6 minute read

Tatum op de thee

Next Article
Terras Special

Terras Special

Elke maand gaat Tatum Dagelet Op de Thee bij een interessante, beroemde of beruchte bewoner van Zuid.

Op de thee bij PIONIER YESIM CANDAN

Advertisement

In de Museumpleinbuurt, met uitzicht op alle musea die Zuid te bieden heeft, woont de veelzijdige en bruisende Yesim Candan (46). Als kind van Turkse ouders groeide Yesim op in het getto van Rotterdam, waar zij een vechtersmentaliteit ontwikkelde die haar ver bracht in haar carrière. Ze studeerde onder meer aan de Rotterdamse International School of Economics en de Nyenrode Business Universiteit. Na haar eerste baan besloot Candan haar grote passie te volgen: de beeldvorming in Nederland over mensen met een biculturele achtergrond een nieuw impuls geven. Naast single mom van twee kinderen is Yesim schrijfster, columniste bij RTL Nieuws, radio co-host, motivational speaker en ze runt haar eigen bedrijf YES I’M. Tijdens de thee vertelt ze dat ze ook nog wel de nachtburgemeester van Amsterdam wil worden.

Je richtte een politiek partij op, schreef twee boeken, bent RTL Nieuws-columniste, radiopresentator en moeder van twee... Wat veel allemaal!

“Het is veel, inderdaad. Dat past ook bij mij, anders vind ik het gauw saai worden. Ken je de quote ‘Ordinary life does not interest me’, van schrijfster Anaïs Nin? Die gaat echt op voor mij! Ik ben áltijd bezig en hou bijvoorbeeld niet van saaie mensen. Ik wil vooral gezelligheid. Alle mensen in mijn omgeving zijn knettergek en staan vol energie in het leven.”

Ben je al zo energiek geboren?

“Ja. Ik doe ook álles snel: denken, lopen, eten... ik ben een restless soul. Soms is dat lastig hoor, ik zou toch een modus moeten vinden om te kunnen dealen met die onrust.”

Wat is de oorzaak van die onrust?

“Ik zie het leven als één grote verantwoordelijkheid. Dat heeft denk ik te maken met het gastarbeiderssyndroom: in 1968 kwam mijn Turkse opa als gastarbeider naar Rotterdam. Hij heeft zijn leven opgeofferd voor de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen. Dus ik heb altijd het gevoel: ik moet er iets van maken, ik ben hier om een voetafdruk achter te laten. In plaats van toekijken op afstand, denk ik: wat kan ik doen?”

Zo lanceerde jij al in 2004 de term ‘bicultureel’. Vertel...

“Tijdens het opzetten van de wedstrijd ‘Inspiratie voor Integratie’ was ik op zoek naar talenten met een kleur. Voor die oproep zocht ik naar een ander woord voor ‘allochtoon’, wat ik een soort van scheldwoord vind. Dus toen bedacht en lanceerde ik ‘bicultureel’. Direct werd het opgepakt door de media, ik moest met een taaldeskundige in debat en kreeg veel woede en vragen over me heen, waarom ik het nodig vond. Maar inmiddels is het geaccepteerd, overal heeft men het over ‘bicultureel’. Dat vind ik wel heel mooi. De insteek van die wedstrijd was om de beeldvorming van mensen met een andere cultuur een nieuwe impuls te geven, ik wilde juist positieve dingen laten zien, duidelijk maken waarom een tweede cultuur een kracht is en een meerwaarde kan zijn voor het bedrijfsleven. Met die missie ben ik mijn hele leven al bezig. Eerder met die wedstrijd, en nu doe ik dat met schrijven. Ik wil laten zien dat er een nieuwe generatie biculturele vrouw is, die leven als Sex And The City, in Amsterdam.”

Jij bent zo’n ‘biculturele Sex And The City’ vrouw?

“Jazeker! Carrie — het hoofdpersonage uit de serie, die de schrijfster speelt — is mijn alter ego, haha! Door haar raakte ik ook geïnspireerd om te gaan schrijven. Dat wil ik óók, dacht ik.”

Hoe bereikte je waar je nu staat in het leven?

“Op jonge leeftijd ontwikkelde ik een vechtersmentaliteit, ik groeide op in dé gettowijk van Rotterdam. Als kind had ik al een passie voor lezen en schrijven. Ik las zo’n zeven boeken per week, die ik bij de bieb haalde. Mijn ouders waren vooral bezig met overleven. Met iets meer begeleiding was ik natuurlijk journalistiek gaan studeren, in plaats van Internationale economie en Bedrijfskunde. Ik heb het allemaal zelf moeten ondervinden, en dat is gelukt omdat ik een echte vechter ben.”

