12
13
‘Ach, ik heb haar nu een jaar. Ben wel weer eens toe aan wat anders. Iets groters.’ Toch is de schoener Aello met haar 125 foot niet echt klein te noemen, dat wil zeggen, naar Nederlandse begrippen. Maar wie meet er in Cannes met Nederlandse maatstaven? Alles is relatief. Vooral tijdens de Régates Royales. 14
15
16
De argeloze toerist, die na een dagje strand nog even flaneert over de Croisette, een Pastis tot zich neemt in een van de barretjes en vervolgens nietsvermoedend naar de haven slentert, staat plotseling - met een ijsje in de handen - oog in oog met de crème de la crème van de internationale classic yachting scene. Het neusje van de zalm. Daar liggen ze, de paarlen der zee, zomaar afgemeerd, met de achterstevens parmantig naar de kade. Blinkend koper, glanzende lak en eindeloze teakhouten dekken, die door de speciale dekverlichting ’s avonds magnifiek tot hun recht komen. Het ijsje druipt. Op de schepen worden geanimeerde gesprekken gevoerd door de beau monde die het volk op de kade met een geoefende blik negeert. Op de voordekken de bemanningen die in hun witte overalls een sigaretje roken of gedempte klanken produceren op een gitaar. Bij ieder schip een berg schoenen op de kade. Schoenen? Jawel. Op deze juwelen der blauwe wateren lope men
niet met schoenen. Er zou zo maar eens een steentje onder kunnen zitten. Of vuiligheid. Of een zool die afgeeft op het dek. Met deze geesteskinderen van ’s werelds beroemdste jachtontwerpers wordt zeer voorzichtig omgesprongen. Voor, tijdens en na de koninklijke wedstrijden die immer eind september in Cannes plaatsvinden. De Régates Internationales de Cannes worden al sinds 1906 georganiseerd. De welkome toevoeging Royales ontstond in de jaren twintig, dankzij de toenmalige koning van Denemarken, Christian X, die aan de wedstrijden deelnam met zijn zesmeterjacht Dana. De regatta’s kenden een tussenstop vanaf 1964, totdat het stadsbestuur de Yacht Club smeekte om het evenement nieuw leven in te blazen, zodat Cannes weer de grandeur van weleer zou krijgen. En zo geschiedde. In ’79 werd het chique evenement weer opgetuigd. Destijds met slechts drie achtmeters en één zesmeterjacht. Dit jaar
is - met name dankzij de annulering van de Nioulargue in Saint Tropez - het aantal deelnemers de honderdtwintig gepasseerd. Bijna vijftig Draken (waaronder zeven Nederlandse), vier zesmeterjachten en zeven achtmeterjachten. Onder hen illustere schepen als de Aile VI, het - inmiddels tot historisch monument verheven - jacht waarmee Française Virginie Heriot in 1928 een gouden plak won tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam. Ook de twaalfmeterklasse is met elf schepen goed vertegenwoordigd, variërend van de 66 jaar oude Vim tot de in ’85 gebouwde French Kiss. Racers die in hun tijd verbeten strijd hebben geleverd voor de holy grail of sailing, de America’s Cup. Naast de meterklassen zijn er 43 yachts de tradition. Een verzamelnaam voor alle klassieke schepen die niet in een bepaalde klasse onder te brengen zijn. Met de fin de siècle in zicht voeren deze klassiekers ons mee naar het tijdperk van architecten als William Fife, Charles Nicholson en Olin Stephens...
17
28
29
In 1999 besloot zeezeiler Hans Bouscholte om samen met zijn Franse zeilmaat Gérard Navarin een poging te doen een nieuw wereldrecord te vestigen door met een zes meter open catamaran - een Nacra Inter 20 - van Dakar naar Guadeloupe te zeilen. De recordpoging slaagde, maar de helse tocht kostte hen bijna het leven. Ik was destijds projectleider van deze Transatlantic Challenge. De vijftien dagen, twee uur en achtenvijftig seconden durende oversteek was niet alleen op zee, maar ook aan wal heftiger dan iemand had kunnen bevroeden. Aan de hand van fragmenten uit ‘Overleven op een Catamaran’ - het meeslepende boek dat Bouscholte er over schreef - hierbij mijn relaas achter de schermen. 30
31
60
61
62
Dat doe ik wel even, dacht ik, toen mij gevraagd werd de North Sea Race van Harwich naar Scheveningen mee te varen op een carbon racer. Maar ik had tien jaar niet gezeild, en verwachting en realiteit liggen wel vaker mijlenver uiteen. Dit ‘wedstrijdje’ mondde uit in in een ware uitputtingsslag, a very steep learning curve van 23 uur. 63
76
77
De VOR 2011-12 was één van de vreemdste edities ooit. Allereerst was er geen enkele Nederlander in de race te bekennen, ten tweede wisten door de economische malaise niet meer dan zes teams een campagne op de rit te krijgen en, last but not least, werd de etappe naar Abu Dhabi gedeeltelijk per vrachtschip afgelegd om uit handen van piraten te blijven. Het leek er op dat de Volvo Ocean Race met deze bizarre onderneming letterlijk en figuurlijk gestrand was in de woestijn. Ik reisde af naar het Midden Oosten om te ontdekken wat er precies aan de hand was én kreeg een - ongepland - lesje in Arabische mores… 78
79
90
91
Tijdens de Superyacht Cup 2013 in Palma kruisten niet minder dan vijf J-klassers de degens: Velsheda, Lionheart, Ranger, Hanuman en Rainbow. En op deze laatstgenoemde J mocht ik - op uitnodiging van eigenaar Chris Gongriep - een week meevaren, als bemanning. Hiermee ging een langgekoesterde wens in vervulling... 92
93
94
‘Drie bootlengtes!’ De call van roerganger Mark Neeleman wordt als een echo een paar keer door verschillende mensen herhaald, voordat deze het voordek van de 40 meter lange J bereikt. ‘Twee bootlengtes!’ De mastman is klaar om te hijsen. ‘Eén bootlengte!’ De spinnaker head hangt al een stukje omhoog. ‘Bearing away now!’ Neeleman haalt aan zijn roer en stuurt de Rainbow met een gang van elf knopen loeistrak om de bovenboei heen, luttele seconden na Velsheda, met in het kielzog Ranger en Lionheart. Op hetzelfde moment gaat de spinnaker omhoog en als de woolies losspringen worden we plotsklaps aangestaard door een verbluffende negenhonderdvijftig vierkante meter opbollend doek. Chris neemt het roer over. ‘All hands on the foredeck!’ Er is hier geen tijd voor verwondering. Iedereen die even niks te doen heeft sprint naar voren en even later staan we met vijftien man de enorme genua naar binnen te halen, die met een noodgang gestreken wordt.
Harold Vanderbilt, Sir Thomas Lipton en William Stephenson - de oorspronkelijke Amerikaanse en Britse J-Class eigenaren - zouden stomverbaasd zijn als ze hoorden dat hun geliefde J’s acht decennia later wederom de strijd met elkaar aangaan. Tijdens de Superyacht Cup in Palma kruisen, voor het eerst sinds de America’s Cup in de jaren dertig, niet minder dan vijf J’s hun degens op Europese wateren: Velsheda, Lionheart, Rainbow, Hanuman en Ranger. Niet in het minst geholpen door de inspanningen van leidende Nederlandse jachtwerven en twee top architecten: Hoek Design en Dykstra Naval Architects. Maar vooral dankzij de visie van de eigenaren, de hedendaagse tycoons, die de splendeur van deze schepen zo wisten te waarderen, dat ze deze revival met enorme toewijding en passie mogelijk hebben gemaakt. Opvallend is dat vier van de vijf J’s van de tekentafel van Dykstra komen en er drie onder Nederlandse vlag varen: Velsheda, Lionheart
en de in 2012 door Holland Jachtbouw gelanceerde 131 foot Rainbow; door Dykstra ontworpen aan de hand van de originele tekeningen - uit 1934 - van William Burgess en met interieur design van deVosdeVries, winnaar van zowel de World Superyacht Award als de Classic Boat Award 2013. ‘Jullie zien er goed uit, het weer ziet er goed uit en we hebben er zin in!’ Nadat de Rainbow op de eerste trainingsdag volledig wedstrijdklaar is gemaakt, houdt Chris Gongriep in de prachtige mahoniehouten salon een welkomstpraatje voor de 35 koppige bemanning. Raceschipper (& operationeel directeur Holland Jachtbouw) Roeland Franssens wordt voorgesteld aan de nieuwe bemanningsleden. Het raceteam, dat in Falmouth en St. Barth al met elkaar gevaren heeft, is niet mis. Chris, fanatiek platbodemzeiler met meer dan 40 jaar wedstrijdervaring, stuurt de halve- en voor de windse rakken zelf.
95
178
179
...zou je dit dan gedaan hebben?
180
181