20 minute read
FRANS VERHEY
Van taboe naar huis-tuin-enkeukenziekte
Dementie is hard op weg om volksziekte nummer 1 te worden. In Limburg kampen momenteel ongeveer 22.000 mensen met de aandoening. Hoogleraar ouderenpsychiatrie Frans Verhey doet al bijna veertig jaar onderzoek naar de werking van het geheugen. “Ik ben geen pessimist, maar ik denk niet meer in doorbraken.”
TEKST MEYKE HOUBEN BEELD JOHANNES TIMMERMANS
NAAM:
Frans Verhey I n zijn werkkamer in het MUMC+ in Maastricht somt prof. dr. Frans Verhey de kille cijfers op: ouderen van 80 jaar hebben twintig procent kans om dement te worden, bij 85 jaar stijgt dat percentage naar 33 en van de 90plussers krijgt één op de twee mensen met de ziekte te maken. De maatschappelijke impact is groot; steeds meer mensen kennen wel iemand in hun omgeving met geheugenproblemen. Maar vreemd genoeg rust er nog steeds een taboe op dementie. “Er is veel angst voor de ziekte. Begrijpelijk, want googel maar eens op afbeeldingen met de term ’Alzheimer’.
Wat je dan te zien krijgt, maakt somber. Het zou goed zijn als dat verandert. Wat wij willen, is dat dementie veel meer een huistuinenkeukenziekte wordt.”
Het onderzoek naar geheugenproblemen bij ouderen begon eind jaren zeventig van de vorige eeuw. Toen werd Alzheimer voor het eerst een ziekte genoemd. Daarvoor heette het in de volksmond dat opa of oma aan het ‘verkindsen’ was. “De huisarts wist zich met deze mensen geen raad, op medisch gebied was er niks geregeld. Het bleef veelal bij pappen en nathouden, pas als het tot een crisis kwam, werd iemand opgenomen.”
WERD:
Neuroloog/psychiater, zenuwarts
WAS:
Oprichter geheugenpoli Maastricht
WERKT:
Als hoogleraar ouderenpsychiatrie en neuropsychiatrie in het MUMC+, hoofd van het Alzheimer Centrum
Limburg
THUIS:
Getrouwd, drie kinderen
BOEK:
De rat van Amsterdam, Pieter Waterdrinker
VRIJE TIJD:
Alles over The Beatles Dat laatste was met name voor de familie een schrikbeeld. “Het Maastrichtse Klevarie bijvoorbeeld was vroeger voor veel ouderen een soort medische gevangenis. Gelukkig is dat nu een stuk beter. Het verpleeghuis is een noodzakelijk kwaad geworden, waar de medewerkers hun best doen om de bewoners zich zo veel mogelijk thuis te laten voelen. Bovendien krijgt elke patiënt tegenwoordig al bij de diagnose een casemanager toegewezen, die zorg op maat biedt en vooral kijkt naar wat hij of zij nog wel kan. Wat dat betreft kun je beter nu dement zijn dan vijftig jaar geleden.”
Frans Verhey begon in 1986 in Maastricht de eerste geheugenpoli van Nederland. Sindsdien heeft het onderzoek naar dementie een hoge vlucht genomen. Onderzoek is ook een van de pijlers van de Nationale Dementiestrategie 20212030, onder het motto ‘Dementie de wereld uit’. Geen realistische slogan, vindt Verhey. “Beter zou zijn: ‘leren leven met dementie’. De afgelopen decennia is er wereldwijd gezocht naar genezing, maar nog steeds is er geen medicijn tegen dementie of Alzheimer.
Al zijn er wel middelen die de loop van de ziekte enigszins stabiliseren. Deze zomer werd er in de VS nog een nieuw medicijn geregistreerd, dat claimde effectief te zijn bij de ziekte van Alzheimer. Ik geloof daar niet in. Het middel haalt Alzheimereiwitten weg uit de hersenen, maar we weten niet of die eiwitten wel de oorzaak zijn van dementie. En of het middel leidt tot verbeteringen in het leven van de patiënt. Naar mijn idee geef je mensen zo valse hoop. Bovendien is het medicijn peperduur. Voor dat geld kun je beter een verpleger inschakelen.”
In doorbraken gelooft Verhey niet meer. “We maken kleine stappen vooruit. De aandacht gaat vooral uit naar het medische deel van dementie, naar de psychosociale zorg – het ondersteunen van mantelzorgers – en naar preventie.” Het goede nieuws is, dat 80jarigen nu zo’n vijftien procent minder kans hebben om dement te worden dan de vorige generatie. “Dat komt, omdat we gezonder zijn gaan leven. We roken minder en er zijn meer mogelijkheden om onze gezondheid te monitoren.”
Een bewuste leefstijl is volgens Verhey de beste remedie om dementie uit te stellen. “Zorg dat je regelmatig beweegt, eet gezond en blijf nieuwsgierig, zoek nieuwe uitdagingen. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Als je tussen je veertigste en zeventigste deze leefstijl omarmt, heb je daar baat bij. Daarna ben je te laat.”
Voor mensen die toch met dementie te maken krijgen, is acceptatie en begrip van de omgeving heel belangrijk, benadrukt Verhey. “Iemand met dementie wil niet worden afgeschreven.
Als maatschappij moeten we leren hen niet te zien als patiënten met een enge hersenziekte, maar met een geheugenhandicap. Vervolgens is het zaak te kijken wat diegene nodig heeft om zo veel mogelijk kwaliteit van leven te behouden. Het doel is uiteindelijk een meer dementievriendelijke samenleving.”
Dementie is een bijzonder complexe aandoening, die de wetenschap nog wel even bezighoudt, meent het hoofd van het Alzheimer Centrum Limburg. “Kijkend naar de toekomst zal de nadruk blijven liggen op de ‘zorg’. Nederland telt nu ongeveer 275.000 mensen met dementie. We zullen moeten leren hoe we daarmee omgaan en hoe we het leven van dementerenden en mantelzorgers kunnen veraangenamen. Misschien dat er op termijn ook wat meer ruimte komt voor ‘genezing’, in de vorm van een medicijn, maar de komende tien jaar zie ik dat niet gebeuren.”
En wat als hij zelf dement wordt? Bij die vraag heeft de hoogleraar nog niet echt stilgestaan. Toch vindt hij snel een antwoord: “Ik hoop dat mijn omgeving me dan goed begrijpt en dat ik als dat nodig is – zorg kan krijgen op een plek waar ik graag ben.”
Ter gelegenheid van het jubileum organiseert het Alzheimer Centrum Limburg een serie webinars
Dit jaar viert het Alzheimer Centrum Limburg, waarvan Frans Verhey een van de twee hoofden is, zijn twintigjarig jubileum. Het centrum is een samenwerkingsverband tussen diverse gezondheidszorginstellingen in Limburg en de Universiteit Maastricht.
Ter gelegenheid van het jubileum organiseert het Alzheimer Centrum Limburg een serie webinars. Het eerste is op 21 oktober en heeft als thema 'Dementie... en hoe nu verder?’ Ook zijn binnenkort op L1 filmpjes te zien over verschillende aspecten
van dementie.
Meer info: alzheimercentrumlimburg.nl.
ADVERTENTIE
EXTRA
BOODSCHAPPEN DIENST:
Kant en klaar maalt�den Gratis gekoeld thuisbezorgd Geen verplichtingen
WWW.ALLE-SMAKEN.NL 045-5284012
VISIE MEANDERGROEP
De omgeving bepaalt voor een groot deel ons gedrag en functioneren in het dagelijks leven. Hoe verhouden wij ons tot de omgeving waar we wonen? Hoe werkt dit wanneer je ouder wordt? En hoe kan de ouderenzorg hierop het beste inspelen?
Jack Jansen en Hilde Verbeek
behouden van eigen identiteit en betekenisvolle activiteiten vormen het uitgangspunt, ook wanneer 24-uurszorg nodig is. Hilde Verbeek: “Normaal gesproken is het huis waar je woont ook je thuis. Bij kwetsbare ouderen met een intensieve zorgvraag, zoals mensen met dementie, is dit lang niet altijd het geval. Het strikte onderscheid tussen thuiszorg en verpleeghuiszorg werkt hierbij belemmerend. Dat maakt dat er een grote behoefte is aan creatieve oplossingen, waar ouderen levenslang kunnen blijven wonen en intensieve zorg kunnen ontvangen, 24 uur per dag als dat nodig is.”
Jack Jansen, bestuursvoorzitter van MeanderGroep, onderstreept dit belang. “Wij bieden momenteel al aan bijna 500 bewoners in de regio verpleeghuiszorg aan huis, hun eigen thuis. We zijn nu meer innovatieve ideeën aan het ontwikkelen om je eigen leven te laten leiden daar waar je al lang woont; in je eigen huis. Mocht iemand toch uiteindelijk verhuizen naar een andere woonvorm dan dient die verhuizing naadloos aan te sluiten bij het leven van die persoon op dat moment. ‘Leid je eigen leven’ is de visie die MeanderGroep nastreeft.”
Dit zijn centrale vragen in de leerstoel ‘Zorgomgeving voor kwetsbare ouderen’ van prof. dr. Hilde Verbeek aan de Universiteit Maastricht. De leerstoel wordt mogelijk gemaakt door MeanderGroep Zuid-Limburg. Door kennis te ontwikkelen en verspreiden wil de zorgorganisatie samen met de universiteit de kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen verder verbeteren.
Als hoogleraar doet Hilde Verbeek onderzoek naar vernieuwing in de zorgomgeving voor kwetsbare ouderen, in het bijzonder in de verpleeghuizen. Hoe dragen verschillende vormen van wonen met zorg bij aan een waardig en betekenisvol bestaan van ouderen? Waarden als autonomie, het Jansen haalt het voorbeeld aan van een bewoner die intensieve zorg nodig had, maar er tegenop zag naar een wijkzorgcentrum te gaan. “Hij was bang zijn eigen regie te verliezen. Maar het tegenovergestelde gebeurde. Met behulp van fysiotherapie leerde hij met een elektrische rolstoel om te gaan, hetgeen hem veel extra vrijheid gaf. Daarnaast richtte hij samen met zijn familie zijn kamer zodanig in dat een deel ervan atelier is. Hij kan nu zijn hobby, knutselen met oude metalen, voortzetten. Geweldig om te zien.”
De veranderingen in behoeften omtrent wonen en zorg bij kwetsbare ouderen vragen om een omschakeling bij zorgorganisaties en haar medewerkers, zowel in zorgvisie als met betrekking tot vaardigheden en competenties. In de toekomst zullen kwetsbare ouderen in allerlei vormen samenwonen, leven en daarbij passende zorg nodig hebben, bijvoorbeeld in een woongroep of vanuit een zorgcoöperatie. Verbeek kijkt in haar onderzoek vanuit verschillende vakgebieden, zoals de psychologie, verplegingswetenschap, architectuur en naar de invloed van de zorgomgeving. “Kwetsbare ouderen willen in een omgeving wonen waarin ze zich thuis voelen, waar de zorg zodanig georganiseerd wordt dat die past bij hun levensgeschiedenis, voorkeuren en behoeften, en inspeelt op hun restcapaciteit. Wederkerigheid in de zorgrelatie is hierbij een belangrijk uitgangspunt.”
MeanderGroep kent een lange traditie van wetenschappelijk onderzoek in de ouderenzorg, aangezien zij samen met de Universiteit Maastricht in 1998 de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L) heeft opgericht.
Wetenschap is onderdeel van de maatschappij: het creëert een onafhankelijke ruimte, virtueel of fysiek, waarin mensen met verschillende achtergronden, opvattingen en denkbeelden, elkaar kunnen ontmoeten en elkaars ideeën op een veilige manier kritisch kunnen bediscussiëren. Verbeek en Jansen werken aan het vormen van zo’n gemeenschap in de langdurige ouderenzorg met ouderen en hun naasten, professionals, bestuurders, docenten, zorgverzekeraars, ondernemers, studenten, beleidsmakers, gemeenten, architecten en woningbouwcorporaties waarbij kennis ontwikkelen en delen het uitgangspunt vormt.
Noor Nezami bij residentie Rothemermolen in Meerssen
DEMENTIE HOUD REGIE IN EIGEN HAND
Bent u al een tijdje vergeetachtig? De dagelijkse activiteiten die u gewend bent, hebben geen structuur meer. U komt steeds moeilijker uit uw woorden. Ook een gesprek volgen gaat niet meer zo makkelijk. U probeert het allemaal voor uzelf te houden en te verbloemen. U wilt naasten de indruk geven dat er niets aan de hand is. Als naasten bepaalde signalen opvangen die ze willen bespreken ontkent u dat.
Maar de problemen worden erger en het verbloemen ervan lukt niet meer. Naasten overtuigen u om naar de huisarts te gaan. Eenmaal bij de huisarts begint de molen te draaien. Na allerlei onderzoeken blijkt dat u een vorm van dementie heeft. Dat is verschrikkelijk nieuws, hoe nu verder?
Begrijpelijk natuurlijk dat u graag tot het einde van uw leven thuis wilt blijven wonen. Een opname in een verpleeghuis is een schrikbeeld. Een scenario waar u niet eens aan wilt denken.
Maar de realiteit van dementie is dat u steeds meer de eigen regie kwijtraakt. En afhankelijk raakt van naasten. Vaak komt er een moment dat familie de zorg niet meer alleen aankan. Dan wordt thuiszorg ingezet die steeds verder wordt opgeschaald. Overbelasting van naasten ligt op de loer, omdat zij 24 uur per dag klaar staan. Eigenlijk wilt u helemaal niet dat deze ziekte zoveel impact heeft op geliefde personen. Maar als gevolg van dementie bent u niet in staat om deze gevolgen goed in te schatten. U denkt dat u het thuis prima redt. Ondertussen is de belasting voor naasten zo groot dat de situatie onhoudbaar wordt. Het is eigenlijk wachten op een crisissituatie. Het gevolg is dat anderen bepalen dat thuis wonen niet meer gaat. Een opname in een verpleeghuis is dan onvermijdelijk.
Het ‘thuis wonen’ wordt vaak geassocieerd met de woning waar u altijd gewoond heeft. Soms is de omgeving waarin u altijd heeft gewoond niet meer toereikend om een dagelijks leven te leiden met de ziekte dementie. Daarom is het goed om het ‘thuis wonen’ anders te definiëren. ‘Thuis wonen’ kan ook elders ‘thuiskomen’ betekenen. En gelukkig zijn er steeds meer woonvormen voor mensen met dementie. Door hun kleinschaligheid, huiselijke inrichting, inzet van meer personeel daardoor is er meer aandacht voor mensen met dementie. Deze woonvormen zijn een prima alternatief voor ‘thuis wonen’. Bij kleinschalige woonvormen staan begrippen als thuisgevoel, eigen regie, welzijn, zinvolle daginvulling en aandacht centraal, én er is 24 uur zorg aanwezig.
U neemt de belangrijkste beslissing over uw huisvesting en zo houdt u de regie in eigen hand. Door zelf te oriënteren in een vroeg stadium van dementie over huisvesting én zorg.
Specialist ouderengeneeskunde Silvia Wolters, gz-psycholoog Joëlle Sporken en verpleegkundig specialist Jennifer Dols van Sevagram
SEVAGRAM:
HET GEVOEL VAN THUIS
Halverwege de gang doemt een bushalte op. Gewoon midden in het Heerlense verpleeghuis Molenpark van Sevagram. Compleet met bankje, oude reclameaffiches van Schunck, Maggi, Douwe Egberts en natuurlijk de bustijden.
Gz-psycholoog Joëlle Sporken, specialist ouderengeneeskunde Silvia Wolters en verpleegkundig specialist Jennifer Dols van Sevagram beseffen dat een bushalte in de gang surrealistisch is. Maar voor de bewoners met dementie van Molenpark in Heerlen is het een oase van rust. De een wacht hier omdat hij denkt dat hij moet werken. Een ander moet naar huis omdat ze er heilig van overtuigd is dat moeders het eten klaar heeft.
Naast de halte staat een telefooncel en verderop in de gang is een bioscoop. En in de poezenkamer kunnen bewoners naar hartenlust kroelen met katten. Alles voor dat gevoel van thuis: houten deuren, antiek en planten. Maar de bushalte steelt toch de show. “Een idee van de locatiesecretaresse, Tamara. Ze heeft zelfs rode en blauwe strippenkaarten uitgeprint”, vertelt Dols.
Ook op andere locaties blijkt hoe graag Sevagram bewoners met dementie een vertrouwd gevoel geeft. "Alles draait om hun welzijn", zegt Dols. Collega Wolters knikt: "Waardig wonen begint met waardig verhuizen. Een maatschappelijk werker bezoekt toekomstige bewoners eerst thuis.” Dat schept een vertrouwensband en zo weet de rest van het multidisciplinaire team wat nodig is om na de verhuizing zorg op maat te bieden (waardig wonen). Dit alles past volledig binnen de filosofie voor mensgerichte zorg van de Planetree-zorginstellingen waar Sevagram een van is.
Hoe belangrijk kennis over karakter, levensloop, hobby’s en beroep zijn, bleek bijvoorbeeld toen laatst een nieuwe bewoner kwam. “Hij behandelde verpleegkundigen als butlers en gaf zelfs opdrachten aan medebewoners. Dat veroorzaakte stress. Tot zijn familie vertelde dat hij als directeur altijd iedereen moest aansturen. Nu passen we onze begeleidingsstijl hierop aan om stress en conflicten zoveel mogelijk te voorkomen. Dat helpt”, stelt Sporken. Maatwerk betekent ook dat je niet verplicht bent om om negen uur gezamenlijk te ontbijten of dagelijks te douchen. Dols: “Vroeger moedigden we bewoners aan dat wel te doen. Nu respecteren we het als iemand liever op zijn kamer eet of niet dagelijks doucht. En de boer die vroeger elke ochtend om 5 uur zijn koeien moest melken, mag hier ook gewoon om vijf uur op en ontbijten. Sporken: “Waarom niet? Hij is dat zo gewend. Karakters en gewoontes blijven vaak hetzelfde als je dementie hebt. Alleen de uiting hiervan ziet er soms anders uit.”
Professionals van Sevagram overleggen voortdurend over onbegrepen gedrag. “We hebben soms pittige uitdagingen doordat mensen steeds langer thuis wonen en pas naar ons komen als het echt niet meer gaat.” Sporken herinnert zich een man die zo lang thuis door zijn vrouw was verzorgd dat hij niet meer zelf kon eten of wist hoe hij moest gaan zitten. “Dankzij onze onderlinge korte lijntjes, goede multidisciplinaire samenwerking én soms met hulp van ons eigen expertiseteam vinden we vaak een oplossing”, zegt Wolters. Uitdagingen zullen er altijd zijn, dat is de charme van ons vak. We leren graag bij en bewegen mee met nieuwe ontwikkelingen.
De familie begeleiden is ook erg belangrijk. Wolters: “Als iemand overlijdt, nemen zij eigenlijk voor de tweede keer afscheid.” Om bewoners waardig te laten sterven, hoeven ze niet naar een hospice, maar kunnen hier in een veilige en vertrouwde omgeving blijven. Het personeel probeert hun wensen zoveel mogelijk in vervulling te brengen.
Zolang er geen remedie tegen Alzheimer is, wil Sevagram een warme deken zijn voor bewoners met dementie. “Dit lukt vaak behoorlijk goed. Laatst vroeg een bewoonster of ze nog een week kon bijboeken in dit fijne hotel”, lacht Dols. “Daar doen we het voor.”
HANNELORE HAMERS VAN ZORG GROEP BEEK: “TOENAME MENSEN MET DEMENTIE HEEFT OOK GEVOLGEN IN DE WIJKZORG”
Meer mensen wonen langer in hun vertrouwde omgeving. Het gevolg is dat er ook steeds meer mensen met dementie, die extra zorg nodig hebben thuis wonen, constateert Hannelore Hamers-Roesink van Zorg Groep Beek.
Michael en Hannelore Hamers
Sinds 2005 is de thuiszorgorganisatie van Zorg Groep Beek actief in de gemeente Beek, Geleen, en Stein. Doordat de zorg tegenwoordig anders is georganiseerd en wat vroeger het ‘bejaardenhuis’ heette, is verdwenen, komen de medewerkers van Zorg Groep Beek steeds vaker bij mensen thuis die extra zorg nodig hebben omdat ze een vorm van dementie hebben. “Onze mensen hebben gelukkig een opleiding waardoor ze die extra taken prima kunnen doen. Werken in de wijk is dankbaar werk”, zegt Hannelore, directeur van Zorg Groep Beek.
Inmiddels werken bijna 90 mensen bij de zorgorganisatie, daaronder relatief veel oudere collega’s. Hannelore: “Jongeren zijn moeilijk te porren voor een baan in de wijkzorg. Dat is best gek, want je hebt optimale vrijheid en kunt het werk flexibel indelen. Bij Zorg Groep Beek heeft een team van twee mensen een vaste route en cliënten die bezocht worden. Het team regelt samen met de wijkverpleegkundige onderling hoe ze dat doen. Zo kunnen ze de zorg verdelen en is een baan in de thuiszorg ook ideaal voor parttimers of jongeren”, aldus Hannelore.
Voor mensen met een beginnende vorm van dementie die thuis wonen en afhankelijk zijn van de wijkzorg is het prettig dat ze geholpen worden door vaste medewerkers van Zorg Groep Beek. Hannelore: “Wij werken niet met gesplitste teams waar bijvoorbeeld een medewerker langs komt om medicijnen te verstrekken, en weer een ander voor wassen en aankleden. Bij Zorg Groep Beek is iedereen zodanig opgeleid dat we alles in één hand kunnen houden. Dat is veel prettiger voor onze cliënten.”
Behalve een thuiszorgorganisatie hebben Hannelore en man Michael ook de Elsresidentie in Sittard en Margraten opgezet. Kleinschalig wonen voor mensen met de ziekte Alzheimer en andere vormen van dementie. Ruim 9 jaar geleden werd gestart met de Elsresidentie in Sittard en bijna drie jaar geleden ging Elsresidentie Margraten van start. In de Elsresidentie is er 24-uurs zorg en begeleiding. De zorg wordt aangepast aan de wensen en behoeften van de bewoners. De stijlvolle, ruime appartementen hebben een woonkamer, kitchenette, slaapkamer, eigen badkamer en kunnen door de bewoners zelf worden ingericht om de sfeer van thuis te behouden. In sommige appartementen is het ook mogelijk met de partner samen te wonen.
“Steeds vaker verzorgen mensen hun dementerende partner of familielid, het liefst zo lang mogelijk in hun eigen woning. Dat is begrijpelijk, maar niet altijd ideaal. Een kleinschalig woonhuis zoals de Elsresidentie heeft ook voordelen waarbij
er een groepsdynamiek is met continue zorg, aandacht en sociaal welzijn waar wij mensen zien opbloeien, beter en regelmatiger zien eten en genieten van hun oude dag. Blijft iemand thuis wonen dan adviseren wij om op tijd te zoeken naar mogelijkheden buiten het eigen huis. Uit deze ervaringen is het idee ontstaan voor een kleinschalige woonomgeving. Het kleinschalig wonen met 24-uurs verzorging spreekt veel mensen aan. Cliënten vinden het ook fijn om naadloos door te stromen vanuit Zorg Groep Beek naar de Elsresidentie”, aldus Hannelore.
Hoewel er bij Zorg Groep Beek nog geen tekort is aan personeel voorziet Hannelore’s echtgenoot Michael Hamers wel problemen in de zorg in het algemeen binnen afzienbare tijd. “Door de vergrijzing, de toegenomen zorgbehoefte en het gebrek aan voldoende krachten ontkomen we er niet aan om personeel uit het buitenland te halen. Duitsland doet dat al op grote schaal, en ook wij zullen in ons land moeten zoeken naar buitenlands personeel. Zelf zette Michael de organisatie HiNurse op. “We werken samen met Portugal. Daar is een overschot aan hoogopgeleid personeel. Het voordeel is dat ze goed Engels spreken en snel inzetbaar zijn in ons land. Met de eerste zorgorganisaties hebben we inmiddels afspraken gemaakt om Portugezen in te zetten. Als we dit niet doen, lopen we binnen een paar jaar tegen grote problemen aan.”
www.zorggroep-beek.nl
Silke Skrotzki, Nicole Cremers en Ellen van Bree
Home is where the heart is
Een fijn thuis hebben is heel belangrijk, voor jezelf en voor je gezin. Maar wat is dat dan, een fijn thuis? Heeft dat te maken met hoe mooi en groot het huis is of dat het in de goede buurt ligt? Of met het gevoel wat je krijgt als je thuiskomt, dat je er helemaal ontspannen en jezelf kunt zijn en dat je er gelukkig bent met elkaar?
Niet overal is er sprake van “Samen kijken wat er een fijn thuis, ook al is het huis zelf nog zo prachtig financieel haalbaar en ziet het ‘plaatje’ er aan de buitenkant perfect uit. is en wat nodig is om
Wij horen en zien vaak dat mensen in een nieuwe start te een ongelukkige situatie blijven omdat ze bang zijn om dat mooie, grote huis kunnen maken” in die goede buurt te moeten verlaten.
En ondertussen lopen de spanningen achter de voordeur steeds verder op. Want eigenlijk gaat het al lang niet meer, maar wordt er vastgehouden aan een bepaald beeld van materialisme en status.
Dit heeft niet alleen effect op je eigen geluk, maar ook op dat van de kinderen. En is een huis zonder liefde niet eigenlijk gewoon een berg stenen met een hypotheekschuld in plaats van een thuis?
Thuiskomen
En gelukkig zien we dat, ondanks de krapte op de woningmarkt, iedereen altijd wel weer een nieuwe plek kan vinden om te gaan wonen. In een huis dat wellicht kleiner is en minder luxe dan voorheen, maar dat wel weer een echt thuis wordt. Het leven weer oppakken na een moeilijke periode en thuiskomen op een plek waar er weer gelachen wordt en waar iedereen zich op zijn plek voelt. Zit u in een situatie waarin het met elkaar eigenlijk niet meer fijn voelt thuis, maar twijfelt u over uw woonmogelijkheden na een echtscheiding? Dan gaan wij graag met u het gesprek aan.
Angst voor het onbekende
De angst voor het onbekende, om het huis wat je hebt te verlaten en niet weten in wat voor huis je terecht zult komen na een eventuele echtscheiding, is groot. Vaak groter dan de drang om weer gelukkig te kunnen worden.
In onze praktijk zien we deze angst terugkomen. En dat is ook heel begrijpelijk. Na een echtscheiding verandert de financiële situatie en is het vaak niet mogelijk om het huis over te nemen of een gelijkwaardig huis te kunnen kopen. Samen zul je moeten kijken wat er financieel haalbaar is en wat je nodig hebt om een nieuwe start te maken. Er zijn vaak veel meer mogelijkheden dan je denkt, waarbij het helpt als je met elkaar in overleg blijft en wordt bijgestaan door professionals. Mw. Mr. Silke Skrotzki
Minderbroederssingel 8A | Roermond +31 (0)475 74 72 38