En hoe is het, om als voormalig ‘gettogirl’ in Oud-Zuid te wonen?

“Het is heel fijn wonen in Zuid, vooral omdat ik me hier zo veilig voel. Hier kun je bijvoorbeeld ’s avonds gewoon alleen naar huis fietsen. Doordat ik opgroeide in een onveilige buurt, hecht ik veel waarde aan die veiligheid. En Zuid is heel rustig, alhoewel ik – zo dicht tegen het Centrum aan – best wat meemaak. Vooral tijdens de prostesten op het Museumplein: dan zat ik op mijn balkonnetje, met popcorn erbij. Alsof ik naar een film keek, haha! In Amsterdam ben ik ooit begonnen in de Jordaan: na mijn Nyenrode-studie ging ik op mijn 24ste met twee vriendinnetjes op de grachten

“Ik ben een Rotterdamse ouwehoer in Oud-Zuid”

wonen. Vreselijk deprimerend vond ik het, die huizen zijn heel donker, er was altijd een junkie voor de deur... Sinds 2000 woon ik in Zuid, hier vind ik het veel leuker. Binnen Zuid ben ik al vijf keer verhuisd, voor mij is een huis niet voor eeuwig. Bij iedere fase in je leven past een bepaald soort huis, vind ik. Een huis heeft ook een ziel en als je je daar niet goed bij voelt, moet je weg. In dit appartement woon ik sinds maart vorig jaar.”

Dit huis past bij jouw ziel?

“Ja, dit huis lijkt heel erg op mij. Net als ik heeft het veel APK nodig, haha! Ik ben heel ijdel en altijd bezig met mijn uiterlijk, dat is echt dat Turkse. Ik ga vaak naar de kapper, laat mijn nagels om de twee weken doen, draag altijd hakken... In Nederland krijg ik daar vaak opmerkingen over, maar in Turkije, Spanje of Italië zie ik er eerder underdressed uit.”

Voel je je inmiddels een echte Zuid-vrouw?

“Ik denk het niet. Het is heel dorps hier, maar de mensen gaan niet zozeer ‘dorps’ met elkaar om: men is hier vrij individualistisch, het is wat stijfjes allemaal. Sowieso maak je in Amsterdam, in tegenstelling tot Rotterdam, minder snel contact. In Rotterdam zoeken mensen meer oogcontact en maken ze sneller een praatje met elkaar. Wat dat betreft ben ik een Rotterdamse ouwehoer in Oud-Zuid. Ik wil kletsen, contact maken. Daarom zou ik ook wel de nachtburgemeester van Amsterdam willen worden, omdat ik geloof dat ik het gezelliger kan maken. De stad heeft even een Turkse peper nodig, haha!”

Wat zou je willen bewerkstelligen, als nachtburgemeester?

“Ik zou mensen uitnodigen wat meer te glimlachen naar elkaar en elkaar te begroeten. Wat betreft het uitgaansleven mag er meer diversiteit komen: het kan gemixter qua leeftijden en culturen. Als nachtburgemeester wil ik ook de mannen opvoeden. In Rotterdam zijn de mannen nog aan het ‘jagen’, in Amsterdam knipoogt geen enkele man. Als je vrijgezel bent in Amsterdam en hier blijft wonen, blijf je de rest van je leven alleen.”

Zuid ooit uit?

“Met mijn onrust zal ik vast nog veel verhuizen, maar dan zou dat wel binnen Zuid zijn. Mocht ik Zuid tóch ooit uitgaan, dan denk ik dat ik meteen, hoppa, terugga naar Rotterdam. Maar voorlopig niet, mijn twee kinderen zitten hier op school en wonen deels bij hun vader, die ook in Amsterdam woont.”

En wat wil je nog bereiken in jouw carrière?

“Ik zou nog heel graag mijn meest gelezen columns willen laten bundelen, dat is mijn droom. Ook zou ik nog een vervolg willen geven aan de erotische roman die ik heb geschreven: 69 Secrets. Daarnaast ben ik altijd wel maatschappelijk betrokken, zo organiseerde ik onlangs op de Dam een protest tegen femicide. Zulke dingen wil ik blijven doen.”

This article is from: