De regels van drie - Toptitel

Page 1

Marjolijn Hof De regels van drie

Twan reist met zijn moeder, oma en zus naar IJsland. Ze gaan naar opi Kas, die daar alleen woont. Opi Kas kan niet goed meer voor zichzelf zorgen. Hij moet mee terug naar Nederland. Maar opi Kas denkt hier heel anders over. Dit is een makkelijk lezen uitgave van ‘De regels van drie’. Voor het oorspronkelijke boek ontving Marjolijn Hof de Woutertje Pieterse Prijs 2014.

NUR 286

AVI M4 afscheid makkelijk lezen www.zwijsen.nl

9-12


Marjolijn Hof

BNW De regels van drie.indd 3

22-01-15 00:07


Storm De storm blaast sneeuw over de weg. Ik zie bijna niets meer. Het waait zo hard, dat het busje trilt. Ik ben bang dat we omkiepen. In mijn tas zit Het Grote Boek. Hoe blijf je in leven in de natuur? Daar staat van alles in over storm. En over eerste hulp bij een ongeluk. Maar er staat niets in over busjes die omkiepen. Het is een heel dik en groot boek. Onderweg heb je er dus niets aan. Je moet er thuis in lezen. Dan onthoud je alles, zodat je het nog weet als er iets gebeurt. Ik las thuis al veel in het boek. Over de regels van drie bijvoorbeeld. Die regels heb ik uit mijn hoofd geleerd. Ze gaan zo: Binnen drie tellen neem je een besluit. Daar hangt je leven van af. Gebeurt er toch iets ergs? Je hersenen kunnen drie minuten zonder zuurstof. Is het heel erg koud of heet? Dan blijf je drie uur in leven zonder bescherming. Je kunt drie dagen zonder water. En drie weken zonder eten.

5

BNW De regels van drie.indd 5

22-01-15 00:07


‘Gaat alles goed?’ vraag ik in het Engels aan de bestuurder van het busje. Hij lacht en zegt: ‘Ja, alles gaat goed.’ We rijden langzaam. Af en toe zie ik een paaltje in de berm. Dan weet ik dat de bestuurder gelijk heeft. Alles gaat goed, we rijden nog steeds op de weg. Er komt weer een windvlaag. De bestuurder gaat nog zachter rijden. Ik kijk om naar mijn tweelingzus Linde. Ze kijkt bang. ‘Waar is de afgrond?’ vraagt ze. ‘Links,’ zegt mama. ‘Dan is de zee ook aan die kant,’ zegt oma. Ze tikt op mijn schouder. ‘Heb ik gelijk, Twan?’ ‘Hoe moet ik dat weten?’ ‘Vraag het aan de bestuurder.’ ‘Waar is de zee?’ vraag ik aan de man. Hij wijst naar links. ‘Dan zijn we er bijna,’ zegt mama. ‘Zo lang kan de weg langs de kust niet zijn.’ Mama begint te zingen: ‘We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet hélemaal!’ Oma zingt mee: ‘We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet hélemaal!’ En dan komt het ergste: ‘Kontje kaal!’ Linde en ik doen alsof we doof zijn. 6

BNW De regels van drie.indd 6

22-01-15 00:07


Dit is de tweede dag van onze reis. Gisteren vlogen we naar IJsland. In de hoofdstad sliepen we in een hotel. We aten een hamburger en liepen door de stad. Vanmorgen vlogen we in een klein vliegtuig naar het noorden. Een man in het vliegtuig zei dat het zou gaan stormen. ‘Ik geloof dat hij er verstand van heeft,’ zei mama. Maar oma geloofde er niets van. Na de landing liepen we naar het busje. De lucht was toen al heel grijs en dreigend. Ik wilde graag voorin zitten. Maar dat had ik beter niet kunnen doen … Het gaat harder waaien en sneeuwen. Ik kan steeds minder zien en de bestuurder dus ook. Soms duurt het erg lang, van het ene paaltje in de berm naar het andere. Oma, mama en Linde merken er niet veel van. Zij zitten achter in het busje. We rijden een smalle tunnel in. De tunnel gaat dwars door een berg heen. Om de paar meter is er een stuk uit de rots gehakt. Daar kun je gaan staan als er nog een auto komt. Twee wagens naast elkaar, dat lukt niet. ‘Was je bang net?’ vraagt Linde aan mij. ‘Ik dacht dat we gingen omkiepen.’

7

BNW De regels van drie.indd 7

22-01-15 00:07


Het dorp van opi Kas Na de tunnel komen we bij het dorp van opi Kas. ‘Staat hij te wachten?’ vraagt mama. Oma veegt met haar mouw over het raam. ‘Ik geloof van niet.’ De bestuurder stapt uit. Hij maakt de brede schuifdeur open en laat oma, mama en Linde naar buiten. Ik stap ook uit. Voorzichtig zet ik mijn voeten neer. De sneeuw lijkt net pap. Mijn schoenen worden nat. De bestuurder laadt onze tassen en koffers uit. Linde, mama en oma lopen heen en weer. Oma telt de koffers en tassen. Mama betaalt de bestuurder. Er komt een oude man naast me staan. Hij heeft een wollen sjaal om en een muts op. ‘Ben jij de ene helft van de tweeling?’ vraagt hij. ‘Ja,’ zeg ik. ‘Papsie!’ roept oma. ‘Je hebt Twan al gevonden.’ Dan roept oma naar mama en Linde: ‘Opi Kas is hier!’ Mama geeft opi Kas een zoen. ‘Dag opa,’ zegt ze. Linde steekt haar hand uit. Opi Kas pakt hem vast. 8

BNW De regels van drie.indd 8

22-01-15 00:07


Hij heeft bruine wanten aan. ‘Dan ben jij de andere helft,’ zegt hij. ‘Herkennen jullie opi Kas nog?’ vraagt mama. ‘Nee, vast niet. Jullie waren twee jaar. Of drie? Nee, jullie waren vier jaar oud. Toen was opi Kas een week bij ons.’ ‘Ze waren net drie,’ zegt oma. ‘Oma heeft gelijk,’ zegt mama. ‘Dan weten jullie er vast niets meer van.’ Maar mama wíst al dat we er niets meer van weten. Dat hadden we thuis al gezegd. Opi Kas wijst naar een rode auto. ‘Dat is de auto van Svanna. Zij neemt jullie spullen mee. De sleutels van mijn auto zijn afgepakt, vandaar.’ ‘Ik weet het,’ zegt mama. ‘Je mag niet meer rijden.’ ‘Van wie niet?’ vraagt opi Kas. ‘Gewoon niet,’ zegt oma. ‘Dat is voor je eigen bestwil.’ ‘Dat zal dan wel,’ zegt opi Kas. Hij trekt zijn muts nog verder over zijn hoofd. We brengen de spullen naar de rode auto. Linde sleept haar koffer achter zich aan. De wieltjes lopen vast in de sneeuw.

9

BNW De regels van drie.indd 9

22-01-15 00:07


Een vrouw stapt uit. Ze geeft ons een hand. ‘Hallo, ik ben Svanna,’ zegt ze in het Engels. Ze tilt alle spullen in de auto. Voor ons is geen plek meer. Svanna gaat in de auto zitten. Ze rijdt langzaam weg. ‘Ik heb gezegd dat we gaan lopen,’ zegt opi Kas. ‘Het is niet zo ver.’ Het stormt in het dorp minder dan op de kustweg. Maar het waait nog steeds heel hard. Windkracht zes of zeven. Opi Kas loopt voorop. Hij zwaait een beetje heen en weer. Maar misschien heeft hij dat al bij windkracht nul. ‘Heb je geen stok?’ vraagt oma. Opi Kas draait zich langzaam om. Hij kijkt oma aan. ‘Ik kan zonder stok.’ ‘Ja, ja,’ zegt oma. ‘Geef me maar een zet. Dan zie je dat ik blijf staan. Zonder stok.’ ‘Doe dat straks maar,’ zegt mama. Opi Kas draait zich weer om. Hij loopt verder. Oma gaat naast hem lopen. Ze geeft hem geen zet, maar een arm.

10

BNW De regels van drie.indd 10

22-01-15 00:07


Het is het eind van de middag. Het wordt al een beetje donker. De lantaarns op straat gaan aan. Het dorp ligt vlak bij zee en bij de bergen. Maar dat kun je nu niet zien. De lucht is grijs en het sneeuwt hard. De vlokken plakken aan mijn wimpers vast. Ik knijp mijn ogen dicht. Mijn hoofd voelt heel koud en mijn handen ook. Mijn voeten zijn nat. In Het Grote Boek staan tips. Die las ik thuis al: Stop je handen onder je eigen oksels. En je voeten onder de oksels van iemand anders. Dat lijkt me niets … Maar het is beter dan tenen die bevriezen. Linde loopt naast me. ‘Heb je koude voeten?’ vraag ik. Ze geeft geen antwoord. ‘Je hebt koude voeten,’ zeg ik.

11

BNW De regels van drie.indd 11

22-01-15 00:07


Het huis van opi Kas Het huis van opi Kas is klein en geel. Het staat aan de rand van een veldje, een stukje van de weg af. Opi Kas slaat de sneeuw van zijn jas. Hij stampt een paar keer. Dan gaat hij pas naar binnen. Je komt eerst in een gang. Opi Kas laat zich op een kruk zakken. Hij doet zijn schoenen uit. Hij wil de schoenen in een rek zetten, maar de gang is heel klein. We staan elkaar in de weg. Het duurt even voor hij erbij kan. We lopen op onze sokken door het huis. Vanuit de keuken kom je zo in de zithoek. Onze spullen staan naast een leunstoel. Svanna is er niet. Opi Kas wijst ons de kamers. Het huis is heel klein. We willen niet dringen en botsen, maar dat lukt niet. Er is een kamer met een dubbel bed. Daar ligt ook een matras op de grond. De kamer is heel vol. De deur kan niet eens meer goed open. In de kamer van opi Kas is iets meer ruimte. Op zijn bed liggen lakens met kreukels. 12

BNW De regels van drie.indd 12

22-01-15 00:07


Een blauwe deken hangt half op de grond. Er staat ook een bruine bank. En er is een kast met een spiegel. ‘Dit is het dan,’ zegt opi Kas. ‘En ik heb nog een zolder.’ In de keuken wijst hij omhoog naar een luik. ‘Wat bewaar je daar?’ vraagt oma. ‘O, wat spullen,’ zegt opi Kas. ‘Verder niets.’ ‘Wat voor spullen?’ ‘Dat vertel ik niet,’ zegt opi Kas. ‘Je weet hoe dat gaat. Je bewaart wat, ook al doe je er niets meer mee.’ Linde hoeft niets te weten van de spullen. ‘Waar is de wc?’ vraagt ze. ‘Aan het eind van de gang,’ zegt opi Kas. Linde komt terug van de wc. ‘Waar is de badkamer?’ vraagt ze. Opi Kas klopt op het aanrecht. Er hangt een washand en er staat zeep. ‘Haren wassen doe ik bij het zwembad,’ vertelt opi Kas. ‘Dat is een stukje verder in het dorp. Ik mag niet meer rijden, dus ik loop heen en terug. Je bent wel even bezig.’ ‘Ik wil niet naar het zwembad!’ zegt Linde. ‘We vinden er wel iets op,’ zegt mama. ‘Laten we eerst kijken wie waar slaapt,’ zegt oma. ‘Er kunnen er drie in de ene kamer. 13

BNW De regels van drie.indd 13

22-01-15 00:07


En bij opi Kas is ook nog plaats.’ ‘Dan ga jij bij opi Kas,’ zeg ik tegen oma. ‘Mama en Linde en ik slapen bij elkaar.’ ‘Dat wil ik niet,’ zegt Linde. Ik denk even na. ‘Goed,’ zeg ik. ‘Dan slaapt mama bij opi Kas. En dan mag oma bij ons.’ ‘Dat wil ik óók niet,’ zegt Linde. ‘Ik wil een kamer voor de meiden. En een voor de jongens.’ ‘Jongens?’ vraag ik. Linde knikt naar opi Kas. Die is gaan zitten. Hij ziet er oud en moe uit. Hij heeft een grote neus en grote oren. Ik zie plukjes baard. ‘Nee,’ zeg ik. ‘We laten Linde beslissen,’ zegt oma zacht. Ze houdt haar hand half voor haar mond. ‘Ze is vandaag een groot meisje geworden.’ Mama fluistert: ‘Linde is voor het eerst ongesteld.’ ‘Waar hebben jullie het over?’ vraagt opi Kas. ‘Nergens over!’ zegt Linde. ‘Over wie waar slaapt,’ zegt oma. ‘We maken een kamer voor meiden. En een kamer voor jongens.’ ‘Zo,’ zegt opi Kas. ‘Mooi is dat.’

14

BNW De regels van drie.indd 14

22-01-15 00:07


Mama duwt me de keuken uit. ‘Twan en ik moeten even praten,’ zegt ze. In de gang legt ze het uit. ‘Linde heeft buikpijn. Als je ongesteld bent, bloed je. Dat weet je.’ ‘Laat maar,’ zeg ik. ‘Het is een heel gedoe,’ zegt mama. ‘Vooral de eerste keer. Daarom wil ze graag een kamer voor meiden. Dat snap je toch wel?’ ‘Mag ik dan in de zithoek slapen?’ ‘Nee, dat gaat niet,’ zegt mama. ‘Wij moeten ergens kunnen praten. Wij gaan laat naar bed.’ ‘Dan wil ik in de keuken.’ ‘Doe niet zo raar,’ zegt mama. Ze neemt me mee naar de kamer van opi Kas. ‘Het is hier best gezellig, toch?’ ‘En de zolder?’ vraag ik nog. ‘Twan, weet je hoe klein het huis is? Je hebt haast geen ruimte boven. Die zolder is alleen voor spullen.’ ‘Spullen?’ Mama wordt boos. ‘Wat voor spullen maakt niet uit. Begin jij nou ook al?’ Ze wijst naar de bruine bank.

15

BNW De regels van drie.indd 15

22-01-15 00:07


‘Je slaapt gewoon hier. Probeer het één nacht, oké?’ Ik loop de kamer uit. Mama komt achter me aan. ‘Twan?’ ‘Eén nacht,’ zeg ik. Maar het zullen er meer worden. Dat weet ik nu al. En mama weet het ook …

16

BNW De regels van drie.indd 16

22-01-15 00:07


1e druk 2015 NUR 286 ISBN 978 90 487 2138 2 © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg, 2015 © Oorspronkelijke tekst: Marjolijn Hof Zoeklicht dyslexie bewerking: Anna Alberts Vormgeving: Rob Galema Zoeklicht dyslexie logo: Natascha Frensch Typografie: Zwijsen Dyslexie Font Ontwerp omslag voorzijde: b’IJ Barbara Omslagfoto: Getty Images / Noel Hendrickson Shutterstock Het oorspronkelijke boek De regels van drie is verschenen bij: Uitgeverij Querido B.V., Amsterdam. Voor België: Uitgeverij Zwijsen.be, Antwerpen D/2015/1919/032 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

BNW De regels van drie.indd 110

22-01-15 00:07


Marjolijn Hof De regels van drie

Twan reist met zijn moeder, oma en zus naar IJsland. Ze gaan naar opi Kas, die daar alleen woont. Opi Kas kan niet goed meer voor zichzelf zorgen. Hij moet mee terug naar Nederland. Maar opi Kas denkt hier heel anders over. Dit is een makkelijk lezen uitgave van ‘De regels van drie’. Voor het oorspronkelijke boek ontving Marjolijn Hof de Woutertje Pieterse Prijs 2014.

NUR 286

AVI M4 afscheid makkelijk lezen www.zwijsen.nl

9-12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.