3 minute read

ROBOT ZOEKT COLLEGA

In De opkomst van de Robots waarschuwde technologie-ondernemer Martin Ford in 2015 voor massawerkeloosheid door de opkomst van robots. Maar liefst vijftig procent van alle banen zou verdwijnen. Die voorspelling werd de afgelopen jaren door adviesbureau McKinsey genuanceerd. Niet de helft van de banen gaat verdwijnen, maar wel de heft van het takenpakket van medewerkers gaat krimpen door robot proces automatisering. Tot op heden kwamen de robots echter niet opdagen.

Robotinvasie

In het Financieel Dagblad van 15 oktober 2022 verscheen een column van econoom Mathijs Bouwman met als titel: ‘Eindelijk is daar de gevreesde robotinvasie! Niets te vroeg.’ Daarin geeft hij op basis van het World Robotics Report aan dat, na de stagnatie in de periode 2018-2020, de industriële robots nu echt begonnen zijn aan een snelle opmars. In 2021 kwamen er wereldwijd 517.000 nieuwe industriële robots bij, waarvan 2.281 in Nederland.

ONDERNEMEN in Limburg

Dat is meer dan ooit en een derde meer dan in 2020. Bouwman beweert dat deze investering in arbeid-vervangende technologie een zegen is op een structureel krappe arbeidsmarkt.

Robot zoekt collega

Moeten we bang zijn voor een toekomst met robots zoals Martin Ford die schetst. Of moeten we verlangen naar hun bevrijdende invasie zoals Mathijs Bouwman dat doet?

In het Strategisch Basisonderzoeksproject Paradigms 4.0 zijn ingenieurs, marketeers en sociale wetenschappers van de KU Leuven, de Antwerp Managementschool en TNO een onderzoek gestart naar de wijze waarop Vlaamse en Nederlandse bedrijven met de nieuwste technologie omgaan en waarom de moderne werknemer de technologie wantrouwt. Robot zoekt collega is de neerslag van hun werk. De onderzoekers concluderen, net als Bouwman, dat we te weinig robots hebben: “Robots zijn niet het probleem, maar de oplossing.”

Open invitatie

In de eerste alinea van het boek doen de schrijvers een uiterste oproep: “Dit boek is een open invitatie aan de robots. Kom maar gerust, we hebben jullie nodig. We hebben meer artificiële intelligentie nodig, meer geconnecteerde apparaten en nog meer autonoom functionerende technologie. Laat die vierde industriële revolutie maar komen. En snel ook. Want onze arbeidsmarkten koken over. We hebben al die technologie dringend nodig om onze huidige welvaart in stand te houden.” Zij bedoelen dan vooral de nieuwe generatie coöperatieve robots. De robots die niet onze banen stelen, maar de kwaliteit van ons werk verbeteren en de arbeidsmarkt weer laten ontspannen. Het zijn geen digitale versies van menselijke werknemers. Robots hoeven niet te doen wat wij al kunnen. Ze moeten complementair zijn met hun verschillende skill sets. Robots zijn geen mensen, juist daarom zijn ze nuttig. De auteurs doen ook voorstellen voor werknemersparticipatie, mensgerichte technologie, digitale vaardigheid en het inrichten van de werkorganisatie.

Als Limburg in 2040 een welvarende, duurzame en inclusieve regio wil zijn, hebben we snel een invasie collegiale robots nodig.

Universiteitsfonds Limburg

Bouwen aan de wereld van morgen

Het Universiteitsfonds Limburg werkt samen met het bedrijfsleven om het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek aan de Universiteit Maastricht te ondersteunen. Dat lijkt duidelijk, maar toch valt er meer te vertellen, zegt senioradviseur Guido Vanderbroeck. Om te beginnen is een donatie aan het fonds geen eenrichtingsverkeer. Ook belangrijk: het fonds heeft een sterke band met de regio. Dat blijkt alleen al uit de naam.

Het universiteitsfonds – voluit: het Universiteitsfonds Limburg/SWOL - is in 1965 ontstaan met de oprichting van de Stichting Wetenschappelijk Onderwijs Limburg (SWOL), een stichting met een startkapitaal van 250 gulden. Dankzij de inzet van het SWOL wordt de nieuwe Nederlandse medische faculteit naar Maastricht gehaald en op 9 januari 1976 opent koningin Juliana officieel wat toen nog de Rijksuniversiteit Limburg heette.

Specifieke goede doelen

De band van het Universiteitsfonds Limburg met de regio is meer dan zomaar een interessant historisch feitje. Vanderbroeck: “Ondernemers die het fonds steunen, werken op die manier ook heel concreet mee aan de verbetering van de sociale en economische structuur van de regio en dus aan het vestigingsklimaat.” Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt door bedrijven en organisaties steeds belangrijker gevonden, zegt Vanderbroeck. Samenwerking met het Universiteitsfonds Limburg biedt dan mooie kansen. Niet alleen door de regionale oriëntatie, maar ook doordat de Universiteit Maastricht met zijn zes faculteiten en deelname in vier regionale campussen veel mogelijkheden biedt aan bedrijven die een specifiek goed doel willen ondersteunen: zo zijn er onder meer mogelijkheden op medisch, sociaal-maatschappelijk en duurzaamheidsgebied. Er is bijvoorbeeld een Gelijke Kansen Fonds dat studiebeurzen voor jongeren die tegen financiële en sociale barrières aanlopen, financieel mogelijk maakt.

Wederkerigheid

Goed om te weten: het Universiteitsfonds Limburg is een ANBI, een algemeen nut beogende instelling waardoor fiscaal vriendelijk schenkingen gedaan kunnen worden. Ook biedt samenwerking met een wetenschappelijk onderwijs- en onder- zoeksinstituut als de Universiteit Maastricht natuurlijk een zeker prestige. Vanderbroeck: “Het is geen eenrichtingsverkeer, de universiteit geeft ook kennis terug aan de donerende organisatie.” Dat kan indirect zijn, bijvoorbeeld doordat een onderneming dankzij de samenwerking met het fonds een netwerk opbouwt. Het Universiteitsfonds Limburg organiseert samen met de provincie Limburg jaarlijks het Maastricht University Dinner. Tijdens dit gesponsorde diner worden bestuurders van gerenommeerde Limburgse bedrijven gekoppeld aan professoren, externe gasten, bestuursleden en het college van bestuur van de Universiteit. Vanderbroeck: “Maar ook heel concreet. Een hoogleraar kan bijvoorbeeld een donerend bedrijf via een lezing informeren over de laatste ontwikkelingen op bepaalde vakgebieden, zoals duurzaam vastgoed. Wie doneert helpt niet alleen de eigen regio, maar bouwt bovendien mee aan de wereld van morgen.”

This article is from: