij de Liefde waarmee Parregaster Lolle Schakel jarenlang in de IFKS zeilde. Dit skûtsje werd op 1905 gebouwd bij de helling van Van der Werf in Warga. Het was toen een skûtsje van dik 15 meter lang. Gebouwd voor schipper Fedde Gearts Kingma van Oentsjerk, die de naam Vriendschap op de kliuwsborden schilderde. Het skûtsje werd in 1931 nog met zo’n twee meter verlengd. Er moest immers steeds meer vracht mee. De naam werd dan ook veranderd in de Hoop.

AANPASSEN En dan komt het merkwaardige verhaal van Abbegea. Ze zeilden met hun Liefde, waarvan de naam al was gewijzigd in Abbegeaster Skûtsje, in de C en B klasse van de IFKS. Ze vonden zichzelf niet overtuigend. Meestal wordt een skûtsje dan verlengd. Grotere skûtsjes hebben nu eenmaal boven windkracht drie een groter rendement. De Abbegeasters sneden het skûtsje ook door de midden, maar haalden er 60 cm af. “Sjoch, dat skûtsje is eins fiersten te smel om noch wer langer te meitsjen, net iens trije en in heale meter. Dus we ha it skip ynkoarte en doe koenen we los in de klasse lytse skûtsjes bij de IFKS”. XX

IFKS skûtsje magazine 2021

27


www.yingmedia.nl

FOTO: THOMASVAER FOTOGRAFIE

Wij feliciteren IFKS met haar 40 jarig jubileum!


X In 2014 werden ze tiende, maar trokken de jaren erna langzaam naar boven. Omdat ze steeds meer ervaring kregen. Bovendien bleek dat het skûtsje leefde in de Abbegeaster mienskip. Daar vragen ze niet naar de gezondheid, maar “ hoe is it mei it skûtsje”. Het is daar een sociaal gebeuren. Dus hebben ze de stoute schoenen aangetrokken en hebben een nieuw zeil besteld in 2019. En ook nog een fok die er goed bij past. En dan kan Henk Frankena trots naar de foto wijzen: ”En doe waarden we tredde yn 2019”. Omdat de daaropvolgende kampioenschappen vanwege corona niet doorging; omdat ze er niet in reefden en heel voorzichtig mee waren, wordt 2022 oogsttijd. Natuurlijk moesten dat zeil en die fok wel betaald worden. Goedkoop is dat spul ook weer niet. De zaken zijn evenwel goed geregeld daar in Abbegea. Historisch klopt hun manier van skûtsjesilen ook wel: immers vrijwel elk dorp had honderd jaar terug een meestal wat kleiner skûtsje, wat diende om goederen, koeien en mensen naar

andere dorpen of markten te vervoeren. Fearskipkes. Dat was eigen. Dat heeft Abbega nu terug, een eigen skûtsje. Sterker, er is een stichting Abbegeaster Skûtsje.

FINISH Dus dragen de Abbegeaster dorpsbewoners/donateurs bij. Die bevolken bovendien in groene steun kleding de oevers bij de wedstrijden. “Dan sit der in griene waas op de dyk”, zegt Frankena. Er zijn natuurlijk ook wat sponsoren. En het skûtsje doet aan “ploechje-silen”, het aloude vervoer van groepjes mensen, die nu voor hun lol mee varen, maar daarvoor wel betalen. Via zijn werk heeft Frankena veel relaties en dat bracht het skûtsje in 2015 zelfs zeilend in Sail Amsterdam. Daar zouden ze vorig jaar ook weer naar toe. Dat kon niet. Hun geduld is bijna op. Een hechte sterke ploeg mannen, die heel veel zelf kunnen als er wat moet gebeuren, gaat los. Hoewel, die start kan nog beter, zeggen ze. Valt mee. Eerste dit jaar in de Slach van Heech, die nog wel werd verzeild.

De groene waas grijnst: eens komt hún jaar.

IFKS skûtsje magazine 2021

29


4 0 JA A R

IFKS.frl

4 0 JA A R



Gevoel geeft de Waaksdom z’n gang ULBE ZWAGA IS ANDERS DAN ANDEREN Het is een ontzaglijk mooi hoekje waar de verbreding van het PM-kanaal de Kûfurd heet, vlak bij de kruising met de Jeltesloot. Als je daar op het terras zit, zie je pas echt hoe geweldig Fryslân in elkaar steekt. Het terras is van Ulbe Zwaga. Hij heeft overdag weinig oog voor die pracht, druk als hij met medewerkers aan het werk is om oude schepen en boten weer vaarbaar te maken. En als hij dan even op zijn terras gaat zitten, gaat zijn oog enkel maar naar het scheepje dat het verst weg in het op-vaartje ligt.

Maar het is tegelijk ook weer het meest dichtbij. Want het is een skûtsje. En Ulbe Zwaga’s leven is skûtsjesilen. Pake Ulbe was godfather en de absolute kampioen van de SKS. Heit Rienk zeilde op diverse skûtsjes en werd daarmee kampioen. Zoon Willem Zwaga staat aan het roer van het Ljouwerter skûtsje en zal de komende jaren vast hetzelfde doen. Ulbe Zwaga was in de eind jaren negentig ook twee keer kampioen met datzelfde Ljouwerter skûtsje. Hij werd echter daarna door leden en bestuur van de SKS geroyeerd. Afgezien van wat er allemaal gebeurde en wat ook niet meer van belang is, voelt hij zich nog steeds niet goed behandeld. Maar het had tot gevolg dat hij van het skûtsjefront verdween, ”mar elke kear as it tsien foar twaën waard, moast ik pisje, lykas foar elke wedstriid”. Hij wist dat hij het niet zou kunnen laten en sloot zich aan bij de IFKS.

Grenzen Immers: “Ik bin op myn njoggende begûn en wurdt nije wike 60, altyd syld”. Nu op het skûtsje de Waaksdom. Ulbe en de Waaksdom hebben zich de laatste jaren veel verbeterd (“want ik bliuw betinken hoe’t it allegear moat en ik bliuw de grinzen, fan wat noch mei, sykjen”). Het resultaat daarvan was dat ze samen eigenlijk in 2019 het laatste IFKS kampioenschap hadden moeten winnen. De Waaksdom zag het levenslicht in 1913 op de helling van Haike van der Werff aan de Langewyk in Drachten, de derde familie Van der Werff die daar een helling had. Het schip kon overigens oostwaarts wegvaren, want de eerste eigenaar was schipper Hendrik Boomsma uit Roden. Het kwam wel in Fryslân terug. Heel vaak bleef de naam op een schip bleef staan, want naamsverandering bracht ongeluk dachten de schippers toen. Maar dit skûtsje heette onder andere de Goede Verwachting, Hoop op Zegen, Malpertuis, de Kukel, Jonge Blom, Stad Dockum, en heet nu, maar dat was ook al de zesde naam de Waaksdom. Het is een 21 meter lang schip, en vier meter breed. Het was na het vrachtverleden dus lang een woonschip in Amsterdam. Het werd weer tot skûtsje getuigd. Diverse IFKS schippers stonden aan het roer. “Ik tink wat te min ambysje, hy wie lêste yn de C-klasse”.

Waaksdom En toen kwam Zwaga. “It wie in te grut skip, we ha der in stikje (88 cm) tusken úthelle om der goed mei farre te kinnen”. Dat mocht al van de verhuurder, Vos Nieuw Amsterdam. Die heeft het schip intussen verkocht aan een (Jouster)

32

IFKS.frl

4 0 JA A R


stichting. Die is opgericht om Zwaga zijn eigen skûtsje te laten hebben. Fans. “Ach ja, we bin der dochs mar wer ynstapt, eins woe’k net mear, mar at je sels eigner binne kin je dochs wat mear dwaan”. Dat was zijn wens. “We ha ek noch mar wer in nij seil besteld”. En dat voor een schip wat zo dicht aan het laatste kampioenschap stond? “Ja, mar dat wie mei hurde wyn. Mei stil waar docht dat túch, wat al sa’n tweintich jier âld is, it net mear goed”. Nog een wonder dat hij met zo’n zeil steeds nog vooruit is gegaan in de IFKS. Nu weet juist Ulbe Zwaga hoe je een tuig er op moet zetten. “Ja, dat is een gefoel”. Hij kan het moeilijk beredeneren. Het zijn de enige momenten dat hij zoeken moet naar een antwoord, als je vraagt naar hoe hij dat nu doet.

Voor de rest manifesteert Ulbe Zwaga zich altijd duidelijk. Ook in de wedstrijd als zijn stem meermalen over het water schalt. Dat deed hij ook even toen hij in 2019 in conflict kwam met Froukje Osinga. IFKS-scheidsrechter Jos Spijkerman mat Zwaga de schuld aan, terwijl hij toch al vol over bakboord lag. Spijkerman geeft nu toe dat het té voorbarig was. Maar het kostte Zwaga uiteindelijk het kampioenschap. Hij maakt er nu niet veel meer van, is blij dat een schipper nu in hoger beroep kan, maar vond het veel belangrijker dat de vloot in 2019 wist dat Ulbe Zwaga weer helemaal terug aan de top was.

Leuk Nota bene in een skûtsjebastion dat hij ook steeds beter ziet worden. Vindt dat heel leuk. Grijnzend: “Ik tink dat de SKS-ers it ferlieze sille fan in soad IFKS-ers”. De IFKS vindt hij een leuke club. En vertelt dan dat een man als Jacob Huisman, oud IFKS-kampioen, eigenaar van een aantal skûtsjes, hem een skûtsje leende voor de IFKS week, en alle nodige veranderingen ook nog betaalde. “Soks is o sa moai”. Als hij even ademhaalt, gaat zijn blik weer naar de Waaksdom. Die ligt dromerig te wachten. Nóg een jaartje. En hoewel skûtsjesilen alles is, en veel

mooier dan corona vindt Zwaga het toch wel prettig. Want dan kan hij nog even nadenken. Over wat voor zeil hij zal bestellen. Want als je beter dan een ander wilt zijn, moet je echt eigen beslissingen nemen. Temeer daar er nog maar één zeilmaker in skûtsjeland Fryslân is, die skûtsjezeilen maakt, Molenaar uit Grou. Die wil niet steeds hetzelfde doen. Bovendien moet Zwaga goed nadenken over hoe je die 182 m2 op de Waaksdom kwijt zal kunnen. Moet de mast verplaatst? Hoe is het dan met de fok? Een echte skûtsjesiler wint in de winter het kampioenschap, als hij nadenkt wat het beste zou zijn. Dát is de gelegenheid, nog een keertje vragen. Wat betekent skûtsjesilen voor Ulbe Zwaga en wat maakt hem tot zo’n uitgekiende goede schipper? Schouders ophalen: “In gave, ik fiel it. Skûtsjesilen is in keunst. Mar ik bin ek oars as oaren”. Anders? “Ja, altyd oanfalle, noait rekken hâlde mei it klassemint. Ik sjoch noait efterom. Altyd foarút, dêr leit it”. Wát daar dan ligt, ziet hij volgend jaar wel.

IFKS skûtsje magazine 2021

33


STRONTRACEWINNAAR MOET FERRARI WORDEN

“De IFKS is samenleving waar je bij wilt horen” Eén van de belangrijkste pijlers van de IFKS is het besef dat al die oude skûtsjes zo goed en veel mogelijk behouden moeten worden. Ja natuurlijk: het zo snel mogelijk de wedstrijden zeilen is belangrijk. Maar ook het werk van al die hellingbazen en -arbeiders om mooie vrachtschepen af te leveren, moet bewaard worden. Juist in de IFKS staan er veel mensen aan de kant die niet bij een skûtsje ‘horen’, maar die het beeld van die dik 60 skûtsjes fantastisch vinden.

Er is zelfs een IFKS-skûtsje wat de naam “behouden” in de stichtingsnaam heeft. Stichting Behoud(en) zeilvaart Yndyk. Aan de boorden van het Heegermeer ligt in het haventje van een ultra moderne woning een oud skûtsje. Al werd het pas in 1925 gebouwd. Eigenlijk dus nog een jong schip. Wel een vaste waarde in de skûtsje-wereld. Schipper is Bas Krom uit Woudsend. Hij heeft wel wat van zo’n oude schipper die altijd bedachtzaam aan z’n pijpje trok voor hij een antwoord gaf. Bas rookt niet, maar wacht wel even voor hij antwoorden geeft. Dan gaat het over beleving. Beleving van de strontrace die hij van 2014 af zes keer won. Over de beleving van die hem passende organisatie IFKS. En de beleving van, om aan een nieuw zeil te komen, langs de elf steden zeilen met het skûtsje.

34

IFKS.frl

4 0 JA A R

Frisia Dat skûtsje is de Verwisseling. In 1925 gleed het van de helling van Jan Oebeles van der Werff aan het Buitenstvallaat te Drachten. Toen wisten die scheepsbouwers zo langzamerhand al heel goed hoe snelle, mooie skûtsjes met een ruim laadvermogen moesten worden ontworpen. Het schip is 19.12 lang, breed 3.62 en heeft 43 ton laadvermogen. Ideaal in die tijd. Dat duurde maar even. Eerst was er de financiële crisis. Daarna kwamen de motoren in - en achter (opdrukkertjes) de skûtsjes. Toen moest ook de Rottevalster schipper Tabe Gjalts van der Schuit afstand doen van de Frisia, die hij had laten bouwen. Die verdween naar Harderwijk. XX


IFKS skûtsje magazine 2021

35


X

In 1969 kwam het schip toch in de skûtsjevloot. Nestor Ulbe Zwaga, veelvoudig kampioen van de SKS, werd door het recreatiebedrijf de Woudfennen in Langweer (Zorab) gevraagd om schipper te worden op een skûtsje wat hij zelf mocht zoeken. Zwaga vond de Frisia. Werd er zelfs een keer reserve kampioen mee bij de SKS.

Verwisseling Het skûtsje verdween daar evenwel al weer na een paar jaar, omdat Zwaga terug naar Grou ging. De Frisia ging naar het verhuurbedrijf Bakker van skûtsjes in IJlst. Die verhuurde het skûtsje ook aan mensen die er mee in de IFKS wilden zeilen. Vele schippers en bemanningen wisselden elkaar op het skûtsje af en daarom werd het omgedoopt tot de Verwisseling. Martin Vlasbloem en Sipke Westra voeren er redelijk succesvol mee in de A-klasse van de IFKS. In 2013 kocht de Stichting het skûtsje aan. Liet vanuit de historische gedachte de naam Verwisseling staan. Bas Krom zeilt er sindsdien als schipper mee. Laste 88 cm skûtsje in de midden. Het zeilt nu in de B-klasse. “Maar er komt volgend jaar een nieuw zeil en nieuwe fok, we hebben net een nieuwe mast, we gaan door naar de A-klasse”.

Al die nieuwe dingen kosten overigens wel het een en ander. Een aantal jaren terug zijn er ook al nieuwe dekken in de Verwisseling gekomen, belangrijk voor het behoud van het skûtsje. En elk jaar is er geld nodig voor onderhoud, de verzekering knalt er ook in. Dus gaat ook de stichting op zoek naar “sponsoren”. Die via de ANBI het geschonken geld van de belasting mogen aftrekken, zo adverteert de stichting.

11-steden Er moest toch iets extra’s gebeuren voor de grote uitgaven die er aankomen. Dus hield de Verwisseling een crowd fundings-actie. Met als

36

IFKS.frl

4 0 JA A R

topic een zeilend ritje langs alle Friese elf steden. De oude schippers wiens gedachten eigenlijk behouden moeten worden, zouden hun hoofd geschud hebben over zo’n idee. Die moesten zich eertijds neerleggen als een brug gesloten was en hij er zelfs met gestreken mast niet onder door kon, Krom kreeg alle hulp van de Friese brugwachters. Al weet hij ook verhipte goed hoe je een mast moet strijken op een skûtsje als je de historie van de oude vrachtvaarders volgt en altijd maar weer ‘door’ moet gaan. De Strontrace. Vanuit Workum naar het Noordhollandse Warmond zeilen, trekken, bomen en


weet dat de snelle skûtsjes van de IFKS zo langzamerhand Ferrari’s zijn. Dat je niet echt meedoet als je alleen behoud belangrijk vindt.

varen, daar een paar zakjes stront afleveren. En dan weer terug. Bas Krom won er zes keer met de Verwisseling. Dus hij houdt meer van de strontrace dan van de IFKS, waar hij (nog) niet in de topklasse zit? Het blijft lang stil. En geeft geen antwoord. “Omdat het hele verschillende dingen zijn”. De Verwisseling moet voor de Strontrace worden aangepast. Dat was het eerste jaar moeilijk, maar is nu zomaar klaar. Hij zeilt de Strontrace met een vaste ploeg van een paar jongens en die weten precies wat ze moeten doen. Het is meer “varen” dan “zeilen”. En dan kom je op het credo van de eigenaar stichting: ‘Leren varen met de historie’.

Toch moeten we een antwoord hebben over wat voor Krom mooier is. En dan blijkt dat zelfstandig scheepstechnicus Bas Krom samen met zijn vrouw een watersportbedrijf aan de rand van de Woudsender Ee en Welle heeft gekocht, het bedrijf Schraa watersport. “En daarmee hebben we het straks zo druk, dat we de Strontrace moeten laten schieten”.

Bescheiden Dat geldt niet voor de IFKS. Hij stond weer helemaal klaar met een deels nieuwe ploeg bemanningsleden die in de oefenritjes ook zouden ‘leren varen”. Een ‘nieuw avontuur’, zegt Krom. Zeker met de nieuwe zeilvoering. Want hij

En toch is Krom een relativist van de eerste orde. Want als we hem vragen naar de toekomstige kampioenen van de A-klasse (‘Sikke Heerschop’), kleine A-klasse (‘Njje dei’) de C-klasse (‘Dokkum’) en we komen bij de, en zijn, B-klasse zegt hij dat het de ‘Trije Doarpen’ zal worden. Té bescheiden. Veertig jaar IFKS. Mooie organisatie, al zou Bas Krom wel willen dat de leden meer zouden kunnen meebeslissen, maar begrijpt de problemen. De IFKS wedstrijden vindt hij ‘superleuk’. En heeft (na even nadenken) misschien wel de mooiste karakterisering van de IFKS:

“een samenleving waar je bij wilt horen.” IFKS skûtsje magazine 2021

37


Al meer dan 30 jaar uw thuishaven in hartje Sneek

Bothniakade 26 - 8601 BM Sneek - T 0515 416 741 - westersnautic@home.nl

Voor de meest uiteenlopende toepassingen in de watersport leveren wij het grootste assortiment PVC stootranden en profielen. PVC heeft een lange levensduur, is weerbestendig en geeft niet af.

Stootranden.nl: Ruim assortiment Uit voorraad leverbaar Montage advies en -benodigdheden Ook in teak look: niet van echt te onderscheiden Samples van onze producten zijn aan te vragen via info@stootranden.nl


Altijd op zoek naar schonere brandstoffen, met betere prestaties

Veenema Olie, Chemie en Energie Druk, druk, druk? Waar haal je toch de energie vandaan? Bij Veenema in Sneek natuurlijk. Als 100% familiebedrijf weten we wat erbij komt kijken om de zaak draaiende te houden. Als leverancier van o.a. GTL Diesel (Gas To Liquid) doen we daarom net dat beetje meer. GTL zorgt voor minder uitstoot van schadelijke stoffen en is bovendien niet gevoelig voor bacterievorming. Dus ook voor uw ultra schone brandstof vaart u naar de jongens van Veenema. Raadpleeg onze website voor de verkooppunten.

Non-stop Veenema T (0515) 42 01 51 |

veenemaolie.nl


Koninklijke Douma Staal uit Sneek

STAALHARDE

SPONSOR De IFKS heeft een koninklijke hoofdsponsor. Niet alleen is Douma Staal in 2019 koninklijk geworden toen het bedrijf 100 jaar bestond, de eigenaar van het familiebedrijf Geert Jan Douma is ook nog Kamerheer van de koning sinds 2014. En daar waar dit soort functies meestal verdeeld werden door personen met blauw bloed en dubbele namen, was de vraag indertijd aan een directeur van een staalbedrijf heel verrassend. Natuurlijk zei Geert Jan Douma toen ja. Al eerder zei hij ja tegen de IFKS. Omdat hij vindt dat een bedrijf ook een maatschappelijke functie heeft. Sterker, het hele bedrijf vindt dat belangrijk. En als je dan weet dat straks de chauffeurs dit magazine meenemen op hun reis, en afgeven, samen met vele meters en kilo’s verwerkt staal, weet het IFKS bestuur dat het hoofdsponsorschap in goede handen is. Er zijn bovendien lijnen te trekken in de historie van het staalbedrijf en de schipperswereld. Daar ging het skûtsje vaak over van vader op zoon. Dat ging in dit bedrijf ook op die manier. Stamvader Jan Douma had een wagenmakerij aan de Oude Koemarkt in Sneek. Hij huwde twee keer. Anne, zoon uit zijn eerste huwelijk nam de wagenmakerij over. Twee zoons uit zijn tweede huwelijk, Geert en Sippe, gaven elkaar na de eerste wereldoorlog de hand en begonnen een ijzerbedrijf aan de Lemmerweg.

40

IFKS.frl

4 0 JA A R

GROOT …. Want het ijzer veroverde in die tijd de wereld. Van spijkers tot boutjes en schroefjes, maar stiefbroer Anne begon zijn wagens ook op ijzer te bouwen. Dat leverden Sippe en Geert. En omdat de auto-industrie opkwam en ook om ijzerwerk vroeg, werd het bedrijf al snel groter en groter. Ze leverden aan alle smederijen in de omgeving. En die groeiden soms ook uit tot grotere ijzer verwerkende bedrijven.

de zoon van Jan Sippe Douma. Je zou bijna de weg kwijt raken in de familiefoto van al die Douma’s, maar dat deden ze zelf niet. De familie is steeds blijven investeren, blijven doorgroeien, blijven inspelen op markt en vraag. IJzer werd staal. Ze verkochten ook machines, maar die tak hebben ze weer afgestoten. Om zich te kunnen concentreren op hun echte werk: staal verhandelen en bewerken in die vorm waar om gevraagd wordt.

Het bedrijf van de Douma’s schoof door naar het Grootzand en daarna zijn er alleen maar uitbreidingen gekomen. Tot het immense bedrijf wat nu aan de Voltastraat in Sneek staat, tegen Oppenhuizen aan. Wat: het is bijna nog groter dan Oppenhuizen.

Die vraag komt van grote en kleine bedrijven. Douma Staal maakt drie gaatjes in een ijzerstripje dat op de roef van een skûtsje wordt gezet. Of palen van twintig meter die op een hoek drie meter de grond in komen en op 34 plaatsen bevestigd moeten worden aan andere ijzerwerken en ook nog gestraald moeten zijn. Of levert staal aan hallenbouwers en machinefabrieken waar staalhard gebouwd wordt. Of ijzermatten die

Douma Staal is een familiebedrijf. Jan Douma, zoon van Geert, en Jan Sippe, zoon van Sippe namen het bedrijf over. Daarna dus Geert Jan Douma,


zou er geïnvesteerd moeten worden in elektro-ovens in Nederland. Dan hoeven we niet meer te slepen met het schroot (gaat nu voornamelijk naar Turkije) en dit proces is vele malen beter voor het milieu dan de productie via hoogovens als in IJmuiden. Douma Staal en Fisher Edelstaal zijn qua elektriciteit grotendeels zelfvoorzienend door gebruik te maken van 3300 zonnepanelen. Een toekomstige uitdaging is de CO2 uitstoot van de vrachtwagens te verminderen. De gewone bedrijfswagens rijden reeds op elektriciteit.

Bovendien heeft broer Douma nog een zusje. Ze heet Fisher Edelstaal. Ze woont aan de Lorentzstraat in Sneek. Daar wordt eigenlijk hetzelfde gedaan als bij grote broer, alleen vind je bij haar geen staal, maar roestvast staal. Het elitaire werk. Daar werken zo’n 30 mensen; aan de Voltastraat bijna 90.

zorgen dat de wereld aan elkaar blijft zitten. Of trailers waar die wereld veilig op kan staan.

..EN KLEIN Groot en klein. Al is het niet zo klein dat je persoonlijk om zo’n stripje kan vragen. Levering aan bedrijven die er mee werken. Met 20 grote vrachtwagens die heen weer rijden naar de Voltastraat, waar het bedrijf alleen maar groter werd. In 1980 werd daar een loods neergezet van 8000 m2, nu is het geheel 33.000 m2 met diverse grote zaag- en boorstraten. Je voelt je klein als je daar binnen bent.

Aan het hoofd van het bedrijf staat algemeen directeur Jan de Groot, een échte Fries uit Steenwijk. Die de Doumawijze van besturen heeft overgenomen: jezelf niet op de borst slaan, maar steeds bereid zijn te investeren en ontwikkelen. Dus kijkt hij ook naar de zaken die de staalindustrie zorgen baren. Het eerste daarvan is natuurlijk de prijs. Alleen dan zit hij net als al z’n staalcollega’s met de handen naar de hemel te wijzen: ze hebben er geen invloed op. De prijzen stijgen door een wereldwijde sterke vraag naar staal, terwijl menig fabriek momenteel met onderhoud bezig is. Ook speelt mee dat door de handelsoorlogen er veel minder importen zijn. De Groot rekent erop dat dat wel weer goed komt maar voorlopig is het duur inkopen en duur verkopen. Er is in Europa bovendien een schrootoverschot en dit schroot is prima te recyclen tot staal. Eigenlijk

SPONSOR Het 100 jaar oude familiebedrijf Douma Staal staat en werkt midden in de wereld. Zo hebben ze natuurlijk veel afleveringen in de scheepsbouw. En zo kwamen ze via via in de wereld van de skûtsjes terecht. Ze hebben ook wel staal geleverd voor verlengingen van skûtsjes. Bovendien is Douma een Frysk bedriuw. Ontstaan en opgezet door een familie uit Sneek. Ze steunen dus Friese sporten. Zoals SC Heerenveen en de schaatsmarathonploeg van Team Frysk. En de IFKS. Douma Staal is hoofdsponsor, Fisher Edelstaal is subsponsor. Sinds 2013 toen de IFKS een nieuwe hoofdsponsor nodig had. Die is er nog altijd. Dat vinden ze ook in dat bedrijf prettig. “Jo moat sa mar rekkenje, it hat ús hert”, zegt Jan de Groot glimlachend. Daar krijg je een koninklijk goed gevoel van.

Jan de Groot

IFKS skûtsje magazine 2021

41



IFKS businessclub Om de IFKS als bloeiend evenement te behouden is een fundamentele basis nodig. Dit alles start bij gemotiveerde vrijwilligers, maar kan uiteraard niet zonder een goede financiële basis. Om dit te ondersteunen is de IFKS Businessclub opgericht. De IFKS Businessclub is bedoeld voor bedrijven die de IFKS een warm hart toedragen, en dit financieel willen ondersteunen. Op die manier blijft de financiële basis van de IFKS gezond. Uw bedrijf moet er natuurlijk ook beter van worden; de visie van onze Businessclub is dan ook om een win-win situatie te creëren.

HOE ZIEN WIJ DEZE WIN-WIN SITUATIE?

Het opzetten van een Businessclub zien wij als een uitgelezen kans om het potentiële netwerk in en rond de IFKS beter te benutten door zakenmensen uit dit netwerk bij elkaar te brengen, kennis uit te laten wisselen, onderling business te laten genereren en te netwerken.

Wij nodigen u van harte uit om deel te nemen aan deze Business club!

Meer weten? Zie www.ifks.frl

4 0 JA A R IFKS skûtsje magazine 2021

43


De beroemde foto van Tom Coehoorn, waarmee een internationale prijs is gewonnen. Schipper Klaas Kuperus en zijn bemanning liggen bijna op bij Eastermar.

44

IFKS.frl

4 0 JA A R


PIEKE op it júste momint Als we in Makkum uit de auto stappen, kijken we even om ons heen. Drie grote loodsen waar met grote letters KB op staat. Aluminium, frezen, roestvrijstaal, de heren Kuperus en Bleeker kunnen alles. In welke loods zouden we de schipper van het Makkumer skûtsje kunnen vinden? Gelukkig komt hij er al aan lopen en we krijgen eerst een rondleiding. In de ene loods ligt een casco wat volledig van aluminium is gemaakt. Het moet een soort race-kruiser worden van 24 meter lang. In de andere loods staat een freesmachine, de enige hier in het noorden. Via de computer worden de opdrachten gegeven en de machine snijdt de stukken precies op maat en in de juiste vorm...

IFKS skûtsje magazine 2021

45


H

et ziet er indrukwekkend uit. Twee mannen houden de computer en het apparaat goed in de gaten. Dan gaan we naar de koffiekamer van Bleeker RVS. Hier straalt het een en al skûtsjesilen uit. Foto’s aan de muur, prijzen op de planken, wimpels aan het plafond. En op de tafel liggen de nieuwe naamborden voor het skûtsje.

Eeltje Baas Als er tijdens de voorgaande jaren een vraag werd gesteld door de jonge bemanningsleden, werd deze vaak beantwoord door heit Eeltje Kuperus. Hij had veel ervaring en kon het goed overbrengen. Het onderhoud werd grotendeels door Eeltje gedaan. Als er na een training punten werden genoemd die veranderd moesten worden, dan zorgde hij ervoor dat het voor de volgende training klaar was. In de zomer van 2020 overleed hij, wat een heel groot gemis voor de familie, maar zeker ook voor de bemanning van het skûtsje uit Makkum is. Zij eerden hem op een heel speciale manier. Al had het om hem waarschijnlijk niet gehoefd, zijn vrouw Marijke heeft het skûtsje met een bierflesje omgedoopt. Het skûtsje heet voortaan Eeltje Baas. De Zes Gebroeders was destijds, in 2011, een logische naam, al vonden ze het niet echt een mooie naam. Maar ook een oproep in het Makkumer krantje De Belboei leverde niet iets beters op.

Zes mannen kochten samen een skûtsje en zeilden namens het dorp Makkum. Schipper Klaas Kuperus, zijn zwager Gerard Bleeker, heit Eeltje Kuperus, pake Gerrit Verbeek en twee vrienden werden eigenaar van het in 1904 gebouwde skûtsje. Na een paar jaar trokken de vrienden zich terug, zodat er nog vier ‘gebroeders’ overbleven. Drie daarvan zeilden actief mee. Met zijn zessen kochten ze het skûtsje en financierden ze het materiaal. Eerst werd alles tweedehands aangeschaft en ieder jaar kon er iets nieuws worden gekocht. Dit werd mogelijk gemaakt door de sponsoren die ze kregen. Uit Makkum, want het leefde daar wel. Vroeger werden er ook IFKSwedstrijden gezeild en dus was er al snel een binding tussen skûtsje en dorp. Ook nu is dat duidelijk te merken. De Club van 100, sponsoren en een grote donateursclub, samen steunen ze het skûtsje van Makkum. In 2020 zou er eindelijk weer een wedstrijd bij Makkum gehouden worden. De Watersportvereniging

46

IFKS.frl

4 0 JA A R

bestond 35 jaar en het skûtsje 10 jaar. Samen zouden ze een wedstrijd houden met een aantal A-klasse skûtsjes, aangevuld met een paar SKSskûtsjes. De vissersvloot zou met gasten varen, zodat iedereen de wedstrijd goed kon volgen. Alles was al geregeld, tot en met umpire en wedstrijdleider aan toe, maar helaas kwam er Corona. Toch liggen de plannen er nog. Hopelijk slagen ze er in om de komende jaren de eerste wedstrijd te laten zeilen en wordt er zodoende een nieuwe traditie gestart. De afgelopen periode was rustig voor de bemanning. Het skûtsje is door een scan geweest en daar kwam onder andere uit dat de opsteker niet recht zat. Dit en nog een paar dingen zijn aangepast, zodat het in theorie helemaal klopt. Maar dat is het niet alleen, zegt de schipper. “It skip moat rinne en het team moat op elkoar ynspyle wêze”. Dat laatste moet wel lukken, er zijn geen wijzigingen in de bemanning. Na een dik jaar zonder elkaar, blijkt het team al snel weer een eenheid. In 2019 had het skûtsje uit


Makkum een nieuw grootzeil, waar maar vijf keer mee gezeild is. Er ligt ook nog een nieuwe fok, dus ze zeilen met een nieuw setje. De doelstelling is bij de eerste drie te eindigen. Maar Klaas zegt er gelijk bij dat als je bij de eerste tien eindigt, je het goed doet. Zoveel kanshebbers, die dicht bij elkaar liggen. “We moatte pieke op it júste momint”, lacht de schipper. Hij hoopt op harde wind. Dan hebben ze alles in de macht. Al is het niet te hopen dat het pas tijdens de IFKS-week hard waait. “Dan is it wol even spannend, foaral it earste slachje”, aldus Klaas.

In flaachje Aan de muur hangt een fotobehang van de meest beroemde foto, gemaakt door fotograaf Tom Coehoorn. Hij heeft er een internationale prijs mee gewonnen. Het moment van de foto was heel spannend. Ze zeilden in de Wâlden bij Eastermar en ze lagen bijna om. Het roer was al uit het water, maar met een gelukje kwamen ze weer overeind. “Tja, we hienen even in flaachje,” zegt Klaas heel nuchter.

Nu bleven ze dus droog, maar de schipper heeft al eens omgelegen met het skûtsje. Acht jaar geleden, tijdens de Slach om Heech, terwijl het maar windkracht 4 was. Een nieuw zeil, het achterlijk heel strak, één vlaagje en ze lagen om. Met behulp van Zijsling waren ze ook binnen tien minuten weer overeind. “We ha trije amerkes wetter út it skip helle en we koenen middeis wer sile”.

Kampioen In 2011 begonnen de mannen uit Makkum in de C-klasse. De eerste wedstrijd in Hindeloopen werd gelijk een bijzondere. Als 12e om de eerste boei. “Starte koene we noch net”. Maar de wind draaide en het halfwindse rak werd steeds meer voor de wind. Dus gelijk overstag, één lange slag en ze kwamen als eerste bij de bovenboei, met wel een paar honderd meter voorsprong. De eerste prijs was binnen. Ook de laatste wedstijd kon de vlag in top en ze promoveerden gelijk naar de B-klasse.

de A-klasse. Nog steeds zeilden ze deels met tweedehands spul, maar in 2015 kregen ze ook nieuwe zeilen. Dat jaar werden ze eerste bij de wedstrijd in Stavoren. Het jaar daarop, 2016, werd hun jaar. Alle dagen voorin zeilen. Slecht starten, het maakte niet uit, bij de eerste boei lagen ze weer mee vooraan. Geen wedstrijd gewonnen, maar wel kampioen. Dat was een prachtig feest. Dat het ook anders kan, merkten ze het jaar daarna. Met nog één wedstrijd te gaan, stonden ze op degradatie. De finalewedstrijd in Lemmer werd uitgesteld. Er was geen wind. Gelukkig voor de Makkumers kwam die wind er wel en konden ze starten. Ze werden derde en mochten in de A-klasse blijven. Hoewel ze al zes jaar in de A-klasse zeilen, zijn ze nog maar één keer eerste geworden. “Dat is al in doelstelling op sich”, volgens Klaas.

“We gean foar de oerwinning”

Daar bleven ze twee jaar. In 2013 werden ze tweede en ze mochten naar

IFKS skûtsje magazine 2021

47


De wedstrijdleiding zet de boeien uit

WEDSTRIJDEN IFKS PROFESSIONEEL VERZORGD

Te druk en te leuk

Saskia Westerhoff is een contradictio in terminis. Als je haar, als wedstrijdleidster van de IFKS, op het startschip ziet staan, is het een kalme, bewuste vrouw, die met haar vingertje een dikke zestig schippers dwingend bestuurt. Maar als je in het voorseizoen daar even met haar over wilt praten, blijkt het een uiterst druk, levendig mens, dat zichzelf bovendien zo nu en dan ook nog wel eens tegen spreekt, omdat ze sneller praat dan dat ze denkt. Ze ligt met haar sleepboot, waarop ze woont, aan de Grons tussen Gaastmeer en Nijhuizum. Dicht bij de fietsenoverzet, vlak achter de ligplaats van het Gaastmeerder skûtsje van de Leenstra’s. Kortweg zit ze, als ze thuis is, toch in en op water, skûtsjes en dus ook IFKS.

Eindverantwoordelijk “En ik ben dus eindverantwoordelijk”, zegt Saskia, zonder enige trots. Ze heeft

48

IFKS.frl

4 0 JA A R

SK

In 2003 werd ze zelfs nationaal wedstrijdleidster en sinds 2008 dirigeert ze de IFKS, nadat ze een aantal jaren assistent was geweest om te wennen. Wedstrijdleider is een hele klus. Dat was daarvoor al gebleken met haar voorganger Gerlof van Wieren. Aan de skûtsjewedstrijden zit een dimensie meer dan aan ‘gewone’ zeilwedstrijden. Dat heeft te maken met dat de IFKS de hele dag op het water is.

Het betekent dat de gezelligheid, toch een kenmerk van de IFKS-week, geheel aan haar voorbij gaat. Want ‘s morgens om zes uur gaat haar wekker al. Dan stromen de weerberichten binnen. Ze heeft ook contact met Piet Paulusma, gespecialiseerd in het weer voor Friese evenementen. Kijken naar wedstrijd water, route IA maken. De jongens met de W ES boeien op pad sturen. TER H SA

Ze is een in Groningen werkende Brabantse mondhygiëniste. Maar net als de meeste Nederlanders kwam ze om te zeilen vaak naar Fryslân. Daar kun je dat onbeperkt nog steeds doen. En toen ook nog bleek dat haar kinderen van recreatief zeilen naar de wedstrijdbootjes gingen, verdiepte Saskia zich in het wedstrijdreglement van het watersportverbond. Ouders zijn de echte vrijwilligers in de sport.

op het startschip een tiental mensen staan, die ze moet ‘managen’. Ze noemt dat in de skûtsje-taal: “ik ben de schipper”. Vertaald: die mensen aan de gang houden. Dat kun je alleen doen, als je verstand van zaken hebt.

Dan om acht uur het palaver. Naar aanleiding van de corona zou ze dat al aanpassen en het lijkt wel waarschijnlijk dat het idee om dat digitaal te gaan doen in de toekomst toch gaat werken. Dan kan ze direct naar het startschip. Want om kwart over negen liggen de skûtsjes uit de C-klasse al stampend op hun startseinen te wachten. Die seinen bestaan uit geluidssignalen, wimpels, pilonnen en vlaggen. Die wapperen allemaal op de Nautilus, het startschip. Dat is eigendom van Zeilvereniging Workum.

Zeilvereniging Die zeilvereniging is uniek voor de IFKS. Ooit had de voormalige wedstrijdleider Siep Bandstra een paar vrijwilligers nodig en dat waren twee Workumers. Uit die medewerking ontstond de situatie die er nu is: De IFKS huurt van de zeilvereniging Workum drie commissieschepen en een aantal rubber boten en zo’n 20 vrijwilligers om de wedstrijd goed te laten verlopen. De IFKS zeilde nooit in Workum, maar juist die zeilverenging organiseerde wel heel veel (ook internationale) OFF wedstrijden op het IJsselmeer. Ze hebben dus ervaring en de IFKS zit vier wedstrijden op dat meer. Soms, heel soms, zegt voorzitter Reinier Persenaire, komt het voor dat ze tijdens de IFKS ook wedstrijden bij Workum hebben. Ach, dan halen ze weer ergens anders wat materiaal vandaan. De IFKS is die week van hen geworden. Als de C klasse gestart is, kan Saskia Westerhoff niet even bijkomen in de leunstoel. Want aan de horizon komen de eerste zeilen van de B-klassers al omhoog. En als die hun


Na de wedstrijd worden de boeien opgeruimd

Klaar voor de finish Overleg op het startschip

spelletje spelen, komen de kleine a-klassers al tevoorschijn. En als die kleine skûtsjes hun wedstrijd zeilen, wordt de ruimte er omheen ingevuld door de grote A-klassers. De hele dag ligt het wedstrijdwater vol met de 63 skûtsjes van de IFKS. Maar de wind zit niet de hele dag in dezelfde hoek, er moet voortdurend van route worden gewisseld. Dat wordt Saskia verteld door het wimpeltje aan een stokje dat ze in de hand heeft. Daarbij moet ze het soort route aanpassen aan de deelnemers en publiek. Meest Olympisch, maar de A klassers zo nu en dan ook een gateroute.

Wind “Ik ben wel eens gevloerd door de wind”, zegt Saskia. Twee soorten wind. Te hard is stoppen of niet eens beginnen. Te stil is wachten op de eerste vlaagjes. De klok tikt intussen door, een zomerdag duurt niet langer dan 15 uur. Wind is grillig. Daarom heeft Saskia ingesteld dat er constant rubber boten met commissieleden bij de hoogste boeien liggen. Daar moet goede communicatie mee zijn. Want soms is die hoogste boei flauwe kul en moet er een extra (blauwe) boei komen te liggen. En dat moet dan weer bij de vorige boei met signalen worden aangegeven. En dan doen die dik 60 deelnemers niets anders dan zo vroeg en hoog mogelijk te starten op een lijn die ietsje stuurboordgunstig, maar wel in de wind, gelegd moet worden. Dat risico levert weer vele valse starts op. Nummertjes omhoog, of als er meer dan drie zijn, moet er weer opnieuw gestart worden. Dat kost tijd, en die is er eigenlijk niet omdat de volgende klasse ligt te wachten.

Saskia Westerhoff is eindverantwoordelijk voor de wedstrijd. Ze prijst dat de schippers steeds beter het wedstrijdreglement leren kennen, waardoor er minder fouten en aanvaringen worden gemaakt. Ze prijst de hele IFKS met het aanstellen van scheidsrechter Jos Spijkerman, die signalerend, vlaggend, schreeuwend en toeterend schippers dwingt tot een strafrondje, of zelfs uitsluiting.

Umpire Umpire Jos Spijkerman heeft zichzelf een subtiel remmetje opgelegd. Hij is de hele dag alleen de scheidsrechter bij vier wedstrijden, waar de velden enorm uit elkaar kunnen liggen. Eigenlijk moet je een wedstrijd met minimaal drie umpires bekijken. Die zijn er niet, Jos moet het alleen doen. Hij doet het volgens de schippers goed, maar een enkele keer kan hij zich vergissen, vooral als hij niet alles goed kan zien. Zoals misschien een aantal jaren terug met Eastermar op het Tjeukemeer. Zeker in 2019 op het Heegermeer met Ulbe Zwaga. “We hebben besloten dat als ik het niet zeker weet, dat ik geen straf opleg. Dan moet de protestcommissie het maar uitzoeken. Dan ben ik alleen een ‘getuige’”. Maar alleen in uitzonderlijke gevallen. Het is overigens zo dat een schipper een opgelegde straf niet hoeft uit te voeren. Dan moet zijn tegenstander een protest indienen. En die staat wel sterk, want die heeft Jos Spijkerman aan zijn zijde. Die Spijkerman is de enige internationale umpire in de zeilsport, die er in Nederland is. Hij vindt dat er meer umpires bij de IFKS zouden moeten komen. Hij heeft wel eens

wat balletjes opgegooid, maar de (nationale) umpires vinden het direct nemen van beslissingen op het water aan de riskante kant. Maar dan kan Jos Spijkerman dus nooit stoppen bij de IFKS. Hij lacht zachtjes, want daar denkt hij niet aan. Al zal hij wel proberen meer umpires bij de wedstrijden te krijgen. “We moeten proberen het leuk voor hen te maken”. Hij vindt het leuk. Net als Saskia, die veertigjarige IFKS die elk jaar N UM MA P IR E een prachtig evenement J O S S P IJ K E R organiseert, leuk vindt. Daarom zijn er ook al 63 skûtsjes. En dan komt de onvermijdelijke vraag: wat als het deelnemersveld nog uitgebreider gaat worden, er zijn nog veel meer skûtsjes. En de IFKS is opgericht voor iedereen die wilde deelnemen. Ze heeft nu soms al hoofdpijn van Koos van Drunen die in de kleine a-klasse soms twee routes achterligt. Wedstrijdleiders moeten geen rekening houden met de eersten, maar met de laatsten. Ze mompelt het woord kwalificaties, maar trekt dat ook weer in. Dat is aan het bestuur en leden van de IFKS. “Ik ben benieuwd”, mompelt ze. Zover is het niet. Ze hoeft in de tussenperiode niets anders meer te doen dan haar vakantie te plannen als de IFKS zeilt. Vakantie? “Nou ja, het is wel heel druk ja, maar geweldig leuk om te doen”. Dan geeft ze in Hindeloopen weer het sein voor het eerste startschot. ’s Morgens stipt kwart over negen.

IFKS skûtsje magazine 2021

49


“We krije aanst les yn silen” PIETER JILLES TJOELKER

In de loop van 40 jaar is de IFKS-vloot uitgegroeid met een dikke 50-tal skûtsjes. Sommige van die skûtsjes werden helemaal van te voren zo goed als mogelijk opgetuigd. Dan werd zo’n ‘nieuwe’ meteen kampioen in de C klasse. En het jaar daarop ook nog B-kampioen. En heel bijzonder, maar het jaar daarna werden ze kampioen in de A klasse. Iedereen zei twee jaar geleden dat de IFKS het ook met de Sterke Jerke zou beleven. Schipper Pieter Jilles Tjoelker en zijn mannen leken er helemaal klaar voor te zijn. Maar het is nog steeds afwachten of het ook uitkomt. Twee jaar geduld hebben. Schipper en bemanning zijn overigens begonnen in de kleine a-klasse. Met de Engelina Smeltekop. Daar hebben ze twee jaar mee gezeild. En zijn daarmee ook al twee keer kampioen geworden. Daarna kregen ze de kans om een groot skûtsje te kopen en helemaal naar smaak te verbouwen. Het begin van een sprookje? Even uitleggen.

Is het schip nu zo goed… Ja, het schip is goed. Het casco is gekocht door Pieter Kooi. De bemanning heeft het

50

IFKS.frl

4 0 JA A R

zoveel mogelijk zelf opgebouwd. Helemaal zoals ze wilden. Schipper Pieter Jilles Tjoelker is decorbouwer ijzerwerk. Hij kan dus heel veel zelf. De zeilen, de mast en dergelijke hebben ze aangeschaft, via een stichting. Het skûtsje ziet er prachtig uit. Het is in een heel goede conditie met hele mooie spullen. Het afgelopen jaar hebben ze behalve geschilderd, alleen een nieuwe overloop gemaakt. De mast staat goed en aan de stagspanning komen ze niet. Het skûtsje is goed, daar hebben ze alle vertrouwen in. Ze hebben het schip aan de praat.


Iedereen is daar op tijd bij de start, het is een echte competitie. Het wordt spannend, en realistisch: “Ik bin bang dat we noch wol wat syl les krije,” aldus de bescheiden schipper.

Skûtsjesilen

…of is de bemanning nu zo goed? Ook dat zit wel goed. Het team is nauwelijks gewijzigd sinds ze zijn begonnen op de Engelina Smeltekop. Iedereen is gemotiveerd. Tot dik in de winter zijn de mannen ermee bezig. Ze hebben veel geleerd in de a-klein. En nog meer geleerd in de C- en B-klasse. Ze blijven ook nu nog steeds leren. Veel trainen om maar beter te worden. Goed aan de wind zeilen, overstag gaan, starten, goed bij de boeien uitkomen, alles moet goed gaan.

Dus, is het schip nu zo goed of is de bemanning zo goed? De schipper begint te lachen en zegt “beide.” Dat belooft wat. Maar Pieter Jilles blijft nuchter. Er zitten hele goede zeilers in de A-klasse. Het wordt een heel nieuwe ervaring voor hen.

De ouders van Pieter Jilles hadden een skûtsje om te charteren. Op die manier raakte Pieter Jilles al vroeg bekend met het skûtsjesilen. Toen hij 17 jaar was, ging hij als maat mee bij Skûtsjevaart uit Grou. Hij maakte kennis met Henk Regts, die vroeg of hij mee wilde zeilen. Dus hij stopte na 4 jaar als maat, want wedstrijdzeilen was veel leuker. Na 7 jaar gezeild te hebben met Henk, stapte hij over naar de Engelina Smeltekop. Hij werd adviseur bij Johan van der Meulen en na twee jaar nam hij het roer over. En werd gelijk twee keer kampioen in de kleine a-klasse. Het thuisdorp van het skûtsje is Earnewâld. Een echt skûtsjedorp. Zit je in de kroeg, heb je voornamelijk praat over skûtsjesilen. Heb je wat nodig, is er altijd wel iemand die kan helpen. Moet het skûtsje uit het water worden getakeld, geen probleem. En word je kampioen, dan word je gehuldigd bij het skûtsjemuseum.

Kampioentje In 2017 maakt de bemanning van de Sterke Jerke zich op voor de C-klasse. Met alleen een harde-windfok van Walter de Vries en een grootzeil te leen van de Striidber gaan ze naar Lemmer Ahoy. En het waaide niet. Maar ze wonnen wel. Ook de IFKS-week gaat

erg goed. Ze worden kampioen. Een jaar later in de B-klasse. Alle dagen eerste. Dus weer kampioen. Schipper Pieter Jilles zegt niet een voorkeur voor een bepaalde wind te hebben. Met harde wind zeilt het schip heel goed. Maar met licht weer is het ook weer een leuke uitdaging. In de baai bij Lemmer vindt hij het heel mooi zeilen, met het publiek zo dichtbij. Maar eigenlijk maakt het wedstrijdwater hem niet uit. “As der wetter stiet en wyn is, dan binne wy al gau tefreden”.

Strontrace Het eerste kampioenschap met de Engelina Smeltekop was toch wel een heel bijzondere gebeurtenis. Het was heel spannend en werd pas in de laatste wedstrijd beslist. De mannen zeilen overigens niet alleen in de IFKS. Deelnemen aan de strontrace is iets wat Pieter Jilles prachtig vindt. Hij heeft wel tien keer meegedaan. Ook al een keer met de Sterke Jerke. Hij noemt het een prachtig avontuur. En heel verslavend. Je bent met een kleine groep op elkaar aangewezen. Er mag wat meer, qua zeilen bijvoorbeeld, Het uitvinden van dingen, dag en nacht door grachten ‘grieme’. Met windkracht 5 à 6 over het IJsselmeer denderen. In het donker. Dat is ook heel spannend. De Sterke Jerke zal ook dit jaar weer meedoen. Het is een heerlijke seizoensafsluiter.

“It is krekt sa moai as de IFKS” IFKS skûtsje magazine 2021

51


4 0 JA A R

IFKS.frl

4 0 JA A R



Van hobby tot professioneel fotograaf Als je een foto nodig hebt van een skûtsje, denk je al snel aan Tom Coehoorn. Toch was hij niet altijd fotograaf.

54

IFKS.frl

4 0 JA A R


H

ij werkte jaren terug bij de Leeuwarder Courant als marketeer en verzorgde onder andere evenementen. Het was een drukke baan, met deadlines en veel stress. Hoewel hij dat toen nog niet door had. Tot hij in 2007 een keer onderweg was naar zijn werk en vlak na zijn vertrek terug naar huis ging. Last van zijn rug en druk op de borst. Thuis op de bank belde hij de ambulance. Alleen thuis, maar gelukkig steeds bij bewustzijn. Op handen en voeten kruipend naar de voordeur om het ambulancepersoneel binnen te laten. Na een injectie voelde hij zich wel weer aardig. Maar hij moest wel mee naar het ziekenhuis. Vanaf dat moment was hij hartpatiënt.

FOTO: JOUKE COEHOORN

De cardioloog vroeg Tom of hij ook een hobby had. “Jazeker, ik zeil op een skûtsje.” Hij zeilde bij Lolle Schakel en trok daar aan de schoot. Hij ging zelfs drie keer in de week naar de sportschool en was dus heel fit. Tot zijn hartinfarct. De arts vond dit niet ontspannend genoeg en dus ging Tom op zoek naar een nieuwe hobby. Hij kocht een camera en zocht mooie landschappen op. Het gaf hem zelfvertrouwen om weer alleen te zijn. In de Kale Duinen bij Appelscha of bij de Snitsermar, daar kon hij mooie plaatjes schieten. Hij mocht dus niet meer op het skûtsje meezeilen, dat gaf te veel stress. Dus ging hij vanaf de kant de schepen fotograferen. De fotograaf bij de Leeuwarder Courant hield er mee op en ze vroegen of Tom dat wilde

doen. Dat wilde hij wel. Ook bij Penn hadden ze een fotograaf nodig voor de skûtsjekrante. Bij de IFKS en ook bij de SKS. “En toen wie ik professioneel fotograaf”, lacht Tom Coehoorn.

Publieksprijs 2019 En dat hij dat goed kan, blijkt wel uit de prijs die hij gewonnen heeft. De Mirabaud Yacht Racing Image. Daar kan ieder jaar foto’s van zeilboten naar toegestuurd worden. Meestal zijn het oceaanracers, hele snelle zeilboten. Nu zat er een skûtsje tussen. Wat voor de meesten heel vreemd was. Hoe kan een boot nu zeilen zonder kiel? Tom kreeg de publieksprijs in 2019. Met de foto van het skûtsje uit Makkum. Die héél schuin lag. Tom voer met zijn eigen rib op de Burgumermar. Hij zag het steeds gebeuren. De wind die even wegviel door de bomen en dan weer volop terugkwam. Elk skûtsje ging daar schuin. Dus hij naar die hoek. Achter het Makkumer skûtsje aan. En ja, ook zij gingen heel schuin. Héél schuin. Het roer uit het water. Volgens alle wetten zouden ze om moeten liggen. Toch kwamen ze weer overeind. Maar toen had Tom het moment al vastgelegd. En wist hij direct dat dit één van zijn beste foto’s was. De fotograaf verheugt zich altijd erg op de IFKS-week. Vooral de wedstrijden op het IJsselmeer. Vanwege de ruimte, de golven, de luchten en de kleuren van het water.

“Dan kin we ansichtkaarten meitsje.” IFKS skûtsje magazine 2021

55


samen genieten.

samen op pad en samen beleven In gemeente De Fryske Marren raak je nooit uitgekeken. Het afwisselende landschap met weidse vergezichten, grote meren en bosrijke gebieden biedt volop recreatiemogelijkheden. De talrijke historische dorpjes en de elfstedenstad Sloten zijn een lust voor het oog en nodigen uit tot een bezoek. Bovendien kent de gemeente een groot aantal verrassende evenementen, zoals het Skûtsjesilen en de Friese Ballonfeesten. Maak ook kennis met onze prachtige plattelandsgemeente! Meer weten?

www.defryskemarren.nl


Het bestuur // 2021

4 0 JA A R

Walle Hoekstra Stavoren // 65 jaar Technische zaken

Janka Koch Jesca Lootsma-Terpstra Bolsward // 38 jaar

Heeg // 62 jaar Secretaris

Penningmeester

Sicko Heldoorn

Leeuwarden // 64 jaar

Irma Lok

Lemmer // 45 jaar PR / Communicatie vicevoorzitter

Voorzitter

Age Bandstra

Pieter Jansma

Stavoren // 72 jaar

Beetsterzwaag // 64 jaar

Wedstrijdzaken

Vertegenwoordiger schippers

www.ifks.frl IFKS skûtsje magazine 2021

57


4 0 JA A R

Wij zien u graag weer in 2022 op de kade! www.ifks.frl

58

IFKS.frl

4 0 JA A R


De Zwaan 28

Aquatec Industries BV •

www.antarisboats.com

8551 RK Woudsend www.maril.nl

0514-596270

www.makmamarine.nl



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.