Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis
Post uit Zeelst Een verzameling nostalgische prentbriefkaarten met een verhaal
Post uit Zeelst Een verzameling nostalgische prentbriefkaarten met een verhaal
Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis
Filmhistoricus, archivaris en heemkundige Frank van der Maden 1948-2016
Voor Frank Boegbeeld, inspirator en vriend In 1999 nam Frank van der Maden contact met me op. Ik kende hem al wel van naam, maar had op dat moment nog geen idee welke rol Frank in mijn leven zou gaan spelen. Frank werkte voor de Brabant Collectie in Tilburg als filmhistoricus en archivaris. Hij had een drietal historische films uit zijn geboortedorp Zeelst gevonden en wilde die graag aan zijn oud-dorpsgenoten tonen. Daarnaast wilde hij polsen of er interesse zou zijn om een heemkundeclub in Zeelst op te richten. De filmavond in café de Gouden Appel was een groot succes en er was volop belangstelling om de historie van Zeelst te gaan onderzoeken en vastleggen voor toekomstige generaties. En zo werd heemkundekring ‘Zeelst Schrijft Geschiedenis’ geboren. Met Frank als voorzitter en boegbeeld hebben we als heemkundekring de afgelopen 17 jaar veel tot stand gebracht. We publiceerden boeken over diverse onderwerpen. Frank stimuleerde en inspireerde ons om serieus archiefwerk te verrichten en zo steeds meer diepgang in onze publicaties aan te brengen. Zelf ging Frank graag op zoek naar de mens achter elk verhaal. We herdachten de oorlogsslachtoffers van het bombardement op 17 september 1944 in Zeelst met een boek en een herinneringsmonument in het centrum van Veldhoven. Dit soort projecten gaf niet alleen ons als medewerkers van Zeelst Schrijft Geschiedenis veel voldoening, maar betekenden ook heel veel voor de Zeelster gemeenschap. Frank zette de heemkundekring op de kaart met een lezingencyclus in museum ’t Oude Slot en door deel te nemen aan het overleg met de gemeente over archeologie en monumentenzorg.
Het hoogtepunt van Frank’s werk voor de heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis was ‘zijn’ boek over de Zeelster schoolmeester Jacques Cuijpers. Met behulp van deskundigen uit zijn netwerk, realiseerde hij een prachtige uitgave van indrukwekkende omvang en diepgang. Op dit moment zijn we, onder andere, nog volop in de weer om te achterhalen waar de Zeelstenaar in het verre verleden zijn wortels had, dit aan de hand van de oudst bewaarde doopboeken uit 1650 van de parochie Zeelst-Meerveldhoven. Naast een bevlogen heemkundige was Frank een bijzonder aimabel persoon, met oprechte belangstelling voor het wel en wee van anderen. Ondanks zijn ziekte probeerde hij tot het laatst zo veel mogelijk aanwezig te zijn op de Hooizolder, onze heemkamer in museum ’t Oude Slot. We spraken over de heemkundekring, maar ook over persoonlijke zaken zoals zijn ziekte. In de loop van de jaren ontstond er een hechte en bijzondere vriendschap met Frank en zijn vrouw Riny. Frank overleed op 20 december 2016 op 67-jarige leeftijd. Hij had nog graag gezien dat door onze heemkundekring een boekje zou worden uitgegeven met zijn verzameling ansichtkaarten uit Zeelst. Frank heeft dat helaas niet meer mee mogen maken, maar met dit boek geven wij vervolg aan zijn wens. Dankbaar voor al hetgeen Frank voor Zeelst en mij persoonlijk heeft betekend, dragen we dit boek op aan Frank.
Jan Bressers Secretaris Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis
3
Frank van der Maden (links) tijdens de prentbriefkaartenbeurs in Rosmalen in 2013
4
Inleiding
Het vertrekpunt van dit boek van onze heemkundekring vormt de collectie ansichtkaarten van onze oud-voorzitter Frank van der Maden. Hij bezocht jarenlang beurzen en markten op zoek naar prentbriefkaarten uit zijn geboortedorp.
Daarnaast is er een serie kaarten van het Pantser Infanterie Rij-Opleidings Centrum (’t PIROC) op het Prinses Irenekamp en het Peter Zuidkamp in Zeelst. Vanaf deze militaire bases zal menigeen een kaartje naar huis hebben gestuurd met een afbeelding van zijn verblijfplaats.
De oudste kaarten dateren van het begin van de twintigste eeuw en zijn voornamelijk van de fotograaf Jan Bijnen uit Waalre. Het zijn nostalgische plaatjes meestal rond kerk en kiosk, en met veel volk, jong en oud, dat graag op de foto wilde.
Naast de foto’s op de voorzijde van de ansichtkaarten tonen we van sommige kaarten ook de achterkant. Postzegels van bijvoorbeeld 1, 2½ en 4 cent doen immers verlangen naar die goede oude tijd. Bijzonder zijn ook de poststempels ‘Zeelst’, ‘Meerveldhoven’ en ‘Oerle’ en de adressering zonder straat of postcode.
Dan moeten we wachten tot in de zestiger jaren als Zeelster winkeliers zoals bijvoorbeeld de firma Van Santvoort, de familie Merkelbach-Habraken en sigarenmagazijn Van Keulen hele series ansichtkaarten gaan uitgeven. Weer anderen gebruiken een ansichtkaart met een foto van hun eigen bedrijf voor commerciële doeleinden, zoals Boomkwekerij Van Oorschot. De kaarten zijn meestal zwart/wit foto’s van karakteristieke plaatsen in Zeelst, zoals natuurlijk de dorpskern met het kiosk, de molen, het oude klooster en de kerk. Maar ook diverse straten worden in beeld gebracht en op ansichtkaarten uitgegeven. Deze straten, met de daarin gelegen markante gebouwen vormen de rode draad in het boek. Een bijzonder plekje krijgt een oude prentbriefkaart van Peerkes hut. Het onderzoekswerk van Frank naar het verhaal achter deze Zeelster kluizenaar hebben we voortgezet en dat heeft geresulteerd in een uniek verhaal.
En naast de aandacht voor de zakelijke kant van de post uit Zeelst, zijn we natuurlijk ook nieuwsgierig naar de persoonlijke boodschappen op de kaarten. Deze teksten schetsen ons een beeld uit de tijd zonder Facebook en WhatsApp. Uiteraard heeft Januske de Post ook een plekje in dit boek, evenals het hoofdpostkantoor van Adriaan de Bont aan de Blaarthemseweg en het postagentschap van Louwers in de Heuvelstraat. Maar bovenal is dit boek een prentenboek, dat de lezer uitdaagt om de oude foto’s van Zeelst te bestuderen, zelf de details te ontdekken en de verhalen erbij te vertellen. Wij wensen u er heel veel plezier mee!
Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis
5
Al sinds 1874 –3 jaar na de oprichting– heeft harmonie l’Union Fraternelle een kiosk in Zeelst. In 1896 reizen burgemeester A. Janssens, beschermheer H. Janssens en de president van de harmonie H. W. van Nuenen naar Swalmen in Limburg om daar een kiosk te kopen voor de prijs van f 92,50. Deze kiosk heeft dienst gedaan tot na de Tweede Wereldoorlog, eerst als verplaatsbare, daarna als een niet verplaatsbare kiosk.
Ook zonder straat aanduiding of postcode is deze kaart bezorgd, en dat voor 2,5 cent! De achterzijde van de kaart is uitsluitend bestemd voor de adressering; de persoonlijke boodschap wordt dus op de voorkant rond de foto geplaatst.
6
De Heuvel rond 1903, met op de achtergrond de contouren van de stompe kerktoren. Na de bouw van de ‘nieuwe’ kerk in 1873 vertoont de toren al snel gebreken en daarom wordt de spits in 1893 gesloopt. Pas 14 jaar later in 1907 krijgt de kerk een nieuwe torenspits.
7
De Heuvel vóór 1908, want de plek waar Tinus Merkelbach in 1908 een winkelpand zal bouwen – links achter het kiosk – is nog leeg.
Een kaartje van de liefhebbende zoon Frits met veel complimenten aan zijn moeder Baronesse van Tuyll van Zuylen. Hij meldt dat hij na een mooie rit goed is aangekomen en dat morgen de hele dag bestemd is voor schietoefeningen. En als je op een slot woont hoeft er natuurlijk geen adres bij te staan.
8
Wielerclub ‘De Zwaluw’ op de Heuvel omstreeks 1900. Op de achtergrond is de kerktoren zonder spits zichtbaar. V.l.n.r. zijn herkenbaar kasteleinsvrouw Dekkers, Harrie Bijnen (met snor), Janus Keeris, Martien van Santvoort, Peerke van Santvoort, Toon Keeris, kastelein Geert Dekkers (met pet), Antoon van Santvoort, (...), Wout Merkelbach, Piet Keeris, Marie Merkelbach en liggend Jan Keeris.
9
De Heuvel rond 1916, links achter het kiosk op Heuvel 48 is nu het winkelpand van Tinus Merkelbach verrezen. Hij heeft er ondermeer een rijwielzaak en een benzinepomp. In de crisisjaren gaat Tinus failliet en neem Antoon van Santvoort het winkelpand over.
‘Geen tijd om te schrijven’, dus stuur je een kaartje. De adressering is wel heel summier, maar toch bezorgd.
10
Zoals gebruikelijk in deze tijd ook hier met z’n allen op de foto. Achter het kiosk (rechts op de kaart) staat het pand van Jacobus Schutjes en Joh. M. Spoormans. Dochter Pauline trouwt op 17 juli 1885 met de timmerman Willeke van Wetten uit de Polkestraat. Willeke zal hier in 1923 een nieuw huis bouwen.
11
De Heuvel rond 1923. In 1922 worden de straatlantaarns aangesloten op het elektriciteitsnet. Achter het kiosk is de woning van Willeke van Wetten in aanbouw. Hier start zoon Harry samen met zijn zwager Edmond een elektrotechnisch bureau waar Sjef Eikemans zich later bij aansluit.
Een volgeschreven kaart met “nieuws van heel Zeelst” aan de jonge juffrouw Joke Senders op de kweekschool in Schijndel. Later bekend in Zeelst als Juffrouw Jo van de lagere school. De afzender belooft volgende keer als de meisjes van de school inkt meegenomen hebben “weer een grooten brief” te schrijven. Wordt dus vervolgd.
12
Harmonie L’Union Fraternelle opgesteld voor de oude muziekkiosk in 1931. Zittend derde van rechts (met hoed op de knie) postkantoorhouder Wouter de Bont. De jeugdleden ervoor zijn bijna verstopt tussen de bloemstukken.
13
De uitgevers van deze kaarten zijn duidelijk geen heemkundigen. Zonder nader onderzoek wordt de Heuvel hier aangeduid als ‘Dorpstraat’ en ‘Kerkstraat’, want deze straten zijn immers in elk dorp wel te vinden.
14
Rechts staat het bankje al klaar op de plek waar jaren later het terras van cafĂŠ Sint Joris zal floreren.
15
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwen de Duitsers een kraaiennest in de kerktoren om vandaaruit een goed overzicht te hebben van de omgeving. Jim Frame en Joe Hooks, twee Canadese militairen zijn in het grote woonhuis links vanaf 6 juni tot aan de bevrijding op 17 september 1944 ondergedoken bij Jan en Willy ten Dijck.
16
Op deze verzamelkaart uit de jaren 50 is, behalve de Heuvel, linksonder ook de Duc George sigarenfabriek aan de Broekweg afgebeeld. In de loop van de jaren 60 komt er een eind aan de handmatige sigarenproductie en eind tachtiger jaren wordt het fabriekscomplex gesloopt. Rechtsonder de boerderij uit 1875 van de familie van de Velden aan de Heistraat.
17
Ook op deze historische kaart zijn de oorspronkelijke dwarsbeuken van de kerk nog zichtbaar. Bij de verbouwing in 1951 worden ze verwijderd.
18
Links aan de Heuvel het café ‘L’Union Fraternelle’ dat Grardje Scheepers in 1928 laat bouwen en dat 55 jaar ‘zaal Scheepers’ zal heten.
19
De Heuvel eind jaren 30. Links in het pand van Merkelbach is nu de kruidenierswinkel van Antoon van Santvoort gevestigd. In het midden achter het kiosk het woonhuis van Willeke van Wetten.
“Even wilde ik u laten weten, dat ik morgenvroeg U een oogenblik kom groeten, want maandagavond kan ik ook niet komen. En morgen moet ik toch in Eindh. zijn. Mogelijk komt deze kaart wel te laat, doch dit is niet zo erg; ik wilde ook U eens laten zien, hoe schoon Zeelst is. Hartelijke groet ...�
20
In het verlengde van de straat is nog net een auto zichtbaar in de garage rechts van de kruidenierswinkel van Antoon van Santvoort.
21
In 1951 bouwt Harmonie l’Union Fraternelle met hulp van bouwbedrijf Hub Aarts en bouwbedrijf W. van Santvoort de nieuwe kiosk.
De ‘eerste steen’ wordt gelegd door dr. Janssen (gehurkt meest links) in bijzijn van zijn vrouw en kinderen. Naast mevrouw Janssen herkennen we Piet Baetsen en Jan ten Dijck.
22
Met de bouw van de nieuwe kiosk wordt ook de Heuvel rond de kiosk bestraat.
23
In het pand Heuvel 42 (rechts achter het kiosk) is van 1926 tot circa 1950 het café ‘De Linde’ van Jac van Oorschot gevestigd. In 1929 wordt hier voetbalvereniging UNA opgericht. Nog net zichtbaar rechts naast het café, het nieuw gebouwde woonhuis van zoon Antoon van Oorschot.
24
In de jaren 50 wordt het café door Hein Eliëns (Hen Pé) overgenomen. Het pand gaat in 1959 door een felle brand verloren. Er wordt nog met paard en wagen langs de huizen gevent.
25
Op Heuvel 19 –het pand links op de kaart– is café ‘Semper Crescendo’ van Peij Eliëns van 1938 tot 1950 gevestigd.
Rond 1920 is Conradus Loijen de uitbater van het café. Handboogvereniging VZOD heeft er dan zijn thuis. Op de foto Mia Loijen-Senders met haar kroost.
26
In 1960 bouwt Eikemans een nieuw pand (rechts achter het kiosk) voor de elektriciteitszaak. Verder links ernaast het cafetaria en taxibedrijf van Drika de Kort en de kruidenierswinkel van Fien van de ‘Enkabe’. Het pand met luifel ertegenover is bakkerij Troost.
27
Rondom het Heilig Hartbeeld in ’t groen, met de klok mee: linksboven de Sint Willibrordusstraat, de Heuvelstraat (met de karakteristieke gevel van de oude sigarenfabriek Karel de Stoute), de Kapelstraat en de Broekweg.
28
In het midden de Kapelstraat met het huis van de familie Nabben, nadien familie de Haas. Rechtsboven de oude school voor de kerk, rechtsonder de Hoogstraat en linksonder de Broekweg.
29
Een kaart uit Zeelst, verstuurd vanuit Nieuwstadt (midden Limburg) naar het plaatsje Moolenaarsgraaf. Een heel klein dorpje in de Alblasserwaard, slechts 788 hectare groot en ruim 1.000 inwoners, maar met een geschreven geschiedenis tot 1244.
30
De Blaarthemseweg met links het Liefdesgesticht en uiterst rechts nog net zichtbaar de pastorie.
31
Het klooster (of Liefdesgesticht wordt, onder aanvoering van pastoor Mommersteeg, in 1892 gebouwd. De zusters van Schijndel nemen vervolgens hun intrek in het klooster voor het geven van onderwijs aan meisjes en het verzorgen van zieken en ouderen.
32
Voor de schaduw op de foto zorgt de imposante beuk bij de ingang van de pastorie. In 1962 wordt die geveld. Links achter het klooster de kloosterboerderij die in 1944 in vlammen op gaat.
33
In 1951 wordt op de plek van de oude kloosterboerderij een nieuwe grote aanbouw bij het klooster gebouwd ten behoeve van de bejaardenzorg. Op 31 december 1968 wordt het klooster opgeheven en gaat het bejaardenhuis over naar de Stichting Bejaardenhuisvesting Veldhoven. Het klooster wordt in 1990 gesloopt.
Met poststempel “Zeelst�.
34
Links op de kaart de woning van Henk en Annie Daanen.
35
Het nieuwe patronaat ‘St. Willibrordushuis’ rechts naast de kleuterschool wordt na de Tweede Wereldoorlog gebouwd op de plaats van het oude verenigingsgebouw uit 1930. Dat werd tijdens de oorlog door de Duitsers gebruikt als werkplaats en in september 1944 opgeblazen.
36
Zowel de kleuterschool (links) als het patronaat zijn gebouwd in 1955 volgens een ontwerp van architect ir. C. Geenen uit Eindhoven.
37
Postkantoor Wouter en Adriaan de Bont
Tot de jaren 30 van de vorige eeuw is het postkantoor van Zeelst gevestigd aan de Broekweg 228-230 met wethouder J.H. Govers als postkantoorhouder. Wouter de Bont is postkantoorhouder in Oerle en neemt in 1928 het postagentschap van Govers over. Wouter bouwt in 1931 een pand aan de Blaarthemseweg 35 en start daar het nieuwe postkantoor van Zeelst.
Adriaan de Bont
Wouter is tevens dirigent van de harmonie L’Union Fraternelle, dus geen onbekende in Zeelst. Zijn zonen Adriaan en Piet starten een bakkerij aan de Blaarthemseweg 37. Als gevolg van zijn ziekte moet Adriaan het werk in de bakkerij aan het eind van de jaren 40 neerleggen en neemt hij op 1 april 1947 het postkantoor van zijn vader over.
De post wordt ’s morgens rond half 6 aangeleverd en daarna gesorteerd samen met de postbezorger Janus Senders. Ook de derde generatie de Bont komt uiteindelijk in het postkantoor te werken. De dochter van Adriaan de Bont, Mieke werkt tot haar huwelijk in 1964 gedurende 9 jaar bij haar vader op het postkantoor.
38
Alle transacties in het postkantoor vinden contant plaats. Dagelijks noteren ze alle stortingen en geldopnames op lijsten. Er worden twee kassen bijgehouden, één voor de
opnames en stortingen en één voor de verkopen van kaarten en postzegels. Een standaard grapje van Adriaan als iemand vier postzegels van 10 cent komt kopen is “… je mag er deze week ook vijf voor 50 cent”. Elke avond worden de kassen opgemaakt en soms wordt er nog tot 23 uur geteld om de kasverschillen te verklaren. Bij ouderen of mensen die moeilijk naar het postkantoor kunnen komen gaan ze 2 of 3 keer per week persoonlijk langs om het geld thuis af te geven. Ook de telegrammen brengen ze zelf rond. Alleen het personeel van Duc George komt zelf hun post halen en brengen. Zes dagen per week is het postkantoor open, zaterdags tot 13 uur. Het postkantoor beschikt ook over een afgesloten telefooncel waar de mensen uit Zeelst gebruik van kunnen maken. Regelmatig worden er opleidingen gevolgd om de ontwikkelingen binnen de posterijen bij te blijven. Er komen ook mensen stage lopen om in het postkantoor het vak te leren. Vanwege zijn slechte gezondheid stopt Adriaan in 1970 en het postkantoor wordt verplaatst naar de winkel van smid Louwers aan de Heuvelstraat. Adriaan de Bont overlijdt op 11 september 1983.
Zeelst wordt in deze tijd nog groter dan Veldhoven aangeduid op het plaatsnaambordje. Het eerste huis rechts is het postkantoor van De Bont.
39
Aan de rechterzijde op deze kaart staat de villa Rozenhof van het hoofd der school meester Wilbers.
40
Villa ’t Honk is in het begin van de jaren 20 gebouwd door Jan Bazelmans. Jan is samen met broer Frans directeur-eigenaar van sigarenfabriek Duc George in Zeelst. Nu na een grondige verbouwing is de villa in gebruik bij de Severinusstichting.
41
De Blaarthemseweg richting Eindhoven (Gestel), met links het huis van meester Klessens en rechts het huis van de familie Fleskens.
Of de oplossing van de prijsvraag goed is, is ons niet bekend... maar de spelling is in de loop van de jaren wel gewijzigd.
42
Sigarenfabrikant Frans Bazelmans bouwt begin jaren 20 de imposante villa ’t Jekt. Na de oorlog wordt het pand door Defensie in gebruik genomen en gebruikt als stafgebouw van de Luchtmacht.
43
In 1904 wordt steenfabriek ‘De Koraal’ opgericht: “eene steenbakkerij met machinale drijfkracht”. In 1912 worden voor de bouw van een nieuwe kerk in Oerle “goede kwaliteit stenen uit Zeelst gebruikt, die voor de beste uit de streek doorgaan”.
44
Aan de gevel is het naambord ‘Steenfabriek De Koraal Zeelst’ nog te onderscheiden, maar enkele mensen op de foto zijn blijvend weggekrast.
45
Na het overlijden van burgemeester Habraken in december 1891 woedt er in Zeelst een felle strijd om zijn opvolging. Beoogd kandidaat van de invloedrijke families Bazelmans en Habraken is kerkmeester Jan Bazelmans, zoon van Franciscus (Sissen) Bazelmans en getrouwd met Cornelia Habraken. Tot vreugde van de kaartschrijver wordt niet Jan Bazelmans maar Antonius Janssens tot burgemeester gekozen.
46
Van 1815 tot 1921 is Zeelst een zelfstandige gemeente met een eigen burgemeester. Deze burgermeesterswoning uit 1894 wordt gebouwd door Antonius Janssens, burgemeester van Zeelst van 1892 tot 1915. Het pand op de hoek van de Binnenweg en de Broekweg is een rijksmonument.
47
In 1959 wordt het bedrijfspand van de Brabantse Confectie Industrie gebouwd aan de Molenstraat, een jaar later wordt het uitgebreid met een laagbouw. Er worden pantalons en colberts gemaakt. In de jaren zestig werken er ongeveer 70 mensen, voornamelijk meisjes uit Zeelst en omgeving. In 1977 wordt de fabriek gesloten.
48
In het pand rechts bij de lantaarnpaal is kleermaker van Gerven gevestigd. Op de hoek Binnenweg-Molenstraat was kleermaker Baselmans gevestigd, nadien de zaak van kapper Van der Maden, het ouderlijk huis van onze oud-voorzitter Frank.
49
Links de arbeiderswoningen van woningbouwvereniging St. Lucia, opgericht in 1921 (later opgegaan in de woningstichting Aert Swaens). In het witte pand rechts is Jan Verhoef begonnen met een verfwinkel. Later verhuist hij naar het andere eind van de Heuvelstraat en breidt hij zijn verfwinkel uit met een drogisterij.
50
Postagentschap Louwers
In 1970 verhuist het postagentschap van de Blaarthemseweg naar de Heuvelstraat 5. Daar hebben Riek en Leo Louwers een winkel in huishoudelijke artikelen en een fietsenzaak. Achter in de winkel komt een loketje voor het postagentschap. De postverdeling voor Veldhoven gaat vanaf die tijd vanuit het centrale postkantoor in de van Nuenenstraat 106 in Meerveldhoven. Wanneer José van den Boomen-Voeten met haar bromfiets voor een reparatie bij Leo komt, vertelt hij haar over de verhuizing van het postagentschap. Spontaan vraagt hij haar of zij er niet wil komen werken. José gaat de uitdaging aan en start met de opleiding. Daarna volgen nog zes weken begeleiding vanuit Eindhoven. Maar vanaf dat moment staat José er alleen voor. Per transactie krijgt het agentschap een vergoeding, telegrammen worden doorgebeld naar Eindhoven en vandaaruit volgt dan de bestelling. Geld uitbetalen gaat via het bankboekje. Oplichters zijn er toen ook al. Van de Posterijen worden lijsten met op valse namen gestelde bankboekjes verspreid. Op een dag herkent José een naam van de lijst op het bankboekje dat haar wordt aangeboden. Ze betaalt niets uit maar geeft het boekje terug aan de oplichter. In Veldhoven blijkt de man meer succes te hebben en ontvangt er wel geld.
Leo Louwers met zoon Erik achter zijn fietsenzaak. Uiteindelijk werkt José met veel plezier 4,5 jaar in het postagentschap. Daarna valt ze nog wel eens in tijdens de vakantieperiodes. Het werk is vaak heel gezellig, maar soms is ze wel laat thuis vanwege het opmaken van de kas. Riek Louwers zet het postagentschap nog zo’n 20 jaar voort.
51
52
De juiste spelling van de Hoogepat blijft een uitdaging.
53
Het rustaltaar op de hoek van de Heuvel-Binnenweg wordt in 1948 gebouwd naar een ontwerp van architect ir. C. Geenen.
54
In de jaren 50 wordt er massaal deelgenomen aan de processies door het dorp, ook bij het rustaltaar wordt even stilgestaan om te bidden.
55
1937 - De werkplaats van timmerman Peerke van de Ven, ook bekend als ‘Peerke de Raaijmaker’, aan de Heuvel.
56
Een nostalgisch ANWB bord geeft de richting aan naar de omliggende plaatsen en naar Turnhout.
57
Links op de hoek het pand van slagerij Piet van Eeten.
58
De Kapelstraat kan in deze tijd nog zonder verkeersdrempels.
59
60
De Zeelster molen
Uiteraard ontbreekt de Zeelster Molen in de Kapelstraat niet in de collectie ansichtkaarten uit Zeelst. De molen heeft immers altijd een prominente plek ingenomen in het dorp. Vroeger door zijn functie in het boerenleven, later als toeristische bezienswaardigheid. Bergkorenmolen De molen wordt in 1858 gebouwd door molenaar Der Kinderen uit Geffen. De bergkorenmolen wordt gebruikt voor het malen van graan voor veevoer. Antonie Kerkhofs, molenaar in Reusel, koopt in 1913 de wind- en stoomgraanmolen ten behoeve van zijn zoon Adrianus. De stoommachine wordt vervangen door een gasmotor, in 1938 door een Deutz 1-cilinder dieselmotor en rond 1950 door twee electromotoren. Janus de mulder Zoon Adrianus Kerkhofs, in Zeelst bekend als ‘Janus de mulder’, bouwt later het woonhuis bij de molen. Begin jaren 60 nemen Toon en Piet Kerkhofs de molen van hun vader over, maar komt de molen bedrijfsmatig stil te staan. Hobbymatig wordt de molen nog zo veel mogelijk in gebruik gehouden, vooral door enthousiaste mensen die zich willen bekwamen in het vak van molenaar. Onderhoud Janus Kerkhofs, zoon van Piet, is nu de derde generatie Kerkhofs die de molen, sinds 1967 een rijksmonument, in bezit heeft. Hij weet dat monumenten veel zorg vragen. “Uit statistieken blijkt dat een molen bij goed jaarlijks onderhoud om de circa
25 jaar een behoorlijke restauratie nodig heeft. In 1964, 1992 en dit jaar (2017) is er groot onderhoud geweest. Gelukkig hebben we gebruik kunnen maken van een eenmalige premie van de provincie voor onderhoud.” De restauratie omvatte onder meer het opvoegen van metselwerk, het schilderen van de molen en het vervangen van de ‘Van Busselneuzen’ aan het wiekenkruis. Bijgebouw Een bergkorenmolen heeft een beperkte ruimte op de begane grond. Omdat de etages in gebruik zijn voor de aandrijvingen van de maalstoel is het rendabel krijgen van deze molens zonder bijgebouwen bijna niet te doen. Om de molen ook voor de toekomst te kunnen behouden gaat Janus Kerkhofs daarom op zoek naar mogelijkheden om meer bruikbare meters te krijgen zonder daarbij afbreuk te doen aan de monumentenstatus. Uiteindelijk komt er een creatieve oplossing. De berg om de molen wordt deels weggehaald en hiervoor in de plaats komt een gebouw met een plat dak dat op de hoogte van de berg aansluit. Hiermee is een basis gelegd voor de toekomst van de Zeelster Molen. Severinus Atelier Vanaf 24 mei 2017 vormt de nieuwe ruimte en de benedenruimte van de molen een inspirerende omgeving voor de kunstenaars van Severinus Atelier uit Zeelst om er te werken en tentoonstellingen te organiseren. Atelier Severinus is een werkplaats voor kunstenaars met een verstandelijke beperking.
61
Op de achtergrond is nog het kraaiennest op de kerktoren zichtbaar, door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog gebouwd als uitkijkpost.
62
Antoon Kerkhofs onder de molen naast zijn vrachtwagen.
63
Op deze ansichtkaart uit 1895 is vanuit de Broekweg de kerk zonder toren goed te zien. De toren is dat jaar gesloopt omdat hij in gevaarlijk slechte toestand verkeert. Links de Zeelster bergkorenmolen aan de kapelstraat, gebouwd in 1858. Bij de molen staat een ketelhuis (zie schoorsteen), zodat ook bij windstilte het werk kan doorgaan. Molenaar Kerkhofs laat het ketelhuis al spoedig afbreken, omdat gewoonlijk de wind alweer opsteekt voordat de stoommachine werkt.
De huizen rechts op deze kaart van de Broekweg staan er na 70 jaar nog precies zo bij. De hagen rondom de voortuintjes hebben plaats moeten maken voor een trottoir en parkeerhavens.
64
Vuilnisemmers en was aan de lijn weerhouden de fotograaf niet om de Schepenenstraat voor de eeuwigheid vast te leggen.
65
Het Trapjeshuis in de Kapelstraat dankt haar naam aan de trapgevels met ingezwenkte zijkanten aan de korte zijden van het pand.
66
Het Trapjeshuis uit 1750 wordt bewoond door molenaarsfamilies, tot het in 1964 wordt gekocht door de gemeente. Na een 3 jaar durende restauratie start Piet Rombouts er met zijn zonen een ‘Atelier voor Oud-Ambachtelijke Kunst’.
67
Op 30 september 1957 speelt UNA de eerste wedstrijd op het nieuwe sportveld aan de Sportlaan. Helaas voor UNA zegeviert Sparta ’25 met 3 - 6. In 1958 wordt het nieuwe Zeelster sportpark door burgemeester Ras officieel geopend.
68
Een doorzonwoning was een veel voorkomende woning in de jaren 60 van de vorige eeuw in Nederland. Zo ook in Zeelst.
69
De foto van Janus Senders op zijn postidentiteitskaart verzegelt met een postzegel van ĂŠĂŠn gulden.
70
Januske de Post Janus Senders is ongetwijfeld de meest bekende postbode in de Zeelster geschiedenis. Iedereen noemt hem ‘Januske de Post’.
Naast de postbezorging helpt hij indien nodig met het voorlezen van een brief of het invullen van een formulier, want veel dorpelingen kunnen niet lezen of schrijven in die tijd.
Janus Senders wordt geboren op 9 november 1901 in een echte postfamilie. Zijn vader Driekske den Booi is 30 jaar werkzaam bij de PTT en Janus helpt hem al op jonge leeftijd met de post. Samen gaan ze naar Meerveldhoven om met de douwkar de post op halen bij de tramhalte.
