Mag dat? Wat je wilt weten over recht & rechtvaardigheid Kinderuniversiteit
• Is spijbelen strafbaar? • Waar kopen criminelen hun pistolen? • Waarom hangen er camera’s op straat? • Wat vind jij rechtvaardig? • Mag je afval lozen in een rivier? • Ben je slachtoffer als je fiets gestolen wordt? • En wat is belangrijker: een nieuw kantorencomplex of een zeldzaam knaagdier?
In Mag dat?! geven hoogleraren van de Kinderuniversiteit van Tilburg antwoord op deze en veel meer vragen over recht & rechtvaardigheid. Aan de hand van aansprekende voorbeelden voor kinderen van 10 tot 12 jaar leggen ze uit wat nou precies het verschil is tussen kattenkwaad en misdaad, waarom oorlog voeren eigenlijk verboden is. En of je tijdens het chatten met vrienden misschien meer informatie over jezelf rondstuurt dan je denkt, wanneer iemand ‘illegaal’ in Nederland is en of je zelf mag bepalen wat je aantrekt naar school. Van milieurecht tot strafrecht, van privacyrecht tot internationaal recht: Mag dat?! is leerzaam voor jong én oud! Met tekeningen van Helen van Vliet.
Magdat?!
Wat je wilt weten over recht & rechtvaardigheid
recht & rechtvaardigheid
NUR 218
19419_Kinderuniversiteit_Magdat_os.indd 1-3
In samenwerking met de Kinderuniversiteit van Tilburg www.dekinderuniversiteit.nl
10+ www.zwijsen.nl
10+
Door professoren van de Kinderuniversiteit Tilburg
17-7-2014 14:21:40
Inhoud Strafrecht
Kattenkwaad of misdaad? Milieurecht
Korenwolf wint rechtszaak Georganiseerde misdaad
Boeven in net pak Slachtofferrecht
Geef het slachtoffer niet de schuld Oorlogsrecht
Recht in oorlog en vrede Privacyrecht
De camera ziet alles, óók jou Onderwijsrecht
Rechten (en plichten) op school Rechtsfilosofie
Recht en rechtvaardigheid Vreemdelingenrecht
’t Is een vreemdeling zeker? Wapenwet Een pistool koop je via via Internationaal recht
Wereldwet:alle kinderen naar school
08390_ku_magdat.indb 3
5 15 23 33 43 51 61 71 81 95 103
27-04-11 08:49
4
08390_ku_magdat.indb 4
27-04-11 08:49
Theo de Roos, hoogleraar strafrecht
Strafrecht
Kattenkwaad of misdaad?
Een fikkie stoken op het schoolplein. De tekst ‘de meester is gek’ op de muur spuiten. Een doosje met krijtjes uit de klas jatten. Herrie schoppen in de bus. Veel kinderen vinden dat allemaal stom. Maar er zijn ook kinderen die dat wel eens een keertje doen, omdat het toch wel spannend is. Mag dat? Natuurlijk mag dat niet. Dat weet iedereen. Dat staat in de wet. Een vuurtje stoken is gevaarlijk, de hele school kan wel afbranden. Daarom staat in de wet dat het niet mag. En je mag ook geen graffiti op muren spuiten. Herrie maken in de bus kan de chauffeur afleiden, die daardoor een verkeersongeval kan veroorzaken. Ook stelen is verboden. Datzelfde geldt voor het vernielen van een fiets, iemand slaan (vechtpartijen zijn ook verboden), dieren mishandelen of rijden op een brommer als je nog geen 16 bent. Wat niet mag, heet met een duur woord een ‘delict’, of een ‘strafbaar feit’. Hoewel die dingen allemaal niet mogen, gebeuren ze toch. Misschien heb je zelf wel eens iets gedaan dat volgens de wet niet mag. Of wie weet heb je wel eens bijna iets gedaan dat verboden was, zoals iets stelen in een winkel. Een pen of een zak met dropjes. Maar op het allerlaatste moment durfde je toch niet. Bang om betrapt te worden. Want dan worden je ouders of de politie erbij gehaald en dan moet je het opbiechten. En je kunt worden gestraft – door je ouders, of door een rechter. In het ergste geval kun je zelfs worden opgesloten in de gevangenis.
5
08390_ku_magdat.indb 5
27-04-11 08:49
Tegen de wet Alles wat niet mag, staat in de wet. Er staat keurig in opgesomd wat niet mag, én – als je het toch doet – welke straffen je kunt krijgen. Nu hoef je de wet niet te kennen om toch te weten wat niet mag. Bijna niemand leest wat er in de wet staat, maar toch weet iedereen dat je geen brand mag stichten of iets van school of uit een winkel mag jatten. Veel kinderen denken dat de wet er alleen is voor grote mensen. Nee hoor: in de wet staat ook wat kinderen niet mogen en welke straffen kinderen kunnen krijgen als ze ‘de wet overtreden’. Dus als ze iets doen wat verboden is. Maar ook hier geldt: je voelt meestal wel aan of iets wel of niet mag. Als je iets stiekems doet, is het meestal verboden.
kattenkwaad Er zijn ook dingen die je stiekem doet maar die niet zijn verboden. Bijvoorbeeld je voetbal uit de tuin bij de boze buren halen, als ze niet kijken. De krant verstoppen die je vader net wil gaan lezen. En natuurlijk belletje trekken. Dat is kattenkwaad. Dat mag allemaal, zolang het maar niet te gek wordt. Maar wanneer wordt het te gek? Wanneer is het geen kattenkwaad meer en is iets echt verboden? Die vraag is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Praat daar maar eens over met je ouders of in de klas.
Steeds meer Het lijkt erop dat kinderen steeds vaker iets doen wat verboden is. In 1990 kwam 3 procent van alle kinderen in aanraking met de politie. Dat waren vooral jongens: van de honderd jongens kwamen er vijf in aanraking met de politie en van de honderd meisjes maar één. In het jaar 2000 zijn dat er meer geworden. In dat jaar kwam al 4 procent van de kinderen in aanraking met de politie. Zo werden er in 1990 nog 38 duizend kinderen door de politie ondervraagd (‘gehoord’), in 2005 waren dat er al 50 duizend. Het is niet zeker dat al deze kinderen iets hadden gedaan wat verboden was, maar ze waren wel verdacht: de politie dacht dat ze iets hadden gedaan wat niet mocht. Daarom moesten ze op het politiebureau komen. De politie zoekt dan uit wie wat precies heeft gedaan. Het zijn vooral de jongens die iets tegen de wet doen: 41 duizend jongens tegen zesduizend meisjes. Wel is het zo dat het aantal meisjes dat dingen doet die verboden zijn, sneller stijgt dan het aantal jongens. Misschien komt het ooit nog eens zover dat er evenveel meisjes als jongens strafbare feiten plegen.
6
08390_ku_magdat.indb 6
27-04-11 08:49
‘‘
Het meest voorkomende delict onder kinderen is diefstal: de helft van alle kinderen die bij de politie moeten komen heeft iets gestolen, meestal op school of in een winkel. Eén op de vijf kinderen die op het politie-bureau moeten komen, heeft een geweldsdelict gepleegd. Geweldsdelicten zijn erger dan diefstal, omdat anderen er pijn door kunnen hebben of zelfs gewond kunnen raken.
Als meisjes iets doen wat niet mag, doen ze wel andere dingen dan jongens. Als meisjes iets verbodens doen, is het vaak diefstal. Ze jatten bijvoorbeeld flesjes parfum uit winkels. Jongens houden zich eerder bezig met ‘geweld’: ze vernielen dingen of ze slaan andere kinderen. Het meest voorkomende delict onder kinderen is diefstal: de helft van alle kinderen die bij de politie moeten komen heeft iets gestolen, meestal op school of in een winkel. Geweldsdelicten zijn echter erger dan diefstal, omdat anderen er pijn door kunnen hebben of zelfs gewond kunnen raken. Eén op de vijf kinderen die op het politiebureau moeten komen, heeft een geweldsdelict gepleegd. In heel Nederland zijn dat er al snel tienduizend per jaar, en ieder jaar zijn er meer geweldsdelicten. Vooral mishandelingen, diefstal met geweld, en afpersing en bedreiging komen steeds vaker voor.
’’
Pakkans Als je het kinderen zelf vraagt, zegt 60 procent van de kinderen tussen 15 en 17 jaar wel eens iets gedaan te hebben dat verboden is. Als jij met negen anderen kinderen een groepje vormt, samen bestaan jullie uit tien kinderen, zijn er dus zes die iets strafbaars hebben gedaan. Misschien 7
08390_ku_magdat.indb 7
27-04-11 08:49
waarom straffen we eigenlijk? Straf krijgen is niet leuk, maar dat is juist de bedoeling van straf: je moet er iets van leren. Als je iets hebt gedaan wat niet mag, en je wordt ervoor gestraft, dan denk je de volgende keer: laat ik het maar niet doen, want anders krijg ik weer op m’n kop. Doordat je straf krijgt, leer je om je goed te gedragen. Als een kind straf krijgt, leren andere kinderen daar ook iets van. Zij zien dat iemand iets heeft gedaan wat niet mag, en denken dan: ikzelf doe dat niet, want anders krijg ik ook straf. Tot slot heeft straf nog een belangrijke functie: de bedoeling is dat je door straf echt voelt dat je iets verkeerds hebt gedaan. Stel dat je iemand slaat. Dan loop je de kans dat je ouders zeggen: ‘Voor straf mag
hoor je daar zelf ook wel bij… En wat hebben die kinderen dan gedaan? Dat varieert. Ze hebben iets op school of in een winkel gestolen, of ze hebben meegedaan aan vechtpartijen. Het komt ook voor dat ze iemand lastigvallen, iets vernielen (een ruitje ingooien) of iets ‘helen’ (iemand heeft iets gestolen en jij koopt dat, terwijl je goed weet dat het is gestolen). Maar hoeveel van die zes kinderen uit het groepje zijn ooit door de politie aangehouden? Dat zijn er meestal heel weinig. De ‘pakkans’ (de kans dat de politie erachter komt wat je hebt gedaan en je vervolgens oppakt) is namelijk niet zo groot. Heb je op school iets gestolen (van een andere leerling of van de school zelf), dan is de pakkans 8 procent. Dus van de honderd kinderen die dat doen, worden er maar acht door de politie gevonden. Maar als je hebt meegedaan aan een vechtpartij (en je
je met je vrienden niet naar het zwembad, jij blijft maar eens thuis.’ Daarmee willen ze zeggen: de ander heeft pijn geleden, nu moet jij het ook maar eens voelen. Of kinderen worden gestraft door een leraar, door de ouders, door de politie of door de rechter – iedereen heeft er dezelfde bedoeling mee.
8
08390_ku_magdat.indb 8
27-04-11 08:49
hebt iemand verwond), of je hebt iets vernield of in brand gestoken, dan is de pakkans veel groter. Toch zal de politie de dader niet vaak vinden. Waarom niet? Omdat die dader het zo stiekem mogelijk probeert te doen. Opgepakt… en wat dan? Als je pech hebt, loop je toch tegen de lamp. Wat gebeurt er nu als je door de politie wordt opgepakt? Dat is verschillend. Als je ouder bent gebeurt er wat anders dan wanneer je jonger bent. En als datgene wat je hebt gedaan erger is, dan krijg je ook een ander soort straf.
straf vroeger Voor 1965 Door de eeuwen heen ging de politie steeds anders om met kinderen die iets strafbaars hadden gedaan. In het begin van de 18e eeuw, dus driehonderd jaar geleden, waren kinderen tot 12 jaar nog ‘straffeloos’. Als ze iets hadden gedaan wat niet mocht – diefstal mocht toen bijvoorbeeld ook al niet – konden ze niet door de rechter worden gestraft. Toen dachten ze nog: kleine kinderen wéten gewoon nog niet wat ze wel en niet mogen. Maar kinderen tussen de 12 en 15 konden wel al worden opgesloten, tot maximaal twee maanden. En oudere kinderen konden nog langer in de gevangenis belanden. In 1886 kwam er een nieuwe wet over jeugdstraffen. Kinderen onder de 10 jaar konden niet door de politie worden opgepakt en konden dus niet worden gestraft. Ze konden wel worden opgesloten in een gesticht als ze zich niet goed gedroegen. In het gesticht werden ze opnieuw (en deze keer ‘beter’) opgevoed. Niet door de ouders, maar door strenge leraren. Sommige kinderen moesten tot hun 18e in zo’n gesticht blijven. Niet als straf voor iets wat ze hadden gedaan, maar omdat de kans bestond dat ze op het slechte pad kwamen. Zo’n gesticht zou dat moeten voorkomen. Bij kinderen tussen de 10 en 16 jaar werd volgens de nieuwe wet gekeken of het kind wel besefte wat het deed, als het was betrapt op iets strafbaars. Kinderen die dat nog niet beseften, konden niet worden gestraft. Maar kinderen die zelf heel goed begrepen dat ze iets strafbaars deden, konden zelfs voor vijftien jaar achter de tralies verdwijnen. Zij moesten dan wel iets heel ergs hebben gedaan. Voor het stelen van een emmertje melk bij een boer kreeg je een veel lichtere straf. 9
08390_ku_magdat.indb 9
27-04-11 08:49
stop! Jonger dan 12 Als kinderen onder de 12 jaar iets hebben gedaan wat strafbaar is, kunnen ze niet door de politie of rechter worden gestraft maar wel door hun ouders. Zij kunnen naar de politie gaan en samen bekijken hoe ze hun kind leren zich voortaan beter te gedragen. Dat gebeurt bij Bureau Halt.
In 1965 zijn de nieuwste regels opgesteld over het straffen van kinderen die iets verbodens hebben gedaan. Nu kunnen kinderen onder de 12 jaar nooit door de politie worden opgepakt en dus nooit worden vastgezet in de gevangenis, wat ze ook hebben gedaan. Ze kunnen wel worden gestraft, maar alleen door hun eigen ouders. Toch is dit niet het hele verhaal. Als de politie denkt dat een kind iets heeft gedaan wat niet mag, kan de politie het kind ‘staande houden’. Dat betekent dat je niet snel mag weghollen als de politie zegt: ‘Blijven staan!’ De politie kan dan vragen hoe je heet en waar je woont. De politie kan je ook meenemen naar het politiebureau, en daar hoogstens zes uur vasthouden. Daarna mag je weer naar huis. Vasthouden op het politiebureau is geen straf. In die tijd probeert de politie te onderzoeken wat er precies is gebeurd.
Dat bureau kan kinderen een Stop-reactie geven. Er wordt dan besproken wat het kind heeft gedaan en wat anderen (zoals ouders, de leraar, andere kinderen) daarvan vonden. Kinderen kunnen vervolgens een leeropdracht krijgen. Ze leren over regels en over goed gedrag. Ze leren ook ‘nee’ zeggen tegen andere kinderen in een groep, als die rottigheid willen uithalen. Soms hebben kinderen iemand wat aangedaan die daar veel verdriet van heeft. Kinderen kunnen het dan weer goedmaken, door bijvoorbeeld excuses aan te bieden. Zo leren kinderen ook hoe ze fouten kunnen herstellen. In 2005 kregen meer dan tweeduizend kinderen een Stop-reactie, bijna allemaal
Jeugdstrafrecht Wie tussen de 12 en 18 jaar is, kan te maken krijgen met het ‘jeugdstrafrecht’ (dat zijn alle regels over straffen van jongeren). Met deze kinderen mag de politie ‘strenger’ omgaan. Ze kunnen op straat of thuis worden aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Als de politie erom vraagt, moeten ze foto’s en vingerafdrukken laten nemen. Als het onderzoek heel lang duurt, moeten ze misschien wel twee maanden op het politiebureau blijven, ook ’s nachts. Maar dan moeten ze wel worden verdacht van een ernstig misdrijf. En de politie moet direct de ouders waarschuwen. Wie 18 jaar en ouder is, valt onder het volwassenenstrafrecht, dat strenger is dan het jeugdstrafrecht.
jongens. De meesten omdat ze iets hadden gestolen of met vuurwerk hadden gespeeld terwijl dat (nog) niet mocht.
Hoe gaat dat nou in z’n werk, dat ‘straffen’? Op de eerste plaats moet de politie erachter komen dat er iets is gebeurd. Er is ergens brand gesticht, of bij de Hema is een etui verdwenen.
10
08390_ku_magdat.indb 10
27-04-11 08:49
welke straffen zijn er voor kinderen? • De taakstraf. Bij veel taakstraffen moeten kinderen verplicht cursussen volgen, zoals sociale vaardigheden leren of het omgaan met agressie. Ook moeten ze, als ze een taakstraf hebben gekregen, soms aan een bepaald project meedoen, waarin hen duidelijk wordt gemaakt waarom bijvoorbeeld vandalisme en baldadigheid (vernielingen aanrichten) niet mogen of waarom vuurwerk afsteken gevaarlijk kan zijn. • De werkstraf. Dit is wat ‘strenger’ dan de taakstraf. Kinderen moeten een aantal uren voor straf werken. Bijvoorbeeld: als ze iets kapot hebben gemaakt, moeten ze dat zelf repareren (onder begeleiding van een volwassene). In het ergste geval moeten kinderen tweehonderd uur werken, dat zijn vijf volle weken, zo’n beetje de hele zomervakantie. Wie de taakstraf niet goed uitvoert en de kantjes ervanaf loopt, moet alsnog naar de jeugdgevangenis. • Bijkomende straffen. Boven op de taak- of werkstraf kan de rechter extra straf geven. Hij kan bijvoorbeeld van een jongen die zonder verzekering of met alcohol op rijdt, het scooterrijbewijs afnemen, al dan niet voor altijd. De rechter kan ook de scooter ‘verbeurd verklaren’(in beslag nemen). Het kan dus zijn dat die jongen een taakstraf krijgt, waarin hij de verkeersregels moet leren, én dat hij zijn scooter kwijt is. • De jeugdgevangenis. Kinderen komen pas in de jeugdgevangenis als ze een heel ernstig misdrijf hebben begaan. Kinderen onder de 16 jaar kunnen hoogstens een jaar worden opgesloten, en oudere kinderen (tot 18 jaar) hoogstens twee jaar. • De jeugdinrichting. Een jeugdinrichting is wat anders dan de jeugdgevangenis. In de jeugdgevangenis zitten kinderen voor straf, de jeugdinrichting is bedoeld om kinderen op te sluiten voor de veiligheid van anderen. Ze zijn schuldig aan bijvoorbeeld straatroof, gewapende overvallen, zware mishandeling of zelfs moord. De rechter heeft ze een ‘PIJ-maatregel’ opgelegd: PIJ staat voor Plaatsing In een Jeugdinrichting. Deze kinderen hebben geestelijke problemen en de jeugdgevangenis is voor hen niet geschikt. Maar ze kunnen wel ‘gevaarlijk’ voor anderen zijn, en daarom moeten ze naar een jeugdinrichting. Daar worden deze jongeren door artsen behandeld, zodat ze later weer terug naar de maatschappij kunnen. Kinderen kunnen twee jaar worden opgenomen in een jeugdinrichting, maar als ze nog niet beter zijn, kan dat langer duren. In 2006 hadden vijfhonderd jeugdigen een PIJ-maatregel, waarvan zo’n tachtig meisjes. • De schadevergoeding. Als kinderen iets hebben beschadigd (bijvoorbeeld een auto) of iets kapot hebben gemaakt (een bushokje), dan moeten ze soms de schade betalen. Het is mogelijk dat kinderen een taakstraf krijgen voor de vernieling, en daarbovenop de schade moeten betalen. • De geldboete. Een geldboete is een echte straf, en dus wat anders dan de schadevergoeding. De geldboete bedraagt hoogstens 2.250 euro. De rechter kan dus zeggen: voor de vernieling krijg je voor straf een geldboete, maar je moet ook de schade betalen. Dan moet je dus twee keer betalen! 11
08390_ku_magdat.indb 11
27-04-11 08:49
Dan moet eerst iemand aangifte doen: naar de politie gaan en vertellen wat hij heeft gezien. Maar vaak heeft deze persoon niet gezien wie de brand stichtte of wie het etui heeft gestolen. Dat gaat de politie onderzoeken: misschien zijn er voetsporen in het zand, of vingerafdrukken. Misschien zijn er getuigen – andere mensen die iets hebben gezien. De getuigen weten bijvoorbeeld dat degene die de brand stichtte blonde haren had, een blauwe jas en een fiets met een knalrode bel. Dat zijn belangrijke aanwijzingen voor de politie. Ouder dan 12 Lang niet altijd vindt de politie de dader, maar vaak Ook kinderen ouder dan 12 jaar die iets fout ook wel. En dan? Moet je dan direct de gevangenis hebben gedaan, komen bij Bureau Halt terecht. Dit bureau kan deze kinderen bepaalde in? Nee hoor. Als je iets hebt gedaan wat niet zo heel erg is, dan krijg je van de politie een ernstige straffen opleggen, bijvoorbeeld als ze een berisping. Een standje dus. De politie is dan erg stoel in de bus hebben zitten bekladden of te vroeg vuurwerk hebben afgestoken. Of iets uit boos op je en dat krijg je te horen. Met een beetje een winkel hebben gepikt of een bushokje heb- schrik in de benen mag je daarna weer naar huis. De bedoeling is dat je het nooit meer doet. Maar ben vernield. Er kunnen allerlei soorten straffen worden op- de politie kan je ook naar een Bureau Halt sturen.
halt!
gelegd. Bijvoorbeeld: kijken naar een film over hoe gevaarlijk vuurwerk is, en op 1 januari – samen met mensen van de gemeente – vuurwerk op straat opruimen. Maar ook schoonmaken in een winkel waar je iets hebt gestolen, afval opruimen in het park als je daar eerder plantjes hebt uitgetrokken, of excuses aanbieden. Kinderen hoeven nooit langer dan in totaal twintig uur te werken. De bedoeling van een Halt-afdoening (de straf) is dat kinderen beter inzien wat wel en niet mag. Kinderen moeten de Halt-afdoening goed uitvoeren, want anders krijgen ze een extra straf. In 2005 kregen meer dan 23 duizend kinderen een Halt-afdoening. De meesten zijn jongens (78 procent) en de meesten hadden iets gestolen of te vroeg vuurwerk afgestoken.
De Kinderrechter Sommige zaken zijn echter wel ernstig. Er zijn kinderen die dieren mishandelen of auto’s bekrassen. Of die uit stelen gaan, samen met een paar vriendjes. Of oude mensen lastigvallen. Dan kan de politie niet meer volstaan met een standje. De politie stuurt deze kinderen dan door naar de officier van justitie. De officier van justitie kan een geldboete opleggen. Je moet dan een flink bedrag betalen, tot op z’n hoogst 2.250 euro. Of je krijgt een taakstraf: je moet dan een aantal uren werken. In 2000 werden er maar liefst 11.750 taakstraffen opgelegd. Als de officier van justitie vindt dat een geldboete of taakstraf nog te weinig is, kan hij nog een ding doen: hij kan naar de kinderrechter gaan en vertellen wat de dader heeft uitgehaald en hoeveel straf hij zou moeten krijgen. De dader moet dan voor
12
08390_ku_magdat.indb 12
27-04-11 08:49
Mag dat?! is een uitgave van Inmerc bv, Wormer in samenwerking met de Kinderuniversiteit van Tilburg. © april 2007, Inmerc bv, Wormer
Tekst Marga van Zundert (tevens coördinatie) en Pieter Siebers | Universiteit van Tilburg; Michel Knapen | Knapen & Pen, Tilburg Bijdragen Petrus van Duyne, Willem van Genugten, Marc Groenhuijsen, Anton van Kalmthout, Randall Lesaffer, Corien Prins, Bert van Roermund, Theo de Roos, Toine Spapens, Jonathan Verschuuren, Paul Zoontjens Illustraties Helen van Vliet, Rotterdam Ontwerp en vormgeving Esther van Eeuwijk | Beelenkamp Ontwerpers, Tilburg Eindredactie Joke Mes | Reactie Redactiebureau, Utrecht Redactiebegeleiding en productie Klaartje Heerze | Inmerc, Wormer Beeldverantwoording (foto’s) StockXpert pagina 6, 8, 11, 46, 49, 52, 54, 55, 56, 62, 63, 64, 66, 68, 69, 79, 104 IStockphoto pagina 12, 25, 27, 28, 31, 36, 39, 41, 59, 72, 76, 86, 89, 90, 91, 92, 97, 99, 100, 103, 110 Valentijn te Plate, VNC pagina 15, 16 Saxifraga pagina 18, 19 Hollandse Hoogte pagina 44 Amnesty International pagina 109, 111 ISBN 978 90 6611 565 1 NUR 218 De uitgever heeft er naar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich tot de uitgever wenden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl) Voor het opnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
112
08390_ku_magdat.indb 112
27-04-11 08:50
Mag dat? Wat je wilt weten over recht & rechtvaardigheid Kinderuniversiteit
• Is spijbelen strafbaar? • Waar kopen criminelen hun pistolen? • Waarom hangen er camera’s op straat? • Wat vind jij rechtvaardig? • Mag je afval lozen in een rivier? • Ben je slachtoffer als je fiets gestolen wordt? • En wat is belangrijker: een nieuw kantorencomplex of een zeldzaam knaagdier?
In Mag dat?! geven hoogleraren van de Kinderuniversiteit van Tilburg antwoord op deze en veel meer vragen over recht & rechtvaardigheid. Aan de hand van aansprekende voorbeelden voor kinderen van 10 tot 12 jaar leggen ze uit wat nou precies het verschil is tussen kattenkwaad en misdaad, waarom oorlog voeren eigenlijk verboden is. En of je tijdens het chatten met vrienden misschien meer informatie over jezelf rondstuurt dan je denkt, wanneer iemand ‘illegaal’ in Nederland is en of je zelf mag bepalen wat je aantrekt naar school. Van milieurecht tot strafrecht, van privacyrecht tot internationaal recht: Mag dat?! is leerzaam voor jong én oud! Met tekeningen van Helen van Vliet.
Magdat?!
Wat je wilt weten over recht & rechtvaardigheid
recht & rechtvaardigheid
NUR 218
19419_Kinderuniversiteit_Magdat_os.indd 1-3
In samenwerking met de Kinderuniversiteit van Tilburg www.dekinderuniversiteit.nl
10+ www.zwijsen.nl
10+
Door professoren van de Kinderuniversiteit Tilburg
17-7-2014 14:21:40