Engel van de bergen Door menigeen wordt hij liefkozend ‘Januske’, genoemd, mede vanwege zijn kleine gestalte. Naar kinderen die langs de kant van weg lopen, wil hij nog wel eens gekscherend roepen: “Charly Gaul, hier komt Charly Gaul”. Dat slaat op de beroemde Luxemburgse Tour de France renner en ‘Engel van de bergen’. Dan doet hij op potsierlijke wijze alsof hij met een geweldige sprint bezig is en hij duidt de kinderen dat ze vlug aan de kant moeten, tot plezier van de Zeelster jeugd.
Groot plichtsbesef én humor Rond 1917 neemt hij de taak als postbode in Zeelst over van zijn vader. Een taak die hij met groot plichtsbesef en humor maar liefst 47 jaar vervult. Hij werkt voor Adriaan de Bont, van het hoofdpostkantoor aan de Blaarthemseweg. Daar sorteert hij rond half 6 in de ochtend de post om vervolgens rond 8.00 uur met zijn eerste ronde te beginnen. De tweede bestelling van de dag gaat over slecht toegankelijke wegen in het uitgestrekte buitengebied van Zeelst en neemt de hele namiddag in beslag.
Janus trouwt met Bertha van de Oetelaar en samen krijgen ze zeven kinderen. Hij overlijdt op 3 september 1979 en wordt begraven op het parochiekerkhof van zijn Zilst.
Als Janus op een keer na gedane arbeid thuis aankomt en – zonder ook maar even op of om te kijken, laat staan richting aan te geven – plotseling afslaat, reageert een fietser die hem inhaalt boos “Verdomme, stik oew hand toch uit”. “Wà, hand uitsteeke”, zo reageert Janus, “iedereen in Zilst wit toch dè ik hier woon”. Voorlezen En inderdaad, iedereen kent hem en Janus kent alle straten en huisnummers en de mensen die er wonen.
Met dank aan Thieu Vlemmix die Januske Post beschreef in een van zijn de kronieken over markante Zilstenaren uit de vorige eeuw (zie www.zeelstschrijftgeschiedenis.nl).
71
Met een pijltje boven hun huis laat de familie Swennen aan Broeder Swennen – die in Tanzania missiewerk verricht – weten waar ze wonen. Jolanda Swennen verzamelt ook ansichtkaarten, een deel van haar verzameling is in dit boek opgenomen.
72
De Vijverstraat is genoemd naar de vijvers die daar waren aangelegd voor de bleekvelden van de linnenfabrikanten Habraken - de Wit en Bazelmans - Habraken.
73
De bleekvelden van de linnenfabriek en natuurbleekerij Bazelmans-Habraken op de hoek van de Kruisstraat en de Vijverstraat.
74
Ook de Kruisstraat wordt voor het gemak ‘Dorpstraat’ genoemd. Het mooie pand rechtsvoor is in 1875 gebouwd door Jan Habraken, destijds linnenfabrikant en burgemeester van Zeelst (van 1846 tot 1892). Links op de voorgrond met krukken staat Nol Louwers.
75
Postzegelverzamelaar
De postzegels op deze oude schriften zijn verzameld door Henricus Habraken, 1852-1920. Het zal in Zeelst wel een van de eerste postzegelverzamelingen zijn geweest. Burgemeesterszoon Henricus is de jongste zoon van Johannes Habraken, die vanaf 1846 tot aan zijn dood in december 1891 burgemeester is van de gemeente Zeelst en tevens linnenfabrikant op de hoek van de Heuvel en de Kruisstraat. Verzekeringsagent Op het briefpapier van Henricus zien we dat hij Linnen-Pellenen Damastfabrikant is in Meerveldhoven. Daarnaast noemt hij zich meestal koopman. Ook is hij agent van de ‘Brandwaarborg Maatschappij voor het Koninkrijk der Nederlanden te ’s-Hertogenbosch’. In zijn schriften houdt hij vanaf 1912 tot 1915 een ‘alfabetische lijst op het polisregister’ bij, als ook portokosten en onkosten. En de ‘Aankoop en ontginning van gronden toebehorende aan Henricus Antonius Habraken, Koopman wonende te Meerveldhoven, gemeente Veldhoven c.a.’. Maar hij schrijft ook allerlei zaken op die hem interesseren: memoires, recepten voor gerechten, behandelingen tegen kwalen en ongemakken, aanwijzingen voor de teelt van gewassen enz. En hij bespiegelt de actualiteit met titels zoals ‘Diverse omstandigheden, Verkeerde toestanden, Politieke toestanden, Eertijds en Tegenwoordige tijd, Wonderlijke zaken op het gebied der Jachtsport’.
76
In dit schrift noteert Henricus Habraken de gegevens over ‘Aankoop en ontginning van gronden toebehorende aan Henricus Antonius Habraken, Koopman wonende te Meerveldhoven, gemeente Veldhoven c.a.’. Maar er blijft geen enkele bladzijde onbenut; op de eerste bladzijde schrijft hij een gedicht ‘Het effect der winden’, en op de binnenzijde van de kaft zijn 120 postzegels geplakt.
77
In het pand met het emaille Philips reclamebord is de weverij van Habraken gevestigd.
78
Klanten op de fiets bij schoenwinkel Louwers (links) en textielwinkel Habraken (rechts). In cafĂŠ Lukken wordt nog bier getapt van de Zuid-Hollandsche Bierbrouwerij, maar dat zal snel Bavaria worden.
79
De Kruisstraat met links de ingangspoort van villa ‘Het Slot’. Deze markante villa wordt in 1928 gebouwd door Frans Bazelmans (1882-1958), bijgenaamd ‘de Lord’.
80
Na de dood van Frans Bazelmans betrekt de Boerenleenbank in 1959 villa ‘Het Slot’. De villa is een rijksmonument.
81
Links is de langgevelboerderij uit 1847 zichtbaar. Nol Schutjes wordt hier in 1889 geboren en samen met zijn vrouw Kee Renders boert hij er tot 1945. Tot in de zestiger jaren wonen er vier generaties van de familie Schutjes, maar in 1960 stoppen ze het boerenbedrijf omdat een deel van de grond dan nodig is voor de aanleg van de St. Severinuslaan.
82
Deze boerderij wordt rond 1800 gebouwd door Wilhelmus Keijzers op de fundamenten van ‘het Slot van de Heren van Zeelst’. Jarenlang in bezit van de familie Van den Boomen. Antoon van den Boomen blijft er wonen tot zijn dood in 1978. In 1964 wordt de boerderij aan de gemeente Veldhoven verkocht, die er museum ‘t Oude Slot vestigt.
83
In 1960 wordt de St. Severinuslaan aangelegd, een moderne straat met ruime grasperken. Een groot deel van de woningen wordt toegewezen aan de in de nabijheid gelegerde beroepsmilitairen.
84
Al lijkt dat op deze foto anders: de Kruisstraat kent in de naoorlogse jaren ‘s morgens en ‘s avonds een druk spitsuur met werknemers van Philips en Daf in Eindhoven.
85
86
Kinderen op de stoeprand bij de ingang van het militaire kamp aan de Kruisstraat bekijken de militairen aan de toegangspoort.
Peter Zuidkamp
In de tweede wereldoorlog bouwen de Duitsers ‘Kamp Zeelst’ voor de op vliegveld Welschap gelegerde Duitse piloten en officieren. Het kamp wordt zo gebouwd dat het uit de lucht op een woonwijk lijkt. De constructie van de huizen is echter gelijk aan die van een bunker, met dikke stevige muren. Na de oorlog wordt het een kamp voor Engelse officieren die op Welschap gelegerd zijn. In 1952 wordt het kamp overgedragen aan de Nederlandse luchtmacht. Peter Zuid Johannes Borghouts wordt in 1910 geboren in Bergen op Zoom. Tijdens de Tweede Wereldoorlog geeft hij onder de schuilnaam ‘Peter Zuid’ leiding aan een groot deel van het Nederlandse verzet. Eerst als commandant van de landelijke knokploegen in zuidelijk Nederland en als medeoprichter en commandant van het Regiment Stoottroepen en, na zijn dropping in bezet Nederland, als plaatsvervangend commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten. Na de oorlog ontvangt Borghouts de hoogste militaire onderscheiding: Ridder Militaire Willems-Orde. In 1965 wordt Borghouts voor de KVP staatssecretaris van Defensie in het kabinet Cals. Maar enige tijd later, op 5 februari 1966, komt hij na een kortdurende ziekte te overlijden. Zijn vrienden bij Defensie zorgen voor een bronzen borstbeeld op de appèlplaats van Kamp Zeelst. Het wordt in 1967 onthuld door Prins Bernhard. Tevens wordt dan het kamp omgedoopt tot ‘Peter Zuidkamp’.
In 1978 wordt het kamp opgeheven en krijgt het borstbeeld een plek in het Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon. Borghoutspark In 1979 koopt de gemeente Veldhoven het complex en worden de kavels bij inschrijving verkocht aan particulieren. De huizen blijven grotendeels in de oorspronkelijke staat en de wijk krijgt de naam ‘Borghoutspark’.
Borstbeeld van Johannes Borghouts
In 1989 laten de bewoners ter gelegenheid van het 10-jarige bestaan van het Borghoutspark, een kopie van het borstbeeld van Johannes Borghouts maken. Het beeld wordt opnieuw gegoten door kunstenaar Piet Killaars en wordt op 30 juni van dat jaar onthuld door mevrouw Borghouts.
87
Geen Whatsapp of Facebook, maar een kaartje uit Zeelst aan je geliefde in Meerveldhoven om te melden dat het goed gaat en een telefoonnummer door te geven.
88
Het legerkamp dat in de Tweede Wereldoorlog is gebouwd, heeft de uitstraling van een woonwijk om de vijand te misleiden.
89
90
Peerke van Brussel woont rond 1900 in een hutje op de Zeelstsche Heide.
Peerke van Brussel
Jan Bijnen heeft in het begin van de 20e eeuw een prentbriefkaartenhandel ‘Veni, Vidi, Vici’ en een (fotografische) kunsthandel in Waalre. Hij staat bekend als Brabantse fotograaf en veel van zijn foto’s worden voor prentbriefkaarten gebruikt. Een bekende prentbriefkaart is die van Peerke en zijn hut. Groet uit... Op de voorzijde van deze prentbriefkaart prijken Peerke en zijn hut als een ‘Typisch kiekje uit Noord-Brabant’. Helaas geeft de tekst op de prentbriefkaart geen nadere plaatsaanduiding, zoals doorgaans bij dit type prentbriefkaarten het geval is. Door de plaatsnaam op de voorzijde open te laten kan de afzender namelijk zelf invullen voor welke Brabantse plaats hij deze situatie typerend vindt. Voor Bijnen betekent dit een groter afzetgebied voor de kaart. Er zijn daarom exemplaren van deze kaart bekend met daarop de plaatsnaam ‘Zeelst’, maar ook met andere plaatsnaam aanduidingen. Naast kaarten in zwart-wit zijn er ook ingekleurde exemplaren bekend en exemplaren met daarop als extra-opschrift ‘Zalig Nieuwjaar!’. De Hut Over de exacte locatie van de hut is maar weinig bekend, maar doorgaans wordt Zeelst genoemd en dan met name de Zeelstsche Heide. Hier stonden drie hutjes bij elkaar, aan de rechterzijde van het huidige Heikantsepad, een stuk van de oude weg via de Djept naar Oerle. De huisjes hebben aanvankelijk de aanduiding Kopbeek 31, 32 en 33. Vanaf 1880 vallen de huisjes onder het gehucht Djept met de aanduiding C 46, 47 en 48.
Peerke En ook Peerke zelf is lange tijd een raadsel. Uit overlevering is bekend dat dit gebied bij de boeren bekend stond onder de veldnaam ‘de hut’ waar Zwarte Peer woont. En uit de verhalen van Jan Lodewijks uit de Polkestraat weten we dat Peerke ‘met zijn volk’ vanuit de hei door de Polkestraat naar de kerk in Meerveldhoven liep. Jan legt in een geluidsopname uit de jaren 60 uit dat ‘met zijn volk’ de luizen worden bedoeld die Peerke bij zich had. Peerke bleef dan ook altijd alleen achter in de kerk staan. Dit betekent dus dat de kaart van Bijnen uit 1906 niet in scene is gezet, maar dat er op de hei daadwerkelijk een kluizenaar woont die gekend werd als Peerke van Brussel. Brussel Is Peerke een zwerver afkomstig uit Brussel? Of komt Peerke uit Zeelst en is hij familie van de familie van Brussel? Uit de akten van de Burgerlijke Stand en de Bevolkingsregisters van de Gemeente Zeelst blijkt dat op Eerste Kerstdag in 1849 Petrus Johannes van Brussel wordt geboren. Hij is de zoon van de smid Hendricus van Brussel en zijn vrouw Henrica Scheepers. De vader van deze Petrus heeft een smederij annex herberg in de dorpskern van Zeelst, geen onbemiddelde familie dus. Het lijkt dan ook niet waarschijnlijjk dat deze Petrus in een armoedig hutje op de hei zou wonen. Uit de bevolkingsregisters blijkt dat Petrus als jongvolwassene naar Veldhoven dorp verhuist, waar ook hij een goed bestaan heeft als smid. Hij trouwt met Johanna Beex (of Bax) en samen krijgen ze 19 kinderen. Petrus van Brussel sterft in november 1924 in het St. Josephgasthuis in Stratum.
91
Deze kaart is op 17 februari 1906 vanuit de oude gemeente VeldhovenMeerveldhoven verstuurd aan de hoofdverpleegster van het Stedelijk Armhuis in Rotterdam. De afzender schrijft “de bewoner is welbekend en staat bij de deur”. Peerke is inderdaad geen onbekende in Zeelst, maar dat zijn armoedige hut ‘Villa de Ekster’ wordt genoemd zal niemand vermoeden.
92
De Greef Als we echter verder in de geschiedenis duiken blijkt dat Hendricus van Brussel twee broers Jacobus (1811) en Christiaan (1817) en een zus Anna Marie (1814) heeft die de Greef heten. Deze kinderen zijn geboren uit het huwelijk van Joanna Jansens en Henricus de Greef. Henricus sterft in 1820 op 36-jarige leeftijd en Joanna hertrouwt in 1825 met de smid Johannes van Brussel. Samen hebben ze dan al een zoon Hendricus van Brussel, geboren in 1823. De kinderen de Greef worden dus mede opgevoed door Johannes van Brussel. Waarschijnlijk ligt hier de bron van de latere naamsverwarring. Zoon Hendricus zet het ambacht van zijn vader voort, maar halfbroer Christiaan de Greef leeft in een heel ander milieu, als arme wever buiten het dorp. Hij trouwt met Anna Maria Bochmans en zij krijgen zes kinderen, alleen de twee zonen Jacobus (1847) en Petrus Henricus (1848) overleven de kindertijd. Armoedige jeugd Jacobus (Jan) en Petrus (Peer) groeien op in armoede. Al jong houden ze zich bezig met vissen, hout verzamelen en heideplaggen steken. Peer belandt daarvoor in 1861 op 12-jarige leeftijd in de gevangenis. Hij is samen met broer Jan betrapt op “het aftrekken en zich arglistig toe-eigenen van groen en dor hout” in een bos van burgemeester Habraken. De jonge leeftijd van de verdachten is voor de rechter geen verzachtende omstandigheid. “Overwegende dat de beklaagden die blijkens geboorte extracten slechts den ouderdom van 13 en 12 jaren hebben bereikt, zoo door hunne houding als ter audiëntie gegevene antwoorden voldoende blijken hebben gegeven dat zij ten deze met oordeel des onderscheids hebben
gehandeld” worden ze veroordeeld tot drie dagen gevangenisstraf. Het zal niet de laatste keer zijn dat Peer in aanraking komt met justitie. In 1870 deserteert Peer met een groep van 10 mannen uit de dienstplicht. Op de vlucht voor de politie gaat hij naar België, waar hij waarschijnlijk als wever aan de slag gaat bij zijn familie in Boechout. Broer Jan volgt hem en blijft ook enkele jaren in België. Huwelijk Terug in Nederland trouwt Peer op 23 september 1876 met Johanna Maria de Greef (een vierdegraads bloedverwante) en gaat dan bij zijn vader en broer Jan wonen in een klein hutje. Op dat moment is hun zoon al geboren, later krijgen ze nog vier dochters. De gemeente Zeelst heeft altijd gedoogd dat de arme inwoners op de woeste gronden van de gemeente hun eigen huisjes bouwen. Peers vader Christiaan de Greef heeft omstreeks 1863 zijn hutje gebouwd op de heide en daar dennenboompjes geplant. Wanneer Peer in 1877 deze boompjes gaat kappen om een geitenhok aan het huisje te bouwen, blijkt het stuk heide enkele jaren ervoor verkocht te zijn aan de gemeentesecretaris Jan Swane. Dat maakt de activiteiten van Peer ineens illegaal. Het komt tot een rechtszaak. Peer kan aantonen dat hij te goeder trouw heeft gehandeld; hij was immers een paar jaar in het buitenland geweest en weet niet dat de grond en alles wat daarop staat is verkocht. Opmerkelijk is dat zelfs de veldwachter in zijn voordeel getuigt. Peer wordt vrijgesproken. Kraakactie In de buurt woont het gezin Reiniers dat een huisje huurt van het Algemeen Armbestuur. In 1878 is Peer van mening dat de
93
94
Deze foto is rond 1910 gemaakt door Jan van Nuenen tijdens een van de wandelingen van de familie van Willeke Bazelmans. Op de foto staat Peerke met grijze baard voor de deuropening van zijn hut. Willeke Bazelmans staat derde van links met vlinderdas.
opslagruimte van Reiniers wel geschikt is als huisje voor zijn jonge gezin en eist bij Reiniers de sleutel op. Reiniers is echter niet van plan zijn huisje te delen, waarop Peer zijn grote broer Jan erbij haalt. Volgens getuigen trapt Jan met zijn voet de deur in van het opslagvertrek, waarbij de kram uit de deur vliegt. Peer stapt naar binnen, gooit het huisraad dat hij aantreft op straat en gaat triomfantelijk in ‘zijn’ nieuwe huisje koffie zitten drinken met zijn vrouw. De kraakactie heeft dus succes, het enige nadelige gevolg is dat Jan gesommeerd wordt zich te verantwoorden bij de burgemeester. Maar Jan laat zich op het gemeentehuis niet zien en wacht af tot hij in ’s-Hertogenbosch berecht wordt. Hij moet tenslotte acht dagen brommen wegens het verbreken van de afsluiting, maar zijn broer heeft een nieuw huis. Bedelen Het lijkt er op dat Peer moeite heeft om zijn gezin te onderhouden. De vrouw van Peer wordt meer dan eens bedelend in Eindhoven aangetroffen. Haar armoedige toestand en verder niet ongunstige gedrag worden genoemd als verzachtende omstandigheden in de processen. Het huwelijk van Peer en Johanna houdt geen stand. Een officiële scheiding wordt nooit uitgesproken, maar de gemeente registreert het wel. Johanna gaat eind jaren 90 met hun opgroeiende kinderen in het huisje wonen dat eerder door haar ouders was bewoond. De kinderen trekken na de eeuwwisseling weg uit Zeelst, ze gaan in Eindhoven wonen en werken als dienstbodes en fabrieksarbeiders. En zo blijft Peer alleen over op de Zeelstsche hei en leeft er een zonderling bestaan. Maar helemaal alleen is Peerke niet. In de zomer brengt menig
wandelaar een bezoek aan de kluizenaar zoals blijkt uit een bericht in de Meierijsche Courant en de foto hiernaast van Jan van Nuenen. Doodziek Enkele jaren later, in de winter van 1916, plaatst de Meierijsche Courant een bericht waaruit blijkt dat kluizenaar Peerke ziek gevonden is in zijn hut. Zeelst, 5 Jan. Maandag kwam het algemeen armbestuur van Zeelst ter kennis dat P.v.B., onze in de streek bekende kluizenaar, ziek in zijn hut lag. Onmiddellijk werd de geneesheer verwittigd, die na onderzoek verklaarde, dat Peerke zeer ziek was en in het liefdehuis moest worden opgenomen. Wat dan ook is geschied. Nader verneemt men dat hij van de laatste H.H. Sacramenten is voorzien. Zoo is dan Peerke uit zijn schier onbewoonbare hut verdwenen en zal er, naar het schijnt, niet weer in terug keeren. “Jammer” want menig wandelaar van stad en omgeving kwam den kluizenaar des zomers een bezoek brengen. Peter Henricus de Greef (alias Peerke van Brussel) sterft op 7 januari 1916 en wisselt zijn tijdelijke aardse hut voor Gods eeuwige woonstee.
Met dank aan Marita van Brussel, die de geschiedenis van Jacobus de Greef (alias Jan van Brussel) onderzoekt en verhalen over haar overgrootvader Peerke de Greef publiceert op ondermeer www.brusselsekermis.blog en www.bhic.nl. Verschillende deelonderzoeken over Zeelst publiceert zij op haar blog dezeelsterzonderling.wordpress.com.
95
De kerktoren in de steigers tijdens de restauratie van de torenspits in 1907. In het bestek is opgenomen dat alleen bakstenen van een steenfabriek uit Zeelst verwerkt mogen worden.
96
34 jaar na de bouw van de kerk, is heel Zeelst trots op de kerk die eindelijk (bijna) af is: de wijzers ontbreken nog, maar aan waaghalzen geen gebrek. Links cafe ‘In d’oude Kroon’ met kastelein Jan Deeben en zijn vrouw in de deuropening. Een foto uit 1907 van fotograaf Tollens uit Eindhoven.
97
Links op de kaart de mast die gebruikt wordt voor de stroomvoorziening in het begin van de 20e eeuw.
98
De gemeenteschool voor de kerk is gebouwd in 1894. Het rechterdeel is de onderwijzerswoning van meester Jacques Cuijpers.
99
Pastoor de Bont is pastoor in Zeelst van 1929 tot 1941. Natuurlijk stuurt ook hij een kaartje met de kerk en het Heilig Hartbeeld.
100
Pastoor Mommersteeg is pastoor in Zeelst van 1889 tot 1905. Hij legt een fraaie siertuin aan tussen kerk en pastorie.
101
In 1951 ondergaat de kerk een forse verbouwing volgens een ontwerp van architect ir. C. Geenen. Door het weghalen van de dwarsbeuken verandert ook het interieur van de kerk. De bouwkundige van het bisdom Den Bosch, Mgr. van Helvoort, oordeelt dat het daardoor geen ‘Weber kerk’ meer is.
102
Pal naast de kerk staat de tabaks- en snoepwinkel van Fried Arts op een foto uit 1955. Na de laatse mis mag menig kind er voor een paar cent snoep kopen. Aan het zijraam hangt steevast een overzicht van alle wedstrijden van UNA, met de namen van de spelers. Sinds 1994 staat de familie Van Grootel er achter de tap van cafĂŠ ‘t Stuupke.
103
In 1898 wordt bij het kerkplein een lindeboom geplant ter herinnering aan de kroning van koningin Wilhelmina op 31 augustus van dat jaar. Om de groei van de boom meer kans te geven, gebeurt dat al op 9 mei.
104
Vol in het blad heeft de Wilhelminaboom een eeuw later een monumentale uitstraling. Onder de boom de enige openbare telefooncel in het centrum van Zeelst.
105
Het Heilig Hartbeeld tussen de bomen voor het schoolgebouw. Het is een geschenk van de parochianen aan pastoor Kluijtmans bij zijn 40-jarig priesterjubileum in 1926.
106
Het Heilig Hartbeeld is een ontwerp van de beeldhouwer August Falise uit Wageningen. De pastorie, ontworpen door architect Carl Weber, wordt in 1876 gebouwd met sloopmaterialen van de oude kerk. Rechts daarvan de kosterswoning van Antoon Scheepers.
107
108
Foto’s Piroc: ©Emdeeha Oosterbeek
Prinses Irenekamp Het kamp ontleent zijn naam aan de Koninklijke Nederlandse Brigade ‘Prinses Irene’, een Nederlands legeronderdeel dat voortkwam uit Nederlandse troepen die in mei 1940 naar Engeland konden ontkomen en verder bestond uit Engelandvaarders en Nederlanders uit het buitenland die bij de brigade hun dienstplicht vervulden of zich vrijwillig bij de brigade meldden.
en schakelen is er binnen de opleiding veel aandacht voor het onderhoud van dit kostbare voertuig. Behalve de chauffeurs worden ook de boordschutter/plaatsvervangend wagencommandanten (tevens radiotelefonist) voor de YP 408 opgeleid op het PIROC. Binnen een jaar groeit de pantserwielopleidings-compagnie naar 60 pantservoertuigen met even zoveel rij-instructeurs.
PIROC Het Prinses Irenekamp is veel beter bekend onder de naam PIROC, ofwel het Pantser Infanterie Rij-Opleidingscentrum dat er in 1962 wordt opgericht. Aanleiding is de invoering van de AMX, een licht gepantserd rupsvoertuig, bij de Infanterie, waarvoor het PIROC de chauffeursopleiding gaat verzorgen.
Unifil In 1975 start de opleiding voor het nieuwe rupsvoertuig de M113 en in 1979 die voor de YPR-765, de vervanger van de AMX. Tijdens het Nederlandse Unifil detachement in Libanon van 1979 tot en met 1985 wordt een Opleidingsdetachement Unifil geplaatst op het Prinses Irenekamp.
Toenmalig staatssecretaris van Defensie Calmeyer opent het PIROC op 11 januari 1963 en ZKH Prins Bernhard brengt in hetzelfde jaar een bezoek in zijn functie van Inspecteur Generaal van de Koninklijke Landmacht. Begin 1965 wordt een tweede opleidingscompagnie toegevoegd voor pantserwielvoertuigen van het type DAF YP-408.
Op 26 april 1984 wordt het 250.000ste rijbewijs sinds de oprichting uitgereikt door de Inspecteur Generaal T.J. de Geus. In 1986 wordt een 3e rij-instructie compagnie aan PIROC toegevoegd. Deze gaat de chauffeursopleidingen verzorgen voor de YAZ-2300 (10-tonner), de YTV-2300 (trekker oplegger) en de YA 4440 (4-tonner). Eind jaren 80 zijn 1000 militairen en burgers (inclusief leerlingen); 106 rupsvoertuigen en 173 wielvoertuigen actief op PIROC.
Krakelingen Tijdens de chauffeursopleiding voor de YP-408 die acht weken duurt, rijden de leerlingen niet alleen op de 14 kilometer lange betonbaan ‘krakelingen’ van het PIROC en op het circuit van het dichtbijgelegen mob-complex PIROC 2. Ze nemen ook deel aan het verkeer op de openbare weg. Eerst op de rustige wegen in de dorpen rond Eindhoven, daarna in de binnenstad. Tenslotte volgt er nog een driedaagse oefening in het heuvelachtige Limburg. Naast het leren manoevreren
Meerhoven In 2003 wordt het hele complex gesloopt om plaats te maken voor de woonwijk Meerhoven. De contouren van het kamp en de ‘krakelingen’ zijn vanuit de lucht of Google Earth nog steeds goed herkenbaar.
109
In het instructieboekje uit 1991 van het PIROC staat vermeld dat men in de centraal gelegen kantine terecht kan voor “...Uw natje en droogje. Bovendien kunt U er biljarten, flipperen en TV kijken�.
110
Door de fraaie ligging van de barakken in een mooie bosrijke omgeving wordt het PIROC door sommigen ook het ‘Pantser Infanterie Rust & Ontspanning Centrum’ genoemd. Toch hebben de militairen van de achterste barakken veel last van het lawaai van de start- en landingsbaan van vliegveld Welschap.
111
Ansichtkaart uitgegeven tijdens een open dag van het kamp in 1975. In die jaren van de Koude Oorlog kent Nederland nog een dienstplicht.
112
Heimwee of niet, elke militair schrijft vanuit Zeelst weleens een kaartje naar huis, want smartphones zijn er nog niet.
113
Een briefkaart als zakelijk briefpapier, maar met de hand geschreven.
114
De groentekwekerij van Henk Zuidgeest aan de Polderstraat 19 op een foto uit 1962. Henk van de Boomen neemt in 1969 zijn bedrijf over. In 1991 wordt de kwekerij aangekocht door de gemeente Veldhoven voor de uitbreiding van de Polders en de Heikant.
115
Prima keus: de ongetwijfeld trotse nieuwe dorpsgenoten sturen deze kaart met een ‘moderne boerderij’ uit Zeelst als adreswijziging naar familie in Duitsland. “Gefällt gut hier”.
116
Deze ‘moderne boerderij’ van de familie Verberne op de Djept 1 wordt in 1957 gebouwd, nadat de boerderij door een blikseminslag is afgebrand. Later wijzigt het adres in Polderstraat 7.
117
Jan Bijnen heeft in het begin van de 20e eeuw een prentbriefkaartenhandel ‘Veni, Vidi, Vici’ en een (fotografische) kunsthandel in Waalre. Hij staat zelf bekend als Brabantse fotograaf. Veel van zijn foto’s worden voor prentbriefkaarten gebruikt.
118
Post uit Zeelst Een verzameling nostalgische prentbriefkaarten met een verhaal Uitgave Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis Tekst Jan Bressers, Mieke Hurkx Vormgeving Jan Keeris Drukwerk Coppelmans Grafimedia, Eersel Met dank aan Jose van den Boomen-Voeten Marita van Brussel Mieke van Dijk-de Bont Trudy Pullens-van Berkel Tiny Renders Frans van Rooij Ad van Run Wim Senders Jolanda Smits-Swennen Thieu Vlemmix Pieters Media, Groede Š2017 Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis ISBN 978-90-809771-8-1 www.zeelstschrijftgeschiedenis.nl
Post uit Zeelst Een verzameling nostalgische prentbriefkaarten met een verhaal
Dit boek is meer dan een collectie fraaie ansichtkaarten. Het laat zien hoe de dorpskern van Zeelst, met de cafĂŠs rond de Heuvel, de kerk en het klooster zich vanaf 1900 ontwikkelt zonder het typische dorpse karakter te verliezen. Andere kaarten laten het straatbeeld in de jaren 60 zien, met televisiemasten, vuilnisemmers en een openbare telefooncel. Ook het Peter Zuidkamp en het PIROC komen in de ansichtkaarten weer tot leven. Een bijzondere plek krijgt een oude prentbriefkaart van Peerkes hut. Voor het eerst met het verhaal van deze mysterieuze kluizenaar op de Zeelstsche Heide. Korte verhalen over Januske de Post en de postkantoren van Adriaan de Bont en Leo Louwers completeren de rijk geĂŻllustreerde schets van de Post uit Zeelst.
Heemkundekring Zeelst Schrijft Geschiedenis